Jaarverslag VUB 2017

Page 1


JAARVERSLAG 2017: EEN UNIVERSITEIT IN BEWEGING

INHOUD

Rubriek 1: Organisatiestructuur: centrale organen

Rubriek 2: Organisatiestructuur: decentrale organen

Rubriek 3: Onderwijsverslag

Rubriek 4: Onderzoeksverslag en wetenschappelijke dienstverlening

Rubriek 5: Verslag Innovatie- en Valorisatie

Rubriek 6: Personeelsverslag

Rubriek 7: Sociale voorzieningen

Rubriek 8: Synthese van de jaarrekeningen

Rubriek 9: Internationaliseringsverslag

Rubriek 10: Milieuverslag

RUBRIEK 1 ORGANISATIESTRUCTUUR: CENTRALE ORGANEN

Naam en adres van de universiteit: Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, 1050 Brussel

SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE BESTUURLIJKE ORGANEN OP HET CENTRALE NIVEAU

I. UNIVERSITAIRE ORGANEN KRACHTENS HET ORGANIEK STATUUT (O.S.)

1. UNIVERSITEITSRAAD

Samenstelling:

Effectieve leden (O.S. art. 9, §1.)

Voorzitter RvB

Eddy VAN GELDER

Decanen

LW Karin NYS

RC Wilfried RAUWS

ES Joël BRANSON

PE Roland PEPERMANS

WE Eric JESPERS

IR Stefaan CAENEPEEL

GF Peter IN ‘T VELD

LK Eric KERCKHOFS

ZAP-leden

LW Alex HOUSEN

RC Marc COOLS

ES Thomas CRISPEELS

PE Dominique VERTE

WE Luc DE VUYST

IR Philippe LATAIRE

GF Ivan BAUTMANS

LK Evert ZINZEN

OAP-leden

RC Tina COEN - Ondervoorzitter

ES Alexandre THYS

PE Vicky WILLEGEMS

WE Thijs STUYVER

IR Gert BERCKMANS

GF Stefaan VERHULST

Studenten

LW Yannis SKALLI-HOUSSEINI

RC Charlotte GARCIA-MORENO

ES Otto CARTRYSSE

PE Axana WALTERUS

WE Jeremy DE PLECKER

IR Lise VERMEERSCH

GF Gill VERSTAPPEN

LK Marco IN ‘T ZANDT

ATP-leden

Jean AELBRECHT

Inge CORNILLIE

Nele SAMSON

Overige afgevaardigden

UZB Yolande AVONTROODT

Alumni Geert ROYEMANS

IES Anthony ANTOINE

EhB Luc VAN DE VELDE

VECO Stefanie WEIL

ULB Pierre GURDJIAN

UGent Isabel VAN DRIESSCHE

Externe leden

Ann BRUSSEEL

Liesbet DHAENE

Filip MOEYKENS

Tinne VAN DER STRAETEN

Stephanie VAN HOUTVEN

Raymonda VERDYCK

Raadgevers (O.S. art. 10.)

- de Rector

- de Vicerectoren

- de Algemeen Beheerder van de Universiteit

- de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel

Secretaris: Glenn RONSSE, Waarnemend secretaris

Bevoegdheden:

Caroline PAUWELS

Jan DANCKAERT, Onderwijs- en Studentenbeleid

Karin VANDERKERKEN, Onderzoeksbeleid

Hugo THIENPONT, Innovatie- en Valorisatiebeleid

Sonja SNACKEN, Internationaliseringsbeleid

Nic VAN CRAEN

Marc NOPPEN

Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raden

De Universiteitsraad bepaalt de algemene strategische visie van de VUB, keurt de begroting en de jaarrekening goed en stelt de bestuurders aan.

Zie ook O.S. art. 11 t.e.m. 15.

2. RAAD VAN BESTUUR

Samenstelling:

Effectieve leden (O.S. art. 21, §1)

- de Rector

- de Voorzitter van het Bestuurscollege UZ Brussel

- één afgevaardigde van het Zelfstandig Academisch Personeel

Caroline PAUWELS

Jean-Luc VANRAES

Elvira HAEZENDONCK

- één afgevaardigde van het Overige Academisch Personeel Gert BERCKMANS (Ondervoorzitter)

- één afgevaardigde van de Studenten

Daniel VAN DEN BROECKE

- één afgevaardigde van het Administratief en Technisch Personeel Nele SAMSON

- vier externe bestuurders, waaronder één extern lid van de Universiteitsraad en minstens één alumnus, met complementaire deskundigheid in minstens de volgende domeinen: ICT, financiën, infrastructuur, recht en internationalisering, en die worden aangeduid door de Universiteitsraad

Raadgevers (O.S. art.22)

Karsten DE CLERCK

Natasja DEGRIECK

Eddy VAN GELDER (Voorzitter)

Raymonda VERDYCK

- de Algemeen Beheerder Nic VAN CRAEN

- de Gedelegeerd Bestuurder en de Algemeen Beheerder van het UZBrussel, elk op uitnodiging van de voorzitter van de Raad van Bestuur, wanneer de Raad van Bestuur dient te beraadslagen over agendapunten die het UZ Brussel aanbelangen

- In functie van de agenda van de Raad van Bestuur kunnen op ad hoc basis deskundigen worden uitgenodigd die de vergadering met raadgevende stem bijwonen.

Marc NOPPEN

Jan BEECKMANS

Secretaris: (O.S. art. 28) Glenn RONSSE, Waarnemend secretaris

Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raden

Bevoegdheden:

De Raad van Bestuur bepaalt het algemeen strategisch beleid van de Universiteit. Zie O.S. art. 23 t.e.m. 26.

ADVISERENDE COMITES VAN DE RAAD VAN BESTUUR

2.1. AUDITCOMITE

Samenstelling:

Stemgerechtigde leden:

- Voorzitter, extern

- De Voorzitter van de Raad van Bestuur, ambtshalve

- 1 extern lid van de Universiteitsraad

- 1 personeelslid van de VUB met expertise in het domein

Met raadgevende stem:

Worden ambtshalve uitgenodigd:

- de Rector

- Algemeen Beheerder

- Hoofd Financiële Administratie

- de Interne Auditor

Dirk BOOGMANS

Eddy VAN GELDER

Filip MOEYKENS

Diane BREESCH

Caroline PAUWELS

Nic VAN CRAEN

Nadine VERHEYEN

Stefan VAN DEN BOSSCHE

Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter.

Het secretariaat wordt waargenomen door het afdelingshoofd Interne Audit, met ondersteuning van het Secretariaat van de Raad.

Bevoegdheden:

Het auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in zijn toezichtsfunctie, meer specifiek op volgende vlakken: - het houden aan de diverse verplichtingen zoals voorzien in de wettelijke, statutaire of bedrijfsinterne voorschriften, en dit samen met de Bedrijfsrevisor;

- nagaan of aan alle verplichtingen ten opzichte van de toezichthoudende organen is voldaan; - controleren en evalueren van de interne audit en het auditproces; - onderzoeken en evalueren van risicobeheersing en interne controle; - monitoring van het financiële verslaggevingsproces, van de interne audit en van de controle van de jaarrekening.

2.2. GOVERNANCE COMITE

Samenstelling:

Stemgerechtigde leden :

- de Rector

- 1 vicerector

- 3 decanen

Caroline PAUWELS

Karin VANDERKERKEN

Roland PEPERMANS (plvv. Wilfried RAUWS)

Stefaan CAENEPEEL (plvv. Eric JESPERS)

Peter IN ‘T VELD (plvv. Eric KERCKHOFS)

- de Voorzitter van de Raad van Bestuur, ambtshalve

- een extern lid van de Raad van Bestuur, bij voorkeur met juridisch profiel

- een extern lid van de Universiteitsraad

- een lid van het ZAP uit de Universiteitsraad

- een lid van het OAP uit de Universiteitsraad

- een lid van het ATP uit de Universiteitsraad

- een studentlid uit de Studentenraad

- een afgevaardigde Directie UZB

- een expertlid

Met raadgevende stem :

Worden ambtshalve uitgenodigd :

- Algemeen Beheerder

- de Interne Auditor

Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter:

- decaan ES – wordt permanent uitgenodigd.

- afgevaardigde Directie IES

Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.

Treedt op als penhouder

Het voorzitterschap wordt waargenomen door de Rector, de Vicerector of de Voorzitter van de Raad van Bestuur.

Bevoegdheden:

Eddy VAN GELDER

Natasja DEGRIECK

Tinne VAN DER STRAETEN

Luc DE VUYST

Tina COEN

Inge CORNILLIE

Otto CARTRYSSE

Hilde HAEGEMAN

Filip MOEYKENS

Nic VAN CRAEN

Stefan VAN DEN BOSSCHE

Joël BRANSON

Anthony ANTOINE

Glenn RONSSE, Waarnemend secretaris

Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raden

Frank GLADINES

Het Governance Comité verleent de Raad van Bestuur advies over het bestuur en de organisatie van de VUB.

2.3. ETHISCH COMITE

Samenstelling:

Stemgerechtigde leden :

- Voorzitter, extern

- een extern lid van de Raad van Bestuur

- een extern lid van de Universiteitsraad

- een lid van het ZAP uit de Universiteitsraad

- een lid van het OAP uit de Universiteitsraad

- een lid van het ATP uit de Universiteitsraad

- een studentlid uit de Studentenraad

Met raadgevende stem : Worden ambtshalve uitgenodigd :

- de Rector

Etienne DE GROOT

Raymonda VERDYCK

Ann BRUSSEEL

Dominique VERTE

Alexandre THYS

Nele SAMSON

Carmen MAZIJN

Caroline PAUWELS

Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter.

Het Secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad

Bevoegdheden:

Glenn RONSSE, Waarnemend secretaris

Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raden

Het Ethisch Comité verleent advies aan de Raad van Bestuur over dossiers met een ethische dimensie, in het bijzonder (maar niet uitsluitend) over dossiers betreffende sponsoring, fundraising en internationale samenwerking.

2.4. REMUNERATIECOMITE- EN NOMINATIECOMITE

Samenstelling:

Stemgerechtigde leden :

- 4 leden aangeduid door de Raad van Bestuur met expertise in het domein

Met raadgevende stem: Worden ambtshalve uitgenodigd:

- de Rector of zijn/haar afgevaardigde

- Algemeen Beheerder

- Directeur Personeel

Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.

Bevoegdheden:

Karsten DE CLERCK (Voorzitter)

Elvira HAEZENDONCK

Philippe EISELEIN

Luc DESCHOUWER

Hugo THIENPONT

Nic VAN CRAEN

Raf DEVOS

Glenn RONSSE, Waarnemend secretaris

Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raden

Het Remuneratie- en nominatiecomité verleent advies en formuleert voorstellen aan de Raad van Bestuur met betrekking tot het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie voor bestuurders en het management van de universiteit alsook over de profielen van de niet-ambtshalve bestuursleden en bij de periodieke evaluatie van de niet-ambtshalve bestuursleden.

Het Remuneratie- en nominatiecomité heeft tevens als opdracht het selecteren van kandidaat-externe bestuurders en het formuleren van voorstellen voor de benoeming van de externe bestuurders

2.5. GUNNINGSCOMITE

Samenstelling:

- De Rector of zijn/haar afgevaardigde (Voorzitter)

- Voorzitter gebouwencommissie Etterbeek

- Voorzitter gebouwencommissie Jette

- Algemeen Beheerder

- Expert in de Bouwkunde

- Expert

- Hoofd Juridische Dienst

Leden met raadgevende stem

Marc JEGERS

Philippe LATAIRE

Johan DE MEY

Nic VAN CRAEN

Jurgen MAES

Nancy MUSSCHEBROECK

Yves VAN DER HOEVEN

Worden ambtshalve uitgenodigd:

- Hoofd Aankoopdienst

- Afdelingshoofd Directie Financiën

Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de voorzitter.

Het secretariaat wordt waargenomen door een medewerker van de Dienst Aankoop.

Bevoegdheden:

Sonia DEWULF

Nadine VERHEYEN

Het Gunningscomité adviseert de Raad van Bestuur en het Directiecomité i.v.m. de wijze van gunnen en de toewijzing van opdrachten van werken, leveringen en diensten.

2.6. FINANCIEEL MANAGEMENT COMITE

Samenstelling:

Externe bestuurder RvB met Eddy VAN GELDER deskundigheid in financiën

Expert

Joël BRANSON

Expert Steven VANDUFFEL

Afdelingshoofd Directie Financiën

Hoofd planning en begroting

Nadine VERHEYEN

Eddy STROOBANTS Algemeen Beheerder

Nic VAN CRAEN

Bevoegdheden:

Het Financieel Management Comité werkt conform het door de Raad van Bestuur goedgekeurde lange termijn financiële strategisch beleid (met inbegrip van het beheer van de portefeuilles en het thesauriebeheer). Het FMC treedt op als financieel expertencomité voor de governance organen van de VUB. Het kan op vraag van de organen of op eigen initiatief adviezen formuleren.

3. ACADEMISCHE RAAD

Samenstelling:

Stemgerechtigde leden

Ambtshalve leden

Rector (statutair voorzitter) Caroline PAUWELS

Vicerector Onderwijs- en studentenbeleidbeleid Jan DANCKAERT

Vicerector Onderzoeksbeleid Karin VANDERKERKEN

Vicerector Innovatie- en Valorisatiebeleid Hugo THIENPONT

Vicerector Internationaliseringsbeleid Sonja SNACKEN

Decaan faculteit LW Karin NYS

Decaan faculteit RC Wilfried RAUWS

Decaan faculteit ES Joël BRANSON

Decaan faculteit PE Roland PEPERMANS

Decaan faculteit WE Eric JESPERS

Decaan faculteit IR Stefaan CAENEPEEL

Decaan faculteit GF Peter IN ‘T VELD

Decaan faculteit LK Eric KERCKHOFS

Niet-ambtshalve leden

Afgevaardigden OAP

Afgevaardigden Studenten

Afgevaardigden ATP

Plaatsvervangende leden

Griet VAN BELLEGHEM (plvv. Stefaan VERHULST)

Thijs STUYVER (plvv. Tina COEN)

Carmen MAZIJN (plvv. Raphaël BELPAEME)

Wouter KUIJK (plvv. Jeroen KESSELS)

Inge CORNILLIE

Ken LEEMANS

Voor de ambtshalve effectieve leden overeenkomstig Organiek Statuut

Voor de niet-ambtshalve effectieve leden de door de Academische Raad aangeduide plaatsvervangers overeenkomstig Huishoudelijk Reglement Academische Raad c.q. het Participatiereglement, voor wat betreft de studentleden

Leden met raadgevende stem:

Algemeen Beheerder van de Universiteit Nic VAN CRAEN

Directeur Personeel van de Universiteit Raf DEVOS

Op uitnodiging van de voorzitter, in voorkomend geval:

Afgevaardigde Instituut voor Europese Studies N.N.

Bevoegdheden:

De Academische Raad is het hoogste academisch advies- en overlegorgaan op het gebied van academisch strategisch beleid.

De beslissingsbevoegdheid betreft het aanstellen, evalueren en bevorderen van Academisch Personeel. Zie ook O.S. art. 36 t.e.m. 38.

BELEIDSONDERSTEUNENDE ORGANEN VAN DE ACADEMISCHE RAAD

3.1. ONDERWIJSRAAD

Samenstelling:

Stemgerechtigde leden:

Vicerector Onderwijs- en Studentenbeleid (Voorzitter) Jan DANCKAERT

ZAP

OAP

LW Marc VAN DEN BOSSCHE/ plvv. Guy VANTHEMSCHE

RC Sofie DE KIMPE/ plvv. Daniel DE WOLF

ES Jo PIERSON / plvv. Lieven DE MOOR

PE Johan VANDERFAEILLIE / plvv. Nadine ENGELS

WE Ludwig TRIEST / plvv. Wolfgang DE MEUTER

IR Dirk LEFEBER / plvv. Svend BRAM

GF Nicole POULIART / plvv. Tamara VANHAECKE

LK Evert ZINZEN / plvv. Kristine DE MARTELAER

LW Fleur VAN BOCXLAER / plvv. Sofie DE LAET

RC Tom WERA / plvv. Evelien TIMBERMONT

ES Tom DE WINTER / plvv. Philippe EISELEIN

PE Peter DERIEMAEKER / plvv. Katrien KOOLEN .

WE Raphaël KIEKENS / plvv. David SYBERS

IR Cédric BUSSCHOTS / plvv. Gert BERCKMANS

GF Sven DECLERCK / plvv. Celine MOENS

LK Yanni VERHAVERT/ plvv. Stijn VANTIEGHEM

STUDENTEN LW

Charlotte VERHEYDEN

RC Raphaël BELPAEME

ES Jeroen KESSELS

WE Sasha SOLAU

IR Wouter KUIJK

PE Laura PIZZIRANI

GF Edouard DHOOGE

LK Marco IN ’T ZAND

Leden met Raadgevende Stem:

De Centrale ombudsman/vrouw

De door de vicerector onderwijs- en studentenbeleid daartoe aangeduide medewerkers van het Departement Onderwijs- en Studentenbeleid

De Algemeen Beheerder van de VUB Nic VAN CRAEN

De Voorzitter van de Commissie middelen

Secretaris: de verantwoordelijke van het Departement Onderwijs- en Studentenbeleid Vanessa DE COCK

Bevoegdheid:

O.S. art. 43 en 44

3.2. ONDERZOEKSRAAD

Samenstelling:

Vicerector Onderzoeksbeleid (Voorzitter)

2 effectieve en 2 plaatsvervangende leden per faculteit met streven naar genderevenwicht

Faculteit LW

Faculteit RC

Faculteit ES

eff.: Inge ARTEEL / Rik VOSTERS plvv.: Jean Paul VAN BENDEGEM/ Paul ERDKAMP

eff.: Kristel BEYENS / Guido VAN LIMBERGHEN plvv.: Koen BYTTEBIER / Mireille HILDEBRANDT

eff.: Bram SPRUYT / Malaika BRENGMAN plvv.: Karen CELIS/ Steven VANDUFFEL

Faculteit PE eff.: Gina ROSSI / Koen LOMBAERTS plvv.: Eva VAN DEN BUSSCHE / Liesbeth DE DONDER

Faculteit LK

Faculteit WE

eff.: Veerle DE BOSSCHER / Romain MEEUSEN plvv.: Marc THEEBOOM / Jo NIJS

eff.: Ben CRAPS/ Frank DE PROFT plvv.: Jan STEYAERT / Olga DE TROYER

Faculteit IR eff.: Bram VANDERBORGHT / Marijke HUYSMANS plvv.: Herman TERRYN / Francis BERGHMANS

Faculteit GF

eff.: Ivan BAUTMANS / Tamara VANHAECKE plvv.: Jan GUTHERMUTH/ Vicky CAVELIER

1 effectief lid en 1 plaatsvervanger niet beiden van hetzelfde geslacht, aangeduid per School of Arts binnen de Associatie

KCB

RITS

Leden met Raadgevende Stem

eff.: Christine VAN DEN BUYS

plvv.: Jan MICHIELS

eff.: Klaas TINDEMANS

plvv.: Ann OLAERTS

Algemeen Beheerder van de VUB Nic VAN CRAEN

Vicerector Innovatie- & Valorisatiebeleid

Een afvaardiging vanuit het UMC-comité

Een afgevaardigde SISC

Hugo THIENPONT

Aude BONEHIL

Stefan WECKX

Vijf waarnemers, aangeduid door de AR Anne WINTER (ZAP)

Steven PROVYN (ZAP)

Niels DE TEMMERMAN (ZAP)

Stefaan VERHULST (OAP)

Matthias SINNESAEL (OAP)

Bevoegdheid:

O.S. art. 46 en 47

3.3. INNOVATIE- EN VALORISATIERAAD

Samenstelling:

Leden die tevens in de IOF-Raad zetelen:

Hugo THIENPONT (Voorzitter)

Karin VANDERKERKEN

Vicerector Innovatie- en Valorisatiebeleid IR

Vicerector Onderzoeksbeleid GF

Peter SCHELKENS IR

Pieter BALLON ES

Viviane JONCKERS WE

Thomas CRISPEELS ES

Gert DESMET IR/WE

Vera ROGIERS GF

Tony LAHOUTTE GF/UZ

Leden uit de faculteiten die niet in de IOF-Raad vertegenwoordigd zijn:

Dominique VERTÉ PE

Alex HOUSEN LW

Fabienne BRISON RC

Romain MEEUSEN LK

In functie van de agenda en voorliggende dossiers kunnen experten worden uitgenodigd.

Secretariaat: KTI

Bevoegdheid:

O.S. art. 49 en 50

3.4. RAAD INTERNATIONAAL BELEID

Samenstelling:

Vicerector Internationaal Beleid (Voorzitter)

Sonja SNACKEN

Vertegenwoordigers van het facultair beleid:

LW

RC

ES

PE

WE

IR

GF

LK

Voorzitters FACIR of gelijkgestelde:

LW

RC

ES

PE

WE

IR

GF

LK

Vertegenwoordigers Studentenraad:

Yannis SKALLI-HOUSSEINI

Carmen MAZIJN

Leden met Raadgevende Stem:

Ann PEETERS / plvv. Emiliano ACOSTA

Lucas MELO MELGAÇO / plvv. Kristel BEYENS

Peter CLAEYS / plvv. Silvia ERZEEL

Free DE BACKER / plvv. Delphine WEST

Nico KOEDAM / plvv. Vincent DELESPAUX

Heidi OTTEVAERE / plvv. Patrick GUILLAUME

Debby MANGELINGS / plvv. Michel DENEYER

David BECKWEE / plvv. Katrijn D’HERDT

Marie-Eve MICHOT / plvv. Greet VERMEERSCH

Erik FRANCKX / plvv. Tony JORIS

Leo VAN AUDENHOVE / plvv. Jonas LOOS

Tim VANTILBORGH / plvv. Julie RODEYNS

Beat SIGNER / plvv. Marjan MAES

Inge BERTELS / plvv. Lincy PYL

Mieke GEENS / plvv. Leo VAN GRUNSVEN

Bart ROELANDS / plvv. Kristine DE MARTELAER

Vertegenwoordiger VECO N.N.

Verantwoordelijke IRMO

Jacqueline COUDER

Vertegenwoordiger DOZ - SB Daphné COOMANS

Vertegenwoordiger R&D

Vertegenwoordiger KTI

Mieke GIJSEMANS

Sonja HAESEN

Vertegenwoordiger MARCOM Rob VANDEREYCKEN

Vertegenwoordiger IES

Secretariaat

Bevoegdheid:

O.S. art. 52 en 53

Anthony ANTOINE

Jacqueline COUDER

ADVISERENDE ORGANEN VAN DE ACADEMISCHE RAAD

3.5. PERMANENT ADVIESORGAAN IN HET KADER VAN GESCHILLEN BETREFFENDE VERDERZETTING VAN DOCTORAATSPROEFSCHRIFTEN

Samenstelling:

- De voorzitter van de Academische Raad, die het adviesorgaan voorzit

- Minstens twee Vicerectoren, met uitzondering van de Vicerector Onderzoeksbeleid

- Twee leden van het Overig Academisch Personeel uit de Academische Raad

- Een jurist van het departement Onderzoeksbeleid, die optreedt als secretaris van het adviesorgaan

De nominatim samenstelling gebeurt ad hoc, afhankelijk van de casus.

Bevoegdheden:

Het Adviesorgaan in het kader van geschillen betreffende de verderzetting van doctoraatsproefschriften behandelt en geeft bindend advies inzake geschillen betreffende de verderzetting van doctoraatsproefschriften.

3.6. COMMISSIE VOOR WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT

Samenstelling:

Vaste leden

Voorzitter

Ondervoorzitter

Ad hoc leden

Secretaris

Aanspreekpunt Wetenschappelijke Integriteit:

Yves VAN DER HOEVEN

Bevoegdheden:

Serge GUTWIRTH

Sari DEPREEUW

Minimum 3 leden

Audrey VAN SCHAREN

Juridische Dienst

De Commissie Wetenschappelijke Integriteit spreekt zich in een advies uit over het bestaan van een inbreuk op de wetenschappelijke integriteit en is met uitsluiting van studenten bevoegd voor inbreuken gepleegd door personen die op het ogenblik van de vermeende inbreuk in het kader van een onderzoeksactiviteit verbonden waren aan de Vrije Universiteit Brussel.

4. DIRECTIECOMITE

Samenstelling:

Rector (Voorzitter)

Caroline PAUWELS

Algemeen Beheerder Nic VAN CRAEN

De leidinggevenden van de rectorale en centrale administratieve diensten:

Afdelingshoofd Onderwijs- en Studentenbeleid

Afdelingshoofd Onderzoeksbeleid

Afdelingshoofd Innovatie- en Valorisatiebeleid

Afdelingshoofd Internationaal Beleid

Directeur MARCOM

Vanessa DE COCK

Mieke GIJSEMANS

Sonja HAESEN

Jacqueline COUDER

Ann VAN DRIESSCHE

Directeur Personeel Raf DEVOS

Directeur Infrastructuur

Afdelingshoofd Directie Financiën

Ludo LEMMENS

Nadine VERHEYEN

Eén vertegenwoordiger van het facultair administratief en technisch personeel, aangeduid door en onder de facultaire administratief secretarissen met niveau A

Bevoegdheden:

Het Directiecomité staat in voor de dagelijkse werking van de universiteit op zowel administratief, logistiek als financieel vlak.

Zie ook O.S. art. 55.

BELEIDSADVISERENDE ORGANEN VAN HET DIRECTIECOMITE

4.1. BEHEERSCOMITE BIBLIOTHEEK

Samenstelling:

Rector of haar afgevaardigde (Voorzitter)

8 ZAP (1 per faculteit, aangeduid

Johan CALLENS

LW Daniel ACKE / plvv. Johan STUY door fac., waaruit 1 ondervoorzitter)

RC Miguel DE JONCKHEERE / plvv. Els ENHUS

ES Benjamin DE CLEEN / plvv. Malaika BRENGMAN

PE Johan VANDERFAEILLIE / plvv. Wim VAN DEN BROECK

WE Remy LORIS / plvv. N.N.

IR Philippe CARA / plvv. Wendy MEULEBROECK

GF N.N. / plvv. N.N.

LK Eva D’HONDT / plvv. Tom DELIENS

2 leden AAP (1 HW + 1 Basis-, Toegep.- en Biomed. Wet. – BW)

4 studenten

1 lid ATP (verkozen uit personeel BI)

Vertegenwoordiger VECO vzw

Vertegenwoordiger ACTO

Met raadgevende stem

- Hoofdbibliothecaris

- De Decanen

Bevoegdheid:

HW BW Aruna MICHIELS

Thys STUYVER

HW HW Charlotte VERHEYDEN

Yannis SKALLI-HOUSSEINI

BW Floriano TORI

BW Sasha SOLAU

Els VERCAMMEN / Katrien ALEWAETERS

Louise KLINKENBERGH

Barbara LOUWAGIE / plvv. Philipp BEKAERT

Patrick VANOUPLINES

Staat in voor het beleid van de VUB-documentatie en voor de externe betrekkingen die de VUB heeft met andere instellingen op het vlak van documentatie.

4.2. ICT-RAAD

Samenstelling:

Voorzitter

Ondervoorzitter (CIO)

Yves ROLAIN/ plvv. CIO

Xavier VAN MOEN

1 afgevaardigde per faculteit (+ plvv)

Studentenvertegenwoordiger

Academisch vertegenwoordiger Bestuurscollege SISC

Vicerectoraat Onderwijs en Studentenbeleid

Vicerectoraat Onderzoeksbeleid

Vicerectoraat Innovatie en Valorisatie

Vicerectoraat Internationalisering

Algemeen Beheerder en Dienst

Strategie en beleidsvoorbereiding

Dienst Personeel

Directie financiën

Universiteitsarchief

Universiteitsbibliotheek

MARCOM

Directie Infrastructuur en Facility Management

Bevoegdheid:

Aansturing van en adviesverlening over het ICT beleid.

LW Arnout HOREMANS/ plvv. Michel DEDEYNE/ Ivan WYNANT

RC Thomas DE BAERDEMAECKER /plvv. Bjorn VERVOORT

ES Wouter VERBEKE/plvv. Michel DEDEYNE/ Ivan WYNANT

PE Peter THEUNS/ plvv. Joeri HOFMANS

WE Olga DE TROYER/ plvv. Ann DOOMS

IR Koen KENENS/ plvv. Omer D’HONDT

GF John KELLEN/ plvv. Johan DE MEY

LK Bas DE GEUS/ plvv. Kevin DE PAUW

Robbe DERKS/ plvv. Wouter KUIJK

Stefan WECKX

Karla GROEN/ plvv. Kurt TULKIN

Steven VAN DEN BERGHE/ plvv. Stefanie VAN RYSSEGHEM

Veerle HELLEMANS/plvv. Diana KENTSCH

Diana KENTSCH/ plvv. Veerle HELLEMANS

Nic VAN CRAEN/ plvv. Sofie DANIELS

Gregory PEETERS/ plvv. Raf DEVOS

Nadine VERHEYEN/ plvv. Bernard AGNEESSENS

Frank SCHEELINGS/ plvv. Ward VAN STEENKISTE

Stefaan RENARD/plvv. Patrick VANOUPLINES

Hugo DEMAEGD/plvv. Rob VANDEREYCKEN

Serge GILEN/ plvv. Ludo LEMMENS

4.3. GEBOUWENCOMMISSIE ETTERBEEK

Samenstelling:

Samenstelling kernteam

De Rector of afgevaardigde (Voorzitter)

Philippe LATAIRE / plvv. Ludo LEMMENS

Directeur Infrastructuur optredend als vicevoorzitter Ludo LEMMENS / plvv. Linda DE BACKER

Vertegenwoordiging van de Algemeen Beheerder Nic VAN CRAEN

Vertegenwoordiging van de Directie Infrastructuur Linda DE BACKER

Vertegenwoordiging van de Dienst Preventie en Milieu

Specialist(en) uit de vakgroep ARCH

Specialist(en)uit de vakgroep STER

Specialist(en) uit de vakgroep ES

Facultatief externe specialisten

Jef STOFFELS

Christel VAN DEN BOSSCHE / plvv. Heidi GEUDENS

Niels DE TEMMERMAN

Ine WOUTERS

Michael RYCKEWAERT

Michaël DOOMS

Samenstelling gebruikersgroep

Vertegenwoordiging Vicerectoraten

- Onderwijs- en Studentenbeleid

- Onderzoeksbeleid

- Innovatie en Valorisatie

- Internationalisering

Vertegenwoordiging van de faculteit LW

Vertegenwoordiging van de faculteit RC

Vertegenwoordiging van de faculteit ES

Vertegenwoordiging van de faculteit PE

Vertegenwoordiging van de faculteit WE

Vertegenwoordiging van de faculteit IR

Vertegenwoordiging van de faculteit LK

Vertegenwoordiging ICT

Bevoegdheid:

Art. 2 en art. 6 van het Huishoudelijk Reglement GCE/GCJ

4.4. GEBOUWENCOMMISSIE JETTE

Samenstelling:

Samenstelling kernteam :

De Rector of afgevaardigde (Voorzitter)

Directeur Infrastructuur optredend als vicevoorzitter

Vertegenwoordiging van de Algemeen Beheerder

Vertegenwoordiging van de Directie Infrastructuur

Vertegenwoordiging van de Dienst Preventie en Milieu

Specialist(en) uit de vakgroep ARCH

Specialist(en) uit de vakgroep STER

Specialist(en) uit de vakgroep ES

Facultatief externe specialisten

Samenstelling gebruikersgroep

Vertegenwoordiging Vicerectoraten:

- Onderwijs- en Studentenbeleid

- Onderzoeksbeleid

- Innovatie en Valorisatie

- Internationalisering

Vertegenwoordiging faculteit GF

Vertegenwoordiging faculteit LK

Vertegenwoordiging vakgroep GEWE

Vertegenwoordiging vakgroep HUIS

Vertegenwoordiging vakgroep GERO

Vertegenwoordiging vakgroep PATH

Vertegenwoordiging vakgroep BMWE

Karla GROEN / plvv. Els ROBBRECHT

Karin VANDERKERKEN / plvv. Mieke GIJSEMANS

Sonja HAESEN / plvv. Veerle HELLEMANS

Jacqueline COUDER / plvv. Vincent SPIESSENS

Pieter MARTENS / plvv. Dries TYS

Micheline ROOSELAERS / plvv. Saskia SEGERS

Michaël DOOMS / plvv. Tom MATTHYS

Ivo VAN AKELIJEN / plvv. Imke BAETENS

Luc DE VUYST / plvv. Geert ANGENON

Tine TYSMANS / plvv. Lars DE LAET

Peter CLARYS / plvv. Jean-Pierre BAEYENS

Steven OPSTAELE / plvv. Xavier VAN MOEN

Johan DE MEY / plvv. Ludo LEMMENS

Ludo LEMMENS / plvv. Linda DE BACKER

Nic VAN CRAEN

Linda DE BACKER / plvv. Eric NOELS

Jean AELBRECHT (secretariaat)

Niels DE TEMMERMAN

Ine WOUTERS

Michael RYCKEWAERT

Michaël DOOMS

Karla GROEN / plvv. Els ROBBRECHT

Karin VANDERKERKEN / plvv. Mieke GIJSEMANS

Sonja HAESEN / plvv. Veerle HELLEMANS

Vincent SPIESSENS / plvv. Jacqueline COUDER

Peter IN ’T VELD / plvv. Chantal VERMOESEN

Steven PROVYN / plvv. Eric KERCKHOFS

Ronald BUYL

Dirk DEVROEY

Yvan BAUTMANS

Karine HELLEMANS

Thierry VANDENDRIESSCHE / plvv. Luc BOUWENS

Vertegenwoordiging vakgroep KLIW

Vertegenwoordiging vakgroep CHIR

Vertegenwoordiging vakgroep THKL

Vertegenwoordiging vakgroep LABO

Vertegenwoordiging GFAC

Vertegenwoordiging GFAC - ICT

Vertegenwoordiging Directie Infrastructuur

Vertegenwoordiging Studentenraad

Vertegenwoordiging UZB

Bevoegdheid:

Art. 2 en art. 6 van het Huishoudelijk Reglement GCE/GCJ

5. STUDENTENRAAD

Samenstelling:

Facultaire Studentenvertegenwoordiging

Mark DE RIDDER

Bart VANDE VANNET

Stephan LAUWERS

Tony LAHOUTTE / plvv. Also SCAFOGLIERI

Angelo WILLEMS

John KELLEN

Jean-Pierre PAELEMAN

Désiré GAHIDE / plvv. Gill VERSTAPPEN

Jan FLAMENT / plvv. Sven HEBBELINCK

Effectief Plaatsvervanger

LW Charlotte VERHEYDEN

Yannis SKALLI-HOUSSEINI

RC Raphaël BELPAEME Larissa POPPE

Charlotte GARCIA-MORENO

ES Jeroen KESSELS

Max NIJS

PE Axana WALTERUS

Laura PIZZIRANI

WE Floriano TORI Emma DE BACKER

Sasha SOLAU

Mitja DESMET

IR Lise VERMEERSCH Tom VAN REETH

Wouter KUIJK

GF Gill VERSTAPPEN Lucas CALLIAUW

Edouard DHOOGHE

LK Marco IN’T ZAND

Universitaire studentenvertegenwoordiging

Daniel VAN DEN BROECKE (Voorzitter)

Otto CARTRYSSE (Ondervoorzitter)

Carmen MAZIJN

Jeremy DE PLECKER

Bevoegdheden:

De Studentenraad verdedigt de belangen van de studenten en kan o.a. uit eigen beweging een schriftelijk advies verstrekken over alle aangelegenheden die de studenten aanbelangen. Zie ook O.S. art. 74.

6. STUVORAAD

Samenstelling:

Rechtstreeks verkozen studenten

Daniel VAN DEN BROECKE

Sasha SOLAU

Charlotte VERHEYDEN

Marco IN’T ZANDT

Raphaël BELPAEME

Charlotte GARCIA-MORENO

Axana WALTERUS

Yannis SKALLI-HOUSSEINI

Jeremy DE PLECKER

Lise VERMEERSCH

Bevoegdheden:

Leden aangeduid door de Raad van Bestuur

Otto CARTRYSSE

Carmen MAZIJN

Jeroen KESSELS

Max NIJS

Laura PIZZIRANI

Floriano TORI

Wouter KUIJK

Gill VERSTAPPEN

Edouard DHOOGE

Emma DE BACKER

De Stuvoraad is o.a. bevoegd voor het opmaken van een beleidsplan en een jaar- en meerjarenbegroting voor de werking en organisatie van de studentenvoorzieningen en voor de opmaak van het jaarverslag over de studentenvoorzieningen. Zie ook O.S. art. 80 en participatiereglement.

7. BESTUURSCOLLEGE UZ BRUSSEL

Samenstelling:

Stemgerechtigde leden de rector

een vicerector, op voorstel van de rector aangeduid door de Universiteitsraad

Caroline PAUWELS

Hugo THIENPONT de Decaan van de faculteit Geneeskunde en Farmacie

Peter IN ‘T VELD de Voorzitter van de Raad van Bestuur

Eddy VAN GELDER de Algemeen Beheerder van de Universiteit

Nic VAN CRAEN 5 externe leden conform art. 84§1.f. van het nieuwe O.S

Jean-Luc VANRAES (Voorzitter)

Yolande AVONTROODT

Erik DERYCKE

André VAN STEIRTEGHEM

Guy PEETERS

4 artsen verbonden aan het UZ Brussel, gecoöpteerd door de leden van het Bestuurscollege UZ Brussel bedoeld onder de litterae a. tot en met f., op voorstel van de Medische Raad van het UZ Brussel

Eén niet-arts bij voorkeur een verpleegkundige, als personeelslid verbonden aan het UZ-Brussel, gecoöpteerd door de leden van het Bestuurscollege UZ Brussel bedoeld onder de litterae a. tot en met f., op voorstel van de Ondernemingsraad van het UZ Brussel

Uitgenodigd met raadgevende stem:

Gedelegeerd Bestuurder

Johan DEMEY

Mark DE RIDDER (Ondervoorzitter)

Dirk SMETS

Caroline VAN LERSBERGHE

Sofie DE MEYST

Marc NOPPEN Algemeen Beheerder UZB

Jan BEECKMANS

Hoofdgeneesheer UZB

Secretaris BCUZ

Bevoegdheid:

Organisatie, werking en het beheer van het UZ Brussel. Zie ook O.S. art. 86.

8. DIRECTIECOMITE UZ BRUSSEL

Samenstelling:

Gedelegeerd Bestuurder, Voorzitter Directiecomité

Algemeen Beheerder, Ondervoorzitter Directiecomité

Hoofdgeneesheer en Medisch Directeur

Directeur Departement Verpleeg- en Vroedkunde

Jan SCHOTS

Hilde HAEGEMAN

Marc NOPPEN

Jan BEECKMANS

Jan SCHOTS

Ria VANSCHOENWINKEL

Directeur HR Jan VAN RAES

Bevoegdheden:

Operationele aangelegenheden gedelegeerd door de Raad van Bestuur en het Bestuurscollege UZ Brussel.

9. UMC-COMITE

Samenstelling:

Voorzitter, aangeduid onder de externe leden van BCUZ door de Universiteitsraad, op voorstel van de Rector en na advies van BCUZ en bevoegd facultair orgaan Faculteit GF

Guy PEETERS de Gedelegeerd Bestuurder UZB

Marc NOPPEN de Algemeen Beheerder UZB

Jan BEECKMANS de Decaan Faculteit GF

Peter IN ‘T VELD een lid aangeduid door het Faculteitsbestuur van de Faculteit GF Brigitte VELKENIERS

Bevoegdheden:

Verstrekt, voor alle aangelegenheden die het UZ en de faculteit GF betreffen, niet-bindend advies aan het BCUZ en de faculteit over de ontwikkeling van een samenhangend en op elkaar afgestemd beleid van het UZ en de universiteit. Zie ook O.S. art. 91.

II. AAN DE VUB VERBONDEN BIJZONDERE INSTITUTEN

1. INSTITUTE FOR EUROPEAN STUDIES (IES) - BOARD

Samenstelling:

a) 5 AP-leden (met een opdracht in het wetenschapsdomein van Europese studies) aangeduid, op voordracht van de Rector, door de Raad van Bestuur van de VUB

b) 5 leden (met een hoofdopdracht buiten de VUB) aangeduid, op voordracht van de Rector, door de Raad van Bestuur van de VUB

Karel DE GUCHT (Voorzitter)

Fabienne BRISON

Tony JORIS

Leo VANAUDENHOVE

Freddy VAN DEN SPIEGEL

Caroline GENNEZ

Marc VAN HEUKELEN

Jonathan FAULL

Annemie NEYTS

Gerard VAN ACKER

c) De Rector of zijn/haar afgevaardigde

Met raadgevende stem:

De Wetenschappelijk Directeur

De Administratief Directeur treedt op als secretaris

Bevoegdheid:

Jean Claude BURGELMAN

Christian KAUNERT

Anthony ANTOINE

De Board is het hoogste beleidsorgaan en bepaalt het strategisch beleid van het IES.

III. WETTELIJKE ORGANEN

1. ONDERNEMINGSRAAD

Samenstelling:

Werkgeversafvaardiging

-

Voorzitter RVB (als ondernemingshoofd)

- Rector

- 1 decaan of vicedecaan

- Algemeen Beheerder

- Directeur Personeel

Werknemersafvaardiging

ABVV

- Jo COULIER

- Marina OPSOMER

- Ai Lee LEONG

- Frank VAN DER KELEN

- Eddy CASSIMAN

- Nefertari VANDEN BULCKE

- Rudi WILLEMS

Eddy VAN GELDER

Caroline PAUWELS

Wilfried RAUWS

Nic VAN CRAEN

Raf DEVOS

plvv. Julie BERTONE

Christoff VIERENDEELS

Jolein DE RIDDER

Stefan DE CORTE

Maaike VAN DER TEMPEL

Patrick VANROOSE

Serge GILLOT - Rudi VAN CAENEGEM

- Inge VAN MOL

- Oscar STEENHAUT

- Jenneke CHRISTIAENS

- Mark RUNACRES

ACLVB

- Tim VANDEVOORDE

- Alain TRIEST

- Andrea KNAEPEN

- Jean AELBRECHT

ACV

Tania STADSBADER

Bevoegdheid:

Stefanie BEYENS

Eef COOX

Tim VANDENBERGHE

Sonja LAVAER

Jan DANCKAERT

plvv.

Nikie STEVENS

Inge MEYSKENS

Tony DE LEEUW

Dimitri BONNEWIJN-DELMÉ

plvv. Maité BERNARDI

Wettelijk bepaald volgens art. 15 van de wet van 20 september 1948.

2. COMITE VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

Samenstelling:

Werkgeversafvaardiging

- Voorzitter RVB (als ondernemingshoofd)

- de Rector of zijn/haar afgevaardigde

- 1 afgevaardigde OAP

- Algemeen Beheerder

Eddy VAN GELDER

Philippe LATAIRE

Aruna MICHIELS

Nic VAN CRAEN

- Directeur Personeel

Met raadgevende stem

- Directeur Infrastructuur

- Hoofd Preventie en Milieu

- Milieucoördinator

Werknemersafvaardiging

ABVV

- Jo COULIER

- Tim VANDENBERGHE

- Sandra VAN SNICK

- Michael KORNTHEUER

- Nathalie N’DOYE

- Marnix VERLEYSEN

- Marie-Anne STRAETMANS

- Katia SEGERS

- Dimokritos KAVADIAS

ACLVB

- Nikie STEVENS

- Tim VAN DE VOORDE

- Jean AELBRECHT

ACV

- Tania STADSBADER

Het secretariaat wordt waargenomen door de Preventiedienst.

Bevoegdheid:

Wettelijk bepaald (art. 837, eerste lid, ARAB).

Raf DEVOS

Louis LEMMENS

Christel VAN DEN BOSSCHE

Dimitri DEVUYST

plvv. Jo DE NEEF

Stijn VAN ACHTER

Marina HUVET

Christine SANDERS

Gunther VANOPDEN BOSSCHE

Ann NOWE

Anne WINTER

Margareta DEVUYST

Christophe EMPSEN

plvv.

Diane SORGELOOS

Tony DE LEEUW

Philippe MERCKX

plvv. Maité BERNARDI

3. PATRONALE DELEGATIE SYNDICALE ONDERHANDELINGEN

Samenstelling:

- Voorzitter RVB

- Rector

- 1 decaan of vicedecaan

- Algemeen Beheerder

- Directeur Personeel

- 1 afgev. OAP uit de Universiteitsraad

- 1 afgev. ATP uit de Universiteitsraad

- 1 afgev. ZAP uit de Universiteitsraad

Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.

Bevoegdheid:

Bespreking van alle personeelsaangelegenheden

Eddy VAN GELDER

Caroline PAUWELS

Eric JESPERS

Nic VAN CRAEN

Raf DEVOS

Tina COEN

Inge CORNILLIE

Philippe LATAIRE

4. BIOVEILIGHEIDSCOMITES

Samenstelling:

Bioveiligheidscomité voor de campus Etterbeek

Patrick VANDERHEYDEN, Voorzitter

Geert ANGENON

Stefan WECKX

Maia DE KERPEL

Gustavo GUTIERREZ

Geert RAES

Serge MUYLDERMANS

Han REMAUT

Patrick VANDERHEYDEN

Christel VAN DEN BOSSCHE, Preventieadviseur

Dimitri DEVUYST, Milieucoördinator

Serge GILEN

Edelhart KEMPENEERS, Arbeidsgeneesheer VUB

Walter KEMPENAERS, Bioveiligheidsverantwoordelijke en Secretaris

Bioveiligheidscomité UMC (VUB & UZ, campus Jette)

Bart VAN DER AUWERA, Voorzitter

Walter KEMPENAERS, Bioveiligheidsverantwoordelijke en Secretaris

Nico VAN ELZEN, Milieucoördinator UZ

Dimitri DEVUYST, Milieucoördinator VUB

Veerle VAN CUTSEM, Preventieadviseur UZ

Christel VAN DEN BOSSCHE, Preventieadviseur VUB

Hilde DEVROEGH, Arbeidsgeneesheer UZ

Edelhart KEMPENEERS, Arbeidsgeneesheer VUB

Dirk DE SMEDT, Labo Medische Genetica UZ

Karine HELLEMANS, DRC - VUB

Yves HEREMANS, BENE - VUB

Ron KOOIJMAN, FARC - VUB

Karin BRECKPOT, LMCT - VUB

Angelo WILLEMS, LMCT - VUB

Isabelle HOUBRACKEN, DIFF - VUB

Thierry VANDENDRIESSCHE, GTRM - VUB

Sigrid VAN LAERE, GFAN - VUB

Kristof EMMERECHTS, Labo microbiologie - UZ

Johan GUNS, Kwaliteitscoördinator UZ

Bevoegdheden:

- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 (B.S. 26 februari 2002) betreffende het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en/of pathogene organismen en betreffende de indeling van de betrokken installaties;

- Artikel 6 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 (B.S. 26 februari 2002) betreffende de taken en de samenstelling van het bioveiligheidscomité.

5. RAAD INDUSTRIEEL ONDERZOEKSFONDS (IOF-RAAD)

Samenstelling:

De IOF-raad bestaat ten minste uit 12 leden en is onderverdeeld in 3 geledingen.

- Geleding 1: personeelsleden van de universiteit waarvan ten minste een vierde en ten hoogste de helft tegelijkertijd lid van de OZR is:

Hugo THIENPONT, Voorzitter (Vicerector Innovatie en Valorisatie)

Karin VANDERKERKEN (Vicerector Onderzoek)

Peter SCHELKENS IR GF IR

Viviane JONCKERS WE

Pieter BALLON

Thomas CRISPEELS ES ES

Gert DESMET IR/WE

Vera ROGIERS GF

Tony LAHOUTTE GF/UZ

- Geleding 2: personeelsleden van de hogescholen bij de associatie:

- Geleding 3: vertegenwoordigers van het bedrijfsleven:

Christophe BENOIT (Professionele bacheloropleidingen)

Katarzyna GLOWICKA VEGA (Conservatorium) EhB EhB

Pascale REDIG (Life sciences)

René DE KEYZER (Material sciences) J&J Synergism10

Jan WATTÉ (Photo-electronics) Commscope

Line ALDERWEIRELDT (Chemical engineering) Jacobs engineering

VUB Tech Transfer leden nemen deel met raadgevende stem

Bevoegdheid:

Adviseren van het universiteits- of associatiebestuur over de besteding van de middelen van het Industrieel Onderzoeksfonds.

6. VUB-COMMISSIE VOOR ETHISCH PROEFDIERENGEBRUIK

Samenstelling:

De Commissie bestaat uit ten minste 7 leden

- Karine BRECKPOT – Voorzitter

- Joery DE KOCK– Ondervoorzitter

- Kurt BARBÉ - lid (statisticus)

- Susanne BLOTWIJK - lid (statisticus)

- Ronald BUYL - lid (statisticus)

- Heleen DEWITTE – lid

- Ellen GOOSENS – lid

- Sophie HERNOT – lid

- Patricia KRANSKENS – lid

- Ann MASIE – lid

- Eline MENU – lid

- Geert RAES – lid

- Johan STUY – lid

- Leo VAN GRUNSVEN – lid

- Sigrid VAN LAERE – lid

- Audrey VAN SCHAREN – lid

- Angelo WILLEMS – lid (Dierenwelzijn)

- Walter KEMPENAERS – adviserend lid

- Inge DECORTE – adviserend lid

Bevoegdheden:

De evaluatie en goedkeuring van projecten waarbij elke dierproef dient te worden ingedeeld als « terminaal », « licht », « matig », of « ernstig » op basis van de indelingscriteria van bijlage 5 van K.B. van 23 mei 2013. Opstellen van criteria op ethisch vlak inzake dierproeven.

Advies verlenen aan gebruikers, proefleiders en medewerkers inzake de ethische aspecten van dierproeven.

Een retrospectieve analyse uitvoeren van alle projecten tenzij deze enkel dierproeven omvatten die als « terminaal » kunnen worden ingedeeld en dit binnen de termijn die ze bepaalt.

7. BUREAU DIERENWELZIJNSCEL

Samenstelling:

- Voorzitter, vertegenwoordiger vanuit de Ethische Commissie Proefdiergebruik

- Dierenarts, bekwaam in proefdierkunde

- Vertegenwoordiger van de personen die actief deelnemen aan op proefdieren uitgevoerde proeven

- Vertegenwoordiger van de personen die instaan voor de bijzondere verzorging van de proefdieren

- Secretaris

- Vertegenwoordiger campus Etterbeek

Bevoegdheden:

Angelo WILLEMS

Sigrid VAN LAERE

Dries RENMANS

Patricia KRANSKENS

Yasmina ESSAM

Damya LAOUI /plvv. Kiavash MOVAHEDI (onderzoeksgroep CMIM)

Het Bureau Dierenwelzijnscel staat in voor de dagelijkse werking van de Dierenwelzijnscel.

De Dierenwelzijnscel vervult ten minste de volgende taken:

1° Verstrekken van advies aan het personeel dat met de proefdieren omgaat betreffende dierenwelzijn in samenhang met de aanschaf, de huisvesting, de verzorging en het gebruik van de proefdieren;

2° Adviseren van het personeel over de toepassing van het voorschrift inzake vervanging, vermindering en verfijning en het op de hoogte houden van de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen inzake de toepassing van dat voorschrift;

3° Zorg dragen voor de vaststelling en toetsing van bedrijfsinterne procedures inzake monitoring, rapportage en follow-up met betrekking tot het welzijn van de in de inrichting gehuisveste of gebruikte proefdieren;

4° De ontwikkeling en resultaten van projecten opvolgen, rekening houdend met de effecten op de gebruikte proefdieren, het in kaart brengen van de elementen die verder kunnen bijdragen tot vervanging, vermindering en verfijning en hierover adviseren;

5° Advies uitbrengen over adoptieregelingen, met inbegrip van advies met betrekking tot de passende socialisatie van de voor adoptie vrijgegeven proefdieren;

6° Er op letten dat het fokken, de huisvesting en de verzorging worden verfijnd teneinde elke vorm van pijn, lijden, angst en blijvende schade die de dieren kunnen ondervinden, te voorkomen of tot het minimum te beperken.

IV. REGLEMENTAIRE ORGANEN

1. BEROEPSCOMMISSIE ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL

Samenstelling:

De beroepscommissie bestaat uit drie effectieve en drie plaatsvervangende leden, die allen leden van het ZAP zijn. Ze worden jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid, op voorstel van de rector. De raad van bestuur wijst onder hen de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter aan, die beiden juristen zijn. De leden van de beroepscommissie mogen geen effectieve noch plaatsvervangende leden van de raad van bestuur zijn. Het mandaat van een lid van de beroepscommissie is hernieuwbaar.

Als secretaris van de beroepscommissie evaluatie treedt een personeelslid op van de personeelsdienst of van de juridische dienst, die bij voorkeur een jurist is. De secretaris en de plaatsvervanger van de secretaris worden jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid.

Van elke representatieve vakbondsorganisatie wordt een vertegenwoordiger uitgenodigd om de zitting als waarnemer bij te wonen.

Bevoegdheid:

Kristof SALOMEZ/ plvv. Elisabeth ALOFS (voorzitter) Ludwig TRIEST/ plvv. Chris VAN SCHRAVENDIJK Fabienne BRISON/ plvv. Guy VANTHEMSCHE

Maha NAJJAR/ plvv. Yves VAN DER HOEVEN

Brengt advies uit over de gegrondheid van een beroep, ten behoeve van de Raad van Bestuur.

2. BEROEPSCOMMISSIE ASSISTEREND ACADEMISCH PERSONEEL

Samenstelling:

De beroepscommissie bestaat uit drie effectieve en drie plaatsvervangende leden van het ZAP en drie effectieve en drie plaatsvervangende leden van het AAP. Ze worden jaarlijks door de Raad van Bestuur aangeduid, op voorstel van de Rector. De Raad van Bestuur wijst onder hen de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter aan, die beiden juristen zijn.

De leden van de beroepscommissie mogen geen effectieve noch plaatsvervangende leden van de Raad van Bestuur zijn.

Het mandaat van een lid van de beroepscommissie is hernieuwbaar.

Als secretaris van de beroepscommissie treedt een personeelslid op van de personeelsdienst of van de juridische dienst, die bij voorkeur een jurist is. De secretaris en de plaatsvervanger van de secretaris worden jaarlijks door de Raad van Bestuur aangeduid. Van elke representatieve vakbondsorganisatie wordt een vertegenwoordiger uitgenodigd om de zitting als waarnemer bij te wonen.

Bevoegdheid:

ZAP-leden: Eline SEVERS/ plvv. Kristof SALOMEZ (Voorzitter) Guy VANTHEMSCHE/ plvv. Ivan BAUTMANS Dominique MAES/ plvv. Philippe CLAEYS

AAP-leden: Wout DE COCK, RC/ plvv. Allan MAGEROTTE, RC Vicky WILLEGEMS, PE/ plvv. Anne-Sophie VANDENBOSCH, RC Lauren DENEYER, GF/ plvv. Céline MOENS, GF

Maha NAJJAR/ plvv. Yves VAN DER HOEVEN

Brengt advies uit over de gegrondheid van een beroep, ten behoeve van de Raad van Bestuur.

3. FUNCTIE- EN EVALUATIECOMMISSIE ATP

Samenstelling:

- Algemeen Beheerder (Voorzitter)

- Directeur Personeel

- Arbeidsgeneesheer

- een lid van het Zelfstandig Academisch Personeel aangeduid door de Raad van Bestuur

- een lid van het ATP aangeduid door de Raad van Bestuur

Nic VAN CRAEN

Raf DEVOS

Edelhart KEMPENEERS

Els ENHUS

Goedele NUYTTENS

Een personeelslid van de Juridische Dienst, die bij voorkeur een jurist is, treedt op als niet-stemgerechtigd secretaris.

Bevoegdheid:

Fungeert als beroepsinstantie met adviserende bevoegdheid voor de behandeling van een bezwaarschrift tegen een eindbeoordeling “net aanvaardbaar” of “onvoldoende” bij de periodieke evaluatie.

4. BIJZONDERE TUCHTCOMMISSIE

Samenstelling:

3 effectieve leden en 3 plaatsvervangende leden van het ZAP, waaronder de voorzitter (die bij voorkeur houder is van een diploma van doctor in de rechten); ten hoogste 1 van de 3 leden mag een op rust gesteld lid van het ZAP zijn, voor zover en zolang hij/zij nog met enige academische opdracht belast is

1 lid en 1 plaatsvervanger van het OAP

Kaat LEUS (Voorzitter)/ plvv. Guido VAN LIMBERGHEN Vera Rogiers/ plvv. Luc BOUWENS Miguel DE JONCKHEERE/ plvv. Michel MAUS

Sien VAN DEN HOOF (OAP)/ plvv. Alexandre THYS 1 lid en 1 plaatsvervanger van het ATP Nic VAN CRAEN (ATP)/ Vanessa DE COCK 1 ondersteunend secretaris en plaatsvervanger Yves VAN DER HOEVEN/ plvv. Maha NAJJAR

Bevoegdheid:

Bevoegd inzake tucht zoals vermeld in artikel 36, §6, a., 3° en 9° van het O.S., bij delegatie door de Academische Raad (beslissing AR.42/A9/01 d.d. 30/10/2017).

5. RAAD VAN BEROEP INZAKE TUCHTREGELING ATP

Samenstelling:

De Raad van Beroep bestaat uit 5 leden,

Marnix VAN DAMME (Voorzitter) jaarlijks aangeduid door de RvB.

Geert DEBERSAQUES (plvv. voorzitter)

Dirk LEFEBER

Vanessa DE COCK

Myriam GYSEMANS

Nadine VERHEYEN

De secretaris is een personeelslid van de juridische dienst of van de personeelsdienst, die bij voorkeur jurist is en wordt jaarlijks aangeduid door de RvB.

Bevoegdheid:

Yves VAN DER HOEVEN/ plvv. Maha NAJJAR

Bepaald bij titel VII (Tucht) van het reglement voor het Administratief en Technisch Personeel op de Werkingsuitkering.

6. TUCHTCOMMISSIE STUDENTEN

Samenstelling:

- De Rector of zijn/haar afgevaardigde aangeduid door de Raad van Bestuur op voordracht van de Rector (Voorzitter)

- 3 leden van het AP aangeduid door de Raad van Bestuur

Patrick STOUTHUYSEN

An-Sofie SMETCOREN

Tine MOREELS

Stijn VANTIEGHEM - 3 studentleden aangeduid door de Studentenraad

Het secretariaat wordt waargenomen door de Juridische Dienst

Bevoegdheden:

Zie Tuchtreglement Studenten VUB.

Lise VERMEERSCH

Sasha SOLAU

Carmen MAZIJN

V. OVERIGE ADVIESORGANEN

1. KUNSTADVIESCOMMISSIE

Samenstelling:

Voorzitter Kunstadviescommissie

Directeur Infrastructuur

Diensthoofd Dienst Cultuur

Vertegenwoordiger Kunstwetenschappen

Vertegenwoordiger Culturele Agogiek

Vertegenwoordiger Architectuurwetenschappen

Vertegenwoordiger Stedebouw en Ruimtelijke Ordening

Vertegenwoordiger Campus Jette - de Decaan GF of zijn/ haar afgevaardigde

Vertegenwoordiger Studentenbeleid

Vertegenwoordiger Studentenraad - de Voorzitter of zijn/haar afgevaardigde

Vertegenwoordiger UZ-VUB

Jan BEECKMANS

Voorzitter Vriendenkring

Vertegenwoordiger Politieke Brusselse Culturele Wereld

Vertegenwoordiger VUB Erfgoed

Vertegenwoordiger Dienst Research & Datamanagement

Administratief Secretaris Faculteit PE

VUB Fellow

Deskundigen voor ad hoc aangelegenheden

Willem ELIAS

Ludo LEMMENS

Wim DE PAUW

Hans DE WOLF

Free DE BACKER

Niels DE TEMMERMAN

Michaël RYCKEWAERT

Peter IN ‘T VELD

Steph FEREMANS

Kathleen ROTEN

Jim VAN LEEMPUT

An MOONS (attaché beeldende kunsten kabinet Sven GATZ)

Jeanine LAMBRECHT

Walter YSEBAERT

Ivo VAN AKELIJEN

Ludo VANDERVELDEN

Op uitnodiging

Secretaris N.N.

Bevoegdheden:

- algemene reflectie rond kunst op de campussen en het opstellen van een beleidsvisie; - selectie van de kunstenaars en de werken voor de verschillende bouw- en renovatieprojecten; - voorstellen formuleren rond kunst op de campus, los van de renovatie- en nieuwbouwprojecten; - in overleg gaan met overheden of privé-organisaties/personen over kunstuitwisselingsprojecten.

De Commissaris van de Vlaamse Regering, dhr. Johan DHONDT, en de Inspecteur van Financiën, dhr. Marc VERELST, worden met raadgevende stem uitgenodigd voor alle vergaderingen van de beslissingsorganen van de universiteit.

RUBRIEK 2 ORGANISATIESTRUCTUUR: DECENTRALE ORGANEN

FACULTEIT ECONOMISCHE

EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL (ES)

Het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 2 juni 2015, stipuleert in Titel V artikel 35§1 dat de faculteit in aanvulling op bedoeld centraal reglement een aanvullend facultair reglement kan opstellen.

In het aanvullend facultair reglement ES worden slechts de noodzakelijke en fundamentele aspecten opgenomen met dien verstande dat werkingsgerelateerde aspecten worden opgenomen in een huishoudelijk facultair reglement. Het aanvullend reglement ES wordt vervolledigd met het delegatieplan dat de bevoegdheidsverdeling vastlegt tussen de faculteitsraad, faculteitsbestuur en faculteitsbureau.

FACULTEITSSECRETARIAAT EN DECANAAT

Campus Oefenplein

Gebouw C, 2de verdieping, lokaal C2.03

Tel: 02/629.25.08

E-mail: [email protected] en [email protected]

FACULTEITSBUREAU

Academiejaar 2016-2017:

Het faculteitsbureau bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de decaan;

b) de vicedecaan; c) de academisch secretaris; en d) de ZAP-verkozene van de faculteit in de universiteitsraad.

De decaan kan aan de faculteitsraad één bijkomend lid voordragen.

Nominatieve samenstelling:

Decaan: Prof. dr. Joël Branson

Vice-decaan: Prof. dr. Ignace Glorieux

Academisch Secretaris: Prof. dr. Jo Renate Bauwens

Verkozene Faculteit ES in Universiteitsraad: Prof. dr. Elvira Haezendonck

Aangeduid door de faculteitsraad van 30 september 2015: Prof. dr. Marie-Anne Guerry

Academiejaar 2017-2018:

Het faculteitsbureau bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de decaan; b) de vicedecaan; en c) de academisch secretaris. De decaan kan bijkomend aan de faculteitsraad één of twee leden voordragen.

Nominatieve samenstelling:

Decaan: Prof. dr. Joël Branson

Vice-decaan: Prof. dr. Marie-Anne Guerry

Academisch Secretaris: Prof. dr. Jo Pierson

Bijkomende leden:

- Prof. dr. Ignace Glorieux

- Prof. dr. Caroline Buts

FACULTEITSBESTUUR

Het faculteitsbestuur bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de leden van het faculteitsbureau; b) de vakgroepvoorzitters; c) één afgevaardigde van het overig academisch personeel; d) één afgevaardigde van de studenten; en e) één afgevaardigde van het administratief en technisch personeel.

FACULTEITSRAAD

De faculteitsraad bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de leden van het faculteitsbureau; b) per vakgroep vijf leden van het zelfstandig academisch personeel; c) per vakgroep één lid van het overig academisch personeel; d) zes studenten; en e) drie leden van het administratief en technisch personeel. Voor de leden bedoeld onder de litterae b, c, d en e kunnen plaatsvervangers worden aangeduid.

FACULTEITSORGANEN EN RAADGEVENDE BEVOEGDHEID

Evaluatie- en BevorderingsCommissie (EBC)

Academiejaar 2016-2017

De facultaire evaluatie- en bevorderingscommissie bestaat minstens uit de vakgroepvoorzitters en de leden van het faculteitsbureau die gewoon hoogleraar of hoogleraar zijn.

Nominatieve samenstelling academiejaar 2016-2017:

Decaan: Prof. dr. Joël Branson

Vice-decaan: Prof. dr. Ignace Glorieux

Verkozene Faculteit ES in Universiteitsraad: Elvira Haezendonck (vanaf 1/1/2016)

Aangeduid door de faculteitsraad van 30 september 2015: Marie-Anne Guerry

Voorzitter vakgroep Applied Economics (APEC): Prof. dr. Marc Jegers

Voorzitter vakgroep Business (BUSI): Prof. dr. Diane Breesch

Voorzitter vakgroep Business, Technology and Operations (BUTO): Prof. dr. Cathy Macharis

Voorzitter vakgroep Politieke wetenschappen (POLI): Prof. dr. Bruno Coppieters

Voorzitter vakgroep Sociologie (SOCI): Prof. dr. Ignace Glorieux

Voorzitter vakgroep Communicatiewetenschappen (SCOM): Prof. dr. Leo Van Audenhove

Academiejaar 2017-2018

De facultaire evaluatie- en bevorderingscommissie bestaat uit de vakgroepvoorzitters en de leden van het faculteitsbureau. De decaan zit deze commissie voor

Nominatieve samenstelling academiejaar 2017-2018:

Decaan: Prof. dr. Joël Branson

Vice-decaan: Prof. dr. Marie-Anne Guerry

Bijkomende leden: Prof. dr. Ignace Glorieux en Prof. dr. Caroline Buts

Voorzitter vakgroep Applied Economics (APEC): Prof. dr. Marc Jegers

Voorzitter vakgroep Business (BUSI): Prof. dr. Steven Vanduffel

Voorzitter vakgroep Business, Technology and Operations (BUTO): Prof. dr. Cathy Macharis

Voorzitter vakgroep Politieke wetenschappen (POLI): Prof. dr. Bruno Coppieters

Voorzitter vakgroep Sociologie (SOCI): Prof. dr. Ignace Glorieux

Voorzitter vakgroep Communicatiewetenschappen (SCOM): Prof. dr. Leo Van Audenhove

VAKGROEPSRADEN

Applied Economics (APEC)

Voorzitter: Prof. dr. Marc Jegers

Business (BUSI)

Voorzitter: Prof. dr. Diane Breesch (academiejaar 2016-2017) Academiejaar 2016-2017 tijdelijk vervangen geweest door Prof. dr. Elvira Haezendonck

Voorzitter: Prof. dr. Steven Vanduffel (academiejaar 2017-2018)

Business, Technology and Operations (BUTO)

Voorzitter: Prof. dr. Cathy Macharis

Politieke wetenschappen (POLI)

Voorzitter: Prof. dr. Bruno Coppieters

Sociologie (SOCI)

Voorzitter: Prof. dr. Ignace Glorieux

Communicatiewetenschappen (SCOM)

Voorzitter: Prof. dr. Leo Van Audenhove

OPLEIDINGSRADEN

OPLEIDINGSRAAD HANDELSINGENIEUR EN (TOEGEPASTE) ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN

Voorzitter: academiejaar: Prof. dr. Lieven De Moor

Secretaris:

- academiejaar 2016-2017: Prof. dr. Peter Claeys

- academiejaar 2017-2018: Prof. dr. Leo Van Hove

OPLEIDINGSRAAD BEDRIJFSKUNDE/MANAGEMENT

Voorzitter:

- academiejaar 2016-2017: Prof. dr. Michaël Dooms

- academiejaar 2017-2018: Prof. dr. Bert Schreurs

Secretaris: Prof. dr. Nicolay Dentchev

OPLEIDINGSRAAD COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN

Voorzitter:

- academiejaar 2016-2017: Prof. dr. Jo Pierson

- academiejaar 2017-2018: Prof. dr. Jan Loisen

Secretaris: Prof. dr. Kevin Smets

OPLEIDINGSRAAD BA POLITEKE WETENSCHAPPEN EN SOCIOLOGIE

Voorzitter:

- academiejaar 2016-2017: Prof. dr. Patricia Van den Eeckhout

- academiejaar 2017-2018: Prof. dr. Dimokritos Kavadias

Secretaris:

- academiejaar 2016-2017: Kim Bosmans

- academiejaar 2017-2018: Werner Schirmer

OPLEIDINGSRAAD MA POLITEKE WETENSCHAPPEN

Voorzitter:

- academiejaar 2016-2017: Prof. dr. Patricia Van den Eeckhout

- academiejaar 2017-2018: Prof. dr. Dimokritos Kavadias

Secretaris:

- academiejaar 2016-2017: Prof. dr. Dimokritos Kavadias

- academiejaar 2017-2018: Prof. dr. Didier Caluwaerts

OPLEIDINGSRAAD MA SOCIOLOGIE

Voorzitter: Prof. dr. Christophe Vanroelen

Secretaris:

- academiejaar 2016-2017: Kim Bosmans

- academiejaar 2017-2018: Werner Schirmer

PROGRAM BOARD BA SOCIAL SCIENCES

Voorzitter: Prof. dr. Dieter Vandebroeck

Secretaris: Prof. dr. Christopher Parker

ONDERWIJS EN ONDERZOEKSEENHEDEN

Facultair

BCCP (Brussels Centrum voor Mededingingsbeleid)

Contactpersoon: Prof. dr. Caroline Buts

BRIO (Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum)

Contactpersoon: Prof. dr. Dimokritos Kavadias

CEMESO (Culture, Emancipation, Madia and Society)

Contactpersoon: Prof. dr. Jo Renate Bauwens

Interface demography

Contactpersoon: Prof. dr. Christophe Vanroelen

Financien en Verzekeringen

Contactpersoon: Prof; dr. Steven Vanduffel

SMIT (Studies on Media Information and Telecommunication)

Contactpersoon: Prof. dr. Pieter Ballon

TOR (Tempus Omnia Revelat)

Contactpersoon: Prof. dr. Ignace Glorieux

Interfacultair

MOBI (Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep)

Contactpersoon: Prof. dr. Ir Joeri Van Mierlo (IR) en Prof. dr. Cathy Macharis (ES)

RHEA (Centrum Gender & Diversiteit)

Contactpersoon: Prof. dr. Gily Coene (directeur) en Prof. dr. Karen Celis (codirecteur)

WORK (Arbeidsstudies)

Contactpersoon: Prof. dr. Guido Van Limberghen (RC) en Prof. dr. Marie-Anne Guerry ES)

Aliantieonderzoeksgroepen VUB-UGENT

JOSO (Jongeren en sociale ongelijkheid)

Contactpersoon: Prof. dr. Bram Spruyt

ReDS (Political Representation in Diverse Societies)

Contactpersoon: Prof. dr. Karen Celis

UVIS (Information Systems) (stopgezet in 2017)

Contactpersoon: Prof. dr. Wouter Verbeke

International Joint Research Group

DeSirE (Centre for the study of Democracy, Signification and Resistance)

Contactpersoon: Prof. dr. Benjamin De Cleen

S-DIRECT (Social Digital Innovation Research to Empower Communities in Transition)

Contactpersoon: Prof. dr. Leo Van Audenhove

ULB-VUB Joint Research Groep

DEGO (The Politics of Democratic Governance)

Contactpersoon: Prof. dr. Kris Deschouwer

FACULTAIRE COMMISSIES

De faculteit heeft de volgende adviesorganen:

- de facultaire onderzoekscommissie (FOZ)

Voorzitter: Prof. dr. Steven Vanduffel (academiejaar 2016-2017)

Voorzitter: Prof. dr. Malaika Brengman (academiejaar 2017-2018)

- de facultaire onderwijscommissie (FOW)

Voorzitter: Prof. dr. Marie-Anne Guerry (academiejaar 2016-2017)

Voorzitter: Prof. dr. Jo Pierson (academiejaar 2017-2018)

- de facultaire commissie internationalisering (FIN)

Voorzitter: Prof. dr. Leo Van Audenhove

- de facultaire commissie marketing en communicatie (FMC)

Voorzitter: Prof. dr. Caroline Buts (academiejaar 2016-2017)

Voorzitter: Prof. dr. Kim Willems (academiejaar 2017-2018)

- de facultaire evaluatiecommissies voor het assisterend academisch personeel (ECA)

Voorzitter: Prof. dr. Joël Branson

FACULTEIT LICHAMELIJKE OPVOEDING EN KINESITHERAPIE

Secretariaten

Faculteitssecretariaat

Vakgroepsecretariaat BESW

Vakgroepsecretariaat KIMA

Sofie Stevens

Dana Sledsens

Wilhelmina (Wilma) van den Hurk

Tanja Goossens

Katrijn D’Herdt

Dominique Vanroose

Lydia van Alderwegen

Tonia Aleida (Antonette) Verhoef

Martine Sweldens

Carine Van den Houcke

Caroline Vrambout

Ingrid Geelen

Liesbet Boriau

Lucia Cardozo

Facultaire bestuursorganen

FACULTEITSBUREAU

a) stemgerechtigde leden

Decaan

Vicedecaan

Voorzitter Onderwijscommissie

Voorzitter Onderzoekscommissie

Academisch Secretaris

leden met raadgevende stem

Administratief secretaris

FACULTEITSBESTUUR

a) stemgerechtigde leden

Decaan

Vicedecaan

Vakgroepvoorzitters

Paul Wylleman

Academisch Secretaris

Voorzitter Onderwijscommissie

Voorzitter Onderzoekscommissie

Een vertegenwoordiger van het OAP

Een vertegenwoordiger van het ATP

Eric Kerckhofs

Romain Meeusen

Evert Zinzen

Marc Theeboom

Veerle De Bosscher

Sofie Stevens

Eric Kerckhofs

Romain Meeusen

Peter Vaes

Veerle De Bosscher

Evert Zinzen

Marc Theeboom

Kevin De Pauw

Katrijn D’Herdt

Vertegenwoordiger van de studenten NN

De afgevaardigde van de faculteit LK van het AAP en van het ATP in universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad)

leden met raadgevende stem

Administratief secretaris

Sofie Stevens

FACULTEITSRAAD

a) Stemgerechtigde leden

Decaan

Vicedecaan

Academisch secretaris

Een vertegenwoordiging van het ZAP incl. de bezoldigde gastprofessoren en de klinische professoren

Een vertegenwoordiging van het OAP incl. de bursalen

Eric Kerckhofs

Romain Meeusen

Veerle De Bosscher

Nele Adriaenssens

Dirk Aerenhouts

Jean-Pierre Baeyens

David Beckwée

Erik Cattrysse

Peter Clarys

Benedicte Deforche

Eva D’Hondt

Bas de geus

Paul De Knop

Kristine De Martelaer

Inge Derom

Rein Haudenhuyse

Armand Laumen

Patrick Mullie

Jo Nijs

Nathalie Pattyn

Steven Provyn

Bart Roelands

Jan Taeymans

Marc Theeboom

Peter Vaes

Filip Van Ginderdeuren

Jo Van Hoecke

Jikkemien Vertonghen

Paul Wylleman

Evert Zinzen

Hendrik Cammu

Marc Degelaen

Tom Deliens

Michel De Maeseneer

Sven Gondry

Kelly Ickmans

Johnny Maesschalk

Aldo Scafoglieri

Eva Swinnen

Jonathan Tresignie

Johan Vanlauwe

Kevin De Pauw

Anneleen Malfliet

Ben Serrien

Bruno Tassignon

Een vertegenwoordiging van de studenten NN

Een vertegenwoordiging van het ATP

Leden met raadgevende stem

Administratief secretaris

Katrijn D’Herdt

Dana Sledsens

Sofie Stevens

De vertegenwoordigers van het academisch personeel van de faculteit in de Universiteitsraad. NN

Alumni

VAKGROEPRADEN

Vakgroepraad BESW

Een vertegenwoordiging van het ZAP verbonden aan de vakgroep

Een vertegenwoordiging van het OAP verbonden aan de vakgroep

Eén vertegenwoordiger van het ATP

Vakgroepraad KIMA

Een vertegenwoordiging van het ZAP verbonden aan de vakgroep

Een vertegenwoordiging van het OAP verbonden aan de vakgroep

Eén vertegenwoordiger van het ATP

Opleidingsraden

Opleidingsraad LOBW

a) Stemgerechtigde leden

Een afvaardiging van het ZAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

NN

Een afvaardiging van het OAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

Een afvaardiging van studenten

Een afvaardiging van alumni van de opleiding(en)

Een afvaardiging uit het werkveld

Paul Wylleman (voorzitter)

Peter Clarys

Kristine De Martelaer

Marc Theeboom

Tom Deliens (plaatsvervanger Koen De Brandt)

Martine Sweldens (plaatsvervanger Tonia Aleida (Antonette) Verhoef

Peter Vaes (voorzitter)

Romain Meeusen

Erik Cattrysse

Jo Nijs

Eva Huysmans

Ingrid Geelen

Kristine De Martelaer (voorzitter)

Inge Derom

Peter Clarys

Bart Roelands

Erik Cattrysse

Evert Zinzen

Yanni Verhavert (secretaris)

Dario Vanden Steen

Steven de Backer

Sonia Van Den Broeck

b) Leden met raadgevende stem

Een stafmedewerker kwaliteitszorg van het Departement Onderwijsbeleid

Studietrajectbegeleider

Decaan van de faculteit

Administratief secretaris

Voorzitter van de onderwijscommissie

Facultaire stafmedewerker internationalisering

Facultaire ombudspersoon

Opleidingsraad REVAKI

a) Stemgerechtigde leden

Een afvaardiging van het ZAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

Christophe Empsen

Kelly Van Hoorebeeck

Eric Kerckhofs

Sofie Stevens

Evert Zinzen

Katrijn D’Herdt

Steven Provyn

Peter Vaes (voorzitter)

Erik Cattrysse

Jean-Pierre Baeyens

Romain Meeusen

David Beckwée

Bas De Geus (secretaris)

Een afvaardiging van het OAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

Een afvaardiging van studenten

Een afvaardiging van alumni van de opleiding(en)

Een afvaardiging uit het werkveld

b) Leden met raadgevende stem

Een stafmedewerker kwaliteitszorg van het Departement Onderwijsbeleid

Studietrajectbegeleider

Decaan van de faculteit

Administratief secretaris

Voorzitter van de onderwijscommissie

Facultaire stafmedewerker internationalisering

Facultaire ombudspersoon

Studenten zonder stemrecht

Jeroen Van Cutsem

Marlies Verbruggen

Karen De Rocker

Lisa Couck

Arturo Quiroz Marnef

Alexandre Maricot

Anton Van Biesen

Liese Bosman

Matthias Proost

Marie-Laure Sibret

Nino Galasso (plaatsvervanger Sylvia Moins)

Christophe Empsen

Kelly Van Hoorebeeck

Eric Kerckhofs

Sofie Stevens

Evert Zinzen

Katrijn D’Herdt

Steven Provyn

Sergei Ivakhov

Iris Roelandt

Omaima Rhioui

Opleidingsraad Postgraduaat Sportmanagement

a) Stemgerechtigde leden

Een afvaardiging van het ZAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

Een afvaardiging van het OAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

Een afvaardiging van studenten

Een afvaardiging van alumni van de opleiding(en)

Een afvaardiging uit het werkveld

b) leden met raadgevende stem

Een stafmedewerker kwaliteitszorg van het Departement Onderwijsbeleid

Studietrajectbegeleider

Decaan van de faculteit

Administratief secretaris

Voorzitter van de onderwijscommissie

Facultaire stafmedewerker internationalisering

Facultaire ombudspersoon

Opleidingsraad Postgraduaat Football Management

a) Stemgerechtigde leden

Een afvaardiging van het ZAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

Een afvaardiging van het OAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

Een afvaardiging van studenten

Een afvaardiging van alumni van de opleiding(en)

Een afvaardiging uit het werkveld

b) Leden met raadgevende stem

Een stafmedewerker kwaliteitszorg van het Departement Onderwijsbeleid

Studietrajectbegeleider

Decaan van de faculteit

Administratief secretaris

Voorzitter van de onderwijscommissie

Facultaire stafmedewerker internationalisering Facultaire ombudspersoon

Veerle De Bosscher (secretaris)

Jos Verschueren (voorzitter)

NN

Zeno Nols

Marko Heijl

Christophe Empsen

Kelly Van Hoorebeeck

Eric Kerckhofs

Sofie Stevens

Evert Zinzen

Katrijn D’Herdt

Steven Provyn

Veerle De Bosscher (secretaris)

Jos Verschueren (voorzitter)

NN

NN

Marko Heijl

Christophe Empsen

Kelly Van Hoorebeeck

Eric Kerckhofs

Sofie Stevens

Evert Zinzen

Katrijn D’Herdt

Steven Provyn

Opleidingsraad Postgraduaat Multidisciplinaire arterio-veneuze en lymfatische kinesitherapie

a) Stemgerechtigde leden

Een afvaardiging van het ZAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

Een afvaardiging van het OAP met een onderwijsopdracht in de opleiding(en)

Een afvaardiging van studenten

Een afvaardiging van alumni van de opleiding(en)

Een afvaardiging uit het werkveld

b) Leden met raadgevende stem

Een stafmedewerker kwaliteitszorg van het Departement Onderwijsbeleid

Studietrajectbegeleider

Decaan van de faculteit

Administratief secretaris

Voorzitter van de onderwijscommissie

Facultaire stafmedewerker internationalisering

Facultaire ombudspersoon

Facultaire evaluatie-en bevorderingscommissie (EBC)

Voorzitter (Decaan) Eric Kerckhofs

ZAP-leden

Nele Adriaenssens (voorzitter)

An Tassenoy

Karine Jacobs

Olivier Leduc

Pierre Lievens (secretaris)

Christophe Empsen

Kelly Van Hoorebeeck

Eric Kerckhofs

Sofie Stevens

Evert Zinzen

Katrijn D’Herdt

Steven Provyn

Romain Meeusen

Peter Vaes

Peter Clarys

Nathalie Pattyn

Ilse Smolders

Caroline Andries

Paul De Knop

OVERIGE ADVIESORGANEN

Beroepscommissie voor studenten

a) Stemgerechtigde leden

ZAP-leden

Plaatsvervangers ZAP-leden

Romain Meeusen (Voorzitter)

Peter Clarys (plaatsvervanger voorzitter)

Jean-Pierre Baeyens

Evert Zinzen

Kristine De Martelaer

Bas De Geus

Nele Adriaenssens

Veerle De Bosscher

Leden met raadgevende stem

Administratief secretaris

Studietrajectbegeleider

Facultaire ombudspersoon

Afgevaardigde van de rector met expertise in onderwijsreglementering

Commissie ZAP-vacatures

Voorzitter

Leden

Sofie Stevens (secretaris)

Kelly Van Hoorebeeck (plaatsvervanger secretaris)

Steven Provyn

Anneleen De Meu

Te bepalen per ZAP-vacature

Paul Wylleman

Peter Vaes

Romain Meeusen

Marc Theeboom

Nele Adriaenssens

Kristine De Martelaer

Aan te vullen met extra leden cfr.

ZAP-reglement Art.5

Commissie AAP-vacatures: praktijkassistent-en mandaatassistent

ZAP-leden

OAP-leden

Vakgroepvoorzitter van de vakgroep waarin de vacature wordt gelanceerd of ZAP’er die titularis is van de vakken waarvoor een vacature wordt uitgeschreven (Voorzitter)

Jo Nijs

Kristine De Martelaer

Jean-Pierre Baeyens

Jo Verschueren

Stijn Vantieghem

Commissie AAP-vacatures: dr. assistent

ZAP-leden

Vakgroepvoorzitter van de vakgroep waarin de vacature wordt gelanceerd of ZAP’er die titularis is van de vakken waarvoor een vacature wordt uitgeschreven (Voorzitter)

Romain Meeusen

Kristine De Martelaer

Peter Clarys

Marc Theeboom

Peter Vaes

Erik Cattrysse

Commissie Lerarenopleiding vanuit de Faculteit LK

ZAP-leden

ATP-leden

Kristine De Martelaer

Eric Kerckhofs

Evert Zinzen

Jo Nijs

Sofie Stevens

Doctoraatsopvolgingscommissie (DOCOP)

ZAP-leden Jo Nijs (voorzitter)

Eva D’Hondt (plaatsvervanger voorzitter)

Veerle De Bosscher

Nele Adriaenssens

Bart Roelands

Eva Swinnen

Nina Lefeber

OAP-leden

Decaan

Eric Kerckhofs

Examencommissie voor het eerste jaar voltijds modeltraject van de bachelor

Examencommissies voor het geheel van de opleiding – bacheloropleidingen

Examencommissies voor het geheel van de opleiding – masteropleidingen

Examencommissies voor het schakelprogramma REVAKI

Examencommissie voor het voorbereidingsprogramma REVAKI

Studievoortgangscommissie

a) Stemgerechtigde leden

ZAP-leden

Plaatsvervangers ZAP-leden

Erik Cattrysse (Voorzitter)

Peter Vaes (plaatsvervanger voorzitter)

Romain Meeusen

Peter Clarys

Kristine De Martelaer

Marc Theeboom

Bas De Geus

Nele Adriaenssens

Bart Roelands

Jean-Pierre Baeyens

Evert Zinzen

Veerle De Bosscher

b) Leden met raadgevende stem

Administratief secretaris

Studietrajectbegeleider

Decaan

Facultaire ombudspersoon

Medewerker faculteitssecretariaat

Sofie Stevens (secretaris)

Kelly Van Hoorebeeck (plaatsvervanger secretaris)

Eric Kerckhofs

Steven Provyn

Dana Sledsens

Examencommissie voor het Postgraduaat Sportmanagement

Voorzitter

Secretaris

Stemgerechtigde leden

Jos Verschueren – plaatsvervanger Marc Theeboom

Veerle De Bosscher – plaatsvervanger Marc Theeboom

Berend Rubingh

Christian Deglain

Rudy Heylen

Marko Heijl

Dirk Goossens

Hans Vanderweghe

Examencommissie voor het Postgraduaat Multidisciplinaire arterio-veneuze en lymfatische kinesitherapie

Voorzitter

Secretaris

Nele Adriaenssens

Pierre Lievens

Stemgerechtigde leden An Tassenoy

Jan Lamote

Internationaliseringscommissie

ZAP-leden

Decaan

ATP-leden

Masterproefcommissie

ZAP-leden

OAP-leden

Onderwijscommissie (OWC)

a) Stemgerechtigde leden

Voorzitter

OR LOBW: Voorzitter

OR LOBW: 1 ZAP

OR LOBW: 1 OAP

OR LOBW: 1 student

OR REVAKI: Voorzitter

OR REVAKI: 1 ZAP

OR REVAKI: 1 OAP

OR REVAKI: 1 student

ICT-afgevaardigden

Leden met raadgevende stem

Een stafmedewerker kwaliteitszorg van het Departement Onderwijsbeleid

Studietrajectbegeleider

Decaan van de Faculteit

Administratief Secretaris

Facultaire stafmedewerker internationalisering

Facultaire ombudspersoon

Bart Roelands (Voorzitter)

David Beckwée

Inge Derom

Kristine De Martelaer

Eric Kerckhofs

Katrijn D’Herdt (Secretaris)

Bart Roelands (Voorzitter)

Patrick Mullie (ondervoorzitter)

Tom Deliens (secretaris Masterproeven LOBW)

An Tassenoy (secretaris Masterproeven REVAKI)

Jasper Truyens

Stijn Vantieghem

Anneleen Malfliet

Bart Roelands

Kristine De Martelaer

Bart Roelands

Yanni Verhavert

NN

Peter Vaes

Bas De Geus

Jeroen Van Cutsem

NN

Steven Provyn (ICT – KIMA Jette)

Bas De Geus (ICT – KIMA Etterbeek)

Hebe Schaillée (ICT – BESW)

Bart Roelands

Kelly Van Hoorebeeck

Eric Kerckhofs

Sofie Stevens

Katrijn D’Herdt

Steven Provyn

Onderzoekscommissie (OZC)

ZAP- leden Marc Theeboom

Peter Clarys

Evert Zinzen

Romain Meeusen

PR commissie

ZAP-leden Bart Roelands (voorzitter)

Nele Adriaenssens

OAP-leden Kevin De Pauw

Jikkemien Vertonghen

Yannick Prevost

Nicolas Van Vlasselaer

Ben Serrien

ATP-leden faculteit Dana Sledsens

Sofie Stevens

ATP-leden centraal Dennis Hermans

Rob Vandereycken

Heleen Van Schooneveld

Erik Cattrysse

Peter Vaes

Paul Wylleman

Afgevaardigde MESACOSA

Maarten Wuijts

Promotiecommissie ATP-leden

Het Faculteitsbestuur treedt op als promotiecommissie ATP-leden.

Stagecommissie REVAKI

ZAP-leden Peter Vaes (voorzitter)

David Beckwée (Geriatrische REVAKI)

Steven Provyn (Musculoskeletale REVAKI – manuele therapie)

Nele Adriaenssens (Inwendige REVAKI)

Eric Kerckhofs (Neurologische REVAKI/Decaan)

OAP-leden Maarten Cnudde (Secretaris)

Marlies Verbruggen

Jo Verschueren (Musculoskeletale REVAKI – sport)

Dirk Verdaet (UZ Brussel)

Eva Huysmans (Inwendige REVAKI)

Margot De Kooning

ATP-leden Katrijn D’Herdt (Internationalisering)

Extern Sofie De Meyst (Alumna – UZ Brussel)

Brigitte Wouters (Stagebegeleidster)

Studenten Maarten Wuijts

Matthias Van den Bossche

Eva Charlotte Roose

FACULTEIT WETENSCHAPPEN EN

BIO-INGENIEURSWETENSCHAPPEN

ORGANISATIESTRUCTUUR 2017

De Faculteit Wetenschappen en Bio-iingenieurswetenschappen organiseert haar kerntaken via 7 Vakgroepen:

DINF Vakgroep Computerwetenschappen

DWIS Vakgroep Wiskunde

DNTK Vakgroep Fysica

DSCH Vakgroep Chemie

DBIO Vakgroep Biologie

DGGF Vakgroep Geografie

DBIT Vakgroep Bio-ingenieurswetenschappen

Voor wat het onderzoek betreft is de faculteit opgedeeld in onderzoeksgroepen. De onderzoeksgroepen worden erkend door de onderzoeksraad.

FACULTAIRE BESTUURSORGANEN

De Faculteitsraad

De Faculteitsraad is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden: de decaan; de vicedecaan; de academisch secretaris; een vertegenwoordiging van de ZAP-leden, verdeeld over de Vakgroepen à rato van het aantal voltijds equivalent ZAP-leden die deel uitmaken van de verschillende Vakgroepen (zoals jaarlijks bepaald op 15 september). De vertegenwoordigers en hun plaatsvervangers worden gekozen door en uit de respectievelijke Vakgroepen. Jaarlijks vóór 1 oktober worden de namen van de verkozenen en de plaatsvervangers bekendgemaakt aan de decaan; een vertegenwoordiger van elke Vakgroep van het overig academisch personeel (OAP), in hoofdorde verbonden aan de Faculteit WE-BIR, gekozen door en uit de Vakgroepen; 5 vertegenwoordigers van de studenten bij voorkeur ingeschreven in verschillende opleidingen van de Faculteit WE-BIR, zoals omschreven in artikel 2 en verkozen overeenkomstig het participatiereglement; 2 vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel (ATP), in hoofdorde verbonden aan de Faculteit WEBIR en verkozen door en onder hen.

Volgende leden worden op de Faculteitsraad uitgenodigd met raadgevende stem: de administratief secretaris; de voorzitters van de opleidingsraden van de kernopleidingen, conform het door de RvB goedgekeurde strategisch plan van de Faculteit (ASP2); de facultaire vertegenwoordigers van het ZAP, AAP, ATP en studenten in de universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad, Onderwijsraad, Onderzoeksraad) en de overige voorzitters van de facultaire opleidingsraden maken met raadgevende stem deel uit van de Faculteitsraad voor zover zij niet reeds in de Faculteitsraad zetelen (met stemrecht) als vertegenwoordiger van hun geleding; de directeur van de Doctoral School; een vertegenwoordiger van de alumni van de Faculteit; specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.

Het Faculteitsbestuur

Het Faculteitsbestuur is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden: de decaan; de vicedecaan; de academisch secretaris; de Vakgroepvoorzitters; een afgevaardigde van het overig academisch personeel, verkozen door en onder de OAP afgevaardigden in de Faculteitsraad; 2 afgevaardigden van de studenten, verkozen door en onder de studentenafgevaardigden in de Faculteitsraad; een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel verkozen door en onder de ATP afgevaardigden in de Faculteitsraad.

Volgende leden worden met raadgevende stem uitgenodigd op het Faculteitsbestuur: de administratief secretaris; de facultaire afgevaardigde in de universiteitsraad en zijn plaatsvervanger; specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.

Het Faculteitsbureau

Het Faculteitsbureau is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden: de decaan; de vicedecaan; de academisch secretaris; de voorzitter van de facultaire onderwijscommissie; de voorzitter van de facultaire onderzoekscommissie

Volgende leden worden met raadgevende stem uitgenodigd op het Faculteitsbureau: de administratief secretaris; de coördinator strategische planning, financieel beleid en infrastructuur; de voorzitter van de facultaire commissie studentenzaken; de voorzitter van de facultaire commissie voor de doctoraatsopvolging; de voorzitter van de facultaire commissie Public Relations; de voorzitter van de facultaire commissie internationalisering;

De Vakgroepraden

Elke Vakgroep bepaalt in een intern reglement de samenstelling van de Vakgroepraad en het al dan niet stemgerechtigd zijn van de leden bij de verschillende agendapunten. Elk ZAP, OAP en ATP-lid behoort in hoofdorde tot één enkele Vakgroep, voor het ZAP op voorstel van de Raad van Bestuur, voor OAP en ATP op basis van de facultaire allocatie.

De Voorzitter van de Vakgroep is een ZAP-lid dat in hoofdorde aan de Vakgroep verbonden is. De AAP-leden en studenten die zetelen in de Vakgroep worden verkozen door en onder de leden van hun geleding, in hoofdorde verbonden aan de Vakgroep.

De nominatieve samenstelling van de Vakgroepraad wordt jaarlijks vóór 1 oktober aan de decaan bekendgemaakt.

De Opleidingsraden

Deze samenstelling dient conform te zijn met het VUB reglement “Opleidingsraden”. Voor de master opleidingen die in het kader van een interuniversitaire overeenkomst ingericht worden, kan afgeweken worden van de bepalingen in het Centraal Reglement.

De nominatieve samenstelling van de Opleidingsraad wordt jaarlijks vóór 1 oktober aan de decaan bekendgemaakt.

Overige Adviesorganen

De Faculteitsraad heeft volgende adviesorganen: onderwijscommissie; onderzoekscommissie; commissie voor de doctoraatsopvolging; commissie public relations; commissie internationalisering; evaluatie- en bevorderingscommissie; commissie studentenzaken;

Het faculteitsbestuur en het faculteitsbureau kunnen geadviseerd worden door ad hoc commissies, aangesteld door het faculteitsbestuur of door het faculteitsbureau.

FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE

1 . BESTUURSLICHAMEN EN SECRETARIATEN

 Faculteitsbureau

 Faculteitsbestuur

 Faculteitsraad

 Faculteitssecretariaat

Medewerkers

De faculteitssecretaris: Chantal Vermoesen

De secretariaatsmedewerksters:

Ine De Smet, Inge Servranckx, Stijn Suply, Annelies Tassenoy, Iren Varga, Mitch Van Hove, Lieselot Van Kerkhove, Jenny Van Mol, Sophie Vanvaerenbergh, Bea Vermoesen, Hilde Willems

Inschrijvingen, Informatie en PR : Veerle De Wilde,

Helpdeskmedewerker en ondersteuning audiovisuele middelen : Luc De Witte

Leslokalen- en congresmedewerker: Jeroen Van Laer

Stafmedewerker communicatie : Dirk Wouters

2. BUREAU VAN HET FACULTEITSBESTUUR

Samenstelling:

 De decaan : Prof. Dr. P. In’t Veld

 De vice-decaan: Prof. dr. B. Velkeniers (studentenbeleid en UMC) en plaatsvervangend decaan

 De 2 directeuren

 Prof. N. Pouliart (onderwijs)

 Prof. I. Bautmans (onderzoel)

 De academisch secretaris : Prof. T. Vanhaecke

 De administratief secretaris : Chantal Vermoesen

Artikel 8 Bevoegdheden (ad CR artikel 13)

§1 Het Faculteitsbureau is ten minste bevoegd voor:

1° de dagelijkse leiding van de Faculteit;

2° het opmaken van een voorstel van huishoudelijk reglement van de faculteit;

3° het opmaken van de agenda voor de Faculteitsraad, voor het Faculteitsbestuur en voor het College van Gewoon Hoogleraren;

4° het voorbereiden van de vergaderingen van het Faculteitsbestuur, de Faculteitsraad en het College van

Gewoon Hoogleraren voor en het uitvoeren van de genomen beslissingen;

5° het nemen van de noodzakelijke beslissingen in spoedeisende aangelegenheden; de Decaan legt deze beslissingen tijdens de eerstvolgende vergadering ter bekrachtiging voor aan het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad, naargelang het geval;

6° het toezicht op het functioneren van het faculteitssecretariaat;

7° de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking de vacatures, de aanstelling, de bevordering en het gebeurlijk ontslag voor het ATP verbonden aan de faculteit;

8° de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing) en het gebeurlijk ontslag voor het AAP verbonden aan de faculteit;

9° de goedkeuring van de samenstelling en de verslagen van de doctoraatscommissies ( examenjury’s) en de toelating tot de openbare verdediging;

10° het advies over de aanstelling van klinische stafleden in het UZ Brussel;

11° de verdeling van de lokalen in functie van het beleidsplan, dat werd goedgekeurd en opgevolgd door het Faculteitsbestuur;

12° het aanduiden van de ‘ad hoc’ leden aan van de (bijzondere) hospitalo facultaire commissies. 13° het aanduiden van vertegenwoordigers van de faculteit in externe commissies

Artikel 9 Werking (ad CR artikel 14)

§1 Het Faculteitsbureau komt in principe wekelijks samen. In functie van de noodwendigheden, beoordeeld door de Decaan, kan het Faculteitsbureau ook elektronisch overleg plegen en tot besluiten komen.

§2 Het Faculteitsbureau neemt haar beslissingen in consensus of indien nodig, bij gewone meerderheid. Bij staking van stemmen, geeft de stem van de Decaan de doorslag.

§3 Alle beslissingen en maatregelen, in het uitzonderlijk geval van hoogdringendheid genomen door het Faculteitsbureau, worden op de eerstvolgende vergadering van het Faculteitsbestuur meegedeeld.

§4 Alle beslissingen en maatregelen genomen in functie van delegatiebevoegdheid toegekend door het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad aan het Faculteitsbureau, worden op een eerstvolgende vergadering van het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad meegedeeld.

3. FACULTEITSBESTUUR

Samenstelling : in voege vanaf 2de semester 2015-2016

Het Faculteitsbestuur is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:

a. de decaan;

b. de vicedecaan;

c. de twee directeurs, lid van het Faculteitsbureau, bevoegd voor onderwijs, onderzoek, studentenbeleid en/of internationalisering;

d. de academisch secretaris;

e. de vakgroepvoorzitters; f. de voorzitters van de opleidingsraden van de kernopleidingen, conform het door de RvB goedgekeurde strategisch plan van de faculteit (ASP2); g. een afgevaardigde van het overig academisch personeel; h. een afgevaardigde van de studenten;

i. een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel, in hoofdorde verbonden aan de faculteit Geneeskunde en Farmacie.

Volgende leden worden met raadgevende stem uitgenodigd op het Faculteitsbestuur:

- de administratief secretaris;

- de coördinatoren van de onderzoeksclusters ;

- de facultaire vertegenwoordigers van het ZAP, AAP, ATP en studenten in de universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad, Onderwijsraad, Onderzoeksraad) maken met raadgevende stem deel uit van het Faculteitsbestuur voor zover zij niet reeds in het Faculteitsbestuur zetelen (met stemrecht) als vertegenwoordiger van hun geleding;

- de academisch verantwoordelijke van de Tandheelkundige Kliniek;

- de voorzitter van het UMC-Comité;

- de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel;

- de voorzitter van de Gebouwencommissie Jette;

- de voorzitter van de Commissie Communicatie en Voorlichting;

- de voorzitter van de Medische Raad;

- de directeur van de Doctoral School;

- de studietrajectbegeleider GF;

- de leden van het vorige Faculteitsbureau (tot aan de volgende verkiezingen);

- een studentenvertegenwoordiger uit de opleidingen Geneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Biomedische Wetenschappen, Gerontologie, Management en beleid in de gezondheidszorg, Manama Huisartsgeneeskunde en Manama Specialistische geneeskunde;

- specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.

De afgevaardigde van het OAP in het Faculteitsbestuur is één van de verkozen leden van deze geleding voor de Faculteitsraad. Hij/zij wordt aangeduid onder en door de verkozen leden van het OAP. Het mandaat duurt twee jaar en is hernieuwbaar.

De afgevaardigde van het ATP in het Faculteitsbestuur is één van de verkozen leden van deze geleding voor de Faculteitsraad. Hij/zij wordt aangeduid onder en door de verkozen leden van het ATP. Het mandaat duurt twee jaar en is hernieuwbaar.

De afgevaardigde van de studenten in het Faculteitsbestuur is één van de verkozen leden van deze geleding voor de Faculteitsraad. Hij/zij wordt aangeduid in onder en door de verkozen leden van de studenten. Het mandaat duurt één jaar en is hernieuwbaar.

Bevoegdheid:

Het Faculteitsbestuur geeft advies over het door het Faculteitsbureau voorbereid facultair beleidsplan en is bevoegd voor het implementeren van het facultair beleidsplan nadat werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de VUB.

Het Faculteitsbestuur beslist inzake volgende aangelegenheden:

1° de afvaardiging van facultaire vertegenwoordigers in centrale organen;

2° de vaste vertegenwoordigers van de faculteit in de (Bijzondere) Hospitalo-Facultaire Commissies (vast en tijdelijk kader);

3° de samenstelling van de examencommissies, inclusief de aanduiding van een voorzitter en secretaris per examencommissie;

4° de samenstelling van de Commissie voor de Doctoraatsopvolging;

5° de samenstelling van de Commissie Medische Ethiek van het UZ Brussel en van de Ethische Commissie voor Proefdierengebruik;

6° het opstellen van een organogram van de faculteit, inclusief het faculteitssecretariaat;

7° de samenstelling van de vakgroepraden;

8° de samenstelling van de opleidingsraden, inclusief hun voorzitter;

9° de delegatie van bevoegdheden naar het Faculteitsbureau;

10° de samenstelling van de vaste selectiecommissie;

11° de aanstelling in een ZAP-mandaat van minder dan 50 % VTE, en de inschaling en bepaling van de salaristrap; 12° de hernieuwing van de ZAP-mandaten van minder dan 50 % VTE;

13° de aanstelling en hernieuwing in een mandaat van Klinische Professor;

14° de aanstelling en hernieuwing in een AAP-mandaat;

15° de aanstelling en hernieuwing in een mandaat van Doctorassistent van minder dan 50 % VTE;

16° de hernieuwing in een mandaat van Doctorassistent van meer dan 50 % VTE;

17° de herbepaling van de opdracht van ZAP overeenkomstig artikel 100 van het ZAP reglement;

18° de herleiding van de omvang van de aanstelling van een ZAP lid overeenkomstig artikel 103 tem 106 van het ZAP reglement;

19° de herbepaling van de opdracht van het AAP;

20° de aanstelling van de lezinghouders;

21° de aanstelling van de klinische tutoren;

22° de interne en externe tijdelijke vervangingen van ZAP en AAP;

23° de goedkeuring van nevenactiviteiten van AAP.

24° het opstellen van de facultaire kalender;

Het Faculteitsbestuur heeft voorstel- en adviesbevoegdheid ten aanzien van het bevoegde universitaire orgaan inzake volgende aangelegenheden:

1° de samenstelling van de facultaire Evaluatie- en Bevorderingscommissie;

2° voor het ZAP in hoofdorde verbonden aan de faculteit: de vacatures, de eerste aanstelling en de opdracht

(de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling / hernieuwing, de bevordering en het gebeurlijk ontslag wordt gesubdelegeerd naar het College van Gewoon Hoogleraren);

3° voor het OAP verbonden aan de faculteit: de vacatures, de opdracht en de aanstelling (de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling/hernieuwingen het gebeurlijk ontslag van het AAP wordt gesubdelegeerd naar het Faculteitsbureau en van het andere OAP naar het College van Gewoon Hoogleraren);

4° de bewaking van de onderwijskwaliteit op basis van de actieplannen van de opleidingsraden;

5° onderwijs- en opleidingsgerelateerde voorstellen, behoudens de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen;

6° de verdeling van de ondewijskredieten;

7° de verdeling van de onderzoekskredieten wordt gesubdelegeerd aan de UMCOR;

8° de nevenactiviteiten van ZAP leden;

9° de aanstelling van de facultaire ombudspersoon;

10° het verlenen van de titel van Doctor Honoris Causa;

11° het verlenen van de titel van VUB/UMC Fellow;

12° de aanstelling van artsen in het UZ Brussel;

13° algemeen beleid rond de (her) allocatie van lokalen aan vak- en onderzoeksgroepen;

14° maatschappelijke en andere standpunten van de faculteit.

Het Faculteitsbestuur delegeert de volgende bevoegdheden naar het Faculteitsbureau:

1° voor het ATP verbonden aan de faculteit wordt de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking de vacatures, de aanstelling, de bevordering en het gebeurlijk ontslag;

2° voor het AAP verbonden aan de faculteit: de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing) en het gebeurlijk ontslag;

3° de goedkeuring van de samenstelling en de verslagen van de doctoraatscommissies (examenjury’s) en de toelating tot de openbare verdediging;

4° het advies over de aanstelling van klinische stafleden in het UZ Brussel.

Het Faculteitsbestuur delegeert de volgende bevoegdheden naar het College van Gewoon Hoogleraren:

1° voor het ZAP in hoofdorde verbonden aan de faculteit: de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing), de bevordering en het gebeurlijk ontslag;

2° voor het OAP (met uitzondering van het AAP) in hoofdorde verbonden aan de faculteit: de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing) en het gebeurlijk ontslag;

4. FACULTEITSRAAD

Samenstelling :

De Faculteitsraad is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:

a. de decaan;

b. de vicedecaan;

c. de academisch secretaris;

d. een vertegenwoordiging van de ZAP-leden, inclusief de bezoldigde gastprofessoren en klinische professoren, verdeeld over de vakgroepen (cfr. art. 3) a rato van het aantal voltijdse equivalenten ZAP-leden die deel uitmaken van de verschillende vakgroepen, gekozen door en uit de vakgroepraden zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van de faculteit GF;

e. 6 vertegenwoordigers van het overig academisch personeel, in hoofdorde verbonden aan de faculteit Geneeskunde en Farmacie en verbonden aan verschillende vakgroepen

f. 6 vertegenwoordigers van de studenten bij voorkeur ingeschreven in verschillende opleidingen van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie, zoals omschreven in artikel 2

g. 3 vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel, in hoofdorde verbonden aan de faculteit Geneeskunde en Farmacie

Volgende leden worden op de Faculteitsraad uitgenodigd met raadgevende stem:

- de administratief secretaris;

- de twee directeurs, lid van het Faculteitsbureau, bevoegd voor onderwijs, onderzoek, studentenbeleid en/of internationalisering;

- de voorzitters van de opleidingsraden van de kernopleidingen, conform het door de RvB goedgekeurde strategisch

plan van de faculteit (ASP2);

- de facultaire vertegenwoordigers van het ZAP, AAP, ATP en studenten in de universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad, Onderwijsraad, Onderzoeksraad,… en de overige voorzitters van de facultaire opleidingsraden maken met raadgevende stem deel uit van de Faculteitsraad voor zover zij niet reeds in de Faculteitsraad zetelen (met stemrecht) als vertegenwoordiger van hun geleding;

- de coördinatoren van de onderzoeksclusters;

- de academisch verantwoordelijke van de Tandheelkundige Kliniek;

- de voorzitter van het UMC-Comité;

- de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel;

- de voorzitter van de Gebouwencommissie Jette;

- de voorzitter van de Commissie Communicatie en Voorlichting;

- de voorzitter van de Medische Raad;

- de directeur van de Doctoral School;

- de studietrajectbegeleider GF;

- de leden van het vorig Faculteitsbureau (tot aan de volgende verkiezingen);

- een studentenvertegenwoordiger uit de opleidingen Geneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Biomedische Wetenschappen, Gerontologie, Management en beleid in de gezondheidszorg, Manama Huisartsgeneeskunde en Manama Specialistische geneeskunde;

- specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.

Bij afwezigheid, verhindering of ontstentenis van leden van de Faculteitsraad genoemd onder artikel 5§1 d tem g worden zij vervangen door hun plaatsvervangers die verkozen of aangeduid zijn door hun vakgroep, geleding en in het geval van de studenten, overeenkomstig het participatiedecreet

Bevoegdheid:

De Faculteitsraad delegeert de volgende bevoegdheden naar het Faculteitsbestuur:

a) Beslissingsbevoegdheid:

1° de afvaardiging van facultaire vertegenwoordigers in centrale organen;

2° de samenstelling van de examencommissies, inclusief de aanduiding van een voorzitter en secretaris per examencommissie;

3° de samenstelling van de commissie voor de doctoraatsopvolging;

4° het opstellen van een organogram van de faculteit, inclusief het faculteitssecretariaat;

b) Voorstel- en adviesbevoegdheid aan het bevoegde universitaire orgaan:

1° de eerste aanstelling van het voltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit; 2° de eerste aanstelling van het deeltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit;

3° de bevordering van het zelfstandig academisch personeel in hoofdorde verbonden aan de faculteit; 4° de bewaking van de onderwijskwaliteit op basis van de actieplannen van de opleidingsraden;

5° onderwijs- en opleidingsgerelateerde voorstellen, behoudens de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen;

6° de aanstelling van de facultaire ombudspersoon;

7° het verlenen van de titel van Doctor Honoris Causa;

8° het verlenen van de titel van VUB Fellow.

Voor de hierboven vermelde bevoegdheden a) 2 en 4 is subdelegatie door het Faculteitsbestuur naar het Faculteitsbureau mogelijk.

5. BUREAU VAN DE FACULTEIT =

6. FACULTEITSORGANEN MET RAADGEVENDE BEVOEGDHEID

De Evaluatie- en Bevorderingscommissie (EBC-commissie)

§1 De facultaire EBC bestaat uit ten minste 5 ZAP-leden in hoofdorde verbonden aan de Faculteit Geneeskunde en Farmacie.

§2 De samenstelling van de facultaire EBC wordt, op voorstel van het Faculteitsbureau, goedgekeurd door het Faculteitsraad.

§3 De facultaire EBC wordt samengeroepen in functie van de noodwendigheden, op uitnodiging van de Decaan.

§4 De bevoegdheden van de EBC worden omschreven in het ZAP-reglement.

Vakgroepsraden : elke vakgroep kiest zijn eigen voorzitter uit de leden die tot de desbetreffende vakgroep behoren.

Vakgroepen

Vakgroep Vakgroep

FARM  Farmaceutische en Farmacologische Wetenschappen

GEWE  Gezondheidswetenschappen

GERO Gerontologie

BMWE Basis (bio-) medische wetenschappen

PATH  Pathologie/Moleculaire en cellulaire geneeskunde

KLIW Observerende klinische wetenschappen

LABO Ondersteunende klinische wetenschappen

CHIR Snijdende klinische wetenschappen

HUIS Huisartsgeneeskunde en chronische zorg

Voorzitters

I. Smolders

J. Bilsen

I. Bautmans

L. Bouwens

B. Keymolen

M. De Ridder

J. De Mey

D. Michielsen

D. Devroey

GFAC  Geneeskunde en Farmacie academisch/administratief Decaan – P. In’t Veld

Clusters en Onderzoeksgroepen

Het onderzoek is georganiseerd in onderzoeksclusters, opgebouwd uit de door OZR erkende onderzoeksgroepen (OZG) binnen de faculteit G&F. http://gf.vub.ac.be/onderzoeksclusters.php

Development, Ageing & Pathology

Coördinatoren: Ivan Bautmans & Brigitte Velkeniers

OZG Voorzitter

FRIA Bautmans I

INTG Velkeniers B

Andere ZAP leden

Beyer I

De Vriendt P

Gorus E

Njemini R

Scafoglieri A

Van Damme W

Bravenboer B

Spapen H

Tielemans C

Verbanck S

Vincken W

Wissing KM

GRON Vandenplas Y

Cools F

Deneyer M

Gies I

Imeraj L

Malfroot A

Van der Werff ten Bosch J

Veereman G

URGE Hubloue I

MIPI Pierard D Gordts F

HEEL Lamote J

ANES Poelaert J Szegedi L

ORHE Cosyn J

Diabetes, Transplantation and Pathology

Coördinator: Bart Keymeulen

OZG Voorzitter

Cleymaet R

Bottenberg P

Vande Vannet B

Jacquet W

Andere ZAP leden

DIAB Keymeulen B Hellemans K

Hilbrands R

Gorus F

Javobs-Tulleneers-Thevissen D

Ling Z

Martens G

Pipeleers D

Van der Auwera B

Weets I

EXPA Forsyth R

Liver, Cell Biology & Toxicology

Coördinator: Leo Van Grunsven

OZG Voorzitter

In’t Veld P

Andere ZAP leden

IVTD Vanhaecke T De Kock J

Demeyer K

De Paepe K

Rogiers V Rodrigues RM Vinken M

LIVR Van Grunsven L Dollé L

Mannaerts I

Reynaert H

SKIN Gutermuth J

Medical Imaging & Physical Sciences

Coördinator: Tony Lahoutte

OZG Voorzitter

MIMA Lahoutte T

TROP De Ridder M (part-time)

Neurosciences

Coördinator: Ilse Smolders

OZG Voorzitter

Andere ZAP leden

Buls N

Caveliers V

Defrise M

De Mey J

Devoogdt N

D’Huyvetter M

Everaert H

Hernot S

Keyaerts M

Pouliart N

Scheerlinck T

Willekens I

Xavier C

Distelmans W

Gevaert T

Michielsen D

Andere ZAP leden

EFAR Smolders I De Bundel D Kooijman R

Van Eeckhaut A

NEUR De Keyser J Baeken C

Brouns R

D’haens J

D’Hooghe M

Moens M

Nagels G

Sabbe B

Ten Tusscher M

Van Schependom J

Versijpt J

MICH Massie A

CRRG Huygens L

Oncology Research Centre

Coördinator: Karin Vanderkerken

OZG Voorzitter

Aerts J

Goelen G

Hachimi-Idrissi S

Verborgh C

Andere ZAP leden

HEIM Vanderkerken K De Bruyne E

Demanet C

Jochmans K

Menu E

Schots R

Van Riet I

LMCT Thielemans K Breckpot K

LMMO De Grève J Neyns B

Rooman I

ZRL Deliens L

TROP De Ridder M (part-time)

Chambaere K

Cohen J

Houttekier D

Van den Block L

Distelmans W

Gevaert T

Michielsen D

Pharmaceutical Research & Data Technology

Coördinator: Yvan Vander Heyden

OZG Voorzitter

Andere ZAP leden

FABI Vander Heyden Y Dejaegher B Mangelings D Vanommeslaeghe K

Public Health

Coördinator: Marc Leys

OZG Voorzitter Andere ZAP leden

I-CHER* Putman K Jegers M Boon E

OPIH Leys M Beeckman K

Loukcx F Noppen M Vanroelen C

HUIS Devroey D Borgermans L

Schol S

Vandevoorde J

BISI Nyssen M Buyl R Coomans D

MENT Bilsen J Deschepper R Hermans V Peremans L

Reproduction, Genetics & Regenerative Medicine

Coördinator: Karen Sermon

OZG Voorzitter

Andere ZAP leden

BITE Goossens E De Schepper J Tournaye H

REGE Sermon K Blockeel C Bonduelle M

Camus M

De Rycke M

Geens M

Polyzos N

Seneca S

Spits C

Stouffs K

Van Dooren S

Verpoest W

FOBI Smitz J Anckaert E

De Vos M

REIM Van De Velde H Vercammen M

GTRM Vandendriessche T Chuah M

NEGE De Meirleir L

MOKI Gucciardo L

Jansen A

Naessens A

BENE Heimberg H

DIFF Bouwens L

Baeyens L

De Leu N

Van De Casteele M

Houbracken I

Research Center for Cardiovascular diseases

Coördinator: Steven Droogmans

OZG Voorzitter

CHVZ La Meir M

KFAR Dupont A

Alliantieonderzoeksgroepen

Andere ZAP leden

Brugada P

Cosyns B

Debing E

De Asmundis C Droogmans S

Schoors D

Vandenbrande P

Steurbaut S

Van Der Niepen P

Interuniversity Center for Health Economics Research

Translational Imaging Research Alliance

Zorg rond het Levenseinde

PAT Chemometrics

Research in Geriatrics and Gerontology

Connexin Signaling Research Group

Alliance for Modulation in Epilepsy (AMIE)

Translational Liver Cel Biology Alliance

Opleidingsraden

K. Putman (VUB)

L. Annemans (UGent)

T. Lahoutte (VUB)

S. Vandenberghe (UGent)

L. Deliens (VUB)

F. Mortier (UGent)

Y. Vander Heyden (VUB)

Thomas De Beer (UGent)

I. Bautmans (VUB)

M. Petrovic (Ugent)

V. Rogiers (VUB)

L. Leybaert (UGent)

Ilse Smolders (VUB)

Paul Boon (UGent)

L. Van Grunsven (VUB)

I. Colle (UGent)

§1 Elke bachelor-, master- en master na masteropleiding heeft een opleidingsraad. De Facultaire opleidingsraden zijn minstens samengesteld uit alle ZAP-leden die coördinator zijn voor een opleidingsonderdeel/studiedeel, alsook uit een vertegenwoordiging van het OAP en de jaarverantwoordelijken van de studenten, en eventueel van het ATP en van de Alumni.

§2 De samenstelling, bevoegdheid en werking wordt vastgelegd in het reglement van de opleidingsraad, dat ook vastlegt hoe de verkiezing van de voorzitter en ondervoorzitter wordt georganiseerd. Het reglement van de opleidingsraad wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Faculteitsbestuur, na advies van het Faculteitsbureau.

§3 De samenstelling, bevoegdheid en werking van de interuniversitair georganiseerde master na master opleidingen wordt vastgelegd in de interuniversitaire overeenkomst, en wordt ter akte name voorgelegd aan het Faculteitsbestuur, na advies van het Faculteitsbureau.

§4 De opleidingsraad waakt over de kwaliteit van het onderwijs, de examens, de practica en stages van de opleiding. Zij formuleert voorstellen voor curriculumvernieuwing, de (her)bepaling of het uitschrijven van vacatures voor onderwijsopdrachten (dit laatste in overleg met de betrokken vakgroep), voor aanpassingen en aanvullingen aan het examenreglement, voor het opstellen van uurroosters en examenroosters, specifieke examenreglementen, bestendige specifieke onderwijskredieten, bespreken van de resultaten van de onderwijsevaluaties en voorstellen tot remediëring. Wanneer de voorstellen, geformuleerd door de opleidingsraad, implicaties hebben op het onderwijs onder toezicht

van een andere opleidingsraad, worden de voorstellen eerst voorgelegd aan de Vicedecaan/Directeur bevoegd voor Onderwijs en, indien nodig, besproken in de facultaire overkoepelende opleidingsraad.

§5 De opleidingsraad richt zijn voorstellen tot het Faculteitsbureau, die ze voorlegt aan het Faculteitsbestuur.

§6 Elke opleidingsraad komt minstens tweemaandelijks samen.

7. FACULTAIRE COMMISSIES

:

Academisch Kernteam Tandheelkunde

§1 Het Academisch Kernteam Tandheelkunde, het zgn. “Bestuurscollege Tandheelkunde”, bestaat uit de leden van het ZAP die in hoofdorde verbonden zijn aan de faculteit en die als afdelingshoofd verbonden zijn aan de Tandheelkundige Kliniek van de VUB. Het team wordt voorgezeten door de academisch verantwoordelijke van de Tandheelkundige Kliniek.

§2 Het Academisch Kernteam Tandheelkunde geeft adviezen aan het bestuur van de faculteit in verband met alle academische aangelegenheden die betrekking hebben op onderwijs en onderzoek in het domein van de tandheelkunde.

Overkoepelende Facultaire Onderwijscommissie

§1 De Overkoepelende Facultaire Onderwijscommissie is samengesteld uit de voorzitters van de opleidingsraden, de facultaire AAP- en studentenvertegenwoordigers in de Onderwijsraad en de Administratief Secretaris. De Directeur bevoegd voor Onderwijs, die de faculteit vertegenwoordigt in de Onderwijsraad van de VUB, zit de Overkoepelende Onderwijscommissie Commissie voor en roept ze samen in functie van de noodwendigheden.

§2 De Overkoepelende Facultaire Onderwijscommissie bespreekt de onderwijsgebonden onderwerpen die het domein van de specifieke opleidingsraden overstijgen en verdeelt de kredieten van het onderwijsfonds, het fonds multimediale middelen en zware apparatuur.

Commissie Communicatie en Voorlichting

§1 De Voorzitter van de Commissie Communicatie en Voorlichting (C&V-commissie) stelt de commissie samen, rekening houdend met de noodzakelijke expertise van de leden. De commissie omvat tenminste de Directeur bevoegd voor studentenzaken, de coördinator wetenschapsvoorlichting, de vertegenwoordiging van MARCOM op de Campus Jette en de communicatieverantwoordelijke van het UZ Brussel.

§2 De C&V-commissie beraadt zich over alle activiteiten die de recrutering en de algemene uitstraling van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie en de Campus Jette bevorderen. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de marketing en communicatieactiviteiten ten dienste van de opleidingen binnen de leefbaarheid en studentvriendelijkheid van de campus, de verbetering van de sport-, culturele- en sociale activiteiten. De commissie organiseert de info- en onthaaldagen in samenwerking met het Faculteitsbureau.

§3 De voorzitter van de C&V-commissie stelt een Perscel samen, rekening houdend met een evenwichtige vertegenwoordiging van alle geledingen aanwezig op de campus. De Perscel bevordert de zichtbaarheid van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie en het UZ Brussel in de Pers.

§4 De voorzitter van de C&V-commissie rapporteert aan het Faculteitsbureau

Doctoraatcommissies en de Commissie voor Doctoraatsopvolging

§1 De faculteit richt een Commissie voor Doctoraatsopvolging op en voor elk van haar doctoraatsopleidingen een Doctoraatscommissie op, conform het facultair doctoraatsreglement.

§2 De samenstelling en de werking van de Commissie voor Doctoraatsopvolging en de facultaire doctoraatscommissies worden beschreven in het aanvullend facultair doctoraatsreglement en de facultaire richtlijnen.

Facultaire Commissie Internationalisering

§1 De Facultaire Commissie Internationalisering (FACIR) bestaat minstens uit de verantwoordelijken van de internationalisering van de verschillende opleidingsraden. De Directeur bevoegd voor Internationalisering is voorzitter van deze commissie.

§2 De FACIR wordt door de voorzitter samengeroepen in functie van de noodwendigheden.

§3 De FACIR bevordert het internationaal beleid binnen de faculteit GF. De voorzitter rapporteert aan het Faculteitsbureau.

Facultaire “Ad Hoc” Adviescommissies”

§1 De Voorzitters van de facultaire “ad hoc” adviescommissies (met uitzondering van de voorzitters van de opleidingsraden en de vakgroepen) worden aangeduid door het Faculteitsbureau.

§2 De Voorzitters brengen advies uit aan het Faculteitsbureau en het Faculteitsbestuur. De duur van de aanstelling loopt gelijk met de duur van de aanstelling van het Faculteitsbureau.

FACULTEIT RECHT EN CRIMINOLOGIE

BESTUURSLICHAMEN EN SECRETARIATEN

D e Faculteit Recht en Criminologie wordt bestuurd door de Faculteitsraad, c.q. het Faculteitsbestuur en het Faculteitsbureau waarvan het dagelijks beleid uitgaat. De Evaluatie- en Bevorderingscommissie is bevoegd voor de bevorderingsvoorstellen en de hernieuwingsvoorstellen die het zelfstandig academisch personeel betreffen.

De Faculteit Recht en Criminologie heeft twee basisopleidingen, die ook in de naam van de Faculteit worden weergegeven: de opleiding Rechten en de opleiding Criminologie. Daarnaast richt de faculteit master-na-masteropleidingen in: de Master na Master of laws in het Notariaat, de Master na Master of laws in het Sociaal Recht, de Master na Master of laws in het Internationaal en Europees Recht en de Master na Master of Laws in International and European Law. Het beheer van deze laatste opleiding is gedelegeerd aan het IES. Voor beide basisopleidingen en voor de master-na-masteropleidingen zijn opleidingsraden opgericht.

De faculteit heeft volgende adviesorganen opgericht : - de Facultaire Onderzoekscommissie (FOC); - de facultaire internationaliseringscommissie (FACIR); - de facultaire studietrajectcommissies rechten (FSTC-R), criminologie (FSTC-CR) en notariaat (FSTC-NOT) - de facultaire alumni en studentencommissie (FALS);

De faculteit kent 5 vakgroepen (Privaat- en Economisch recht, Internationaal en Europees Recht, Publiekrecht, Metajuridica en Criminologie), die een organisatorische en adviserende bevoegdheid hebben.

Er is één faculteitssecretariaat, gevestigd op 2 locaties: 4.C.301 en 4.B.303.

Administratie secretaris: Saskia Segers1

Faculteitscoördinator: Micheline Rooselaers

Administratief medewerkers:

Thomas De Baerdemaecker

Nele De Clercq

Martine Liedts

Ann Maertens

Magda Minner

Marina Schaerlaeken

Martine Schierl

Sarah Van Boxsom

Nadia Vernimmen

Mieke Vyncke

HET FACULTEITSBUREAU

Samenstelling:

Het faculteitsbureau is samengesteld uit:

1. de decaan: Prof. Dr. W. Rauws

2. de vicedecaan: Prof. Dr. S. Gutwirth

3. de academisch secretaris: Prof. Dr. A. Wirtgen

4. de voorzitters van opleidingsraden van de kernopleidingen

Prof. Dr. D. De Wolf (opleiding Rechten)

· Prof. Dr. S. De Kimpe (opleiding Criminologie)

5. de administratief secretaris (met raadgevende stem): Saskia Segers

Bevoegdheden:

Het faculteitsbureau bereidt de aangelegenheden voor met het oog op de vergaderingen van de faculteitsraad en het faculteitsbestuur.

1 Tot 1 mei 2017 werd de functie van administratief secretaris uitgeoefend door mevr. Karin Goossens

Het faculteitsbureau is, binnen het beleid bepaald door de faculteitsraad, belast met het dagelijks bestuur van de faculteit.

Het faculteitsbureau neemt de noodzakelijke beslissingen in spoedeisende aangelegenheden. De decaan legt deze beslissingen ter bekrachtiging voor aan de faculteitsraad of het faculteitsbestuur, naargelang van het geval.

Het faculteitsbestuur is bevoegd voor alle aangelegenheden die door een beslissing van de faculteitsraad of het faculteitscollege uitdrukkelijk zijn opgedragen aan het faculteitsbestuur.

DE FACULTEITSRAAD

Samenstelling:

De faculteitsraad is samengesteld uit:

A. Stemgerechtigde leden:

1. de decaan: Prof. Dr. W. Rauws

2. de vicedecaan. Prof. Dr. S. Gutwirth

3. de academisch secretaris: Prof. Dr. A. Wirtgen

4. per vakgroep vier andere leden van het zelfstandig academisch personeel, met uitzondering van de twee vakgroepen die de voorzitters van respectievelijk de opleidingsraad rechten en de opleidingsraad criminologie leveren, die vijf andere stemgerechtigde leden krijgen:

1.Criminologie

J. Christiaens - S. Snacken (plvv)

S. De Kimpe - L. Megaço (plvv)

E. Enhus - A. Nuytiens (plvv)

K. Beyens - S. Decoene (plvv)

E. Dumortier - K. De Koster(plvv)

2. Internationaal en Europees recht (IERE)

Erik Franckx - C. Van Assche (plvv)

Tony Joris - F. Tuytschaever (plvv)

Ann Pauwels - N.N. (plvv)

Stefaan Smis - N.N. (plvv)

3. Metajuridica (JURI)

F. Dhondt – N.N. (plvv)

P. De Hert - N.N. (plvv)

F. Eggermont - N.N. (plvv)

D. De ruysscher - N.N. (plvv)

4. Publiek Recht (PUBR)

L. Denys - M. De Jonckheere (plvv)

K. Salomez - G. Van Limberghen (plvv)

K. Leus - G. Debersaques (plvv)

F. Deruyck - D. De Wolf (plvv)

M. Maus – N.N. (plvv)

5. Privaat en economisch recht (PREC)

F. Brison - J. Delvoie (plvv)

B. Maes - M. Muylle (plvv)

E. Alofs - E. Guldix (plvv)

K. Vanderborght - K. Byttebier (plvv)

5. per vakgroep één lid van het overig academisch personeel:

1. Criminologie: Clara Van Queckelberghe

2. IERE: N.N.

3. JURI: N.N.

4. PUBR: Evelien Timbermont - Bjorn Vervoort (plaatsvervanger)

5. PREC: Veerle Vanderhulst

6. vier studenten, minstens één uit elke kernopleiding:

Dahlia Mohamed

Valeria Van Overstraeten

7. twee leden van het administratief en technisch personeel.

Thomas De Baerdemaecker

Micheline Rooselaers

B. Waarnemende leden:

8. Administratief Secretaris: Saskia Segers

9. De vertegenwoordigers van het academisch personeel van de faculteit in de Universiteitsraad:

Prof. dr. Marc Cools (ZAP)

Tina Coen (OAP)

10. Ten hoogste 3 alumni van de faculteit kunnen de Faculteitsraad met raadgevende stem bijwonen; zij zijn niet als personeelslid verbonden aan de rechtspersoon VUB: N.N.

11. Vertegenwoordiging van studenten, bij gebrek aan stemgerechtigde studenten: N.N.

Bevoegdheden:

De Faculteitsraad bepaalt het algemeen beleid van de faculteit en oefent het toezicht uit over het Faculteitsbestuur en het Faculteitsbureau.

De Faculteitsraad beschikt over de residuaire bevoegdheid voor alle bevoegdheden die de faculteit zijn toegewezen bij het Organiek Statuut of door de reglementen die zijn aangenomen in uitvoering van het Organiek Statuut.

De Faculteitsraad beslist inzake volgende aangelegenheden:

1. de bekrachtiging van de verkiezingsuitslag en de proclamatie van de verkozen decaan;

2. de aanduiding van de vicedecaan op eensluidend voorstel van de decaan, in voorkomend geval op voorstel van de decaan-elect;

3. de aanduiding van de academisch secretaris op eensluidend voorstel van de decaan, in voorkomend gevalop voorstel van de decaan-elect;

4. de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de faculteit;

5. het toezicht op de aanwending van de centraal aan de faculteit toegekende financiële middelen;

6. het bepalen van het aantal opleidingsraden voor opleidingen of clusters van opleidingen;

7. de oprichting van facultaire adviesorganen andere dan vermeld in onderhavig reglement, in voorkomend geval het bepalen van de samenstelling en de bevoegdheden van deze bijkomende adviesorganen.

De Faculteitsraad kan inzake volgende aangelegenheden voorstellen formuleren ten aanzien van het bevoegde universitaire orgaan:

1. het facultaire beleidsplan;

2. het formuleren van een motie van wantrouwen ten aanzien van de zittende decaan, desgevallend het formuleren van een voorstel tot ontslag van de decaan;

3. het aanvullend facultair reglement in toepassing van Titel V, artikel 35;

4. de facultaire aanvullingen op de centrale reglementen voor de organisatie en coördinatie van het academisch onderwijs;

5. de samenstelling nominatim van de facultaire Evaluatie- en Bevorderingscommissie voor het zelfstandig academisch personeel;

6. de oprichting, de benaming en de samenstelling van vakgroepen;

7. de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen.

HET FACULTEITSBESTUUR

Samenstelling:

Het faculteitsbestuur is samengesteld uit:

A. Stemgerechtigde leden:

1. de decaan: Prof. Dr. W. Rauws

2. de vicedecaan. Prof. Dr. S. Gutwirth

3. de academisch secretaris: Prof. Dr. A. Wirtgen

4. de vakgroepvoorzitters:

Prof. Dr. K. Byttebier – prof.dr. E. Guldix (plaatsvervanger)

Prof. Dr. M. De Jonckheere – G. Van Limberghen (plaatsvervanger)

Prof. Dr. E. Franckx – Prof.dr. T. Joris (Plaatsvervanger)

Prof. Dr. J. Christiaens – Prof. Dr. E. Enhus (plaatsvervanger)

Prof. Dr. P. De Hert – N.N. (plaatsvervanger)

5. één afgevaardigde van het overig academisch personeel:

B. Vervoort – C. Vanquekelberghe (plaatsvervanger)

6. één afgevaardigde van de studenten: N.N.

7. één afgevaardigde van het administratief en technisch personeel: · T. De Baerdemaecker – M. Rooselaers (plaatsvervanger)

8. de voorzitters van opleidingsraden van de kernopleidingen:

Prof. Dr. D. De Wolf

Prof. Dr. S. De Kimpe

B. Waarnemende leden:

9. de administratief secretaris: S. Segers

Bevoegdheden:

Het Faculteitsbestuur bestuurt de faculteit binnen het algemeen beleidskader en onder het toezicht van de Faculteitsraad. Het Faculteitsbestuur bereidt het facultaire beleidsplan voor.

Het Faculteitsbestuur houdt toezicht op het deugdelijk functioneren van de facultaire adviesorganen, en ook van de vakgroepraden en de opleidingsraden.

Het Faculteitsbestuur beslist inzake volgende aangelegenheden:

1. de samenstelling van de vakgroepraden;

2. de samenstelling van de opleidingsraden, inclusief hun voorzitter;

3. de samenstelling van de doctoraatsjury’s;

4. de delegatie van bevoegdheden naar het Faculteitsbureau.

Het Faculteitsbestuur kan inzake volgende aangelegenheden voorstellen formuleren ten aanzien van het bevoegde universitaire orgaan:

1. voor het zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit: de vacatures, de opdracht, de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling en het gebeurlijk ontslag;

2. voor het overig academisch personeel verbonden aan de faculteit: de vacatures, de aanstelling, de periodieke evaluatie en het gebeurlijk ontslag;

3. voor het administratief en technisch personeel verbonden aan de faculteit: de vacatures, de aanstelling, de bevordering en het gebeurlijk ontslag.

De Faculteitsraad heeft volgende bevoegdheden gedelegeerd inzake volgende aangelegenheden:

a) Beslissingsbevoegdheid:

1. de afvaardiging van facultaire vertegenwoordigers in centrale organen;

2. de samenstelling van de examencommi ssies, inclusief de aanduiding van een voorzitter en secretaris per examencommissie;

3. de samenstelling van de commissie voor de doctoraatsopvolging;

4. het opstellen van een organogram van de faculteit, inclusief het faculteitssecretariaat;

b) Voorstel- en adviesbevoegdheid aan het bevoegde universitaire orgaan:

1. de eerste aanstelling van het voltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit;

2. de eerste aanstelling van het deeltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit;

3. de bevordering van het zelfstandig academisch personeel in hoofdorde verbonden aan de faculteit;

4. de bewaking van de onderwijskwaliteit op basis van de actieplannen van de opleidingsraden;

5. onderwijs- en opleidingsgerelateerde voorstellen, behoudens de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen;

6. de aanstelling van de facultaire ombudspersoon;

7. het verlenen van de titel van Doctor Honoris Causa;

8. het verlenen van de titel van VUB Fellow.

FACULTEITSORGANEN EN RAADGEVENDE BEVOEGDHEID

FACULTAIRE EVALUATIE- EN BEVORDERINGSCOMMISSIE (EBC)

Samenstelling:

De facultaire evaluatie- en bevorderingscommissie wordt in principe samengesteld voor een periode van 4 academiejaren met het oog op de continuïteit van de besluitvorming. De commissie mag 1 emeritus/a met onderwijsopdracht in haar rangen tellen.

De commissie is samengesteld uit (gewoon) hoogleraren die in hoofdorde zijn verbonden aan de faculteit. De decaan is van rechtswege voorzitter van de commissie. De commissie bestaat uit 3 vrouwelijke en 5 mannelijke collega’s, zodat de faculteit ook haar engagement in het kader van het Genderactieplan nakomt.

De Commissie oefent de haar bij het ZAP-reglement toegewezen bevoegdheden uit.

Voorzitter: Prof. dr. Wilfried Rauws

Leden: Prof. dr. Kristel Beyens

Prof. dr. Erik Franckx

Prof. dr. Serge Gutwirth

Prof. dr. Koen Byttebier

Prof. dr. Sonja Snacken

Prof. dr. Guido Van Limberghen

FACULTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIE (FOC)

Samenstelling:

Voorzitter: Prof. dr. Guido Van Limberghen

Stemgerechtigde leden: Prof. dr. Sonja Snacken

Prof. dr. Paul Quinn

Prof. dr. Kim Van der Borght

Prof. dr. Erik Franckx

Waarnemend lid: S. Segers

Bevoegdheden:

De Facultaire onderzoekscommissie heeft als taak bij te dragen tot de ontwikkeling en uitvoering van het onderzoeksbeleid van de faculteit, impulsen te geven om de kwaliteit en zichtbaarheid van het facultaire onderzoek te bevorderen en de onderzoeksinitiatieven van de vakgroepen globaal te ondersteunen. Zij legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.

FACULTAIRE INTERNATIONALISERINGSCOMMISSIE (FACIR)

Voorzitter: prof. Dr. E. Franckx

Bevoegdheden :

De FACIR heeft als taak bij te dragen tot de ontwikkeling en uitvoering van een integraal facultair internationaliseringsbeleid, de internationalisering van de activiteiten van de faculteit aan te moedigen en de initiatieven van de vak- en onderzoeksgroepen terzake globaal te ondersteunen. Zij legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.

FACULTAIRE STUDENTEN- EN ALUMNICOMMISSIE (FSAC)

Voorzitter: Prof. Dr. S. Smis

Bevoegdheden:

De Facultaire studenten- en alumnicommissie heeft als taak bij te dragen tot de ontwikkeling en uitvoering van het facultaire studenten- en alumnibeleid en coördineert de rekrutering- en marketinginitiatieven van de faculteit. Zij legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.

FACULTAIRE MIDDELEN- EN BEGROTINGSCOMMISSIE (FMBC)

Samenstelling:

Het Faculteitsbestuur fungeert momenteel als FMBC.

Bevoegdheden:

De Facultaire middelen- en begrotingscommissie heeft als taak bij te dragen tot de ontwikkeling en uitvoering van het facultaire middelen- en begrotingsbeleid en behandelt de aanvragen om middelen die door de faculteit of haar vakgroepen worden gericht aan andere universitaire organen. Zij legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.

De Facultaire Studietrajectcommissie Rechten (FSTC-R), criminologie (FSTC-CR) en notariaat (FSTC -NOT)

Samenstelling:

1. Rechten:

Prof. Dr. Wilfried Rauws

Saskia Segers

Maaike Lemaire

Nele Roskams

2. Criminologie:

Prof. Dr. Els Dumortier

Prof. Dr. Jenneke Christiaens

Saskia Segers

Maaike Lemaire

Nele Roskams

3. Notariaat:

Prof. dr. Elisabeth Alofs

Pieter-Jan Dedecker

Maaike Lemaire

Saskia Segers

Bevoegdheden:

De Facultaire Studietrajectcommissies hebben als taak de decaan te adviseren inzake vrijstellingsaanvragen van studenten en verzoeken inzake studievoortgang (overschrijding van het aantal toegelaten studiepunten in programma, gecombineerde inschrijvingen enz.).

VAKGROEPRADEN

1. Privaat- en Economisch recht (voorzitter: K. Byttebier)

2. Internationaal en Europees recht (voorzitter: E. Franckx)

3. Publiek recht (voorzitter: M. De Jonckheere)

4. Metajuridica (voorzitter: P. Hert)

5. Criminologie (vakgroepvoorzitter: Prof. Dr. J. Christiaens)

OPLEIDINGSRAAD RECHTEN

Samenstelling:

Wat het academisch personeel betreft:

- Elke (co-)titularis van een opleidingsonderdeel in de bachelor of master in de rechten;

- elk ander lid van het AP met een onderwijsopdracht in de bachelor of master in de rechten;

Wat de studenten betreft:

- de studentenvertegenwoordigers in de Faculteitsraad en de Onderwijsraad die zijn ingeschreven in de bachelor en master in de rechten;

- eveneens hun plaatsvervangers die zijn ingeschreven in de bachelor en master in de rechten;

- door de opleidingsraad op voordracht van de voorzitter gecoöpteerde studenten, waarbij een evenwicht tussen de verschillende opleidingsjaren en een vertegenwoordiging van de studenten van het bijzonder begeleidingsprogramma wordt nagestreefd.

Wat de alumni en het afnemend beroepenveld betreft: - Alle vrijwillige medewerkers die zijn verbonden aan de vakgroepen in de rechten; - leden die door de opleidingsraad worden gecoöpteerd op voordracht van de voorzitter.

De Administratieve secretaris, de studietrajectbegeleider en de facultaire medewerker kwaliteitszorg van DOS. Bevoegdheden:

De opleidingsraad tekent de visie van de opleiding uit (o.a. vanuit de VUB-Onderwijsvisie). Hij neemt ten minste initiatief en formuleert voorstellen met betrekking tot: - de toewijzing en invulling van onderwijsopdrachten; - de onderwijsprofessionalisering van (nieuwe) AP-leden, - de inhoud, vorm, samenhang en studeerbaarheid van het opleidingsprogramma, - programmahervormingen, - de kwaliteitsbewaking en -verbetering van de opleiding, - het voorbereiden van visitaties.

De opleidingsraad geeft advies aan de vakgroepen en de faculteiten i.v.m. enerzijds de toewijzing en anderzijds de invulling of wijziging van invulling van onderwijsopdrachten.

Hij formuleert daartoe voorstellen tot (her)bepalingen en geeft advies i.v.m. de invulling van vacatures op het gebied van onderwijsopdrachten.de wenselijkheid, onder meer naar aanleiding van het emeritaat van één of meer professoren, van programmawijzigingen en curriculumherzieningen;de slaag- en doorstroomcijfers; gebeurlijke problemen bij de organisatie van de opleiding; de voorbereiding van onderwijsvisitaties en de opvolging van de aanbevelingen van visitatiecommissies.

De opleidingsraad brengt, ambtshalve of op verzoek, adviezen uit en doet voorstellen met betrekking tot deze punten. De geformuleerde adviezen en voorstellen geven de in de opleidingsraad uiteengezette standpunten weer.

De opleidingsraad neemt initiatief ten aanzien van onderwijsprofessionaliseringsactiviteiten. In functie van zijn algemene bevoegdheid stimuleert hij zijn (nieuwe) AP-leden om aan deze activiteiten deel te nemen.

De opleidingsraad neemt initiatief en/of formuleert voorstellen betreffende de inhoud, vorm, samenhang en studeerbaarheid van het opleidingsprogramma.

De opleidingsraad formuleert voorstellen aan de faculteiten i.v.m. gewenste programmahervormingen.

De opleidingsraad neemt initiatief en formuleert voorstellen ter bewaking en verbetering van de kwaliteit van de opleiding.

OPLEIDINGSRAAD CRIMINOLOGIE

Samenstelling:

- alle ZAP en AAP die met een onderwijsopdracht in de Criminologie belast zijn; - vertegenwoordigers van de studenten (dag- en werkstudenten); - 1 lid verbonden aan de School voor Criminologie; - de Administratieve secretaris en de studietrajectbegeleider.

Bevoegdheden:

Hiervoor kan worden verwezen naar het universitair Reglement van de Opleidingsraad.

PILC BOARD (I.S.M. IES)

Samenstelling:

- Alle docenten van de Master of International and European Law - Studentenvertegenwoordiger

Bevoegdheden:

Hiervoor kan worden verwezen naar het universitair Reglement van de Opleidingsraad.

OPLEIDINGSRAAD MASTER IN SOCIAAL RECHT

Samenstelling:

- Alle titularissen van opleidingsonderdelen van de Master in Sociaal Recht; - de overige AP- leden van de Vakgroep Sociaal Recht; - vertegenwoordigers van de studenten van de Master in Sociaal Recht;

- twee vertegenwoordigers van de alumnivereniging;

- de Administratieve secretaris en de studietrajectbegeleider.

Bevoegdheden:

Hiervoor kan worden verwezen naar het universitair Reglement van de Opleidingsraad.

OPLEIDINGSRAAD MASTER NA MASTER INTERNATIONAAL EN EUROPEES RECHT

Samenstelling:

- Alle titularissen van opleidingsonderdelen van de MAnaMA IERE en de GAS IERE; - alle andere AAP-, BAP- leden van de vakgroep Internationaal en Europees Recht;

- vertegenwoordigers van de studenten;

- de Administratieve secretaris en de studietrajectbegeleider.

Bevoegdheden:

Hiervoor kan worden verwezen naar het universitair Reglement van de Opleidingsraad.

OPLEIDINGSRAAD MASTER NA MASTER NOTARIAAT

Samenstelling:

- Alle titularissen van opleidingsonderdelen van de opleiding;

- alle andere AAP- en BAP-leden van de opleiding; - de vrijwillige wetenschappelijke medewerkers die aan de opleiding verbonden zijn;

- vertegenwoordigers van de studenten;

- vertegenwoordigers van afgestudeerden;

- de Administratieve secretaris en de studietrajectbegeleider.

Hiervoor kan worden verwezen naar het universitair Reglement van de Opleidingsraad.

FACULTAIRE EXAMENCOMMISSIES

Examencommissie voor het geheel van de opleiding Bachelor en Master Criminologie

- Voorzitter: Prof. E. Dumortier (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. E. Enhus)

- Secretaris: Prof. S. De Kimpe (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. J. Christiaens)

- Leden: de professoren E. Enhus, Prof. J. Christiaens, S. De Coene en Lucas de Melo Melgaço

Examencommissie voor het geheel van de opleiding Bachelor Rechten Examencommissie Schakelen Voorbereidingsprogramma Master Rechten, Examencommissie voor het geheel van de opleiding Master Rechten,

- Voorzitter: Prof. F. Deruyck (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. D. De Wolf)

- Secretaris: Prof. S. Smis (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. K. Vandenorght)

- Leden: de professoren D. De Wolf, K. Vandenborght, R. Feltkamp, J.-M. Piret

Gemeenschappelijke examencommissie Master na master in het Internationaal en Europees Recht en in het Sociaal Recht

- Voorzitter: Prof. G. Van Limberghen (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. E. Franckx)

- Secretaris: Prof. S. Smis (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. K. Salomez)

- Leden: de professoren T. Joris, E. Franckx, W. Rauws en K. Salomez

Examencommissie Master na master in het Notariaat

- Voorzitter: Prof. E. Alofs (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. R. Jansen)

- Secretaris: Prof. M. Maus (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. A. François)

- Leden: de professoren: H. Dedecker, A. François, R. Jansen en M. Muylle

Examencommissie postgraduaat fiscaal recht– algemene rechtsvakken Examencommissie postgraduaat fiscaal recht – fiscale rechtsvakken

- Voorzitter: Prof. M. De Jonckheere (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. M. Maus)

- Secretaris: Prof. F. Borger (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. M. Lamensch)

- Leden: de professoren: M. Maus, M. Lamensch

FACULTAIRE INTERNE BEROEPSCOMMISSIE

Stemgerechtigde leden

Voorzitter: Frederic Eggermont - Tim Corthout (plaatsvervangend voorzitter)

Leden: Kristel Beyens - Michel Maus (plaatsvervanger) Miguel De Jonckheere - Tony Joris (plaatsvervanger)

Leden met raadgevende stem

Administratief Secretaris: Saskia Segers (Secretaris)

Studietrajectbegeleider: Maaike Lemaire/Nele Roskams

Facultaire Ombudspersoon: Erna Guldix

Afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering: Anneleen De Meu

ONDERZOEKSEENHEDEN

De faculteit kent thans volgende onderzoeksgroepen:

1. Business & Contracts (BUCO),

2. Fundamentele Rechten en Constitutionalisme (FRC)

3. Recht Wetenschap Technologie en Samenleving (LSTS)

4. Governance and Business (GOBU)

5. Crime and Society (CRIS)

6. Contextual Research in Law (CORE)

7. Multidisciplinaire Onderzoeksgroep Fraude (MOFR).

8. University of Brussels – European Criminal Law (RECL).

9. Work Research Kernel (WORK).

FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN

DE ALGEMENE VERGADERING

Bestaat uit de totaliteit van de facultaire gemeenschap.

Ze wordt éénmaal per jaar bij het begin van het kalenderjaar georganiseerd.

Tijdens deze bijeenkomst geeft de decaan een overzicht van de toestand van de faculteit en van de vooruitzichten inzake het beleid voor het komende jaar.

De leden van de algemene vergadering krijgen tijdens deze bijeenkomst de gelegenheid tot het stellen van vragen.

FACULTEITSBUREAU

 Decaan: Prof. S. CAENEPEEL

 Vicedecaan: Prof. A. HUBIN

 Academisch secretaris: Ph. LATAIRE

 Voorzitter van de facultaire Onderwijscommissie: D. LEFEBER

 Voorzitter van de facultaire onderzoeks- en investeringscommissie: H. TERRYN

HET FACULTEITSBESTUUR

Samenstelling:

 De decaan: S. CAENEPEEL

 De vicedecaan: A. HUBIN

 De academisch secretaris: Ph. LATAIRE

 De voorzitters van de facultaire onderwijscommissie en van de facultaire onderzoeks- en investeringscommissie: D. LEFEBER, H. TERRYN

 De vakgroepvoorzitters: W. BAUWENS (HYDR, tot en met 30.09.2017), A. VAN GRIENSVEN (HYDR, vanaf 01.1.2017), S. CAENEPEEL, G. DESMET, P. GUILLAUME, PH. LATAIRE, M. RUNACRES, L. VAN BIESEN, D. VAN HEMELRIJCK, H. TERRYN, R. VOUNCKX (ETRO, tot en met 30.09.2017), J. STIENS (ETRO, vanaf 01.10.2017), H. THIENPONT, I. WOUTERS

 Een afgevaardigde van het overig academisch personeel (OAP): K. LANGLOIS (plvv. NN)

 Een afgevaardigde van de studenten: G. DEMURCHYAN (t.e.m. 30.09.2017)

 Een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel (ATP): T. THIJS (plvv. M. PONET)

 Worden met raadgevende stem uitgenodigd: de voorzitters van de facultaire commissies internationalisering (H. OTTEVAERE), Public Relations (P. GUILLAUME), computerbeleid (Y. ROLAIN), doctoraatsopvolging (R. PINTELON), Mevr. M. PONET

Bevoegdheid:

Het faculteitsbestuur oefent de bevoegdheden uit conform art. 10 van het ‘Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel’, zoals ook gepreciseerd in het aanvullend facultair reglement en het delegatieplan van de faculteit ingenieurswetenschappen.

DE FACULTEITSRAAD

Samenstelling:

 De decaan: S. CAENEPEEL

 De vicedecaan: A. HUBIN

 De academisch secretaris: Ph. LATAIRE

 Twee vertegenwoordigers per vakgroep: I. WOUTERS, L. DE LAET (plvv. I. BERTELS, M. MOLLAERT), G. DESMET, K. BROECKHOVEN (plvv. H. VERRELST, W. DE MALSCHE), R. PINTELON, G. VANDERSTEEN (plvv. I. MARKOVSKY, Y. ROLAIN), J. VAN MIERLO, N. OMAR (plvv. T. COOSEMANS), R. VOUNCKX, P. SCHELKENS (plvv. H. SAHLI, A. MUNTEANU), W. BAUWENS, A. VAN GRIENSVEN (plvv. M. CHEN, P. QUEVAUVILLER), M. RUNACRES, A. TOUHAFI (plvv. T. DE TROYER, K. STEENHAUT), I. DE GRAEVE, H. RAHIER (H. TERRYN, G. VAN ASSCHE), P. GUILLAUME, B. VANDERBORGHT (plvv. F. CONTINO, D. LEFEBER), L. PYL, T. TYSMANS (plvv. D. ANGELIS, J. VANTOMME), H. THIENPONT, G. VERSCHAFFELT (F. BERGHMANS, G. VAN DER SANDE), S. CAENEPEEL (tevens decaan vanaf 01.10.2016) (plvv. J. DE BEULE)

 Een vertegenwoordiger van de opleidingsraden van de bachelor- en masteropleidingen: L. VAN BIESEN (plvv. F. BERGHMANS), N. DE TEMMERMAN (I. BERTELS), D. VAN HEMELRIJCK (plvv. M. MOLLAERT), Ph. LATAIRE (plvv. F. CONTINO), B. VAN MELE (plvv. G. VAN ASSCHE), M. KUIJK (plvv. A. MUNTEANU), N. DELIGIANNIS (plvv. B. JANSSEN), F. BORGUET (plvv. A. BRAEKEN), H. OTTEVAERE (plvv. W. MEULEBROECK), J. STIENS (J. VANDEMEULEBROUCKE), M.

HUYSMANS (plvv. M. CHEN)

 Vijf vertegenwoordigers van het overig academisch personeel (OAP): P. BRONDERS (plvv. D. PEUMANS), J. DOBBELS (plvv. J. COLLIERS), J. HELSEN (plvv. W. DE PAEPE), K. LANGLOIS (plvv. NN), H. VERBRUGGEN (plvv. NN);

 Vijf vertegenwoordigers van de studenten; K. ADRIAENSSENS

 Drie vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel: M. FROONINCKX (plvv. J. PATTYN), C. VAEREMANS (plvv. K. BAERT), T. THIJS (plvv. M. PONET)

 Wordt eveneens uitgenodigd: Voorzitter Polytechnische Kring

Bevoegdheid:

De faculteitsraad oefent de bevoegdheden uit conform art. 10 van het ‘Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel’, zoals ook gepreciseerd in het aanvullend facultair reglement en het delegatieplan van de faculteit ingenieurswetenschappen.

FACULTEITSORGANEN met RAADGEVENDE BEVOEGDHEID

DE FACULTAIRE ONDERWIJSCOMMISSIE

Bevoegdheid:

Adviezen en initiatief op gebied van studieprogramma’s, onderwijsproblemen en investeringen in verband met onderwijs

Samenstelling:

Voorzitter: D. LEFEBER (tevens afgevaardigde in OWR)

Ondervoorzitter: S. BRAM

Secretaris: M. PONET

Medewerkster decaan: T. THIJS

Trajectbegeleidster: A. DEBOELPAEP

Leden: - voor het zelfstandig academisch personeel (voorzitters en secretarissen van de verschillende opleidingsraden IR):

D. VAN HEMELRIJCK, N. DE TEMMERMAN (BB & IA)

I. WOUTERS (BA IA), JAN LEMEIRE, H. RAHIER (BA), PH. LATAIRE, F. CONTINO, A. HUBIN, K. BROECKHOVEN, (CM), B. JANSSEN (K. STEENHAUT), N. DELIGIANNIS, M. KUIJK, Y. MARKOVSKY (EIT), F. BORGUET, A. LINTERMANS (IW), H. OTTEVAERE (fotonica), J. STIENS (biomedische)

P. BAETEN (nuclear engineering), M. HUYSMANS (Phylares), vertegenwoordiger IUPWARE + Worden uitgenodigd:

Voor BRUFACE: J. DE RUYCK en G. DEGREZ

- voor het overig academisch personeel:

G. BERCKMANS

- voor de studenten: NN

DE FACULTAIRE ONDERZOEKS- EN INVESTERINGSCOMMISSIE

Bevoegdheid:

Adviezen en initiatief alsook investeringen in verband met onderzoek. Deze commissie rapporteert rechtstreeks aan het Bureau van de Onderzoeksraad over haar voorstellen. Zij is regelmatige informatie plechtig aan het Faculteitsbestuur.

Samenstelling:

Voorzitter: H. TERRYN

Ondervoorzitter: F. BERGHMANS

Leden: - voor het zelfstandig academisch personeel (de vakgroepvoorzitters): G. DESMET, J. DECONINCK (t.v.v. Ph. LATAIRE), I. WOUTERS, R. VOUNCKX, H. THIENPONT, L. VAN BIESEN, W. BAUWENS, B. VAN MELE, P. GUILLAUME, D. VAN HEMELRIJCK, S. CAENEPEEL; Bijkomende lid: N. DE TEMMERMAN (lid OZR vanuit de overlegstructuur BNTW) - voor het OAP:

J. HELSEN (plvv. W. DE PAEPE), J. DOBBELS (plvv. J. COLLIERS) - de administratief secretaris van de faculteit of zijn/haar afgevaardigde (lid van het ATP).

DE FACULTAIRE PUBLIC RELATIONS COMMISSIE

Bevoegdheid

Initiatieven, adviezen en coördinatie met betrekking tot facultaire acties ter bevordering van interne en externe communicatie.

Samenstelling:

Voorzitter: P. GUILLAUME

Ondervoorzitter: H. RAHIER

Secretaris: M. GHIJSELS

Leden:     - voor het zelfstandig academisch personeel: B. VANDERBORGHT, K. BROECKHOVEN, P. LATAIRE,  S. BRAM, F. BERGHMANS.

- voor het assisterend academisch personeel: Hilke Verbruggen, Jan Helsen                - Afgevaardigde. V.Ir.Br.: Sander Fonteyn                - Contactpersonen dienst ‘marketing en communicatie’: H. VAN SCHOONEVELD - voor de studenten: NN - wordt uitgenodigd: S. DE MONT (PR-verantwoordelijke faculteit WE)- wordt uitgenodigd : Joachim Mathieu (Projectcoördinator Dienst R&D: Science Outreach Office) - wordt uitgenodigd : Sophie Messens (PR medewerker vakgroep TONA)

FACULTAIRE COMMISSIE COMPUTERBELEID

Bevoegdheid:

Adviezen en initiatief op gebied van facultaire computernoden en investeringen in verband met deze noden.

Samenstelling:

Voorzitter: Y. ROLAIN

Ondervoorzitter : O. D’HONDT

Vaste leden:

- voor het zelfstandig academisch personeel:A. VAN GRIENSVEN (HYDR), PH. LATAIRE (ETEC), J. LEMEIRE (ETRO), L. DE LAET (ARCH), M. VAN DAMME (MECH), L. VAN KEMPEN (ETRO), M. SONCK (CHIS), A. WERY (MECH), R. CLAESSENS (MACH/IR)

Per opleidingsraad kan tevens een student afgevaardigd worden.

FACULTAIRE COMMISSIE INTERNATIONALE RELATIES

Bevoegdheid

Adviezen en initiatief betreffende internationale betrekkingen van de faculteit IR.

Samenstelling:

Voorzitter: H. OTTEVAERE

Ondervoorzitter: I. BERTELS

Secretaris: M. PONET

Leden: - voor het zelfstandig academisch personeel: D. LEFEBER (vz. FOWC), Ph. LATAIRE, B. JANSEN, M. KUIJK, C. LACOR, P. GUILLAUME (vz. FPRC), R. WILLEM, H. OTTEVAERE, L. PYL, K. STEENHAUT, J. STIENS

- voor het assisterend academisch personeel: G. BERCKMANS

- Afgevaardigde BEST

- Afgevaardigden studenten

- Stafmedewerkster(s) decaan: M. PONET, T. THIJS

FACULTAIRE DOCTORAATSCOMMISSIE EN COMMISSIE VOOR DE DOCTORAATSOPLEIDING

Bevoegdheid:

Evaluatie dossiers doctorandi-IR m.b.t. toelatingsvoorwaarden, predoctorale examens, tussentijdse jaarverslagen. Evaluatie van de door de doctorandi voorgestelde programma’s voor de doctoraatsopleiding. Advies aan de facultaire onderwijscommissie betreffende het aanvullend facultair doctoraatsreglement en reglement van de doctoraatsopleiding.

Samenstelling:

Voorzitter: R. PINTELON

Ondervoorzitter: R. VOUNCKX

Secretaris: S. DENIS

Leden:

- Alle vakgroepvoorzitters en voorzitters van onderzoeksgroepen: Vakgroepvoorzitters: PH. LATAIRE, P. GUILLAUME, D. VAN HEMELRIJCK, L. VAN BIESEN, J. STIENS, A. VAN GRIENSVEN, H. THIENPONT, G. DESMET, A. HUBIN, S. CAENEPEEL, M. RUNACRES (plvv. T. De Troyer)

Voorzitters onderzoeksgroepen: J. DANCKAERT, W. VERHELST, J. VAN MIERLO, A. HUBIN (plvv. T. HAUFFMAN), P. VAN DEN BOSSCHE, D. LEFEBER, INE WOUTERS (plvv. L. DE LAET), H. TERRYN, G

VERSCHAFFELT

- voor het overig academisch personeel: J. DOBBELS (plvv. J.COLLIERS), K. LANGLOIS - bijkomend lid: NN

FACULTAIRE OPLEIDINGSRADEN

Voor de volgende opleidingen binnen de faculteit wordt een opleidingsraad ingericht:

- Bachelor in de ingenieurswetenschappen (ORBA)

- Bachelor in de ingenieurswetenschappen: architectuur (ORBIA)

- Master in de ingenieurswetenschappen: architectuur en bouwkunde (ORMAB)

- Master in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek (ORWE)

- Master in de ingenieurswetenschappen: elektronica en informatietechnologie (ORE)

- Master in de ingenieurswetenschappen: chemie en materialen (ORCM)

- Master in de computerwetenschappen (OMCW) (interfacultair met faculteit wetenschappen)

- Master in de industriële wetenschappen (ORIW)

Samenstelling:

Met uitzondering van de interuniversitaire opleidingscommissies masters fotonica, masters biomedische ingenieurstechnieken en de master Nuclear Engineering, waarvoor de (afwijkende) samenstelling is opgenomen in de desbetrefffende interuniversitaire samenwerkingsovereenkomst, omvat de opleidingsraad, voor (het deel van) de opleiding(en) waarvoor de raad bevoegd is, volgende stemgerechtigde leden:

Zes leden van het zelfstandig academisch personeel (ZAP) van de VUB, (hoofd)titularissen van een verplicht opleidingsonderdeel uit de betrokken opleiding(en), waarvan bij voorkeur minstens de helft met een voltijds

ZAP-statuut.

Vier leden van het overig academisch personeel (OAP) van de VUB die instaan voor oefeningen en/of practica bij een verplicht opleidingsonderdeel uit de betrokken opleiding(en)

Eén afgevaardigde van de alumni van de opleiding, voor de bacheloropleidingen bij voorkeur een student uit de masterjaren, voor de overige opleidingen een alumnus/alumna die niet tot één van de vorige categorieën behoort en die bij voorkeur niet aan de instelling verbonden is.

Eén afgevaardigde uit het werkveld.

Zes afgevaardigden van de studenten uit de betrokken opleiding(en)

De gezamenlijke afvaardiging van het ZAP en het OAP is bij voorkeur zo samengesteld dat ze representatief is voor de verschillende studiejaren en de verplichte opleidingsonderdelen. De stemgerechtigde leden van het ZAP en het OAP zijn bij voorkeur niet betrokken bij hetzelfde opleidingsonderdeel.

De afvaardiging van de studenten is bij voorkeur zo samengesteld dat ze representatief is voor de verschillende studiejaren uit het modeltraject.

Alle VUB (hoofd)titularissen en leden van het OAP die een onderwijstaak vervullen in de opleiding(en) waarover de betrokken opleidingsraad de bevoegdheid draagt, maar geen stemrecht hebben conform de aanvullende bepaling opgenomen in § 2, kunnen uitgenodigd worden met raadgevende stem.

Voor de opleidingsraden ORMAB, ORWE, ORCM en ORE worden de volgende personen eveneens uitgenodigd, met raadgevende stem: - minstens één vertegenwoordiger van de Commission de Filière van de overeenkomstige opleiding aan de ULB; - minstens één afgevaardigde van de studenten die de bacheloropleiding niet aan de VUB gevolgd heeft.

Op initiatief van de voorzitter of op voorstel van een lid van de opleidingsraad kunnen nog andere personen met raadgevende stem van binnen of buiten de instelling op de vergaderingen uitgenodigd worden.

Bevoegdheid:

Bij de faculteitsraad en het faculteitsbestuur (cf. aanvullend facultair reglement en delegatieplan), na overkoepelend advies van de facultaire onderwijscommissie, advies uitbrengen over:

 de kwaliteit van het verzorgde onderwijs en indien nodig de bijsturing ervan;

 de organisatie, de programmering, de inhoud en eventuele herzieningen van het onderwijs in de betrokken opleiding, met inbegrip van de afstudeerwerken;

 de onderwijsbelasting van de studenten en de OAP-leden;

 de eventuele klachten van studenten betreffende de organisatie en de inhoud van het onderwijs.

OPLEIDINGSRAAD BACHELOR INGENIEURSWETENSCHAPPEN (ORBA)

Voorzitter: HUBERT RAHIER

Ondervoorzitter: FRANCIS BERGHMANS

Secretaris: JAN LEMEIRE

OPLEIDINGSRAAD BACHELOR INGENIEURSWETENSCHAPPEN-ARCHITECTUUR (ORBIA)

Voorzitter: NIELS DE TEMMERMAN

Ondervoorzitter: DIRK LEFEBER

Secretaris: INE WOUTERS

OPLEIDINGSRAAD MASTER INGENIEURSWETENSCHAPPEN ARCHITECTUUR- BOUWKUNDE (ORMAB)

Voorzitter: DANNY VAN HEMELRIJCK

Ondervoorzitter: MARIJKE MOLLAERT

Secretaris: NIELS DE TEMMERMAN

OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN  WERKTUIGKUNDIG-ELEKTROTECHNIEK (ORWE)

Voorzitter: PHILIPPE LATAIRE

Ondervoorzitter: NN

Secretaris: FRANCESCO CONTINO

OPLEIDINGSRAAD MASTER COMPUTERWETENSCHAPPEN (OMCW)

Voorzitter: NIKOLAOS DELIGIANNIS

Ondervoorzitter: KRIS STEENHAUT

Secretaris: BART JANSSEN

OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN CHEMIE EN MATERIALEN (ORCM)

Voorzitter: ANNICK HUBIN

Ondervoorzitter: GERT DESMET

Secretaris: KEN BROECKHOVEN

OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN ELEKTRONICA EN INFORMATIE-TECHNOLOGIE (ORE)

Voorzitter: MAARTEN KUIJK

Ondervoorzitter: ADRIAN MUNTEANU

Secretaris: IVAN MARKOVSKY

OPLEIDINGSRAAD INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN (ORIW)

Voorzitter: FRÉDÉRIQUE BORGUET

Ondervoorzitter: SVEND BRAM

Secretaris: ANNICK LINTERMANS

OVERLEGORGAAN

WETENSCHAPPEN - INGENIEURSWETENSCHAPPEN

Bevoegdheid:

Het bestendig overlegorgaan is paritair opgesteld en heeft als bevoegdheid en opdracht de voorstellen van beide faculteiten te harmoniseren.

Het bestendig overlegorgaan heeft als taak de initiatieven en voorstellen van beide faculteiten te coördineren door de in de faculteiten (via faculteitsraad) gestemde voorstellen kritisch door te nemen en in geval van gemis aan coördinatie, terug te sturen. Dit orgaan kan, voor problemen die door beide faculteiten samen moeten opgelost worden, ad-hoc commissies oprichten. Er wordt regelmatig overleg gepleegd in vergaderingen van decanen, vicedecanen en bestuurssecretarissen.

Samenstelling:

Voor ZAP IR: - decaan: S. CAENEPEEL - vicedecaan: A. HUBIN

VAKGROEPEN

 ARCH (architectonische ingenieurswetenschappen)

Voorzitter: I. WOUTERS

 CHIS (chemische ingenieurstechnieken en industriële scheikunde)

Voorzitter: G. DESMET

 ELEC (elektriciteit)

Voorzitter: L. VAN BIESEN

 ETEC (elektrotechniek en energietechniek)

Voorzitter: PH. LATAIRE

 ETRO (elektronica en informatie)

Voorzitter: R. VOUNCKX (J.STIENS vanaf 01.10.2017)

 HYDR (hydrologie en waterbouwkunde)

Voorzitter: W. BAUWENS (A. VAN GRIENSVEN vanaf 01.10.2017)

 MEMC (mechanica van materialen en constructies)

Voorzitter: D. VAN HEMELRIJCK

 MACH (materialen en chemie)

Voorzitter: B. VAN MELE (H. TERRYN vanaf 01.10.2017)

 TONA (toegepaste natuurkunde en fotonica)

Voorzitter: H. THIENPONT

 MECH (toegepaste mechanica)

Voorzitter: P. GUILLAUME

 WISK-IR (wiskunde)

Voorzitter: S. CAENEPEEL

 INDI (industriële ingenieurswetenschappen)

Voorzitter: M. RUNACRES

FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

FACULTAIRE BESTUURSORGANEN LW(1)

FACULTEITSBUREAU

Stemgerechtigde leden

Decaan: K. Nys

Vice-decaan: M. Van den Bossche

Academisch Secretaris: A. Sepp

Lid met raadgevende stem

Administratief Secretaris

FACULTEITSBESTUUR

Stemgerechtigde leden

De stemgerechtigde leden van het Faculteitsbureau

E. Cassiman a.i.

Vakgroepvoorzitter HARP(2): J.P. Van Bendegem – plvv: G. Declercq

Vakgroepvoorzitter LIST(3): W. Vandenbussche – plvv: P. Humblé

Opleidingsraadvoorzitter FILO(4): K. Verstrynge – plvv: J. Stuy

Opleidingsraadvoorzitter HIST(5): P. Erdkamp – plvv: P. Scholliers

Opleidingsraadvoorzitter SKAR(6): A. Diels – plvv: D. Tys

Opleidingsraadvoorzitter OAHD(7): F. Scheelings – plvv: B. Ballaux

Opleidingsraadvoorzitter TALK(8): A. Housen – plvv: A. Vande Casteele

Opleidingsraadvoorzitter TTKA(9): R. Temmerman – plvv: J. Mast

Opleidingsraadvoorzitter MUMA(10): A. Peeters – plvv: R. Vosters

Afgevaardigde van het OAP: M. Schepers – plvv: T. Pieters

Afgevaardigde van de studenten: NN – plvv: NN

Afgevaardigde van het ATP:

Leden met raadgevende stem

Administratief Secretaris:

E. Cassiman – plvv: A. Fredericq

E. Cassiman a.i.

Facultair ZAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: NN – plvv: A. Housen

Facultair OAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: NN – plvv: NN

Voorzitter COW:

Voorzitter COZ:

M. Van den Bossche – plvv: G. Vanthemsche

R. Vosters – plvv: P. Erdkamp

Voorzitter FACIR: A. Peeters – plvv: M.E. Michot

Voorzitter CMC:

Facultaire Studietrajectbegeleiders:

K. Nys – plvv: E. Bekers

A. Mertens en E. De Troyer

(1)Krachtens het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de VUB (2)HARP staat voor vakgroep History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics en wordt hierna als HARP aangeduid (3)LIST staat voor vakgroep Linguistics and Literary Studies en wordt hierna als LIST aangeduid (4)FILO staat voor opleidingen Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen wordt hierna als FILO aangeduid (5)HIST staat voor opleidingen Geschiedenis en wordt hierna als HIST aangeduid (6)SKAR staat voor opleidingen Kunstwetenschappen en Archeologie en wordt hierna als SKAR aangeduid (7)OAHD staat voor opleiding Archivistiek en Hedendaags Documentenbeheer en wordt hierna als OAHD aangeduid (8)TALK staat voor opleidingen Taal- en Letterkunde en wordt hierna als TALK aangeduid (9)TTKA staat voor opleidingen Toegepaste Taalkunde en wordt hierna als TTK aangeduid (10)MUMA staat voor opleiding MA in Linguistics and Literature Studies en wordt hierna als MUMA aangeduid

FACULTEITSRAAD

Stemgerechtigde leden

De stemgerechtigde leden van het Faculteitsbureau

Per vakgroep twaalf leden van het ZAP:

HARP LIST

J. Stuy – plvv: E. Acosta

K. Verstrynge – plvv: S. Lavaert

J.P. Van Bendegem – plvv: B. Van Kerkhove

K. François – plvv: S. Ducheyne

P. Scholliers – plvv: A. Winter

P. Erdkamp – plvv: J. Tyssens

G. Declercq – plvv: W. Ryckbosch

F. Scheelings – plvv: G. Vanthemsche

A. Diels – plvv: D. Tys

M. De Bie – plvv : M. Jacobs

H. De Wolf – plvv : K. Ruchel-Stockmans

P. Martens – plvv: W. Adriaenssens

I. Arteel – plvv: D. Acke

A. Housen – plvv: D. Vanden Berghe

L. Bekers – plvv: R. Geerts

J. Deconinck – plvv: K. Lemmens

P. Humblé – plvv: E. Struys

K. Kerremans – plvv: M. Temmerman

J. Mast – plvv: S. Hillen

A. Peeters – plvv: M.E. Michot

H. Stengers – plvv: S. Lavaert

R. Temmerman – plvv: R. Coesemans

W. Vandenbussche – plvv: A. Vande Casteele

R. Vosters – plvv: K. Lochtman

Per vakgroep drie leden van het OAP: HARP LIST

Y. Van Den Eeden – plvv: S. Van Droogenbroeck

M. Schepers – plvv: A. Verbeke

E. Janssens – plvv: B. Wouters

Per opleidingsraad een student:

FILO: NN

HIST: NN

SKAR: NN

MUMA: NN

Drie leden van het ATP:

E. Cassiman – plvv: N. De Leeuw

A. Fredericq – plvv: V. Servranckx

M. Hofmans – plvv: M. Mallefroy

Leden met raadgevende stem

Administratief Secretaris

K. Collewaert – plvv: S. Keulen

M. Goedefroy – plvv: NN

J. Vandenberghe – plvv: A. Horemans

OAHD: NN

TALK: M. Minner – plvv: H. Willemsen

TTKA: NN

E. Cassiman a.i.

Facultair ZAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: NN – plvv: A. Housen

Facultair OAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: NN – plvv: NN

Facultaire Studietrajectbegeleiders:

FACULTAIRE BESTUURSORGANEN LW(2)

Vakgroepraad HARP

Stemgerechtigde leden

Voorzitter:

A. Mertens en E. De Troyer

J.P. Van Bendegem

Ondervoorzitter: G. Declercq

ZAP

H. De Wolf – plvv: K. Ruchel-Stockmans

A. Diels – plvv: M. Jacobs

P. Erdkamp – plvv: W. Ryckbosch

K. Nys – plvv: M. De Bie

P. Scheelings – plvv : G. Vanthemsche

P. Scholliers – plvv : A. Winter

D. Tys – plvv : P. Martens

OAP

NN – plvv : J. Baguet

E. Janssens – plvv : M. Samaes

N. Van den Broeck – plvv: W. Leloup

B. Wouters – plvv: E. Janssens

Vakgroepraad LIST

Stemgerechtigde leden

Voorzitter:

Ondervoorzitter:

ZAP

D. Acke

I. Arteel

E. Bekers

J. Callens

D. Castilleja

R. Coesemans

C. Collard

J. Deconinck

L. De Cuypere

R. Geerts

L. Ghesquiere

D. Gullentops

S. Hillen

A. Housen

P. Humblé

K. Kerremans

S. Lavaert

K. Lemmens

AAP

G. Crauwels

B. De Clercq

L. Harnie

BAAP

K. Collewaert

T. Pieters

Integratiekader

D. Bauwens

F. Del Tin

M. Goedefroy

A. Horemans

J. Jagers

Vorsers

J. Aerts

L. De Taeye

J. Hauthal

Vrijwillig medewerkers

M. Buysse

W. Vandenbussche

P. Humblé

K. Lochtman

P. Marien

J. Mast

M.E. Michot

P. Paquier

A. Peeters

S. Ricciardi

A. Sepp

H. Stengers

E. Struys

R. Temmerman

A. Vande Casteele

D. Vanden Berghe

W. Vandenbussche

H. Vandevoorde

D. Van Raemdonck

R. Vosters

W. Mostinckx

L. Penne

J. Vandenberghe

M. Temmerman

K. Tytgat

I. Van de Wijer

G. Vandermeulen

J.P. Walraevens

R. Moernaut

S. Nour

K. Van Dun

Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen (FILO)

Voorzitter: K. Verstrynge

Ondervoorzitter: J. Stuy

Secretaris: F. Van Bocxlaer – plvv: Y. Van Den Eeden

Afvaardiging ZAP-leden:

Afvaardiging OAP-leden:

K. Coessens

G. Cornelis

S. Ducheyne

K. François

F. Heylighen

L. De Cock

J. Frans

K. Gabriëls

D. Lafaut

Afvaardiging studenten: NN

Afvaardiging werkveld:

Met raadgevende stem:

S. Lavaert

J.P. Van Bendegem

M. Van den Bossche

Y. Van Den Eeden

B. Van Kerkhove

J. Van Besouw

Y. Van den Abbeel

S. Van Droogenbroeck

J. Van Den Brande

K. Nys, Decaan

E. Cassiman, Administratief secretaris a.i.

E. De Troyer, Studietrajectbegeleider

A. Mertens, Studietrajectbegeleider

E. Verbeke, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB

Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Geschiedenis (HIST)

Voorzitter: P. Erdkamp

Ondervoorzitter: P. Scholliers

Secretaris: W. Leloup – plvv: H. Deneweth

Afvaardiging ZAP-leden:

Afvaardiging OAP-leden:

G. Declercq

P. Erdkamp

W. Ryckbosch

F. Scheelings

P. Scholliers

J. Tyssens

G. Vanthemsche

A. Winter

M. Schepers

A. Verbeke

Afvaardiging studenten: NN

Afvaardiging werkstudenten: NN

Afvaardiging alumni:

Afvaardiging werkveld:

Met raadgevende stem:

A.Verspeeten

A.Maes

K. Nys, Decaan

E. Cassiman, Administratief secretaris a.i.

E. De Troyer, Studietrajectbegeleider

A. Mertens, Studietrajectbegeleider

E. Verbeke, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB

Fellow: C. TILLEKAERTS (proxima: G. DECLERCQ)

Opleidingsraad Master of Arts in Linguistics and Literary Studies (MUMA)

Voorzitter: A. Peeters

Ondervoorzitter: R. Vosters

Secretaris: K. Kerremans – plvv: C. Van Nerom

Afvaardiging ZAP-leden:

Afvaardiging OAP-leden:

Afvaardiging studenten:

Afvaardiging alumni:

Afvaardiging werkveld:

Met raadgevende stem:

E. Bekers (TALK)

A. Housen (TALK)

K. Lochtman (TALK)

M.E. Michot (TALK)

A. Peeters (TALK)

A. Vande Casteele (TALK)

J. Stanojevic

C. Van Nerom

NN

NN

L. Zingarello

J. Aerts

K. Nys, Decaan

J. Deconinck (TTKA)

P. Humblé (TTKA)

A. Sepp (TTKA)

E. Struys (TTKA)

R. Vosters (TTKA)

R. Temmerman (TTKA)

NN

E. Cassiman, Administratief secretaris a.i.

E. De Troyer, Studietrajectbegeleider

A. Mertens, Studietrajectbegeleider

J. De Ridder, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB

W. Vandenbussche, Vakgroepvoorzitter LIST

Opleidingsraad Master na master Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer (OAHD)

Voorzitter: F. Scheelings

Ondervoorzitter: B. Ballaux

Secretaris: S. Vanobbergen – plvv: K. Knaepen

Afvaardiging ZAP-leden:

Afvaardiging OAP-leden:

Afvaardiging studenten:

B. Ballaux

G. Kwanten

E. Put

F. Scheelings

K. Velle

W. Verbeke

Er zijn momenteel geen AAP-leden verbonden aan de opleiding

R. Southard

T. Callens

W. Sweetlove

Afvaardiging werkstudenten: Niet voorzien

Afvaardiging alumni:

Afvaardiging werkveld:

Met raadgevende stem:

W. Lowet

S. Van Obbergen

K. Nys, Decaan

E. Cassiman, Administratief secretaris a.i.

E. De Troyer, Studietrajectbegeleider

A. Mertens, Studietrajectbegeleider

E. Verbeke, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB

Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Kunstwetenschappen en Archeologie (SKAR)

Voorzitter: A. Diels

Ondervoorzitter: D. Tys

Secretaris: M. Samaes – plvv: E. Janssens

Afvaardiging ZAP-leden:

Afvaardiging OAP-leden:

Afvaardiging studenten:

W. Adriaenssens

P. Cosyns

M. De Bie

H. De Wolf

E. Gubel

M. Jacobs

E. Janssens

M. Samaes

S. Cammaert

E. De Gregoris

M. Galle

R. Hermans

S. Lacatus

J. Teurlings

Afvaardiging werkstudenten: NN

Afvaardiging werkveld/alumni:

A.Brebels

A. Degraeve

K. De Mulder

Met raadgevende stem:

K. Nys

K. Ruchel-Stockmans

K. Van den Buys

F. Vandepitte

S. Vervust

K. Nys, Decaan

E. Cassiman, Administratief secretaris a.i.

E. De Troyer, Studietrajectbegeleider

A. Mertens, Studietrajectbegeleider

J. De Ridder, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB

Gastprofessoren die onderwijs verschaffen in de SKAR-opleidingen:

P. Deckers

K. De Groote

F. Leen

M. Pieters

B. Wouters

S. Wouters

Fellow: D. BROSSE (proxima: C. VANDEN BUYS)

Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Taal- en Letterkunde (TALK)

Voorzitter: A. Housen

Ondervoorzitter: A. Vande Casteele

Secretaris: T. Pieters – plvv: A. Verhees

Afvaardiging ZAP-leden:

D. Acke

I. Arteel

E. Bekers

J. Callens

D. Castilleja

C. Collard

L. De Cuypere

R. Geerts

D. Gullentops

K. Lochtman

M.E. Michot

P. Paquier

A. Peeters

S. Ricciardi

E. Struys

D. Van Raemdonck

D. Vanden Berghe

W. Vandenbussche

H. Vandevoorde

R. Vosters

Afvaardiging OAP-leden:

P. Mariën

K. Collewaert

B. De Clercq

Afvaardiging studenten: NN

NN

NN

Afvaardiging werkstudenten: NN

Afvaardiging alumni: L. Hoon

Afvaardiging werkveld:

Met raadgevende stem:

L. Penné

H.J. De Smet

H. Simoens

K. Nys, Decaan

E. Cassiman, Administratief secretaris a.i.

E. De Troyer, Studietrajectbegeleider

J. De Ridder, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB

Gastprofessoren die onderwijs verschaffen in de TALK-opleidingen:

R. Nye

J. Surmont

Lezers (zowel VUB-intern als –extern) van BA-papers en MA-scripties van TALK studenten:

B. Louwagie, Coördinator ACTO

W. Vandenbussche, Academisch voorzitter ACTO

Lectoren ACTO: D. Atkinson

P. Bekaert

S. Moreno-Pereiro

Fellow:

N. Vanden Bulcke

J. Vandenberghe

H. Vanhellemont

I. FROYEN (proxima: L. BEKERS)

Opleidingsraad Cluster Bachelor Toegepaste Taalkunde, Master in de Journalistiek, Master Tolken en Master Vertalen (TTKA)

Voorzitter: R. Temmerman

Ondervoorzitter: J. Mast

Secretaris: S. Lavaert – plvv: A. Sepp

Afvaardiging ZAP-leden (+ OP3 integratie):

J. Deconinck

P. Humblé

K. Kerremans

J. Mast

Afvaardiging OAP-leden:

A. Sepp

E. Struys

M. Temmerman

R. Vosters

M. Goedefroy

W. Mostinckx

JP. Walraevens

Afvaardiging studenten: NN

Afvaardiging werkveld/alumni: K. Dewachter

Met raadgevende stem: K. Nys, Decaan

E. Cassiman, Administratief secretaris a.i.

E. De Troyer, Studietrajectbegeleider

A. Mertens, Studietrajectbegeleider

J. De Ridder, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB

Fellow: K. ABDOLAH (proximi: P. HUMBLE & A. SEPP)

Samenstelling EBC

Evaluatie- en Bevorderingscommissie ZAP

Decaan: K. Nys

HIST: G. Vanthemsche

FILO: J. Stuy

TALK: A. Housen

TTKA: R. Temmerman

FACULTAIRE ADVIESORGANEN LW

Commissie Onderwijs (COW)

Stemgerechtigde leden

Voorzitter:

M. Van den Bossche

Ondervoorzitter: G. Vanthemsche

Opleidingsraadvoorzitter FILO: K. Verstrynge – plvv: J. Stuy

Opleidingsraadvoorzitter HIST: P. Erdkamp – plvv: P. Scholliers

Opleidingsraadvoorzitter MUMA: A. Peeters – plvv: R. Vosters

Opleidingsraadvoorzitter OAHD: F. Scheelings – plvv: B. Ballaux

Opleidingsraadvoorzitter SKAR: A. Diels – plvv: D. Tys

Opleidingsraadvoorzitter TALK: A. Housen – plvv: A. Vande Casteele

Opleidingsraadvoorzitter TTKA: R. Temmerman – plvv: J. Deconinck

Facultair OAP afgevaardigde in de OWR: F. Van Bocxlaer – plvv: S. De Laat

Studietrajectbegeleiders: E. De Troyer – Anske Mertens

Coördinator faculteitssecretariaat: E. Cassiman

Leden met raadgevende stem

Decaan: K. Nys

Facultaire Studietrajectbegeleiders:

Stafmedewerker(s) externe kwaliteitszorg OWSB

Commissie Onderzoek (COZ)

Stemgerechtigde leden

E. De Troyer en A. Mertens

E. Verbeke en J. De Ridder

Voorzitter: R. Vosters

Ondervoorzitter: P. Erdkamp

Secretaris: wisselend onder leden

Voorzitters van de vakgroepraden: J.P. Van Bendegem (HARP) W. Vandenbussche (LIST)

Directeurs van de onderzoekscentra LW:

BIAL H. Stengers

BIJU J. Mast

BREL D. Tys

CLIC I. Arteel

CLIN R. Vosters

CLIO P. Scholliers

CLWF

J.P. Van Bendegem

ETHU K. Verstrynge

FOST

P. Erdkamp

FREE J. Tyssens

HOST A. Winter

MARI K. Nys

OAHD

F. Scheelings

RHEA G. Coene

Coördinator faculteitssecretariaat: E. Cassiman

Facultair ZAP-afgevaardigden in de OZR:

R. Vosters – plvv: P. Erdkamp I.Arteel – plvv: J.P. Van Bendegem

OAP-lid:

Met raadgevende stem:

M. Temmerman – plvv: NN

Cult1: Languages

Cult2: Art and Literature

Cult3: History and Archaelogy

Ph. Paquier

H. Vandevoorde

P. Erdkamp

Cult4: Theology, Philosophy, Science of Religion K. Verstrynge

Cult5: Interdisciplinary Panel

Commissie Internationalisering (FACIR)

Stemgerechtigde leden

Voorzitter:

Ondervoorzitter:

Afgevaardigde per opleiding:

FILO

HIST

OAHD

SKAR

TALK

TTKA

MUMA

OAP-lid:

B. Van Kerkhove

A. Peeters

M.E. Michot

E. Acosta – plvv: M. Van den Bossche

G. Vermeesch – plvv: J. Tyssen

F. Scheelings – plvv: B. Ballaux

M. Jacobs – plvv: K. Ruchel-Stockmans

M.E. Michot – plvv: D. Castilleja

K. Tytgat – plvv: A. Horemans

A. Peeters – plvv: R. Vosters

A. Horemans – plvv: P. Deckers

ATP-lid: stafmedewerker internationalisering: T. Pepermans

Commissie Marketing en Communicatie (CMC)

Stemgerechtigde leden

Voorzitter:

Ondervoorzitter:

Afgevaardigde per vakgroep:

FILO

HIST

OAHD

SKAR

TALK

TTKA

MUMA

OAP-lid:

ATP-lid: logistieke ondersteuning:

Commissie Lokalenbeheer (LOCO)

Stemgerechtigde leden

Voorzitter:

Ondervoorzitter:

ZAP-leden:

OAP-afgevaardigde:

ATP-afgevaardigde:

K.Nys

P. Humblé

B. Van Kerkhove

G. De Clercq

F. Scheelings

D. Tys

E. Bekers

P. Humblé

A. Peeters – R. Vosters

A. Horemans

A. Fredericq

P. Martens

E. Cassiman

J. Stuy (FILO) – K. Verstrynge

J. Tyssens (HIST) – plvv: NN

NN (SKAR) – plvv: A. Diels

NN (TALK) – plvv: A. Vande Casteele

H. Stengers (TTKA) – plvv: J. Deconinck

M. Samaes

E. Cassiman

REGLEMENTAIRE ORGANEN

Examencommissies voor het geheel van de Bachelor- en Masteropleidingen en de Schakel- en Voorbereidingsprogamma’s HARP

Stemgerechtigde leden voor de opleidingen FILO, HIST, OAHD, SKAR

Voorzitter:

Secretaris:

Voorzitter van de opleidingsraad FILO

Voorzitter van de opleidingsraad HIST

Voorzitter van de opleidingsraad OAHD

Voorzitter van de opleidingsraad SKAR

D. Gullentops – plvv: A. Housen

A. Sepp – plvv: NN

K. Verstrynge

P. Erdkamp

F. Scheelings

A. Diels

Plvv: ieder ZAP-lid dat onderwijs verzorgt in de betrokken opleiding

Examencommissies voor het geheel van de Bachelor- en Masteropleidingen en de Schakel- en Voorbereidingsprogamma’s LIST

Stemgerechtigde leden voor de opleidingen MUMA, TALK en TTKA

Voorzitter:

Secretaris:

Voorzitter van de opleidingsraad TALK

Voorzitter van de opleidingsraad TTKA

Voorzitter van de opleidingsraad MUMA

TTKA ZAP-lid:

Leden met raadgevende stem

Decaan: K. Nys

Administatief Secretaris a.i.: E. Cassiman

Studietrajectbegeleiders: E. De Troyer en A. Mertens

D. Gullentops – plvv: A. Housen

A. Sepp – plvv: NN

A. Housen

R. Temmerman

A. Peeters

S. Lavaert

Plvv: ieder ZAP-lid dat onderwijs verzorgt in de betrokken opleiding

Facultair Ombudsman: D. Vanden Berghe – plvv. D. Acke

Promotor van een masterproef, enkel bij deliberatie van Masters

Beroepscommissie

Stemgerechtigde leden

Voorzitter:

Secretaris:

ZAP-verkozene in de Universiteitsraad:

Stemgerechtigde leden:

G. Cornelis – plvv: S. Lavaert

E. Cassiman a.i. (raadgevende stem) – plvv: A. Sepp

A. Housen – plvv: D. Gullentops

A. Diels (SKAR) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of K. Verstrynge (FILO) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of P. Erdkamp (HIST) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of A. Peeters (MUMA) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of F. Scheelings (OAHD) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of A. Housen (TALK) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of R. Temmerman (TTKA) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding

Leden met raadgevende stem

Facultair ombudsman: D. Vanden Berghe – plvv: D. Acke

Studietrajectbegeleider: E. De Troyer en A. Mertens

Afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering

Beroepscommissie ZAP

ZAP-afgevaardigde: effectief: M. Van den Bossche

Beroepscommissie AAP

ZAP-afgevaardigde: effectief: M. Van den Bossche

VERTEGENWOORDIGERS IN CENTRALE RADEN EN ORGANEN

Universiteitsraad

ZAP: A. Housen – plvv: NN

OAP: NN – plvv: NN

Verkozen student: NN

Academische Raad

Decaan: K. Nys – plvv: vicedecaan: M. Van den Bossche

Onderwijsraad (OWR)

ZAP: M. Van den Bossche – plvv: G. Vanthemsche

AAP: F. Van Bocxelaer – plvv: S. De Laat

Verkozen student: NN

Onderzoeksraad (OZR)

ZAP: I. Arteel – plvv: JP. Van Bendegem R. Vosters – plvv: P. Erdkamp

Innovatie- en valorisatieraad (IVR)

Afgevaadigde LW, niet zetelend in de IOF Raad: A. Housen

Raad Internationaal Beleid (RIB)

Vertegenwoordiger beleid van faculteit: A. Peeters – plvv: E. Acosta Vertegenwoordiger FACIR: M.E. Michot – plvv: G. Vermeesch

ICT-Raad

Vertegenwoordiger beleid van faculteit: A. Horemans – plvv: M. De Deyne/I. Wynant

Commissie Middelen

E. De Vos - plvv: S. Ducheyne

Ethische Commissie (ECHW)

N. Dentchev – plvv : W. Ryckbosch

Facultaire Administratie (LWAC)

Faculteitssecretaris a.i.: E. Cassiman

Facultaire medewerkers: H. Mattens

M. Hofmans

M. Mallefroy

E. Verhofstadt

N. De Leeuw

Vakgroepscoördinator: A. Fredericq

Vakgroep medewerkers:

V. Servranckx

E. Depuysseleir

S. Van Snick

Management assistent Internationalisering: T. Pepermans

FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN

EDUCATIEWETENSCHAPPEN

SAMENSTELLING FACULTEITSRAAD PE – 2017-2018

DECAAN – stemgerechtigd

 Pepermans Roland

VICEDECAAN – stemgerechtigd

 Vanderfaeillie Johan

ACADEMISCH SECRETARIS - stemgerechtigd

 De Donder Liesbeth

ZAP – stemgerechtigd

 Baetens Imke

 Consuegra Els

 Cools Wouter

 De Backer Free

 De Gieter Sara

 De Wilde July

 De Witte Nico

 Derksen Jan

 Deroost Natacha

 Dierckx Eva

 Engels Nadine

 Hofmans Joeri

 Jacquet Wolfgang

 Lombaerts Koen

 Loots Gerrit

 Rossi Gina

 Schotte Christiaan

 Soyez Veerle

 Struyven Katrien

 Theuns Peter

 Tondeur Jo

 Van den Broeck Wim

 Van den Bussche Eva

 Van Overwalle Frank

 van West Dirk

 Vantilborgh Tim

 Vanwing Tom

 Verté Dominique

 Westreich Smadar

 Zhu Chang

OAP – stemgerechtigd

 EDWE: Brosens Dorien (effectief) - Smetcoren An-Sofie (plaatsvervanger)

 EXTO: Pfeiffer Mathieu (effectief) - Yang Yang (plaatsvervanger)

 IDLO: Halimi Myriam (effectief) - Willegems Vicky (plaatsvervanger)

 KLEP: Debast Inge (effectief) – Staels Eva (plaatsvervanger)

STUDENTEN – stemgerechtigd

 Genade Dewaele (Agogische Wetenschappen)

 Ariane Verreck (Psychologie)

 Lisa Helena Cardoso De Buyser (Agogische Wetenschappen)

 Cheyenne Vermeeren (Psychologie)

 Martine De Wael (Psychologie – werkstudent)

 Anke Versaen (Psychologie) - Arnout Mampaey (Psychologie – werkstudent)

ATP – stemgerechtigd

 Vandromme Veerle (effectief) - Van Moer Eva (plaatsvervanger)

 Vantournhout Eva (effectief) - Van Houtvinck Sylvie (plaatsvervanger)

ZAP – raadgevende stem

 Andries Caroline

 De Meirleir Kenny

 Dhar Monica

 Elias Willem

 Hermans Veerle

 Mairesse Olivier

 Nekkebroeck Julie

 Van Hoof Elke

 Van Puyvelde Martine

 Ysebaert Walter

ADMINISTRATIEF SECRETARIS – raadgevende stem

 Van Akelijen Ivo

SAMENSTELLING FACULTEITSBESTUUR PE – 2017-2018

DECAAN – stemgerechtigd

 Pepermans Roland

VICEDECAAN – stemgerechtigd

 Vanderfaeillie Johan

ACADEMISCH SECRETARIS - stemgerechtigd

 De Donder Liesbeth

VOORZITTERS VAKGROEPEN - stemgerechtigd

 Engels Nadine

 Lombaerts Koen

 Rossi Gina

 Van Overwalle Frank

ONDERVOORZITTERS VAKGROEPEN - stemgerechtigd

 Baetens Imke

 Consuegra Els

 Deroost Natacha

 Verté Dominique

OAP - stemgerechtigd

 Debast Inge (effectief) – Halimi Myriam (plaatsvervanger)

STUDENTEN - stemgerechtigd

 Dewaele Genade (effectief) – N.N. (plaatsvervanger)

ATP - stemgerechtigd

 Vantournhout Eva (effectief) – Van Houtvinck Sylvie (plaatsvervanger)

ADMINISTRATIEF SECRETARIS – raadgevende stem

 Van Akelijen Ivo

ADMINISTRATIEF COÖRDINATOR IDLO – waarnemer

 Vandromme Veerle

SAMENSTELLING OPLEIDINGSRAAD 2017-2018

Cluster Psychologie, Agogische Wetenschappen, Onderwijskunde/Educational Sciences

VOORZITTER

 Vanderfaiellie Johan

SECRETARIS

 De Donder Liesbeth

TITULARISSEN

 Aerts Diederik

 Andries Caroline

 Baetens Imke

 De Backer Free

 De Donder Liesbeth

 De Gieter Sara

 De Pauw Wim

 De Pryck Koen

 Derksen Jan

 Deroost Natacha

 De Witte Nico

 Dhar Monica

 Dierckx Eva

 Elias Willem

 Glorieux Ignace

 Haudenhuyse Rein

 Hermans Veerle

 Hofmans Joeri

 Jacquet Wolfgang

 Jegers Marc

 Lombaerts Koen

 Loots Gerrit

 Mairesse Olivier

 Pattyn Nathalie

 Pepermans Rolan

 Redig Guy

 Rossi Gina

 Schailee Hebe

 Schotte Chris

 Smeyers Kathelijne

 Soyez Veerle

 Struyven Katrien

 Theuns Peter

 Tyssens Jeffrey

 Van den Broeck Willem

 Van den Busche Eva

 Van Hoof Elke

 Van Overwalle Frank

 Van Puyevelde Martine

 Van West Dirk

 Vanderfaeillie Johan

 Vanhee Jean-Pierre

 Vantilborgh Tim

 Vanwing Tom

 Verté Dominique

 Westreich Smadar

 Wylleman Paul

 Zhu Chang

LEDEN VAN HET ONDERWIJSTEAM

 Aben Bart

 Achnak Safâa

 Baetens Kris

 Beeckmans Kurt

 Commers Tessa

 De Bruyne Johan

 De Coorde Gert

 De Cremer Jennifer

 Debast Inge

 Debusscher Jonas

 Desender Kobe

 Doci Edina

 Gelens Jolyn

 Germeys Lynn

 Gypen Laura

 Heleven Elien

 Heurckmans Nathalie

 Isaac Alain

 Jahn Vladena

 Koolen Katrien

 Kuijpers Meijensje

 Li Shihua

 Muls Jaël

 Muscarella Charlotte

 Nols Zeno

 Norre Jan

 Peeters Jeltsen

 Peiffer Mathieu

 Sermijn Jasmina

 Sorgeloos Daan

 Staels Eva

 Steenhaut Priska

 Thomas Valérie

 Torbeyns Toon

 Triquet Karen

 Truyens Jasper

 Van Den Eynde Lynn

 Van Gils Yannic

 Vanalphen Bas

 Vanslambroeck Silke

 Verhasselt Margo

 Vidal Clement

 Villanueva O’Driscoll Julia

 West Delphine

STUDENTEN

 Mitchell Alex

STUDIETRAJECTBEGELEIDERS

 Van Mol Inge

 Vantournhout Eva

ADMINISTRATIEF SECRETARIS

 Van Akelijen Ivo

SAMENSTELLING OPLEIDINGSRAAD 2017-2018

Cluster Lerarenopleiding

VOORZITTER

 Consuegra Els

SECRETARIS

 Deriemaker Peter

PLVV SECRETARIS

 Gysels Iris en Ginis Vincent

STEMGERECHTIGD:

 Engels Nadine

 Cornelis Gustaaf

 Lauwers Gracienne

 Vaesen Joost

 Timmermans Marie-Bernadette

 Cools Wouter

 Tondeur Jo

 De Wilde July

 Windels Bart

 Willegems Vicky

 Depraetere Heidi

 Bogaert Inge

 Soons Bart

 Van Bogaert Bruno

 De Laat Sofie

 Voets Karolien

 Brusselmans Maggy

 De Temmerman Ilka

 De Wilde July

 Keyaerts Wim

 Mathues Clara

 Allein Sophie

 Decoster Anja

 Moriau Linde

 Foriers Henk

 Joncheere Niels

 De Galan Sandra

 Dalkiran Papatya

 Caplin Ariane

 Plackle Inge

 Pynoo Bram

 Keyaerts Wim

 Halimi Myriam

 Cincinatto Sebastiano

 Afvaardiging studenten en werkstudenten: NN

 Alumna: Rigoberta Meiji Siam

 Afvaardiging uit het werkveld: Vielfont Pieter

RAADGEVENDE STEM

 Facultaire stafmedewerker kwaliteitszorg: Verbeke Elke

 Studietrajectbegeleider/alg. Coördinator: Vandromme Veerle

 Stage- en nascholingscoördinator: Van Moer Eva

 Decaan faculteit PE: Pepermans Roland

 Faculteitssecretaris: Van Akelijen Ivo

SAMENSTELLING EBC PE 2017-2018

VOORZITTER

 Pepermans Roland

LEDEN

 Andries Caroline

 Engels Nadine

 Lombaerts Koen

 Rossi Gina

 Theeboom Marc

 Vanderfaeillie Johan

 Van Overwalle Frank

ADVIESORGANEN FACULTAIRE BESTUURSORGANEN

 Commissie Onderwijs: Deroost Natacha (voorzitter)

 Commissie Onderzoek: Van den Broeck Wim (voorzitter)

 Commissie Internationalisering: Vantilborgh Tim (voorzitter)

 Commissie PE-MARCOM: De Gieter Sara (voorzitter)

 Commissie ATOM: Theuns Peter (voorzitter)

 Doctoraatsopvolgingscommissie: Baetens Imke (voorzitter), Lombaerts Koen (ondervoorzitter)

 OAP-raad: Debast Inge en Halimi Myriam (voorzitters)

Doctoraatsopvolgingscommissie VOORZITTER

 Baetens Imke

DECAAN

 Pepermans Roland

ZAP-LEDEN

 Baetens Imke

 Deroost Natacha

 Ginis Vincent

 Lombaerts Koen

 Van den Broeck Wim

AAP-LEDEN (waarnemende leden)

 Smetcoren An-Sofie (plaatsvervanger: Cocquyt Celine)

 Debast Inge (plaatsvervanger: Staels Eva)

 Spanouli Andromachi (plaatsvervanger: Achnak Safâa )

 Cincinnato Sebastiano (plaatsvervanger: Pynoo Bram)

VAKGROEPRADEN

EDWE - Educatiewetenschappen

- Voorzitter: Lombaerts Koen

- Vicevoorzitter: Verté Dominique

EXTO – Experimentele en Toegepaste Psychologie

- Voorzitter: Van Overwalle Frank

- Vicevoorzitter: Deroost Natacha

IDLO – Interfacultair Departement Lerarenopleiding

- Voorzitter: Engels Nadine

- Vicevoorzitter: Consuegra Els

KLEP – Klinische en Levenslooppsychologie

- Voorzitter: Rossi Gina

- Vicevoorzitter: Baetens Imke

EXAMENCOMMISSIES

Psychologie & Educatiewetenschappen

VOORZITTER

 Vanderfaeillie Johan

SECRETARIS EXAMENCOMMISSIE

 De Donder Liesbeth

STEMGERECHTIGDE LEDEN EXAMENCOMMISSIE

 Baetens Imke

 Deroost Natacha

 Lombaerts Koen

 Rossi Gina

 Van Overwalle Frank

 Verté Dominique

Lerarenopleiding

VOORZITTER

 Cornelis Gustaaf (plaatsvervanger: Timmermans Bernadette)

SECRETARIS EXAMENCOMMISSIE

 Tondeur Jo (plaatsvervanger:)

STEMGERECHTIGDE LEDEN EXAMENCOMMISSIE

 Ginis Vincent

 Windels Bart

 Engels Nadine

 Cools Wouter

INTERNE BEROEPSCOMMISSIE

Beroepsinstantie opleiding psychologie

VOORZITTER

 Pepermans Roland (plaatsvervanger: stemgerechtigd lid van de interne beroepscommissie)

SECRETARIS

 Van Akelijen Ivo (plaatsvervanger: Vantournhout Eva)

STEMGERECHTIGDE LEDEN

 Van den Broeck Wim (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleiding psychologie die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)

 Hofmans Joeri (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleiding psychologie die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)

RAADGEVENDE LEDEN

 Struyven Katrien (facultaire ombudspersoon)

 Van Mol Inge (studietrajectbegeleider)

 Vantournhout Eva (studietrajectbegeleider)

 De Meu Anneleen (afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering)

Beroepsinstantie Educatiewetenschappen (Agogische Wetenchappen/Educational Sciences/Onderwijskunde)

VOORZITTER

 Pepermans Roland (plaatsvervanger: stemgerechtigd lid van de interne beroepscommissie)

SECRETARIS

 Van Akelijen Ivo (plaatsvervanger: Vantournhout Eva)

STEMGERECHTIGDE LEDEN

 De Backer Free (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleidingen agogische wetenschappen, educational sciences of onderwijskunde die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)

 Zhu Chang (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleidingen agogische wetenschappen, educational sciences of onderwijskunde die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)

RAADGEVENDE LEDEN

 Van Mol Inge (studietrajectbegeleider)

 Vantournhout Eva (studietrajectbegeleider)

 De Meu Anneleen (afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering)

Beroepsinstantie Lerarenopleiding

VOORZITTER

 Lauwers Gracienne

SECRETARIS

 Vandromme Veerle

STEMGERECHTIGDE LEDEN

 Consuegra Els  Vaesen Joost

RAADGEVENDE LEDEN

 Struyven Katrien (facultaire ombudspersoon)

 De Meu Anneleen (afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering)

VERTEGENWOORDIGERS IN CENTRALE RADEN EN ORGANEN

Universiteitsraad ZAP

- Effectief: Verté Dominique

- Plaatsvervanger: De Gieter Sara

Universiteitsraad OAP

- Effectief: Willeghems Vicky

- Plaatsvervanger: Cincinato Sabastiano

Onderwijsraad ZAP

- Effectief: Vanderfaeillie Johan

- Plaatsvervanger: Engels Nadine

Onderwijsraad OAP

- Effectief: Deriemaeker Peter

- Plaatsvervanger: Koolen Katrien

Onderzoeksraad ZAP

- Effectief: Rossi Gina

- Plaatsvervanger: Van den Bussche Eva

- Effectief: Lombaerts Koen

- Plaatsvervanger: De Donder Liesbeth

- Effectief (kandidaat): Zhu Chang

- Plaatsvervanger (kandidaat): Van Overwalle Frank

Raad voor Internationaal Beleid

- Effectief: Vantilborgh Tim

- Effectief: De Backer Free

- Plaatvervanger: Rodeyns Julie

- Plaatsvervanger: West Delphine

ICT-raad

- Effectief: Theuns Peter

- Plaatsvervanger: Hofmans Joeri

Commissie Middelen

- Effectief: Theuns Peter

- Plaatsvervanger: Hofmans Joeri

Beheerscomité Bibliotheek

- Effectief: Vanderfaeillie Johan

- Plaatsvervanger: Van den Broeck Wim

Innovatie- en valorisatieraad

- Effectief: Verté Dominique

Gebouwencommissie

- Effectief: Van Akelijen Ivo

- Plaatsvervanger: Baetens Imke

Ethische commissie humane wetenschapen

- Effectief: Van den Bussche Eva - Dierckx Eva (plaatsvervanger)

- Effectief: De Donder Liesbeth – Struyven Katrien (plaatsvervanger)

Ethische commissie geneeskunde

- Effectief: Schotte Chris

Facultair contactpersoon BAEF - Fullbright

- Effectief: Zhu Chang

RUBRIEK 3 ONDERWIJSVERSLAG

Ten geleide

Bij het opstellen van het jaarverslag werd het schema gevolgd zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 1997 met betrekking tot het jaarverslag van de Universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap en werd tevens rekening gehouden met de richtlijnen vervat in het schrijven van dhr. Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel d.d. 21 februari 2011.

Dit deel besteedt onder meer aandacht aan globale beleidslijnen “onderwijs”, onderwijsinnovatie, kwaliteitszorg, het studiebegeleidingscentrum en het taalrapport.

Naar aanleiding van de opmaak van dit jaarverslag wens ik alle medewerkers van het departement Onderwijs- en Studentenbeleid te danken voor hun inzet en gerealiseerde werkzaamheden, alsook voor de bijdrage tot dit jaarverslag.

Prof. dr. Jan Danckaert, Vicerector Onderwijs- en Studentenbeleid.

I. GLOBALE BELEIDSLIJNEN ONDERWIJS

In 2017 werd ingezet op de ontwikkeling van een beleidsplan onderwijs- en studentenbeleid voor de periode 2018 – 2021.

Het beleidsplan onderwijs werd door de Academische Raad op 4 december 2017 goedgekeurd, na positief advies van de Onderwijsraad en de Studentenraad.

Na goedkeuring van het plan is het departement onderwijs- en studentenbeleid gestart met de voorbereiding van de operationalisering van het beleidsplan door de opmaak van jaaractieplannen, de aanwerving van projectmedewerkers en andere voorbereidende werkzaamheden.

In deze jaargang van het onderwijsverslag beperkt de rubriek “Globale beleidslijnen” zich tot een beschrijving van de strategische doelstellingen opgenomen in het beleidsplannen onderwijs- en studentenbeleid. Vanaf het volgende jaarverslag zal gerapporteerd worden over de mate van realisatie van deze doelstellingen.

Strategische doelstellingen beleidsplan onderwijs- en studentenbeleid 2018-2021 Het beleidsplan onderwijs- en studentenbeleid gaat uit van 7 strategische doelstellingen. Voor elk van deze doelstellingen worden in het beleidsplan tegen 2021 de te realiseren KPI’s en kwalitatieve doelstellingen gedefinieerd.

Strategische doelstellingen:

· SD1 Het ontwikkelen van een onderwijsaanbod anno 2030;

SD2 Het innoveren van het onderwijs middels nieuwe onderwijsvormen en -technologieën; SD3 Het verhogen van het welzijn van studenten;

SD4 Het verder uitbouwen van het begeleidingsaanbod voor studenten;

SD5 Het Uitbouwen van de onderwijsprofessionalisering tot een coherent en gedifferentieerd aanbod;

SD6 Het stimuleren van onderwijskwaliteit en kwaliteitscultuur; SD7 Het ontwikkelen van een taalbeleid.

SD1 Het ontwikkelen van een onderwijsaanbod anno 2030

Deze doelstelling zal op basis van de volgende operationele doelstellingen worden gerealiseerd.

OD 1.1 Het ontwikkelen van een onderwijsaanbod gericht op de actuele maatschappelijke uitdagingen. Om op deze uitdagingen in te spelen wil de VUB inzetten op de ontwikkeling van een opleidingsaanbod met volgende kenmerken:

- Multi-, inter- of transdisciplinair onderwijs;

- Internationaal en gericht op het verwerven van multiculturele competenties;

- Meertalig;

- Gericht op het verwerven van brede professionele competenties;

- Reciproke interactie met de Brusselse regio: Brussel wordt ingezet voor en in het onderwijs en via het onderwijs wordt het nemen van maatschappelijk engagement ten aanzien van Brussel en haar grootstedelijke uitdagingen aangemoedigd (community service learning).

OD 1.2 Het inrichten van een opleidingsonderdelen voor een brede cluster van opleidingen

Op dit ogenblik heeft de VUB één universiteitsbreed opleidingsonderdeel, “Redelijk Eigenzinnig” met Nederlands als onderwijstaal. De doelstelling is om een pakket van opleidingsonderdelen samen te stellen dat universiteitsbreed of minstens aan een brede cluster van opleidingen kan worden aangeboden.

OD 1.3 Naar een nieuwe inrichting van het academiejaar

De VUB wenst de oefening te doen om de academische kalender kritisch te evalueren en eventueel aan te passen naar de hedendaagse onderwijsevaluatie waarbij de beschikbare tijd in een academiejaar in de eerste plaats voor studenten, maar ook voor personeel efficiënt kan worden benut. Dit is noodzakelijk gezien de evolutie van de flexibilisering en de onderwijsorganisatie in functie van het inrichten van studentgecentreerd onderwijs. Deze oefening gebeurt op Vlaams niveau met alle universiteiten.

OD 1.4 Het valoriseren van activiteiten die refereren aan de 5 pijlers van de visie op onderwijs

Naast het aanbieden van kwalitatieve ontwikkeltrajecten die binnen de curricula bijdragen tot het realiseren van de humanistische waarden bij haar studenten, uitgedrukt in de 5 pijlers van de visie op onderwijs, wenst de VUB haar studenten ook te waarderen voor activiteiten en engagementen die extra-curriculair worden ontplooid en eveneens aansluiten bij deze waarden. Tegelijk zal worden nagegaan welke ‘redelijke’ faciliteiten kunnen worden

uitgebouwd om de studenten toe te laten om dergelijke engagementen op te nemen. Het gaat om volgende profielen:

- De student-onderzoeker;

- De student-wereldburger;

- De student-ondernemer;

- De student-tutor;

- De student-bestuurder.

OD 1.5 Het aanbieden van stages binnen OWSB

We engageren ons ertoe om binnen het departement jaarlijks in een aantal stageplaatsen te voorzien.

SD2 Het innoveren van onderwijs middels nieuwe onderwijsvormen en -technologieën

Naast de ontwikkeling van een curriculum anno 2030 “wat bieden we aan?” zal de VUB ook een denkoefening maken over “hoe bieden we het onderwijs future proof aan?”. Deze oefening betekent dat we zullen nadenken over de onderwijsen examenvormen en hoe we daarbij nieuwe technologieën zullen inzetten. In een eerste fase zal de VUB inzetten op de ontwikkeling van een visiedocument en zal er geïnvesteerd worden in het ontwikkelen van expertise, het aanleggen van een basisinfrastructuur en het voorzien in een professionalisering van de docenten.

Hieraan zijn volgende operationele doelstellingen gekoppeld:

OD 2.1 Opbouwen van expertise binnen OWSB en uitbouwen van de vereiste basisinfrastructuur

- 2.1.1 Verfijnen en aanscherpen visie Innovatie@vub

- 2.1.2 Opbouwen van basisexpertise bij alle opleiders rond nieuwe onderwijsvormen en -technologieën en opvolgen van nieuwe ontwikkelingen

- 2.1.3 Installeren van proeftuin(en)

- 2.1.4 Uitwerken van een implementatieplan inzake infrastructuur en BYOD

- 2.1.5 Uitwerken van een kader voor alternatieve organisatie van evaluaties (bv. online, computergestuurd, etc.)

- 2.1.6 Het implementeren van een nieuw leerplatform

OD 2.2 Het opbouwen van expertise bij docenten en opleidingen (project Blend the Future)

- 2.2.1 Het detecteren van de noden van docenten rond gebruik van technologie in het onderwijs;

- 2.2.2 Het ontwikkelen van een uitgebreid ondersteuningsaanbod;

- 2.2.3 Het stimuleren van onderwijsvernieuwingsprojecten.

SD3 Het verhogen van het welzijn van de studenten

Deze doelstelling focust zich op het welzijn van studentenleven, die eerder niet onderwijsgerelateerd zijn. Zij zullen nog verder in een beleidsplan studentenvoorzieningen worden uitgewerkt. Meer informatie en rapportering hierover zal terug te vinden zijn in het jaarverslag studentenbeleid/studentenvoorzieningen.

Volgende operationele doelstellingen zijn vastgelegd:

OD 3.1 Het professionaliseren van onze studentgerichte loketfunctie;

OD 3.2 Het uitbouwen van een flexibele studeer- en vertoefinfrastuctuur;

OD 3.3 Het verzekeren van de lichamelijke en psychische gezondheid van onze studenten;

· OD 3.4 Het versterken van het sociaal weefsel binnen onze studentengemeenschap;

OD 3.5 Het voorzien in functionele, duurzame en betaalbare studentenhuisvestiging met een diversiteitsweerspiegelende mix van verschillende groepen;

OD 3.6 Het stimuleren van studenten als hefboom voor meer duurzame mobiliteit;

OD 3.7 Het ondersteunen van de (beleids)participatie door studentenvertegenwoordigers.

SD4 Het verder uitbouwen van het begeleidingsaanbod voor studenten

OD 4.1 Versterking van de studiebegeleiding rekening houdend met de noden van studentensubgroepen De centrale studiebegeleiding voorziet studiebegeleiding op maat van studenten. Doelstelling is het verhogen van het studiesucces en welzijn van de studenten. We wensen zowel het aanbod aan studiebegeleiding als de communicatie van dit aanbod kritisch te evalueren en te onderwerpen aan een effectiviteitsonderzoek, teneinde zowel op het vak van het aanbod als op het vlak van communicatie indien nodig te kunnen bijsturen. De twee

hoofdvragen bij dit onderzoek zijn:

- Slaagt de communicatie vanuit studiebegeleiding erin om de nodige bekendheid te verwerven bij de studenten, en dit binnen het verhaal van de ‘VUB-Experience’;

- Slaagt het aanbod vanuit studiebegeleiding erin om te voldoen aan de noden en de verwachtingen van de studenten?

Voor een aantal belangrijke studentengroepen wensen we te onderzoeken of er bijkomende acties ter ondersteuning dienen te worden opgezet. We zullen dit doen door een analyse van de data over het studiesucces van deze studentengroep en door gesprekken met de betreffende studentengroep zelf door middel van focusgesprekken.

OD 4.2 Studiekeuzebegeleiding/instroombegeleiding

De instroom in academische opleidingen wordt meer en meer heterogeen, wat onder andere een impact heeft op de studievoortgang voor een deel van de studenten. Zeker aan de Vrije Universiteit Brussel, met een grote instroom uit de grootstedelijk regio, zien we dat de instroom erg divers en heterogeen is. Het is geweten dat studenten met een minder optimale vooropleiding het minder goed doen. Bv. behalen studenten uit niet-ASO richtingen een beduidend lager studierendement, zelfs in die mate dat het behalen van een diploma binnen een redelijke termijn in het gedrang komt. Het is bijgevolg belangrijk een goede studiekeuze- en instroombegeleiding aan te bieden. De VUB kan hier een belangrijke bijdrage leveren door aan toekomstige studenten duidelijke informatie te verstrekken over de verwachtingen, het niveau en de studiekosten van de opleiding.

Het ontwikkelen van een motiverend studiekeuzeplatform is een onderdeel van een instroombeleid dat zal ontwikkeld worden. Dit ruimer instroombeleid behandelt:

- Hoe we omgaan met startcompetenties;

- Hoe we specifieke groepen van instromers begeleiden (zij-instromers, internationale studenten, werkstudenten, studenten met mindere socio-economische achtergrond…);

- Welk aanbod aan voorbereidingsactiviteiten we wensen te ontwikkelen;

- Hoe we flexibele trajecten ontwikkelen voor studenten die met een achterstand starten;

- Hoe we omgaan met de schijnbaar tegenstrijdige doelstellingen van stijgende studentenaantallen en stijging van het studierendement.

OD 4.3 Ontwikkelen van ingebedde begeleidingstrajecten in opleidingen Onderzoek toont aan dat studiebegeleiding meer effectief kan worden als deze begeleiding ingebed is in de onderwijsactiviteiten. In verschillende opleidingen aan de VUB zijn reeds voorbeelden te vinden van dergelijke ingebedde begeleidingsactiviteiten, bv. extra taalondersteuning in het curriculum, aandacht voor studie- en examenvaardigheden in bepaalde vakken. We willen alle opleidingen dan ook aanmoedigen om voor de eerstejaarsstudenten te voorzien in een begeleidingstraject op maat van de opleiding. Dergelijk begeleidingstraject bestaat uit een opeenvolging van activiteiten die duidelijk zichtbaar zijn voor de eerstejaarsstudenten uit de opleiding (of studenten die de opleiding wensen aan te vatten) en die samen een coherent pakket vormen. Het doel van een begeleidingstraject is om risicostudenten vanuit de opleiding tijdig te detecteren en om studenten ondersteuning te bieden bij studieproblemen die zich in het eerste bachelorjaar kunnen stellen.

OD 4.4 Het uitwerken van een systeem van tutoring

Binnen studiebegeleiding wordt heden reeds gewerkt met tutoren. Studiebegeleiding is van start gegaan met de ontwikkeling van een online platform voor het beheer van aanvrage, matching en communicatie, waardoor we een uitbreiding van tutoren en tutees beogen. Ook samenwerking met andere tutorprojecten worden beoogd.

OD 4.5 Het aanbieden van uitstroombegeleiding

We zetten de loopbaanbegeleiding die het VUB Career Center via Adecco opneemt verder. We zullen er tevens voor zorgen dat de studiekeuze- en loopbaankeuzebegeleiding goed op elkaar worden afgestemd. De “career services” zullen structureel deel kunnen uitmaken van de keuzebegeleiding van het studiebegeleidingsaanbod.

SD5 Het uitbouwen van de onderwijsprofessionalisering tot een coherent en gedifferentieerd aanbod

Als resultaat van ASP1&2 bestaan er al belangrijke onderdelen van een onderwijsprofessionaliseringsaanbod voor lesgevers: een eendaagse training voor assistenten, het ZAP-traject dat verplicht is voor beginnend ZAP met een afdoende onderwijsaanstelling, een aanbod van kortere trainingen rond uiteenlopende onderwijskundige thema’s en de mogelijkheid om op maat sessies te ontwikkelen voor faculteiten of opleidingsraden. Daarnaast zijn er informatiedocumenten geschreven met informatie, stappenplannen met betrekking tot onderwijskundige thema’s en handleidingen voor het gebruik van tools rond onderwijsinnovatie. Dit aanbod heeft impact (zoals blijkt uit recent onderzoek naar de impact van het ZAP-traject; de impact betreft vooral het intensieve en samenhangende aanbod) en wordt sterk gewaardeerd door de deelnemers, zoals onder meer duidelijk wordt uit de evaluaties van de activiteiten, maar

ook uit informele contacten.

Er is echter nood aan een sterker uitgebouwde onderwijsprofessionalisering, met name een ruimer aanbod voor AAP en OAP betrokken bij het onderwijs, een aanbod voor gevorderd ZAP en coaching van individuele lesgevers. Daarbij willen we een aanbod ontwikkelen dat op een dubbele manier gedifferentieerd is: over de hele loopbaan heen – van de aanwerving tot het einde van de loopbaan – en gericht op verschillende expertiseniveaus – van beginners tot gevorderden. Het aanbod wordt afgestemd op de Competentietoets Onderwijs en op het beleid rond competentiemanagement. Het sluit daarnaast aan bij het gevoerde onderwijsbeleid en biedt een antwoord op de concrete noden van lesgevers.

Als operationele doelstellingen worden vooropgesteld:

OD 5.1 Coherent en gedifferentieerd aanbod

- Nieuw aanbod

OAP/AAP: Engelstalige variant van assistententraining en opvolgsessie

ZAP: basispakket voor beginnende lesgevers, terugkomdag ZAP-traject, aanbod voor gevorderd ZAP, aanbod voor voorzitters van opleidingsraden, individuele onderwijskundige coaching, ontwikkelen van criteria voor proeflessen

- Optimalisering van het aanbod

Afstemming aanbod op competentietoets, op criteria erkenning BKO & SKO, Effectiviteit van het aanbod

- Aanbod rond bepaalde thema’s

OD 5.2 Ontwikkelen van een ondersteunend platform voor professionalisering

SD6 Het stimuleren van onderwijskwaliteit en kwaliteitscultuur

De VUB biedt als lerende organisatie kwaliteitsvol onderwijs aan en stimuleert een positieve kwaliteitscultuur. Daarbij zetten wij zowel in op reglementen, processen en instrumenten als op een verdere bevordering van de kwaliteitscultuur door aandacht te schenken aan de gedeelde attitude van de verschillende belanghebbenden ten opzichte van de kwaliteit van het onderwijs. Dit sluit aan bij de verdere implementatie van het kwaliteitszorgsysteem en de voorbereiding van de instellingsreview.

In de looptijd van het beleidsplan willen we het nieuwe kwaliteitszorgsysteem verder implementeren (doordat de kwaliteitszorgcyclus verder doorlopen wordt) en waar nodig bijsturen. Deze bijsturing zal gebaseerd zijn enerzijds op een interne evaluatie en anderzijds op de aanbevelingen van de commissie die in 2016 de instellingsreview aan de VUB heeft uitgevoerd. In het bijzonder zal aandacht besteed worden aan:

Het versterken betrokkenheid van het facultaire niveau in het kwaliteitszorgsysteem; Hefbomen in de reglementen tot het ondernemen van actie wanneer onderwijskwaliteit niet meer kan worden gegarandeerd; Goede werking en opvolging van het instrument “Studentenfeedback”; Monitoring van de werklast vs. kwaliteitszorgsysteem;

· Benchmarking;

Kwaliteitszorg bij postgraduaten; Kwaliteitszorg bij interuniversitaire opleidingen; Evaluatiebeleid, studiesucces, studeerbaarheid, stages, studiemateriaal; Schakel- en voorbereidingsprogramma’s; Verbeteren toeleveren managementinformatie;

· Publieke informatie; Waardering van onderwijs.

SD 7 Het ontwikkelen van een taalbeleid

Als instelling in een multiculturele en multilinguale omgeving als Brussel is het ontwikkelen van en het inzetten op een taalbeleid een absolute must. Voor deze dringende uitdaging vertrekt de instelling op dit ogenblik van een onbeschreven blad. Het te ontwikkelen beleid moet passen in de missie van de VUB en voldoen aan de bottom-up behoeften van mensen en diensten aan de VUB. Daarnaast dient het bij te dragen tot de positionering van de VUB in Brussel, Vlaanderen, België, Europa en de wereld.

Voor deze strategische doelstelling werden volgende operationele doelstellingen omschreven:

OD 7.1 Een performante (re-)organisatie van de diverse ‘taalgerelateerde’ entiteiten in het belang van de instelling

OD 7.2 De ontwikkeling (in navolging van het gender- en het duurzaamheidsbeleid) van een talenbeleid dat spoort met de VUB-missie en dat de instelling versterkt

OD 7.3 De ontwikkeling van onderwijs/onderzoek/ dienstverlening rond taalbeleid met grote sociale en publicitaire meerwaarde in onze rekruteringsregio’s

II. KWALITEITSZORG EN ONDERWIJSINNOVATIE

1. KWALITEITSZORG

A. Het stelsel van kwaliteitszorg

Inleiding

Op 19 juni 2015 keurde de Vlaamse Regering de wijziging goed van de Codex Hoger Onderwijs met betrekking tot het stelsel van kwaliteitszorg en accreditatie in het hoger onderwijs. In dit stelsel krijgen de instellingen voor hoger onderwijs meer autonomie en verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsbewaking van de onderwijsactiviteiten. De instellingen moeten permanent en op eigen initiatief toezien op de kwaliteit van het onderwijs en moeten daarbij studenten, alumni, externe deskundigen uit het beroepenveld en internationale deskundigen betrekken.

Het decreet biedt aan de instellingen de mogelijkheid te kiezen voor een bijkomende beoordeling van de wijze waarop ze de regie voeren van de borging van de kwaliteit van de opleidingen. Op 9 december 2014 besliste de Raad van Bestuur van de VUB om in de periode 2015-2020 te worden onderworpen aan een instellingsreview, uitgebreid met een derde trail ‘de beoordeling van de regie van de borging van de kwaliteit van de eigen opleidingen’. Deze beslissing heeft tot gevolg dat de VUB in deze periode wordt vrijgesteld van opleidingsvisitaties en –accreditaties (met uitzondering van opleidingen die vallen onder de bepalingen van de Codex Hoger Onderwijs II.387/1).

Instellingsreview

De instellingsreview vond aan de VUB plaats in het voorjaar van 2016. De resultaten werden voor alle instellingen tegelijk bekendgemaakt in september 2017. De VUB ontving een positief besluit: de instelling heeft ‘een adequaat onderwijsbeleid [...] dat zij effectief en verbeteringsgericht uitvoert zodat zij, mede op basis van de heersende kwaliteitscultuur, kan garanderen dat de kwaliteit van haar onderwijs zich op een internationaal en maatschappelijk relevant niveau bevindt’.

De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) publiceerde tevens een evaluatie- en een adviesrapport op haar website. Het evaluatierapport beschrijft de kwaliteit van het onderwijsbeleid van de instelling; het adviesrapport heeft betrekking op de eigen regie voor de borging van de kwaliteit van de opleidingen. Met de aanbevelingen wordt rekening gehouden bij de verdere implementatie en bijsturing van het onderwijsbeleid in het algemeen en het kwaliteitszorgsysteem in het bijzonder.

Eigen regie

De wijze waarop de VUB de kwaliteit van de eigen opleidingen borgt, wordt beschreven in het kwaliteitshandboek onderwijs, goedgekeurd door de Academische Raad op 22 februari 2016. Hierin worden de uitgangspunten, verantwoordelijkheden, de kwaliteitszorgprocessen en -instrumenten beschreven. Deze processen en instrumenten hebben hun plaats in een kwaliteitscyclus.

De kwaliteitszorgprocessen hebben een overkoepelend karakter en bekijken de resultaten van de diverse kwaliteitszorginstrumenten op een structurele manier en in hun onderlinge samenhang. Het gaat dan meer bepaald om de strategische rapportage en de kwaliteitsbeoordeling onderwijs.

In de strategische rapporten wordt per faculteit informatie samengebracht over haar verschillende opleidingen: onderwijscapaciteit, instroomgegevens, cijfermateriaal met betrekking tot studiesucces, resultaten van de onderwijsevaluatie, informatie over de recentste externe of interne kwaliteitsbeoordeling en over de werking van de opleidingsraad. De vicerector Onderwijs- en studentenbeleid bespreekt deze rapporten met de decaan en de voorzitters van de opleidingsraden. Op basis van de aandachtspunten die uit het rapport blijken, stellen de opleidingsraden een actieplan op. Deze actieplannen worden gebundeld in een facultair actieplan, waarin ook overkoepelende initiatieven op facultair niveau kunnen worden opgenomen. Deze actieplannen worden gemonitord en waar nodig bijgestuurd.

Bij de kwaliteitsbeoordeling onderwijs wijdt elke opleiding elke vier jaar een diepgaande reflectie aan de kwaliteit van haar onderwijs. Deze reflectie mondt uit in een gesprek tussen de opleiding en een panel, waarbij werkpunten worden geïdentificeerd en aanbevelingen gedaan. Ter voorbereiding wordt een focusgesprek met studenten georganiseerd. De opleiding bereidt een presentatie voor met een sterkte-zwakteanalyse en een bespreking van recente, lopende en geplande acties. Hierover gaat de opleiding met het panel in gesprek. De werkpunten worden opgenomen in het actieplan van de opleidingsraad.

Tijdens het academiejaar 2016-2017 vonden voor de volgende opleidingen kwaliteitsbeoordelingen plaats:

Agogische Wetenschappen

BSc Agogische Wetenschappen

MSc Agogische Wetenschappen

Onderwijskunde/Educational Sciences

· MSc Onderwijskunde

MSc Educational Sciences

Psychologie

BSc Psychologie

MSc Psychologie

Computerwetenschappen – Toegepaste Informatica

BSc Computerwetenschappen

MSc Ingenieurswetenschappen: Computerwetenschappen

MSc Applied Sciences and Engineering: Computer Science

MSc Toegepaste informatica

Bedrijfskunde

MSc Bedrijfskunde

MSc Management

Geschiedenis

BA Geschiedenis

MA Geschiedenis

Archivistiek

MA Archivistiek: erfgoed- en hedendaags documentbeheer (interuniversitair)

European Integration

MSc European Integration

TEW/TEW:HI

BSc Toegepaste Economische Wetenschappen

· MSc Toegepaste Economische Wetenschappen

MSc Management Science (nieuwe naam: International Business)

BSc Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur

MSc Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur

MSc Business Engineering: Business and Technology

Wiskunde

BSc Wiskunde

MSc Wiskunde (interuniversitair)

Enkele opleidingen vielen onder de bepalingen van de Codex Hoger Onderwijs II.387/1 en hebben in 2016-2017 een visitatie ondergaan:

Bachelor of Laws in de rechten

Master of Laws in de rechten

Master of Laws in het notariaat

Tot de kwaliteitszorginstrumenten behoren de onderwijsevaluatie, aangevuld met focusgesprekken met studenten, een studietijdmeting en de alumnibevraging. Deze instrumenten worden centraal georganiseerd. Verder wordt van opleidingen verwacht dat zij hun werkveld bevragen en een benchmarking van de leerresultaten en het programma

uitvoeren. Een aantal van de centraal georganiseerde instrumenten werd in de context van de instellingsreview herzien. Dat was onder meer het geval voor de onderwijsevaluatie. Onder toezicht van een begeleidingscommissie vond in 2016-2017 voor het eerst de bevraging plaats in de nieuwe vorm (zie ook elders in dit jaarverslag). Naast het luik studietijdervaring – dat deel uitmaakt van de onderwijsevaluatie – werden ook pilootprojecten voor een studietijdmeting ontwikkeld, volgens de methode van tijdschrijven. Het eindrapport van het project studietijdmeting werd eind 20162017 opgeleverd en vormt de basis voor verdere beleidsbeslissingen over de vorm waarin de studietijdmeting wordt voortgezet. De alumnibevraging werd eveneens herzien en wordt elke vier jaar centraal georganiseerd voor alle opleidingen tegelijk. De nieuwe alumnibevraging liep voor het eerst in het najaar van 2016.

Onderwijs- en studentenbeleid biedt ondersteuning bij de initiatieven met betrekking tot kwaliteitszorg. Opleidingsraden worden ondersteund door kwaliteitszorgmedewerkers en er wordt ook onderwijsprofessionalisering (zie elders in dit jaarverslag) aangeboden die toelaat om de onderwijskundige kennis te verdiepen.

De opleidingsraden zelf zijn echter het belangrijkste orgaan voor de kwaliteitszorg van het onderwijs. De samenstelling en bevoegdheden van de opleidingsraad worden bepaald in het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel. De opleidingsraad tekent de visie van de opleiding(en) uit en neemt initiatief en/of formuleert voorstellen betreffende de inhoud, de vorm, de samenhang en de studeerbaarheid van de opleidingsprogramma’s, de invulling of wijziging van onderwijsopdrachten in overleg met de betrokken vakgroepen en de opmaak van een actieplan ter bewaking en verbetering van de kwaliteit van de opleiding(en). De opleidingsraad stimuleert de leden van het academisch personeel tot deelname aan activiteiten met betrekking tot onderwijsprofessionalisering en onderwijsinnovatie, neemt initiatief ten aanzien van opleidingsbrede activiteiten hierrond en fungeert als forum voor de uitwisseling van informatie en ervaringen met betrekking tot (de kwaliteit van) het onderwijs.

B. Aangevraagde en verkregen accreditaties

In 2016-2017 diende de Vrije Universiteit Brussel voor de volgende opleidingen een accreditatieaanvraag in bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). De NVAO nam voor deze opleidingen positieve accreditatiebesluiten.

Voor de volgende opleidingen werd een equivalentie gevraagd op basis van de accreditatie voor deze opleidingen door de Commission des titres d’ingénieur (Cti):

Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen

Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen: architectuur

Master of Science in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek / Master of Science in Electromechanical Engineering

Master of Science in de ingenieurswetenschappen: chemie en materialen / Master of Science in Chemical and Materials Engineering

Master of Science in de ingenieurswetenschappen: bouwkunde / Master of Science in Civil Engineering

Master of Science in de ingenieurswetenschappen: architectuur / Master of Science in Architectural Engineering

Master of Science in de ingenieurswetenschappen: elektronica en informatietechnologie / Master of Science in Electrical Engineering

Master of Science in de ingenieurswetenschappen: toegepaste computerwetenschappen / Master of Science in Applied Sciences and Engineering: Applied Computer science

Voor de volgende opleidingen werd de equivalentieaanvraag ingediend door de partnerinstelling:

Master of Science in de ingenieurswetenschappen: biomedische ingenieurstechnieken / Master of Science in Biomedical Engineering / International Master of Science in Biomedical Engineering

· Master of Science in de ingenieurswetenschappen / European Master of Science in Photonics

Master of Science in Nuclear Engineering

Voor de volgende opleidingen lag een visitatierapport opgesteld door de Nederlandse kwaliteitszorgorganisatie QANU aan de basis van de accreditatie:

Bachelor of Laws in de rechten

Master of Laws in de rechten

Master of Laws in het notariaat

C. Onderwijsevaluatie

Zoals elk jaar vonden ook tijdens academiejaar 2016-2017 de jaarlijkse onderwijsevaluaties plaats via een online enquête waarvoor alle studenten1 per e-mail door de Rector en de Vicerector Onderwijsbeleid werden opgeroepen om deel te nemen. Tijdens academiejaar 2016-2017 werd voor de eerste keer gebruik gemaakt van de vernieuwde onderwijsevaluatie.

De herziening van de onderwijsevaluatie is in eerste instantie vormgegeven door een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de faculteiten, studenten en medewerkers van het vicerectoraat Onderwijs- en Studentenbeleid. Het startkader van de nieuwe onderwijsevaluatie werd op 9 november 2015 goedgekeurd door de Academische Raad. De vernieuwde onderwijsevaluatie is voor het eerst ingezet tijdens het eerste semester 2016-2017 en een begeleidingscommissie heeft parallel de rapportage van de nieuwe onderwijsevaluatie geanalyseerd. Op basis van het advies van deze begeleidingscommissie is een nieuw kader uitgewerkt, dat op 9 november 2017 is goedgekeurd door de Academische Raad. Belangrijk hierbij is dat vanaf 2017-2018 gesproken zal worden over de studentenfeedback en niet meer over de onderwijsevaluaties.

1. Participatie

De onderwijsevaluatie vindt tweemaal per jaar plaats, na afloop van elk semester. De evaluatie van het tweede semester kent steeds een lagere deelname dan de evaluatie van het eerste semester. Verschillende factoren kunnen hieraan ten grondslag liggen: tweede zittijd, onbereikbaarheid van net afgestudeerden, zomerperiode, …

1.1. Eerste semester

Voor de onderwijsevaluatie van 2016-2017, eerste semester, heeft 29% van de studentenpopulatie zich geregistreerd (i.e. ingelogd) op de betreffende website. Van deze groep heeft 87% effectief deelgenomen aan de evaluatie (i.e. minstens één opleidingsonderdeel beoordeeld). Dit leidt tot een participatiegraad van 25,4% van de studentenpopulatie.

1.2. Tweede semester

Voor de onderwijsevaluatie van 2016-2017, tweede semester, heeft 25% van de studentenpopulatie zich geregistreerd. Van deze laatste groep heeft 83% beslist om inhoudelijk deel te nemen aan de evaluatie. Dit betekent dat het effectieve deelnamepercentage strandt op 21,5%.

1.3. Op jaarbasis

Wanneer we bovenstaande resultaten samenvoegen, komen we tot de volgende participatiecijfers voor academiejaar 2016-2017:

27% van de studentenpopulatie heeft zich geregistreerd; 23% van de studentenpopulatie heeft effectief inhoudelijk deelgenomen (i.e. 85% van de groep geregistreerde studenten);

15% van de geregistreerde studenten heeft ervoor gekozen om niet deel te nemen.

1.4. Vergelijking met voorgaande academiejaren

Figuur 1 toont het verloop van de participatiegraad op jaarbasis voor de periode 2001-2002 t.e.m. 2016-2017. De invoering van de registratieverplichting voor studenten in 2002-2003 heeft een zeer sterk positief effect gehad op de participatiegraad. Sinds 2004-2005 is dit positieve effect echter aan het verwateren. Sinds academiejaar 2007-2008 wordt de kritieke grens van 50% niet meer gehaald. Ook het invoeren van de vernieuwde onderwijsevaluatie heeft in 2016-2017 geen positief effect gehad op de deelname. Er zijn echter een aantal mogelijke oorzaken, zo is bijvoorbeeld de geplande campagne niet kunnen doorgaan en heeft een belangrijk deel (+-17%) van de studenten nooit een uitnodigingsmail ontvangen vanwege de migratie naar Office 365. De komende periode zal blijvend worden ingezet op het verhogen van de deelname.

1 Met uitzondering van doctoraatstudenten en studenten in een postgraduaat.

heeft in 2016-2017 geen positief effect gehad op de deelname. Er zijn echter een aantal mogelijke oorzaken, zo is bijvoorbeeld de geplande campagne niet kunnen doorgaan en heeft een belangrijk deel (+-17%) van de studenten nooit een uitnodigingsmail ontvangen vanwege de migratie naar Office 365. De komende periode zal blijvend worden ingezet op het verhogen van de deelname.

Figuur 1: verloop participatiegraad onderwijsevaluatie (op jaarbasis)

Figuur 1: verloop participatiegraad onderwijsevaluatie (op jaarbasis)

2. Resultaten onderwijsevaluatie

2. Resultaten onderwijsevaluatie

In de onderwijsevaluatie wordt aan studenten gevraagd om alle opleidingsonderdelen die ze hebben gevolgd in het voorgaande semester, te beoordelen op volgende aspecten:

In de onderwijsevaluatie wordt aan studenten gevraagd om alle opleidingsonderdelen die ze hebben gevolgd in het voorgaande semester, te beoordelen op volgende aspecten:

• Doelen;

• Inhoud;

Doelen; Inhoud;

• Begeleiding;

• Studiemateriaal;

• Evaluatie;

· Begeleiding; Studiemateriaal; Evaluatie; Docent.

• Docent.

Op het aspect docent kan de student elke (co-)titularis verbonden aan het opleidingsonderdeel beoordelen. Er wordt gevraagd een score te geven op een schaal van 0-10, daarnaast kan de student ook kiezen voor de antwoordcategorie ‘geen antwoord’.

Op het aspect docent kan de student elke (co-)titularis verbonden aan het opleidingsonderdeel beoordelen. Er wordt gevraagd een score te geven op een schaal van 010, daarnaast kan de student ook kiezen voor de antwoordcategorie ‘geen antwoord’.

De onderwijsevaluatie 2016-2017, eerste semester, heeft geleid tot 980 geldige2 microfiches3 van reguliere opleidingsonderdelen. Hierbij werden volgende gemiddelde scores gehaald:

De onderwijsevaluatie 2016-2017, eerste semester, heeft geleid tot 980 geldige2 microfiches3 van reguliere opleidingsonderdelen. Hierbij werden volgende gemiddelde scores gehaald:

Doelen: 7,45

· Inhoud: 7,53

Begeleiding: 7,32

Studiemateriaal: 7,25

Evaluatie: 7,35

2 Geldig = minimum 3 studenten hebben deelgenomen

Docent: 7,62

3 Een microfiche is de resultaatfiche van een opleidingsonderdeel binnen een bepaalde opleiding

16

2 Geldig = minimum 3 studenten hebben deelgenomen

3 Een microfiche is de resultaatfiche van een opleidingsonderdeel binnen een bepaalde opleiding

• Doelen: 7,40

• Inhoud: 7,47

• Begeleiding: 7,31

• Studiemateriaal: 7,18

• Evaluatie: 7,29

De onderwijsevaluatie 2016-2017, tweede semester, heeft geleid tot 891 geldige microfiches. Hierbij werden volgende gemiddelde scores gehaald:

• Docent: 7,57

Doelen: 7,40

· Inhoud: 7,47

Begeleiding: 7,31

Studiemateriaal: 7,18

Wanneer we bovenstaande resultaten samenbrengen komen we tot 1871 geldige microfiches van reguliere opleidingsonderdelen voor het academiejaar 2016-2017. De verdeling van de gemiddelde beoordelingen over de verschillende categorieën wordt weergegeven in figuur 2. Hieruit kan afgeleid worden dat studenten grotendeels positief staan ten opzichte van de gedoceerde opleidingsonderdelen. Op de verschillende aspecten wordt voor meer dan 96% van de microfiches een gemiddelde score hoger dan 5 gegeven.

Evaluatie: 7,29

Docent: 7,57

Wanneer we bovenstaande resultaten samenbrengen komen we tot 1871 geldige microfiches van reguliere opleidingsonderdelen voor het academiejaar 2016-2017. De verdeling van de gemiddelde beoordelingen over de verschillende categorieën wordt weergegeven in figuur 2. Hieruit kan afgeleid worden dat studenten grotendeels positief staan ten opzichte van de gedoceerde opleidingsonderdelen. Op de verschillende aspecten wordt voor meer dan 96% van de microfiches een gemiddelde score hoger dan 5 gegeven.

Uit figuur 2 en de gemiddelde scores kunnen we ook afleiden dat er geen grote verschillen bestaan tussen de gemiddelde beoordeling van de zes deelaspecten (doelen, inhoud, begeleiding, studiemateriaal, evaluatie en docent). Het aspect docent krijgt over de twee semesters de hoogste gemiddelde score, het aspect studiemateriaal de laagste. Op het aspect docent krijgt 2% van de microfiches een score ‘geen antwoord’. Het hoge percentage ‘geen antwoord’ op dit aspect kan worden verklaard door het feit dat de studenten niet steeds les krijgen van een van de toegewezen (co)titularissen

Uit figuur 2 en de gemiddelde scores kunnen we ook afleiden dat er geen grote verschillen bestaan tussen de gemiddelde beoordeling van de zes deelaspecten (doelen, inhoud, begeleiding, studiemateriaal, evaluatie en docent). Het aspect docent krijgt over de twee semesters de hoogste gemiddelde score, het aspect studiemateriaal de laagste. Op het aspect docent krijgt 2% van de microfiches een score ‘geen antwoord’. Het hoge percentage ‘geen antwoord’ op dit aspect kan worden verklaard door het feit dat de studenten niet steeds les krijgen van een van de toegewezen (co)titularissen

3. Opvolgsignalen

2: verdeling gemiddelde scores microfiches 2016-2017

2: verdeling gemiddelde scores microfiches 2016-2017

Vanaf 2016-2017 wordt niet meer gesproken over probleemsignalen, maar wel over opvolgsignalen. Een opvolgsignaal kan zich voordoen per aspect en niet meer op een globale beoordeling (zoals t.e.m. 2015-2016). Er is sprake van een opvolgsignaal indien aan volgende voorwaarden voldaan is:

Deelname van ten minste 3 studenten (geldig resultaat)

Participatiecriteria gekoppeld aan groepsgrootte - ten minste 50% bij groepsgrootte [1-15[ - ten minste 40% bij groepsgrootte [15-50[ - ten minste 30% bij groepsgrootte [50-150[ - ten minste 20% bij groepsgrootte 150 en meer 34% van de deelnemende studenten heeft voor een aspect minder dan 5 geantwoord op de schaal 0-10 · Het signaal doet zich voor op macroniveau én is te herleiden tot ten minste 1 geldige microfiche

In het eerste semester 2016-2017 waren er 62 opvolgsignalen voor 27 opleidingsonderdelen, in het tweede semester 43 opvolgsignalen voor 17 opleidingsonderdelen. In totaal waren er in academiejaar 2016-2017 dus 44

Figuur
Doelen Inhoud
Begeleiding Studiemateriaal Evaluatie Docent
Figuur

opleidingsonderdelen met één of meer opvolgsignalen. Omdat het kader van de onderwijsevaluatie is goedgekeurd door de Academische Raad van 9 november 2017, is besloten dat de resultaten van 2016-2017 niet naar het Academisch Dossier zullen gaan en dat ook de opvolgsignalen niet formeel moeten worden opgevolgd.

4. Studietijdervaring

Bovenop de beoordeling van de opleidingsonderdelen wordt er aan de studenten gevraagd om in te schatten of de tijd die zij besteed hebben aan een bepaald opleidingsonderdeel overeenstemt met de voorziene studietijd. Studietijd wordt hierbij uitgedrukt in ECTS. Wanneer een student meent dat de tijd die hij besteed heeft aan een opleidingsonderdeel 1 ECTS hoger ligt dan de voorziene studietijd, wordt hem gevraagd om +1 ECTS aan te duiden.

De studietijdervaring heeft geleid tot 875 geldige resultaten voor het eerst semester 2017-2018 en 874 geldige resultaten voor het tweede semester 2016-2017. Voor het volledige academiejaar 2016-2017 komt dit op 1749 geldige resultaten.

Figuur 3 geeft de resultaten van deze peiling naar studietijd op jaarbasis. We concluderen dat iets minder dan de helft van de opleidingsonderdelen (49%) een aantal ECTS kent dat naar de mening van de studenten overeenstemt met de tijd die zij eraan besteed hebben. Een niet onbelangrijk deel van de opleidingsonderdelen (40%) wordt echter door de studenten zwaarder (1 ECTS, 2 ECTS, 3 ECTS of meer) ervaren dan wat begroot werd door de opleiding. Slechts 11% van de opleidingsonderdelen wordt door de studenten als minder zwaar dan begroot ervaren.

Studietijdervaring 2016-2017 1749 opleidingsonderdelen

ECTS of meer

Figuur 3: Studietijdervaring in ECTS (onderwijsevaluatie 2016-2017)

5. Algemene tevredenheidsenquête en Opleidingsenquête

5. Algemene tevredenheidsenquête en Opleidingsenquête

Tot academiejaar 2016-2017 werden er naast de bevraging van de opleidingsonderdelen na het tweede semester steeds twee subenquêtes afgenomen: één betreffende het opleidingsprogramma en één betreffende de opleidingsfaciliteiten. De participatiegraad voor deze subenquêtes lag steeds beduidend lager dan de participatiegraad voor de evaluatie van de opleidingsonderdelen. De subenquête opleidingsprogramma kende in 2015-2016 een deelname van 12% en de subenquête opleidingsfaciliteiten een deelname van 11%.

Tot academiejaar 2016-2017 werden er naast de bevraging van de opleidingsonderdelen na het tweede semester steeds twee subenquêtes afgenomen: één betreffende het opleidingsprogramma en één betreffende de opleidingsfaciliteiten. De participatiegraad voor deze subenquêtes lag steeds beduidend lager dan de participatiegraad voor de evaluatie van de opleidingsonderdelen. De subenquête opleidingsprogramma kende in 2015-2016 een deelname van 12% en de subenquête opleidingsfaciliteiten een deelname van 11%.

Sinds academiejaar 2016-2017 zijn deze subenquêtes vervangen door een algemene tevredenheidsenquête (eerste semester) en een opleidingsenquête (tweede semester). In de opleidingsenquête worden studenten op het einde van hun bachelor- en masteropleiding gevraagd naar hun tevredenheid over opleidingsgebonden aspecten (programmaopbouw en competenties). In de algemene tevredenheidsevaluatie wordt gepeild naar de tevredenheid van de studenten over VUB-brede en facultair georganiseerde diensten. De algemene tevredenheidsenquête bestaat uit een vaste module die

Sinds academiejaar 2016-2017 zijn deze subenquêtes vervangen door een algemene tevredenheidsenquête (eerste semester) en een opleidingsenquête (tweede semester). In de opleidingsenquête worden studenten op het einde van hun bachelor- en masteropleiding gevraagd naar hun tevredenheid over opleidingsgebonden aspecten (programmaopbouw en competenties). In de algemene tevredenheidsevaluatie wordt gepeild naar de tevredenheid van de studenten over VUB-brede en facultair georganiseerde diensten. De algemene tevredenheidsenquête bestaat uit een vaste module die elk academiejaar wordt voorgelegd aan alle studenten en een variabele module waarvan interne VUB-diensten gebruik kunnen maken om hun bevraging te koppelen aan de onderwijsevaluatie. In academiejaar 20162017 is geen gebruik gemaakt van de variabele module.

Figuur 3: Studietijdervaring in ECTS (onderwijsevaluatie 2016-2017)

elk academiejaar wordt voorgelegd aan alle studenten en een variabele module waarvan interne VUB-diensten gebruik kunnen maken om hun bevraging te koppelen aan de onderwijsevaluatie. In academiejaar 2016-2017 is geen gebruik gemaakt van de variabele module.

5.1. Algemene tevredenheidsenquête

De Algemene Tevredenheidsenquête kende in 2016-2017 een deelname van 15,6%, 1971 van de 12634 studenten hebben deelgenomen. De participatie lag dus hoger dan de participatie aan de subenquêtes in 2015-2016.

De eerste vraag van de Algemene Tevredenheidsenquête peilt naar de tevredenheid over de Vrije Universiteit Brussel. Hierbij geeft 83% van de respondenten aan tevreden te zijn over de VUB (zie figuur 4).

De eerste vraag van de Algemene Tevredenheidsenquête peilt naar de tevredenheid over de Vrije Universiteit Brussel. Hierbij geeft 83% van de respondenten aan tevreden te zijn over de VUB (zie figuur 4).

Hoe tevreden of ontevreden ben je over de Vrije Universiteit Brussel?

Zeer ontevreden Ontevreden Eerder ontvreden

Figuur 4: Tevredenheid VUB –Algemene Tevredenheidsenquête onderwijsevaluatie 2016-2017

4: Tevredenheid VUB –Algemene Tevredenheidsenquête onderwijsevaluatie 2016-2017

Bij de andere vragen (figuur 5) valt op dat de studenten overwegend tevreden zijn over:

• De beschikbaarheid van het examenrooster (77%)

Bij de andere vragen (figuur 5) valt op dat de studenten overwegend tevreden zijn over:

• De beschikbaarheid van het lessenrooster (78%)

De beschikbaarheid van het examenrooster (77%)

• Het studentenportaal (74%).

De beschikbaarheid van het lessenrooster (78%)

Het studentenportaal (74%).

De studenten zijn minder tevreden over de VUBTIEK (17%) en de leslokaleninfrastructuur (12%).

De studenten zijn minder tevreden over de VUBTIEK (17%) en de leslokaleninfrastructuur (12%).

Neutraal Eerder tevreden
Tevreden Zeer tevreden
Figuur

Algemene Tevredenheidsenquête 2016-2017

Je faculteitssecretariaat

Infopunt studenten

StudentenAdministratieCentrum (SAC)

Studiebegeleidingscentrum (SBC) (incl.…

Studentenportaal MY.VUB (my.vub.ac.be)

ICT helpdesk ([email protected])

Leerplatform Pointcarré

VUBTIEK

Centrale Bibliotheek (Etterbeek)

Medische Bibliotheek (Jette)

Kwaliteit van het boeken- en tijdschriftenbestand

De leslokaleninfrastructuur aan de VUB

Beschikbaarheid van het collegerooster

Beschikbaarheid van het examenrooster

Aanbod aan vrijetijdsactiviteiten (sport, cultuur,…

zeer ontevreden eerder ontevreden neutraal eerder tevreden zeer tevreden geen antwoord

Figuur 5: Algemene Tevredenheidsenquête (onderwijsevaluatie 2016-2017)

Figuur 5: Algemene Tevredenheidsenquête (onderwijsevaluatie 2016-2017)

5.2. Opleidingsenquête

5.2. Opleidingsenquête

De Opleidingsenquête kende in 2016-2017 een deelname van 13,34%. 521 van de 3907 uitgenodigde studenten hebben deelgenomen. Ook hier lag de participatie dus hoger dan de participatie aan de subenquêtes in 2015-2016.

De Opleidingsenquête kende in 2016-2017 een deelname van 13,34%. 521 van de 3907 uitgenodigde studenten hebben deelgenomen. Ook hier lag de participatie dus hoger dan de participatie aan de subenquêtes in 2015-2016.

De eerste vraag van de Opleidingsenquête peilt naar de tevredenheid over de opleiding. Hierbij geeft 80% van de respondenten aan tevreden te zijn over de opleiding (zie figuur 6).

De eerste vraag van de Opleidingsenquête peilt naar de tevredenheid over de opleiding. Hierbij geeft 80% van de respondenten aan tevreden te zijn over de opleiding (zie figuur 6).

Hoe tevreden of ontevreden ben je als student over je opleiding?

6: Tevredenheid opleiding - Opleidingsenquête (onderwijsevaluatie 2016-2017)

Figuur 6: Tevredenheid opleiding - Opleidingsenquête (onderwijsevaluatie 2016-2017)

Bij de andere vragen (Figuur 7) valt op dat de studenten tevreden zijn over:

Bij de andere vragen (Figuur 7) valt op dat de studenten tevreden zijn over:

• De inhoudelijke samenhang van het programma (80%)

De inhoudelijke samenhang van het programma (80%)

• De beschikbaarheid van docenten en assistenten (77%)

· De beschikbaarheid van docenten en assistenten (77%)

• De wetenschappelijke vorming (79%)

De wetenschappelijke vorming (79%)

• Zelfstandig leren werken (85%)

Zelfstandig leren werken (85%)

• Het bijbrengen van probleemoplossend vermogen (76%)

Het bijbrengen van probleemoplossend vermogen (76%)

• Het bijbrengen van analytisch vermogen (75%)

Het bijbrengen van analytisch vermogen (75%)

Het ontwikkelen van een kritische geest en attitude (79%)

• Het ontwikkelen van een kritische geest en attitude (79%)

De studenten zijn minder tevreden over:

De studenten zijn minder tevreden over:

Informatie vanuit de opleiding over de keuzevakken (26%)

• Informatie vanuit de opleiding over de keuzevakken (26%)

Informatie vanuit de opleiding over de afstudeerrichtingen (20%)

• Informatie vanuit de opleiding over de afstudeerrichtingen (20%)

Informatie vanuit de opleiding over de beroepsuitwegen (30%)

Informatie over internationale uitwisseling (18%)

• Informatie vanuit de opleiding over de beroepsuitwegen (30%)

• Informatie over internationale uitwisseling (18%)

· Praktijkgerichte vorming (21%)

• Praktijkgerichte vorming (21%)

Ontwikkelen van internationale/interculturele vaardigheden (17%)

• Ontwikkelen van internationale/interculturele vaardigheden (17%)

Figuur
Zeer ontevreden
Ontevreden Eerder ontvreden
Neutraal Eerder tevreden
Tevreden Zeer tevreden

Opleidingsenquête

2016-2017

Inhoudelijke samenhang van je programma

Zwaarte/studeerbaarheid van je programma

Logische opbouw van je programma

Informatie vanuit opleiding over keuzevakken

Informatie vanuit opleiding over vereiste voorkennis

Informatie vanuit opleiding over afstudeerrichtingen

Informatie vanuit opleiding over beroepsuitwegen

Beschikbaarheid van docenten en assistenten

Mogelijkheid tot internationale uitwisseling

Informatie over internationale uitwisseling

Begeleiding bij internationale uitwisseling

Wetenschappelijke vorming

Praktijkgerichte vorming

Zelfstandig werken

Werken in groepsverband

Schriftelijke vaardigheden

Mondelinge vaardigheden

Probleemoplossend vermogen

Analytisch vermogen

Organisatorische vaardigheden

Rapporteringsvaardigheden

Ontwikkelen van een attitude van levenslang leren

Ontwikkelen van een maatschappelijk engagement…

Ontwikkelen van internationale/interculturele…

Ontwikkelen van een kritische geest en attitude

Ontwikkelen van een duurzame houding

Ontwikkelen van een vrije onderzoekende houding

zeer ontevreden eerder ontevreden neutraal eerder tevreden zeer tevreden geen antwoord

Figuur 7: Opleidingsenquête (onderwijsevaluatie 2016-2017)

Figuur 7: Opleidingsenquête (onderwijsevaluatie 2016-2017)

D. Alumni-enquête

D. Alumni-enquête

In het academiejaar 2014-2015 werd de alumni-enquête voor de laatste keer in haar oude vorm afgenomen. Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd er beslist om ook de alumni-enquête te herzien. Het nieuwe kader werd uitgewerkt in 2015-2016. Elke vier jaar organiseert het

In het academiejaar 2014-2015 werd de alumni-enquête voor de laatste keer in haar oude vorm afgenomen. Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd er beslist om ook de alumni-enquête te herzien. Het nieuwe kader werd uitgewerkt in 2015-2016. Elke vier jaar organiseert het departement Onderwijs- en Studentenbeleid een centrale bevraging van alumni die 1 tot 5 jaar voordien zijn afgestudeerd. Deze bevraging loopt over alle opleidingen heen en levert zowel de instelling als de betrokken opleidingen informatie op die kan worden gebruikt bij de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs.

De eerste bevraging voor alumni 2011-2012-2013-2014-2015 werd afgenomen tussen oktober en december 2016. In

totaal zijn 8833 alumni van 70 opleidingen aangeschreven om deel te nemen. Hieronder vallen initiële masteropleidingen, master-na-master opleidingen, bacheloropleidingen zonder master als finaliteit, alumni van geïntegreerde EhBopleidingen en alumni van interuniversitaire opleidingen waarvoor de VUB penvoerende instelling is. Voor deze laatste twee groepen vielen de vragen over de instelling weg.

Van de 8833 alumni die zijn aangeschreven om deel te nemen aan de alumni-enquête hebben 1182 alumni de enquête volledig ingevuld. Dit komt op een response rate van 13,38%.

Een aantal opvallende positieve resultaten:

· Bijna alle respondenten hadden binnen het jaar na het afronden van de opleiding een betaalde functie. Voor 74% was dit al het geval na drie maanden of minder.

Bijna 80% van de respondenten die hebben aangegeven dat ze momenteel aan het werk zijn, geeft aan tevreden of zeer te tevreden te zijn met de inhoud van de huidige job

Meer dan 80% van de respondenten geeft aan tevreden of zeer tevreden te zijn over de mate waarin de opleiding wetenschappelijke vorming heeft bijgebracht. Slechts 5% was hier ontevreden over.

· Bijna 86% van de respondenten geeft aan tevreden of zeer tevreden te zijn over het bijbrengen van zelfstandig leren werken door de opleiding.

De respondenten zijn erg tevreden over het bijbrengen van een kritische geest en attitude (meer dan 80% is tevreden of zeer tevreden) door de opleiding.

Bijna 80% van de respondenten is vanuit hun huidige ervaring tevreden over de opleiding 80% van de respondenten zou opnieuw kiezen voor de opleiding en bijna 80% zou de opleiding aanbevelen aan anderen.

Voor meer dan 80% van de respondenten was het opleidingsaanbod belangrijk in de keuze voor de VUB en voor 85% was de inhoud van de opleidingsprogramma’s belangrijk.

Meer dan 80% van de respondenten is trots dat hij/zij aan de VUB heeft gestudeerd

Meer dan 85% van de respondenten heeft goede herinneringen aan zijn/haar studententijd op de VUB.

Ongeveer 80% van de respondenten raadt de VUB aan anderen aan

De volgende aspecten vormen een aanleiding tot verdere reflectie en/of actie: 57% van de respondenten die momenteel werken vindt dat ze door de opleiding goed zijn voorbereid op de huidige functie. 10% vindt dat ze door de opleiding niet goed zijn voorbereid.

Ongeveer 34% van de respondenten vindt dat ze door de opleiding slecht zijn ingelicht over de beroepsuitwegen en slechts 30% is hierover wel tevreden. Dit is een belangrijk werkpunt. 25% van de respondenten is niet tevreden over de praktijkgerichte vorming binnen de gevolgde opleiding. Bijna 15% van de respondenten is niet tevreden over het bijbrengen van internationale/interculturele vaardigheden door de opleiding, slechts 50% is hierover wel tevreden.

Iets meer dan 18% van de respondenten geeft aan geen VUB-gevoel te hebben ervaren tijdens zijn/haar studententijd.

· 19% van de respondenten geeft aan nooit meer contact te hebben gehad met de VUB. Van de respondenten die wel nog contact hebben met de VUB geeft 64% aan tevreden te zijn over dit contact. 38% van de respondenten heeft nooit nog contact met de opleiding.

2. ONDERWIJSPROFESSIONALISERING

Onderwijs- en Studentenbeleid organiseert jaarlijks verschillende trainingen en trajecten voor het onderwijzend personeel van de Vrije Universiteit Brussel. Via dit aanbod wil de universiteit alle leden van het academisch personeel ondersteunen bij het (verder) ontwikkelen van hun didactische competenties ten behoeve van het verzorgen van kwaliteitsvol universitair onderwijs.

Naast het reguliere aanbod met trainingen en demo’s rond diverse didactische thema’s, richt de universiteit jaarlijks een onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten in, alsook een aanbod specifiek voor het Assisterend Academisch Personeel (AAP) en Wetenschappelijk en Pedagogisch Personeel (WPP) met een onderwijsopdracht, de zogenaamde onderwijstraining voor assistenten. Verder is er ook een professionaliseringsaanbod voor opleidingsraadvoorzitters.

Deze verschillende initiatieven worden gecommuniceerd aan het academisch personeel via de nieuwssectie op het intranet en een gerichte mailing. De website (https://onderwijsprofessionalisering.vub.ac.be) biedt permanent de mogelijkheid om het actuele aanbod te raadplegen en zich online in te schrijven.

A. Trainingen en demo’s

Onderwijs- en Studentenbeleid biedt voor docenten en assistenten een open trainingsaanbod aan. In het academiejaar 2016-2017 werden de volgende trainingen, infosessies en demo’s georganiseerd:

Trainingen m.b.t. didactiek:

- Evalueren: Antwoord- en beoordelingsmodellen

- Evalueren: Toetsmatrijs

- Evalueren van attitudes

- Meerkeuzetoetsen: Zó doe je dat!

- Workshop basisprincipes voor goed studiemateriaal

Trainingen, infosessies en demo’s m.b.t. onderwijsmedia en -technologie:

- Activerende lessen in grote groepen met Poll Everywhere

- Infosessie ConTest

- Infosessie teleclassing

- Infosessie lesopnames: basis

- Infosessie lesopnames, kennisclips, screencasting

· Trainingen rond stemgebruik:

- Stemtechnieken

Infosessies m.b.t. centrale onderwijsbeleidsthema’s:

- Aanvragen van examenflexibiliteit: infosessie voor onderwijzend personeel

Het totale aantal deelnames voor deze trainingen en demo’s bedroeg 154 (t.o.v. 101 deelnames in 2015-2016, 145 deelnames in 2014-2015 en 81 deelnames in 2013-2014). De gemiddelde waardering voor de trainingen was goed tot zeer goed.

B. Onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten

In 2013 startte het toenmalige Departement Onderwijsbeleid met een onderwijsprofessionaliseringstraject voor ZAPleden. Sinds academiejaar 2014-2015 geldt er een verplichte deelname voor een deel van deze doelgroep, waarbij de verplichting voornamelijk nieuw instromende, Nederlandstalige leden van het ZAP met een afdoende VUB-aanstelling betreft. (Beslissing Raad Van Bestuur, 3 juli 2012) Eventuele resterende plaatsen bij het traject worden opengesteld voor vrijwillige deelname. Het beleid hieromtrent werd vastgelegd in een bijlage bij het Reglement voor het Zelfstandig Academisch Personeel, de gastprofessoren en de vervangers, namelijk het document ‘Bijlage II. Onderwijsprofessionaliseringstraject’.

Het onderwijsprofessionaliseringstraject ondersteunt de docent in de ontwikkeling van de vooropgestelde onderwijscompetenties uit de competentietoets ZAP, luik Onderwijs. Het volledige traject vraagt van de deelnemers een tijdsinvestering van maximaal 90 uur en bestaat uit een residentiële stoomcursus van vier dagen, gevolgd door vier vervolgsessies, het maken van een video-opname van een eigen onderwijsactiviteit t.b.v. reflectie op de eigen didactische aanpak, het bijwonen van een college van een collega t.b.v. observatie en reflectie, en het uitwerken van een geïntegreerde opdracht, uitgaande van een eigen opleidingsonderdeel. Het traject wordt afgesloten met een evaluatiegesprek voor een jury.

In 2017 rondden 17 ZAP-leden het traject succesvol af en behaalden zij het ‘getuigschrift onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten’.

C. Onderwijstraining voor assistenten

Sinds 2015 biedt Onderwijs- en Studentenbeleid eendaagse onderwijstrainingen voor AAP- en WPP-leden met een onderwijsopdracht. Tijdens deze eendaagse trainingen wordt er vooral gefocust op basisdidactiek en de onderwijspraktijk van de deelnemers. De training geeft de deelnemers de belangrijkste handvaten mee om op een gedegen manier onderwijs te verzorgen en te begeleiden, en hierin steeds verder te groeien.

In het academiejaar 2016-2017 werden er drie onderwijstrainingen voor assistenten georganiseerd, met in totaal 43 deelnemers (t.o.v. 33 deelnemers in 2015-2016 en 32 deelnemers in 2014-2015). De gemiddelde waardering voor deze trainingen was goed tot zeer goed.

D. Aanbod voor opleidingsraadvoorzitters

In het najaar van 2015 startte Onderwijs- en Studentenbeleid met de uitbouw van een professionaliseringsaanbod specifiek voor de voorzitters van opleidingsraden. In het academiejaar 2016-2017 werd binnen dit kader een ‘Infosessie voor (nieuwe) voorzitters van opleidingsraden’ georganiseerd, waaraan 7 personen deelnamen.

3. ONDERWIJSINNOVATIE

A. Inleiding

Het onderdeel onderwijsinnovatie beschrijft de concrete initiatieven rond de vernieuwing binnen het onderwijs aan de VUB. Er wordt gerapporteerd over de projecten in het kader van het Fonds voor Onderwijsvernieuwing, de ontwikkelingen met betrekking tot het leerplatform PointCarré, de Dag van de Onderwijsinnovatie 2017, de ontwikkelingen rond lesopnames en rond de implementatie van onderwijstechnologie. Ten slotte rapporteren we ook over de antiplagiaatsoftware en de toetsverwerkingssoftware.

B. Fonds OnderwijsVernieuwingsProjecten (OVP)

In januari 2017 werd de zesde call voor Onderwijsvernieuwingsprojecten gelanceerd vanuit het vicerectoraat Onderwijsen Studentenbeleid (175.000 EUR). De commissie die de selectie heeft gemaakt bestond uit Prof. dr. Jan Danckaert (vicerector onderwijs- en studentenbeleid), Prof. dr. Nadine Engels (IDLO), Prof. dr. Ludwig Triest (WE), Prof. dr Tamara Vanhaecke (GF), Stijn Van Achter (OWSB), Joke Van den Broeck (OWSB).

De call bevatte twee categorieën waarvoor een project konden worden ingediend:

Categorie 1: vrijstelling of aanstelling ten belope van 0,2 FTE voor 1 jaar met het oog op het herdenken van het onderwijs (werkvorm, examen, studiemateriaal) voor één of meerdere opleidingsonderdelen.

· Categorie 2: innovatiekredieten ten belope van 5.000 euro of 10.000 euro voor de innovatie van een component van het onderwijs van één of meerdere opleidingsonderdelen. Het budget kan als werking worden aangewend of voor de aanstelling van personeel.

Voor categorie 1 werden twaalf projectaanvragen ingediend. Daarvan werden er zeven projecten volledig gefinancierd (totaalbedrag 156.000 EUR):

Titel project

Bruggen bouwen: buddy project voor kinderen en gezinnen met migratie- en vluchtelingenachtergrond

Het gebruik van virtuele leer- en communicatieplatformen in de tolk- en vertaalopleidingen

20.000 ES (+ andere faculteiten)

LW

Start-up sessions 20.000 WE

Samen leren in detentie 20.000 RC

MOOC Brussels multidisciplinary analysis of a capital in transition

Reaping the harvest

LW

WE

Sharepoint portal gebruiken als stageplatform voor externe stagebegeleiders 36.000 VUB-breed

Tabel 1: Overzicht goedgekeurde projectaanvragen (OVP 2017) - categorie 1

Voor categorie 2 werden vier projecten ingediend. Daarvan werden er twee gehonoreerd (totaalbedrag 19.000 EUR):

Titel project

Bedrag (EUR) Faculteit

Verlagen van drempel voor elektronica en ICT in projectonderwijs 10.000 IR

Bootcamp SPSS 9.000 ES

Tabel 2: Overzicht goedgekeurde projectaanvragen (OVP 2017) – categorie 2

Opvolging Onderwijsvernieuwingsprojecten

De onderwijsvernieuwingsprojecten worden opgevolgd vanuit Onderwijs- en Studentenbeleid via voortgangsgesprekken, tussentijdse rapportages, plaatsbezoeken en eindrapporteringen. De projectverantwoordelijken worden aangemoedigd om hun resultaten te delen met andere collega’s via informele kanalen en via de Dag van de Onderwijsinnovatie (zie hieronder, B.).

De projecten uit de OVP-ronde 2015 zijn volledig afgerond (eindrapport en presentatie op dag van de Onderwijsinnovatie) behalve het project “Een studentenbedrijf als leeromgeving voor studenten”, waar een tussentijdse stand van zaken is gerapporteerd, maar het eindrapport nog niet is opgeleverd, wegens langere looptijd van het project.

De projecten uit OVP-ronde 2016 zullen hun presentatie doen op de Dag van de Onderwijsinnovatie 2019.

Project

Modulaire elektronische wiskunde en statistiek leeromgeving (ES)

Oprichting van een interactieve online oefenomgeving voor paleografie  (LW)

Blauwdruk voor interdisciplinaire samenwerking bij studenten (BISS) (ES)

Multidisciplinair en transformatief probleem-gestuurd onderwijs in de MA geneeskunde  (GF)

Vernieuwde onderwijstechnieken binnen het internationaliseringstraject  manuele therapie (LK)

Critical research integrated methodological educational project (RC)

Implementatie van blended learning in de opleiding kinesitherapie en revalidatiewetenschappen (LK)

Methodologische aanpak voor projectmatig onderwijs  (IR)

Masterproef onderzoeksjournalistiek (LW)

Truebiters: serious game voor logica (WE)

MAMCA-game: naar een duurzaam stadsdistributiesysteem dmv gamebased learning (ES)

Active learning Spaces (PE)

Tabel 3: stand van zaken OVP-projecten 2016

Tussentijdse opvolging Eindrapport andere

Presentatie aan collega’s

Presentatie van de resultaten voor Onderwijsinnovatie

Presentatie van de resultaten voor Onderwijsinnovatie

Evaluatiemoment studenten bijgewoond door OWSB

Demo voor Onderwijsinnovatie

Lesmoment bijgewoond door OWSB

Officiële presentative van de ruimte door projectverantwoordelijken

C. Dag van de Onderwijsinnovatie 2017

Op 10 februari 2017 werd een dag van de Onderwijsinnovatie georganiseerd waar de projectteams van de OVP-projecten 2015 hun projectresultaten hebben voorgesteld. Deze dag werd vormgegeven door medewerkers uit Onderwijs-en Studentenbeleid, in samenwerking met IDLO. De dag werd ingeleid door mevrouw Lieve Van den Brande (Europese Commissie DG EMPL-skills & kwalificaties) en afgerond door vicerector Jan Danckaert en prof. dr. Koen Lombaerts.

Het hoofdprogramma bestond uit twee delen, waarbij deelnemers telkens de keuze hadden tussen 3 parallelthema’s:

DEEL I.

Thema 1: MOOCS

a) ‘Introduction to data analysis with R’ als Mooc op datacamp (Kris Boudt, ES)

b) Development of mooc courses in educational sciences (Chang Zhu, PE)

Thema 2: Blended Learning

a) Blended learning in de ingenieurswetenschappen (Isabelle Vandendael e.a., IR)

b) Online oefeningenomgeving voor wiskunde (An Braeken, IR)

Thema 3: Learning by doing

a) Games-based learning (Kim Willems, ES)

b) Een studentenbedrijf als leeromgeving (Joke Bauwens, ES)

DEEL II

Thema 1: Motivatie en inzicht verhogen

a) Geïntegreerd practicum Biologie (Harry Olde Venterink, WE)

b) Informatica en elektronica (Jan Lemeire, IR)

Thema 2: Simulatie-onderwijs

a) Pre-hospitaalopvang van treaumapatiënten (Luc Huyghens, GF)

b) Opleiding arts-specialisten (Yves Hubloue, GF)

Thema 3: Differentiëren en diversifiëren

a) Live-ondertiteling (Martine Goedefroy, LW)

b) Orientatietoetsen Engels en Frans (Jasper Vandenberghe, ACTO)

De dag werd afgesloten met een netwerklunch.

Evaluatie Dag van de Onderwijsinnovatie 2017 door de deelnemers

De beschrijving van de dag dekte de lading 4,1/5

De dag heeft voldaan aan mijn verwachtingen 4/5

De dag was leerzaam 4,1/5

Ik ga proberen elementen te gebruiken in mijn les 3,7/5

De tijdsinvestering is verantwoord 3,8/5

Tabel 4: tevredenheid dag van de onderwijsinnovatie 2017

Welke elementen moeten we behouden?

Netwerking opleidingsoverstijgende element voorstelling van de resultaten van de OVP’s

Welke elementen moeten we verbeteren?

Nog meer praktische insteek – concretiseren van OVP’s

Meer interactiviteit – kennisuitwisseling

Insteek van de studenten uit de projecten

Meer info over de dag van de Onderwijsinnovatie is terug te vinden op: http://www.vub.ac.be/onderwijs/dag-van-deonderwijsinnovatie#home

D. Lesopnames en teleclassing

Lesopnames

Voor lesopnames werkt de VUB Panopto, waarvoor een integratie is gemaakt met het leerplatform, PointCarré.

Op 1 oktober 2017 waren volgende lokalen uitgerust met vaste lesopname-installaties:

LOKALEN CAPACITEIT

E3.03 28

E3.04 28

E2.13 38

D2.20 48

D2.23 48

E0.07 64

E0.04 100

D0.05 127

D0.07 140

D0.08 128

D0.03 200

QC 300 QA 580

Tabel 5: Overzicht lokalen uitgerust met lesopnameapparatuur (situatie 1 oktober 2017) campus Etterbeek

Verder is er nog een mobiele flightcase beschikbaar in Etterbeek en wordt er in Jette gewerkt met een mobiele flightcase. Daarnaast hebben docenten de mogelijkheid om de software op hun eigen laptop te installeren en met een externe microfoon en camera te werken. AV Services heeft enkele setjes met microfoon en camera hiervoor ter beschikking in de uitleendienst.

In februari 2017 is Panopto gemigreerd van de eigen servers naar extern gehoste servers.

Statistieken

Ook in 2016-2017 is het aantal opgenomen uren lessen weer gestegen. Studenten geven in de studentenfeedback aan dat ze de opnames ook zeer sterk waarderen. We merken in de statistieken dat er vaak gericht wordt gekeken naar bepaalde delen in de opnames en vooral tijdens de voorbereiding voor een examenperiode. Opnames beginnen ook een integraal deel te worden van cursussen, waarbij studenten opnames als voorbereiding op een les moeten bekijken.

Periode 15/07/2014 –15/07/2015

Periode 16/07/2015 –15/07/2016

Periode 16/07/201615/07/2017

Tabel 6: overzicht aantal opgenomen uren les 2014-2015, 2015-2016 en 2016-2017.

In het AJ 2016-2017 werden er 4 algemene infosessies lesopname georganiseerd en daarnaast nog enkele individuele sessies met docenten, op aanvraag. Deze sessies worden samen met AV Services ingericht.

Teleclassing

Infrastructuur

De VUB beschikt over vijf lokalen uitgerust met teleclassingapparatuur (Polycom). Op campus Etterbeek worden vooral lokaal E3.03 en E3.04 (klein)  en D0.05 (groot) gebruikt voor teleclassing-lessen. Lokalen E3.03 en E3.04 worden, in de mate van het mogelijke, exclusief daartoe voorbehouden. De andere lokalen dienen eerder als back-up, bijvoorbeeld wanneer er zich technische problemen voordoen of bij grotere groepen.

In het academiejaar 2016-2017 werden er, samen met AV Service, twee algemene infosessies Teleclassing georganiseerd voor een totaal van 9 deelnemers.

E. Leerplatform PointCarré – aankoop Canvas

In juli 2016 is er na overleg met de Erasmushogeschool Brussel (EhB) om mee in te stappen in de openbare aanbesteding die door de EhB werd uitgeschreven voor de aankoop van een nieuw leerplatform. Hiermee had de VUB de optie om met de winnende aanbesteder in zee te gaan. In november en december 2016 heeft de VUB de drie aanbestedende platformen mee getest. Eind december 2016 heeft EhB beslist om Canvas by Instructure te kiezen als nieuwe leverancier van leerplatform. In de periode januari 2017-februari 2017 heeft de VUB dit platform meer in detail bekeken. Na deze testperiode is er beslist om de aankoop van dit platform voor te leggen aan de verschillende organen en gebruikersgroepen binnen de VUB. Dit traject bestond uit een uitvoerige consultatie van gebruikers (docenten en assistenten, administratief personeel, studenten) en vervolgens presentaties van de Canvas-oplossing op Raad van Decanen, Studentenraad, Onderwijsraad, Academische Raad en Directiecomité. In december 2017 is de aankoop van Canvas goedgekeurd door het Directiecomité en is de aankoop getekend.

De ondersteuning van PointCarrégebruikers bestond uit een quick start voor docenten, een folder voor studenten, enkele informatiesessies en de individuele begeleiding van docenten met specifieke vragen. Daarnaast werden er individuele vragen behandeld via de PointCarré-helpdesk.

F. Toetsverwerking

Onderwijsinnovatie en -ondersteuning biedt docenten iedere examenperiode ondersteuning aan bij het verwerken en/ of analyseren van meerkeuzetoetsen en – zagen examens. Tijdens academiejaar 2016-2016 zagen we een zeer grote stijging van het aantal examens via meerkeuze-formulieren. We noteerden we de volgende aantallen:

Tabel 7: Overzicht aantal examens/testen verwerkt via toetsverwerkingsysteem AJ 2016-2017 (en vergelijking met 20152016)

G. Andere implementaties

Proeftuin

In 2016-2017 werd er samen met AV services een lokaal ingericht als proeftuin. Dit lokaal, D 1.19, wordt gebruikt om nieuwe technische implementaties voor te stellen, te laten uittesten door verschillende gebruikers en om technisch te bekijken wat er mogelijk is.

In mei 2017 werd de proeftuin voorgesteld aan de VUB-gemeenschap. Meteen konden docenten er een aanbod aan digitale borden komen testen. (zie hieronder).

Digitale borden

In 2017 werd er samen met AV Services een proefopstelling opgezet met enkele digitale borden die door docenten konden worden getest. Op basis van enkele scenario’s en richtvragen werd er met de stakeholders gekeken welk bord en welk type bod het best aansluit bij de wensen van de docenten. Op basis van de testen werd een type bord gekozen dat breder binnen de VUB zal worden uitgerold.

Student response systeem: Poll Everywhere

In 2016-2017 werd er geëxperimenteerd met een student response systeem dat de klassieke “stembakjes” van TurningPoint zou moeten vervangen. De stembakjes werden zeer vaak uitgeleend en de uitleendienst moest steeds vaker aanvragen weigeren wegens de onbeschikbaarheid van de stemsystemen. De docenten maakten zeer snel de overstap naar het online voting systeem. Vanaf 2018 wordt het student response systeem VUB-breed gepromoot ter vervanging van de stembakjes. Deze bakjes blijven voorlopig in de uitleen voor specifieke aanvragen.

Statistieken

In 2017 hebben 74 docenten gebruik gemaakt van Poll Everywhere. Er werden 45869 antwoorden gegenereerd.

H. Learning and Innovation Center

In 2017 is Onderwijsinnovatie en -ondersteuning, als vertegenwoordiger van Onderwijs- en Studenenbeleid, nauw betrokken bij de totstandkoming van het aspect “leren” voor het nieuw Learning and Innovation Center, via de kernwerkgroep “bibliotheek en leren”.

III. STUDIEBEGELEIDING

1. INLEIDING EN BESCHRIJVING

1.1. Situering van de dienst Studiebegeleiding (SB) binnen de VUB

De Studiebegeleiding is een dienst die instaat voor de begeleiding van studenten. Deze dienst is operationeel onder het vicerectoraat Onderwijs- en Studentenbeleid. Alle begeleidingsinitiatieven worden op elkaar afgestemd, zodat een integraal begeleidingspakket op maat van de student kan geleverd worden.

1.2. Missie

De Studiebegeleiding is een dienst waar elke student met respect voor zijn eigenheid (als een autonoom en competent individu) in vertrouwen terecht kan met al zijn studiegerelateerde vragen/problemen tijdens zijn volledige studieloopbaan. Samen met de student wordt gezocht naar een gepaste oplossing of begeleiding op maat. De Studiebegeleiding staat voor gelijke kansen voor elke student.

1.3. Doelstelling

De Studiebegeleiding biedt een professionele dienstverlening aan de studenten om: Het studierendement te verhogen

· Het studentenwelzijn te verbeteren

1.4. Methodiek

We staan voor een laagdrempelige en vlotte dienstverlening waarbij de student centraal staat.

· Een student helpen we op maat verder via individuele begeleiding, workshops, e-mail, telefoon, met of zonder afspraak.

We werken behoeftegestuurd (vanuit de student, faculteit, studierichting, cijferanalyses, enz.).

In relatie met de student tonen we begrip en empathie.

· We staan voor gelijke kansen via een inclusieve aanpak en redelijke aanpassingen aan onderwijs- en examenactiviteiten.

Risicostudenten worden gedetecteerd en actief benaderd.

Met een geëngageerde student gaan we een procesverbintenis aan (geen resultaatsverbintenis).

We houden ons aan een transparante deontologische code met discretieplicht en beroepsgeheim.

We doen aan kwaliteitscontrole via evaluaties van de eigen werking.

1.5. Team

Het Studiebegeleidingsteam bestaat uit Studietrajectbegeleiders, Studiebegeleiders en Studentenpsychologen. Naast generieke taken (zie infra) hebben zij, afhankelijk tot welk subteam ze behoren, specifieke kerntaken.

Studietrajectbegeleiders hebben o.m. als kerntaak het adviseren van de samenstelling van het individueel studietraject; het oplossen van complexe vragen rond OER en leerkrediet; het leveren van advies bij beroepscommissies; de voorbereiding en de controle van deliberaties, ...

De kerntaken van de Studentenpsychologen richten zich in hoofdorde op studiegerelateerde psychosociale problemen zoals stress en faalangst; studeren in een bijzondere situatie (reflex, …); studiekeuze en heroriëntering; student in crisis, ...

Studiebegeleiders staan o.m. in voor de vakoverschrijdende en vakspecifieke begeleiding; het aftoetsen en verwerven van startcompetenties; het uitwerken van begeleidingstrajecten op maat van een opleiding, …

2. DIENSTVERLENING SB NAAR DE STUDENT TOE

2.1. Visuele voorstelling

2.2. Generieke dienstverlening

De generieke dienstverlening naar de student toe bestaat uit volgende taken:

· Informatieverschaffing: algemene informatie over opleidingen, opleidingstrajecten, individuele trajecten, begeleidingsinitiatieven ... Studiekeuze-begeleiding door geven van informatie; Student juist doorverwijzen: na eerste contact met een student en dit vanuit vraag/’diagnose’; Individuele begeleiding op maat aanbieden; Workshops/groepsessies aanbieden;

· Studenten bewust maken van hun (risicovolle) studiesituatie: via de studievoortgangs- en studievoortgangsbewakingsgesprekken.

2.3. Aanspreekpunten

Contactpunt

In het contactpunt kunnen studenten terecht voor een ‘eerste gesprek’. Wanneer de medewerker de vragen/problemen niet onmiddellijk kan oplossen, wordt gezorgd voor een correcte doorverwijzing naar de voor hun geschikte begeleiding. De student moet dus zelf niet meer op zoek gaan naar de juiste begeleider en/of begeleidingsactiviteit. Studenten kunnen er terecht elke werkdag van 9u tot 17u, dus ook tijdens de middag (zowel Face to Face als telefonisch).

E-mail

Via [email protected] en [email protected] kunnen studenten hun vragen stellen.

Facultair + SB

Bij vragen en problemen omtrent de opleiding, mogelijkheden in het opleidingstraject en het te volgen studietraject (zowel standaardtraject als afwijkingen hierop) kunnen de studenten steeds beroep doen op de studietrajectbegeleider (STB) van hun opleiding.

De STB kan zowel telefonisch, per e-mail als face to face gecontacteerd worden (zowel op afspraak als tijdens vaste spreekuren). Door deze laagdrempeligheid en aanspreekbaarheid van de STB heeft deze tevens een belangrijke doorverwijsfunctie naar andere bevoegde diensten en personen in het verder helpen van de student.

Figuur 8

Centraal

Via de externe website van de VUB en via student.vub wordt de student geïnformeerd over de mogelijkheden die de Dienst Studiebegeleiding kan aanbieden.

Dienst Topsport en Studie

De Dienst Topsport en Studie is een aanspreekpunt, specifiek voor topsportstudenten. T&S begeleidt (i.s.m. de STB) de student bij (i) zijn studiekeuze, (ii) het uitstippelen van een individueel studietraject in functie van het sportief programma en (iii) het bekomen van maximale studie- en examenflexibiliteit.

2.4. Begeleidingsinitiatieven

Studiekeuzebegeleiding

Voor de start van zijn studie wordt de student zowel geïnformeerd over de mogelijkheden en opleidingen die de VUB aanbiedt als begeleid binnen zijn/haar keuzeproces. Volgende initiatieven en activiteiten dragen hiertoe bij:

· Workshop leren kiezen in scholen SO

Het werkboek ‘Kieswijzer’

De VOETENdagen (workshop ‘Leren Kiezen’ en ‘Studeren aan de universiteit’)

Workshop ‘Eerste hulp bij studiekeuze’ tijdens de lentevakantie

Studie-informatiedagen (SID-in dagen)

Info-dagen

· Voorkennistoetsen (Wiskunde, Fysica, Chemie en Academisch Nederlands)

Voorbereidingsactiviteiten/studiemateriaal

Om de brug te slaan tussen het secundair en het hoger onderwijs zijn er heel wat initiatieven uitgewerkt rond het versterken van de startcompetenties van studenten. Een deel van deze initiatieven wordt aangeboden nog vooraleer het academiejaar van start gaat, een ander deel concentreert zich tijdens de eerste weken van het academiejaar.

· Workshops ‘Toelatingsexamen arts’

Klaar voor de start: een tweedaagse cursus waarbij een aantal topics aan bod komen waaronder bv. ‘College volgen’

Vakinhoudelijke voorbereidingscursussen (Wiskunde, Chemie en Fysica)

Het handboek ‘Studeerwijzer, op weg naar succesvol studeren’

· Pretoetsen (tijdens de onthaalweek)

Onthaalactiviteiten: zowel voor dag- als werkstudenten

Bevorderen van een goede studievoortgang

Eens het academiejaar van start is, is het belangrijk om op elk moment de student te kunnen bijstaan voor zowel psychosociale, vakinhoudelijke als vakoverschrijdende begeleiding wanneer hij/zij dit nodig acht. Dit gebeurt hoofdzakelijk op individuele vraag4, maar kan ook door deelname aan groepsactiviteiten5

Gesprekken/remediëring na tussentijdse evaluaties: studenten binnen bepaalde opleidingen (WE, GF, IW en RC) worden uitgenodigd voor een volggesprek omtrent hun studiehouding en de behaalde resultaten.

Taalbegeleiding: volgende trainingen werden georganiseerd: presentatievaardigheden, Taalateliers en Academisch Nederlands (in samenwerking met ACTO).

Studie- en examenvaardigheden: in beide semesters worden workshops aangeboden m.b.t. deze thema’s (ook Engelstalige). In verschillende opleidingen werd in 1ste Ba een begeleidingstraject uitgewerkt waar een training studie- en/of examenvaardigheden geïntegreerd in het curriculum wordt gegeven. De Dienst Topsport en Studie biedt zowel in het eerste als tweede semester een reeks van workshops aan i.f.v. de combinatie topsport en studie.

Psychosociale begeleiding: studenten die te kampen hebben met faalangst en studiestress kunnen deelnemen aan een groepstraining of individueel begeleid worden. Ook de dienst Topsport en Studie biedt workshops aan m.b.t. mentale training voor topsportstudenten (bv. omgaan met stress, veerkracht).

Vakspecifiek begeleidingsprogramma: het VIP-programma (Very Intensive Program) bundelt een aantal begeleidingsinitiatieven bij de knelvakken Wiskunde, Chemie en Fysica binnen de WE.

Vakspecifieke studievaardigheden: voor de knelpuntvakken Chemie, Fysica, Wiskunde en Statistiek worden permanenties georganiseerd.

4 Aantal individuele begeleidingsdossiers 16-17: 1852.

5 Workshops 1617: 1e semester: 476 inschrijvingen, 296 deelgenomen (62,2%); 2e semester: 337 inschrijvingen, 230 deelgenomen (68,2%).

Studietrajectbegeleiding6: de studietrajectbegeleiders zijn verantwoordelijk voor, geven informatie over, en/of helpen studenten bij het oplossen van problemen met:

- het samenstellen van het individueel traject: bv. toelatingsvoorwaarden bij overstap andere opleiding/ instelling, nagaan vrijstellingen, buitenlands diploma …

- wijzigingen in het jaarprogramma

- wijziging van opleiding

- inschrijving en registratie van het traject

Redelijke flexibiliteit met aandacht voor heterogeniteit: studentenpsychologen staan in voor de individuele begeleiding en advisering van studenten in specifieke situaties (topsportstudenten, werkstudenten, studenten met een functiebeperking) met betrekking tot het aanvragen van redelijke aanpassingen voor studie- of examensituaties.

Studievoortgangsgesprekken: studievoortgangsgesprekken hebben als doel om vooral te peilen naar de oorzaak/redenen van de zwakke studievoortgang. Bijkomend worden studenten geïnformeerd over bindende voorwaarden, over begeleidingsinitiatieven, heroriënteringsmogelijkheden … Zij worden georganiseerd na de januarizittijd. Ook de dienst Topsport en Studie organiseert voortgangsgesprekken voor topsportstudenten, en past het studieprogramma (indien vereist in functie van de studieresultaten en/of het sportief programma) aan voor het tweede semester.

Studievoortgangsbewakingsgesprekken: om de vergaande flexibilisering binnen de perken te houden, maar ook om het studentenwelzijn en het studierendement te verhogen, werd een strenger studievoortgangsbewakingssysteem uitgewerkt waarin professionele begeleiding op maat van risico-studenten wordt voorzien. Elke student die onder bindende voorwaarden wordt geplaatst krijgt een uitnodiging tot ‘verplichte studiebegeleiding’ (een gesprek over zijn/haar studievoortgang en een eventuele doorverwijzing of opvolging rekening houdend met zijn/haar specifieke situatie).

Onderzoekscompetenties: ten behoeve van studenten die een paper en masterproef moeten schrijven worden verschillende trainingen aangeboden.

Tutoring-project: studenten met een vraag naar bijles worden in contact gebracht met een geschikte tutor. De werkgroep Tutoring coördineert de tutorwerking waarbij succesvolle hogerejaarsstudenten ingeschakeld worden voor individuele, vakinhoudelijke begeleiding. Daarnaast zorgt zij voor de bewaking, opvolging en ondersteuning. Sinds 16-17 treden sommige IDLO-studenten op als tutor, dit in het kader van hun stage. Massablokken: om studenten de mogelijkheid te geven in optimale omstandigheden samen te studeren tijdens de blok- en examenperiode, worden door een aantal VUB-diensten aangepaste ruimtes voorzien, waaronder de SBC - studeerruimte.

2.5. Opstellen van bijzondere procedures

Om de aanvragen van studenten rond bepaalde thema’s te faciliteren werden door SB - medewerkers een aantal procedures uitgewerkt en/of geoptimaliseerd.

Procedure inzake reflexmaatregelen: SB werkt de procedures inzake studie- en examenflexibiliteit verder uit. Het team SP tracht hierbij meer duidelijkheid, efficiëntie en transparantie te bereiken in de aanvraagprocedures voor het statuut van reflex-student en maatregelen, zowel voor de studenten als voor het (academisch) personeel.

Procedure inzake Tutoring: SB werkt bijzondere procedures voor verschillende facetten van tutorwerking verder uit. Procedures voor kennisgeving, aanmelding, screening, professionalisering, aanvraag, matching, doorverwijzing, registratie van tutor-tutee activiteit, communicatie en evaluatie moeten een universiteitsbrede tutorwerking met focus op knelvakken mogelijk maken.

Procedure inzake studenten zonder SO-diploma: SB gidst de student zonder diploma SO doorheen de toelatingsprocedure tot een bacheloropleiding. Een studentenpsycholoog is betrokken bij de beoordeling van het dossier, de testing van de student, de verwerking van het resultaat en -desgevallend-de aflevering van het attest tot toelating via de UAB.

Procedure voor student in crisis en bij overlijden: SB werkt de procedures inzake crisis en overlijden van een VUB-student verder uit. Het team SP tracht op een eenduidige manier de te volgen stappen overzichtelijk in kaart te brengen en ervoor te zorgen dat er op een efficiënte manier wordt gehandeld en gecommuniceerd.

6 De individuele gesprekken van de STB’ers worden nog niet digitaal geregistreerd.

3. INTERNE WERKING TER ONDERSTEUNING VAN DE DIENSTVERLENING NAAR STUDENTEN TOE

De dienstverlening aan studenten kan maar ten volle worden opgebouwd als, naast het reguliere aanbod van begeleidingsactiviteiten, ook geïnvesteerd wordt in verdere professionalisering van haar expertise o.m. door middel van overleg/samenwerking met studenten, faculteiten en bij de verschillende diensten die eerstelijnsinformatie aan studenten aanbieden.

Om haar dienstverlening aan studenten te optimaliseren eventueel te innoveren heeft de dienst Studiebegeleiding daartoe een aantal werkgroepen opgericht. Tot de generieke taken van de medewerkers binnen deze werkgroepen behoren o.m.:

(Beleids)adviezen ontwikkelen, rapporteren en implementeren Expertise delen intern/extern

· Professionalisering van de collega’s

Werkgroepen SB: de algemene doelstelling van elke werkgroep is het verzorgen van een professionele dienstverlening naar de studenten toe om het studierendement te verhogen en het studentenwelzijn te verbeteren. Daarnaast heeft elke werkgroep haar specifieke doelstelling(en).

Front office: ‘Voorzien in een laagdrempelig aanspreekpunt om studenten zo snel mogelijk te helpen en eventueel door te verwijzen naar de relevante (studie)begeleiding’.

Studievaardigheden/leerstijl: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven die studenten toelaten om te reflecteren over eigen studievaardigheden en deze bij te sturen’.

Taalbegeleiding: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan taalbegeleidingsinitiatieven’.

Examenvaardigheden: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven die studenten toelaten om zo optimaal mogelijk examens te laten afleggen’.

· Tutoring: ‘Een universiteitsbrede tutorwerking met focus op knelvakken’.

Studievoortgang/HER: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op studenten met (een risico op) onvoldoende studievoortgang’.

Pre-studenten: ‘Een coherent geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op pre-studenten’.

Internationale studenten: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op internationale studenten’.

· Werkstudenten: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op werkstudenten’.

Digitalisering studenten: ‘Inventariseren, testen en faciliteren van digitale toepassingen voor studenten en dit ter ondersteuning van begeleidingsinitiatieven binnen SB’.

Workshops: ‘Voorzien in een permanent aanbod van workshops afgestemd op de studiebehoeften van iedere student, waar zij op eigen initiatief kunnen aan deelnemen’.

Inclusief beleid: reflex+UDL: ‘Ontwikkelen en implementeren van een inclusief beleid binnen de Studiebegeleiding en aan de VUB met aandacht voor elke student. Voorzien van een breed inclusief basisaanbod aangevuld met verhoogde zorg en redelijke aanpassingen waar nodig’.

Communicatie studenten: ‘Een heldere, vriendelijke en laagdrempelige communicatie naar studenten met een herkenbare SB-stijl’.

· Massablokken en studieruimte: ‘Voorzien in studieruimtes en faciliteiten zodat studenten zich optimaal kunnen voorbereiden op examens’.

Overleg/samenwerking met studenten, faculteiten en andere diensten

Tussen docent/faculteit en SB-medewerkers: De begeleidingsvormen bij onderwijsactiviteiten worden uitgewerkt in nauw contact en overleg met docenten/professoren/assistenten. In dit kader werden verschillende begeleidingstrajecten in opleidingen geoptimaliseerd of nieuwe opgestart.

Tussen docent/faculteit en Studietrajectbegeleider: de Studietrajectbegeleider zetelt mee binnen de opleidingsraden. Hierin vervult hij/zij een adviserende rol en signaalfunctie bij mogelijke programmawijzigingen. Het contact tussen docent en Studietrajectbegeleider uit zich op de eerste plaats bij het samenstellen van het individuele studietraject (vrijstellingen, overschrijven pre-corequisites, laattijdig opnemen van vakken, instroom in de opleiding na heroriëntering, …). Hiernaast is er tevens een signaalfunctie tussen docent en Studietrajectbegeleider waarbij een docent desgewenst steeds mogelijke problemen kan melden aan de Studietrajectbegeleider.

Tussen andere diensten en SB-medewerkers: op het vlak van curriculumbeheer en het opbouwen van inschrijvings- en afstudeervereisten en anderzijds bij het opvolgen van inschrijvings- en registratieproblemen van studenten is er tevens een nauw contact met de hierbij betrokken diensten: Cel Curriculumbeheer, StudentenAdministratieCentrum, het Infopunt, Dienst Topsport en Studie en het CALI-team. Qua taalbegeleiding is er een intense samenwerking en uitwisseling van expertise tussen de SB-medewerkers en de medewerkers van ACTO.

Meldpunt ongewenst grensoverschrijdend gedrag: De pilootfase van het Meldpunt voor Ongewenst

Grensoverschrijdend Gedrag liep in 2017 af. Het project, dat in een samenwerking met CAW Brussel loopt, kreeg een positieve evaluatie en wordt daarom verdergezet. Het CAW bemant het meldpunt, in nauwe samenwerking met VUB-diensten zoals de Studiebegeleiding en Mens en Organisatie. Om de werking van het meldpunt continu te optimaliseren, is er ook continu uitwisseling en structureel overleg tussen het meldpunt en relevante partners binnen de VUB (denk aan de vertrouwenspersonen, een SP van de Studiebegeleiding, enzovoort). Op basis van de concrete ervaringen en cijfers van 2017, leveren we inspanningen voor de verdere uitbouw en bekendmaking van het Meldpunt Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag. Aandachtspunten daarbij zijn de laagdrempeligheid en het optimaliseren van de te volgen procedures in geval van een melding.

Overleg met andere Instellingen en/of externe instanties

Vertegenwoordiging van de VUB door SB in verschillende werkgroepen van de Vlaamse Overheid: de VLIRwerkgroep Gelijke Kansen, de VLIR-werkgroep Studieloopbaan-begeleiding, de VLOR-commissie Diversiteit, de VLOR-commissie Hoger Onderwijs voor Studenten met een Functiebeperking, de VLOR-werkgroep

Studierendement, de VLOR-werkgroep Leerkrediet, de UNICA-taskforce on equal opportunity’s. SB is partner in het Steunpunt Leren en Werken met functiebeperkingen in het Hoger Onderwijs. SB maakt ook deel uit van de stuurgroep Eduspot. SB heeft een organiserende rol in de samenwerking tussen VUB, UAB en HUB bij de opstart en gegevensverzameling van het onderzoek van de VAD (Vlaams expertisecentrum druggebruik) naar middelengebruik bij studenten.

De Dienst ‘Topsport en studie’ vertegenwoordigt de VUB binnen het Overlegplatform ‘Topsport en Studie’ van Sport Vlaanderen en binnen het VUB-ULB-expertiseplatform ‘Topsport en Hoger Onderwijs’ van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om expertise uit te wisselen tussen onderwijsinstellingen mbt de combinatie topsport en hoger onderwijs.

Afstemming met de associatiepartner: SB heeft op regelmatige basis contacten met docenten en studietrajectbegeleiders van de EHB. Binnen het kader van de begeleiding van topsportstudenten wordt een gezamenlijke screening uitgevoerd van aanvragen tot erkenning als topsportstudent.

4. VUB CAREER CENTER

Via het in oktober 2011 van start gegane VUB Career Center investeert de VUB in de begeleiding en coaching van studenten en alumni bij hun start op de arbeidsmarkt.

Sinds oktober 2016 wordt deze dienstverlening in de eerste plaats ingevuld door loopbaancoaches van the Adecco Group. Dit in het kader van een partnerschapsovereenkomst tussen de universiteit en the Adecco Group.

De basisdienstverlening, uitgevoerd door loopbaancoaches vanuit het centraal gelegen kantoor op de campus Etterbeek, blijft zich in de eerste plaats focussen op:

Informatie, advies en begeleiding om doeltreffend je loopbaan te starten (zowel individueel als collectief via regelmatig georganiseerde workshops)

Assistentie bij het vinden en vastleggen van stageplaatsen

· Beheer en promotie van een eigen elektronische Jobboard met vacatures voor werk en stages

Deze dienstverlening houdt rekening met de verschillende uitgangsposities van de diverse studentencategorieën (bachelor, master, doctoraatsstudenten) en alumni.

IV. TAALRAPPORT

1. DOELSTELLINGEN EN RECHTSGROND

De instelling beschrijft summier de doelstellingen en resultaten die worden beoogd met het taalbeleid van de instelling. De instelling geeft voornamelijk weer welke specifieke accenten zij als instelling stellen.

De instelling geeft een overzicht van de aard van de gemotiveerde beslissingen van de anderstalige opleidingsonderdelen waaruit de meerwaarde voor de studenten en het afnemend veld en de functionaliteit voor de opleiding blijkt. De opsomming van de anderstalige opleidingsonderdelen is niet nodig, enkel een overzicht van de aard van de motiveringen.

De Vrije Universiteit Brussel is sterk Nederlandstalig ingebed, maar internationaal en meertalig gericht. De universiteit wil het kosmopolitische karakter van Brussel incorporeren en de studenten beter voorbereiden op een nieuwe internationale realiteit die de hunne zal zijn.

De Vrije Universiteit Brussel is een Nederlandstalige universiteit, met veel studenten waarvan het Nederlands de moedertaal niet is. Tijdens het academiejaar 2016-2017 is hier sterk op ingezet (diagnose en begeleidingsinitiatieven).

Het taalbeleid van de instelling situeert zich tijdens het academiejaar 2016-2017 verder op de volgende niveaus:

Niveau curriculum: (1) het uitwerken van taalleerlijnen binnen bestaande opleidingen; (2) het uitbouwen van een anderstalig aanbod conform decretale bepalingen, al dan niet in samenwerking met andere partners

Niveau student: (1) het aanbieden van taalbegeleiding aan studenten die het nodig hebben; (2) aan studenten de gelegenheid geven om taalvakken of opleidingsonderdelen te volgen in een andere taal

Niveau docent: Het Academisch Centrum voor Taalonderwijs (ACTO) heeft een flexibel aanbod aan cursussen Engels voor docenten om aan de talrijke vragen van het onderwijzend/academisch personeel te beantwoorden.

De inrichting van anderstalige opleidingsonderdelen of opleidingen wordt o.a. als volgt gemotiveerd:

A. Studenten vertrouwd maken met de anderstalige terminologie in hun onderwijsvakgebied:

- vaardigheden bijbrengen om te reflecteren, discussiëren en argumenteren in de doeltaal en inzicht bijbrengen in de cultuur van de vreemde taal

- de gehanteerde handboeken evenals de gespecialiseerde literatuur (wetenschappelijke artikelen, presentaties, ...) zijn vaak in het Engels/vreemde taal.

- het schrijven van verhandelingen zoals bijvoorbeeld een masterthesis of (onderzoeks)rapport in een vreemde taal faciliteren

B. Studenten beter voorbereiden op internationale mobiliteit:

- verrijking van de studiecontext door de aanwezigheid van internationale studenten

- de uitgaande Erasmusstudenten voorbereiden op hun anderstalige studie-ervaring

- voor inkomende Erasmusstudenten en internationale studenten in het algemeen is het belangrijk voldoende anderstalige opleidingen en opleidingsonderdelen te kunnen aanbieden.

- de mogelijkheid om een internationale stage te volgen (in het kader van mobiliteit of het schrijven van een verhandeling) faciliteren

C. Studenten vertrouwd maken met de belangrijkste wetenschappelijke talen:

- op basis van een Engelstalige of meertalige masteropleiding zal een integratie in de internationale onderzoeksgemeenschap gemakkelijker verlopen

- publiceren in (hoog gerankte) tijdschriften gebeurt hoofdzakelijk in het Engels

D. Studenten voorbereiden op hun professionele loopbaan en de internationale realiteit:

- gelet op de aanwezigheid in en rond Brussel van internationale bedrijven, betekent meertaligheid voor de afgestudeerden van de Vrije Universiteit Brussel een belangrijk pluspunt op de arbeidsmarkt

E. De samenwerking van de Vrije Universiteit Brussel als instelling met (internationale) partners en universiteiten (zoals de ULB) faciliteren.

2. VOORWAARDE INZAKE KWALITEIT EN DEMOCRATISERING

2.1. Onderwijzend personeel

Duiding over de voorzieningen die de instelling voorziet voor de leden van het onderwijzend personeel en van het academisch personeel, waaronder een toegankelijk en behoeftedekkend aanbod van Nederlandstalige en anderstalige taalcursussen en taalbegeleidingsmaatregelen.

Anderstalige ZAP-leden die Nederlands leren kunnen hierbij advies inwinnen bij ACTO. Het ACTO neemt de testen Nederlands ITNA en CNaVT af waarmee voor de ZAP-leden de vereiste kennis van het Nederlands op B2-niveau getoetst kan worden.

De Vrije Universiteit Brussel investeert in taaltrajecten Engels voor docenten via ACTO, het Academisch Centrum voor Taalonderwijs. Er wordt taalondersteuning aangeboden aan de docenten die hun taalbeheersingsniveau C1 nog niet hebben bewezen en de ITACE test nog dienen af te leggen. De docenten die niet slagen voor de ITACE for lecturers test kunnen een afspraak maken bij ACTO om individuele feedback te krijgen in functie van hun volgend examen.

Daarnaast kunnen de docenten die zich willen blijven bijscholen wat de Engelstalige onderwijstaal betreft bij ACTO terecht (onder andere voor modules rond vocabulary extension).

Dit aanbod van cursussen Engels voor docenten evolueert volgens de vragen, noden en behoeftes van de docenten Engels van de Vrije Universiteit Brussel.

Daarnaast biedt het Academisch Centrum voor Talenonderwijs (ACTO) ook praktische cursussen Engels aan voor de administratieve medewerkers van de Vrije Universiteit Brussel.

2.2. Studenten

2.2.1. De instelling voorziet in de mogelijkheid dat studenten die een initiële bachelor- of masteropleiding volgen met anderstalige opleidingsonderdelen of een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding, hun taalkennis van deze andere taal kunnen testen: op welke wijze gebeurt dit binnen de instelling?

De studenten van de Vrije Universiteit Brussel kunnen binnen de instelling de volgende taaltesten afleggen:

Engels

TOEFL (Test Of English as a Foreign Language): voor wie zich aan de VUB wil inschrijven voor een Engelstalig programma, maar nog niet voldoet aan de taalvereisten vermeld in het OER of voor wie een officieel taalattest nodig heeft voor buitenlandse studies of voor het werk.

· ITACE for students (Interuniversity Test of Academic English): voor studenten die hun bekwaamheid in het Engels moeten bewijzen. De deelnemers kunnen via de test een B1, B2, C1 of C2 certificaat behalen.

Nederlands

ITNA (Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen) voor wie zich aan een Vlaamse universiteit wil inschrijven en nog niet voldoet aan de taalvereisten of een officieel taalattest B2 of C1 nodig heeft voor het werk.

CNaVT voor anderstalige personen die het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal B2 of C1 van de Nederlandse Taalunie wensen te behalen.

Frans

DELF (Diplôme d’études en langue française). Officieel diploma om de taalvaardigheid van niet-Franstaligen te attesteren. De deelnemers kunnen via de test aantonen op welk niveau (A1, A2, B1 en B2) ze de Franse taal beheersen.

· DALF (Diplôme approfondi de langue française). Net zoals DELF een officieel diploma om het niveau taalvaardigheid C1 of C2 van niet-Franstaligen te attesteren.

2.2.2. Welke taalbegeleidingsmaatregelen voorziet de instelling in het opleidingsprogramma van initiële bachelor- of masteropleidingen met anderstalige opleidingsonderdelen of van anderstalige initiële bachelor- of masteropleidingen?

De Vrije Universiteit Brussel voorziet in verschillende vormen van taalbegeleidingsmaatregelen in de opleidingsprogramma’s. Studenten worden vertrouwd gemaakt met bijvoorbeeld het Frans en/of Engels in hun vakgebied (domeinspecifiek) als voorbereiding op Franstalige en/of Engelstalige opleidingsonderdelen in hun opleiding. Dit gebeurt via op zich staande opleidingsonderdelen (bijvoorbeeld ‘English for Criminology’) of via een module binnen een bepaald opleidingsonderdeel (bijvoorbeeld de module ‘français juridique’ in het opleidingsonderdeel ‘Rechtsmethodologie II’). Het ACTO gaat ook frequent in op ad-hoc-aanvragen voor taalondersteuning voor specifieke onderwijsonderdelen.

Binnen de economische opleidingen werden in 2016-2017 nog steeds dezelfde taal-opleidingsonderdelen aangeboden als in de vorige academiejaren. Binnen de sociale wetenschappen werden er geen taalvakken as such ingericht al komt hier in de toekomst wel verandering in.

Binnen het opleidingsonderdeel ‘Medische Vaardigheden’ van de bachelor geneeskunde wordt aandacht gegeven aan medisch Frans.

2.2.3. Op welke wijze voorziet de instelling voor studenten in aangepaste voorzieningen, waaronder een kosteloos toegankelijk en behoeftedekkend aanbod van Nederlandstalige en anderstalige taalcursussen en taalbegeleidingsmaatregelen?

De workshops, taalconsults en taalbegeleiding Academisch Nederlands die in samenwerking met het Studiebegeleidingscentrum (SBC) worden georganiseerd zijn gratis voor alle studenten die aan de Vrije Universiteit Brussel zijn ingeschreven.

ACTO organiseert in samenwerking met de ULB een Tandemproject waarbij taalleerders met een verschillende moedertaal de kans krijgen om elkaars taal en cultuur op een interactieve manier te leren beheersen. Deelname aan dit project is gratis.

Alle studenten die aan de Vrije Universiteit Brussel zijn ingeschreven voor een volledige opleiding kunnen bovendien bij ACTO terecht voor extra niveaucursussen – gelinkt aan het ERK - buiten het curriculum. Dat kan voor Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans en Nieuwgrieks. Vrije Universiteit Brussel-studenten en -personeel kunnen deze taallessen volgen aan een sterk verminderd tarief.

2.2.4. De studenten hebben het recht om over een AOO het examen in het Nederlands af te leggen indien er binnen de opleiding geen Nl OO equivalent is binnen een initiële Nederlandstalige opleiding - Hoeveel studenten maken hiervan gebruik?

- Voorziet de instelling in een specifieke procedure om dit aan te vragen?

Het recht van studenten om examen af te leggen in het Nederlands (behalve in het geval dat de opleidingsonderdelen de studie van een vreemde taal tot voorwerp hebben of in het geval dat de student de opleidingsonderdelen volgt aan een andere instelling) is opgenomen in het onderwijs- en examenreglement en op die manier kenbaar gemaakt aan alle studenten.

Exacte gegevens zijn hierover niet beschikbaar (in de meeste faculteiten neemt de student dit rechtstreeks op met de titularis van het opleidingsonderdeel en is er daarom centraal op de faculteit geen informatie over beschikbaar), maar in het algemeen wordt van dit recht zelden gebruik gemaakt. Daarom is ook geen specifieke procedure voorzien binnen de meeste faculteiten.

De faculteiten ‘Economische en Sociale Wetenschappen & Solvay Business School’ (ES), ‘Letteren en Wijsbegeerte’ (LW) en ‘Geneeskunde en Farmacie’ voorzien in een specifieke procedure in hun aanvullend facultair onderwijs- en examenreglement om dit aan te vragen (studenten die van het recht om het examen in het Nederlands af te leggen gebruik wensen te maken, melden dit uiterlijk drie weken voor de aanvang van de examenperiode via e-mail aan de titularis met het faculteitssecretariaat in cc).

In 2016-2017 werden er in de faculteit ES voor 5 Engelstalige vakken aanvragen (in totaal 15) ingediend om het examen in het Nederlands af te leggen.

Het ging om volgende vakken:

Competitive Strategy = 7 aanvragen

Information Systems Strategy and Management = 1 aanvraag

Biotechnology = 1 aanvraag

Corporate Social Responsibility = 1 aanvraag

· Business and Consumer Ethics = 5 aanvragen

De 15 aanvragen impliceren geenszins dat er 15 studenten van dit recht gebruik maken. Mogelijks vraagt eenzelfde student dit voor meerdere vakken (deze informatie werd niet bijgehouden).

3. GEDRAGSCODE

De gedragscode zoals omschreven in artikel II.272 wordt ter beschikking gesteld op de website van de instelling: http:// www.vub.ac.be/reglementen (onderwijs- en examenreglement 2016-2017).

V. INFOPUNT STUDENTEN

Tijdens de zomer van 2017 bouwde het team van Infopunt Studenten handmatig een nieuw studentenportaal: STUDENT. VUB. Het prototype MY.VUB ging jaren mee, maar was aan vervanging toe.

De interne samenwerking rond studentencommunicatie werd hertekend. De studentennieuwsbrief kreeg een nieuw jasje. Naast balie, telefoon en e-mail konden studenten ook vragen stellen in de sociale media.

Een internationaliseringsproject legde de behoefte bloot naar een grondigere introductie tot onze zelfstandige informatiecultuur en online informatiesystemen. Infopunt Studenten werkte een traject uit om tijdens de Orientation Weeks de internationale studenten hierin vlotter wegwijs te maken.

Studentenwerking werd verder geïntegreerd in het Infopunt Studenten. Voor de resultaten hiervan verwijzen we naar het jaarverslag studentenvoorzieningen.

1. KLANTENCONTACTEN

Infopunt Studenten zet voor zijn loketfunctie in op een onmiddellijke, klantvriendelijke service. E-mails worden binnen de 24 uur behandeld. De cijfers onderaan zijn niet het aantal e-mails, maar het aantal succesvol afgewerkte tickets.

Het aantal klantencontacten in 2015, 2016 en 2017

De klantencontacten in de traditionele kanalen (telefoon, balie, e-mail en brochures) namen terug toe tegenover 2016. Hierbij moet je in 2017 nog 1370 privéberichten tellen in de sociale media, waarvan 499 actieve antwoorden door Infopunt. De schommelingen situeren zich vooral in de piekperiode in september en oktober en houden rechtstreeks verband met de ondersteuningsbehoefte bij de VUB-studentenadministratie. Die lag dit jaar terug hoger dan het jaar voordien. In vergelijking met 2015 merk je duidelijk de positieve impact van de inschrijvingen op de campus.

Het aantal klachten over de werking van de VUB lag met 56 beduidend lager dan de andere jaren. Dit wijten we vooral aan het uitblijven van grote incidenten met impact in de media. Mogelijk spelen ook het meldpunt en duidelijkere informatie hun rol.

2. STUDENTENPORTAAL

Het studentenportaal bundelt alle studenteninformatie op één plek, zowel over de onderwijsorganisatie als het campusleven. Voor studenten is het een 24/7 houvast over hoe de universiteit werkt, voor studentendiensten een handig en efficiënt verwijsplatform in hun dienstverlening naar studenten. We geven er ook de nieuwsberichten en een overzicht van de belangrijkste studentenactiviteiten.

Het nieuwe STUDENT.VUB ging ‘live’ begin september. Het biedt niet alleen een eigentijdse look en ‘mobile responsive’ design, maar de nieuwe architectuur en het uitgezuiverde informatiebeheer moet een meerwaarde opleveren voor de studenten. Er werd ook een extra inspanning geleverd naar internationale studenten.

Om de gewoonte van de ouderejaars niet te breken, lieten we MY.VUB voorlopig nog bestaan naast STUDENT.VUB, weliswaar met de nodige verwijzing. Toen we bij de webmaster de cijfers opvroegen van het nieuwe portaal, bleken er

tot onze verrassing helaas geen ‘analytics’ ingesteld op STUDENT.VUB. We moeten het dus stellen met de cijfers van MY.VUB, hoewel dit niet meer werd geïntroduceerd naar de nieuwe eerstejaars, traditioneel ijverige gebruikers van het portaal. We konden dus ook niet de impact meten van onze inspanningen naar internationale studenten. Erg jammer.

januari 5727 17193 24378 44861

februari 7082 24000 40868 58734

maart 6519 24002 35349 51397

april 6933 16305 30368 42852

mei 7764 17071 32090 45400 37859 51772

juni 7032 13119 30261 55286

juli 6145 12426 37681 40924 23875

augustus 7594 16613 32270 49908

september 20060 35377 66843 84807 57595

december 17668 23976 41097 50586 29863 46167

totaal 137770 265225 488893 663637 451269

Het aantal unieke consultaties van MY.VUB door de jaren heen

Het valt op dat het aantal unieke MY.VUB sessies amper daalde tegenover 2016, terwijl het aantal unieke bezoekers nog steeg. Belangrijk om weten is dat de facultaire pagina’s nog steeds op MY.VUB stonden. Ook het inschrijvingssysteem van de VUB verwees nog door naar MY.VUB i.p.v. STUDENT.VUB, dat slechts drie maanden actief was.

Uit deze cijfers blijkt wel nog steeds het belang van het studentenportaal als eerstelijns wegwijsplatform.

VI. STUDENTENOMBUDSPERSONEN

https://student.vub.be/ombudspersoon#intro

1. ALGEMENE VASTSTELLINGEN OMBUDS

De werkzaamheden van de ombudspersonen betreffen in hoofdzaak de behandeling van vragen, opmerkingen en klachten van studenten, alsook de vertegenwoordiging bij interne beroepsprocedures op facultair niveau. De ombudspersonen worden tevens uitgenodigd voor de zitting waarop de student die een onregelmatigheid begaan heeft, gehoord wordt door de decaan.

Voor studenten is het vaak reeds geruststellend dat ze hun verhaal kunnen doen. Een groot deel van de klachten dient ter ventilering van een ongenoegen met een toegekend examencijfer, een onduidelijke communicatie over opdrachten, of een misverstand over de interpretatie van reglementen, zonder dat er sprake was van enige schending van een recht. De tussenkomsten van de ombudspersonen leiden meestal tot bevredigende oplossingen voor de studenten.

Een aanzienlijk deel van de consultaties van de ombudspersoon bestaat uit vragen om informatie of toelichting en vormen niet het voorwerp van een formele klacht. Deze vragen hebben zo onder meer betrekking op de inschrijving en registratie van vakken, alsook op de organisatie van examens, het recht op inzage en feedback, het aantekenen van een beroep, … als op niet-onderwijsgerelateerde onderwerpen. Het volstaat veelal de student te wijzen op de mogelijkheden en procedures die voorzien zijn in het onderwijs- en examenreglement, en ook toegelicht worden op het studentenportaal, en/of op de inhoud van opleidingsonderdeelfiches, alsook om de student door te verwijzen naar de bevoegde dienst voor andere dan onderwijsgerelateerde vragen.

De centrale ombudspersoon werd regelmatig gecontacteerd voor klachten of vragen die op facultair niveau dienden te worden behandeld.

2. FACULTAIRE OMBUDSWERKING

Het grootste deel van de klachten en interventies heeft betrekking op:

De organisatie van opleidingsonderdelen:

· onduidelijkheid over studiemateriaal dat ter beschikking wordt gesteld via het leerplatform (verschillende versies, onduidelijkheid wat gekend moet zijn, …), vraag i.v.m. late uitbetaling van een beurs voor een buitenlandse stage, onduidelijkheid i.v.m. de mogelijkheid voor Erasmusstudenten om in tweede zittijd het VUB-equivalent OO te hernemen aan de VUB, mits inzetten van extra studiepunten,

· klachten over hoorcolleges die wegvallen en zelfstudie ter vervanging; laattijdige beschikbaarheid van digilessen, powerpoint, ... gebrek aan verwittiging via PointCarré door titularis die onverwacht afwezig is, onvoldoende afspraken tussen titularis en co-titularissen of assistenten, waardoor er een gebrekkige of tegenstrijdige communicatie gebeurt; overlap in programma bij individueel studietraject;

De organisatie van examens, omwille van onduidelijkheden hierrond, doch voor een groot deel ook omwille van een gebrek aan kennis van het examenreglement: het examenverloop (te weinig tijd, onduidelijkheid over giscorrectie bij multiple choice, …) problemen met examenplanning (overlappingen in examenroosters voor studenten die niet binnen het modeltraject vallen, laattijdige verwittiging van verplaatsing naar ander uur of andere datum door docent),

· tegenstrijdige communicatie, waardoor student de opdracht niet tijdig had ingeleverd en als afwezig beoordeeld werd, vraag tot aanwezigheid van een waarnemer bij het examen, vraag tot verplaatsing van een examen na ziekte of vraag naar faciliteiten n.a.v. overlijden van een naast familielid vóór of tijdens de zittijd, organisatorische onmogelijkheid om een inhaalexamen in te lassen,

· vraag tot inzage en/of feedback over een examencijfer, ontevredenheid nopens een examencijfer en discussie over de berekening / toepassing van de regels zoals omschreven in de opleidingsonderdeelfiche, ontevredenheid over het verloop van een mondeling examen, klachten over te grote moeilijkheidsgraad van vragen bij (tussentijdse) evaluaties, of discrepantie met voorbeeldoefeningen tijdens werkcolleges,

· onzekerheid over het al dan niet moeten hernemen van een examen, nadat de antwoordkopijen van de studenten verdwenen waren en de communicatie door de docent niet voldoende duidelijkheid gaf, ontevredenheid nopens de begeleiding van de bachelor-/masterproef (bv. onvoldoende of lattijdige feedback door promotor bij masterproef), onduidelijkheid over hoe ver een student in het kader van zijn masterproef mag gaan in het verzamelen van data die buiten perspectief van eigen studie vallen, veelal met bijbehorende kosten,

· onduidelijkheid (vooral bij internationale studenten) over plagiaat, onduidelijkheid over stagebegeleiding en –beoordeling; niet beschikbaar zijn tijdens inzagemomenten, advies over het indienen van een intern beroep;

Onduidelijkheden op het vlak van onderwijsorganisatie en -administratie en ondersteuning vanuit Studiebegeleiding: problemen met de inschrijving of registratie van opleidingsonderdelen, vragen nopens een weigering tot herinschrijving, onduidelijkheid over het systeem van studievoortgangsbewaking, vooral bij internationale studenten die dit niet kennen, te late aanvraag tot registratie van opleidingsonderdelen, met nefaste gevolgen voor de student, · field trip gepland naar een land waarvoor een negatief reisadvies geldt, of waarvan de kosten al moeten betaald worden zonder dat de bestemming gekend is, vragen over verschillen in studiepunten met collega-studenten en i.f.v. vooropleiding, al dan niet aan andere instellingen, ongenoegen over de wachttijd voor een antwoord van een studietrajectbegeleider, het afbakenen van de bevoegdheid van de facultaire en centrale ombudspersoon;

Een aantal van de klachten die niet de organisatie van het onderwijs of examenaangelegenheden betroffen, hadden betrekking op mogelijks grensoverschrijdend gedrag door studenten t.a.v. medestudenten of t.a.v. docenten, of door academisch en/of administratief personeel t.a.v. studenten (zo bv. stalking, onaangepast taalgebruik, gevoel oneerbiedig behandeld te zijn), waarbij de betrokkenen werden doorverwezen naar het Meldpunt en de vertrouwenspersonen.

3. KLACHTENMANAGEMENT INFOPUNT STUDENTEN

Naast de ombudswerking die traditioneel meer onderwijsgebonden is, werd binnen het Infopunt Studenten ook een suggestie- en klachtenmanagement ontwikkeld.

Studenten kunnen met klachten en suggesties terecht op [email protected]. Dit kanaal werkt complementair aan de ombudswerking.

In 2017 werden er 56 klachten ingediend. Hier is een significante daling merkbaar t.a.v. 2016 (100 klachten geregistreerd).

Infopunt Studenten behandelt de klachten onmiddellijk en met een grote, communicatieve zorg en brengt de desbetreffende diensten op de hoogte van de klacht. Meestal wordt via urgente, prioritaire aandacht voor deze individuele dossiers vrij snel een oplossing geboden. In enkele uitzonderlijke gevallen wordt de juridische dienst om advies gevraagd.

BESLUIT EN SLOTBEDENKING

In 2017 werd ingezet op de ontwikkeling van het beleidsplan onderwijs- en studentenbeleid voor de periode 2018 – 2021.

Daarnaast werd binnen het departement aandacht besteed aan de operationalisering van de fusie van de departement onderwijs- en studentenbeleid met ingang van 2016-2017, de verdere implementatie van de kwaliteitszorgcyclus, de hervorming van de onderwijsevaluatie naar het instrument studentenfeedback, de bevordering van studentenparticipatie en ondersteuning van de Studentenraad, de keuze van een nieuwe elektronische leeromgeving, de verdere uitbouw van de studiebegeleiding, de omvorming van het studentenportaal my.vub naar student.vub en aan een visienota rond het beheer en organisatie van het studenteninformatiesysteem.

(Goedgekeurd op BOZ 21.02.2018 en op OZR 07.03.2018)

Hoofdstuk 1

Onderzoeksbeleid

Resultaten & Vooruitzichten

1. ONDERZOEKSBELEID - RESULTATEN & VOORUITZICHTEN

1.1.

Beleidsorganen

De onderzoeksraad (OZR) is het centrale advies- en beslissingsorgaan voor onderzoeksaangelegenheden van de Vrije Universiteit Brussel. Het dagelijks beheer wordt verzekerd door het Bureau van de Onderzoeksraad. Overeenkomstig art. 46 en art. 47 van het Organiek Statuut wordt de Onderzoeksraad belast met volgende taken:

- de Onderzoeksraad beslist inzake:

- de verdeling en de toewijzing van de projectmiddelen voor onderzoek,

- de erkenning van de onderzoeksgroepen,

- de toekenning van door de OZR beheerde VUB-prijzen,

- de toelating tot herinschrijving van doctoraatsstudenten op basis van de voortgangsrapporten.

- De Onderzoeksraad formuleert voorstellen en verleent advies aan de Academische Raad inzake het strategisch onderzoeksbeleid en inzake:

- Het algemeen beleid en de organisatie van de universiteit van het wetenschappelijk onderzoek,

- De opmaak van de onderzoeksgerelateerde begroting,

- De verdeling en de toewijzing van de onderzoeksmiddelen van de universiteit, inclusief het advies inzake de verdeling en de toewijzing van de onderzoeksmandaten gefinancierd via door de OZR beheerde middelen,

- Het doctoraatsproces,

- De installatie van leerstoelen met onderzoeksbestemming.

De Onderzoeksraad is samengesteld, rekening houdend met art. 39 en art. 45 van het O.S. van de VUB.

De samenstelling is als volgt geregeld:

Effectieve leden:

- de Vicerector Onderzoek is automatisch voorzitter van de OZR;

- per faculteit zetelen 2 effectieve leden en worden 2 plaatsvervangende leden aangeduid, waarbij wordt gestreefd naar een genderevenwicht;

- 1 effectief en 1 plaatsvervangend lid, aangeduid per School of Arts binnen de associatie

Leden met raadgevende stem:

- De regeringscommissaris

- De afgevaardigde financiën

- De algemeen beheerder van de VUB

- Vijf waarnemers, aangeduid door de Academische Raad

- De vicerector Innovatie- en Valorisatiebeleid

- Een afgevaardigde vanuit het UMC-comité

Samenstelling 2017-2018 (* de leden van het Bureau (effectief en plaatsvervanger) zijn in bold aangeduid)

Voorzitter

16 ZAP-leden

1 effectief lid SoA RITS

1 effectief lid SoA KCB

K. Vanderkerken

vicerector onderzoek

Effectieve leden van de faculteit

I.Arteel /R. Vosters Letteren en Wijsbegeerte

K. Beyens, G. Van Limberghen Rechtsgeleerdheid

B. Craps, F. De Proft Wetenschappen en Bioingenieurswetenschappen

I Bautmans / T. Vanhaecke Geneeskunde en Farmacie

B. Vanderborght, M. Huysmans Ingenieurswetenschappen

B. Spruyt, M. Brengman Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen Managementschool Solvay

K. Lombaerts, G. Rossi Psychologie en Opvoedkunde

R. Meeusen, V. De Bosscher Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie

K. Tindemans

C. Van Den Buys worden eveneens uitgenodigd met raadgevende stem

Regeringscommissaris

Afgevaardigde Financiën

Algemeen Beheerder

5 waarnemers aangeduid door de Academische Raad

- AAP

- AAP

- ZAP

- ZAP

- ZAP

De vicerector Innovatie & Valorisatiebeleid Vertegenwoordiger SISC (ICT service Centre)

Een afgevaardigde van het UMC comité

J. Dhondt

M. Verelst

N. Van Craen

M. Sinnesael

S. Verhulst

A Winter

S. Provyn

N De Temmerman

H. Thienpont

S. Weckx

A Bonehill

Het secretariaat van de Onderzoeksraad en het Bureau wordt waargenomen door het R&D dept.

De Onderzoeksraad kwam in 2017 tien keer samen. Het dagelijks bestuur van de Onderzoeksraad (het Bureau van de Onderzoeksraad – BOZ) kwam in 2017 tien keer samen.

1.2. Beslissingen en adviezen over projectfinanciering van de Onderzoeksraad in 2017

1.2.1. Onderzoeksmandaten in het kader van het BOF-Onderzoekscontingent

Via de middelen van het BOF financiert de Vrije Universiteit Brussel onderzoeksmandaten op ZAP-niveau. Dit onderzoekscontingent betekent niet alleen een belangrijke stimulans voor het onderzoek in het algemeen, maar verruimt ook de mogelijkheden om als ZAP-lid een onderzoekscarrière uit te bouwen aan de universiteit.

In 2017 werd één nieuw VUB-onderzoeksmandaat toegekend:

- Prof. S. Lowette, faculteit WE (instroom na Odysseusmandaat)

Daarnaast werd in 2017 de hernieuwing voor 5 jaar goedgekeurd van volgende VUB-onderzoeksmandaten:

- Prof. K. Roelants, faculteit WE

- Prof. K. Boudt, faculteit ES

Via de middelen van het BOF financiert de Vrije Universiteit Brussel sabbatival leaves. In 2017 werden vier sabbatical leave mandaten toegekend aan:

- Prof. D. Tys, faculteit LW (1 jaar)

- Prof. J. Tyssen, faculteit LW (1 jaar)

- Prof. G. Coene, faculteit LW (1 jaar)

- Prof. A. Van Griensven, faculteit IR (6 maanden)

1.2.2. Maatschappelijke Valorisatie

De Onderzoeksraad kent tweejaarlijks een prijs uit aan VUB ZAP leden voor hun bijzondere verdiensten inzake maatschappelijke valorisatie. De prijs 2016 en 2017 werd toegekend aan:

- Prof. L. De Vuyst, faculteit WE

- Prof. P. Ballon, faculteit ES

1.2.3. Strategische Onderzoeksprogramma’s

De onderzoeksraad keurde in 2017 de financiering goed van 18 strategische onderzoeksprogramma’s rond volgende thema’s:

SRP2 Claeys Philippe Administrative Promotor

Gao Yue Co-Promotor

Elskens Marc Co-Promotor

Kervyn Matthieu Co-Promotor

Huybrechts Philippe Co-Promotor

SRP4 Deliens Luc Administrative Promotor

Cohen Joachim Co-Promotor

Pardon Koen Co-Promotor

Van den Block Lieve Co-Promotor

SRP6 Desmet Gert Administrative Promotor 01.11.2017

Denayer Joeri Co-Promotor

SRP7 De Vuyst Luc Administrative Promotor

Leroy Frédéric Co-Promotor

Weckx Stefan Co-Promotor

SRP8 D’Hondt Jorgen Administrative Promotor

van Eijndhoven Nick Co-Promotor

Craps Ben Co-Promotor

Buitink Stijn Co-Promotor

SRP9 De Proft Frank Administrative Promotor

Tielens Frederik Co-Promotor

31.10.2022 Tracing and Modelling of Past and Present Global Changes

31.10.2022 End-of-Life Care in Cancer and Non-Cancer Patients: Public Health, Health Services and Clinical Research. Addressing Present and Future Challenges in Palliative Care

31.10.2022 Exploiting the Advantages of Order and Geometrical Structure for a Greener Chemistry

31.10.2022 Understanding the Competitiveness and Functional Role of Microorganisms in Fermented Food Ecosystems

31.10.2022 High-Energy Physics at the VUB

31.10.2022 Conceptual Density Functional Theory: Towards a General Treatment of Chemical Reactivity and Design of Molecules with Optimal Reactivity Properties

SRP11 Schelkens Peter Administrative Promotor

Deligiannis Nikolaos Co-Promotor

Kuijk Maarten Co-Promotor

Jansen Bart Co-Promotor

Munteanu Adrian Co-Promotor

Sahli Hichem Co-Promotor

Steenhaut Kris Co-Promotor

Stiens Johan Co-Promotor

SRP13 Steyaert Jan Administrative Promotor

Loris Remy Co-Promotor

Remaut Han Co-Promotor

Efremov Rouslan Co-Promotor

SRP16 Vanroelen Christophe Administrative Promotor

Deboosere Patrick Co-Promotor

Gadeyne Sylvie Co-Promotor

Van Bavel Jan Co-Promotor

Vandenheede Hadewijch Co-Promotor

Schnor Christine Co-Promotor

Verhaeghe Pieter-Paul Co-Promotor

SRP17 Meeusen Romain Administrative Promotor

Lefeber Dirk Co-Promotor

Vanderborght Bram Co-Promotor

SRP19 Vandersteen Gerd Administrative Promotor

Rolain Yves Co-Promotor

Wambacq Piet Co-Promotor

Kuijk Maarten Co-Promotor

SRP43 Deschouwer Kris Administrative Promotor

Oberthür Sebastian Co-Promotor

Celis Karen Co-Promotor

Coene Gily Co-Promotor

Adam Ilke Co-Promotor

SRP44 Snacken Sonja Administrative Promotor

Christiaens Jenneke Co-Promotor

Enhus Elisabeth Co-Promotor

Beyens Kristel Co-Promotor

De Kimpe Sofie Co-Promotor

Dumortier Els Co-Promotor

Melgaço Lucas Co-Promotor

SRP45 Ballon Pieter Administrative Promotor

Donders Karen Co-Promotor

SRP46 Guillaume Patrick Administrative Promotor

Vanlanduit Steve Co-Promotor

Aggelis Dimitrios Co-Promotor

31.10.2022 Processing of Large Scale Multi-Dimensional, MultiSpectral, Multi-Sensorial and Distributed Data (M³D²)

Structure and Dynamics of Macromolecular Complexes in Health and Disease

Demographic challenges of the 21st century

31.10.2022 Exercise and the Brain in Health and Disease: The Added Value of HumanCentered Robotics

Center for Model-Based System Improvement - From Computer-Aided Engineering to Model-Aided Engineering

31.10.2022

Evaluating Democratic Governance in Europe (EDGE)

31.10.2022

Crime and Society: New Challenges

Exchange Value and Public Value of Content and Communication Services in Future Media Ecosystems

Smart Structural Health and Usage Monitoring Strategies for Key Technologies

SRP47 Lahoutte Tony Administrative Promotor

Van Ginderachter Jo Co-Promotor

SRP48 Thielemans Kris Administrative Promotor

Vanderkerken Karin Co-Promotor

Breckpot Karine Co-Promotor

SRP49 Smolders Ilse Administrative Promotor

De Keyser Jacques Co-Promotor

Massie Ann Co-Promotor

Strategic Research Programmes (SRPs) - Phasing out

SRP15 Van Overwalle Frank Administrative Promotor

Vandekerckhove Marie Administrative Promotor

Mariën Peter † Co-Promotor

SRP22 Van Bendegem Jean Paul Administrative Promotor

Van Kerkhove Bart Co-Promotor

1.2.4. Onderzoeksdatamangement, Open Science en Ethiek

31.10.2022 Molecular Imaging and TARgeting of Macrophages in Inflammation (ITARMI)

31.10.2022 Cancer Cell Targeting in Myeloma and Melanoma (MyMe)

30.09.2022 Understanding Reciprocal Neuron-Glia Interactions in Health and Disease as a Basis for Innovative Neurological and Neuropsychopharmacological Therapies

31.10.2020 Social and Affective Brain

30.09.2020 Logic and Philosophy of Mathematical Practices

In 2017 werd gestart met de uitrol van een concreet actieplan voor de implementatie van het VUB beleid inzake onderzoeksdatamanagement, met inbegrip van open science en toepassing van de privacywetgeving op persoonsgegevens.

Daarnaast werd gestart met de implementatie van de Europese regelgeving inzake ethiek door de installatie van nieuwe ethische commissies (Nagoya, Dual Use) naast de reeds bestaande (Medisch Ethische commissie, Commissie Dierproefgebruik, Ehtische Commissie Humane Wetenschappen).

In december 2017 organiseerde de VUB voor het eerst een ‘week van de ethiek’, waarbij tevens werd gestart met het tweejaarlijks congres ‘ASSET’ (Assessing Ethics).

1.2.5. Strategische doelstellingen nieuw onderzoeksbeleidsplan

De onderzoeksraad keurde in 2017 haar nieuwe vijfjaren beleidsplan goed. De strategische doelstellingen zijn :

- SD1 : ontwikkelen van een optimale onderzoeksomgeving, met aandacht voor ondersteuning en opleiding van onderzoekers en voor optimale onderzoeksinfrastructuur,

- SD2 : (verder) ontwikkelen van een internationale & interdisciplinaire onderzoekscultuur, met aandacht voor het beter ondersteunen van vorsers bij het uitschrijven van projecten, het verder inbedden van de RRI principes, …

- SD3 : inzetten in participatief en community based onderzoek, met aandacht voor het vergroten van de impact van VUB onderzoek (o.m. in Brussel),

- SD4 : bouwen aan een inclusieve en open vorsersgemeenschap, met aandacht voor het bevorderen van transdisciplinaire en campusoverschrijdende initiatieven.

1.2.6. Jaarlijkse doctorandibevraging

De onderzoeksraad besliste in 2017 om jaarlijks een enquête voor doctorandi te organiseren waarin enerzijds de lopende jaarlijkse doctoraatsvoortgang wordt gecapteerd en anderzijds gepolst wordt naar de begeleiding. De enquête kadert in het globale welzijnsbeleid van de vorsers en heeft ook als doel om vroegtijdig mogelijke problemen te detecteren met het oog op het verbeteren van de doctoraatsuitstroom.

1.2.7. Bilaterale Wetenschappelijke Samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten

In het kader van de overeenkomsten die de VUB afsluit met andere binnenlandse of buitenlandse universiteiten inzake ‘gezamenlijke doctoraten’, voorziet de Onderzoeksraad in een éénmalige bench fee voor de VUB-doctorandi die een dergelijk gezamenlijk doctoraat wensen te behalen.

Deze financiële ondersteuning wordt echter enkel ter beschikking gesteld van doctoraatstudenten die als dusdanig regulier ingeschreven zijn aan de VUB. Het bedrag van deze fee varieert naargelang de regio van de universiteit waarmee het contract voor een gezamenlijk doctoraat wordt afgesloten:

- Benelux: 2.000 EUR

- Noord Amerika: 5.000 EUR

- Overige landen: 4.000 EUR

In 2017 werden in totaal 79 overeenkomsten afgesloten en evenveel bench fees toegekend.

In tabel 1 staat een oplijsting van alle afgesloten contracten in 2017 naar land en partnerinstelling.

Tabel 1: afgesloten joint phd contracten in 2017

1.3. Wetenschapscommunicatie op associatieniveau (www.wtnschp.be)

Het beleid in Vlaanderen voor wetenschapscommunicatie behelst zowel het enthousiasmeren van jongeren voor wetenschappelijke richtingen als het aantonen van het maatschappelijk belang van wetenschap aan het brede publiek, met sinds 2015 een nog grotere klemtoon op STEM (Science, Technology, Engineering and Mathematics), zichtbaarheid van wetenschapscommunicatie in Vlaanderen en synergieën tussen de verschillende wetenschapscommunicatie actoren. In 2017 zette het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie in op deze beleidsaccenten met een focus op Brussel.

Wetenschapspopularisering: Wetenschap in en uit Brussel

De populairwetenschappelijke website www.wtnschp.be kende in 2017 een gestage groei, gestimuleerd door kwaliteitsvolle inhoud en goed doordachte on- en offline promotie. Door deze groei kon het onderzoek van de VUB en EhB extra onder de aandacht worden geplaatst. De website kreeg in 2017 maar liefst 35.484 bezoeken. Op sociale media staat de teller op meer dan 3300 volgers. Onderzoekers en docenten van de VUB en EhB publiceerden 52 artikels op de blogpagina. Om zoveel mogelijk uit deze investering van onderzoekers en docenten te halen, werden de artikels telkens naar relevante organisaties en pers gestuurd.

Onderzoekers die schrijven voor Wtnschp.be doen dat niet zomaar. Ze worden persoonlijk opgevolgd door een redacteur van ons team. Daarbij krijgen ze voor ze starten met schrijven tips en tricks over hoe je een blog schrijft. Tijdens het schrijven wordt er met de onderzoekers overlegd en worden ze gecoacht in hun schrijfproces.

Via de kalender worden populairwetenschappelijke activiteiten van de VUB, EhB en andere Brusselse actoren gecommuniceerd. Een maandelijkse nieuwsbrief versterkt de communicatie van bovenvermelde events.

In 2017 werd het community luik van wtnschp.be verder uitgebreid. Hier kan men terecht voor tips & tricks over wetenschapscommunicatie. Daarnaast werd de site uitgebreid met een kanaal waar interne en externe oproepen worden verzameld.

Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie zetelde in 2017 in de redactieraad van Henri. De bijdrage aan het magazine bestond uit onderzoeksinput en de rubriek “Things We Discovered”.

In de maand november werkte wetenschapscommunicatie in samenwerking met BRUZZ een aantal momenten uit waarop onderzoekers aan het woord kwamen op de radio en dit onder de noemer ‘de Sympatholoog’. 4 onderzoekers van VUB vertelden kort over hun onderzoek tijdens het piekuur (8u00).

In 2017 vonden twee ‘afterwork’ wetenschapscafés - Science Bar Brussel - plaats met als onderwerpen: ‘Op date met Darwin’ en ‘Biohacking - Do it yourselves biologie voor iedereen’. 4 onderzoekers bereikten hiermee 122 personen.

Naast de wetenschapscafés werden twee Bright Club Bxl’s georganiseerd. In dit succesvolle concept krijgen onderzoekers een comedy training om dan als echte stand up comedian het podium te betreden samen met ervaren en professionele comedians. 13 onderzoekers en docenten van VUB en EhB volgende deze korte maar intensieve training en brachten vervolgens 250 bezoekers aan het lachen. Bright Club kan steeds rekenen op een groot enthousiasme bij onderzoekers en het publiek. Beide edities waren dan ook uitverkocht.

EhB en VUB hebben op 26 november 2017 deelgenomen aan de Dag van de Wetenschap via participatie aan het Wetenschapsfestival Brussel in Muntpunt. Organisatie lag bij de expertisecellen wetenschapscommunicatie van de 5 Nederlandstalige hoger onderwijsinstellingen in Brussel. VUB organiseerde 32 en EhB 23 activiteiten op een totaal van 77 activiteiten. De opkomst heeft de verwachtingen overtroffen: +/- 2750 bezoekers. Tijdens editie 2016 op Campus Jette kregen VUB en EhB 820 bezoekers in de eigen gebouwen. Het evenement kenden ook een grote media-aandacht (De Standaard, BRUZZ, Journaal VRT, …)

De uitreiking van de Scriptieprijs en PhDCup roteert elk jaar naar een andere studentenstad. In 2017 was Gent aan de beurt. Vanuit de Scriptieprijs werd in 2016 ook de PhDCup opgestart. Het Expertisecentrum heeft deze initiatieven intern gepromoot en de deelnemers werden voor hun deelname intern gecoacht. De scriptieprijs ging dit jaar naar VUB-alumnus Niels Verborgh voor zijn onderzoek over de legaliteit van het transfersysteem in het internationale voetbal

Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie Brussel heeft als coördinator van de Wetenschapswinkel in Vlaanderen al altijd een trekkersrol gekend op het vlak van maatschappelijk verantwoord onderzoek stimuleren. In 2017 werkten niet minder dan 34 studenten, onder de begeleiding van 20 promotoren aan een onderzoek. Hierbij werden onderzoeksvragen van 25 organisaties behandeld. In 2017 werden er 11 onderzoeken neergelegd in de vorm van een masterproef. Dit jaar werd ook de 200ste masterproef in kader van de Wetenschapswinkel ingediend.

Dat de vraag nog steeds groot is en de rol van de Wetenschapswinkel niet minder relevant is geworden, wordt aangegeven door het aantal aanvragen welke in 2017 door non-profit organisaties werden toegevoegd aan de databank. Dit behelst 44 nieuwe onderzoeksvragen ingediend door 40 organisaties.

Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie coördineert sinds 2015 bovendien het H2020 project Enhancing Responsible Research and Innovation through Curricula in Higher Education (EnRRICH). Dit grootschalig project, bestaande uit een consortium van 13 partners, zet de VUB niet alleen in Vlaanderen maar in heel Europa op de kaart als pionier in maatschappelijk verantwoord onderzoek. In het kader van EnRRICH werkte het Expertisecentrum in 2016 samen met het interdisciplinaire vak Redelijk Eigenzinnig. Er werd meegewerkt aan en gecommuniceerd over het vak en de bijhorende events.

In 2017 werden 3 projecten ingediend en goedgekeurd waarin de Wetenschapswinkel een belangrijke rol speelt. Eind 2017 werd het Erasmus+ project ENtRANCE goedgekeurd. Daarnaast is het Expertisecentrum betrokken bij twee ASP2030 projecten (respectievelijk coördinator en verantwoordelijke voor een werkpakket) rond community based research Community Service Learning. Deze projecten starten aan het begin van 2018.

De website http://www.ikhebeenvraag.be biedt het brede publiek de mogelijkheid om vragen te stellen die beantwoord worden door wetenschappers en docenten verbonden aan de verschillende Vlaamse onderzoeksinstellingen. VUB en EhB ondersteunen dit project en in 2017 beantwoordden 14 wetenschappers van VUB en EhB 61 vragen.

Al deze initiatieven dragen bij aan het basisbeleid van onze instelling omdat het de zichtbaarheid van kwaliteitsvol en maatschappijrelevant onderzoek versterkt en de band tussen de universiteit en de (Brusselse) gemeenschap versterkt.

STEM

Jongeren, in het bijzonder instroom verhogen in Science Technology Engineering and Mathematics (STEM), zijn meer dan ooit een groot aandachtspunt voor het Expertisecentrum. Wetenschapscommunicatie speelt een grote rol in het rekruteren van meer studenten met het juiste profiel. Via STEM-gerelateerde projecten zorgen we op termijn mee voor meer jongeren die interesse hebben in STEM, hier voldoende opleiding voor hebben gekregen en het studierendement verhogen.

Het Expertisecentrum coördineerde, in samenwerking met verschillende partners uit het hoger onderwijs, de 9de editie van de populaire roboticawedstrijd ‘Robocup Junior’. Op zaterdag 29 april werd de wedstrijddag voor de 2de maal georganiseerd in de gebouwen van Tour & Taxis te Brussel. Zo’n 100 teams of 506 leerlingen en 50 leerkrachten namen deel. In 2017 werd eveneens de samenwerking met de verschillende partners onder de loep genomen en werden taken en verantwoordelijkheden herverdeeld naar de editie van 2018 toe.

VUB nam voor de derde maal deel aan het grootschalige evenement Wetenschapsexposciences in Tour & Taxis en dit in samenwerking met Jeunesse Scientifique. Dit jaar presenteerden 317 jongeren uit het lager en secundair onderwijs hun wetenschappelijk project. 21 onderzoekers van VUB werden betrokken bij het juryproces. Robocup Junior en Wetenschapsexposcience werden naast elkaar georganiseerd, wat een mooie doorstroom van publiek opleverde. In 2017 werd het concept van de WetenschapsExpo opnieuw uitgedacht en vernieuwd. De wijzigingen binnen zowel het uiterlijk als de inhoud van het project zullen vanaf 2018 geïmplementeerd worden.

In samenwerking met de IIHE ontwikkelde het expertisecentrum in 2016 het project 90° Zuid. In het kader van dit project

konden klasjes uit het basis en secundair onderwijs een ontwerp van een experiment opsturen, drie ervan werden geselecteerd om door een VUB onderzoeker op de Zuidpool te laten uitvoeren. Begin 2017 werd een afsluitend event georganiseerd waaraan 200 jongeren en 15 onderzoekers van VUB deelnamen. Wegens het succes werd er beslist om in het najaar een vervolgtraject aan te bieden.

In 2017 werden via het Expertisecentrum ook opnieuw tal van online educatieve pakketten aangeboden ter ondersteuning van leerkrachten uit het lager- en secundair onderwijs: Hazagora, het geo-gevarenspel, Luchtruim, Climate Challenge & Kwantum Revolutie

In 2017 werd daarnaast – onder de noemer Hoogvliegers - een nieuwe reeks van educatieve pakketten uitgewerkt voor het lager onderwijs en dit i.s.m. Boeing. Zes workshops werden uitgewerkt, een ondersteunende website werd ontwikkeld en testworkshops in het kader van de Dag van de Wetenschap en het Wetenschapskamp.

Met het project ‘Fablab 2 Go!’ ontwikkelden we in samenwerking met het Fablab een modulaire stand waarin innovatieve werktuigen van het Fablab en technisch sterke projecten van studenten werden opgenomen. Deze stand werd opgesteld tijdens 8 evenementdagen gericht naar het brede publiek en had als doel het brede publiek op een leuke en interactieve wijze in contact te brengen met techniek, de mogelijkheden van een fablab en de principes van de makermovement. Door studenten te betrekken in dit project kon de stand ook steeds een jong publiek bekoren. De stand werd onder meer ingezet op: Hack Belgium, Irisfeesten, Robocup Junior en de Dag van de Wetenschap.

Elk jaar, tijdens de Physics Masterclasses, zakken in 37 verschillende landen 10.000 leerlingen af naar de universiteit in hun buurt om zich een dag lang te verdiepen in de kwantumfysica. Lezingen door fysicaproffen leiden de deelnemers in tot de onderwerpen en methodes van de deeltjesfysica. Daarna gaan de leerlingen zelf aan het werk met metingen en data van de echte experimenten met elementaire deeltjes. De dag wordt afgesloten met een internationale videoconferentie waarin alle verschillende onderzoeksresultaten gecombineerd worden. Aan de VUB werden in februari en maart twee workshops georganiseerd. Goed voor respectievelijk 20 en 40 kinderen. 6 onderzoekers van VUB zetten hun schouders mee onder dit initiatief.

Jaarlijks organiseert Wetenschapscommunicatie in samenwerking met JCW een wetenschapskamp met een wetenschappelijke insteek op de VUB-campus te Etterbeek. In 2017 werd beslist om inhoud te vernieuwen en deels nieuwe activiteiten aan te bieden. 25 kinderen van 8 tot 12 namen deel onder begeleiding van 4 monitoren van JCW.

In 2017 werd een STEM steunpunt binnen de UAB opgericht om samen met leerkrachten het interdisciplinaire STEMonderwijs verder te ontwikkelen en/of te implementeren. Het beoogt o.a. STEM-gerichte professionalisering van de leerkrachten van STEM-vakken. Vanuit Wecom is er een afgevaardigde in de stuurgroep.

Academische community

Binnen de instelling heeft het Expertisecentrum ook dit jaar het nut en belang van wetenschapscommunicatie verder bekend gemaakt. Dit niet alleen door te sensibiliseren binnen de onderzoeksgemeenschap, maar ook door hen nog meer in hun maatschappelijke dienstverlening te ondersteunen. Via de populairwetenschappelijke blog www. wtnschp.be krijgen onderzoekers persoonlijke coaching bij het schrijven van een populairwetenschappelijk artikel. Binnen dit online platform werd ook de www.community.wtnschp.be opgericht waar onderzoekers tips & tricks over wetenschapscommunicatie kunnen vinden en waar oproepen voor wetenschapscommunicatieprojecten worden gelanceerd.

Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie presenteert - op vraag van de vakgroepen en interne diensten –regelmatig haar werking. Zo presenteerden we in 2017 onder meer onze werking aan nieuwe PhD-studenten en de vakgroep Communicatiewetenschappen. Daarnaast zetelt een medewerker van Wetenschapscommunicatie in de PRcommissies van bijna elke faculteit.

In 2013 startte het Expertisecentrum samen met de centrale doctoraatsbegeleiding de eerste interassociatieve summerschool over wetenschapscommunicatie ‘Zeg’t eens’ op de campus van de VUB. Sindsdien wordt deze summerschool jaarlijks georganiseerd. In 2017 vond de summerschool plaats in Gent. Honderden onderzoekers uit heel Vlaanderen werden ondergedompeld in een driedaags communicatiebad.

Op 1 juni 2017 organiseerden we een eerste netwerkmoment voor onderzoekers van VUB die zich de laatste jaren hebben ingezet voor het communiceren van hun onderzoek. Het doel bestond er in om tijdens een informele drink onderzoekers hun ervaringen te laten uitwisselen en de drempel te verlagen voor onderzoekers die voordien nog niet hadden deelgenomen aan initiatieven rond wetenschapscommunicatie. 54 onderzoekers namen deel aan dit netwerkmoment.

1.4. Centrale Doctoraatsbegeleiding, Doctoral Schools en Doctoraatsopleiding

De Doctoral Schools en de Centrale Doctoraatsbegeleiding proberen een zo ruim mogelijk aanbod te bieden aan doctorandi en postdocs, hetgeen zowel specialistische vaardigheden als transferable skills kan helpen ontwikkelen. De workshops en seminaries zijn onderverdeeld in 6 categorieën.

Ten eerste, workshops omtrent informatie over het doctoraat aan de VUB en de onderzoekscultuur in de “Introduction Days for new PhD Students”, i.e. introductie tot wetenschappelijke integriteit, intellectuele eigendomsrechten, een bezoek aan de bib etc. Dit wordt georganiseerd in oktober en februari op jaarlijkse basis.

Ten tweede zijn er workshops omtrent methodologie. Deze workshops worden in de eerste plaats ingericht voor startende doctorandi om hen te sturen in het aflijnen van hun doctoraatsonderzoek, hoe ze goede bronnen kunnen vinden en bijhouden, en hoe ze aan de slag kunnen met verschillende software of zoekmachines, zoals BibTex, Excel, Web of Science. Specifieke cursussen om kwantitatieve en kwalitatieve onderzoekstechnieken onder de knie te krijgen vallen hier ook onder. Statistics for PhD students is hierbij een vaste waarde, en daarnaast breidt het aanbod van Flames ook jaar na jaar uit (zie detailrapport van Flames). Het kan verder ingedeeld worden in het voorbereiden van data, het verzamelen van data en het analyseren van data.

Ten derde vormt Communiceren over het doctoraatsonderzoek een belangrijke poot in het aanbod. Hieronder valt academisch schrijven en publiceren alsook presentatievaardigheden en wetenschapscommunicatie, met een aantal jaarlijks terugkerende cursussen zoals “Presentation Skills”, “Populair Wetenschappelijk Schrijven”, “How to create an engaging Research Presentation/Poster” en “How to handle the media”. De Nederlandstalige cursussen omtrent wetenschapscommunicatie worden verzorgd door medewerkers van het Science Outreach Office van de R&D.

Ten vierde zijn er specifieke cursussen die vanuit de Doctoral Schools georganiseerd worden: master classes en seminaries die ingericht worden voor een specialistisch publiek.

Ten vijfde zijn er de transferable skills. Hoewel veel van bovenstaande workshops stricto sensu ook vaardigheden aanleren die in verschillende contexten kunnen gebruikt worden, zijn de cursussen die hierbinnen worden opgezet in de eerste plaats ingericht om brede vaardigheden bij te brengen, zoals coaching, leiderschapsvaardigheden, time management, mindfulness, etc.

Ten laatste wordt er ook ingezet op workshops die doctorandi helpen voorbereiden op en nadenken over hun carrière na het behalen van een doctoraat. Deze brede categorie bevat cursussen gegeven in samenwerking met het Career Center (e.g. ‘Personal branding’), alsook met verscheidene externe trainers om doctorandi beter voor te bereiden op hun volgende carrièrestap na het behalen van een doctoraat. Tech Transfer VUB organiseert jaarlijks Tech Transfer VUB organiseert jaarlijks Starters Seminars (zie eerder).

In het kader van de VLIR subwerkgroep Doctoral Schools (opgericht eind 2011 en voor de VUB vertegenwoordigd door dr. Hannelore De Grande, coördinator Centrale Doctoraatsbegeleiding en Prof. dr. Karen François, Directeur Doctoral School Human Sciences) werden tal van interuniversitaire initiatieven opgestart en gerealiseerd. Ondertussen zijn er al een aantal gevestigde waarden zoals het Flemish Training Network Life Sciences (F-Tales, het vroeger FTNLS, maar dan zonder samenwerking met het VIB), het Flemish Training Network for Methodology and Statistics (FLAMES) en de Summerschool Zeg ’t Eens rond Wetenschapscommunicatie.

Daarnaast wordt er ook samengewerkt met de Doctoraatsbegeleiding van ULB. Concreet werd er een tweedaagse training voor promotoren ingericht, die doorgegaan is in het voorjaar en het najaar van 2017. Daarnaast worden ook reeds ingerichte workshops opengesteld voor VUB en ULB doctorandi.

1.5. Europees en Internationaal Onderzoek

Ook in 2017 was het Europese Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie, Horizon 2020, de belangrijkste bron van Europese en internationale onderzoeksinkomsten. In 2017 verscheen de interimevaluatie van het Kaderprogramma en daaruit bleek weer maar eens dat de competitie toeneemt en de slaagkansen dalen. Halverwege Horizon 2020 zijn die namelijk gedaald tot 11,6%.

VUB blijft echter in stijgende lijn gaan. In 2017 werden er 188 aanvragen ingediend, goed voor €855.729.078,65. Daarvan werden er 27 ook goedgekeurd, ter waarde van €227.565.589,80. Dat wil zeggen dat de VUB-slaagkans per aantal projecten met 14,4% comfortabel boven het Europese gemiddelde ligt en dat de slaagkans op basis van budget zelfs 27% bedraagt. Rekenen we daar ook nog de 11 voorstellen bij die op de reservelijst belandden, dan zien we dat in werkelijkheid 20,2% van de VUB-aanvragen ver boven de Europese kwaliteitsgrens scoren. Ook in vergelijking met de andere Vlaamse en Belgische universiteiten doen we het goed. Op vlak van verworven middelen moeten we volgens de VINNOVA H2020 visualisation in Vlaanderen enkel Leuven en Gent laten voorgaan, maar doen we het wel 12% beter dan Antwerpen en zelfs 18% beter dan ULB.

De pijler ‘Excellent Science’ is met 46% van de VUB-aanvragen in 2017 de populairste, maar tegelijk ook de moeilijkste.

Voor ERC werden er zo 21 proposals ingediend, waarvan 11 Starting Grants, 3 Consolidator Grants, 4 Advanced Grants, 2 Synergy Grants en 1 Proof of Concept. Daarvan werd 1 Advanced Grant en 1 Proof of Concept gefinancierd, meteen de eerste PoC grant ooit aan de VUB! Binnen het Marie Curie programma werden 51 proposals ingediend, waarvan 35 Innovative Training Networks, 13 Individual Fellowships, 2 Research and Innovation Staff Exchanges en 1 COFUND. Daarvan werden 4 ITN-projecten en 2 RISE-projecten gefinancierd. Helaas werd geen enkele van de IF weerhouden, maar van de 11 aanvragen die we in 2016 indienden werden er in 2017 wel 4 goedgekeurd. Het Future and Emerging Technologies programma blijft tot slot het meest competitieve. Met slaagkansen van soms 2% mag het niet verbazen dat van de 14 ingediende voorstellen er voorlopig geen enkele het gehaald heeft.

Die onderfinanciering van Horizon 2020 blijft een groot pijnpunt. De H2020 Interim Evaluation toonde namelijk aan dat de EU €62 miljard meer nodig had gehad om alle excellente proposals te financieren. Ook aan VUB hebben we weet van een voorstel dat 15/15 scoorde en wegens een gebrek aan financiering niet weerhouden werd. ELO roert zich hier ook op het politieke vlak en heeft in 2017 met de VLIR-CRef werkgroep EU-onderzoek mee het initiatief genomen voor een brochure om onze Belgische vertegenwoordigers in Europa ertoe te bewegen meer middelen voor O&I vrij te maken. We nodigden ook Europees Parlementslid Lieve Wierinck uit voor een bezoek aan de campus en om onze wensen voor het volgende Kaderprogramma duidelijk te maken. Daarnaast ondertekenden we als lid van VLIR de Neth-ER statement “Invest in knowledge” en namen we een actievere rol op in netwerken als de European University Association, UnILiON en UNICA om de universitaire belangen op het Europese niveau te blijven behartigen.

Tot slot blijven we ook inzetten op een doorgedreven ondersteuning voor EU-aanvragers, zowel in de indienfase als erna tijdens de uitrol van het project. Samen met het EU-team van TechTransfer hebben we één EU-dienstverlening aan de VUB uitgewerkt, gestoeld op het i-ISO-concept. Dit heeft zich vertaald in meer Europese aanvragen van een bredere groep van VUB-onderzoekers, maar achter de schermen ook in betere werkprocessen tussen de EU-teams van R&D en TechTransfer. Onderzoekers aan de VUB hebben nu één aanspreekpunt, [email protected], en een management board bestaande uit de vicerectoren en directeurs van beide vicerectoraten zorgt voor de strategische aansturing van de teams.

Hoofdstuk 2

Reglementen & Procedures

2. REGLEMENTEN & PROCEDURES

Met de start van het Academiejaar 2015-2016 trad het nieuw Organiek Statuut in werking. Hierbij werd een nieuwe governance structuur gecreëerd, waarbij als belangrijke aanpassing voor het onderzoeksbeleid de Onderzoeksraad een beslissingsorgaan werd. De noodzaak om de reglementen van het onderzoeksbeleid aan te passen aan dit Organiek Statuut, het Genderactieplan en het Charter Goed Bestuur werd gekoppeld aan een intensieve herwerking van alle reglementen van het onderzoeksbeleid, de optimalisering van oude en nieuwe procedures en beslissingsprocessen en de integratie van nieuwe wetgeving. Het OZR-reglement werd opgesplitst in drie nieuwe reglementen:

- Het Centraal Werkingsreglement van het Onderzoeksbeleid, goedgekeurd op de Academische Raad van 9 november 2015;

- Het Huishoudelijk Reglement van de Onderzoeksraad goedgekeurd op de Raad van Bestuur van 29 september 2015;

- Reglement betreffende de bijzondere adviesorganen van de Onderzoeksraad, goedgekeurd door de Onderzoeksraad op 21 oktober 2015.

Het Centraal Reglement voor de toekenning van de Academische Graad van doctor werd na facultaire rondvraag in 2016 en een facultaire ronde van de nieuwe vicerector in 2017 aangepast en op de OWR, OZR en Academische Raad goedgekeurd. Het aangepast reglement treedt in werking op 1 januari 2018. Daarnaast werd het besluit inzake het inrichten van een doctoraatsopleiding en het Doctoral School Reglement aangepast en samengevoegd tot één Reglement, vanaf heden genaamd Doctoral School Reglement.

De procedure voor inbreuken op wetenschappelijke integriteit door doctorandi, die verliep naar analogie met de procedure zoals bepaald in het Onderwijs en Examenreglement, werd vervangen door de voor alle onderzoekers geldende nieuwe Regeling Betreffende Inbreuken op Wetenschappelijke Integriteit, goedgekeurd op de Academische Raad van 5 oktober 2015.

Hoofdstuk 3

Kwaliteitszorg

3. KWALITEITSZORG

3.1. Onderzoeksbeleid en financieringskanalen van de Onderzoeksraad

De onderzoeksraad (OZR) is het centrale advies- en beslissingsorgaan voor onderzoeksaangelegenheden van de Vrije Universiteit Brussel. Het dagelijks beheer wordt verzekerd door het Bureau van de Onderzoeksraad. Overeenkomstig art. 46 en art. 47 van het Organiek

3.1.1. Algemeen

De wetenschappelijke kwaliteit van een ploeg, van een vorser en van een project is bij de meeste externe financieringskanalen (FWO, EU, Impulsprogramma’s, ...) hét doorslaggevende selectiecriterium. Het verzekeren van de kwaliteit van onze onderzoeksploegen is een belangrijke sleutel tot het vrijwaren van de financiering van onze onderzoeksactiviteit. Het evalueren en opvolgen van de wetenschappelijke kwaliteit van de onderzoeksploegen is een van de meest fundamentele taken van de Onderzoeksraad en blijft een van de belangrijkste peilers van het onderzoeksbeleid.

Aan de VUB situeert men het onderzoeksgebeuren en de daaraan geassocieerde financieringskanalen op 3 niveaus: - Basisfinanciering voor vakgroepen ter ondersteuning van onderzoek op zaainiveau (nieuwe ideeën) en op incubatieniveau (reeds goed uitgebouwd onderzoek); - Programmafinanciering op excellentieniveau voor onderzoek waarvan de internationale uitmuntendheid is aangetoond; - Persoonsgebonden toekenningen als startfinanciering voor nieuwe professoren en ter ondersteuning bij verwerving van EU-financiering.

Met deze indeling beschikt de Onderzoeksraad over een instrumentarium waarmee alle onderzoeksploegen en specifieke onderzoeksprogramma’s kunnen worden gesitueerd en ondersteund, met een diepte en methode van evaluatie in overeenstemming met het financieringsniveau. Binnen de domeinen Humane Wetenschappen (HW), Basis-, Natuur- en Toegepaste Wetenschappen (BNTW), en Biomedische Wetenschappen (BMW) zorgen specifieke OZR-overlegplatformen voor een gecoördineerde adviesvoorbereiding.

De Onderzoeksraad hanteert sinds jaren het systeem van peer review bij evaluaties voor omvangrijke onderzoeksfinanciering (in het bijzonder langetermijnfinancieringen en Senior Research Fellowships), en bij disciplinegewijze onderzoeksevaluaties. Ook op het bredere associatieniveau wordt peer review gehanteerd voor de (tweejaarlijkse) evaluatie van aanvragen voor middelzware onderzoekinfrastructuur door de UAB-FWO commissie (voorheen de Hercules commissie). De ingewonnen reviews worden niet alleen gebruikt voor de selectie van aanvragen, maar zijn eveneens een bron van feedback voor aanvragers via mondelinge of schriftelijke debriefings.

Zowel de evaluaties ex ante (in aanvraagfase, via peer review of andere - bijkomende/ondersteunendeevaluatietechnieken), maar ook ex post (via outputmonitoring of evaluatie van verslagen of financieringskanalen) worden verder uitgebouwd én systematisch toegepast. De resultaten van deze evaluaties worden niet alleen in rekening gebracht bij de verdeling van de OZR- en BOF-onderzoekskredieten, maar verstrekken eveneens informatie die kan worden gebruikt bij promoties e.d.

Na een lange traditie van aanvraaggebonden evaluaties werd in 2011 in belangrijke mate overgestapt naar systematische outputmonitoring, gekoppeld aan een formulegebaseerde basisfinanciering (RvB 24.05.2011). Het instrument van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties wordt behouden maar zal, sinds een volledige cyclus werd voleind in 2010/2011, waar nodig gerichter worden ingezet.

Het huidige financieringsmodel voor onderzoek (RvB 24.05.2011) plaatst een jaarlijks automatisch toegekende basisfinanciering voor onderzoek (3.1.2.) naast een zichtbaarder zwaartepuntenbeleid (3.1.3.). Beide onderdelen sluiten aan bij de algemene aanbevelingen aan de Vlaamse universiteiten in het laatste rapport van de evaluatie van het onderzoeksmanagement van 2011 (3.1.7.). Enerzijds uitte de evaluatiecommissie hierin haar bezorgdheid aangaande de beschikbaarheid van onderzoeksfinanciering voor alle stafleden, in een context van integratie van onderwijs en onderzoek als essentieel kenmerk van een universiteit. Anderzijds ziet de commissie zwaartepuntvorming als een vereiste in de huidige context van Europese en internationale concurrentie. De verschillende onderdelen van het model en de doelstellingen ervan passen tevens in de bredere context van het universitaire beleid (Algemeen Strategisch Plan,

ASP), inclusief in de focus daarin op de creatie van zwaartepunten, internationalisering, schaalvergroting, netwerking en maatschappelijke relevantie. Verder vormden ook opmerkingen gemaakt in het kader van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties mee de basis voor het huidige financieringsmodel voor onderzoek. Alle onderdelen van het model samen vormen een coherent, nauw verweven geheel, gericht op continue verbetering. In praktische termen werd overgestapt van een overwegend projectgebaseerde financiering, naar een structurele financiering op twee niveaus: basisfinanciering en programmafinanciering. Beide instrumenten samen moeten ervoor zorgen dat de universiteit zich duidelijk kan profileren rond een reeks excellente onderzoekspolen, ontstaan en gevoed vanuit een diverse en zich continu vernieuwende onderzoeksbodem. Het geheel werd reeds snel na invoer geëvalueerd (beslissing RvB 30.10.2012), nadat voor de verschillende vormen van programmafinanciering een eerste oproep was voleind. Voor deze evaluatie werd een specifieke internationale evaluatiecommissie samengesteld (OZR 05.02.2013, RvB 04.03.2013, OZR april 2014). De bevindingen van de commissie aangaande het onderzoeksbeleid en de ‘governance’ van de Onderzoeksraad waren voornamelijk positief, en de commissie meende dat de aangebrachte wijzigingen in structuur en werking als een verbetering kunnen worden beschouwd (RvB 04.11.2014).

3.1.2. Basisfinanciering voor onderzoek

Als opvolger van de OZR-richtpercentages (RvB 26.03.2002), vertrekt de basisfinanciering voor onderzoek (RvB 24.05.2011) nog steeds vanuit een visie waarbij stimulansen vanuit het centrale onderzoeksbeleid worden doorgegeven aan de onderzoeksgemeenschap. Waar middelen en stimulansen in het voorgaande model werden doorgegeven aan drie Adviessubcommissies, worden deze in het huidige model rechtstreeks doorgegeven aan vakgroepen en vorsers. In een toelichtende nota worden de geselecteerde parameters uitvoerig gekaderd in een ruimer onderzoeksbeleid. De gehele vorsersgemeenschap wordt voorzien van een basisfinanciering gericht op het in stand houden van een breed scala aan onderzoeksdisciplines, als duurzame en multidisciplinaire voedingsbodem voor nieuwe ontwikkelingen. De basisfinanciering voor onderzoek moet enerzijds, via de gebruikte criteria, een systematische financiële stimulans vormen voor het stelselmatig verder uitbouwen van kwaliteitsvol onderzoek, en moet anderzijds voldoende continuïteit en stabiliteit bieden.

Basisfinanciering voor vakgroepen1

Publicaties en PhD’s zijn de basis voor een formulegebaseerde basisfinanciering voor vakgroepen. Om deze zo efficiënt mogelijk te kunnen aanwenden in de verscheiden domeinen, wordt zij toegekend als een vrij aanwendbare ‘lump sum’. De prestatiestimulans die hiervan uitgaat moet bijdragen tot continu groeiende prestaties, reputatie en uitstraling van de onderzoeksteams en van de universiteit als geheel. De vakgroepen krijgen hiermee een expliciete verantwoordelijkheid op het vlak van onderzoeksbeleid, en ook de middelen om hun lokale onderzoeksstrategieën uit te bouwen en te ondersteunen. De formule voor de middelenverdeling combineert een zekere eenvoud met voldoende nuancering. De parameters blijven beperkt tot een set representatieve en strategische criteria, terwijl daarbinnen rekening wordt gehouden met verschillen naargelang de disciplines. In 2012 werden naar aanleiding van de eerste toekenningsronde enkele aanpassingen goedgekeurd (RvB 24.04.2012). In 2015 werd de eerste tussentijdse vijfjaarlijkse evaluatie van het model uitgevoerd. Voor implementatie in een volgende periode van 5 jaar, werden de publicatieberekeningen gewijzigd uitgaande van de principiële wens om een sterkere algemene stimulans voor kwaliteitsvolle publicaties in te voeren, met oog voor de diversiteit inzake publicatieoutput over de verschillende disciplines (OZR 02.09.2015, AR 09.11.2015).

Persoonsgebonden bonussen

Een reeks persoonsgebonden bonussen is erop gericht om onderzoekers te ondersteunen die sterke uitdagingen aangaan. Hier wordt gefocust op initiatieven die een grote inzet vergen in aanvraagfase, maar die eens toegewezen een sterke meerwaarde betekenen, zowel financieel als inzake uitstraling.

- De ZAP-startfinanciering2 toegekend aan een nieuw ZAP-lid (mits het een aanstelling van ten minste 80% als ZAP betreft) beoogt het internationaal aantrekken van vorsers via substantiële aanstellingen te bevorderen. Zoals voorzien in het Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 (OZR 26.06.2013, RvB 02.07.2013) werd de ZAP-startfinanciering uitgebreid (AR 09.11.2015) ten opzichte van de oorspronkelijke criteria3, gezien de sterke vraag hiernaar vanuit de onderzoeksgemeenschap. Ter aanvulling van deze persoonsgebonden financiële maatregel wordt vanaf 2015 van de vakgroepen een bijzondere toelichting verwacht over acties ter ondersteuning van nieuwe ZAP-leden in hun jaarlijks in te dienen ‘Strategische Beleidsfiche Onderzoek’ (OZR 11.02.2015).

1 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘I. Kwaliteitszorg en evaluatie van het onderzoek’, Instrument ‘Basisfinanciering voor vakgroepen’.

2 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘III. Vorming en loopbaan van onderzoekers’, Instrument ‘Persoonsgebonden bonussen (senior niveau)’.

3 Door schrapping van de criteria inzake ‘Mobiliteit en Diversiteit’ (zoals in de voormalige BOF-parameter).

- Incentives voor het voorbereiden en verwerven van Europese onderzoeksfinanciering4 (kaderprogramma’s, ERC grants, ...) stimuleren het optimaal benutten van het groeiend Europees instrumentarium en het budget inzake onderzoeksfinanciering. Redenen waarom hier nog ruimte voor verbetering is, zijn zowel te vinden in de aard van de Europese kanalen zelf (complexiteit, hoge vereiste inzet, lage slaagkans) als bij de organisatie van de potentiële aanvragers (beperkte schaalgrootte en daaraan gekoppelde ondersteuningsmogelijkheden). Het budget hiervoor stond echter reeds van bij het begin onder druk, met een systematische overschrijding van het jaarbudget sinds 2013. Bovendien bleek de EU-bonus na een evaluatie in 2017 niet meer het gewenste incentive-effect te hebben. Daarom werd de bonusregeling in 2017 hervormd en zal ze, na een overgangsregeling tot juni 2018, in een hernieuwde vorm ingaan op 1 juli 2018. Voor vele groepen is het een welgekomen extraatje om een doctoraatsstudent een vierde jaar te kunnen aanstellen of ondersteuning voor projectmanagement in te huren. Sinds 2012 werden er zo al 101 bonussen uitgekeerd, of gemiddeld 17 per jaar, en de verwachting is dat dit aantal nog zal stijgen.

- Een bonus voor maatschappelijke valorisatie5 kan worden toegekend aan een ZAP-lid waarvan het onderzoek in de afgelopen 5 jaren bijzonder verdienstelijk aanleiding gaf tot maatschappelijke valorisatie in brede zin. Deze bonuscategorie stimuleert de aandacht van de vorsers voor maatschappelijke valorisatie, in overeenkomst met de verhoogde aandacht hiervoor op regionaal vlak, op internationale fora en in het Algemeen Strategisch Plan (ASP) van de universiteit. Daarnaast biedt de bonus een aanleiding om verwezenlijkingen op dit vlak in de schijnwerpers te zetten. In 2012 gebeurde de eerste toekenning voor bijzondere verdienste inzake maatschappelijke valorisatie. De toekenningen voor 2013 en 2014 werden gegroepeerd, en in 2015 werd formeel een tweejaarlijkse periodiciteit ingesteld (AR 09.11.2015). In 2017 duidde de Onderzoeksraad twee laureaten aan van de bonus ‘maatschappelijke valorisatie’ 2016 en 2017 (OZR 29.03.2017).

3.1.3. Programmafinanciering6

Via programmatorische langetermijn-financiering (RvB 24.05.2011) wordt excellent onderzoek ondersteund van een beperkt aantal zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken. De hiertoe vernieuwde en sterker op de voorgrond geplaatste kanalen kregen ook een passende Engelstalige benaming (‘Strategic Research Programmes’ of SRP’s en ‘Interdisciplinary Research Programmes’ of IRP’s), ter bevordering van hun internationale herkenbaarheid, zichtbaarheid en uitstraling. Een betere zichtbaarheid van de geselecteerde zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken, onder meer via de website van de universiteit, moet bijdragen tot de reputatie en uitstraling van de universiteit en van de betrokken onderzoeksteams. Er werd overgestapt van projectmatige toekenningen7 naar een programmafinanciering, met aangepaste procedures betreffende aanvraag, toekenning en opvolging. De nadruk in de profilering van een SRP ligt op wetenschappelijke excellentie, terwijl deze voor een IRP ligt op maatschappelijke uitdagingen en thematische totaalexpertise8. SRP-Groeifinancieringen van 5 jaar zijn gericht op onafhankelijke, welafgebakende, unieke VUB onderzoeksniches, die nog niet aan de vereisten voor een SRP tegemoetkomen, maar die in de aanvraag aantonen dat zij over een strategie beschikken waarmee zij dit niveau binnen enkele jaren kunnen bereiken. In 2015 werd voor de lopende SRP’s een tussentijdse evaluatie met signaalfunctie uitgevoerd (beslissing RvB 30.10.2012, conform adviezen OZR 01.10.2014 en OZR 05.11.2014). Het rapport van de evaluatiecommissie (AR 26.10.2015; OZR 02.12.2015) besluit dat de SRP’s over het algemeen als succesvol kunnen worden beschouwd in het bieden van een stabilizerende langetermijnstructuur aan gevestigde onderzoeksgroepen. Daarnaast wijst het rapport op enkele algemene aandachtspunten voor de komende evaluaties met het oog op verlengingen. In 2017 werden 18 SRP-Onderzoekszwaartepunten (OZR 06.09.2017) en 3 IRP’s (OZR 05.07.2017 en OZR 04.10.2017) verlengd voor een volgende termijn van 5 jaar, werd 1 nieuw IRP-Centre of Excellence (IRPCOE) opgestart (OZR 20.01.2016 en OZR 07.06.2017) en werd naar aanleiding van 2 niet toegekende SRP-verlengingen een afbouwscenario voorzien (OZR 06.09.2017). Verder werden in 2017 aangaande de SRP’s reglementswijzigingen tegemoetkomend aan aanbevelingen vanuit de evaluatiepanels en aan meer algemene aandachtspunten in het beleid voorgesteld (OZR 15.11.2017) en ter goedkeuring voorgelegd (AR 04.12.2017 en AR 18.12.2017).

In het kader van de vormgeving van Multidisciplinaire excellentiepolen (een kerndoelstelling in het Strategische Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, RvB 02.07.2013) is de programmafinanciering een belangrijk element binnen het geheel aan gedefinieerde speerpunten en doorgroeipotentieel, en tevens een belangrijke toetssteen aangaande eventuele onverwachte leemtes in participaties vanuit de verschillende domeinen.

4 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘I. Kwaliteitszorg en evaluatie van het onderzoek’, Instrument ‘Persoonsgebonden bonussen gericht op profilering op Europees vlak en in de maatschappij’.

5 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘I. Kwaliteitszorg en evaluatie van het onderzoek’, Instrument ‘Persoonsgebonden bonussen gericht op profilering op Europees vlak en in de maatschappij’.

6 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘I. Kwaliteitszorg en evaluatie van het onderzoek’, Instrument ‘Persoonsgebonden bonussen gericht op profilering op Europees vlak en in de maatschappij’.

7 Via de GOA- en HOA-financieringskanalen als voorlopers van respectievelijk SRP’s en IRP’s.

8 Een derde type zwaartepunten met nadruk op synergie met economische ontwikkelingen vindt financiering via het IOF.

3.1.4.

Senior Research Fellowships en Sabbatical Leaves

De Senior Research Fellowships en Sabbatical Leaves (RvB 30.01.2001) vormen de basisinstrumenten voor het behouden en verder uitbouwen van een zichtbaar ZAP-onderzoekscontingent voorbehouden voor excellente vorsers. Hiermee toont de VUB duidelijk haar engagement betreffende een van haar fundamentele peilers, nl. het verrichten van grensverleggend onderzoek op initiatief van en gedreven door de nieuwsgierigheid van de individuele vorser. Dit onderzoekscontingent betekent niet alleen een belangrijke stimulans voor het onderzoek in het algemeen maar verruimt tevens de mogelijkheden om een onderzoekscarrière aan de universiteit uit te bouwen en een personeelsbeleid te voeren op onderzoeksvlak.

Senior Research Fellowships9

Voor de Senior Research Fellowships wordt een totale periode van 10 jaar beoogd, voornamelijk besteed aan onderzoek. De initiële toekenning gebeurt voor 5 jaar en is verlengbaar voor 5 jaar na positieve evaluatie. De van het FWO overgehevelde Onderzoeksleiders en -directeurs werden automatisch in dit Onderzoekscontingent opgenomen. In een eerste periode kon jaarlijks slechts één nieuw mandaat van 5 jaar worden toegekend. Vanaf de oproep in 2007 werden de toekenningsmogelijkheden ruimer, met 2 à 3 nieuwe mandaten per jaar. Naast mandaten toegekend binnen prioritaire thema’s bestaat de mogelijkheid om een Senior Research Fellowship toe te kennen (1) aansluitend op een Odysseusmandaat (RvB 06.10.2009), (2) aansluitend op een EU-Tenure Track mandaat gelijklopend met een ERC Starting Grant (RvB 24.05.2011), (3) als verdere hernieuwing van FWO-overgehevelden voor periodes na de eerste 10 jaar (RvB 06.10.2009), en (4) als andere verdere hernieuwing na 10 jaar tot maximum 25% van de middelen (BOF-besluit, Vlaamse Regering 21.12.2012). Rekening houdend met de begrotingsmogelijkheden en de verwachte instroom, wordt het contingent stelselmatig en met een spreiding van de mogelijkheden over de jaren uitgebouwd naar een 30-tal mandaten. Zo lopen in het academiejaar 2017/2018 18 mandaten toegekend binnen thema, 2 mandaten van FWO-overgehevelden, en 9 madaten in opvolging van een Odysseusmandaat of EU-Tenure Track mandaat.

Sabbatical Leaves10

De toekenningsmogelijkheden voor Sabbatical Leaves werden vanaf 2012 uitgebreid met bijkomende mandaten naar aanleiding van de berekeningen voor de Basisfinanciering voor vakgroepen (BAS) (3.1.2.), gepaard gaand met bijkomende aandachtspunten in de selectieprocedure (ingevoerd voor via BAS gefinancierde mandaten RvB 24.04.2012, veralgemeend AR 09.11.2015): de belasting van de kandidaat inzake onderwijs, het lidmaatschap van beleids- en adviesorganen aan de VUB, en gendergerelateerde argumenten. Zo werden vanaf de in 2012 uitgeschreven jaarlijkse oproepen voor Sabbatical Leaves telkens twee bijkomende Sabbatical Leaves gefinancierd via BAS, gereserveerd voor het domein van de Humane Wetenschappen.

3.1.5. Ondersteuning van jonge onderzoekers

In het kader van het behoud en de bevordering van een goede wetenschappelijke praktijk heeft het onderzoeksbeleid reeds vele jaren specifieke aandacht voor de omkadering van jonge onderzoekers. De instrumenten die hiervoor momenteel ingezet worden zijn het Centrale Doctoraatsreglement inclusief het Profiel van de Goede Promotor, de Ombudspersoon voor doctorandi, de Doctoral Schools, de Centrale Doctoraatsbegeleiding en de doctoraatsopleiding.

Reglementering

In 2017 werd een facultaire ronde gehouden door de vicerector onderzoeksbeleid, die geleid heeft tot verdere aanpassingen aan het Centraal Reglement voor de Toekenning van de Academische Graad van Doctor. In het najaar van 2017 werd dit reglement ter goedkeuring voorgelegd aan de Onderwijsraad, Onderzoeksraad en Academische Raad. Het aangepaste doctoraatsreglement is geldig vanaf 1 januari 2018. Naast een aantal verduidelijkingen, werd ondermeer een artikel toegevoegd omtrent de mogelijkheid van het wijzigen van promotor en de procedure die dan dient gevolgd te worden. De werkwijze van de begeleidingscommissie dient facultair te worden beschreven, de inbreuken op wetenschappelijke integriteit volgen niet langer het centraal Onderwijs- en Examenreglement maar de procedure voor alle academisch personeel, het opvolgingsverslag krijgt een andere indeling, het artikel met betrekking tot Intellectual Property is volledig herzien, alsook de procedure voor beslissingen na de interne verdediging en de geschillenprocedure.

9 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘III. Vorming en loopbaan van onderzoekers’, Instrument ‘Onderzoeksmandaten op ZAP-niveau (BOF-ZAP)’.

10 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘III. Vorming en loopbaan van onderzoekers’, Instrument ‘Sabbatical Leaves’.

Ook het besluit inzake het inrichten van een doctoraatsopleiding en het Doctoral School Reglement werden aangepast en samengevoegd tot één reglement, vanaf heden genaamd Doctoral School Reglement. Belangrijkste wijziging hierbij is het invoeren van een verplicht onderdeel van de doctoraatsopleiding, de introductiedag, en de gevolgde procedure hieromtrent.

Inschrijvings- en diplomaprocedure doctorandi

Momenteel lopen de inschrijvingen van doctoraten allesbehalve vanzelfsprekend, dit in de eerste plaats omdat de AAWS (=aanmeldingsmodule voor inschrijving studenten) omgeving niet gemaakt is voor deze specifieke groep van studenten, en in de tweede plaats omdat er onvoldoende uitwisseling is tussen de studentenadministratie en de personeelsdienst, waardoor veel dubbel werk wordt verricht om zowel inschrijving als aanstelling in orde te brengen. Ook met betrekking tot het afleveren van doctoraten is de frequentie onvoldoende in lijn met de vraag.

Op initiatief van de personeelsdienst werd begin 2017 een brainstorm georganiseerd om de inschrijvingsprocedure voor internationale doctoraatsstudenten door te lichten. Beoogd werd hiermee het proces van inschrijving van internationale doctoraatsstudenten te optimaliseren. Op twee vervolgvergaderingen werden mogelijke scenario’s besproken om de ideale procedure die uit de Kaizen naar voor kwam te verwezenlijken. Verschillende fases van implementering zijn noodzakelijk om deze ideale procedure te bereiken. Er werd beslist op het directiecomité om het kortetermijnscenario uit te werken en de overige scenario’s op te nemen bij de herwerking van de AAWS. In het kortetermijnscenario werd een aangepast document aangemaakt dat ondertekend wordt door de promotor. De info die hier gevraagd wordt, is voldoende om ingeschreven te kunnen worden en bevat ook alle info om aangesteld te worden. Daarnaast werd de handleiding aangepast voor doctoraatstudenten zodat ze makkelijker hun weg vinden door de AAWS. Ook werd de toegang tot CALI voor de dossierbeheerders van de personeelsdienst uitgebreid, zodat ze niet enkel de status van de doctoraatstudenten kunnen opvolgen maar ook bepaalde documenten kunnen downloaden uit het systeem. Het aangepast inschrijvingsformulier was niet klaar tegen de start van het academiejaar 2017/2018 en wordt pas geïmplementeerd in de loop van 2018.

Voor het afleveren van diploma’s voor doctoraathouders werd een procedure uitgewerkt om deze niet langer jaarlijks af te leveren samen met de BA/MA diploma’s, maar naar een maandelijkse druk over te gaan. Idealiter wordt toegewerkt naar een aflevering van het diploma op de dag van verdediging. Deze procedure werd in 2017 nog niet geïmplementeerd.

Omwille van de blijvende vertraging in deze dossiers werd Frank Ghijsen van OWSA aangesteld als liaison tussen DOCBE en OWSA met als opdracht alle doctoraatsissues structureel aan te pakken en ad hoc specifieke probleemgevallen op te lossen. Zijn opdracht start begin 2018 en wordt gefinancierd door OWSA.

Communicatie

Om onze doelgroep beter te bereiken werd de maandelijkse nieuwsbrief verder geoptimaliseerd en uitgebreid naar postdocs en promotoren. Daarnaast werd gesleuteld aan een onthaalbrochure voor startende doctorandi. Gezien jonge onderzoekers vooral wensen te weten waar ze specifieke informatie vinden en een brochure met links naar specifieke webpagina’s snel verouderd raakt, werd geopteerd om een landingspagina te maken, waarbij met een of twee kliks de gevraagde informatie kan worden gevonden. Zie ook www.vubphdguide.com.

Doctoraatsopleiding

De opleiding van jonge onderzoekers wordt grotendeels verzorgd door de drie Doctoral Schools en de Centrale Doctoraatsbegeleiding, die verbonden is aan zowel het departement Onderwijs als het departement Onderzoek. De breedte en flexibiliteit van de doctoraatsopleiding, die niet verplicht is, biedt de doctorandi de mogelijkheid om zich polyvalent te ontwikkelen en zich eveneens voor te bereiden op een eventuele functie buiten de academische wereld. Zoals eerder aangegeven, werd ondertussen één onderdeel in de doctoraatsopleiding verplicht gemaakt voor alle doctorandi die sinds 2017/2018 voor het eerst zijn ingeschreven. Ze dienen de introductiedag te volgen, bestaande uit presentaties over de werking van de Doctoral Schools en de doctoraatsopleiding, en een introductie van tal van diensten voor doctorandi (ombudspersonen, wetenschapscommunicatie, Europese projectaanvragen, doctorabele statuten etc.). Daarnaast wordt er een namiddag gewijd aan wetenschappelijke ethiek en integriteit.

In academiejaar 2017/2018 werd een nieuwe indeling van de trainingsonderdelen ingevoerd. Naast ons vast aanbod wordt dit steeds aangevuld door bottom-up activiteiten georganiseerd door leden van een van de Doctoral Schools. Vooral bij Doctoral School of Human Sciences worden veel activiteiten bottom-up georganiseerd. Deze komen voor in verschillende formats: masterclasses, PhD presentatiedagen, inhoudelijke seminaries/workshops en interdisciplinaire hoorcolleges. Er wordt voorrang gegeven aan initiatieven die interdisciplinair zijn en interuniversitair. Een aantal voorbeelden over de verschillende Doctoral Schools heen: ‘Reimagining the association between education and US

adult mortality in a fast changing policy environment’, een interdisciplinaire lezing door Mark Hayward georganiseerd door Renata Yokota, doctoraatstudente sociologie; ‘Modave Summer School in Mathematical Physics’, dit zijn inhoudelijke workshops, ondertussen toe aan de dertiende editie, georganiseerd door Tim De Jonckheere en Saskia Demulder, doctorandi in de Fysica, in samenwerking met KULeuven, ULB en UMons; ‘PhD day in Reproduction, Genetics and Regenerative Medicine’, dag van gezamenlijke (poster) presentaties en discussie voor jonge onderzoekers uit 7 onderzoeksgroepen en georganiseerd door Charlotte Rombaut, doctoranda in de medische wetenschappen. De toekenning van middelen gebeurt op basis van een uitgebreid dossier, waarin de relevantie voor doctorandi, het format, de planning en een gedetailleerd budget dient opgenomen te worden. De organisatie van een event op zich is in feite een belangrijk onderdeel van de leerschool wanneer doctorandi aan het roer staan: ze leren omgaan met financiële aspecten, afspraken maken met interne (en eventuele externe) spelers, een inschatting maken van het aantal deelnemers, etc.

Het aanbod voor postdoctorale onderzoekers en promotoren werd ook uitgebreid. Leidinggeven voor postdocs is een zeer praktische training die inzoomt op feedback geven en ontvangen, omgaan met weerstand, en omgaan met je eigen persoonlijkheid en emoties onder verschillende omstandigheden. Er wordt een actieplan opgesteld hoe de zaken praktisch toegepast kunnen worden op de situatie waar de postdocs zich in bevinden. ‘Coaching voor postdocs’ laat postdocs verschillende coaching tools ontdekken en inoefenen, geeft inzicht in hoe je anderen beter kunt laten presteren, hoe je zelf kan groeien als coach en de relatie met je collega’s/doctorandi kan verbeteren. Er werd ook voor het eerst een promotorenopleiding georganiseerd in samenwerking met ULB met het oog op het verbeteren van hun begeleidende vaardigheden. Deze 2,5 dagen durende training biedt de mogelijkheid om te reflecteren over eigen patronen en aanpak, inzicht te verwerven in de kwaliteiten en valkuilen in projectmanagement en coaching. Ze leren vanuit hun eigen persoonlijkheid en stijl hoe je duidelijk kunt communiceren met doctorandi. Er worden ook goede praktijken en tips en tricks uitgewisseld. De deelnemers apprecieerden ook erg de interuniversitaire aanpak en leerden dus graag bij van hun collega’s van de andere universiteit.

Doctoraatsportfolio

Ook in 2017 werd het platform nog niet volledig operationeel, dit omwille van een combinatie van technische vertragingen door IT en inhoudelijke aanpassingen die door DOCBE en de Doctoral Schools werden gevraagd. De credittabel werd aangepast, waardoor de vertaling vanuit PURE naar CALI ook verder diende te worden aangepast. Daarnaast zijn er nog steeds niet weinig doctorandi die geen toegang hebben tot hun portfolio en waarbij het technisch onduidelijk is hoe dit komt. De ondersteuning alsook duidelijke richtlijnen/handleidingen ontbreken nog steeds. Er werd herhaaldelijk overleg gepleegd tussen DOCBE en het Kenniscentrum/IT om al deze issues uit te klaren. Eind 2017 is er echter nog steeds geen uitsluitsel over.

Piloot PhD Survey

De VUB wenst dat doctorandi in de best mogelijke omstandigheden aan hun doctoraat kunnen werken. Onderzoek door ECOOM-UGent uitgevoerd, heeft echter aangetoond dat VUB achterophinkt wat betreft succes rates van doctorandi, en dat over alle Vlaamse universiteiten heen de mentale gezondheid van doctorandi op zijn minst een aandachtspunt dient te zijn. De Doctoral Schools en de Central PhD Office wensen hieraan tegemoet te komen door een monitoringsysteem op te zetten in de vorm van een PhD survey.

De piloot PhD survey doelstellingen werden in het voorjaar van 2017 (01.02.2017) voorgesteld aan de Onderzoeksraad. Verschillende doelstellingen worden met deze survey beoogd. Ten eerste zelfevaluatie en reflectie bij doctorandi over de subjectieve kant van het doctoraatsonderzoek (<-> objectieve evaluatie gebeurt reeds in het voortgangsrapport).

Ten tweede vroege probleemdetectie: via zowel een forum om anoniem problemen te melden, als een kanaal om een afspraak te maken met ombudspersoon/facultaire representatieven. Ten derde feedback aan de faculteiten, centrale doctoraatsbegeleiding en Doctoral Schools, alsook aan de personeelsdienst met betrekking tot doctoraatsbegeleiding, -ondersteuning en -opleiding.

Drie faculteiten namen deel aan de pilootstudie: faculteit Ingenieurswetenschappen, Psychologie & Educatiewetenschappen, en Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie. Tussen februari en mei werd de vragenlijst verder uitgewerkt en getest door doctorandi alvorens deze werd uitgestuurd in mei 2017. De respons was vrij groot en in totaal antwoordden meer dan 50% van de aangeschreven doctorandi. In de zomer werden de resultaten verwerkt en in een rapport gegoten, daarnaast werden door de ombudspersoon en de facultaire representatieven gesprekken aangeknoopt met doctorandi die verdere opvolging wensten.

De Onderzoeksraad en de Academische Raad namen kennis van de eerste resultaten en keurden de invoering bij alle faculteiten in 2018 goed.

Ombudspersoon voor doctorandi

Elk jaar wordt een ombudspersoon voor doctorandi aangesteld en een plaatsvervanger die tevens als contactpersoon optreedt op de campus Jette. Jaarlijks rapporteren ze over hun werkzaamheden aan de rector en de Onderzoeksraad. Naar aanleiding van het verslag organiseert de vicerector onderzoeksbeleid eveneens een overleg met de AAPvertegenwoordigers in de Raad van Bestuur. In 2017 hernieuwden Ann Nowé en plaatsvervanger Luc Bouwens hun opdracht. Ze nemen ook cases over uit de PhD survey wanneer de faculteit daartoe verzoekt.

PhD netwerken en PhD buddy project

De Doctoral Schools ondersteunen ook financieel events die georganiseerd worden door de PhD Netwerken: PhD United (LSM) en het NSE PhD network. De Doctoral School of Human Sciences is een aantal doctorandi aan het verenigen met hetzelfde doel: het organiseren van doorgaans ontspannende activiteiten voor doctorandi om doctorandi uit andere vakgroepen/disciplines informeel te leren kennen. Ze organiseren daarnaast ook inhoudelijke events. Zo organiseert PhD United jaarlijks de LSM PhD day in Jette, een combinatie van presentaties en posters van doctorandi, workshops en een keynote die meerdere onderzoeksdisciplines kan boeien. Het NSE PhD Network organiseert jaarlijks een job markt in samenwerking met de BA/MA studentenverenigingen.

Daarnaast lanceerde DOCBE in februari 2017 een eerste PhD buddy event. Deze is erop gericht startende doctorandi te matchen met meer ervaren doctorandi of postdocs (buddy’s). Zowel startende doctorandi als buddy’s dienen op voorhand iets over zichzelf door te geven (wat ze verwachten van een buddy, wat hun kwaliteiten zijn als buddy, wat achtergrond over hun onderzoek, …) zodat ze gericht elkaar kunnen aanspreken. In de eerste plaats dient een buddy iemand te zijn die hen kan helpen met praktische vragen, onzekerheden kan wegnemen of hen andere kanten van Brussel kan doen leren kennen. Er blijkt heel wat variatie te zijn in de verwachtingen van buddy’s: sommigen zien elkaar op regelmatige basis, anderen vinden het vooral belangrijk dat ze op iemand kunnen terugvallen als ze met een vraag of een probleem zitten zonder dat ze daar hun directe collega’s moeten over lastigvallen, nog anderen kijken uit naar een buddy om iemand uit een andere discipline te leren kennen, terwijl sommigen liever een buddy uit de eigen onderzoeksdiscipline hebben zodat ze er ook meer inhoudelijke zaken kunnen aan vragen.

Financiering voor internationale mobiliteit en samenwerking

Sinds 2010 worden ook travel grants uitgereikt door de drie Doctoral Schools om jonge onderzoekers financieel te steunen bij het volgen van een internationale workshop of conferentie of een kort verblijf in het buitenland. Door de extra financiering via de overheid kan een grote groep doctorandi hiervan genieten, mits aan een aantal voorwaarden zijn voldaan.

Daarnaast is er ook de financiering van bench fees voor jonge onderzoekers die een joint PhD afgesloten hebben met een (internationale) partnerinstelling.

Europese projecten met betrekking tot omkadering van junioronderzoekers

In 2016 werden de twee Europese projecten rond de omkadering en opleiding van jonge onderzoekers afgewerkt: enerzijds het Erasmus Mundus Project EUCNDOC ‘to facilitate EU-China cooperation in doctoral education’ dat gecoördineerd wordt door Prof. Chang Zhu van het departement Educatiewetenschappen, en anderzijds het Life Long Learning project ‘Professionals in Doctoral Education: Supporting skills development to better contribute to a European knowledge society’ (PRIDE), gecoördineerd door de University of Vienna en met een actieve rol als work package leader voor de Doctoral Schools en de cel centrale doctoraatsbegeleiding van de VUB. In dit finale jaar werd een boekpublicatie uitgebracht waarin een hoofdstuk werd uitgewerkt door de VUB ploeg, namelijk: De Grande, H., Den Haese, J. & Francois, K. (2016). Understanding the role of professionals: an HR perspective. In: ‘Professionals in doctoral education. Zinner, L. (ed.). Vienna: University of Vienna - Resch Druck, p. 35-62, en werd er ook een opleidingsmodule uitgewerkt en uitgevoerd met actieve medewerking van een aantal VUB-medewerkers.

3.1.6. Onderzoekscultuur en deontologie

Onderzoekers streven naar kwaliteitsvol onderzoek dat beantwoordt aan breed gedragen ethische beginselen en normen. De VUB vindt het essentieel dat onderzoekers op de hoogte zijn van deze beginselen en normen, opgenomen in het Charter van de onderzoeker, hun belang erkennen en ze ook toepassen in hun onderzoek.

Bij de voorbereiding van het onderzoek beoordeelt de onderzoeker de aanvaardbaarheid van het onderzoek in het licht van de Ethische Code voor Wetenschappelijk Onderzoeker in België en het Charter van de onderzoeker. Rijst er twijfel

over de ethische aanvaardbaarheid van het geplande onderzoek, is een advies wettelijk verplicht of wenselijk (bijv. voor publicatie, projectaanvraag of financiering), dan kan of moet de onderzoeker advies vragen bij de bevoegde ethische commissie van de VUB. R&D voorzag in 2015 een aanspreekpunt voor onderzoekers bij de ethische aanvragen. Deze is liaison met het FWO voor deze materie en lid van de huidige drie ethische commissies aan de VUB: Ethische Commissie Humane Wetenschappen, Ethische Commissie Dierproeven en de Commissie Medische Ethiek. Op VLIR-niveau werd de werkgroep Wetenschappelijke Integriteit en Ethiek geformaliseerd, waar de R&D-liaison deel van uitmaakt. In deze werkgroep worden gezamenlijke standpunten in deze materie voorbereid, bijvoorbeeld de Dual Use guidelines voor onderzoekers. Alle informatie over de ethische commissies is tevens gebundeld op de nieuwe R&D-website. Bijkomende ethische checks bij mogelijk ‘Dual Use of Misuse’ van onderzoek, toepassing van het Nagoya Protocol en het feit dat onderzoekers ook binnen de humane wetenschappen steeds vaker een ethisch advies wordt gevraagd door tijdschriften, zorgt voor een toenemende belasting van de onderzoekers in hun administratieve opvolging van behaalde onderzoeksfinanciering. Deze toenemende administratie in ethische verplichtingen zorgt niet noodzakelijk voor meer ethische reflectie, gelet op de beperkte en reeds overbevraagde tijd van de onderzoeker. Deze problematiek werd in 2017 onder de aandacht gebracht, wat resulteerde in een beleidsbeslissing om extra middelen te investeren in de ondersteuning van de ethische commissies en personeelsuitbreiding van de beleidsondersteuning in ethiek vanaf 2018.

Het lijkt vanzelfsprekend dat onderzoekers zekere deontologische regels in acht nemen bij hun onderzoeksactiviteiten en in hun relatie tot collega’s. Toen wetenschappelijk wangedrag in Vlaanderen nog veel minder een “issue” was dan bv. in de Verenigde Staten, achtte de Onderzoeksraad het gezien de toenemende prestatiedruk aangewezen om aan deontologie en onderzoekscultuur tijdig wat meer aandacht te besteden, zonder daarom te vervallen in uitvoerige regelgeving. Voortbouwend op de tekst “Onderzoekscultuur en -deontologie” (bijlage 3 bij het “Beleidsplan Onderzoeksraad 2001-2006”, OZR 07.02.2001, RvB 20.03.2001), werden procedures goedgekeurd voor de behandeling van vermoedens van wetenschappelijk wangedrag (RvB 19.02.2002, onderdeel van het “VUB-reglement inzake het Academisch Personeel en houders van onderzoeksbeurzen”). Naar aanleiding van het nieuwe “Reglement voor het Zelfstandig Academisch Personeel” (RvB 03.07.2012) werd in 2013 ter vervanging hiervan een commissie voor wetenschappelijke integriteit (CWI)11 voorzien.

In 2014 werd reeds een eerste aanzet gegeven voor een duidelijkere en meer transparante procedure, waarbij de discretie en professionaliteit van de commissie wetenschappelijke integriteit en de bescherming van de melder/klokkenluider nog beter gegarandeerd kan worden. De nood voor een meer structurele aanpak voor inbreuken op wetenschappelijke integriteit werd in 2015 dan ook grondig aangepakt en in een nieuwe procedure gegoten. Op de Academische Raad van 5 oktober 2015 werd de nieuwe procedure goedgekeurd. Deze procedure maakt niet langer deel uit van de tuchtprocedure en voorziet in een vaste commissie wetenschappelijke integriteit, aangevuld met ad hoc leden naargelang het voorliggende dossier. Meldingen van mogelijke inbreuken kunnen discreet bij het aanspreekpunt voor wetenschappelijke integriteit, een persoon die vrij staat van het onderzoeksbeleid. De nieuwe regeling geldt voor alle onderzoekers, doctorandi en ATP van de VUB.

Participatie aan internationale initiatieven

In 2017 nam de VUB actief deel aan de World Conference on Research Integrity in Amsterdam met een gezamenlijke VLIR-bijdrage over het landschap rond wetenschappelijke integriteit en de behandeling van inbreuken hierop, binnen de Vlaamse universiteiten.

3.1.7. Evaluatie van het onderzoeksmanagement

Bij de herziening van het BOF-besluit in 2003 werd de nieuwe verplichting ingeschreven tot een (toen achtjaarlijkse) interuniversitair georganiseerde externe beoordeling van de kwaliteit van het onderzoeksmanagement in het algemeen en van de werking van de onderzoeksraden in het bijzonder. Van bij de eerste toepassing in 2003/2004, gecoördineerd door de VLIR, wordt het onderzoeksmanagement van de Vrije Universiteit Brussel geprezen: de structuren voor het onderzoeksbeleid zijn helder opgebouwd en de verdeling van de onderzoeksgelden gebeurt op basis van relevante parameters en met aandacht voor gelijke kansen voor de verschillende wetenschapsgebieden. Niettemin werd in 2007 (OZR 12.12.2007), als verdere garantie voor een kwaliteitsvol onderzoeksbeleid, ingevoerd dat de OZR-leden dienen tegemoet te komen aan door de OZR goedgekeurde prestatie-indicatoren12 (zie 3.2.3.). De tweede evaluatie van het Onderzoeksmanagement in 2010 werd eveneens gecoördineerd door de VLIR. Ook in dit tweede rapport wordt het onderzoeksmanagement van de Vrije Universiteit Brussel geprezen. Aan een aantal kanttekeningen werd tegemoetgekomen bij de invoer van het huidige financieringsmodel voor onderzoek (RvB 24.05.2011): (1) er is nu in sterkere mate een kwaliteitsvergelijking tussen domeinen of delen daarvan ingebouwd in de onderzoeksfinanciering, wat essentieel wordt geacht om tot speerpuntvorming over te gaan met beperkte middelen,

11 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘II. Principes van goed bestuur binnen het onderzoeksbeleid’, Instrument ‘Commissie Wetenschappelijke Integriteit’.

12 Oorspronkelijk zoals opgenomen in de ZAP-opdrachtsmatrix (initiële versie Onderzoeksluik OZR 07.02.2007), later omgevormd tot de Competentietoets ZAP (OZR 23.09.2015).

en (2) het aantal financieringslijnen, waaronder zich ook veel kleinere lijnen bevonden, werd verminderd. De betreffende evaluatierapporten uit 2004 en 2010, beiden getiteld “Beoordeling van de kwaliteit van het onderzoeksmanagement aan de Vlaamse universiteiten”, zijn beschikbaar via de VLIR-website: (http://www.vlir.be/content1.aspx?url=p_213.htm). Het huidige BOF-besluit (Vlaamse Regering 21.12.2012) bepaalt dat de eerstvolgende evaluatie zal plaatsvinden in 2018 (en vervolgens vijfjaarlijks). Deze evaluatie werd in 2017 opgestart en wordt gecoördineerd door het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) van de Vlaamse overheid.

Bemerkingen die werden gemaakt in het kader van de evaluaties van het onderzoeksmanagement, of aangaande het bredere onderzoeksbeleid in de context van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties (3.2.1.), vinden een weerslag in de vijfjaarlijkse Strategische Beleidsplannen Onderzoek binnen verschillende onderdelen rond schaalvergroting, internationalisering, kwaliteitscriteria en coördinatie met de onderwijssector. Sinds het Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 (RvB 02.07.2013) zijn deze beleidsplannen opgesteld volgens de vereisten dienaangaande in het huidige BOF-besluit (Vlaamse Regering 21.12.2012). In 2017 werd het nieuwe Beleidsplan Onderzoek 2018–2022 goedgekeurd (OZR 04.10.2017).

Voor de verschillende beleidsinstrumenten worden systematisch evaluatiemomenten gepland. Zo werd betreffende de basisfinanciering voor onderzoek, na toepassing gedurende 5 jaar, aan de Onderzoeksraad een overzicht voorgelegd van de evolutie van de bij het model betrokken parameters, en van de bevindingen op operationeel en logistiek vlak naar aanleiding van de overschakeling naar het huidige systeem. Naar aanleiding van de eerste concrete uitvoeringen in het kader van het nieuwe financieringsmodel onderzoek (RvB 24.05.2011) en van het Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 (RvB 02.07.2013) werd een in het bijzonder hierop gerichte evaluatie georganiseerd van het strategisch onderzoeksbeleid en van de governance van de Onderzoeksraad (beslissing RvB 30.10.2012). Deze evaluatie vond plaats in 2014 door een specifiek hiervoor samengestelde internationale evaluatiecommissie (zie 3.1.1.).

Sinds 2009 stellen de Onderzoeksraad en het ondersteunende departement R&D eigen bijdragen op voor het Algemeen Strategisch Plan (ASP) van de universiteit, waarin strategische en operationele doelstellingen zeer concreet worden weergegeven. Jaarlijks wordt de stand van zaken van de verwezenlijkingen binnen alle deelplannen nagegaan.

3.2. Monitoring van onderzoeksactiviteiten13

3.2.1. Systematische algemene monitoring in het kader van interne kwaliteitszorg

Binnen het kader van het huidige financieringsmodel voor onderzoek (RvB 24.05.2011) wordt verder voldaan aan de decretale verplichtingen inzake kwaliteitszorg van de onderzoeksactiviteiten via een tweeledig systeem van:

- Systematische monitoring: De Onderzoeksraad bespreekt jaarlijks de “Strategische Beleidsfiches Onderzoek”14 en de “Prestatieprofielen” opgesteld in het kader van de basisfinanciering voor vakgroepen, die concrete informatie bevatten aangaande het onderzoeksbeleid en de onderzoeksprestaties binnen alle vakgroepen. Ook de evolutie van de verschillende parameters wordt weergegeven op het niveau van vakgroepen, faculteiten en de drie grote domeinen HW, BNTW en BMW. Het oorspronkelijke stramien voor de ‘Strategische Beleidsfiche Onderzoek’ werd inmiddels aangevuld met een paragraaf aangaande het door de vakgroep gevoerde publicatiebeleid (vanaf de derde oproep, BEC 11.06.2013), en met een bijzondere toelichting over acties ter ondersteuning van nieuwe ZAP-leden (vanaf de vijfde oproep, OZR 11.02.2015).

- Punctuele disciplinegewijze onderzoeksevaluaties: De Onderzoeksraad actualiseert jaarlijks de indeling van alle vakgroepen en onderzoeksgroepen in disciplines voor een eventuele gerichte disciplinegewijze onderzoeksevaluatie. De disciplinegewijze onderzoeksevaluaties, gestart in 1997, werden uitvoerig gekaderd in de tekst “Kwaliteitszorg in het Onderzoek”, bijlage 1 bij het “Beleidsplan Onderzoeksraad 2001-2006” (OZR 07.02.2001, RvB 20.03.2001). De methode zelf wordt beschreven in het internationaal tijdschriftartikel ‘Research evaluation per discipline: a peer-review method and its outcomes’ [N. Rons, A. De Bruyn, J. Cornelis, 2008, Research Evaluation 17 (1), pp. 45-57]. Een volledige cyclus a rato van twee evaluatieprojecten per jaar werd beëindigd in 2010/2011. Hierna werd het instrument behouden om waar nodig gerichter in te zetten (niet toegepast sindsdien). De resulterende rapporteringen aan de Onderzoeksraad geven de vertegenwoordigers van het wetenschappelijk onderzoek binnen de universiteit een duidelijk beeld van het eigen onderzoekspotentieel en leveren hen belangrijke informatie voor de uittekening en ondersteuning van het onderzoeksbeleid. De nazorg kan verschillen van evaluatie tot evaluatie, naargelang de aanbevelingen van de experts. Er wordt een remediërende werking verwacht via feedback aan de groepen zelf die -indien nodig- gestuurd wordt vanuit het Bureau van de Onderzoeksraad en de vicerector onderzoeksbeleid.

13 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘I. Kwaliteitszorg en evaluatie van het onderzoek’, Instrument ‘Kwaliteitsmonitoring’.

14 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘II. Principes van goed bestuur binnen het onderzoeksbeleid’, Instrument ‘Strategische Beleidsfiches Onderzoek’.

3.2.2. Systematische globale monitoring en punctuele bibliometrische studies

De Onderzoeksraad heeft steeds gesteld dat bibliometrische analyses op zich geen volledig beeld geven van de kwaliteit van het onderzoek en evalueert deze kwaliteit dan ook systematisch via peer review. Zonder hieraan afbreuk te doen kan echter niet worden voorbijgegaan aan de nadruk die internationaal op bibliometrische gegevens wordt gelegd. Het is belangrijk dat de universiteit over een goed beeld beschikt van haar bibliometrisch profiel — ter ondersteuning van het eigen beleid en de toelevering van informatie aan externe instanties. De Onderzoeksraad komt aan deze nood tegemoet via regelmatige ‘in house’ monitoring van bibliometrische data, wanneer wenselijk geacht aangevuld met punctuele externe uitbesteding van grondige bibliometrische studies aan internationaal erkende gespecialiseerde expertisecentra. Deze studies geven daarenboven een beter inzicht in de relatie bibliometrie versus kwaliteit, de bruikbaarheid van bibliometrie en de nood aan alternatieve indicatoren.

Jaarlijks worden naar aanleiding van de berekeningen voor de verdeling van de middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) over de Vlaamse universiteiten, de onderzoeksprestaties gemonitord die in de verdeelsleutel opgenomen zijn. Vanaf het begrotingsjaar 2003 wordt deze verdeelsleutel mee bepaald door de publicatie- en citatieaantallen van de universiteiten zoals bepaald in het BOF-besluit. Het ging hierbij initieel om publicaties in de Science Citation Index Expanded (SCIE) van het type “Article”, “Note”, “Letter” of “Review” en citaties daarnaar, beide in een periode van 10 jaar. Vanaf het begrotingsjaar 2008 werden hieraan de publicaties in de Social Sciences Citation Index (SSCI), de Arts and Humanities Citation Index (AHCI), de Index to Scientific and Technical Proceedings (ISTP) en de Index to the Social Sciences & Humanities Proceedings (ISSHP) toegevoegd (zelfde documenttypes + Proceedings paper). SCIE, SSCI, AHCI, ISTP en ISSHP zijn allen toegankelijk voor VUB-leden via Web of Science. Voor deze berekeningen worden het voorafgaande jaar telkens door het Expertisecentrum O&O Monitoring (ECOOM) per universiteit het aantal publicaties en citaties geteld en de respectievelijke aandelen berekend. Het R&D departement van de VUB treedt hierbij op als contactpersoon voor de VUB, en staat in voor het nazicht van de door ECOOM verzamelde gegevens. Vanaf begrotingsjaar 2011 worden bijkomend publicaties uit de “Social Sciences” en de “Arts & Humanities” geteld die door de universiteit (via het R&D-departement) worden toegeleverd aan het daartoe opgerichte Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor de Sociale en Humane Wetenschappen (VABB-SHW). Hiertoe wordt een gecoördineerde planning opgezet, met input vanuit R&D, de dienst Administratieve Informatieverwerking (AIVE) en de vorsersgemeenschap. De data aanwezig in PURE worden geanalyseerd wat betreft de kwaliteit van de informatie en waar mogelijk vervolledigd volgens de vereisten voor het VABB-SHW. Tot de cijfers voor het BOF-begrotingsjaar 2006 lag het VUB-aandeel binnen Vlaanderen voor publicaties hoger dan voor doctoraatsdiploma’s en 2de cyclusdiploma’s. In de daaropvolgende begrotingsjaren werden voor de VUB doctoraatsdiploma’s de sterkste outputparameter in de Vlaamse context. Sinds BOF-begrotingsjaar 2012 werd de sterkste outputparameter de VABB-SHW-publicaties (de publicaties vanuit de Sociale en Humane Wetenschappen die voldoen aan de VABB-SHW criteria en niet opgenomen zijn in de WoS).

3.2.3. Punctuele toetsing van ZAP-leden aan competentieprofielen - Luik onderzoek15

Het betreft een set van kwantitatieve parameters ter ondersteuning van de evaluatie van dossiers van individuele vorsers. Het is de bedoeling om hiermee uniforme criteria en richtwaarden aan te bieden voor evaluaties op verschillende niveaus (faculteiten, onderzoeksraad, ...), gedifferentieerd volgens graad (evolutief traject) en volgens (groep van) discipline(s).

Het onderzoeksluik16 sluit aan bij het beleidsplan van de Onderzoeksraad en vertrekt vanuit de bepalingen in het ZAPreglement betreffende de verwachtingen per graad. Aan een beleidsmatig profiel werden concrete prestatie-indicatoren gekoppeld en waar mogelijk ook richtwaarden. Een globaal document dat de volledige ZAP-opdracht dekt, met een onderzoeksluik en een onderwijsluik, werd midden 2008 goedgekeurd door de Raad van Bestuur (RvB 01.07.2008). In 2012 werd een reeks aanvullingen aan dit globale document goedgekeurd (RvB 03.07.2012). In 2013 werden twee onderzoeksgerelateerde appendices van het document geactualiseerd: ‘Referentiewaarden voor PhD’s per VTE ZAP per 5 jaar’ en ‘Mapping Domeinen PhD & Personeel’ (OZR 26.06.2013). In 2015 werd het document omgevormd naar de huidige ZAP-Competentietoets, als bijlage van het ZAP-reglement (RvB 29.09.2015).

Op voorstel van de Onderzoeksraad werd verwijzend naar de competentieprofielen een toetsing ingevoerd van de leden van de Onderzoeksraad aan kwaliteitsvereisten (RvB 12.02.2008).

Vanaf 2009 wordt bij ZAP-evaluaties systematisch door het dept. R&D een toetsing uitgevoerd ten opzichte van een selectie van prestatie-indicatoren uitgaande van de competentieprofielen. Voor de identificatie van relevante indicatoren per discipline op onderzoeksvlak (publicatie- en projectgerelateerd) werd gebruik gemaakt van de resultaten van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties (zie 3.2.1.). Anderzijds komen de competentieprofielen ook tegemoet aan een aantal van de stelselmatig weerkerende opmerkingen gemaakt in het kader van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties. Verder worden waar mogelijk referentiewaarden aangereikt voor prestaties per vorser. Deze zijn gebaseerd op de internationale publicatiedatabanken beschikbaar via de Web of Science, en op de Vlaamse statistieken

15 Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017, ‘II. Principes van goed bestuur binnen het onderzoeksbeleid’, Instrument ‘Strategische Beleidsfiches Onderzoek’.

16 Initiele versie Onderzoeksluik goedgekeurd OZR 07.02.2007 als onderdeel voor de ZAP-Opdrachtsmatrix, later omgevormd tot de Competentietoets ZAP (OZR 23.09.2015).

aangaande behaalde PhD’s. In 2013 werd dit kwantitatief overzicht uitgebreid met octrooien, dienstbetoonprojecten en internationale samenwerkingsprojecten gefinancierd door de VLIR, als valorisatiegeoriënteerde prestaties. In 2015 werd dit kwantitatief overzicht omgevormd en uitgebreid naar een breder dossier/portfolio, waarbinnen onderzoek een van de luiken is.

3.2.4. Monitoring in het kader van internationale rankings

Regelmatig worden onderzoeksgegevens toegeleverd als onderdeel van de respons van de universiteit op surveys die aan rankings verbonden zijn, en wordt door R&D geparticipeerd in interne overlegvergaderingen aangaande rankings. Zo werd in 2017 voor de zesde keer een lijst toegeleverd van co-auteurs van WoS-publicaties uit het voorafgaande jaar met niet-Belgisch adres en e-mail (als bijdrage in het kader van de QS-ranking, academics-list).

In 2014 werd door de R&D Onderzoekscel Data & Beleid (OCDB) een analyse gemaakt van de performantie van de VUB in de meest gekende rankings (QS, THE, ARWU, CWTS Leiden, NTU), vanuit de vraag of het aangewezen zou zijn voor de VUB om deel te nemen aan de nieuwe ‘ranking’ U-Multirank (en U-Map), en met specifieke aandacht voor de gehanteerde methodologieën en gebruikte indicatoren en datasets enerzijds, en de specifieke data(toelevering) van de VUB anderzijds. Op basis van deze analyse blijkt o.a. dat een méér gecoördineerde en aangepaste dataverzameling, -toelevering en -controle voor de VUB noodzakelijk is. Het resultaat van deze analyse werd voorgesteld op 29.01.2015 (VUB seminarie) en werd gesynthetiseerd in april 2015 in een intern rapport. Tegelijkertijd worden sinds 2015 recurrente rapporten aangemaakt voor wat betreft de VUB performantie (in een comparatief Vlaams kader) in de rankings QS, ARWU, THE en Leiden CWTS.

In 2015 werd aangaande U-Multirank in de schoot van de VLIR een ad hoc werkgroep opgestart met als deelnemende universiteiten UHasselt, UGent, UA en VUB. In 2015-2016 werden onderlinge afspraken gemaakt met betrekking tot de specifieke (Vlaamse) interpretatie van de vragen en indicatoren gesteld door U-Multirank, en werd de dataaanlevering door de deelnemende instellingen onderling afgesteld. Voor de VUB resulteerde dit intern in een positieve en constructieve samenwerking tussen IRMO, STBE en OCDB die werd geofficialiseerd middels een beslissing van het Directiecomité in juni 2017. Tevens werd de ad hoc VLIR-werkgroep in 2017 een echte werkgroep waarin de afspraak is gemaakt data-overeenstemming af te spreken tussen de betrokken universiteiten voor alle rankings waaraan wordt deelgenomen (THE, QS, UMR, GRUP, WUR). Het overleg in de VLIR zorgt voor een continue doorstroom wat betreft afstemming van terminologie en data-toelevering intern aan de VUB.

3.3. Participatie in beleidsgerichte interuniversitaire expertisecentra en studies

3.3.1. Bibliometrie als ‘research intelligence tool’

Een blijvende onderzoeksfocus is de uitdaging om indicatoren en technieken te ontwikkelen die geschikt zijn voor toepassing op het niveau van sterk gespecialiseerde onderzoeksdossiers, zoals die van individuele onderzoekers en onderzoeksteams. Hier vereisen kwantitative maten bijzondere voorzichtigheid, en dienen deze te worden geïnterpreteerd in de specifieke context van elke discipline. Methodologieën die worden ontwikkeld voor dit micro-niveau bieden ook nieuwe mogelijkheden voor analyses van andere onderwerpen.

Zo werd de opgebouwde expertise ingezet voor de ontwikkeling van een techniek die onder meer geschikt zou kunnen zijn voor het suggereren van peers op specialiteitsniveau. De eerste resultaten hiervan werden gepresenteerd tijdens de 21st International Conference on Science and Technology Indicators, València, Spanje, 14-16 september 2016. Eind 2017 werd het artikel dat de methode beschrijft aanvaard voor publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift [Rons, N. (2018). ‘Bibliometric Approximation of a Scientific Specialty by Combining Key Sources, Title Words, Authors and References’, Journal of Informetrics, 12(1), 113-132]. Het is de bedoeling om in een volgende fase informatie vanuit beleidsinstrumenten te gebruiken om de techniek verder te ontwikkelen en te toetsen, met het oog op het uiteindelijk concreet inzetten ter ondersteuning van het beleid.

3.3.2. Onderzoeksdatamanagement

In 2016 werd een bevraging doorgevoerd naar de praktijken en noodwendigheden inzake research data management aan de VUB. Het onderzoek speelde zich af op twee niveaus: een persoonlijke bevraging bij de onderzoeksleiders op basis van semi open questions en een online questionnaire bij een set van onderzoekers. De thema’s waren: Data types and formats, Data storage, archiving, backup and loss, Ethical and legal aspects, Infrastructure and services, Cooperation, Accessibility and reuse. De survey was een gemeenschappelijk initiatief van alle Vlaamse universiteiten (met uitzondering van UGent), waarbij eenzelfde vragenlijst werd gehanteerd en de resultaten kunnen worden samengebracht

met het oog op het formuleren van interuniversitaire beleidsaanbevelingen. Aan de VUB werden de bevindingen gepresenteerd op diverse beleidsniveaus.

In 2017 werden de bevindingen van de interuniversitaire survey beschreven in een publicatie voor het tijdschrift TH&MA, [Amez, L., De Voecht, M., Elsen, H., Hanus, J., Mertens, M., Vancauwenbergh S., Vanhaverbeke, H. (2017). ‘Geen doel in zichzelf. Onderzoeksdatamanagement aan Vlaamse universiteiten’, TH&MA, 3, 47-51] en in een VLIR white paper [Vanhaverbeke, H., Claeys, J., Hanus, J., De Voecht, M., Mertens, M., Elsen H., Vancauwenbergh, S., Amez, L., Van Gaeveren, K. (2017). ‘Research Data Management en de Vlaamse universiteiten: White Paper’, VLIR Werkgroep Research Data Management & Open Science, 26p.]. De belangrijkste resultaten van de enquête en de daaruit volgende actiepunten werden gepresenteerd op de International Open Access Week ‘Open in order to advance science’ (23-24 oktober 2017, Koninklijke Bibliotheek van België). De Vrije Universiteit Brussel was tevens lid van het organiserend comité van dit event. De white paper heeft tot doel beleidsbewustzijn rond de thema’s Research Data Management en Open Science te creëren.

In 2017 stond de VUB mee aan de wieg van een consortium met alle andere Belgische universiteiten met uitzondering van de KULeuven met als doen het opzetten van een nationale infrastructuur voor de opslag en het beheer van datamanagementplannen (DMP). In samenspraak met de andere leden van het consortium en het FWO werd daarnaast een gemeenschappelijke template opgesteld om het aanmaken van DMP’s te faciliteren. De introductie van de DMP’s kan gezien worden als een belangrijke eerste stap in de uitrol van een Research Data Management beleid. Deze infrastructuur is intussen bruikbaar voor de onderzoekers.

Na een driejarig project is ook de aanlevering van het Vlaams Onderzoeksportaal (FRIS) gefinaliseerd. Om dit te bereiken zijn er grote ingrepen gebeurd op het vlak van datakwaliteit voor projecten, publicaties, personen en organisaties. Daarnaast heeft de VUB in 2017, net zoals in 2015 en 2016, ook de rol als voorzitter van de Belgische Pure User Group op zich genomen, wat ook inhoudt dat medewerkers van het Research Information and Data Management (RIDM) team verantwoordelijk waren voor de integratie van de gegevens van vijf andere Pure-instellingen in FRIS. Deze instellingen zijn het Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Instituut voor Landbouwen Visserijonderzoek, Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen en Plantentuin Meise. In 2018 zal hier nog een deel nazorg nodig zijn.

Naast de trekkersrol die RIDM heeft gespeeld in de Belgische Pure User Group, werden ook internationale samenwerkingsverbanden opgestart, waarvan de internationale Award Management User Group tot dusver het meest succesvolle vehikel is gebleken om belangrijke aanpassingen in de projectmodule van Pure te verkrijgen van Elsevier.

3.3.3.

Outputindicatoren voor onderzoek in de Kunsten (ECOOM-VUB)

Beleidscontext

Onderzoeksevaluaties vormen een van de domeinen waar de institutionele hervormingen van het Vlaamse onderzoekslandschap zich sinds de opstart van het academiseringsproces (2003-2013) lieten en nog steeds laten voelen. Zo voorziet het Financieringsdecreet (2008) de mogelijkheid van de toekenning van aanvullende onderzoeksmiddelen voor artistieke en ontwerpmatige onderzoeksoutput, gedeeltelijk vanaf 2019 en mogelijk volledig vanaf 2023. Vooraleer een verdeelsleutel kan uitgedacht worden, is een gedragen instemming voor gepaste outputindicatoren vanwege directe betrokkenen uit het brede onderzoeksveld noodzakelijk. Deze outputindicatoren dienen afgestemd te zijn op de eigenheid van artistieke en ontwerpmatige onderzoeksuitkomsten. Deze (kunnen) zowel in de vorm als op het vlak van de disseminatiekanalen sterk verschillen van wat in de wetenschappelijke publicatiecultuur gangbaar is.

Deze inzet vormt de focus van de twee ECOOM-VUB onderzoeksprojecten die sinds 2008 uitgevoerd of nog lopend zijn. Een eerste onderzoeksluik (2008-2013) was gericht op de definitie van relevantie en betekenisvolle outputindicatoren voor artistieke en ontwerpmatige onderzoeksrealisaties. In de ECOOM-VUB stakeholderdiscussies in deze periode werd unaniem gekozen voor een systeem van peer evaluatie. Voor de evaluatie door internationaal samengestelde expertenpanels werd een set van kenmerkende onderzoeksdimensies voor kwaliteits- en betekenisvolle onderzoeksrealisaties vastgelegd. Uit het overleg in de periode 2008-2013 over de outputindicatoren kwam de wens van de partners voor een evaluatiemodel dat vertrekt van centraal geregistreerde onderzoeksgegevens naar voor.

ECOOM-VUB Onderzoeksproject ‘Databank onderzoek in de kunsten’ (2014-2018)

Het ontwerp van een centraal registratieformaat voor artistieke en ontwerpmatige onderzoeksoutput stond in een vervolgtraject tijdens de periode 2014-2018 centraal. In nauw overleg met directe betrokkenen van de Schools of Arts en de Faculteiten Architectuur, Ontwerpwetenschappen, Architectuur en Kunst werd een centraal formaat op punt gesteld. Dat centrale formaat is inclusief van opzet. De opmaak van de velden houdt rekening met outputtypes uit

de verschillende onderzoeksgebieden die in de praktijk sterk onderscheiden vormen en disseminatiekanalen kunnen hebben: muziek, podiumkunsten, audiovisuele kunsten, beeldende kunsten, architectuur en design. Het formaat houdt ook rekening met verschillende onderzoeksrollen (‘creator’, ‘performer’, ‘contributor’) die artistieke en ontwerpmatige onderzoekers bij de verwezenlijking van een output kunnen opnemen.

Voor het ontwerp van een Vlaams centraal registratieformaat voor artistieke en ontwerpmatige onderzoeksoutput werkten ECOOM-VUB-medewerkers nauw samen met drie verschillende partijen: (1) met een inhoudelijke, (2) een technische werkgroep, (3) met medewerkers van EWI, het Departement Economie, Wetenschapsbeleid en Innovatie van de Vlaamse Overheid. De inhoudelijke werkgroep bestaat uit decanen aan de Vlaamse Faculteiten Architectuur en Ontwerpwetenschappen en onderzoekscoördinatoren verbonden aan de verschillende Schools of Arts. Deze werkgroep nam het ontwerp van het registratiesjabloon op zich. Vertegenwoordigers van de verschillende universitaire associaties zetelen in de ECOOM-VUB technische werkgroep. Zij bekeken de mogelijkheid voor de interne implementatie van de ECOOM-VUB registratierichtlijnen in bestaande datasystemen en maken problemen in verband met het opladen van FRIS aan ECOOM-VUB medewerkers over. EWI staat in voor de uitbouw, de implementering en de monitoring van een Vlaams onderzoeksplatform waarop alle gegevens in verband met onderzoek in Vlaanderen raadpleegbaar zijn. Beslist werd in de ECOOM-VUB werkgroepen om artistieke en ontwerpmatige onderzoeksgegevens in het FRIS-platform van EWI te integreren (en de uitbouw en implementering van een parallelle databank voor artistiek en ontwerpmatig onderzoek te vermijden). Het FRIS-portaal van EWI bevat dus in de admin-module (voorlopig nog niet zichtbaar voor derden) een luik ‘artistieke en ontwerpmatige onderzoeksoutput’. Dat luik bevat beschrijvende metadata en gegevens bestemd voor evaluatiedoeleinden door internationale peer panels.

In 2016 werd een haalbaarheidstest en praktijktoets georganiseerd van het centrale registratieformaat in FRIS en het evaluatiemodel voor artistieke en ontwerpmatige onderzoeksrealisaties voor het onderzoeksgebied architectuur en design (eerste deel van de test case). Belangrijk was de instemming van de experten voor het feit dat geregistreerde en gedocumenteerde onderzoeksgegevens als vertrekpunt in een evaluatieproces kunnen dienstdoen.

In 2017 waren de activiteiten van het ECOOM-VUB onderzoeksproject gericht op de verwezenlijking van twee doelstellingen: (1) de implementering van de aanbevelingen, die het internationale expertpanel ‘architectuur en design’ formuleerde na afloop van de haalbaarheidstoets van het registratieformaat en het evaluatiemodel voor artistieke en ontwerpmatige output; (2) het ontwerp en de organisatie van een relevante en werkbare test case Kunsten. De organisatie van een test case Kunsten is gevoelig complexer dan deze die een haalbaarheidstest van het registratieformaat en evaluatiemodel voor de onderzoeksgebieden architectuur en ontwerpwetenschappen inhoudt. Zo is de stand van zaken van de registratie van onderzoeksdata aan Vlaamse Schools of Arts zeer uiteenlopend. Sommige Schools of Arts registreren in universiteitsdatabanken en beschikken wel over het geijkte FRIS-formaat, andere niet. Verder stellen zich in bepaalde Schools problemen van datakwaliteit (onvolledigheid, volgen registratierichtlijnen, …) omdat er vooralsnog geen systeem van datavalidatie of de daarvoor nodige mankracht voorhanden is.

Om die reden werd een overzicht uitgetekend over de stand van zaken inzake registratie, de bereidwilligheid tot deelname aan een haalbaarheidstoets vanwege de individuele instellingen en de verschillende instapscenario’s besproken met vertegenwoordigers van de Schools of Arts. In het najaar van 2017 stond de optimalisering van de raadpleging van data in FRIS op de agenda. Mogelijke manieren om een beter visueel onderscheid te maken tussen het beschrijvende deel en het evaluatiedeel in de velden en het onmiddellijk verschijnen van een illustratie van het kunstwerk/design object werden in kaart gebracht. Eind september verkregen ECOOM-VUB-onderzoekers de deelnametoezegging vanwege de Faculteit Architectuur en Kunst van de UHasselt, LUCA, het Koninklijk Conservatorium Antwerpen voor een haalbaarheidstoets voor output in de muziek (LUCA), beeldende kunsten (UHasselt en LUCA) en podiumkunsten (Koninklijk Conservatorium Antwerpen).

De expertise ontwikkeld in het kader van dit ECOOM-project vormt eveneens een van de redenen voor de actieve participatie ex officio van een R&D-medewerker binnen het VUB Kunstenplatform.

3.3.4. Participatie in de studies omtrent menselijk onderzoekspotentieel en mobiliteit gecoördineerd door ECOOM-UGent

De activiteiten ter ondersteuning van de studie aangaande menselijk onderzoekspotentieel en mobiliteit, gecoördineerd door ECOOM-UGent, betreffen de aanlevering van VUB-gegevens, de verzorging van lokale logistieke en technische ondersteuning en overleg binnen de interuniversitaire expertengroep. Deze bijdragen worden gerealiseerd door de Centrale Doctoraatsbegeleiding in samenwerking met de HR operations dienst.

3.3.5. Onderzoekscel Data & Beleid (OCDB) binnen het R&D Departement

Met ASP2-middelen werd binnen R&D een onderzoekscel geïnitieerd die zich in de periode 2013-2016 richtte op de strategische analyse van het onderzoeksbeleid binnen de context van de rol van de Higher Education Institutes als kennisinstellingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG), gelinkt aan zowel regionale, federale als Europese

financieringsniveaus en –mechanismen. Aandachtspunten vormen de specificiteit van de VUB als Vlaamse instelling in Brussel (en de gevolgen hiervan), de problematiek van maatschappelijke valorisatie, de performantie van de VUB op verschillende niveaus, de problematiek van indicatoren en data-analyse. Gezien het om een ASP2-project gaat werd dit eind 2017 beëindigd (na een continuering van één jaar). De verworven expertise werd ondertussen meegenomen in de opstart van een ASP2030-cluster aangaande datagedreven universitair beleid (januari 2018-).

In de periode september 2013-voorjaar 2015 waren de onderzoekers van de OCDB actief betrokken in het BSIonderzoeksproject betreffende de ‘impact van de universiteiten op het BHG’ – een breed onderzoeksproject dat werd uitgevoerd in opdracht van de rectoren van de VUB, ULB en USL-B. Tot de onderzoeksopdrachten van de OCDB behoorden, in het kader van dit project, de cleaning van data van de VUB en het aanleveren van gefilterde data (in een comparatief kader), het ontwerpen van een enquête die peilt naar perceptie over en betrokkenheid aangaande de ‘valorisatie van onderzoek’ bij de onderzoekers van de vermelde universiteiten en bijkomende Instituten voor Hoger Onderwijs, en een bibliometrische analyse van de ‘Brusselse publicatie-activiteit’. Naar onderzoeksoutput heeft dit geleid tot (papers en interne rapportage buiten beschouwing gelaten):

- een co-publicatie in Brussels Studies (J. Vaesen, B. Wayens et al., “Note de synthèse BSI. L’enseignement supérieur et Bruxelles”, in Brussels Studies, 76 (2014), 32 p.)

- een artikel in TH&MA mbt. de valorisatieproblematiek (J. Dobbels, W. Kesbeke and W. Ysebaert, “Valorisatie van onderzoek in Brussel. Praktijken en perceptie”, in TH&MA, 2015/1).

Tevens is de OCDB betrokken in een in september 2014 toegekend (Innoviris) Prospective Research for Brussels-project (promotor prof. Bas Van Heur, co-promotor Walter Ysebaert (OCDB), samenwerking met ULB en USL-B, gericht op het creatief kapitaal in BHG, waarbij de OCDB zich richt op specifieke enquêtering en kennisinventarisatie en analyse met betrekking tot doorstroom van creatief en intellectueel kapitaal uit de kennisinstellingen naar de Culturele en Creatieve Sectoren (CCS), mede vanuit de optiek op welke manier onderzoek een plaats kan geven aan creativiteit en tewerkstelling tijdens en nà onderzoekscarrières. In het kader van dit project werd op 5 januari 2015 een voltijds postdoc vorser aangesteld, die instaat voor de uitvoering van het onderzoek.

Gerelateerd aan dit onderzoek verkreeg OCDB in 2015 middelen vanwege het BHG om de door de onderzoekers van OCDB eerder ontwikkelde methodologie met betrekking tot een economische impactmeting van de CCS, te laten uitvoeren. In het kader hiervan werd een onderzoeker aangeworven die in 2016 de analyse uitvoerde.

Nog in de rand van dit onderzoek initieerden OCDB en Cosmopolis een Societal Fellowship binnen het Brussels Centre for Urban Studies (BCUS) – onderzoek dat liep in 2016 en werd gefinaliseerd in 2017.

OCDB zorgde eveneens voor de analyse van de PhD Junior Researchers Survey (intern rapport, intern beschikbaar), en voor de input van de data voor de (nieuwe) OECD Educational Research Survey.

In 2016 werd een brede omgevingsanalyse/benchmark aangevat (de resultaten werden gepresenteerd op 10 februari in het kader van het VUB pre-strategisch seminarie). Tevens werd een (methodologisch) onderzoek gestart gericht op de onderzoeksperformantie van de faculteit ES, en werd samen met de ULB en BSI een studie aangevat met betrekking tot de rol van de publieke incubatoren in Brussel (financieel ondersteund door Innoviris).

In 2017 was OCDB betrokken in een onderzoek aangaande de publieke incubatoren in Brussel (in opdracht van Innoviris en in samenwerking met de ULB), en in november werden via een projectcall van Innoviris middelen verworven voor het uitvoeren van een impactanalyse in Brussel van deze organisatie (2017-2018). Tevens vormden de resultaten van de omgevingsanalyse mee de basis voor de ontwikkeling van het ASP2030 beleid.

Het onderzoek binnen OCDB heeft op heden (eind 2017) geleid tot een reeks internationale presentaties, tot meerdere (ingediende, geaccepteerde en/of gepubliceerde) publicaties, tot het initialiseren van een nieuwe onderzoeksgroep (DIRE, opgericht in 2017), tot een duidelijke visieomschrijving gerelateerd aan het belang van strategisch beleidsgericht onderzoek. Zoals hoger vermeld is de expertise opgebouwd in OCDB meegenomen in een ASP2030 clusterproject. Verschillende projecten zijn nog lopend (o.a. het Prospective Researchproject dat afloopt eind 2018) en worden verder gecoördineerd door Walter Ysebaert. Gezien het feit dat OCDB een ASP2-project was en dus eindig, had dit in 2017 tevens het vertrek van drie onderzoekers tot gevolg, wat in se een aderlating betekende wat betreft verworven kennis aan de VUB.

Hoofdstuk 4

Personele & Financiële Middelen

4. PERSONELE & FINANCIËLE MIDDELEN

Hieronder volgen de financiële en personele middelen voor onderzoek, exclusief de inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie. Deze worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Ook de inkomsten van het VIB, bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen.

4.1. Personele Middelen

Voor personele middelen verwijzen wij naar het jaarverslag personeel 2017.

4.2. Financiële Middelen

Hieronder volgen de financiële middelen voor onderzoek, exclusief de inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie. Deze worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Ook de inkomsten van het VIB bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen. Voor IMEC zijn de inkomsten van het geassocieerde laboratorium niet opgenomen.

4.2.1. Eerste geldstroom, financieel

Definitie: eigen onderzoeksmiddelen, toegekend via de Onderzoeksraad (inclusief BOF)

Centraal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline Cijfers uitgedrukt

Middelen voor onderzoek die op projectbasis of volgens allocatiemodellen worden verdeeld Cijfers uitgedrukt in

Cofinanciering Hercules - OZR infrastructuurfonds (exclusief cofinanciering via Zware Apparatuur: 124.000 EUR)

EU en Bonus nieuw ZAP (PM)

(39) (PM)

Beleid Core Facilities - Cel Statistiek & Methodologie (PM)

OZR-kredieten

Allocatie middelen Bijzonder Onderzoeksfonds en eigen onderzoeksmiddelen toegekend via de Onderzoeksraad OZR/BOF: exclusief de investeringskredieten voor Zware Wetenschappelijke Apparatuur en exclusief financiering via BOF-saldi

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline

Cijfers uitgedrukt in EUR Wetenschapsdiscipline FWO opvangmandaten FWOSB

BOF-projectfinanciering

OZR/BOF: exclusief de investeringskredieten voor Zware Wetenschappelijke

Begroting DEFISCALISERING 2016 - beschikbaar in 2017

(inclusief criminologie en notariaat)

4.2.2. Tweede geldstroom, financieel

Definitie: Overheidsmiddelen voor Fundamenteel Onderzoek

Interuniversitaire

wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)

en communicatietechnologie

Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

Natuurkunde (inclusief sterrenkunde)

(inclusief criminologie en notariaat)

biologische wetenschappen

Fonds voor Wetenschappelijke Onderzoek (FWO)-Vlaanderen

FWO-mandaten 2017-2018 (mandaathouders in functie 1/10/2017)

ASP: Aspirant, PDO: Postdoctoraal Onderzoeker, FWOSB: Strategische Onderzoeksbeurzen, Pegasus2: MSCA Fellowship FWO, FKM: Fundamenteel Klinisch Mandaat, KLDB: Klinische Doctoraatsbeurs, BZDB: Bijzondere Doctoraatsbeurs.

FWO-projecten (FWO, FWOTM, FWOSB, FGWO, IIKW, Nationale Loterij)

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline

(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

*De slaagkans van een 1ste termijn FWOSB was in 2017 voor de VUB 21.42% (12 op 56 beursaanvragen werden toegekend); voor een 2de termijn 90,90% (20 op 22 beursverlengingen werden toegekend).

Hercules

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline

Totaal tweede geldstroom, projecten, financieel

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline

(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

4.2.3. Derde geldstroom, financieel

Definitie: Overheidsmiddelen voor Basis- en Toegepast Onderzoek (inclusief beleidsvoorbereidend onderzoek en impulsprogramma’s) – Overheidsmiddelen ter financiering van interuniversitaire en internationale wetenschappelijke samenwerking.

Ministeries Federale Overheid

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline

wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)

(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

(inclusief sterrenkunde)

(inclusief criminologie en notariaat)

Andere internationale instellingen

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline

Ministeries Vlaamse Overheid (exclusief IUAP)

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline

wetenschappen (inclusief

(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

Diverse stichtingen en fondsen met wetenschappelijk oogmerk

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek

wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)

Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie

Europese Unie (EU)

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline

ruimtelijke ordening en stedebouw

en toegepaste economie, VUB : Economie

wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)

en communicatietechnologie

(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

(inclusief criminologie en notariaat)

Scheikunde(inclusief Biochemie)

Brussels Hoofdstedelijke Gewest Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline

en aardrijkskunde

en toegepaste economie, VUB : Economie

en communicatietechnologie

Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

en Kinesitherapie

(inclusief criminologie en notariaat)

Instituut voor de Aanmoediging

:

Industrieel Onderzoeksfonds (IOF)

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline Cijfers uitgedrukt in EUR

Totaal derde geldstroom, financieel

wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)

(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

Biochemie)

4.2.4. Vierde geldstroom, financieel

Definitie: inkomsten uit samenwerking met de privé-sector, inclusief dienstverlening.

Inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Inkomsten van het VIB, bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen.

4.2.5. Totaal geldstromen, financieel

Hierna volgen de overzichtstabellen van het totaal aandeel onderzoeksmiddelen, enerzijds uitgedrukt per financieringsgroep en anderzijds per wetenschapsdiscipline. De tabellen vermelden de onderzoekskredieten en –mandaten die werden toegekend aan de VUB exclusief de mandaten van het FWO-Vlaanderen.

Cijfers uitgedrukt in EUR

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per financieringsgroep

Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline (exclusief dienstbetoon en valorisatie)

4.3. Besteding middelen defiscalisering

A. Middelen 2017 (personeelskost)

AFDELING Kosten bedrijfsvoorheffing Kosten bedrijfsvoorheffing Vrijgekomen bedrag als gevolg van de defiscalisering exclusief defiscalisering inclusief defiscalisering

I.

Andere* - -* specificeer: voor orde

B. Personeel 2017: gemiddeld aantal personeelsleden waarop de maatregel van toepassing was in 2016 (VTE):

Predoctoraal, AAP 133,10 Predoctoraal, WP 176,20 Postdoctoraal, AAP 13,35 Postdoctoraal, WP 190,70

C. Besteding 2017: extra personeelsleden die met het vrijgekomen budget in dienst zijn:

Predoctoraal, AAP

Postdoctoraal, AAP

Predoctoraal, WP 4,50 Postdoctoraal, WP 5,56 ZAP 15,78

Gastprofessoren

Onderzoeksondersteunend ATP 6,94 Bursalen 14,80

Hoofdstuk 5

Wetenschappelijke Output

5. WETENSCHAPPELIJKE OUTPUT

5.1. Het aantal afgeleverde diploma’s doctoraten 2016-2017

5.2. Het aantal doctoraatsproefschriften in voorbereiding, 2016-2017 (inclusief verdedigde

doctoraten)

5.3. Aantal publicaties

WoS publicaties 2016 per categorie (gevalideerd in 2017)

Aantal SCIE-publicaties

(document types Article, Letter, Note, Review): 1745

Aantal SSCI-publicaties

(document types Article, Letter, Note, Review, excl. SCIE-overlap):

Aantal AHCI-publicaties

(document types Article, Letter, Note, Review, excl. SCIE- and SSCI-overlap): 19

Aantal CPCI-S and CPCI-SSH publicaties

(document types Article, Letter, Note, Review, Proceedings paper, excl. SCIE-, SSCI- & AHCI-overlap): 450 Totaal

VABB-SHW VII publicaties 2015 per categorie (gevalideerd in 2017)

VABB-1: artikelen in tijdschriften

VABB-2: boeken als auteur

VABB-3: boeken als editor

VABB-4: hoofdstukken in boeken

VABB-5: proceedingsbijdragen 5 Totaal

I. Samenvatting

Voorliggend verslag van het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie en van de ondersteunende dienst VUB TechTransfer, is het derde verslag na de opstart van het vicerectoraat sinds het academiejaar 2015-2016. Het voeren van een innovatie- en valorisatiebeleid dat er op gericht is meer middelen via externe financiering te verwerven, al dan niet gedeeltelijk ondersteund met overheidsmiddelen, is de hoofdopdracht. Dit houdt in dat de onderzoeksgroepen van de universitaire gemeenschap moeten gesensibiliseerd, gemotiveerd en begeleid worden bij het verwerven van middelen voor strategisch en toegepast onderzoek, met het oog op de opbouw van transfereerbare kennis. De inbedding van de VUB in netwerken is daarbij cruciaal. Zowel onderzoek uit de exacte en toegepaste wetenschappen (inclusief medisch onderzoek), als onderzoek uit de humane en sociale wetenschappen, komen in aanmerking om gevaloriseerd te worden, via de creatie van nieuwe producten, processen of diensten ten gunste van de maatschappij in zijn geheel.

Met de middelen van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) kunnen excellentiegroepen in toegepast onderzoek financieel worden versterkt zodat ze verder kunnen uitgroeien. Hier is de maatstaf de bijdrage die deze excellentiegroepen kunnen leveren in de IOF output-parameters, op basis waarvan de IOF middelen tussen de Vlaamse instellingen verdeeld worden. In 2017 (start in 2018) werden het GEAR programma van het Software Language Lab geselecteerd voor financiering voor 2 jaar (en verlengbaar) en werd het GEAR programma van de Acoustics and Vibrations onderzoeksgroep toegekend voor de periode van 5 jaar, elk met een budget van 170.000 Euro per jaar. In 2017 (start in 2018) werden tevens 4 nieuwe Proof-ofconcept projecten gefinancierd, elk met 50.000 Euro , voor een periode van minimium 1 jaar.

Het afsluiten van onderzoekscontracten en licentie-overeenkomsten met derden zorgt voor een inkomstenstroom vanuit de industrie en andere maatschappelijke actoren, waarmee tegelijkertijd lange termijn samenwerkingsverbanden kunnen worden uitgebouwd. Maatschappelijke valorisatie van kennis blijft hierbij aan belang winnen, naarmate de specifieke financieringskanalen door de overheid verder worden uitgebouwd, in Vlaanderen én in Brussel. Voor 2017 noteren we 12,3 mio Euro voor wat betreft inkomsten uit samenwerking met derden (tov 11,8 miljoen Euro in 2016). Zoals reeds vroeger opgemerkt, schommelt deze inkomstenpost van jaar tot jaar, maar de tendens blijft stijgend.

Onder de derde geldstroom is TechTransfer actief in de sensibilisering, begeleiding en coaching van projecten in Vlaanderen (VLAIO en FWO-toegepast onderzoek), in Brussel (Innoviris) en in Europa (H2020). In deze drie kanalen werd in 2017 zeer goed gescoord. Met een toegekend budget van 8,07 Mio Euro (voor verschillende projectjaren) is financiering voor strategisch onderzoek zeer succesvol- vooral voor SBO projecten met economische finaliteit. Eveneens prima zijn de resultaten voor de toegepaste onderzoeksprojecten in Brussel met een budget van 7,725 Mio Euro verworven in 2017 voor verschillende projectjaren. Tot slot blijft de curve voor de EU projecten stijgend: in 2017 stijgt ze zelfs met 1 Mio Euro meer, zodat voor 2018 alvast een budget boven de 12 Mio Euro inkomsten kan worden geprojecteerd.

Er werden 40 vindingen aangemeld in 2017, 22 nieuwe octrooien werden ingediend door de VUB. De totale VUB octrooiportefeuille omvat 127 actieve octrooifamilies. Deze octrooien vormen de basis voor verder onderzoek, voor licentie-overeenkomsten en als inbreng in spin-off bedrijven.

Door de oprichting van spin-off bedrijven kan de VUB resultaten van onderzoek maatschappelijk en economisch valoriseren en een return naar de VUB en haar onderzoeksgroepen realiseren. In 2017 werden drie nieuwe spin-off bedrijven opgericht: Isee Support BVBA, 24Sea BVBA en Aelin Therapeutics (via VIB). Helaas moest een spin-off opgericht in 2012 ism met de ULB, stopzetting aankondigen in december 2017. De VUB telt hiermee 32 actieve spin-off’s.

Met de uitbouw van de activiteiten van de Foundation, worden bijkomende middelen via filantropische fondsenwerving bekomen die in specifieke projecten of grote infrastructuurvernieuwing worden geïnvesteerd. Daarnaast wordt via de oprichting van leerstoelen de financiering van facultaire activiteiten mogelijk, die het onderwijs- en onderzoekspotentieel van de VUB verbreden. De inkomsten via de Foundation blijven op eenzelfde niveau (3,2 mio Euro) als men rekening houdt met het aflopen van enkele leerstoelen en de onvoorzienbaarheid in het verwerven van legaten van jaar tot jaar.

Door de erkenning van Fellows werkt de VUB aan uitstraling in externe netwerken en kan ze beroep doen op experten voor onderwijs-, onderzoeks- en beleids-aangelenheden. Eind 2017 bedroeg het aantal Fellows 86 en het aantal Ere-Fellows 39. De bijdrage van de Fellows - inzet op het vlak van onderwijs, onderzoek, events, beleid en/of fondsenwerving – wordt hoog ingeschat, de meerwaarde voor de VUB is duidelijk.

Het Crosstalks netwerk zorgt voor een originele invalshoek om stakeholders uit alle maatschappelijke geledingen interdisciplinair te laten nadenken over de grote uitdagingen van morgen en om samen te bouwen aan duurzame en toekomst-gerichte beleidsvisies. De VUB missie en doelstellingen vormen steeds het uitgangspunt. Crosstalks is hierbij nog steeds ‘self-supporting’ met > 50% externe financiering (industriële samenwerking, overheidssubsidies voor specifieke projecten en activiteiten in opdracht van culturele organisaties) en het overige deel via projecten voor interne VUB opdrachtgevers.

II. Vicerectoraat en ondersteunende dienst

II.1 VICERECTORAAT INNOVATIE EN VALORISATIE

Bij de start van het Academiejaar 2015-2016 werd het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie geïnstalleerd met prof. Hugo Thienpont als eerste vicerector voor dit beleidsdomein. De nieuwe rector, prof. Caroline Pauwels, herbenoemde de vicerector I&V een jaar later in deze functie.

Het Organiek Statuut bepaalt dat de vicerector Innovatie en Valorisatie als academisch verantwoordelijke belast is met het innovatie- en valorisatiebeleid. Dit houdt in dat vierjaarlijks een beleidsplan ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Academische Raad, na advies te hebben verkregen van de Innovatie-en Valorisatieraad. Dit beleidsplan kan jaarlijks worden geactualiseerd. Eind 2017 werd een nieuw beleidskader voorgesteld en goedgekeurd doorr het beleid.

De Innovatie- en Valorisatieraad heeft bevoegdheid over de toewijzing van de middelen voor het innovatie- en valorisatiebeleid, de opstart en stopzetting van octrooidossiers, deelname in rechtspersonen (met onderzoeks- of valorisatiefinaliteit) en de beslissingen aangaande leerstoelen, giften, legaten en sponsoringdossiers.

Wetenschappelijke onderzoeksresultaten valoriseren in de maatschappij om zo een innoverende bijdrage te leveren die de samenleving verbetert, waarna de inkomsten terug kunnen geïnvesteerd worden in excellent onderzoek, dat is de missie van het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie. Hierbij is de samenwerking met de onderzoekers bepalend. Inzetten op de valorisatie van onderzoek en de verhoging van de verworven middelen hieruit en uit filantropische fondsenwerving, is de ambitie voor vandaag én voor de toekomst. De VUB TechTransfer en de Foundation kunnen daarin een sturende en ondersteunende rol opnemen, de realisatie ervan ligt evenwel bij de onderzoekers die vrij zijn om hier al dan niet op in te zetten. VUB TechTransfer wil hen wel alle informatie en tools aanreiken, zodat ze hun keuze oordeelkundig kunnen maken.

In het plan voor 2018-2021 worden nieuwe concrete actiepunten voorgesteld die voortbouwen op de ingeslagen weg van het vorige beleidsplan. Deze kaderen –blijvend- in de prioriteit “ gezond financieel beheer en netwerking” , maar krijgen nu een dimensie bij, daar de VUB in zijn geheel wil inzetten op een warme instelling, die verbindend, lerend en open wil zijn. Het innovatie- en valorisatiebeleid moet duurzaam worden en de structuren die worden gecreëerd dienen een constante instroom aan middelen te garanderen, zodat de investeringen zichzelf terugverdienen. We streven ernaar dat de hele universitaire gemeenschap de meerwaarde van deze activiteiten inziet en zich hierachter kan scharen om deze doelstelling mee te helpen realiseren.

Het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie tekent het beleid rond toegepast onderzoek en valorisatie uit, waarbij de Vicerector wordt geadviseerd door de Innovatie- en valorisatieraad en door de IOF-raad. Alle vormen van maatschappelijke valorisatie, dus niet enkel industriële, waartegenover een financiële vergoeding staat die opnieuw in excellent onderzoek dient geïnvesteerd te worden, vallen onder dit beleid. De VUB TechTransfer is de administratieve dienst die dit beleid ondersteunt en de verschillende operationele taken opneemt.

II.2 VUB TECHTRANSFER

Om dit te realiseren werd de reeds sinds 1998 bestaande Interface cel in 2015 losgemaakt van het R&D departement en als autonome ondersteunende dienst toegevoegd aan het vicerectoraat innovatie en valorisatie.

Bij het in voege treden van het nieuwe merkenbeleid VUB (2016) werd de naam van de dienst VUB TechTransfer. Hieronder wordt begrepen dat de dienst instaat voor de valorisatie van allle vormen van kennis die aan de universiteit ontwikkeld worden (met uitzondering van outreach en wetenschapscommunicatie-activiteiten).

II. 2.1 Missie en organisatie VUB TechTransfer

VUB TechTransfer is de operationele dienst aan de VUB die de uitwerking van het Innovatie- en valorisdatiebeleid ondersteunt. Sinds 2003 is de opdracht uitgebreid tot de EhB en ook met het UZ zijn er afspraken gemaakt om valorisatiedossiers te begeleiden.

II.2.2 Missie

VUB TechTransfer stelt zich als doel wetenschappelijke onderzoeksresultaten te valoriseren – in samenwerking met de

onderzoekers - om zo een innoverende bijdrage te leveren aan de maatschappij, waarna de inkomsten door de universiteit terug kunnen geïnvesteerd worden in onderzoek. Het luik filantropische fondsenwerving dat sinds 2012 werd opgenomen, beoogt eveneens de verwerving van bijkomende externe middelen ten behoeve van strategisch en toegepast onderzoek.

II. 2.3 Waarden

- Constructief meedenken: samen voor de juiste strategische oplossing kiezen.

- Betrouwbaar: engagementen nakomen, finale keuzes respecteren

- Eerlijkheid: deontologisch handelen, correcte administratieve en financiële afhandeling

- Klantgerichtheid: luisteren en meedenken, zorgen voor resultaatgerichte tussenkomsten

- Innovatie: ‘out-of-the-box’ denken zodat de juiste oplossingen gekozen worden

- Team werk: samen werken, samen slagen

II.2.4 Organisatiestructuur

In 2017 werd het organogram aangepast bij de invoering van het VUB Functiehuis.

VUB TechTransfer is georganiseerd in 3 ‘business units’ en 2 semi-autonome cellen:

- BU Business development, waaronder ook de projectenbegeleiding en spin-off management en entrepreneursopleiding valt

- BU Legal, de juridische cel van TechTransfer

- BU EU Liaison, voor EU projecten met valorisatiefinaliteit

- cel Foundation (filantropische fondsenwerving en Fellows)

- cel Crosstalks – netwerk

Ondersteunend zijn ‘Communicatie en events’ en ‘Secretariaat en administratief contractbeheer’.

Personeel nominatief (1.1.2017)

Directeur VUB TechTransfer Sonja Haesen

BU Business development

Coördinator: TT Officer/IP Management & Licensing

Technology Transfer Officer/IOF beheer en innovatieprojecten

Technology Transfer Officer/Bedrijven (incl KMO)

Technology Transfer Officer/Spin-off management

Technology Transfer Officer/ Entrepreneurship

BU Legal

Coördinator Legal Advisor/ spin-offs - contracten

Legal Advisor/contracten

Hugo Loosvelt

Veerle Hellemans

Liesbeth Bosman

Jacky Boonen

Marc Goldchstein

Kristel Mommaerts

Mariana Moreira

Legal Advisor/contracten Elisabeth Rabaey

BU EU liaison

Coördinator : EU liaison strategisch en toegepast onderzoek

Philippe Westbroek EU Liaison strategisch en toegepast onderzoek Anneke Geyzen

Cel Communicatie en events

Senior communicatie medewerker

Alena Aga Communicatiemedewerker

Lisa Van Reepingen

Cel secretariaat en Administratief contractbeheer

Coördinator , Management Assistant

Tania Bauwens Secretaresse Natasja De Landtsheer

Coördinator Contract Management

Wesley Verbeke Contractbeheerder Sophie Cammaerts

CROSSTALKS

Operational Director CROSSTALKS (consultant) Marleen Wynants

Productie assistent Goedele Nuyttens

Foundation

Coördinator Fundraising & Fellowship programma

Isabelle Marneffe

Fundraising Officer Mats Walschaers

Fundraising Officer Liesbeth Plovie

Fellowship Hanan Belaraj

VUB TechTransfer telt op 31 december 2017 23 medewerkers: 20,3 VTE en 1 consultant (Crosstalks coördinator: op extern verworven middelen). Er worden 7.9 VTE betaald op middelen VUB, 8 VTE op de overeenkomsten met de Vlaamse overheid en 4,4 VTE op de overeenkomsten met de Brusselse overheid. Ten opzichte van 2016 werd het team versterkt met 3 medewerkers.

VUB TechTransfer dient ook beroep te doen op externe experten op consultancy basis (juristen, IP bureaus, markt analysten enz), gefinancierd vanuit de Interfacesubsidies en het octrooifonds VUB.

Algemene contactinformatie

VUB TechTransfer

Vrije Universiteit Brussel

Gebouw M (Rectoraat), vierde verdieping

Pleinlaan 2- 1050 Brussel

Tel. (+32 2) 629. 22 07 [email protected] http://vubtechtransfer.be

II.2.5 Kernopdrachten

Uit de strategische en operationele doelstellingen kunnen de kernopdrachten van VUB TechTransfer als volgt samengevat worden. Dit omvat ook de acties gericht naar EhB en UZBrussel, maar zonder Crosstalks en Foundation, dit wordt verder in de tekst behandeld.

- operationele werking die de vicerector Innovatie en Valorisatie ondersteunt in het ontwikkelen en implementeren van zijn beleid;

- onderzoekers sensibiliseren en ondersteunen bij de indiening van onderzoeksprojecten ‘strategisch basisonderzoek en toegepast onderzoek’ die in competitie verworven kunnen worden, via gerichte acties, informatiesessies, website en persoonlijke begeleiding;

- pro-actief scouten van bedrijven (waaronder KMO’s) die interesse hebben in onderzoekssamenwerkingen, via deelname in netwerken, organisatie van contactdagen, verspreiding van onderzoeksinformatie (website, brochures, publicaties);

- begeleiding geven bij het opstellen van onderzoeksvoorstellen door advies over personeel en budgetten, freedom-to-operate analyse, invullen valorisatieluik;

- pro-actief scouten van onderzoeksgroepen die in het Horizon 2020- technologieluik kunnen participeren, begeleiden bij de indiening van projectvoorstellen, begeleiden bij de samenstelling van de consortia via deelname in netwerken (Vlaanderen, Brussel, internationaal) volgens het i-ISO concept;

- juridisch advies over en opstellen van overeenkomsten , juridische screening van onderzoeksvoorstellen van derden en hulp bij de negotiatie van onderzoekscontracten;

- administratief contractbeheer van de door TechTransfer beheerde dossiers (inbreng in de databank ter aansturing financiële dienst en personeelsdienst), inclusief indienen van tenders en oplossen van administratieve problemen;

- screening/ opstellen van de IP clausules in onderzoeksvoorstellen met het oog op de vrijwaring van de freedom-to-operate;

- sensibilisering van onderzoekers mbt de bescherming van intellectuele eigendom, via opleidingen, gerichte acties, website en informatiebrochure (ook: geven van cursussen rond IP in reguliere onderwijscurricula) ;

- begeleiding bij het opstellen van een record of invention en van een octrooi-aanvraag, eerste octrooi searches en begeleiding bij grondige searches, indiening van aanvragen via octrooibureaus en inhoudelijke opvolging octrooiprocedure, financiële opvolging;

- organisatie van de IOF-raden, uitwerken van reglementen en oproepen, organisatie van de selectieprocedures, financieel beheer, verslaggeving en opvolging;

- begeleiden van de IOF groepen en –mandatarissen; ondersteuning en advies bij de uitvoering van de IOF programma’s;

- scouting van spin-off opportuniteiten, begeleiding bij het opstellen van het business en financiëel plan, coaching van het ondernemersteam;

- juridische ondersteuning bij vennootschapsrechtelijke aangelegenheden (aandeel-houdersovereenkomsten, statuten) inclusief het opstellen (en voorbrengen) van participaties in spin-off’s op de innovatie- en valorisatieraad;

- begeleiden van de spin-off dossiers naar financiering (VC’s, eigen fondsen BI3 en QBIC I en II);

- deelname voor VUB in raden van bestuur van spin-off bedrijven;

- medebeheer van het startkapitaalfonds BI3, actieve begeleiding van dossiers voor QBIC I en II, deelname in de managementcomités;

- stimuleren van ondernemerschap via de organisatie van startersseminaries (organisatorisch en als lesgever) advanced courses en en gerichte coaching;

- medebeheer van researchpark Zellik en incubatoren IICB en ICAB, organisatie van matchmaking events;

- partner in het Crosstalks netwerk (zelfbedruipend), advies en overleg mbt de activiteiten van het netwerk;

- deelname voor VUB in onderzoeksgerelateerde vzw’s, opvolging van de dossiers van de Strategische onderzoekscentra en Strategische Speerpuntclusters, deelname aan werkgroepen en fora zoals VLIR, VOKA, Impulse.be, FWO/ VLAIO werkgroepen, Flanders Smart Hub, Innoviris, enz, inclusief lobbying voor VUB thema’s;

- opstellen en verdedigen van strategische (meerjaren)plannen en rapporten voor financierende overheden (TechTransfer-financiering: Vlaamse en Brusselse overheid);

- opvolging en organisatie van deelnames aan beurzen , ondermeer in het kader van TTO Flanders

- ontwikkelen van promotietools voor het toegepast onderzoek en de IOF groepen -in het kader van de opdrachten van de Brusselse en Vlaamse overheid met het oog op de stimulering van samenwerking met het bedrijfsleven- via website Vub TechTransfer, website TTO-Flanders, brochures, posters en campagnes; monitoring van de impact ervan; - ondersteuning bij de ontwikkeling van de Foundation en het Fellowship

III. Sector Innovatie en valorisatie

III.1. Decreten en reglementen

Wetenschappelijke dienstverlening wordt in de Codex Hoger Onderwijs van 20 december 2013 beschreven als één van de drie basisopdrachten van de universiteit, naast academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. In de praktijk wordt hiermee alle onderzoek in opdracht van derden bedoeld, evenals de valorisatie van onderzoeksresultaten

Het decreet van de Vlaamse Gemeenschap d.d. 22. 02. 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening schiep hiervoor het wettelijk kader en is nu opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs van 20 december 2013, Deel 4, Titel 2. De Codex Hoger Onderwijs bepaalt bovendien dat de vermogensrechten op vindingen in het kader van onderzoek, toebehoren aan de Universiteit.

De Vrije Universiteit Brussel was één van de eerste Vlaamse universiteiten die een eigen valorisatiereglement uitwerkte met bepalingen van return naar uitvinders en onderzoeksploegen. Dit valorisatiereglement dateert van 17 maart 1998 en was een aanvulling van het VUB-reglement op de wetenschappelijke en maatschappelijke dienstbetoonactiviteiten dd. 28 maart 1995. Het valorisatieregelement is, conform het Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingreglement van de UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie (beslissing UAB RvB d.d. 18/12/2008). Het dienstbetoonreglement is, eveneens conform het Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingreglement van de UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie (beslissing RvB UAB d.d. 18/06/2007). Conform Art.101bis van het Decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs (nu opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs) diende de Associatie Brussel dit Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingsreglement vast te leggen, waar het dienstbetoon- en valorisatiereglement deel van uitmaakt. Binnen de Vrije Universiteit Brussel bestond reeds een voor valorisatie bevoegde dienst, de toenmalige Technology Transfer Interface, nu VUB TechTransfer, en derhalve werd de taak van deze dienst uitgebreid tot het geheel van de Associatie.

Concreet betekent dit dat de VUB TechTransfer de valorisatie van onderzoek van het geheel van de Universitaire Associatie Brussel behartigt, maar enkel op vraag van de EhB advies geeft over dossiers.

III.2 Het concept valorisatie

In de afgelopen 20 jaar heeft de ‘valorisatie van onderzoeksresultaten’ enorm aan belang gewonnen. De financiële ondersteuning die de Vlaamse en Brusselse overheden voorzien om toegepast onderzoek verder te brengen tot op het niveau van toepassingen (hogere TRL niveaus), is sterk toegenomen. Zo investeerde de Vlaamse regering de afgelopen jaren steeds meer in gericht onderzoek. Ook wordt veel belang gehecht aan de output (onderzoekssamenwerkingen, octrooien, spin-off’s,..) die de universiteiten en hogescholen kunnen voorleggen omdat dit een belangrijke kernindicator is voor de regionale innovatiegraad (waarin Vlaanderen bij de koplopers hoort), maar ook omdat dit een (on)rechtstreekse weerslag heeft op de innovatiegraad van ondernemingen, uitvoer en tewerkstelling, maw parameters die de economische situatie van een regio in belangrijke mate bepalen.

De financiering van ondersteunende diensten binnen de universiteiten die dit proces dienen te begeleiden, heeft ertoe geleid dat nu in elke universiteit een expertisecel is uitgebouwd die de onderzoekers in deze materie kan ondersteunen. Binnen VUB is de dienst TechTransfer hiervoor verantwoordelijk. Hierdoor is er ook binnen de kennisinstellingen een graduele mentaliteitsverandering opgetreden: de onderzoeker vandaag wenst nog steeds een expert te zijn in de fundamentele aspecten van zijn vakgebied, maar zij of hij heeft ook meer belangstelling ontwikkeld voor de toepassing van het onderzoek. De beschikbaarheid van nieuwe onderzoekskanalen om deze uitdaging op te nemen, de kans om binnen een onderzoeksgroep nieuwe profielen van onderzoekers te ontwikkelen/ aan te trekken en de mogelijkheden om hiermee ook meer middelen te verwerven, hebben dit bewerkstelligd. De vertaling van het onderzoek naar de samenleving is een rol die nu elke onderzoeker ter harte neemt, daarin geholpen door het nieuwe kader dat de universiteit aanbiedt.

III.3 Maatschappelijke en economische aspecten

Het Onderzoeksbeleidsplan en Algemeen Strategisch Plan van de Vrije Universiteit Brussel definieerde de verschillende vormen van wetenschappelijke onderzoek, waarbij wordt aangegeven dat enerzijds alle wetenschappelijke onderzoektypes worden ondersteund (verantwoordelijkheid bij onderzoeksbeleid), evenals de trajecten gaande van de wetenschappelijke ontdekking, de uitvinding tot en met de ontwikkelings- en ontplooiingsfasen ervan (verantwoordelijkheid van het innovatiebeleid, i.e. bijvoorbeeld de implementatie van demonstratoren en prototypes, eindrapporteringen, beleidsaanbevelingen leidend tot kennis en/of technologie overdracht naar de socio-economische actoren zoals de overheid, de industrie, de non-profit sector).

Het innovatie-en valorisatiebeleid omvat het beleid met betrekking tot economische, commerciële en maatschappelijke valorisatie evenals het beleid inzake leerstoelen en sponsoring. Maatschappelijke valorisatie als onderdeel van het beleidsdomein ‘Innovatie- en valorisatie’ wordt daarbij gedefinieerd als ‘elke vorm van valorisatie met een economische, commerciële en financiële valorisatiefinaliteit’. Andere vormen van maatschappelijke valorisatie, vb. wetenschapspopulariserende initiatieven, sociale innovatie zonder economische, commerciele en financiële finaliteit, enz… -samen te vatten als ‘outreach activiteiten’- vallen onder het beleidsdomein ‘onderzoek’.

III.4 Belang voor de universiteit vandaag en in de toekomst

Valorisatie van onderzoek en de verhoging van de verworven middelen hieruit, heeft in het vorige Algemeen Strategisch Plan van de VUB een prominente plaats gekregen. Een gezond financieel beheer en uitbreiding van de netwerken blijven evenwel prioriteiten met als uiteindelijke doelstelling de VUB meer onafhankelijk te maken van overheidsmiddelen, door efficiënter privé- en projectmiddelen voor onderzoek en ontwikkeling aan te trekken.

In het Vlaamse regeerakkoord wordt sterk ingezet op toegepast onderzoek en kennis-en technologie-overdracht: “economie” en “innovatie” behoren tot de bevoegdheden van éénzelfde minister en er is een groeipad afgesproken –oplopend tot 300 miljoen euro in 2019- voor onderzoek en ontwikkeling met nadruk op versterking van de Vlaamse industrie.

Ook in Brussel vormt het Gewestelijk Innovatieplan 2016-2020 het referentie-kader van het onderzoeksbeleid als hefboom voor socio- economische ontwikkeling.

“Valorisatie van onderzoek” moet dus binnen de universiteit blijvend de volle aandacht krijgen, willen we onze rol in dat landschap kunnen opnemen.

IV. Innovatie- en valorisatieraad

IV.1 Bevoegdheden- Organiek Statuut

Het Organiek statuut van de VUB (6.11.2014 en aangepast) bepaalt dat de Innovatie- en Valorisatieraad beslissingen kan nemen inzake volgende aangelegenheden :

1. De verdeling en de toewijzing van middelen voor het innovatie-en valorisatie-beleid;

2. De opstart en stopzetting van octrooidossiers;

3. De deelname in verenigingen en rechtspersonen inzoverre dit betrekking heeft op onderzoeks- en/of valorisatie-activiteiten;

4. De installatie van leerstoelen en de aanduiding van de leerstoel-houder, na advies te hebben bekomen van de Onderwijsraad en/of de Onderzoeksraad;

5. De aanvaarding van giften en legaten;

6. De aanvaarding van sponsoring.

De Innovatie- en Valorisatieraad kan, binnen de voorwaarden en grenzen die hij bepaalt, de bevoegdheden delegeren aan de vicerector innovatie- en valorisatiebeleid. De Innovatie- en Valorisatieraad brengt de Academische Raad en de Raad van Bestuur hiervan op de hoogte.

De Innovatie- en Valorisatieraad formuleert voorstellen en verleent advies aan de Academische Raad inzake het strategisch innovatie- en valorisatiebeleid, met name de economische, commerciële en financiële valorisatie van wetenschappelijk onderzoek.

De Innovatie- en Valorisatieraad stelt jaarlijks een ontwerpdeel-begroting en een ontwerpjaarrekening op voor het beleidsdomein Innovatie en Valorisatie, en maakt deze over aan het Directiecomité.

Telkens wanneer hij daartoe wordt verzocht, verstrekt de Innovatie- en Valorisatieraad advies aan de Universiteitsraad, de Raad van Bestuur, de Academische Raad, de rector of de vicerector Innovatie- en valorisatiebeleid.

IV.2 Samenstelling I&V raad

De samenstelling van de Raad voor Innovatie en Valorisatie werd in 2017 niet gewijzigd (goedgekeurd door de Academische raad).

Leden die ook in de IOF raad zetelen

Hugo Thienpont, voorzitter vicerector innovatie en valorisatie IR

Karin Vanderkerken vicerector onderzoek GF

Viviane Jonckers WE

Thomas Crispeels ES

Pieter Ballon ES

Gert Desmet IR/WE

Peter Schelkens IR

Vera Rogiers GF Tony Lahoutte GF/ UZ

Bijkomende leden

Dominique Verté PE

Alex Housen LW

Fabienne Brison RC

Romain Meeusen LK - Dit geeft in totaal 13 leden , van elke faculteit minstens 1 lid met activiteiten of expertise in I&V - 4 Dames en 9 heren op totaal 13 leden

IV.3 Vergaderingen I&V raad

In 2017 werden 11 vergaderingen ingepland (één per maand behalve tijdens de maand juli). Eén vergadering werd afgelast en de agenda werd toegevoegd aan de volgende meeting. In de mate van het mogelijke wordt afwisselend een plenaire raad en een schriftelijke raad voorzien. Dossiers die een grondige bespreking behoeven, worden steeds geagendeerd op

de plenaire vergadering.

De belangrijkste dossiers betroffen:

TechTransfer -voorstelling QBIC2 Starterfonds VUB/UGent/UA -bespreking Dual & Single Use onderzoek -jaarverslag Innovatie en valorisatie-2016 -goedkeuring geactualiseerd Strategisch Beleidsplan Innovatie-en Valorisatiebeleid -goedkeuring exclusieve licenties (spin-off dossiers) -valorisatiedossiers -toetredingen netwerken en betalingen lidgelden

Foundation -projectoproep Foundation & voorstelling geselecteerde projecten -aanvaarding van legaten -centraal reglement Fellowship -bespreking kandidaten Fellows en Ere-fellows 2017 -aanpassing reglement leerstoelen -verlengingen en oprichtingen nieuwe leerstoelen -raamovereenkomst ING, Van Lanschot

V. Industrieel Onderzoeksfonds

V.1 IOF programma’s

De IOF-raad van de VUB stelde in 2005 een reglement op: de IOF-middelen die door de Vlaamse overheid ter beschikking worden gesteld (Besluit van de Vlaamse regering betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap), dienden de ‘zwaartepunten’ en ‘groeiers’ van toegepast onderzoek te versterken via programmafinanciering van 5 jaar, omdat daaruit de grootste valorisatieoutput kon verwacht worden. De calls liepen gefaseerd over verschillende jaren, zodat elk jaar een aantal nieuwe groepen kunnen instromen.

Zwaartepunten ontvingen financiering voor 5 jaar, in principe 220.000 Euro per jaar; Groeiers ontvingen 110.000 Euro per jaar voor 5 jaar.

In 2010 werd dit beleid herzien en werd overgegaan naar calls voor projecten van 3 jaar, met een meer directe toepasbaarheid (GEAR projecten). Dit werd vooral ingegeven door het feit dat het aandeel van de VUB in de IOF middelen niet meer groeide en er dus voorzichtig met de middelen moest omgesprongen worden.

Vanaf 2014 (na een opmerking van de bevoegde Minister dat de financiering niet mag versnipperd worden) werd evenwel terug overgegaan op programma-financiering van 5 jaar, met een jaarlijks bedrag van 170.000 Euro (kan afwijken binnen een vork van 120.000 – 220.000 Euro).

Conform met het betreffende Besluit, moet de gefinancierde onderzoeksgroep een IOF-mandaathouder aanstellen op de middelen. Deze persoon heeft een post-doc profiel of evenwaardige expertise. De overige middelen (max 70%) zijn werkingsmiddelen die de mandaathouder in staat moeten stellen om de valorisatieprojecten van de groep te realiseren.

Daarnaast worden middelen voorzien voor Proof-of-Concept projecten: “ De PoC-financiering gaat naar projecten die in een overgangsfase zitten van proof-of-principle naar proof-of-concept. Alle mogelijke activiteiten die tot doel hebben het valorisatietraject te versnellen kunnen middels deze PoC-financiering bekostigd worden (bv. prototypeontwikkeling, bijkomende resultaten verzamelen ter voorbereiding en ter verderzetting van een octrooi, preklinische experimenten, uitschrijven business-plan, inhuren van consultants, marktonderzoek,...).“ Budget: 50.000 per project, looptijd minimum 1 jaar.

V.2

Raad voor het Industrieel Onderzoeksfonds

Samenstelling:

De IOF-raad bestaat ten minste uit 12 leden en is onderverdeeld in 3 geledingen. De samenstelling van de IOFraad werd in 2016 herzien.

- Geleding 1: personeelsleden van de universiteit waarvan ten minste een vierde en ten hoogste de helft tegelijkertijd lid van de OZR is:

Hugo THIENPONT, Voorzitter (mandaathouder/ Vicerector Innovatie en Valorisatie)

Karin VANDERKERKEN (Vicerector Onderzoek)

Peter SCHELKENS IR GF IR

Viviane JONCKERS WE

Thomas CRISPEELS

Pieter BALLON ES ES

Gert DESMET IR/WE

Vera ROGIERS GF

Tony LAHOUTTE GF/UZ

- Geleding 2: personeelsleden van de hogescholen bij de associatie:

- Geleding 3: vertegenwoordigers van het bedrijfsleven:

Christophe BENOIT

Katarina GLOWICKA EhB EhB

Pascale REDIG (Life sciences) J&J

Rene DE KEYZER (Material sciences) Synergism10

Jan WATTÉ (ICT) CommScope

Line ALDERWEIRELD (Chemical engineering) Jacobs engineering

Dit geeft 6 dames en 9 heren op total 15 leden. TechTransfer-leden nemen deel met raadgevende stem

V.3 Selectie IOF-programma’s 2016

In 2017 (start in 2018) werden het GEAR programma van het Software Language Lab geselecteerd voor financiering voor 2 jaar (en verlengbaar) en werd het GEAR programma van de Acoustics and Vibrations onderzoeksgroep toegekend voor de periode van 5 jaar, met een budget van 170.000 Euro per jaar. In 2017 (start in 2018) werden tevens 4 nieuwe Proof-of-concept projecten gefinancierd, elk met 50.000 Euro , voor een periode van minimium 1 jaar.

Overzicht van alle IOF programma’s/ projecten:

nummer aard vakgroep promotor Start-einde bedrag

IOF142 Zwaartepunt 1° TONA Thienpont 2006-2010 1.050.000 (1° j 170.000 + rest 220.000/j)

IOF242 Zwaartepunt 1° ETRO Cornelis 2006-2010 980.000 (1°j 100.000+ rest 220.000/j)

IOF342 Zwaartepunt 1° IMDO De Vuyst 2006-2010 1.050.000 (1° j 170.000 + rest 220.000/j)

IOF442 Groeier MECH Lefeber 2007-2011 550.000 (110.000/j)

IOF542 Groeier (ETEC) SURF Deconinck 2007-2008 220.000 (110.000/j)

IOF542 Zwaartepunt SURF (opname Groeier ETEC) Hubin/ Deconinck 2009-2013 1.100.000 (220.000/j

IOF642 Zwaartepunt CHIS Desmet 2009-2013 1.100.000 (220.000/j)

IOF742 Zwaartepunt DRC Pipeleers 2009-2014 1.100.000 (220.000/j)

IOF842 Groeier FAFY Rogiers 2009-2014 550.000 (110.000/j)

IOF942 Groeier FYSP Thielemans 2009-2014 550.000 (110.000/j)

IOF142 Zwaartepunt 2° TONA Thienpont 2011-2015 1.100.000 (220.000/j

IOF342 Zwaartepunt 2° IMDO De Vuyst 2011-2015 640.000 (2x 155.000, rest 110.000/j)

IOF242 Zwaartepunt 2° ETRO Cornelis 2011-2015 1.100.000 (220.000/j)

IOF1042 overbrugging DBIT Steyaert

IOF1142 GEAR I DBIT Steyaert

(150.000/j)

IOF1242 GEAR II MOBI Macharis/ van Mierlo 2012-2013 150.000

IOF1342 GEAR I DBIT De Baetslier /Lahoute 2013-2014 300.000 (150.000/j)

IOF1542 GEAR I MECH BRUWIND (Guillaume) 2013-2015 450.000 (150.000/j)

IOF642 GEAR CHIS Desmet 2014-2018 600.000 (150.000/j)

IOF1242 GEAR MOBI Macharis/ van Mierlo 2014-2018 850.000 (170.000/j)

IOF1642 GEAR BMWE VandenDriescheChuah 2014-2018 850.000 (170.000/j)

IOF1942 GEAR DBIT/SBB Steyaert/ Versees 2014-2019 650.000 (130.000)

IOF2042 GEAR PATH/FOBI Smitz/ De Vos/ Verheyen/Anckaert 2014-2019 650.000 (130.000/j)

IOF2142 GEAR Versch vakgroepen BRUBOTICS Lefeber/Vanderborght/Meeusen/ Nowé/Van Ham/ Jansen/Jacobs/ Verté/De Donder 2014-2019 850.000 (170.000/j)

IOF1842 GEAR FAFY Rogiers/ Vanhaecke. De Kock

(130.000/j)

IOF1742 GEAR LABO/ DBIT Lahoute/Vanginderachter 2015-2019 750.000 (150.000/j)

IOF 142 GEAR BPHOT Thienpont 2016-2020 1.100.000 (220.000/j)

IOF242 GEAR ETRO Stiens 2016-2020 800.000 (120.000 + 4x 170.000/j)

IOF342 GEAR IMDO De Vuyst 2016-2020

(120.000/j)

IOF2342 GEAR

IOF3001 GEAR ORGC Ballet

(170.000/j)

240.000 (120/00/j)

IOF3000 GEAR AI Nowé 2017-2019 240.000 (120/00/j)

IOF3003 GEAR SOFT De Meuter 2018-2019 340.000 (170/00/j)

VI. Resultaten valorisatie van onderzoek

IOF3002 GEAR AVRG Guillaume

(170.000/j)

VI.1 Vierde geldstroom: inkomsten uit samenwerkingen met de privésector

VI. Resultaten valorisatie van onderzoek

VI.1 Vierde geldstroom: inkomsten uit samenwerkingen met de privésector

De VUB kende tot 2008 een vrij regelmatige groei van de onderzoeksinkomsten die uit de ‘privésector’ komen. Dit zijn inkomsten uit bilateraal contractonderzoek (profit/non profit), contractonderzoek met de privésector met overheidssteun en valorisatieinkomsten. In 2010 werd een lichte terugval vastgesteld. Mogelijk was de economische situatie hiervan de oorzaak.

De VUB kende tot 2008 een vrij regelmatige groei van de onderzoeksinkomsten die uit de ‘privésector’ komen. Dit zijn inkomsten uit bilateraal contractonderzoek (profit/non profit), contractonderzoek met de privésector met overheidssteun en valorisatieinkomsten. In 2010 werd een lichte terugval vastgesteld. Mogelijk was de economische situatie hiervan de oorzaak.

De groeicurve die sindsdien werd genoteerd –met een uitzonderlijk positief jaar 2015vertoont een stijgende tendens met in 2017 een inkomst van 12,263 Mio Euro, bijna een half miljoen Euro meer dan in 2016. De samenwerking met non-profit organisaties geeft de meeste inkomsten, helaas zijn dat inkomsten die niet in parameter 3 van de IOF sleutel kunnen meegeteld worden (zie verder in dit verslag).

De groeicurve die sindsdien werd genoteerd –met een uitzonderlijk positief jaar 2015- vertoont een stijgende tendens met in 2017 een inkomst van 12,263 Mio Euro, bijna een half miljoen Euro meer dan in 2016. De samenwerking met non-profit organisaties geeft de meeste inkomsten, helaas zijn dat inkomsten die niet in parameter 3 van de IOF sleutel kunnen meegeteld worden (zie verder in dit verslag).

Inkomsten samenwerkingen privé sector 2017 (4° geldstroom)

Daarnaast zijn er ook de inkomsten (exclusief de dotatie) die gerealiseerd worden door de universitiaire groepen die aan de Strategische onderzoekscentra zijn verbonden (imec, VIB, iMinds, Flanders Make en VITO).

Daarnaast zijn er ook de inkomsten (exclusief de dotatie) die gerealiseerd worden door de universitiaire groepen die aan de Strategische onderzoekscentra zijn verbonden (imec, VIB, iMinds, Flanders Make en VITO). Deze middelen komen (afhankelijk van SOC tot SOC) niet altijd op een VUB rekening, maar staan wel ter beschikking van de betrokken onderzoeksgroepen. Deze inkomsten worden wel meegeteld in de IOF verdeelsleutel.

Deze middelen komen (afhankelijk van SOC tot SOC) niet altijd op een VUB rekening, maar staan wel ter beschikking van de betrokken onderzoeksgroepen. Deze inkomsten worden wel meegeteld in de IOF verdeelsleutel.

Om de samenwerking met bedrijven extra te stimuleren, heeft TechTransfer ingezet op een ‘liaison officer industrie’ die pro-actief naar bedrijven gaat en expertise van VUB onder de aandacht brengt met het oog op de organisatie van bilateraal overleg en finaal bilaterale contracten (al dan niet met subsidieondersteuning vanuit de overheid). In 2017 verliet Benoit Thienpont de TechTransfer om een eigen valorisatieproject op de VUB vorm te geven, Liesbeth Bosman vervoegde het team en verstevigde de industrie link dankzij haar jarenlange ervaring in het bedrijfsleven.

Om de samenwerking met bedrijven extra te stimuleren, heeft TechTransfer ingezet op een ‘liaison officer industrie’ die pro-actief naar bedrijven gaat en expertise van VUB onder de aandacht brengt met het oog op de organisatie van bilateraal overleg en finaal bilaterale contracten (al dan niet met subsidieondersteuning vanuit de overheid). In 2017 verliet Benoit Thienpont de TechTransfer om een eigen valorisatieproject op de VUB vorm te geven, Liesbeth Bosman vervoegde het team en verstevigde de industrie link dankzij haar jarenlange ervaring in het bedrijfsleven.

VI.2 Derde geldstroom: overheidsmiddelen voor strategisch en toegepast onderzoek

de Vlaamse en Brusselse overheid ter beschikking gesteld voor toegepast onderzoek, al of niet in samenwerking met bedrijven. Meer middelen die te verwerven zijn langs dit kanaal, kunnen ook een reden zijn waarom de vierde geldstroom niet zo sterk meer groeit. Onderzoekers zullen liever kandideren voor projecten waarin de onderzoekscomponent nog ruimer is, dan in een bilateraal contract te stappen waar de financierende partner ‘deliverables’ verwacht. Onder het I&V beleid en de TechTransfer begeleiding vallen eveneens de volgende in competitie te verwerven overheidsmiddelen voor toegepast onderzoek:

Men dient ook te kijken naar de evoluties in de derde geldstroom om de cijfers van de vierde geldstroom te kunnen kaderen. De laatste jaren zijn er flink wat middelen door de Vlaamse en Brusselse overheid ter beschikking gesteld voor toegepast onderzoek, al of niet in samenwerking met bedrijven. Meer middelen die te verwerven zijn langs dit kanaal, kunnen ook een reden zijn waarom de vierde geldstroom niet zo sterk meer groeit. Onderzoekers zullen liever kandideren voor projecten waarin de onderzoekscomponent nog ruimer is, dan in een bilateraal contract te stappen waar de financierende partner ‘deliverables’ verwacht.

• alle ‘IWT’ (nu FWO/ VLAIO) toegepaste projecten (geen beurzen): Strategisch basisonderzoek, Toegepast Biomedisch onderzoek, VIS (innovatiestimulering), Baekelandmandaten, Innovatiemandaten, O&O projecten met industrie) in 2° en 3° geldstroom

Onder het I&V beleid en de TechTransfer begeleiding vallen eveneens de volgende in competitie te verwerven overheidsmiddelen voor toegepast onderzoek:

• Brusselse innovatie- en impulsfinanciering voor toegepast onderzoek (geen onderzoekbeurzen of –mandaten): Co-create (Impulsprogramma’s), Bridge (Strategische platformen), Launch (Spin-off in Brussels), Doctiris, Connect (Internationale samenwerking).

- alle ‘IWT’ (nu FWO/ VLAIO) toegepaste projecten (geen beurzen): Strategisch basisonderzoek, Toegepast Biomedisch onderzoek, VIS (innovatie-stimulering), Baekelandmandaten, Innovatiemandaten, O&O projecten met industrie) in 2° en 3° geldstroom

• andere (internationale) overheden of organisaties (stichtingen, fondsen): financiering voor toegepast projecten met valorisatiepotentieel.

- Brusselse innovatie- en impulsfinanciering voor toegepast onderzoek (geen onderzoekbeurzen of –mandaten): Co-create (Impulsprogramma’s), Bridge (Strategische platformen), Launch (Spin-off in Brussels), Doctiris, Connect (Internationale samenwerking).

• projecten in het kader van de SOC’s en de lichte structuren (ondermeer ICON)

• EU-projecten met economische valorisatie-gerichtheid

- andere (internationale) overheden of organisaties (stichtingen, fondsen): financiering voor toegepast projecten met valorisatiepotentieel.

- projecten in het kader van de SOC’s en de lichte structuren (ondermeer ICON)

- EU-projecten met economische valorisatie-gerichtheid

Overzicht resultaten

Overzicht resultaten

VUB behaalde in 2017 een prima resultaat in de financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, met een totaal toegekend VUB budget in deze kanalen van 8.07 Mio EUR. In de volgende paragrafen en figuren worden de resultaten per kanaal in meer detail besproken.

VUB behaalde in 2017 een prima resultaat in de financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, met een totaal toegekend VUB budget in deze kanalen van 8.07 Mio EUR. In de volgende paragrafen en figuren worden de resultaten per kanaal in meer detail besproken.

Page 17 of 62

Innovatie

Baekeland

VLAIO & FWO funding channel

0 € 1,000,000 € 2,000,000 € 3,000,000 € 4,000,000

Awards granted in 2017

Agentschap Innoveren en Ondernemen

(VLAIO)

Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO)

- Tetra projecten worden aangevraagd door een hogeschool of geïntegreerde opleiding aan de universiteit. In 2017 werden 2 projecten met VUB als partner (zonder budget) aangevraagd, één werd goedgekeurd.

- Baekeland- en Innovatiemandaten zijn industriële mandaten op respectievelijk doctoraal en post-doctoraal niveau. Sinds 2015 wordt sterk ingezet op het verder bekend maken van deze financieringskanalen en op de actieve ondersteuning van de kandidaat-mandatarissen. Dit gebeurt onder andere onder de vorm van:

o Organisatie jaarlijkse infosessie

o Trainingsessie voor de verdediging van de kandidaat bij het Agentschap, met gepersonaliseerde feedback

• Tetra projecten worden aangevraagd door een hogeschool of geïntegreerde opleiding aan de universiteit. In 2017 werden 2 projecten met VUB als partner (zonder budget) aangevraagd, één werd goedgekeurd.

o Desgewenst, feedback op het valorisatieluik van de aanvraag.

- Deze aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen. In 2017 werden 11 Baekelandmandaten aangevraagd, waarvan er 4 gehonoreerd werden door VLAIO. Dit is een verdubbeling van het gemiddeld aantal Baekeland mandaten dat sinds 2012 aan VUB start. Verder werden ook 3 innovatiemandaten aangevraagd in 2017. Eén innovatiemandaat met spin-off finaliteit werd toegekend, maar niet opgenomen door de mandataris, die ook een Innoviris Launch mandaat behaalde.

• Baekeland- en Innovatiemandaten zijn industriële mandaten op respectievelijk doctoraal en post-doctoraal niveau. Sinds 2015 wordt sterk ingezet op het verder bekend maken van deze financieringskanalen en op de actieve ondersteuning van de kandidaat-mandatarissen. Dit gebeurt onder andere onder de vorm van:

o Organisatie jaarlijkse infosessie

- De distributie van de toegekende budgetten voor de Baekeland mandaten over de jaren weerspiegelt duidelijk de stijgende budgetten die VUB aanboort in dit kanaal.

o Trainingsessie voor de verdediging van de kandidaat bij het Agentschap, met gepersonaliseerde feedback

o Desgewenst, feedback op het valorisatieluik van de aanvraag.

• Deze aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen. In 2017 werden 11 Baekelandmandaten aangevraagd, waarvan er 4 gehonoreerd werden door VLAIO. Dit is een verdubbeling van het gemiddeld aantal Baekeland mandaten dat sinds 2012 aan VUB start. Verder werden ook 3 innovatiemandaten aangevraagd in 2017. Eén innovatiemandaat met spin-off finaliteit werd toegekend, maar niet opgenomen door de mandataris, die ook een Innoviris Launch mandaat behaalde.

• De distributie van de toegekende budgetten voor de Baekeland mandaten over de jaren weerspiegelt duidelijk de stijgende budgetten die VUB aanboort in dit kanaal.

€ 900,000.00

€ 800,000.00

€ 700,000.00

€ 600,000.00

€ 900,000.00

€ 500,000.00

€ 800,000.00

€ 400,000.00

€ 700,000.00

€ 300,000.00

€ 600,000.00

€ 200,000.00

€ 500,000.00

€ 100,000.00

€ 400,000.00

€ 0.00

€ 300,000.00

€ 200,000.00

Baekeland mandates - budget distribution over the years

Fonds Wetenschappelijk Onderzoek

€ 100,000.00

€ 0.00

Fonds Wetenschappelijk Onderzoek

Fonds Wetenschappelijk Onderzoek

- Het TBM programma beoogt op lange termijn bij te dragen aan de implementatie van (nieuwe) therapieën, diagnosetechnieken en preventiemethoden, die -ten gevolge van een gebrek aan industriële interesse- zonder overheidsfinanciering niet tot bij de patiënt zouden geraken. Het betreft m.a.w. een niche van het biomedisch onderzoek waarvoor slechts een beperkt aantal onderzoeksgroepen in aanmerking kan komen. VUB TechTransfer zet in op de promotie van het TBM-kanaal onder de VUB onderzoekers en organiseert sinds 2016 infosessie’s op VUB Health Campus. In 2015 scoorde VUB uitzonderlijk goed in het TBM kanaal, hetgeen zich vertaalde in een lagere deelname en geen toekenningen in 2016. In 2017, nemen we opnieuw een stijgende trend waar met VUB hoofdaanvrager/mede-aanvrager bij 9 TBM projecten, waarvan 2 projecten werden toegekend.

• Het TBM programma beoogt op lange termijn bij te dragen aan de implementatie van (nieuwe) therapieën, diagnosetechnieken en preventiemethoden, die -ten gevolge van een gebrek aan industriële interessezonder overheidsfinanciering niet tot bij de patiënt zouden geraken. Het betreft m.a.w. een niche van het biomedisch onderzoek waarvoor slechts een beperkt aantal onderzoeksgroepen in aanmerking kan komen. VUB TechTransfer zet in op de promotie van het TBM-kanaal onder de VUB onderzoekers en organiseert sinds 2016 infosessie’s op VUB Health Campus. In 2015 scoorde VUB uitzonderlijk goed in het TBM kanaal, hetgeen zich vertaalde in een lagere deelname en geen toekenningen in 2016. In 2017, nemen we opnieuw een stijgende trend waar met VUB hoofdaanvrager/mede-aanvrager bij 9 TBM projecten, waarvan 2 projecten werden toegekend.

SBO- distribution of the budget over the years

• Het TBM programma beoogt op lange termijn bij te dragen aan de implementatie van (nieuwe) therapieën, diagnosetechnieken en preventiemethoden, die -ten gevolge van een gebrek aan industriële interessezonder overheidsfinanciering niet tot bij de patiënt zouden geraken. Het betreft m.a.w. een niche van het biomedisch onderzoek waarvoor slechts een beperkt aantal onderzoeksgroepen in aanmerking kan komen. VUB TechTransfer zet in op de promotie van het TBM-kanaal onder de VUB onderzoekers en organiseert sinds 2016 infosessie’s op VUB Health Campus. In 2015 scoorde VUB uitzonderlijk goed in het TBM kanaal, hetgeen zich vertaalde in een lagere deelname en geen toekenningen in 2016. In 2017, nemen we opnieuw een stijgende trend waar met VUB hoofdaanvrager/mede aanvrager bij 9 TBM projecten, waarvan 2 projecten werden toegekend.

€ 8,000,000.00

€ 7,000,000.00

€ 6,000,000.00

€ 5,000,000.00

€ 8,000,000.00

€ 4,000,000.00

€ 7,000,000.00

€ 3,000,000.00

€ 6,000,000.00

€ 2,000,000.00

€ 5,000,000.00

€ 1,000,000.00

€ 4,000,000.00

€ 0.00

€ 3,000,000.00

€ 2,000,000.00

- In 2017 diende VUB 18 aanvragen in het SBO kanaal met economische finaliteit (SBO-E). 6 projecten werden goedgekeurd (3 coördinator en 3 mede-aanvrager), goed voor 5.5M EUR of 21% van het totale SBO-E budget.

Page 19 of 62

€ 1,000,000.00

- In het SBO kanaal met maatschappelijke finaliteit (SBO-M) werden 12 aanvragen ingediend. Twee projecten met

€ 0.00

VUB als mede-aanvrager werd goedgekeurd, corresponderend met een totaal budget van 1M EUR of 8% van het totale SBO-M budget.

- De slaagpercentages van VUB in zowel het SBO-E als het SBO-M financieringskanaal lagen in 2017 hoger dan het globale gemiddelde van deze kanalen.

VI.2.3 Strategische Onderzoekscentra

Strategische onderzoekscentra (SOC’s) zijn ontstaan dankzij de excellente én relevante resultaten van het academisch wetenschappelijk onderzoek op de brede wetenschapsdomeinen van micro- en nano-elektronica (imec), biotechnologie (VIB), breedbandtechnologie (iMinds) en technologisch onderzoek (VITO). Met het oog op economische en maatschappelijke valorisatie wordt gestreefd naar een gepaste verhouding tussen het gerichte en het niet-gerichte onderzoek en zo vervullen de SOC’s een brugfunctie tussen het fundamenteel en het toegepast onderzoek. De SOC’s spelen dan ook een belangrijke rol in de transformatie van de Vlaamse economie. Het vermarkten van hun kennis via de (mede) oprichting van spin-offs vormt hiervan een onderdeel.

In 2016 werd de integratie van iMinds in IMEC voorbereid, een proces dat afgerond werd begin 2018 met het totstandkomen van een nieuwe raamovereenkomst VUB-imec. Ook voor het VIB werd in 2017 een nieuwe raamovereenkomst onderhandeld.

Het strategisch onderzoeksinstituut FLANDERS MAKE is gestart in oktober 2014.

De resultaten van de deelname van VUB in de SOC’s iMinds, imec, VITO, VIB en Flanders make zijn nog niet volledig bekend op het moment van het opstellen van dit jaarverslag. De cijfers worden in de loop van april aangeleverd aan de VUB TechTransfer en worden dan meegenomen in de berekening van de IOF sleutel. Er dient evenwel opgemerkt te worden dat de cijfers nooit twee keer kunnen geteld worden en dus niet voorkomen in de outputcijfers van de universiteit, wat uiteraard een vertekend beeld kan geven van de VUB prestaties, bijvoorbeeld in internationale rankings.

VI.2.4 Projectfinanciering Brussels Gewest

Interfacefinanciering

VUB TechTransfer ontvangt subsidies van de Brusselse overheid, de Vlaamse overheid, de universiteit zelf en uit kleinere opdrachten. De cel is te klein om een opsplitsing te kunnen maken tussen mensen die in het kader van de conventie met het Brussels Gewest werken en anderen. Door de pooling van de expertise van alle leden in het team, wordt een TT office gecreëerd met de nodige kritische massa en een breed aanbod aan expertise. VUB TechTransfer werkt in teamverband, de dossiers worden steeds door verschillende mensen behandeld. Op die manier kan het Brussels Gewest gebruik maken van de uiteenlopende wetenschappelijke, juridische en bedrijfskundige expertise die in het geheel van de interface cel aanwezig zijn, zonder dat al deze mensen fulltime op de overeenkomst kunnen worden geïmputeerd. (Hetzelfde geldt mbt de opdracht die we van de Vlaamse overheid krijgen).

Op de overeenkomst met het Brussels Gewest zijn 4,4 VTE geïmputeerd.

iCityBRU project

De Brusselse overheid kende via Innoviris in december 2016 een budget van 463.650 Euro toe aan de VUB TechTransfer, as co-financiering bij het EFRO/FEDER ICITY-RDI.BRU project, een project dat op initiatief van ULB en ism VUB werd ingediend en dat naast een toegepast onderzoeksluik, ondermeer ook een valorisatieluik omvat.

Het budget dient om een business developer binnen Techtransfer aan te stellen (over de looptijd van het project- 5 jaar), die voor de begeleiding van de valorisatie van de interuniversitaire onderzoeksprojecten instaat.

Helaas bleek het onmogelijk om een ICT-profiel aan te trekken voor deze opdracht.

In samenwerking met Prof Thomas Crispeels van BUTO, werd een onderzoeksproject uitgeschreven en vanaf 1 januari 2018 is dr Geoffrey Aerts actief op het project waarin een academische opdracht en een business development luik vervat zitten.

Projectfinanciering

Naar aanleiding van de verschillende oproepen voor projecten (Innoviris) waaraan de VUB deelnam, werd een totaal budget van 7,725,231 € toegekend in het jaar 2017. Deze projecten lopen over meerdere projectjaren, de budgetallocaties worden in onderstaande grafiek weergegeven.

Budget approved projects Innoviris 2017

€ 165 840,00

€ 2762 894,44

€ 193 159,00

€ 174 740,00

€ 165 608,00

€ 306 036,00

€ 2750 856,00

€ 417 821,00

€ 788 277,00

Co-create, 6

Team Up AI

Living Labs Retrofit

Launch

Launch verlengingen

Doctiris

Doctiris verlengingen

Co-create

Bridge

Bridge verlengingen

# approved projects Innoviris 2017

Bridge verlengingen, 1

Bridge, 4

Doctiris verlengingen, 1

Doctiris, 1

Launch verlengingen, 2

Launch, 2

Living Labs Retrofit, 3

Team Up AI, 17

Team Up AI

Living Labs Retrofit

Launch

Launch verlengingen

Doctiris

Doctiris verlengingen

Co-create

Bridge

Bridge verlengingen

Budget approved projects Innoviris 2017

€ 2.500.000,00

€ 2.000.000,00

€ 1.500.000,00

€ 1.000.000,00

€ 500.000,00

€ 0,00

Doctiris

Het Doctiris -programma financiert via een projectoproep doctoraatsprojecten in toegepast onderzoek die uitgevoerd worden in samenwerking met een industriële partner (bedrijfsdoctoraat)

Doctiris

8 potentiële projecten werden geïdentificeerd. Van deze 8 werden vanuit VUB 2 projecten ingediend in het Doctiris kanaal (doctoraten met economische finaliteit).

Het Doctiris -programma financiert via een projectoproep doctoraatsprojecten in toegepast onderzoek die uitgevoerd worden in samenwerking met een industriële partner (bedrijfsdoctoraat).

Van de ingediende projecten werd 1 project aanvaard:

• “Discovery, Design and Synthesis of G protein Peptidomimetics “ van Morganne Mannes met promotor Steven Ballet

8 potentiële projecten werden geïdentificeerd. Van deze 8 werden vanuit VUB 2 projecten ingediend in het Doctiris kanaal (doctoraten met economische finaliteit).

Van de ingediende projecten werd 1 project aanvaard:

Doctiris hernieuwing Een lopend project werd hernieuwd.

- “Discovery, Design and Synthesis of G protein Peptidomimetics “ van Morganne Mannes met promotor Steven Ballet

Doctiris hernieuwing

• “A tierless reactive cloud-oriented middleware to enhance the quality of internetbased fleet-management applications” van Florian Myter met promotor Wolfgang De Meuter

Een lopend project werd hernieuwd.

Launch projecten

- “A tierless reactive cloud-oriented middleware to enhance the quality of internetbased fleet-management applications” van Florian Myter met promotor Wolfgang De Meuter

De actie Launch stimuleert de oprichting van nieuwe ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Er werden 4 projecten ingediend. Van de ingediende projecten werden 2 projecten aanvaard:

Launch projecten

De actie Launch stimuleert de oprichting van nieuwe ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Er werden 4 projecten ingediend. Van de ingediende projecten werden 2 projecten aanvaard:

• “CAPS for Life: Current-assisted photonic samplers for fluorescence lifetime measurements in life sciences” van Hans Ingelbert met promotor Prof. Maarten Kuijk

- “CAPS for Life: Current-assisted photonic samplers for fluorescence lifetime measurements in life sciences” van Hans Ingelbert met promotor Prof. Maarten Kuijk

• “FDQS Fast Deployable Quality Spaces” van Aushim Koumar met promotor Prof. Tine Tysmans & Niels de Temmerman

- “FDQS Fast Deployable Quality Spaces” van Aushim Koumar met promotor Prof. Tine Tysmans & Niels de Temmerman.

Launch projecten - verlengingen

- The Anckle Mimicking Prosthetic (AMP-) Foot project (Pierre Cherelle met een extra periode van 7 maanden).

Page 23 of 62

- OASIS: Opinion Advice and Study bureau through Internet Surveys (Joeri Minnen met een extra periode van 7 maanden).

Strategische platformen

BRIDGE 2017

Het Bridge-programma is voornamelijk gericht op academische onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd via strategische platformen. Een consortium wordt samengesteld met minstens twee onderzoeksunits van universiteiten en/of hogescholen die voornamelijk afkomstig zijn uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en over genoeg complementaire competenties beschikken. Bovendien moeten er minstens twee intentiebrieven van Brusselse ondernemingen worden toegevoegd om te bewijzen dat er interesse is voor het voorstel uit de bedrijfswereld. Voor de editie van 2017 focust Bridge op de gezondheids-en welzijnssector. Het thema van de projectoproep is “gepersonaliseerde gezondheidszorg en geïntegreerde zorgen”.

VUB was betrokken bij 18 Expressions of Interest. 10 projecten waarbij VUB / EhB betrokken is, werden effectief ingediend. Van de ingediende projecten werden 4 projecten aanvaard: IGencare , MOC-UP, DIATYPE en CARE-TEST.

VUB Promotor Coordinator Titel Project

Maryse Bonduelle/ Sonia Van Dooren VUB

Jef Vandemeulebroucke VUB

Dirk Devroey UCL

Luc Bouwens/ Harry Heimberg ULB

Team-Up

IGenCare Integrated Personalised Medical Genomics Care Solution for Patients with Rare Genetic Diseases

MOC-UP MULTI-FACTORIAL DECISION SUPPORT IN ONCOLOGICAL PRACTICE: BEYOND BLACK-BOX SYSTEMS

CARE-TEST HealthCAre RElationship and diagnostic self-TEST in Brussels-capital region

DIATYPE Personalized medicine in diabetes: towards an etiology based diagnosis and better patient care

Het doel van Team Up is de samenwerking tussen academici en ondernemers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan te moedigen ( nieuwe call). De eerste editie van Team Up heeft als thema “artificiële intelligentie”. Het selectieproces loopt in twee fasen: eerst een selectie op basis van een intentieverklaring van de projectpartners, vervolgens een selectie op basis van een volledig voorstel en een mondelinge verdediging van het project. Innoviris geeft de projectpartners de mogelijkheid om een subsidie (Connect) aan te vragen om een deel van de kosten te dekken voor het schrijven van een volledig voorstel. VUB was betrokken bij 22 Expressions of Interest, er werden 15 full proposals ingediend.

Geconfronteerd met het grote succes van de projectoproep, heeft Innoviris besloten om de geselecteerde projecten over 2 fiscale jaren te verdelen, zodat meer middelen voorhanden zijn.

Van de ingediende projecten werden 9 projecten aanvaard voor 2017, 8 andere projecten zullen in 2018 worden gefinancierd.

Het aantal projecten (17) in de bovenstaande grafiek toont de goedgekeurde projecten voor 2017 evenals de Connect-toekenningen.

Co-create projecten

Innoviris ondersteunt, via de actie Co-Create, onderzoek en ontwikkeling voor stedelijke veerkracht, dit met verschillende onderzoeksinstellingen, verenigingen en bedrijven uit Brussel. Doel is te experimenteren met en te zoeken naar innovatieve oplossingen om het hoofd te kunnen bieden aan de maatschappelijke uitdagingen die hen aangaan.

7 proposals werden ingediend ( 1als coördinator). Het project Buurtzorgwinkel, gecoördineerd door Prof. Dominique Verté, is goedgekeurd.

Living Labs Brussels Retrofit

Het EFRO-project Living Labs Brussels Retrofit heeft tot doel renovatie in de woningsector aan te moedigen via de uitvoering van experimenteer- en innovatieprojecten die de krachten van de spelers in de bouwsector en van de onderzoeksentiteiten bundelen.

3 projecten werden goedgekeurd.

Andere projecten

Bridge Secure IT , Co-create, ICT platformen en Health platformen worden eveneens opgevolgd door VUB TechTransfer

Verslag aan Innoviris

Twee keer per jaar dient TechTransfer te rapporteren over de activiteiten aan Innoviris. Door de nauwe opvolging en persoonlijk overleg met de betrokken onderzoekers, krijgt VUB TechTransfer ook een zicht op wat er minder goed loopt, op de opmerkingen en frustraties en in sommige gevallen ook klachten. Als dat de interne TechTransfer werking betreft, worden maatregelen genomen en procedures gewijzigd indien relevant en waar mogelijk. Als dat gaat over aspecten die Innoviris betreft, is het moeilijk voor de onderzoekers om hier rechtstreeks mee naar buiten te komen.

In 2016 had TechTransfer een analyse gemaakt van de mogelijke oorzaken van het releatief ‘slechte’ scoren van VUB-dossiers in de verschillende Brusselse financieringskanalen. Er werd een overleg met Innoviris georganiseerd en er werden suggesties gemaakt om dit in de toekomst te remediëren. De interne procedures binnen TechTransfer werden hierop afgestemd.

Het is duidelijk dat de evolutie zeer positief is: in 2017 werden meer projecten begeleid, ingediend en verworven dan in het vorige jaar.

VI.2.5 EU financiering met toegepaste finaliteit

HET CONCEPT i-ISO

VUB-TechTransfer heeft eind 2015 een concept, i-ISO genaamd, geïmplementeerd om de onderzoeksgroepen op een gepersonaliseerde wijze bij te staan bij het deelnemen aan Europese funding programmas. Het concept werd in het jaarverslag van 2015 uiteengezet en werkt samengevat rond 4 kernwoorden:

 i van identificeren: het in kaart brengen van alle mogelijke EU funding programma’s relevant voor VUB. Hiervoor brengen we alle programma’s samen op een gestructureerde wijze in een powerpoint slide.

 I van Informeren: het informeren van de onderzoeksgroepen over de geïdentificeerde EU-funding programma’s en hun specifieke calls en topics. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de wekelijkse VUB-TechTransfer nieuwsbrief, de VUB Funding wegwijzer en presentaties op VUB-raden en aan vakgroepen.

 S van Stimuleren: het stimuleren van de onderzoeksgroepen om deel te nemen aan EU-programma’s en calls, met andere woorden het verlagen en wegnemen van barriëres. Een specifiek instrument, namelijk de EU-roadmap, werd hiervoor ontwikkeld en werd toegelicht in het jaarverslag 2015. Daarnaast wordt ook financieel gestimuleerd via het INNOVIRIS CONNECT grant kanaal waarbij VUB-TechTransfer nagenoeg het hele traject op zich neemt en dit op basis van minimale input en tijdsinvestering vanuit de onderzoeksgroepen.

 O van Ondersteunen: het op zeer gepersonaliseerde en dedicated wijze ondersteunen van de onderzoekgroepen in hun traject van projectidee tot proposal. Stappenplannen zijn uitgewerkt voor een aantal programma’s zoals MSCA-ITN, MSCA-IF en MSCA-RISE met uitgewerkte templates. Op projectniveau biedt VUB-TechTransfer co-writing/analyse/proofreading services aan vooral voor de secties IMPACT en IMPLEMENTATION.

VUB en H2020

In de periode 2000-2010 groeide het EU-budget aan VUB met gemiddeld 400 k€ per jaar (FIG. 1). Vanaf 2010 nam dit toe naar ongeveer 700 k€ per jaar dankzij de dedicated ondersteuning voor ERC, opgezet vanuit het EU R&D-team. Een uitbreiding van het aanbod wierp zijn vruchten af. Sinds 2015 kent VUB een extra groei die momenteel op 1 M€ per jaar uitkomt, opnieuw te danken aan een uitbreiding van het aanbod, in dit geval de implementatie van het i-ISO concept.

FP5

FP6

Real time inkomsten van EU projecten aan VUB op basis van de CORDIS database, aangevuld met goedgekeurde projecten.

Update 21.12.2017, Philippe Westbroek, TechTransfer

FP7

H2020ongoing

H2020approved

FIG. 1: verworven EU-budgetten aan VUB sinds het vijfde kaderprogramma op basis van de cordis database, aangevuld met recent goedgekeurde projecten.

Het EU-TechTransfer team spitst zich toe op projecten met een valorisatieluik in de brede zin van het woord. Projecten met deelname van non-academic partners is onderdeel van deze voorwaarde. De implementatie van het i-ISO concept met betrekking tot dit soort projecten werpt ook dit jaar zijn vruchten af (FIG. 2). In 2017 kon een duidelijke groei van meer dan 1 M€ worden vastgesteld, een groei die tot 2015 op gemiddeld 400k€ per jaar lag. Deze trend trekt zich nog door in 2018 waar nu al een extra stijging van meer dan 1,5 M€ gerealiseerd is.

Real time inkomsten van applicatiegedreven EU projecten aan VUB op basis van de CORDIS database aangevuld met goedgekeurde projecten.

Update 21.12.2017, Philippe Westbroek, VUB- TechTransfer

Income (€)

FP5

FP6

FP7

H2020ongoing

H2020approved

FIG. 2: verworven EU-budgetten in projecten met een valorisatieluik aan VUB sinds het vijfde kaderprogramma op basis van de cordis database, aangevuld met recent goedgekeurde projecten.

VUB in H2020 – 2017

In 2017 werden in totaal 157 toepassingsgerichte projectvoorstellen met economische of maatschappelijke finaliteit door VUB ingediend, met 67 projectvoorstellen in Pillar I; 11 in Pillar II en 79 in Pillar III. Tot nu toe werden 23 projecten goedgekeurd (slaagpercentage 14,6%), maar er zijn nog 23 van die 157 projecten onder evaluatie. Vertrekkende vanuit de budgetten in die goedgekeurde projecten werd een slaagpercentage van 16,5% bekomen waarbij de 157 projectvoorstellen corresponderen met een totaal aangevraagd budget van ongeveer 69 M€ en de 23 goedgekeurde projecten corresponderen met een totaalbudget van 11,4 M€.

Van die 157 projectvoorstellen kregen er 37 dedicated ondersteuning in het i-ISO concept, corresponderend met 8 goedkeuringen (slaagpercentage 21,6%). Vertrekkende vanuit de budgetten ligt het slaagpercentage op 20,6% met 32,2 M€ aangevraagd in 37 projectvoorstellen en 6,6 M€ voor die 8 goedgekeurde projecten. Het volume aan dedicated ondersteunde projecten en de daaraan gekoppelde goedkeuringen is ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van 2016 (35 projecten waarvan 8 goedgekeurd) wat wijst op een verzadigingseffect. Echter, dit is eind 2017 opgevangen door de uitbreiding van het EU TechTransfer team van 1 naar 2 leden. Anneke Geyzen heeft het team vervoegd en bouwt nu samen met Philippe Westbroek aan het i-ISO concept. Er mag in 2018 dan ook een substantiële stijging in het aantal ondersteunde projectvoorstellen verwacht worden.

CONCRETE RESULTATEN VAN DE i-ISO WERKING

Innoviris-Connect

9 CONNECT grants werden in 2017 uitgewerkt voor de VUB-onderzoeksgroepen ter ondersteuning van hun voorbereiding van een EU-projectvoorstel, die allemaal werden goedgekeurd, samen ter waarde van 164.000 euro (FIG. 3). Er dient wel opgemerkt te worden dat 2 grants opgemaakt in 2016 door Innoviris werden overgeheveld naar budget 2017. Dit betekent dat de balk voor 2016 iets lager ligt dan in de figuur van het jaarverslag 2016 te zien was. De budgetten boven de balken geven de VUB budgetten aan in de EU projecten die werden goedgekeurd en CONNECT steun hadden genoten. Het mag duidelijk zijn dat VUB voor een prachtige return on investment zorgt voor Innoviris en meewerkt aan het succes van dit CONNECT programma.

INNOVIRIS CONNECT Income en return on nvestment update 21.12.2017 - Philippe Westbroek

FIG. 3: Verworven budgetten via INNOVIRIS – CONNECT Grants

H2020-MSCA-IF

De dedicated ondersteuning in het programma H2020-MSCA-IF, call 2017, was niet succesvol. Van de 13 ingediende MSCA-IF projecten kregen er 4 last minute begeleiding en spijtig genoeg werd geen enkel project goedgekeurd. Enerzijds stellen we vast (FIG. 4) dat het aantal aanvragen geen merkbare groei kent en door het last minute organiseren van een projectvoorstel is de slaagkans minimaal. In 2018 zal een nieuwe benadering worden geïmplementeerd en uitgeprobeerd wat hopelijk zowel het aantal indieningen (Stimuleren binnen i-ISO) als het aantal goedkeuringen (Ondersteunen binnen i-ISO) op systematische wijze kan verhogen.

MSCA- IFs aan VUB

Philippe Westbroek, update 01.02.2018

 submitted proposals

approved proposals

FIG. 3: aantal ingediende (blauwe balk) en goedgekeurde (oranje balk) Individual fellowships per jaar.

H2020-MSCA-ITN

De beperkte ondersteuning in het programma H2020-MSCA-ITN, call 2016 en dedicated ondersteuning in de call 2017 en vooral call 2018 resulteerde in een duidelijke verhoging van het aantal ingediende projectvoorstellen, maar vooral in een sterke toename in door VUB gecoördineerde voorstellen: van 2 in 2016 en 7 in 2017 naar 12 in 2018. In 2016 kregen 8 projecten ondersteuning (waarbij het verschil werd gemaakt in 1 van de 2 goedgekeurde), van de 35 projecten in de call 2017 hebben er 18 intensieve begeleiding gekregen. In deze call werden maar liefst 4 projectvoorstellen goedgekeurd, maar meer nog, in totaal hadden 9 projecten een score boven 90%. Voor de recent afgesloten call 2018 werden 45 projectvoorstellen ingediend die momenteel onder evaluatie zijn.

Het mag duidelijk zijn dat in dit programma het i-ISO concept een belangrijke rol speelt: het stimuleren resulteert in een sterke groei van ingediende en door VUB gecoördineerde projecten en het ondersteunen geeft aanleiding tot kwalitatief betere projecten.

Philippe Westbroek/Anneke Geyzen, update 17.01.2018

 submitted proposals

approved proposals

FIG. 3: aantal ingediende (blauwe balk) en goedgekeurde (oranje balk) Innovative Training Networks per jaar.

VI.3 Octrooien

Situatie 1 januari 2018: Er werden 40 vindingen aangemeld in 2017, 22 nieuwe octrooien werden ingediend door de VUB.

De totale VUB octrooiportefeuille omvat 127 actieve octrooifamilies (+4) Octrooiaanvragen ingediend door bedrijven op basis van uitvindingen door VUB onderzoekers zijn hierin niet meegeteld.

Vandaag beheert de VUB 29 actieve octrooifamilies in volledig eigen beheer (+4). 33 actieve octrooifamilies worden beheerd in samenwerking met VIB; 34 ism imec. De overige actieve octrooifamilies worden beheerd door of in samenwerking met andere partijen dan de genoemde kennisinstellingen en spin-offs. Beheer in samenwerking impliceert ook dat de kosten worden gedeeld. Stopzettingen van de octrooiprocedure dienen telkens afgewogen te worden om de kosten te beheersen, dit gebeurt ondermeer wanneer er geen marktpotentieel blijkt te zijn of het octrooidossier niet sterk genoeg is.

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 aantal uitvindingen dat gemeld wordt 28 29

aantal uitvindingen waarvoor octrooi wordt

anderen (spin-offs, andere onderzoeksin-

aantal EP of US octrooien die toegekend werden (*)

aantal EP of US octrooien die toegekend werden (*)

aantal octrooifamilies

aantal octrooien verlengd

gefinancierd door

(*) gefinancierd door VUB (deels of volledig)

(deels of volledig)

Aantal uitvindingen

aantal uitvindingen dat gemeld wordt aantal uitvindingen waarvoor octrooi wordt ingediend

VUB enige aanvrager ism IMEC ism VIB ism OPUS

VUB enige aanvrager (miv co-applicant IMEC

Page 33 of 62

co-applicant VIB

co-applicant OPUS co-applicant Iminds co-applicant Optrima co-applicant Collibra anderen (spin-offs, andere onderzoeksinstellingen, …)

VI.4 Licenties

Via licenties op onderzoeksresultaten kunnen eveneens inkomsten worden gegenereerd en kunnen tevens structurele samenwerkingen worden uitgebouwd. Het onderhouden van een octrooiportefeuille impliceert dat actief naar licentienemers of overnemers van de octrooien wordt gezocht. De inkomsten uit licenties en aanverwante activiteiten schommelen van jaar tot jaar. Dit is het gevolg van bijvoorbeeld een eenmalige vergoeding bij de verkoop van een licentie of de overname van een bedrijf. Naast deze inkomsten, zijn er ook vergoedingen voor intellectuele eigendom die vervat zitten in onderzoekscontracten. Deze inkomsten worden hier niet meegerekend, ze zitten vervat in de resultaten ‘vierde geldstroom’.

Ook hier moet er op gewezen worden dat er geen continuïteit in de cijfers kan ‘gegarandeerd’ worden, al zien we wel een graduele toename over langere tijd.

VI.4 Licenties

Via licenties op onderzoeksresultaten kunnen eveneens inkomsten worden gegenereerd en kunnen tevens structurele samenwerkingen worden uitgebouwd. Het onderhouden van een octrooiportefeuille impliceert dat actief naar licentienemers of overnemers van de octrooien wordt gezocht.

De inkomsten uit licenties en aanverwante activiteiten schommelen van jaar tot jaar. Dit is het gevolg van bijvoorbeeld een eenmalige vergoeding bij de verkoop van een licentie of de overname van een bedrijf. Naast deze inkomsten, zijn er ook vergoedingen voor intellectuele eigendom die vervat zitten in onderzoekscontracten. Deze inkomsten worden hier niet meegerekend, ze zitten vervat in de resultaten ‘vierde geldstroom’.

Ook hier moet er op gewezen worden dat er geen continuïteit in de cijfers kan ‘gegarandeerd’ worden, al zien we wel een graduele toename over langere tijd.

*2011 1.455.095 Euro

*2012 985.341 Euro

*2013 1.361.279 Euro

*2014 1.138.685 Euro

*2015 1.367.343 Euro

*2016 1.306.536 Euro

*2017 1.303.798 Euro (excl overhead, excl BTW)

Wat het aantal licentie-deals betreft noteerden we voor

*2012 6 licentieovereenkomsten

*2013 8 licentieovereenkomsten waarvan 3 met een tegenpartij gevestigd in het BHG.

*2014 5 licentieovereenkomsten

*2015 3 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs

*2016 3 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs

*2017 1 nieuwe exclusieve licentieovereenkomst en 1 inbreng in vennootschap met/in VUB spin offs, 1 licentie via VIB

Isee Support BVBA

24 Sea BVBA

Aelin Therapeutics

VI.5 Spin-off’s

VI.5 Spin-off’s

VUB TechTransfer speelt een belangrijke rol in de identificatie, opvolging, ontwikkeling en beoordeling van de verschillende spin-off dossiers van de VUB. Om de overlevingskansen van de uiteindelijk opgerichte start-ups te maximaliseren, wordt er vanaf het begin de nodige aandacht besteed aan die factoren, naast de technologie, die nodig zijn om tot een succesverhaal te komen. Deze zijn, o.m., een duidelijke geïdentificeerde marktbehoefte (of een doelgerichte strategie om die te creëren), een welomschreven value proposition die hieraan voldoet en een complementair team.

VUB TechTransfer speelt een belangrijke rol in de identificatie, opvolging, ontwikkeling en beoordeling van de verschillende spin-off dossiers van de VUB. Om de overlevingskansen van de uiteindelijk opgerichte start-ups te maximaliseren, wordt er vanaf het begin de nodige aandacht besteed aan die factoren, naast de technologie, die nodig zijn om tot een succesverhaal te komen. Deze zijn, o.m., een duidelijke geïdentificeerde marktbehoefte (of een doelgerichte strategie om die te creëren), een welomschreven value proposition die hieraan voldoet en een complementair team.

VUB Spin-offs by sector / activity

Page 35 of 62

VUB CREATIE SPIN - OFF'S

(1) # meldingen: 15

(2) # nieuw gestarte: 2, Isee Support BVBA, 24Sea BVBA en Aelin Therapeutics (via VIB)

(3) # kapitaalverhogingen via BI3: investeringen afgesloten.

(4) # kapitaalverhogingen via Qbic: PharmaFluidics NV.

(5) # actieve: 32

(6) stopgezette/ overgenomen bedrijven of grote kapitaalinjecties: -In december 2017 heeft Insilico-DB de activiteiten stopgezet.

-Collibra: een nieuwe totale investering (serie D ronde) door San Fransisco based ICONIQ Capital en Investment Firm Battery Ventures samen met de bestaande aandeelhouders Index ventures, Dawn Capital en Newion Investments van 50 miljoen US Dollar waarvan een deel in (gedeeltelijke) uitkoop van bestaande aandeelhouders en de rest via rechtstreekse investering.

aantal meldingen potentiële spin-offs

aantal nieuw gestarte spin-offs

aantal kapitaalsverhogingen (via BI3/Qbic)

aantal actieve spin-offs (=spin-off portefeuille)

Nieuwe spin-off’s 2017:

Nieuwe spin-off’s 2017:

Engineering & Operating offshore testing

ISEE

bij de training van kennis, vaardigheden en attitudes in het beheer van incidenten, crisissituaties en rampen in de gezondheidszorg. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de ISEE Hospital simulator.

ISEE Support ondersteunt bij de training van kennis, vaardigheden en attitudes in het beheer van incidenten, crisissituaties en rampen in de gezondheidszorg. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de ISEE Hospital simulator.

AELINTX

Focus op antibioticaresistentie en onbehandelbare ziekten

AELINTX

Focus op antibioticaresistentie en onbehandelbare ziekten

VI.6 Startkapitaalfonds

VI.6.1 BI3 Fund

Page 37 of 62

Om haar valorisatiebeleid, en meer bepaald de ondersteuning van spin-off bedrijven, kracht bij te zetten, richtte de Vrije Universiteit Brussel in 2002 een startersfonds op, genaamd BI3 Fund, zoals dit ook reeds bestond en bestaat aan andere Vlaamse universiteiten (bijv. destijds het Baekeland-fonds in UGent en Gemma-Frisius-fonds in KU Leuven). De missie van BI3 Fund NV bestond in het verschaffen van zaai- en groeikapitaal aan spin-offs van de Vrije Universiteit Brussel. In juli 2002 werd het BI3 Fund opgericht: een risicokapitaalfonds waarin KBC Private Equity NV, Paribas Fortis Private Equity Belgium NV, Ethias NV, de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (GIMB) via Brustart NV en de Vrije Universiteit Brussel participeren. BI3 staat voor Brussels Imagination, Incubation & Innovation. Het BI3 fonds werd opgezet als een gesloten fonds van 6 miljoen EUR. Aanvankelijke aandeelhouder Mercator NV verkocht zijn aandelen aan de overige aandeelhouders waarbij het kapitaal van het BI³ Fund evenredig werd verminderd.

Het BI3 Fund is intussen in vereffening en zal wellicht kunnen worden afgesloten met een positief saldo, mogelijks met een mooie meerwaarde indien één van de portfoliobedrijven, zoals verwacht wordt, kan worden verkocht met een hoge multiple.

*In 2003 nam het BI3 Fund twee participaties in VUB spin-offs:

- NV ElsyCa (22/10/2003)

- NV BruCells (25/3/2003)

*In 2004:

*In 2005:

- NV Symbion (29.10.2004)

- NV Eggcentris (14.10.2005)

*Het BI3 Fonds werd in 2006 erkend door VINNOF

*In 2007:

*In 2008:

*In 2009:

- NV Brucells (20/03/2007)

- NV NMDG Engineering (27/09/2007)

VINNOF participeerde eveneens in NMDG engineering.

- NV ElsyCa (13/11/2008) verstrekken obligatielening

- NV Collibra (21/08/2008) participatie bij oprichting

- NV EggCentris (10/07/2008) kapitaalverhoging

- NV Brucells (07/04/09) opvraging kapitaal 2de schijf

- NV Eqcologic (06/05/09) participatie in kapitaal

- NV BetaCell: voorwaardelijke beslissing tot participatie

- NV Collibra: voorwaardelijke beslissing tot participatie

*In 2010:

- NV Brucells: opvraging kapitaal 3e schijf (01/01/2010)

- NV Eqcologic: deelname in kapitaalverhoging (23/11/2010)

- NV Collibra: obligatielening (19/01/2010)

- NV Elsyca: obligatielening (01/03/2010)

*In 2011:

*In 2012:

*In 2013:

- NV Collibra: opvraging eerste schijf van obligatielening (50.000 EUR) (17/03/2011)

- NV EggCentris: kapitaalverhoging (30.000 EUR) (20/05/2011)

- NV Collibra: opvraging tweede schijf van obligatielening (50.000 EUR) (19/09/2011)

- NV Collibra: conversie obligatielening ter waarde van EUR 650.000 op 17 april 2012

- NV Eggcentris: verkoop aan NV Life Sciences op 1 juni 2012: geen opbrengst voor BI³

- NV Brucells: vereffening op 20 december 2012

- NV Eqcologic: inschrijving op converteerbare lening van EUR 12.000 op 25 oktober 2012

- NV NMDG: verkoop participatie aan National Instruments einde december 2012: opbrengst voor BI3: EUR 80.000

- NV Collibra: eind 2013 bijkomende investering van EUR 107.441

- exit NV Ecquologic, overname door Amerikaans bedrijf Microchip Technology Inc

Het BI3 Fund heeft de vereffening geopend op 8 mei 2014.  Afsluiting van de vereffening wordt verwacht in 2018. Er zijn geen investeringen meer gebeurd in 2017. De aandacht gin7 in de vereffeningsperiode hoofdzakelijk naar de opvolging van de resterende participaties en het begeleiden van exits.

In 2016 was er opnieuw aandacht voor de bijkomende investering (series D ronde) in Collibra door San Fransisco based ICONIQ Capital en Investment Firm Battery Ventures samen met bestaande aandeelhouders Index ventures, Dawn Capital en Newion Investments van 50 miljoen US Dollar waarvan een deel in (gedeeltelijke) uitkoop van bestaande aandeelhouders en de rest via rechtstreekse investering (persmededelingen einde 2017). Bij deze ronde verkocht BI3 Fund de resterende participatie met een hoge multiple en mede daardoor geeft dit een mooi resultaat voor het gehele fonds.

VI.6.2 Qbic I Fund

De VUB nam het initiatief voor oprichting van het BI3 Fonds omdat dit een belangrijk element is in het geheel van de werktuigen die het valorisatiebeleid van de universiteit, en bij uitbreiding de associatie, moeten ondersteunen. Het uiteindelijke doel is resultaten van onderzoek in de maatschappij implementeren, een faire return naar de universiteit en haar onderzoekers genereren en tegelijkertijd economische groei en werkgelegenheid creëren in Brussel en Vlaanderen.

VUB TechTransfer brengt de potentiele investeringsdossiers aan (verzorgt de pipeline van de dossiers), nadat deze samen met de onderzoekers zijn uitgewerkt. TechTransfer-leden zetelen ook in sommige raden van bestuur en rapporteren hierover aan het Fonds.

Begin 2010 werden gesprekken opgestart met de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, de drie universitaire ziekenhuizen en een aantal hogescholen uit de betreffende associaties waaronder de Erasmushogeschool Brussel om een nieuw fonds op te richten. De officiële lancering van het Qbic Fund vond plaats in mei 2012. In juni 2012 werd het nieuwe Qbic I Fund operationeel. Het Qbic I Fund was het eerste interuniversitaire zaaikapitaalfonds in Brussel en Vlaanderen. Zowel spin-off bedrijven in Vlaanderen als in Brussel konden beroep doen op de middelen van dit fonds.

Er zijn vier bedrijven waari Qbic investeerde, 3 daarvan zijn VUB spin-offs : AgroSavfe NV in 2013, PharmaFluidics NV in 2014 en 2017, Confotherapeutics NV (via VIB). Qbic investeerde in 2015 ook in Sentiance NV dat ondermeer gebruik maakt van technologie ontwikkeld aan de VUB in de context van een Baekelandmandaat.

De investeringsperiode van Qbic I is intussen afgelopen en in de portfoliobedrijven van Qbic I (waaronder 4 VUB spin-off bedrijven) kan enkel nog in opvolgfinanciering worden voorzien. Nieuwe spin-off intitiatieven kunnen dus geen beroep meer doen op het Qbic I fonds. Gezien de bestaande samenwerking met Qbic I en de positieve financiële vooruitzichten, werd voorgesteld aan de deelnemende universiteiten om het project verder te zetten in een opvolgfonds, Qbic II.

VI.6.3 Qbic II Fund

Einde 2016 werd tussen de betrokken universiteiten, Qbic II en de overige aandeelhouders, overeenstemming bereikt aangaande de aandeelhouders-overeenkomst en werd met Qbic II een werkmethode afgesproken om nieuwe spin off initiatieven voor te leggen. Deze afspraken zijn vervat in een “Shareholders and Subscription Agreement” en een “Right to preview – Working Method” die omstandig werden toegelicht op de I&V Raad (15 februari 2017).

In deze eerste closing van einde 2016 werd met dezelfde aandeelhouders van Qbic I (en bijkomende private financiers uit de bedrijfswereld) een kapitaal opgehaald van 40,4 miljoen EUR : de VUB bracht 500.000 in, UGent en UA brachten respectievelijk 1,5 miljoen euro en 500.000 euro in. Ook VITO bracht 500.000 in. ARKimedes-Fonds II (Participatiemaatschappij Vlaanderen) en FPIM (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij), de banken KBC, BNP Paribas Fortis en ING hebben ook opnieuw geïnvesteerd. Uliège en imec zijn intussen als partners-investeerders toegetreden tot QbicII en de eerstelijnskennisinstellingen UGent, VUB, UA hebben een bijkomende inbreng gerealiseerd van respectievelijk 250.000 EUR, 150.000 EUR en 150.000 EUR. VITO heeft niet bijkomend geïnvesteerd.

De Shareholders Advisory Board is de adviesraad van aandeelhouders waarin Hugo Thienpont de VUB vertegenwoordigt. Het Strategic Committee bestaat uit vertegenwoordigers van UA, UGent, VUB en VITO (research partners) en waarin Jan Cornelis zetelt voor VUB. Het management vaardigt twee waarnemende leden af. Voor het management van het fonds werden twee nieuwe ervaren managing partners aangetrokken, nl. Sofie Baeten (general manager) en Jean Van Nuwenborg. Ze managen samen met Martin De Prycker het Qbic II fonds.

VI.7 Incubatoren en researchparken

Incubatiecentra

Een belangrijk instrument in het repertorium van basisstructuren ter ondersteuning van het economisch valorisatiebeleid van de VUB zijn de incubatiecentra. Naast het reeds gevestigde incubatiecentrum op het Researchpark van Zellik (Vlaanderen), dat een maximale bezetting kent, werd op 19 januari 2010 de Incubator Arsenaal (kort ICAB) ingehuldigd op de site Arsenaal, vlakbij de campus. De bezetting evolueerde zeer positief: begin 2014 was ICAB reeds quasi volledig volzet, wat een beter resultaat is dan in het Businessplan werd vooropgesteld. Vanaf mei 2006 is de NV ICAB onafhankelijk operationeel maar de TechTransfer ondersteunt de promotie van ICAB, vooral op logistiek vlak: presentatie op beurzen, promotiemateriaal, enz. Nauwe samenwerking tussen ICAB en TechTransfer is verder uitgebouwd. In 2017 werd vooral meegewerkt aan het plan voor de samenwerking met de nieuwe incubator op de site Arsenaal (U Square).

Researchparken

De VUB voert het medebeheer van het Researchpark Zellik in Vlaams Brabant. De voorwaarden voor vestiging zijn gekoppeld aan de researchactiviteiten die de bedrijven wensen uit te bouwen met de universiteit. De VUB streeft ernaar van in het

begin de samenwerkingen concreet op te zetten en verder op te volgen. Prof. Em. Jean Vereecken coördineert deze activiteiten ism Liesbeth Bosman van VUB TechTransfer.

In 2017 werd in hoofdzaak gewerkt aan nieuwe samenwerkingen met de bedrijven op het park, aangezien de aankoop van de gronden door de bedrijven nu mogelijk is en een onderzoeksactiviteit of -samenwerking hiervoor een voorwaarde is.

Er is door TechTransfer zeer actief meegewerkt aan een nieuwe project ‘Green Energy Campus’ dat in 2018 wordt uitgerold.

VI.8 Samenwerking EhB

Met het oog op de stimulering van onderzoeksvalorisatie aan de hogeschool, worden de onderzoekers van de EhB uitgenodigd op alle informatiesessies, op de startersseminaries en ook op de opleidingssessies die de cel onderzoeksbeleid organiseert (FWO, BAEF, …) die meer gericht zijn naar fundamenteel onderzoek. Hugo Loosvelt gaf ook elk jaar een uitgebreide les over IP in de opleiding Industriële Wetenschappen van de EhB. Na de inkanteling geeft hij nog ad hoc opleiding en advies.

Inmiddels hebben verschillende groepen vanuit EhB gekandideerd voor projecten van fundamenteel en toegepast onderzoek en waar nodig en gevraagd heeft de TechTransfer deze projecten ondersteund. In 2014 werd gestart met ontmoetingsdagen tussen de verschillende departementen en de TechTransfer medewerkers. Op die manier ontstaat een beter zicht op waar de mogelijke samenwerkingen en ondersteuning zich kan situeren.

Concreet: business developers van TechTransfer nemen in hu!n gesprekken met bedrijven het aanbod van Ehb mee mbt samenwerkingsprojecten. Zij nemen ook deel aan de PWO commissie van EhB.

TechTransfer staat in rechtstreeks contact met de onderzoekscoördinator van de Erasmushogeschool Brussel, Bert De Bisschop. Via hem –of rechtstreeks- kunnen EhB onderzoekers ook bij TechTransfer terecht voor vragen die gerelateerd zijn aan de valorisatie van onderzoek.

VI.9 Startersseminaries

Sinds 1995 organiseert VUB TechTransfer (twee)jaarlijks een seminariereeks voor (technologische) starters om bij te dragen aan het creëren van een ondernemersdynamiek zowel binnen als buiten de universiteit. Sinds academiejaar 2008-2009 bundelen TechTransfer en Marc Goldchstein van de vakgroep Business Technology & Operations (BUTO - faculteit Economische en Sociale Wetenschappen en Solvay Business School), eveneens Technology Transfer Officer/Entrepreneurship Education bij VUB TechTransfer, hun krachten om een inhoudelijk vernieuwde en kwalitatief hoogstaande startersseminariereeks aan te bieden. Het lessenpakket ‘Inleiding tot ondernemerschap en bedrijfsbeheer’ (39u) dat overdag al door de vakgroep aan de studenten wordt gegeven, werd aangepast aan de Startersseminaries en ook ‘s avonds parallel aangeboden aan vorsers, academisch personeel (van VUB en EhB) en externe geïnteresseerden. Thema’s zoals industriële dynamieken, finance, marketing, strategie, human resources en management komen aan bod, en worden opgehangen aan een aantal ‘real life cases’. Naast Marc Goldchstein zelf als voornaamste lesgever, komen de sprekers zowel uit VUB als uit het bedrijfsleven en zijn zij expert in het domein waarover ze les geven.

In 2010 werd deze vernieuwde seminariereeks voor een eerste maal in het Engels aangeboden (voordien uitsluitend in het Nederlands). De intentie is om het aangesproken publiek te verbreden naar de meer en meer internationaal georiënteerde vorsers- en studentenpopulatie.

Op basis van een enquête bij de deelnemers werd de basiscursus in 2014 aangevuld met een vervolgtraject, nl. een reeks Advanced Starter Seminars. Dit laat een betere follow-up toe van deelnemers met concrete start-up plannen. Er wordt dieper ingegaan op bepaalde aspecten van business economics & management. Uit een enquête bij de deelnemers nadien bleek dat deze nieuwe reeks zeer enthousiast onthaald werd.

Sinds 2015 werd het thema ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ in de cursus geïntegreerd en kregen de deelnemers de mogelijkheid om hun project te ‘pitchen’. In 2016 werd een speciale sessie georganiseerd i.s.m. Crosstalks met als thema ‘Crowdfunding: a financial paradigm?’. Dit thema werd in 2017 geïntegreerd in het programma. In 2017 werd het seminarie ‘Academic entrepreneurship in practice: testimonials and Q&A’ opengesteld voor deelnemers van beide reeksen. Opnieuw kwamen hier sprekers getuigen over de opstartfase en evolutie van een aantal VUB spin-offs (Camel-IDS, EcqoLogic, Optrima/SoftKinetic (nu Sony), Luceda Photonics).

Tevens in 2017 werden beide seminariereeksen, aangevuld met extra lessen en coaching, aangeboden aan bachelorstudenten (VUB en EhB) die het wettelijke ‘Attest Bedrijfsbeheer’ wensen te behalen om al tijdens hun studie een bedrijf te kunnen oprichten. Hiervoor werd een aparte promotiecampagne gevoerd. Recent werd echter bekend gemaakt dat dit

Attest niet meer nodig zal zijn vanaf 1 september 2018.

De promotie voor de startersseminaries is in de loop van de jaren enorm uitgebouwd via direct mailing en allerhande elektronische communicatiekanalen. In 2017 werd een topaantal deelnemers ingeschreven, nl 158.

Zoals steeds werden de reeksen voorafgegaan door een Launch Event waarop o.a. de dienstverlening van VUB TechTransfer wordt toegelicht, het programma van de starterseminaries wordt verduidelijkt en een aantal VUB spin-off testimonials aan bod komen. In 2017 waren dat Pharmafluidics en Double Pass.

Op het einde van de seminariereeksen wordt telkens een enquête uitgevoerd onder de deelnemers om de kwaliteit te kunnen beoordelen en inhoudelijk te kunnen inspelen op nieuwe behoeftes en trends.

De VUB TechTransfer Entrepreneurship community op LinkedIn waarop alle deelnemers, sprekers en VUBTechTransfer medewerkers kunnen inschrijven, actuele posts over entrepreneurship issues, workshops, organisaties, wedstrijden, enz… en zorgt tevens voor een follow-up van de deelnemers nadat de seminaries afgelopen zijn.

Aantal deelnemers door de jaren heen: ‘95-96 ‘97 ‘98 ‘00 ‘01 ‘02

Het aantal inschrijvingen voor 2017 is als volgt samengesteld:

- Starter Seminars: 66 + 28 doctorandi/postdoc

- Advanced Starter Seminars: 21 + 12 doctorandi/postdoc

- Voor beide seminariereeksen:

o Vietnamese delegatie VETEC: 6

o Studenten ‘Ondernemingszin’ EhB: 25

Een volledig verslag van de (Advanced) Starter Seminars 2017 kan worden opgevraagd.

Afwisselend met de startersseminaries, worden opleidingen georganiseerd met als doel de sensibilisering van onderzoekers ten aanzien van het beschermen van know-how (Intellectual Property).

De taak van VUB TechTransfer bestaat uit:

- het geven en organiseren van de seminaries: inhoudelijk, bepalen van het programma, zelf als spreker optreden of zoeken naar sprekers;

- organisatorisch: logistiek, mailingslist, uitnodigingen, auditoria, cursusmateriaal;

- financieel verslag en evaluatie (op basis van de vragenlijst die door de deelnemers wordt ingevuld).

VI.10 VUB TechTransfer Communicatie & Events

In 2012 is VUB TechTransfer gestart met een aparte MarCom activiteit, aangezien de continue sensibilisering van de onderzoekers voor de aspecten van valorisatie noodzakelijk is en om de expertise van VUB naar buiten te brengen. Omdat de nodige ondersteuning vanuit de centrale MarCom dienst hiervoor ontbreekt, heeft VUB TechTransfer op eigen middelen personeel en werking voorzien voor een website, brochures en ander communicatiemateriaal. Half oktober 2017 werd VUB TT’s Communication & Events team versterkt met een VTE, Lisa Van Reepingen, die Alena Aga ondersteunt.

In 2016 werden volgens de centrale MarCom richtlijnen voor de nieuwe huisstijl zowel de website en newsletter als allerhande promotiemateriaal gerestyled. In 2017 werd verder gewerkt aan promotiemateriaal in de nieuwe huisstijl.

TTO Flanders

In het kader van de VLIR-TTO werkgroep wordt op regelmatige tijdstippen overleg gepleegd en worden activiteiten gepland onder de noemer TTO Flanders, waarbij de TTO’s van de 5 Vlaamse universiteiten als 1 platform naar buiten treden. De VUB TechTransfer communicatiecel maakt deel uit van de TTO Flanders’ communicatiewerkgroep, die o.a. instaat voor de communicatiekanalen, events en beursdeelnames. De praktische coördinatie van TTO Flanders wordt jaarlijks afwisselend gedragen door UGent, KU Leuven en UAntwerpen-UHasselt-VUB. In 2017 was het de beurt aan deze laatste drie, VUB nam het voorzitterschap waar. VUB was tevens organisator van het jaarlijkse TTO-event dat in 2017 werd gekoppeld aan het IOF-event. Naast TTO en IOF-personeel werden ook de Strategische Onderzoekscentra en Innovatiecentra

uitgenodigd. Deze gezamenlijke networking dag met als thema ‘Data & Software - How open is the future?’ vond plaats in het Paleis der Academieën. In de voormiddag werd met een keynote en workshops focus gelegd op ‘Challenges and opportunities in business development’. De namiddagsessie had als thema ‘Data sharing – legislative, intellectual property and contractual issues in research and innovation’. Er werden nieuwe TTO Flanders banners gedrukt voor dit event. De portaalsite ttoflanders.be wordt doorlopend aangevuld met het technologieaanbod van de universiteiten en met nieuws en evenementen rond technologietransfer en ondernemerschap. Via een emailloket (knop ‘Stel uw vraag/Ask your question’) kunnen derden de 5 universiteiten tegelijk bereiken.

Verder was TTO Flanders met een gezamenlijke stand aanwezig op Knowledge for Growth 2017 en werd gezorgd voor promotiemateriaal, een slideshow op plasmascherm, TTO Tea Time, visuele eye-catchers en promotie van specifiek biotech onderzoek, … . (Een volledig verslag van de activiteiten van TTO Flanders kan worden opgevraagd).

Een overzicht van de communicatietools:

Print uitgaven en realisaties 2017:

- Idea notebook: sticker ivm nieuwe naam VUB TechTransfer en look&feel: resterende voorraad (500-tal) werd uitgedeeld in VUB-resto en op campus.

- Lab-notebooks: een nieuwe versie in VUB-huisstijl met geactualiseerde inhoud werd in 2017 gedrukt.

- De zeer dringende VUB TechTransfer’s ‘for companies’ brochure werd geactualiseerd en opgemaakt in een frissere A5-look. De inhoud werd herwerkt vanuit het perspectief van bedrijven op zoek naar samenwerking met de universiteit.

- In 2017 werd opnieuw een ‘Annual Report Vice Rectorate Innovation & Industry Relations’ opgemaakt, waarin de activiteiten voor 2016 van VUB TechTransfer, Foundation en Crosstalks toegelicht werden, geïllustreerd met tal van cases en cijfers.

Online communicatie:

- www.vubtechtransfer.be met een link naar elektronische nieuwsbrief en een inschrijfmodule

- Licensing Opportunities: jaarlijkse update in april/mei 2017. Sinds 2016 enkel via website en printable pdf. Nieuw kanaal voor het zoeken naar partnering met bedrijven in de pharma, biotech en medtech: Advance Partnerships.

- De innovatiewebpagina’s op de VUB website: http://www.vub.ac.be/innovatie/ en http://www.vub.ac.be/en/innovate

- Projectwijzer op de VUB intranet site https://intranet.vub.ac.be/research/guide/ ism met de betrokken diensten

- Website Research Park Zellik: VUB levert wanneer nodig info aan, Quares (beheerder researchpark) zorgt voor de opvolging en backoffice. www.researchparkzellik.be

- Website TTO Flanders ttoflanders.be van de interfacediensten van de vijf Vlaamse universiteiten

- Samenwerking met VUB Marcom voor webpagina’s Innovate, VUB Today, persberichten, Twitter, FB, HENRI,…

- LinkedIn ‘VUB TechTransfer entrepreneurship community’

- VUB TechTransfer news: Op 1 oktober 2017 werd overgeschakeld op een nieuw elektronisch newslettersysteem aangezien de vorige provider ‘Studio Emma’ ermee stopte. Er werd onderzocht of VUB TT gebruik kon maken van ‘Eloqua’ via VUB Marcom, maar dit stond nog niet voldoende op punt. Er werd dus beslist om voor een tijdelijke oplossing via Mailchimp te gaan.

- De laatste mailing via Studio Emma werd op 28 september 2017 verzonden naar 3.400 inschrijvers. In 2017 werden onze mailings gemiddeld door 25% van de ontvangers geopend. Dat jaar bestonden die uit 43 nieuwsbrieven en 5 newsflashes. Daarnaast hebben we 15.700 studenten gecontacteerd om onze (Advanced) Starter Seminaries te promoten, dit onder de vorm van een newsflash. Bij de overstap begin oktober naar het nieuwe mailingsysteem MailChimp werden de adreslijsten gescreend (robotinschrijvingen) en bleven er 3.148 geaddresseerden over. Eind 2017 waren dat er nog 3.130. Enkele inschrijvers waren niet langer geïnteresseerd en andere werden automatisch verwijderd (gecleaned) door MailChimp. We zagen het aantal geopende nieuwsbrieven stijgen tot gemiddeld 31%. Van september tot november schreven 20 personen zich in voor onze nieuwsbrief via de website. In totaal hebben we de laatste drie maanden van 2017 nog 26 e-mail campagnes verstuurd via MailChimp, waaronder de nieuwsbrief en uitnodigingen voor een evenement.

- Op onze TechTransfer website werden in 2017 250 nieuws- en 81 kalenderberichten gepubliceerd. Een aantal succesvolle VUB spin-offs verschenen meermaals in de media. Daaromtrent werden 34 persartikels op onze perspagina geplaatst.

Deelname beurzen/organisatie events

- 18 mei 2017: Knowledge for Growth - ICC Gent: stand TTO Flanders. Voor VUB werd Camel-IDS in de kijker gezet.

- 28 september 2017: Launch Event (Advanced) Starter Seminars met o.a. testimonials van VUB spin-offs PharmaFluidics en Double Pass

- 1e semester 2017-2018: organisatie van de Starters en Advanced Starter Seminars en ‘Attest Bedrijfsbeheer’

- 17 oktober, 2017: gezamenlijk IOF-TTO event ‘Data & Software - How open is the future?’ - 29 november 2017: Innovatie-ontmoeting WTCB-Innoviris ’Energy Storage in Buildings’ – o.a. presentatie van Noshin Omar, VUB MOBI

VII. Foundation

VII.1 Fellowship

Het Fellowship dat tijdens het academiejaar 2012-2013 tot stand kwam, heeft als doelstellingen:

- een optimalere en meer gestructureerde samenwerking met het corporate en maatschappelijk netwerk van de VUB, haar faculteiten en haar diensten te realiseren;

- de uitstraling van de VUB, haar faculteiten en haar diensten te verhogen;

- en de verwerving van meer externe financiering te faciliteren.

Fellows zijn bedrijfsleiders of kaderleden, politici, academici, beleidsmakers, journalisten en andere maatschappelijk betekenisvolle personen die zich onderscheiden op basis van hun verdiensten op vlak van management, onderzoek en/of maatschappelijke rol en persoonlijkheid, en op basis van hun engagement ten aanzien van de universiteit.

Deze “ambassadeurs” van de VUB zetten zich gedurende 3 jaar op vrijwillige basis in voor het onderwijs, het onderzoek, de internationalisering en de innovatie en valorisatie aan de universiteit.

De centrale organisatie van het Fellowship gebeurt door het Fellowship Office onder leiding van de Vicerector Innovatie en Valorisatie die Universitaire Fellowship Coördinator(UFC) is, de Directeur van de VUB Foundation die Universitaire Fellowship Manager (UFM) is en de coördinator die de praktische uitvoering van het Fellowship in goede banen leidt.

Activiteiten 2017

In 2017 zijn er 29 nieuwe Fellows ingehuldigd tijdens de officiële inhuldigings-ceremonie op 22 juni 2017 in het Stadhuis van Brussel. Els Ampe, Schepen van Openbare werken, Mobiliteit en Nederlandstalige aangelegenheden én Fellow hield het welkomstwoord, gevolgd door een introductie door Rector Caroline Pauwels. Na de inhuldiging van de Fellows was het tijd voor een keynote, gegeven door de die dag ingehuldigde Sihame El Kaouakibi, social entrepreneur en Alumna van de VUB. De speech nadien werd verzorgd door Hugo Thienpont, UFC en Vicerector Innovatie en Valorisatie. Het programma werd muzikaal ondersteund door Aurélie Boffé en pianist Franck Heymans. Na het officiële programma was er gelegenheid om te netwerken tijdens een walking dinner.

Om de vijfde verjaardag van het Fellowship te vieren werd een film gemaakt met verschillende voorbeelden van samenwerkingen met Fellows. Deze werd getoond op de inhuldigingsceremonie.

De jaarlijkse Fellowship networking cocktail vond plaats op 27 maart 2017. Fellow Anouk Lagae was gastvrouw en ontving de gasten bij Duvel Moortgat. Zij bracht de keynote als Chief Marketing Officer van Duvel Moortgat met als thema ‘Authentic marketing is key in creating sustainable profit growth’. Tijdens het walking dinner hadden de genodigden de gelegenheid om uitgebreid te netwerken. Er werden meer dan 80 gasten geregistreerd.

Resultaten 2017

Eind 2017 bedroeg het aantal Fellows 86 en het aantal Ere-Fellows 39. Om de bijdrage van de Fellows - op basis van hun inzet op het vlak van onderwijs, onderzoek, events, beleid en/of fondsenwerving - financieel in te schatten wordt een valorisatietabel gehanteerd.

Voorbeelden van bijdragen zijn het geven van gastlezingen op hoorcolleges, het ondersteunen van onderzoek met inzichten of data, het aanbieden of mee begeleiden van stages, het verlenen van strategisch advies (other) en het faciliteren van de oprichting van leerstoelen.

De leerstoelen waarmee rekening is gehouden in de valorisatietabel zijn: Bedrijven en duurzame mobiliteit met Acerta die tot 2019 loopt ( Solvay Fellow Luc Bontemps ), VUB on Career Twists met Arista, Securitas, Atlas Copco, Adecco Personnel Services, Ericsson en De Morgen die afliep in 2017 ( Solvay Fellow Nico Reeskens ), Social entrepreneurship met Close the Gap, Euroclear en BNP Paribas die loopt tot 2020 –(Solvay Ere-Fellow Olivier Vanden Eynde) en SOMT Musculoskeletale Anatomie die loopt tot 2020 ( Fellow Willy Smeets ).

De gevaloriseerde bijdrage van de Fellows ligt gemiddeld 7 maal hoger dan de financiële investering van de VUB (69.000 euro/per jaar).

Fellowship valorisatie 2016-2017

In 2017 werd in samenwerking met de Regeringscommissaris werk gemaakt van een nieuw Centraal Reglement voor het Fellowship. Het bestaande reglement was aan verbetering toe en was niet in overeenstemming met het Organiek Statuut. Dit reglement trad in werking op 25 oktober 2017.

In 2017 werd in samenwerking met de Regeringscommissaris werk gemaakt van een nieuw Centraal Reglement voor het Fellowship. Het bestaande reglement was aan verbetering toe en was niet in overeenstemming met het Organiek Statuut. Dit reglement trad in werking op 25 oktober 2017.

Fellows 2017

Fellow Titel Naam

Solvay Mevr. Ann Peuteman

Solvay Mevr. Tamara De Bruecker

Solvay Dhr. André Céron

Solvay Dhr. Vincent Verouden

Solvay Dhr. Frank Van Massenhove

Engineering Dhr. Marc De Groote

Engineering Dhr. Michael Peeters

Engineering Dhr. Ali Mohammadi

Engineering Dhr. Muzaffer Güler

UMC Mevr. Lutgarde Buydens

UMC Dhr. Pim Drinkenburg

UMC Dhr. Paul Callewaert

UMC Mevr. Karine Moykens

Arts and Humanities

Dhr. Nic Van der Marliere

Bedrijf

Journalist Knack

Chief Marketing Officer De Persgroep

Directeur Supply Chain Non-Food Colruyt Group

Directeur E.CA economics

Voorzitter Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

Country Manager Cegeka & Voorzitter Agoria

Head of Innovation portfolio management Nokia

Senior Manager Toyota Motor Europe

CEO GLR

Decaan Faculteit Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen

Head Neuroscience Systems Biology Janssen Pharmaceutica Research & Development

Secretaris-Generaal Vereniging Socialistische Mutualiteiten

Secretaris-Generaal Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin - Vlaamse overheid

General representative of Flanders in the UK

Arts and Humanities

Science

Science

Dhr. Yves Goldstein

Projectleider Cultuurpool Citroën

Dhr. Ghislain Decadt

Dhr. Frank De Winne

Science Dhr. Frank Vandendriessche

Kurt Lewin Mevr. Chantal Cooreman

Kurt Lewin

Kurt Lewin

Kurt Lewin

Law and criminology

Law and criminology

Law and criminology

Law and criminology

Dhr. Patrick Van Kerckhove

Dhr. Jacky Goris

Dhr. Sven Gatz

Dhr. Nic Van der Marliere

Dhr. Michel De Gols

Dhr. Erik Derycke

Mevr. Chris Reniers

LK Mevr. Véronique Feipel

VUB Dhr. Bilal Benyaich

VUB Mevr. Sihame El Kaouakibi

VUB Mevr. Lieve Wierinck

Planning

Operationeel Directeur INEOS Oxide

Directeur European Astronaut Centre

Directeur R&D-QA Knowledge Centre Campofrio Food Group

Directeur van de Dienst Verzoekschriften en Sociale Zaken van het Huis van Zijne Majesteit de Koning

Regio Manager Limburg-Kempen BNP Paribas Fortis

Algemeen Directeur Scholengroep Brussel - GO!

Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel

General representative of Flanders in the UK

Directeur-Generaal Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen

Rechter bij Grondwettelijk Hof

Voorzitter Algemene Centrale van de Openbare Diensten - ACOD

Professor Anatomie & Onderzoeksmethodologie ULB

Diplomaat FOD Buitenlandse Zaken

Serial social entrepreneur (Let’s Go Urban, LGU Academy, A Woman’s View)

Lid van Europees parlement

In 2017, na vijf jaar Fellowship, werd op basis van een evaluatie van de externe en interne werking van het project (bevraging bij FFC’s en Proximi) en de meer dan duidelijke strategische meerwaarde ervan besloten dat de werkingsmiddelen voor het Fellowship vanaf 2018 structureel voorzien zullen worden in de begroting van de VUB.

Naar aanleiding van de evaluatie werden een aantal bijsturingen voorzien om de uitstraling van het Fellowship te versterken.

Zo zal er een visueel sterke brochure voorzien worden die het Fellowship voorstelt met meerdere voorbeelden van samenwerkingen met Fellows op verschillende vlakken. Deze brochure zal een erkenning betekenen voor de Fellows zelf evenals een motivatie voor toekomstige Fellows.

Tot slot zal er voor de faculteiten, naast de huidige Fellow-brochure die ieder jaar wordt gemaakt naar aanleiding van de inhuldiging van de nieuwe Fellows, een brochure op facultair niveau geproduceerd worden. Deze facultaire brochure zal nuttig zijn voor facultaire evenementen en/of activiteiten waarbij de faculteit er belang bij heeft zichzelf en haar netwerk te positioneren.

VII.2 Foundation en Fondsenwervingsbeleid

De VUB Foundation werd in het academiejaar 2012-2013 opgericht om de fondsen die afkomstig zijn van de overheid aan te vullen met filantropische fondsen van particulieren en de bedrijfswereld, en tegelijkertijd duurzame relaties op te bouwen met de industrie en het middenveld.

In 2017 werd werk gemaakt van de positionering van de Foundation zowel binnen als buiten de universiteit.

Daartoe werd de communicatie volledig herzien. De website werd vernieuwd en twee brochures werden gerealiseerd: over de Foundation en haar werkterrein, en over het legatenbeleid aan de VUB. Ook het materiaal voor stands werd herzien.

Een strategische oefening met een communicatie-agentschap mondde uit in de overkoepelende slogan “Wat u geeft aan de VUB krijgt u terug”, waarbij de Foundation gepositioneerd wordt als een dienst die niet zomaar fondsen zoekt, maar ook meerwaarde biedt in die zin dat het onderzoek en onderwijs aan de VUB resulteren in een brede maatschappelijke impact waar iedereen beter van wordt.

Het doel is om donateurs als klanten te gaan beschouwen. Hun donatie is meer dan een gift, ze krijgen in ruil voor hun betaling iets, met name een aandeel in de vooruitgang.

Fondsenwerving voor projecten

Afgelopen jaar werd ook werk gemaakt van een werkwijze om een tweejaarlijkse oproep te doen naar de faculteiten en diensten voor projecten die in aanmerking komen voor fondsenwerving en van de daarmee gepaard gaande criteria. In februari vertrok deze oproep naar de faculteiten en diensten die in het totaal 17 projecten indienden. Deze werden voorgelegd aan de leden van een daartoe samengestelde think tank (Hugo Thienpont, Vicerector Innovatie en Valorisatie, Sonja Haesen, Directeur Tech Transfer, Isabelle Marneffe, Directeur Foundation, Béatrice Best, Directeur Fondsenwerving Nationaal orkest van België en Erik Todts, Directeur Noodhulpconsortium 12-12), die op basis van een scorecard en een uitvoerige beraadslaging uiteindelijk 4 projecten selecteerde. De Innovatie-en Valorisatieraad van 23 mei keurde deze projecten goed:

-FabLab 2.0, ingediend door de Faculteit Ingenieurswetenschappen,

-Taallessen Arabisch voor kinderen, ingediend door de Dienst International Relations & Mobility

-VUB Kinderuniversiteit, ingediend door de Dienst Research & Development -Buiteninfrastructuur op de VUB campus, ingediend door de Dienst Onderwijs-en Studentenbeleid en de Directie Infrastructuur.

Voor drie projecten (niet voor Buiteninfrastructuur op de VUB campus omdat dit project nog opgestart moet worden), werd in overleg met de projectverantwoordelijken de communicatie uitgestippeld, de sponsordossiers voor bedrijven voorbereid en alles in het werk gesteld om een telethon en een eindejaarsmailing te organiseren.

Voor de telethon die van 27 november tot 15 december plaatsvond werd een ‘in kind’ sponsoring verkregen van het callcenter IPG voor een waarde van 20.000 euro.

Gedurende 17 dagen werden alumni door 16 jobstudenten gecontacteerd om steun te vragen voor drie projecten: het FabLab, de VUB Kinderuniversiteit en Arabische taallessen voor kinderen.

De alumni werden niet zomaar ad random uit de CRM-database gehaald. Per project werd nagegaan wat het profiel zou zijn van potentiële donateurs. Zo werd er per project een uniek profiel opgemaakt waaraan de alumni dienden te voldoen om geselecteerd te worden voor de telethon.

Van de 13864 geselecteerde alumni werden er uiteindelijk 6000 bereikt. Een kleine 3000 vielen weg omdat ze bleken op de “do not call me”-lijst te staan en van de overblijvende 11000 konden er 6000 nummers bereikt worden. 5000 nummers konden na vijf belpogingen niet bereikt worden. 4200 alumni werden dan wel via hun postadres aangeschreven.

Alumni die via de telefoon interesse toonden in het project ontvingen na het telefoongesprek automatisch een e-mail waarin er werd opgeroepen om te doneren via een link op de website van de VUB Foundation. Alumni die niet volledig overtuigd waren ontvingen een andere mail waarin het project nogmaals grondig beschreven stond. Ook alumni die aangaven niet open te staan voor een donatie ontvingen een mail waarin ze bedankt werden voor hun tijd.

In totaal werd €16.000 opgehaald bij 197 donateurs.

Maar dit is niet de enige finaliteit van de telethon. Door 6000 nummers te controleren op hun geldigheid hebben we een substantiële verrijking gedaan van de CRM-database (voor alle gegevens).

Behalve voor deze 3 nieuwe projecten werd in 2017 nog aan actieve fondsenwerving gedaan voor de renovatie van het zwembad (9125 euro) en voor kankeronderzoek (3132 euro).

Voor het Learning & Innovation Centre (LIC), waarvan de fondsenwerving uitgesteld werd door veranderingen in de planning van de constructie van het gebouw en door lopende onderhandelingen met de ULB, werden eind 2017 een filmpje en een brochure voor potentiële partners gerealiseerd.

Leerstoelen

Leerstoelen vormen een belangrijk en duurzaam middel om onderzoek en onderwijs aan de VUB te ondersteunen met externe financiering.

In 2017 werden grote inspanningen geleverd om alle leerstoelen te centraliseren, de overeenkomsten na te kijken en de informatie op de website aan te passen. Bovendien werd aan alle leerstoelhouders waarvan de leerstoel langer dan 1 jaar loopt gevraagd om een voortgangsdossier in te vullen. Aan alle leerstoelhouders waarvan de leerstoel eindigde in 2017 werd gevraagd om een afrondingsdossier in te vullen. Deze dossiers worden nagekeken en geëvalueerd om eventuele problemen te detecteren en good practises te selecteren.

Eind 2017 telde de VUB in totaal 33 actieve leerstoelen, waarvan 7 leerstoelen op naam die niet door de Foundation worden opgevolgd. In 2017 werden 3 nieuwe leerstoelen opgericht: Fundamental Rights and the Digital Transformation Chair met Microsoft als sponsor, Human Resources Data Analytics Chair met Acerta als sponsor en de Leerstoel Fatima Mernissi met steun van de Vlaamse Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel.

Deze leerstoelen samen hadden in 2017 een waarde van 1.725.871€.

In 2017 werden 5 leerstoelen verlengd en 8 onderhandelingen/gesprekken opgezet voor de opstart van een nieuwe leerstoel. Twee hiervan staan begin 2018 op het punt opgericht te worden.

Overzicht actieve leerstoelen op 1/1/2018

Titel Leerstoel-houder Entiteit Tegenpartij(en) Begin-datum Eind-datum jaarlijks storting (contract) verlenging?

Aerens

AVN - Nucleaire

Vera Rogiers, Hugo Thienpont GF & WE Mireille Aerens 2015/09/01 2019/08/31 130.000 2015

Veiligheid en Stralingsbescher-ming Iris De Graeve IR

Bedrijven en duurzame mobiliteit

Michael Dooms, Joost Vaesen ES

Bevordering Active Ageing Dominique Verte PE

Association Vinçotte Nuclear vzw 2014/10/01 2018/09/30 51.500

Renta, BFFMM, BLV, Febiac, Fegarbel, Solvay Alumni, Touring, Traxio, VAB, ACERTA 2015/09/23 2019/09/22 110.500

2013 2015& 2017 verlengd met opschorting van betaling Casterman & Hamers: History and Philosophy of Sciences.

Jean Paul Van Bendegem Marleen Wynants LW

De Berekuyl - Exercise Immunology & Chronic Fatigue in Health and Disease Jo Nijs LK

Equal Acces to Health and Medical Care

Hugo Thienpont, Marleen Wynants Crosstalks

Fatima Mernissi * Iman Lechkar ES

Paul De Hert

Stichting Leerstoel

Bevordering Active Ageing (Vught -Nederland) 2011/05/12 2019/12/31 50.000

Cecile Casterman en Raymond Hamers & ism ULB 2013/06/12 2020/09/30 50.000

De Berekuyl-European College for Decongestive Lymphatic Therapy (ECDLT) 2012/10/01 2019/10/01 70.000 2015

AstraZeneca, Pfizer, Jannsen Cilag, Glaxo Klein 2015/10/01 2018/09/30 80.000

RHEA - Vlaamse Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel (Sven Gatz) 2017/01/26 2019/01/26 50.000 NEW Fundamental Rights and the Digital Transformation

Joris Van Hoboken RC Microsoft 2017/07/01 2019/07/01 100.000 NEW

HUAWEI for Contemporary China Studies at BACES * Sonja Snacken Vice rector Internationaal Beleid IRMO

Huawei Technologies (Netherlands) B.V. - Belgium BranchAwarded 2014/06/04 2019/06/04 30.000

Human Resources Data Analytics Wouter Verbeke ES Acerta 1/01/2018 31/12/2019 55.000 NEW

Infrabel Spoorwegtechnologie * Philippe Lataire IR Infrabel N.V. & ULB 2007/09/01 2018/09/01 16.000 2013

International and European Data

Privacy and Security Law Paul De Hert RC

Smart Cities Pieter Ballon ES

OECD, Mastercard, (Google steunt de stoel via giften) 2014/05/19 2017/12/31 200.000

CityLife Belgium NV, Thanksys NV 2016/09/09 2019/09/08 100.000

2016 + onderhandeling over nieuwe verlenging

Klinische ouderenpsychologie * Gina Rossi PE

Stichting Mondriaan & Dhr. SPJ van Alphen 2012/10/22 2027/10/21

financiële steun = in kind ( Bas van Alphen 2 halve dagen per week op VUB) 2017 Lotto Sports Science * Romain Meeusen LK Nationale Loterij 2010/02/01 2018/04/30 46.800 2014 Nobel Biocare Jan Cosyn GF Nobel Biocare NV 2014/10/01 2020/10/01 78.313 2017

Social Entrepreneurship

Nikolay Dentchev ES

SOMT Leerstoel

Klinische Anatomie Erik Cattrysse GF

Temporary professorial Cardiology - Medtronic Chair (UZ)

Rector VUB

Marc Noppen Carlo De Asmundis

Rectorate / UZ

Temporary Radiology Bracco Johan De Mey GF

Thermo-Mechanical Innovation for Fluid Machinery Dirk Lefeber IR

UNESCO on Critical Heritage Studies and Safeguarding the Intangible Cultural Heritage * Marc Jacobs LW

Value-centric analytics for sustainable risk management Wouter Verbeke ES

Close the Gap, Euroclear, BNP Paribas 2015/10/01 2020/09/30 60.000

SOMT-Stichting Opleiding Manuele Therapie (NL- Amersfoort) 2013/10/01 2020/03/30 50.000 2017

GlaxoSmithKlein, St. Jude Medical, Guidant, Roche NV, Medtronic 2006/07/13

Geen einddatum (wordt jaarlijks besproken) 200.000

Bracco Imaging Europe 2011/01/01 2018/12/31 60.000 2014 & 2016 & 2017

Atlas Copco Airpower NV 2016/09/01 2020/08/31 90.000

UNESCO - United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization 2014/03/15 2018/03/15 0

Argenta Spaarbank NV 2016/04/14 2018/04/13 55.000

VUB in Public-Private Partnership Lieven De Moor ES

Overzicht leerstoelen die eindigden in 2017

VUB on Career Twists Marie Guerry GF

Deloitte, Grontmij, Laga, Triodos, KBC 2015/01/01 2018/12/31 62.500

Arista, Securitas, Atlas Copco, Adecco Personnel Services, Ericsson, De Morgen 2015/02/01 2017/01/31 55.000

Harmony American Orthodontics Research Bart Vande Vannet GF American Orthodontics 2013/07/22 2017/12/31 75.000 onderhandelingen nieuwe samenwerking

Harmony American Orthodontics Teaching Bart Vande Vannet GF American Orthodontics 2013/07/22 2017/12/31 75.000

SOMT - SMG Johan De Mey GK SOMT - SMG 2014/11/01 2017/10/31 50.000

Stewardship of Finance Koen Byttebier RC / ES

Ethias, Mercator, Baloise (voordien Mercator), Mensura, P&V, AG Insurance 2012/07/10 2017/12/31 115.000

Vivaqua * Decaan IR IR Vivaqua, ULB 2011/10/01 2017/08/31 18.400 Vlaamse Topsport Paul Wylleman LK Bloso 2014/08/01 2017/03/31 99.981

Legaten

De verdere ontwikkeling van een actief legatenbeleid aan de VUB is cruciaal om fondsen op lange termijn te garanderen en bij te dragen tot een duurzaam financieel beleid aan de VUB en de vermindering van de afhankelijkheid van overheidsmiddelen. De VUB wil ook inspelen op een opportuniteit die bijzonder is, met name de babyboomgeneratie. Het zijn namelijk vooral de zestigplussers die goede doelen opnemen in hun testament. De babyboomgeneratie is de rijkste generatie van de geschiedenis en is ook sterk geëngageerd (mei ‘68). Het aantal legaten in België dat naar goede doelen gaat, is de afgelopen vijf jaar verdubbeld. Inzetten op deze generatie en op legaten is een kans voor de filantropische fondsenwerving aan de VUB die we optimaal wensen in te vullen.

In die context werd in 2017 werk gemaakt van de analyse van het huidige legatenbeheer en van alle opengevallen testamenten, en werden voorstellen geformuleerd om het interne beleid te verbeteren. In de huidige situatie is het namelijk zo dat enkel gebruik gemaakt wordt van de meerwaarde (intrest) van het kapitaal voor de uitreiking van prijzen, beurzen en toelagen. Het merendeel van de legaten wordt niet beheerd, wat wil zeggen dat de middelen in de algemene portefeuille blijven zitten (en steeds minder intresten opbrengen).

Eind 2017 bedroeg de legatenportefeuille 8.866.500 euro. Vanuit deze portefeuille werd slechts 245.662 euro opgenomen en toegekend voor prijzen, beurzen en toelagen. In 2017 kwamen er 2 legaten bij met een gezamenlijke waarde van 595.594 euro, voor diabetes- en kankeronderzoek.

Het nieuwe beleid dat we willen nastreven is er een dat tegemoetkomt aan de wensen van de mensen die hun legaat hebben toevertrouwd aan de VUB, toeziet op de verdeling van de fondsen en op de aanwending en de impact van de fondsen. Algemene principes en richtlijnen voor dit beleid werden uitgestippeld en zullen in 2018 in een reglement gegoten worden en voor goedkeuring voorgelegd aan de bevoegde organen.

Verder werden er in het kader van de samenwerking met de wealth managementafdeling van Belfius 5 voorontwerpen van testamenten voor cliënten van de bank gemaakt. Op vraag van 2 particulieren en 3 notarissen werden nog eens 5 voorontwerpen van testamenten gemaakt.

2017 zag 2 nieuwe overeenkomsten met banken ontstaan: met Van Lanschot en met ING.

Via testament.be vroegen 35 particulieren naar meer informatie.

Via verschillende kanalen wordt het potentieel van de universiteit als op te nemen ‘goed doel’ in testamenten gepromoot. Zo werden meer dan 1000 legatenbrochures van de Foundation gericht uitgedeeld of opgestuurd naar notarissen en Alumni.

De VUB is ook prominent aanwezig in de Gids voor Giften en Legaten 2017 en in ‘Goed geregeld Goed gegeven’ 2017/2018.

Resultaten 2017

2017 was in de eerste plaats een jaar van structurering, evaluatie, reflectie en consolidatie. Ook op het vlak van HR, werden - om de werking efficiënter te maken - de verantwoordelijkheden binnen het team herverdeeld en werd een persoon aangeworven voor de fondsenwerving (corporate en particulieren). Mats Walschaers verving een collega die de universiteit verliet.

Als we de legaten die onvoorzienbaar zijn buiten beschouwing laten, zijn de jaarlijkse inkomsten 200.000 euro lager dan in 2016. Het verschil situeert zich voornamelijk op het vlak van giften die rechtstreeks via de faculteiten en diensten binnenkomen. De Foundation is hier niet bij betrokken.

Het lijkt alsof de inkomsten via de leerstoelen fel gedaald zijn maar als we naar de reële inkomsten van de leerstoelen per jaar kijken dan stellen we vast dat de daling niet zo groot is. Ze is voornamelijk te wijten aan het stopzetten van 7 leerstoelen en aan het feit dat de inkomsten van twee leerstoelen nog niet ontvangen werden.

De enorme stijging in de inkomsten van de Alumni campagnes zijn te wijten aan grote bedragen voor de renovatie van het zwembad die in 2017 zijn gestort.

Op het vlak van fondsen is er een grote verbetering in de inkomsten van het Wetenschappelijk Steunfonds waarvoor de Foundation de mailings maakt en werd er reeds een eerste storting ontvangen voor een nieuw op te richten Fonds voor literatuur (2018).

De procentuele kost van de fondsenwerving blijft lager dan de 17% (overhead conform het overhead reglement) op de totale inkomsten, met name 9%.

Resultaten fondsenwerving laatste 5 jaar (2013-2017)

Giften via faculteiten en diensten

(*) in kind sponsoring voor een waarde van €20.000 van IPG niet meegerekend ; (**) 2 legaten, bestemd voor diabetes- en kankeronderzoek

Jaarlijkse reële inkomsten leerstoelen (niet boekhoudkundig)

Inkomsten en kosten laatste 5 jaar (2013-2017)

Planning

In 2018 wordt het team van de Foundation uitgebreid met een jurist en zal het gevoerde fondsenwervingsbeleid verder uitgebouwd worden met een sterke nadruk op de leerstoelen, de legaten en de sponsoring door bedrijven.

Voor de Alumnicampagnes wordt in 2018 in samenwerking met de dienst Marketing & Communicatie een campagne voorzien om contact te leggen met Alumni en om hun gegevens up te daten. In het kader van de GDPR-wetgeving zal er ook voor gezorgd dienen te worden dat de Alumni duidelijk aangeven dat ze nog wensen gecontacteerd te worden door de Foundation.

Eind 2018 voorzien we opnieuw een telethon en een eindejaarsmailing om steun te vragen voor de projecten die in 2017 naar aanleiding van de projectoproep geselecteerd werden.

De rector wenst ook dat in 2018 de Alumni aangesproken worden om de renovatie van het Braem gebouw mee te ondersteunen.

Eveneens zullen bedrijven moeten worden aangesproken om de projecten te steunen. Daarmee is gestart en dit zal verder uitgebreid worden.

Samen met Professoren Casman, Michielsen en Alofs, zal voor geïnteresseerde Alumni en sympathisanten in de lente een informatiemoment georganiseerd worden op de VUB over de nieuwe erfwet in samenwerking met notarissen die Alumni zijn van de VUB.

De samenwerking met notarissen moet verder ontwikkeld worden.

Het nieuwe interne legatenbeleid zal in goede banen moeten geleid worden.

Voor de leerstoelen wordt aan een nieuwe brochure gewerkt die de principes en mogelijkheden van leerstoelen beter gekend zal maken zowel binnen de VUB als bij bedrijven.

In 2018 wordt ook werk gemaakt van een reglement voor fondsenwerving waarin de geëvolueerde reglementen voor de leerstoelen en de legaten dan geïntegreerd kunnen worden.

VIII. Resultaten Crosstalks

VIII.1 Missie

VUB Crosstalks is een sterk internationaal en transdisciplinair gericht netwerk dat in 2003 door de Vrije Universiteit Brussel gelanceerd werd. Het netwerk faciliteert thematische interacties tussen academia, de bedrijfswereld, non-profit, kunsten en cultuur en beleidsmakers op lokaal en Europees vlak.

Precies door haar open formats en haar publicaties is Crosstalks een grensverleggende motor voor creativiteit en vernieuwing. Tegelijk verbindt Crosstalks uiteenlopende maatschappelijke actoren over verschillende disciplines, sectoren en leeftijden heen. Cruciaal in elk initiatief is een open en disruptieve invalshoek, zowel voor kleinschalige professionele workshops als voor grotere publieksseminaries.

De impact is kwalitatief en de effecten van de Crosstalks-activiteiten vertalen zich naar maatschappelijke bewustmaking, nieuwe inzichten en perspectieven voor de stakeholders en partners op het vlak van onderzoek en kennisoverdracht. Aan de basis daarvan liggen specifieke en originele formats.

Crosstalks bekleedt nog steeds een unieke plaats in de Belgische en zelfs Europese universiteitswereld. De ontwikkeling van thematische meerjarenprojecten, gefinancierd door externe partners blijft de kernopdracht van Crosstalks.

Zowel voor die langetermijnprojecten (Equal Access to Health and Medical Care en de Leerstoel Casterman-Hamers History and Philosophy of Sciences) als voor ad-hocinitiatieven is er strategisch overleg met de vicerector Innovatie en Valorisatie.

VIII.2 Objectieven

Voor de VUB is Crosstalks een strategisch verbindend instrument

- Voor VUB intern, de Campussen Etterbeek, Jette en Erasmus Hogeschool;

- Voor VUB met andere onderzoeksinstellingen in België en internationaal;

- Voor VUB met de bedrijfswereld;

- Voor VUB met de cultuurwereld.

De meeste Crosstalks-activiteiten komen tot stand in samenwerking met VUB-onderzoekers. Enerzijds wordt Crosstalks ingeschakeld op vraag van VUB-vakgroepen, anderzijds worden vakgroepen en onderzoekers op vraag van Crosstalks betrokken bij externe projecten en evenementen. Zie recente en geplande samenwerkingen met de vakgroepen Wiskunde, Fysica, Criminologie, Rechten, Geologie, Archeologie, Lichamelijke Opvoeding en Kinseitherapie, Sportbeleid en Management.

Crosstalks wil de VUB en haar onderzoekers een zichtbare plaats geven in het programma van de belangrijkste culturele instellingen in Brussel. Zie recente en geplande samenwerkingen met RITCS, Passa Porta, Kaaitheater, Bozar, KVS, De Markten, Bronks, de Senaat, Beursschouwburg en iMAL.

Voor bepaalde thema’s is er een structurele samenwerking tussen de VUB en Crosstalks: dat is het geval voor alles wat met duurzaamheid heeft te maken (onder meer de Duurzame Dinsdagen) en met gender en diversiteit (de Leerstoel Fatima Mernissi, VUB’s genderweek).

De interacties van Crosstalks en VUB Tech Transfer - waaronder de VUB Foundation - zorgt voor: (1) een versterkende netwerking zowel binnen als buiten de universiteit, (2) een gemeenschappelijk gedragen uitwisselingsplatform voor bedrijven en academici, onderzoekers, fellows en alumni.

Voor externe partners – culturele en socioculturele – is Crosstalks een veelgevraagde partner met het oog op bovenvermelde originele invalshoeken, gekoppeld aan de intergenerationele en sectoroverschrijdende verbindende rol. Gezien haar flexibele inzetmodus en actieradius, kan Crosstalks perfect inspelen op het alsmaar belangrijker wordend kruispunt van wetenschappen, kunsten en cultuur en de breed-maatschappelijke uitdagingen op economisch, ecologisch en politiek vlak.

Buiten Brussel zijn er de jaarlijkse Salon-sessies in KAAP, Oostende (ex-Vrijstaat O.).

VIII.3 Financiering

Crosstalks wordt voor >50 % extern gefinancierd (industriële samenwerking, overheidssubsidies voor specifieke projecten en activiteiten in opdracht van culturele organisaties). In de functie van directeur concipieert en ontwikkelt Marleen Wynants de thema’s en projecten, in samenwerking met Goedele Nuyttens die ook in 2017 nog geïmputeerd werd op het TechTransfer-budget.

De inkomsten anno 2017 bedragen 250.000 euro: -80.000 Euro van de leerstoel Equal Access -60.000 Euro van de leerstoel Casterman-Hamers -de VUB-opdrachten zijn samen goed voor 33.000 Euro (20K van R&D voor de Viering Maatschappelijke Valorisatie Prijs/Entr’Acte, 10K van de Leerstoel Mernissi, en 3K voor de duurzaamheidslezingen) -een ad hoc opdracht van Agora/De Senaat was goed voor 3.000 Euro -TechTransfer draagt bij voor een budget van 80.000 Euro

VIII.4 Evolutie Crosstalks activiteiten 2003-2017

De activiteiten van Crosstalks ontwikkelden zich geleidelijk aan sinds 2003, waarbij om de twee jaren of jaarlijks de productie en de release van publicaties: How Open is the Future? (2005), Brave New Interfaces (2007), In Sickness and in Health (2009), The Boiling Frog (2009), We Can Change the Weather (2010), Welvaren Zonder Groei (2011) en Behoorlijk Duurzaam (2011). Vanaf 2011 werd de productie van de publicaties breder gespreid met meer tijd voor het uitbouwen van het netwerk en de activiteiten.

De piek in activiteiten in 2015 vindt haar oorzaak in de samenwerking met Brussels Academy en BRAL voor een serie van 11 lunchseminaries – ‘Exploring the Commons in Brussels’. Voor 2017 was er de publicatie Roger Casterman – Topographe en Congo 1926-1936 in het kader van de Leerstoel Casterman-Hamers.

Lijst activiteiten 2017:

1. 26/01 - Lancering leerstoel Fatima Mernissi

2. 13/02 - Leerstoel Casterman-Hamers: Salon Rodney Harrison met Rotor, Anna Rispoli

3. 14/02 - Leerstoel Casterman-Hamers: Studentenlezing Rodney Harrison

4. 15/02 - Leerstoel Casterman-Hamers: Golem by Thomas Ryckewaert & Inigo Wilkins

5. 06/03 - Cassablanca Calling – interactieve film van Rosa Rogers

6. 28/03 - Leerstoel Fatima Mernissi: Ontbijtsessie met lezing Iman Lechkar

7. 05/04 - O Solitude - gespreksavond in Beursschouwburg met onder meer Liesbeth De Donder (VUB)

8. 23/04 - Let’s AGE - Fixing a problem called death, with Aubrey de Grey, Jorge Leon & Claudia Spits (VUB)

9. 03/05 - Difference Day: Living Library + Live Session Edward Snowden

10. 11/05 - Leerstoel Fatima Mernissi: Slam the city - Music & Islam

11. 22/05 - Leerstoel Casterman-Hamers: Salon Paul Halstead met Forensic Architecture en Ann Dooms (VUB)

12. 23/05 - Leerstoel Casterman-Hamers: Studentenezing Paul Halstead

13. 28/05 - Let’s AGE at Kaap, O. met Patrick Deboosere (VUB), Raoul Servais & Seppe Baeyens

14. 20/06 - Workshop Direction 2120 met Jorgen D’Hondt, Philippe Claeys

15. 23/09 - Leerstoel Casterman-Hamers: release event boek Roger Casterman – Topographe en Congo 1926-1936 in Kuumba (Elsene)

16. 28/09 - Leerstoel Fatima Mernissi – Lezing Zakia Salime + debat over het schrikbeeld van de moslimman, voorafgegaan door een workshop met het Imelda Instituut en Atheneum Brussel, begeleid door Motief vzw

17. 01/10 - Festival Superdemocratie in de Belgische Senaat met onder meer Mireille Hildebrandt (VUB) en Cathy Macharis (VUB)

18. 02/10 - Equal Access – workshop ‘The Revolution of Primary Care’ met Graham Watts & Wienke Boerma

19. 02/10 - Equal Access: Lezing Graham Watts & Wienke Boerma

20. 08/10 - Ecopolis, Kaaitheater: ‘Digital Together’

21. 14/10 - Leerstoel Casterman-Hamers: Salon Yochai Benkler

22. 14/10 - Leerstoel Casterman-Hamers: Publieke lezing Yochai Benkler

23. 17/10 - RE Online Habitat: lezing plus workshop CitizenLab

24. 18/10 - Entr’acte Pieter Ballon

25. 07/11 - RE Life amongst Robots: lezing plus workshop iMal

26. 21/11 - RE Reclaiming the city: performances at Bronks + panel

27. 28/11 - Duurzame Dinsdag: beleidsvoorbereidende debatten

28. 30/11 - Afsluitende sessie Leerstoel Fatima Mernissi

RUBRIEK 6 MENS & ORGANISATIE PERSONEELSVERSLAG

I. ALGEMEEN

Naar aanleiding van het deelbeleidsplan van de Dienst Personeel werd de dienst voorzien van een nieuwe naam, Mens&Organisatie. De missie werd als volgt omschreven:

M&O ondersteunt als strategische partner de kerntaken door de verwachtingen van mens en universiteit op elkaar af te stemmen

Dit personeelsverslag bestaat vooral uit tabellen met gegevens over het personeelsbestand zoals ze werd opgesteld door de Vlaamse Interuniversitaire Raad op datum van 1/2/2017. Deze werkwijze voorziet in een betere vergelijkbaarheid over de jaren heen en tussen de verschillende universiteiten.

Het wordt aangevuld met het verslag over “het personeelsbeleid voor academisch personeel en de effecten ervan”, wat in hoofdzaak een beschrijvend karakter vertoont.

II. Personeelstabellen

Een verdere uitsplitsing op basis van categorie, wetenschappelijke discipline, geslacht, leeftijd, nationaliteit en anciënniteit kan teruggevonden worden in de publicatie ‘Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten’.1

De bijkomende data (bv nationaliteiten) en alle tabellen zijn in Excel te verkrijgen op het VLIR-secretariaat.

Tevens willen we verwijzen naar de verslagen over de evolutie van de financiële toestand en het personeelsbestand van het hoger onderwijs – sector universiteiten van het College van Regeringscommissarissen.2 Dit referentiewerk bevat de nodige inlichtingen inzake personeel en financiering.

III. PERSONEELSBELEID VOOR ACADEMISCH PERSONEEL EN

I. BELEIDSDOELEN : RETROSPECTIEF EN PROSPECTIEF

De bijeengebrachte cijfergegevens van de VLIR laten toe na te gaan welke impact beleidsmaatregelen hebben op de personeelsbezetting en hoe de genderverhoudingen evolueren binnen de verschillende personeelscategorieën. De evolutietabellen tonen de ontwikkeling van de verschillende data in de periode 1996-2017.3

De beleidsdoelen inzake academisch personeel liggen sinds een tiental jaren vervat in de combinatie van de beheersing van de loonkosten met het oog op het behoud van het begrotingsevenwicht aan de ene kant en de versterking van het aanwezige potentieel aan de andere kant.

a) ZAP-formatie

- Na een jarenlange stagnatie kende de ZAP-formatie opnieuw een toename (+43 in eenheden of + 19 FTE of een stijging van 5%)

- In het licht van de veralgemening van de aanwezigheid van docenten in het tenure trackstelsel en de daardoor noodzakelijk geworden ‘inhaaloperatie’ ten aanzien van de reeds in dienst zijnde docenten, wordt het bevorderingsbeleid met ingang van 2015 lichtjes bijgestuurd volgens de lijnen uitgezet door de raad van bestuur in zijn zitting van 1 april 2014.

- Alhoewel het aandeel aan vrouwen in het ZAP-kader licht toeneemt (van 29% in 2016 naar 30% in 2017), vinden we dat dit niet snel genoeg gaat. Extra maatregelen (quota) worden overwogen om dit te versnellen.

b) AAP-formatie

- Het aandeel assistenten stijgt met 3,7% VTE t.a.v. 2017.

- De autonomie van de faculteiten die vastgelegd werd in het Organiek Statuut legt een grotere inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid bij de faculteiten. Het aantal doctor-assistenten in de AAP-formatie is dan wel niet meer gebonden aan vooraf vastgestelde normen of contigenten maar wordt door de faculteiten ingevuld op grond van noden, opportuniteiten en budgettaire mogelijkheden.

Met de goedkeuring van het Reglement voor het zelfstandig academisch personeel, de gastprofessoren en de vervangers (Raad van Bestuur 29 september 2015) werd een verdere stap gezet in de responsabilisering van de faculteiten, die tegelijkertijd instaan voor het goede beheer van de hen toegewezen financiële middelen alsook de kwaliteitscontrole bij het uitvoeren van het academisch personeelsbeleid (instroom – doorstroom – uitstroom).

1 http://www.vlir.be/media/docs/Personeelsstatistieken/VLIR_statistiekenrapport_2017.pdf

2 https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/rapporten-van-het-college

3 VLIR-statistieken, p. 100.

II. BEVORDERINGS- EN SELECTIEBELEID

De grondslagen van dit beleid liggen vast in het reglement inzake het zelfstandig academisch personeel en wel doorheen de procedures inzake aanwervingen, evaluatie en bevorderingen.

Uitgangspunt daarbij is het verschuiven van de initiële verantwoordelijkheid over aanwerving, evaluatie en bevordering van de centrale academische overheid naar de faculteiten. Dit vereist o.a. een verdere professionalisering van de facultaire selectiecommissies en Evaluatie- en Bevorderingscommissies (EBC), met inbegrip van opleiding en begeleiding van de leden van deze commissies inzake HR-beleid.

Ook de totstandkoming van de ZAP-competentietoetsen, en de tools die daarbij worden ontwikkeld (o.a. het elektronisch academisch dossier ZAP en het beoordelingsformulier EBC voor evaluatie en bevordering) dragen bij tot de verdere professionalisering van het personeelsbeleid inzake selectie, evaluatie en bevordering. Zo werden projecten tot de invoering van de STAR-methodologie opgestart.

Rond de evaluatie van het ZAP is o.l.v. de vice-rector Onderwijs- en Studentenbeleid een oefening gestart om de studentenfeedback te valoriseren. Aangezien studenten belangrijke belanghebbenden bij het onderwijs zijn, wordt hen expliciet om hun mening over dat onderwijs gevraagd. Eén van de instrumenten aan de hand waarvan dat gebeurt, is de enquête waarmee naar de studentenfeedback wordt gepeild. Alle bachelor- en masteropleidingen, alsook de specifieke lerarenopleiding en de schakel- en voorbereidingsprogramma’s, worden jaarlijks door middel van deze enquête door de studenten geëvalueerd.

Deze enquête heeft een meervoudig doel. De resultaten bieden inzicht in de mate waarin studenten tevreden zijn over de kwaliteit van het onderwijs. De feedback van studenten kan de docenten, de opleidingsraden en de instelling helpen om te reflecteren over de kwaliteit van het onderwijs, eventuele problemen te detecteren en bij te sturen en het onderwijs verder te optimaliseren. De kwantitatieve feedback wordt bovendien door de instelling gebruikt voor rapporteringsdoeleinden en kwaliteitsborging. De kwalitatieve feedback wordt in eerste instantie door de docenten gebruikt met het oog op kwaliteitsverbetering.

Daarnaast behoren de resultaten van de enquête tot de elementen die worden opgenomen in het academisch dossier van het ZAP om te worden betrokken bij de evaluatie- en bevorderingsprocedure van het ZAP.

III. PRESTATIEBELONING - CORYFEEENTOESLAG

Voor een goed begrip der zaken dient duidelijk gesteld wat onder beide begrippen moet verstaan worden.

De coryfeëentoeslag slaat op de premie die het universiteitsbestuur op grond van artikel V.39 Codex Hoger onderwijs jaarlijks kan toekennen na evaluatie van de geleverde prestaties van de leden van het academisch personeel. Tot op heden werd van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Als reden daarvoor kan onder meer de beperktheid van de budgettaire marges naar voor gebracht worden. Het verlenen van coryfeëenpremies wordt door het universiteitsbestuur alleszins ondergeschikt geacht aan het voeren van een billijk bevorderingsbeleid waarvoor slechts een krappe enveloppe uitgetrokken wordt. Anderzijds dient het toekennen van dergelijke premies onderworpen te zijn aan een strikt voorwaardenbeleid. De modaliteiten daarvan zijn evenwel nog niet vastgesteld.

Prestatiebeloning kan anderzijds zowel slaan op bovenvermelde coryfeëen toeslag als op selectiviteit in bevorderingen. Wat dit laatste betreft kan verwezen worden naar de bedenkingen onder punt II.

Sedert 2012 zijn andere vormen van variabele beloning goedgekeurd:

- Bijkomende vergoedingen voor beleidstaken en administratieve projecten (rector, vicerectoren, opdrachthouders), goedgekeurd door de Raad van Bestuur 3 juli 2012.

- Bijkomende vergoeding voor beleidstaken voor decanen, goedgekeurd door de Raad van Bestuur 9 oktober 2012.

- Persoonlijke vergoedingen in het kader van wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening en vergoedingen in het kader van postacademische vorming, goedgekeurd door de Raad van Bestuur 3 juli 2012.

IV.

OPVOLGING

VAN DE PERSONEELSEVALUATIE - VORMING VAN DE PERSONEELSLEDEN (ONDERWIJSKUNDIGE KWALIFICATIES, DOCENTENTRAINING, OM- EN BIJSCHOLINGEN)

De informatie over deze activiteiten is terug te vinden in het onderwijsverslag.

V. VERHOUDING ONDERZOEKS-/ONDERWIJSACTIVITEITEN

Actueel bevat noch het personeelssysteem noch het CALI-bestand voldoende informatie om hierop een gedetailleerd antwoord te verstrekken. Elementen van antwoord zijn wel terug te vinden in het onderzoeks- en het onderwijsverslag zelf.

VI. SAMENWERKING MET ANDERE UNIVERSITEITEN EN HOGESCHOLEN

Zie hiervoor het hoofdstuk “Universitaire Associatie Brussel”. Voor het overige komt dit onderwerp ook uitgebreid aan bod in het onderwijsverslag en het onderzoeksverslag.

VII. PERCENTAGE FACULTAIRE MEDEWERKERS MET EEN BEPAALD AANTAL JAREN BUITEN DE HUIDIGE INSTELLING

Bij de huidige stand van zaken kan deze informatie niet gedistilleerd worden uit het personeelssysteem. Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat dit in de toekomst gemakkelijk zal kunnen aangeleverd worden.

VIII . REGLEMENTERINGEN

Naar aanleiding van de invoering van een nieuw Organiek Statuut met ingang van het academiejaar 2015-16 worden alle bestaande personeelsreglementen aangepast. Tevens maken we van deze gelegenheid gebruik om de kwaliteit van de procedures te verhogen en de planlast te verlagen.

Naast de procedurele aanpassingen (nieuwe universitaire beslissingsorganen) worden een aantal grondige wijzigingen ingevoerd, waaronder de volgende:

- alle ZAP-aanstellingen met een omvang van minder dan 50% worden voortaan door het bestuur (d.w.z. de faculteiten, resp. IDLO, IES en VECO-Board) beslist. Dit kadert in een doorgedreven autonomie aan de faculteiten die een centrale rol zullen spelen in het beleid inzake academisch personeel. Benoeming en bevordering (ongeacht de omvang ervan) en ZAP-aanstellingen met een omvang van 50% VTE en meer worden door de academische raad beslist;

- de beschikbaarheid van academisch personeel tijdens en na de examens wordt geregeld;

- de samenstelling van de EBC en de selectiecommissie wordt herzien;

- naar analogie met het ZAP-reglement, en in het kader van de uitgebreide beslissingsbevoegdheden van de faculteiten, worden alle beslissingen inzake AAP-dossiers (aanstelling, hernieuwing, uitbreiding, herleiding enz.) voortaan door de faculteit genomen, met uitzondering van de aanstelling van doctor-assistenten met een opdracht van 50% VTE en meer. Deze laatste worden door de academische raad beslist;

- de invoering van een reglement voor het wetenschappelijk en pedagogisch personeel, dat van toepassing zal zijn op wetenschappelijke medewerkers, pedagogische medewerkers, postdoctorale wetenschappelijke medewerkers en onderzoeksleiders.

- de aanpassing van het reglement voor de rangschikking van leden van het onderwijzend personeel van groep 3 van de academische hogeschoolopleidingen in het universitaire ZAP-kader

- de invoering van een richtlijn voor onbezoldigde medewerkers.

IX. EVALUATIE ZAP

De procedure met betrekking tot de evaluatie van ZAP-leden onderging een grondige wijziging door de inwerkingtreding van het reglement voor het zelfstandig academisch personeel, de gastprofessoren en de vervangers op 1 oktober 2015.

Deze werd niet aangepast in 2017.

RUBRIEK 7 STUDENTENVOORZIENINGEN

1. INLEIDING

We enten dit jaarverslag op het beleidsplan studentenvoorzieningen 2014-2018 zoals goedgekeurd op 3 oktober 2013. Het jaarverslag is gestructureerd volgens de werkvelden beschreven in het decreet studentenvoorzieningen van 29 juni 2012, inmiddels geïntegreerd in de Codex Hoger Onderwijs.

Het besluit van de Vlaamse regering houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap van 4 februari 1997 is verouderd. De volgens het uitvoeringsbesluit voorgestelde structuur is niet meer aangepast aan de recente decreetgeving. Dat impliceert dat we in dit jaarverslag, binnen de structuur opgelegd door de Codex Hoger Onderwijs, de gegevens rapporteren waarover de universiteit moet rapporteren volgens het uitvoeringsbesluit. Voor de rapportage over de ombudspersoon, studieadvies en studentenbegeleiding (in de context van studiebegeleiding) verwijzen we naar het onderwijsverslag van de VUB.

Studentenzaken neemt de beleidsvoorbereiding Studentenvoorzieningen op. Dit departement behoort tot het rectoraat en bevindt zich onder de academische verantwoordelijkheid van de vicerector Onderwijs- en Studentenbeleid.

De Studentenraad heeft door het bestuur gedelegeerde beslissingsbevoegdheden met betrekking tot de studentenvoorzieningen. De Stuvoraad had in 2016-2017 en in 2017-2018 dezelfde samenstelling als de Studentenraad omdat de Studentenraad en VUB-bestuur dat zo hebben beslist. De Stuvoraadwerking aan de VUB beperkt zich dan ook tot de adviesbevoegdheden die het decreet strikt oplegt.

De VUB ontvangt van de Vlaamse Overheid jaarlijks meer dan 2 miljoen euro middelen voor studentenvoorzieningen (€2.142.934 in 2017).

De Vlaamse Overheid subsidieert in principe niet voor studenten die geen onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte (EER). Behalve wanneer die studenten voldoen aan bepaalde voorwaarden of voor zover hun aandeel niet meer dan twee procent van het totale aantal studiepunten bedraagt die voor de subsidieberekening in aanmerking worden genomen. Dat betekent dat initiatieven specifiek voor niet-EER-studenten of studenten die geen initiële opleiding volgen enkel gerealiseerd kunnen worden voor zover de beschikbare budgetten het toelaten.

De Vrije Universiteit Brussel investeert jaarlijks via eigen middelen – bijvoorbeeld circa €332.000 via inkomsten van de studiegelden – in (studenten)voorzieningen. De inkomsten van uitbating van het studentenrestaurant en de studentenhuisvesting – respectievelijk meer dan 2 miljoen euro en meer dan 4 miljoen euro - zetten we systematisch in voor studentenvoorzieningen.

De werking van verschillende studentgerichte diensten bekostigen we verder via andere overheidssubsidies of via publiek-private samenwerkingen

Naar aanleiding van de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteit hebben we, conform de decretale bepaling, een protocol studentenvoorzieningen met de Erasmushogeschool Brussel (EhB).

Tijdens de looptijd van deze overeenkomst organiseert de EhB de studentenvoorzieningen voor de groep studenten Industriële Wetenschappen. Voor deze dienstverlening betaalt de VUB €95 per student. Maar de studenten Industriële Wetenschappen hebben steeds minder les op de Brussels Technology Campus. De eerstejaarsstudenten Industriële Wetenschappen bevinden zich al minstens één dag per week op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Ze vertoeven er steeds meer, zeker naarmate hun opleiding vordert. De Studentenraad heeft expliciet de wens uitgesproken om deze overeenkomst op korte termijn stop te zetten. De Studentenraad motiveert dat de VUB-studentenvoorzieningen voor de betrokken studenten gunstiger zijn dan die van de EhB.

De Vrije Universiteit Brussel ontwikkelt activiteiten op elk decretaal bepaald werkveld studentenvoorzieningen. Principieel is de toegang tot de studentenvoorzieningen voor alle VUB-studenten open, onafhankelijk van het type van inschrijvingscontract, het verblijfsstatuut of het aantal studiepunten dat studenten volgen. Hiermee hanteren we een bredere toegang dan wat artikels II.338 en II.340 van de Codex Hoger Onderwijs opleggen. De toekenning van concrete studentenvoorzieningen (zie artikel II.339 van de Codex Hoger Onderwijs) kan aan specifieke voorwaarden verbonden zijn. Concreet gaat het over het kunnen huren van een studentenkamer en over de toekenning van financiële ondersteuning aan studenten. Gezien de schaarste en/of de kostprijs werkt de Vrije Universiteit Brussel respectievelijk met een prioriteitenbeleid en/of selectieve toekenningscriteria.

2. ALGEMENE (WERKVELDOVERSCHRIJDENDE) STRATEGISCHE EN OPERATIONELE DOELSTELLINGEN

Algemene doelstellingen situeren zich in de eerste plaats op:

- De uitvoering van werkveldoverschrijdende decretale verplichtingen

- Gezond management

- Veiligheid

Daarnaast spitsen onze algemene doelstellingen zich toe op de uitvoering van flankerend beleid, zoals:

- Internationalisering

- Gelijke kansen

- Duurzaamheid

- Onderwijsbeleid

-

Als laatste zijn er algemene doelstellingen die streven naar een implementatie van maatschappelijke waarden. Verschillende van de vermelde algemene werkveldoverschrijdende doelstellingen concretiseren we verder in dit verslag per werkveld.

We enten ons met studentenvoorzieningen op het inclusief diversiteitsbeleid van de Vrije Universiteit Brussel en de beleidsdoelstellingen van het vroegere aanmoedigingsfonds. Daarbij passen we het “design for all”-principe toe. Dat betekent dat we voor onze dienstverlening liever vertrekken vanuit de brede nodeninschatting van alle studenten, dan enkel vanuit een doelgroepenbeleid. We willen ook bewust het stigmarisico indijken.

Dat neemt niet weg dat focus op de specifieke noden van doelgroepen nodig kan zijn. Voor twee doelgroepen nemen we vanuit studentenvoorzieningen expliciet de leiding in de beleidsondersteuning: studenten met een financiële nood en kotstudenten. Niet toevallig doelgroepen waarvan de kenmerken nauwelijks onderwijsbeleidsimpact hebben, maar waarvan de noden raken aan de randvoorwaarden om te kunnen studeren. De dienstverlening aan deze beide doelgroepen beschrijven we later in dit jaarverslag in detail.

Ook de noden van sommige groepen internationale studenten kunnen hoog zijn. De Vlaamse Overheid geeft geen expliciete subsidiëring voor studentenvoorzieningen van niet-Europese studenten. Daarom kunnen we slechts zeer beperkt budgetten studentenvoorzieningen uittrekken voor specifieke begeleiding van deze studentengroep. We garanderen wel dat deze groep studenten toegang heeft tot alle universele studentenvoorzieningen. Verder stemmen we voor deze internationale doelgroepen af op het internationaliseringsbeleid

Nieuw in 2017

Er zijn inspanningen geleverd om de internationale studenten beter bij het beleid te betrekken. Ook de Studentenraad toont een hoge betrokkenheid bij het internationaal beleid. Voor de Studentenraad 2017-2018 werd voor het eerst een internationale student verkozen die geen Nederlands spreekt, noch begrijpt. Om haar participatiekansen aan de Studentenraad te maximaliseren, voorziet het vicerectoraat Onderwijs- en Studentenbeleid tijdens de plenaire vergaderingen fluistertolken.

Het proces van de secretariaatsfunctie van de Stuvoraad en de Studentenraad is vorig jaar sterk geprofessionaliseerd. Met de invoering van verschillende Sharepointsites hebben we eindelijk performante informatie- en samenwerkingsplatformen.

We streven er steeds meer naar om in al onze studentgerichte activiteiten expliciet rekening te houden met welzijn en gezondheid van de studenten. Deze doelstelling werd eind 2017 opgenomen in het algemeen strategisch plan van onze instelling.

Kengetallen en trends

Kengetallen en trends

studenten in DHO

aantal studenten in basisopleiding

aantal doctoraatstudenten

aantal niet-EU-studenten (in DHO)

aantal gaststudenten

Figuur 1: Aantal studenten aan de VUB sinds academiejaar 2013-2014. We ontvangen enkel subsidies voor studenten, geregistreerd in de databank Hoger Onderwijs (DHO) met een inschrijving in een basisopleiding.1

Figuur 1: Aantal studenten aan de VUB sinds academiejaar 2013-2014. We ontvangen enkel subsidies voor studenten, geregistreerd in de databank Hoger Onderwijs (DHO) met een inschrijving in een basisopleiding.1

Personeel

We stelden geen centrale personeelsleden voor werkveldoverschrijdende taken aan op afdeling III.

Personeel

Alle werkzaamheden worden verricht door personeel aangesteld via werkings- of patrimoniumgelden.

We stelden geen centrale personeelsleden voor werkveldoverschrijdende taken aan op afdeling III. Alle werkzaamheden worden verricht door personeel aangesteld via werkings- of patrimoniumgelden. Bij de algemeen beheerder is er een stafmedewerker aangeworven die instaat voor de ondersteuning van de campusvoorzieningen. Dankzij die functie zijn de meeste kinderziektes van de reorganisatie van het departement studentenbeleid snel onder controle geraakt.

Bij de algemeen beheerder is er een stafmedewerker aangeworven die instaat voor de ondersteuning van de campusvoorzieningen. Dankzij die functie zijn de meeste kinderziektes van de reorganisatie van het departement studentenbeleid snel onder controle geraakt.

Resultaten en betoelaging

Resultaten en betoelaging

Zie resultaten 2017.

Zie resultaten 2017.

1 Niet-EER-studenten zijn afkomstig uit een land dat geen lid is van de Europese Unie, noch IJsland of Noorwegen.

1 Niet-EER-studenten zijn afkomstig uit een land dat geen lid is van de Europese Unie, noch IJsland of Noorwegen.

Evolutie studentenaantallen
Totaal aantal studenten
aantal

Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan

Strategische werkveldoverschrijdende doelstellingen VUB

We voeren het decreet studentenvoorzieningen van 29 juni 2012 uit.

Operationele doelstellingen

We stemmen de werking van de Stuvoraad af met deze van de Studentenraad vanaf 2013-2014.

We implementeren de integratie van de geacademiseerde opleidingen op vlak van studentenvoorzieningen.

Indicatoren

De reglementen van de Stuvoraad zijn goedgekeurd en afgestemd met reglementen van de Studentenraad (2014).

Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018).

Projectleider

Evaluatie 2017

Vicerector studentenbeleid Uitgevoerd

We volgen de uitvoering van het beleidsplan studentenvoorzieningen op.

We consolideren de begroting afdeling III om transparant te kunnen rapporteren m.b.t. verschillende decretale werkvelden studentenvoorzieningen.

Een gedeelte van de loonkost voor studentenvoorzieningen Erasmushogeschool Brussel wordt geïmputeerd op de begroting afdeling III (2014-2018).

Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag met formulering van aandachtspunten voor de toekomstige werking (2014-2018).

Transparante financiële rapportering per decretaal werkveld studentenvoorzieningen (20142018).

Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd - De Studentenraad heeft ondertussen principieel beslist de denkpiste uit te werken om de overeenkomst met EhB op te zeggen vanaf 2017-2018. Hieraan zijn praktische en diplomatieke obstakels verbonden. Uitvoering moet nog gebeuren. De idee is nu de opzegging van de overeenkomst te koppelen aan de verhuis van het fablab van Brussels Technology Campus naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.

Stafmedewerker begroting Uitgevoerd

Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd

Stafmedewerker begroting Uitgevoerd

Transparante rapportering van personeelskader en personeelskost per decretaal werkveld studentenvoorzieningen (2014-2018).

Directeur personeel Uitgevoerd

We bouwen een rechtvaardig en financieel duurzaam beleid studentenvoorzieningen uit.

We bouwen studentenvoorzieningen maximaal universeel uit.

Transparant aanbod van studentenvoorzieningen (2014-2018).

Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd - Het beleidsplan en jaarverslag creëert transparantie voor het management, het bestuur en de overheid;

- Het studentenportaal student. vub.be biedt transparantie aan de gehele studentenpopulatie. Transparante bepaling van de prijs voor de verschillende studentenvoorzieningen (ten laatste in 2018).

Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd - De prijzen worden jaarlijks geïndexeerd volgens de consumptie index.

We maximaliseren de veiligheid van de financiële verrichtingen

We kennen studentenkamers VUB en financiële ondersteuning van studenten toe volgens specifieke voorwaarden of prioriteiten.

We evolueren naar maximaal cashless betalen.

Selectiecriteria zijn duidelijk zowel voor de studenten als voor de verschillende diensten van de VUB.

Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018).

Jaarlijkse verbetering van de verhouding cash/ cashless betalingen (2014-2018).

Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd

- De selectiecriteria zijn duidelijk via het beleidsplan en de beleidsbeslissingen van de Stuvoraad;

- De selectiecriteria zijn voor studenten duidelijk via het studentenportaal STUDENT. VUB.BE.

Afdelingshoofd studentenbeleid Deels uitgevoerd

- In 2017 werd een initiatief opgestart om te kunnen betalen via smartphone (= Payconiq). Dit sloeg/slaat echter niet aan.

- Om deze doelstelling te kunnen halen is er nood aan snelle digitale betalingstechnologie voor kleine bedragen. De Near Field Communication Technologie (NFC) is nu op bijna alle bankkaarten aanwezig.

- Meer dan twee derde van de betaalterminals in België ondersteunt reeds de NFC-technologie. Tegen 2018 zouden alle terminals in het land contactloos betalen moeten aanbieden.

- Ook met de mobiele app van Bancontact is het voortaan mogelijk om contactloos met je smartphone te betalen.

- Deze technische mogelijkheden worden vandaag nog niet optimaal benut.

We volgen het gelijkekansenbeleid op en sluiten erbij aan m.b.t. het domein studentenvoorzieningen.

We zijn betrokken bij het opstellen van het beleid aanmoedigingsfonds.

Beleid aanmoedigingsfonds goedgekeurd op Studentenraad in 2014.

Diensthoofd studentenwerking

- Niet uitgevoerd, als gevolg van de beslissing van de Vlaamse Overheid om het aanmoedigingsfonds stop te zetten.

- We blijven betrokken bij het gelijkekansenbeleid, in het bijzonder voor wat studenten met financiële noden betreft.

- In 2017 ontvingen we VUB-projectgelden voor klankbordinput door groepen van kwetsbare studenten. Het project, aangestuurd door studentenzaken en Studiebegeleiding zal starten in 2018.

We stellen een beroepsprocedure op m.b.t. beslissingen selectieve voorzieningen.

We zorgen ervoor dat studenten van alle culturen zich welkom voelen op de universiteit.

Beroepsprocedure bepaald in 2014.

Jaarlijkse opvolging in het jaarverslag (20142018).

Dienstverlening vanuit een inclusieve visie, maximaal toegankelijk voor elke student (20142018).

Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd

- Er zijn geen beroepen behandeld in de periode 2015 -2017.

Afdelingshoofd studentenbeleid

We blijven zoeken naar een evenwicht

- Traditioneel kritische, taboedoorbrekende en folkloristische studentikoziteit lokt soms ongewild onbegrip uit bij sommige studenten met een ander waardenpatroon. Dit onbegrip botst af en toe met de waardencultuur binnen de traditioneel studentikoze studentengemeenschap die expliciet gebruik maakt van het recht op vrije meningsuiting en regelmatig bewust provoceert.

- BSGgtgv en de Studentenraad blijven werken aan best-practices.

We volgen het internationaliseringsbeleid op en sluiten erbij aan m.b.t. het domein studentenvoorzieningen.

We gaan niet in op vragen vanuit levensbeschouwelijke hoek. We baseren ons op het beginsel van Vrij Onderzoek ten bate van de vooruitgang van de mensheid.

Dit houdt de verwerping in van elk louter gezagsargument en de waarborg van vrije oordeelsvorming.

We nemen deel aan de Raad Internationaal Beleid en het International Student Platform.

We volgen het duurzaamheidsbeleid op en sluiten erbij aan m.b.t. domein studentenvoorzieningen

Geen louter levensbeschouwelijk geïnspireerde beperkingen of voordelen2 (2014-2018).

Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd

- We realiseerden dit binnen het beleidsplan 2014-2018;

- We hebben sinds 2014 geen nieuwe, formele vragen voor aanpassingen in functie van levensbeschouwing ontvangen. Al weten we wel dat deze vragen bij sommige moslimstudenten leven, in het bijzonder wat halalvoeding en gebedsruimten betreft.

Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018).

We nemen deel aan de stuurgroep duurzmaen ontwikkeling

Diensthoofd studentenwerking Uitgevoerd

Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018

Diensthoofd studentenwerking

2 Bijvoorbeeld geen investering in gebedsruimtes of door geloofsovertuiging voorgeschreven voedingsaanbod, …

We professionaliseren de communicatie m.b.t. studentenvoorzieningen.

We publiceren de informatie m.b.t. studentenvoorzieningen op het studentenportaal MY. VUB en op de externe website.

Informatie voor studenten wordt gepubliceerd op MY.VUB (20142018) in het Nederlands en het Engels.

Informatie voor potentiële studenten wordt gepubliceerd op www.vub.ac.be in het Nederlands en het Engels (2014-2018).

Diensthoofd Infopunt Studenten

Directeur Marcom

We ondersteunen studenten om zich te ontwikkelen tot kritische wereldburgers, die bereid en bekwaam zijn tot constructief denken en handelen in de samenleving.

We stimuleren en ondersteunen extra curriculair engagement bij studenten.

Studentenvertegenwoordigers en andere studenten die engagement opnemen kunnen flexibiliteitsmaatregelen genieten en worden praktisch en inhoudelijk ondersteund (2014-2018).

Extra curriculaire activiteiten worden aangemoedigd door goede communicatie van mogelijkheden naar studenten, bekendmaking van eventueel vrijwilligerswerk, ondersteuning van studentenkringen actief op sociaal en maatschappelijk vlak (2014-2018).

Diensthoofd studentenwerking

We stimuleren onze studenten om interculturele competenties te verwerven.

Minimum 3 activiteiten die gericht zijn op de dubbele doelgroep (Vlaamse en internationale studenten).

Afdelingshoofd internationaal beleid

Diensthoofd studentenwerking

Uitgevoerd

- We realiseerden diverse activiteiten en projecten met een dubbele doelgroep (Vlaamse en internationale studenten):

o Taaltafels in 6 talen;

o Buddysysteem en buddyactiviteiten;

o Kick Off the Campus-activiteiten;

o Welcome Week-activiteiten van ESN VUB-EhB Brussel.

- The International Student Platform organiseerde activiteiten, zoals the International Games op 9/5/2017. Internationale en Vlaamse studenten konden op het sportveld samen internationale sporten beleven.

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

Opportuniteiten en bedreigingen

We moeten bewaken dat voldoende aandacht van de vicerector Onderwijs- en Studentenzaken kan gaan naar het beleid studentenzaken.

De herziening van de financiering studentenvoorzieningen van de Vlaamse Overheid is relatief in het nadeel van de Vrije Universiteit Brussel. Het vroegere ‘vereveningsprincipe’, waarbij elke universiteit minstens het bedrag subsidies van het vorige jaar ontving, is vervangen door een beschermingsmechanisme. Daarbij zal elke instelling nog slechts 98% van het subsidiebedrag van vorig jaar gegarandeerd ontvangen. In dit kader lijkt het ook relevant de evolutie van niet-gesubsidieerde studenten (zoals de studenten in niet-initiële opleidingen en gaststudenten) in de toekomst strakker op te volgen.

Het Fablab verhuist van Brussels Technology Campus naar de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Dat biedt opportuniteiten om de samenwerkingsovereenkomst met de EhB over de studentenvoorzieningen voor de studenten uit de geacademiseerde opleiding Industriële Wetenschappen op de Brussels Technology Campus te beëindigen. Deze groep studenten is al minstens één dag per week op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. De ouderejaars vertoeven er zelfs meer dan op de Brussels Technology Campus. Maar de EhB heeft weerstand om de overeenkomst te beëindigen.

Op 25 mei 2018 treedt de Algemene Verordening Gegevensbescherming in werking. We moeten opvolgen dat ook binnen de studentenvoorzieningen correct wordt omgegaan met het beheer en de beveiliging van persoonlijke gegevens

Er is een organisatorische wijziging gebeurd op niveau van het Secretariaat van de Raden van de VUB. Dat biedt perspectief om het gesprek aan te gaan over het terug overbrengen van de secretariaatsfunctie van de Studentenraad en de Stuvoraad van Studentenzaken naar het Secretariaat van de Raden. Want er bestaat een spanningsveld tussen de rol van de staf Studentenzaken als inhoudelijke ondersteuner en beleidsvoorbereider enerzijds, en als secretaris van de Studentenraad en de Stuvoraad anderzijds. Die functie bestrijkt – atypisch in vergelijking met de andere organen van de VUB – een heel breed aandachtsveld van dossiers. Daardoor is er vaak nog heel wat afstemwerk vlak voor de agendering van vergaderdocumenten nodig.

Bijstuurpunten na evaluatie afgelopen jaar

We volgen de technologie voor elektronisch betalen op. We moeten nu vooral inzetten op een communicatiestrategie om onze gebruikers te motiveren om contactloos en cashless te betalen.

3. VOEDING

De VUB-campussen bieden een ruim aanbod aan cateringfaciliteiten:

 Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus:

o Studentenrestaurant en cafetaria in eigen uitbating;

o Diverse eet- en drankgelegenheden uitgebaat door concessiehouders (Complex, KultuurKaffee3 en Opinio).

 Brussels Health Campus:

o Studentenrestaurant en cafetaria uitbesteed aan de facilitaire dienst van het UZ Brussel;

o Personeelsrestaurant van het UZ Brussel (in perioden dat het studentenrestaurant gesloten is);

o Cafetaria De Link uitgebaat door de Erasmushogeschool Brussel;

o Studentencafé Tempus uitgebaat door studenten.

 Brussels Technology Campus:

o Catering verzorgd door de Erasmushogeschool Brussel.

 Andere cateringmogelijkheden op de campussen:

o Levering van broodjes en dranken voor studentenactiviteiten, materiaalverhuur, enzovoort;

o Automaten met warme en koude dranken, versnaperingen, fruit, brood, enzovoort.

Rond de campussen en in Brussel zelf zijn er verder nog tal van eet- en drankgelegenheden.

Tot vóór 2017 was er jaarlijks een gestage toename van het aantal studenten dat een maaltijd gebruikt in de studentenrestaurants. In die mate dat het restaurant op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus tijdens de piekmomenten kampt met een steeds acuter gebrek aan zitplaatsen. Maar de klantentevredenheid over de restaurants op de campussen is hoog.

We passen zowel voor de VUB-studenten als studenten van andere hoger onderwijsinstellingen een universele prijsvermindering toe.

Nieuw in 2017

Sinds maart 2017 reikt Leefmilieu Brussel het Good Food Kantine-label uit aan Brusselse grootkeukens. Het studentenrestaurant dong samen met 21 Brusselse grootkeukens mee. Uiteindelijk was het VUB-studentenrestaurant één van de acht kandidaten die het label kreeg toegekend. Het restaurant mag zelfs gerekend worden tot één van de twee Brusselse grootkeukens met de hoogste score; het behaalde twee van het maximale aantal van drie vorken. Dat wil zeggen dat het studentenrestaurant voldoet aan alle verplichte criteria vermeld in het kandidaatsdossier. Het tweede vork heeft het VUB-restaurant behaald omdat we een minimumscore behaalden op optionele criteria.

Het studentenrestaurant ontving het label uit handen van Brussels minister van Leefmilieu Frémault. De jury prees het strakke bestel- en opvolgsysteem van de VUB om voedselverspilling tegen te gaan. Maar de minister was ook onder de indruk van het dagelijkse vegan-aanbod, uniek in een Brusselse grootkeuken. Dit label is een mooie erkenning voor de voortdurende inspanningen die het VUB-studentenrestaurant levert rond duurzame voeding.

3 Het Kultuurkaffee werd gesloten en gesloopt in 2015 omwille van grote infrastructuurwerken. In nieuwbouwproject XY komt er nieuwe culturele horecazaak.

In 2017 stellen we voor het eerst sinds jaren een daling vast in het aantal door studenten verbruikte maaltijden. Daartegenover staat een sterkere stijging van het aantal geserveerde personeelsmaaltijden. Voor die evolutie zijn een aantal hypotheses mogelijk. Het kan gaan om een verschuiving die gelinkt is aan een beleidsbeslissing van de Studentenraad om, sinds 2016, de studentenprijzen in het restaurant jaarlijks te indexeren. Daardoor zijn de gemiddelde studentenprijzen in het restaurant ondertussen hoger dan de prijzen voor personeel die niet geïndexeerd worden. Dat artefact leidt ertoe dat doctorandi, die zowel een studenten- als personeelskaart bezitten, hun personeelskaart tonen in het studentenrestaurant en zo genieten van een goedkoper maaltijdtarief. Naast deze hypothese kan de daling in de studentenmaaltijden ook te maken hebben met het plaatsgebrek in het studentenrestaurant of goedkope(re) maaltijden en voeding die verkrijgbaar zijn via de supermarkten;

In overleg met de concessiehouder van Opinio is de take away-broodjesbar verplaatst buiten de verbruiksruimte van de horecazaak. Zo konden we meer ruimte en een rustigere omgeving binnenin Opinio creëren.

In het XY-bouwproject zal een nieuwe culturele horecagelegenheid uitgebaat worden. Om daarbij zoveel mogelijk rekening te houden met de wensen van de studenten, hebben we input gevraagd aan de coördinator studentenvoorzieningen van de Studentenraad. Zij formuleerde suggesties omtrent openingsdagen en -uren, aanbod en inrichting. Deze ideeën nemen we mee in de marktbevraging die we in 2018 zullen lanceren om de concessie toe te wijzen aan een concessiehouder.

Tijdens “Dagen zonder Vlees” ontvingen studenten die een vegan maaltijd namen in het studentenrestaurant een gratis kookboekje met gezonde en betaalbare veggie/vegan recepten voor op kot.

Het Green Team verzamelde tijdens de personeelsbbq de bruikbare voedseloverschotten. De overschotten werden bezorgd aan Poverello, een Brusselse organisatie die zich inzet voor dak- en thuislozen.

Tijdens de blokperiode in juni 2017 lanceerde het Green Team samen met vzw JOETZ op de Esplanade van de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus de Fret-zak-campagne. Daarmee wilden ze studenten wijzen op het belang van gezonde voeding tijdens het studeren. Voor 4 euro kregen studenten een voedingspakket waarmee ze voor twee personen een snelle, biologische en gezonde maaltijd konden koken.

Kengetallen en trends

Aantal zitplaatsen in de studentenrestaurants

Restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus:

 Studentenrestaurant: 1.250 zitplaatsen

 Cafetaria: 480 zitplaatsen

Restaurant Brussels Health Campus:

 Studentenrestaurant: 330 zitplaatsen

Prijzen middagmaal

Dagmenu’s + Vegetarisch Pasta Bar Wok

Student4 € 5,20

Gast € 10,00

€ 5.00

€ 10,00

€ 4,90

€ 10,00

Koude schotels

€ 4.90

€ 10,00

Tabel 1: Prijzen middagmalen voor het academiejaar 2016-2017. Elk menu bestaat steeds uit soep, hoofdschotel en dessert.

Prijzen cafetaria

 Assortiment broodjes: van €1,30 tot €3,30

 Koffiekoeken en gebak: van €1,00 tot €1,80

 Water en frisdranken: van €1,00 tot €1,60

 Warme dranken: van €1,10 tot €1,60

Prijzen catering

 Koffiepauzes: van €2,50 tot €5,00

 Broodjeslunches: van €6,00 tot €10,50

 All-in lunch met soep, salad bar, hoofdgerecht, drank en dessert + voorbehouden tafels: €11,00

4 Studenten van de Vrije Universiteit Brussel, Erasmushogeschool Brussel, Vesalius College, University of Kent. Ook studenten van andere Hoger Onderwijsinstellingen (die als toevallige bezoekers op onze campussen vertoeven). Doctoraatsstudenten die ook personeel zijn, worden tegelijk ook beschouwd als personeel.

Prijzen catering

§ Koffiepauzes: van €2,50 tot €5,00

§ Broodjeslunches: van €6,00 tot €10,50

§ Koffiepauzes: van €2,50 tot €5,00

§ Broodjeslunches: van €6,00 tot €10,50

§ All-in lunch met soep, salad bar, hoofdgerecht, drank en dessert + voorbehouden tafels: €11,00

Verbruik en omzet

§ All-in lunch met soep, salad bar, hoofdgerecht, drank en dessert + voorbehouden tafels: €11,00

Verbruik en omzet

Verbruik en omzet

Verbruik middagmalen studenten en personeel

Verbruik middagmalen studenten en personeel

Studenten

Personeel

Figuur 2: Aantal middagmalen van studenten en personeelsleden per jaar. Het totaal aantal maaltijden daalde in 2017 met 1,6%. Ten opzichte van 2016 gaat het om 12,6% minder studentenmaaltijden en 14,3% meer personeelsmaaltijden. Deze plotse daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact omdat personen die student én personeel zijn wellicht hun personeelskaart voorleggen om hun maaltijd te kopen. Maaltijden voor personeel zijn immers goedkoper als gevolg van de niet-indexering van middagmaaltarieven voor personeel, terwijl dat voor studenten sinds september 2016 wel gebeurt. Dat heeft ertoe geleid dat studenten nu gemiddeld €5,20 betalen voor een middagmaal, ten opzichte van €5,00 voor personeelsleden.

Figuur 2: Aantal middagmalen van studenten en personeelsleden per jaar. Het totaal aantal maaltijden daalde in 2017 met 1,6%. Ten opzichte van 2016 gaat het om 12,6% minder studentenmaaltijden en 14,3% meer personeelsmaaltijden. Deze plotse daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact omdat personen die student én personeel zijn wellicht hun personeelskaart voorleggen om hun maaltijd te kopen. Maaltijden voor personeel zijn immers goedkoper als gevolg van de niet-indexering van middagmaaltarieven voor personeel, terwijl dat voor studenten sinds september 2016 wel gebeurt. Dat heeft ertoe geleid dat studenten nu gemiddeld €5,20 betalen voor een middagmaal, ten opzichte van €5,00 voor personeelsleden.

Figuur 2: Aantal middagmalen van studenten en personeelsleden per jaar. Het totaal aantal maaltijden daalde in 2017 met 1,6%. Ten opzichte van 2016 gaat het om 12,6% minder studentenmaaltijden en 14,3% meer personeelsmaaltijden. Deze plotse daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact omdat personen die student én personeel zijn wellicht hun personeelskaart voorleggen om hun maaltijd te kopen. Maaltijden voor personeel zijn immers goedkoper als gevolg van de niet-indexering van middagmaaltarieven voor personeel, terwijl dat voor studenten sinds september 2016 wel gebeurt. Dat heeft ertoe geleid dat studenten nu gemiddeld €5,20 betalen voor een middagmaal, ten opzichte van €5,00 voor personeelsleden.

Gemiddeld middagmaalverbruik per maand

Gemiddeld middagmaalverbruik per maand

Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2017, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste en tweede semester.

Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2017, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste en tweede semester.

Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2017, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste en tweede semester.

Verbruik middagmalen restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus

Verbruik middagmalen restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus

Figuur 4: Evolutie van het aantal middagmalen in het studentenrestaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per jaar. Op deze campus daalde in 2017 het aantal maaltijden met 2,6% ten opzichte van 2016. Het aantal studentenmaaltijden daalde met 14,8%. Het aantal personeelsmaaltijden nam dan weer toe met 14,9%. Deze plotse daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact dat te maken heeft met de niet- indexering van de personeelsprijzen en de indexering voor de studentenprijzen. Dat heeft ertoe geleid dat studenten nu gemiddeld €0,20 meer betalen dan personeelsleden.

Figuur 4: Evolutie van het aantal middagmalen in het studentenrestaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per jaar. Op deze campus daalde in 2017 het aantal maaltijden met 2,6% ten opzichte van 2016. Het aantal studentenmaaltijden daalde met 14,8%. Het aantal personeelsmaaltijden nam dan weer toe met 14,9%. Deze plotse daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact dat te maken heeft met de niet-indexering van de personeelsprijzen en de indexering voor de studentenprijzen. Dat heeft ertoe geleid dat studenten nu gemiddeld €0,20 meer betalen dan personeelsleden.

Verbruik middagmalen studentenrestaurant Brussels Health Campus

Figuur 4: Evolutie van het aantal middagmalen in het studentenrestaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per jaar. Op deze campus daalde in 2017 het aantal maaltijden met 2,6% ten opzichte van 2016. Het aantal studentenmaaltijden daalde met 14,8%. Het aantal personeelsmaaltijden nam dan weer toe met 14,9%. Deze plotse daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact dat te maken heeft met de niet- indexering van de personeelsprijzen en de indexering voor de studentenprijzen. Dat heeft ertoe geleid dat studenten nu gemiddeld €0,20 meer betalen dan personeelsleden.

Verbruik middagmalen studentenrestaurant Brussels Health Campus

Studenten

Personeel

Figuur 5: Evolutie van het verbruik middagmalen in het studentenrestaurant op Brussels Health Campus. Op deze campus is voor 2017 een stijging van 6,8% van het totale aantal maaltijden merkbaar. Opgesplitst naar studenten en personeel gaat het om 6,3% meer studentenmaaltijden en 7,6% meer personeelsmaaltijden dan in 2016.

Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:

Figuur 5: Evolutie van het verbruik middagmalen in het studentenrestaurant op Brussels Health Campus. Op deze campus is voor 2017 een stijging van 6,8% van het totale aantal maaltijden merkbaar. Opgesplitst naar studenten en personeel gaat het om 6,3% meer studentenmaaltijden en 7,6% meer personeelsmaaltijden dan in 2016.

Figuur 5: Evolutie van het verbruik middagmalen in het studentenrestaurant op Brussels Health Campus. Op deze campus is voor 2017 een stijging van 6,8% van het totale aantal maaltijden merkbaar. Opgesplitst naar studenten en personeel gaat het om 6,3% meer studentenmaaltijden en 7,6% meer personeelsmaaltijden dan in 2016.

§ de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 5.839 maaltijden of 4,2% van het totaal aantal studentenmaaltijden;

Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:

Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:

 de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 5.839 maaltijden of 4,2% van het totaal aantal studentenmaaltijden;

§ de EhB-studenten, goed voor 2.030 maaltijden. Dit aantal bedraagt 1,5% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 10,9% van het aantal studentenmaaltijden op de Brussels Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.

§ de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 5.839 maaltijden of 4,2% van het totaal aantal studentenmaaltijden;

§ de EhB-studenten, goed voor 2.030 maaltijden. Dit aantal bedraagt 1,5% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 10,9% van het aantal studentenmaaltijden op de Brussels Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.

 de EhB-studenten, goed voor 2.030 maaltijden. Dit aantal bedraagt 1,5% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 10,9% van het aantal studentenmaaltijden op de Brussels Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.

Verbruik middagmalen 2017 - per menusoort

Dagmenu's

Dagmenu's 53%

Figuur 6: Verbruik middagmalen in 2017 per menusoort op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.

Figuur 6: Verbruik middagmalen in 2017 per menusoort op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.

Figuur 6: Verbruik middagmalen in 2017 per menusoort op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.

Verbruik middagmalen Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per tijdsblok

11:30 - 11:45

Verbruik middagmalen Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per tijdsblok

11:45 - 12:00

11:30 - 11:45

12:00 - 12:15

11:45 - 12:00

12:15 - 12:30

12:00 - 12:15

12:30 - 12:45

12:15 - 12:30

12:45 - 13:00

12:30 - 12:45

13:00 - 13:15

12:45 - 13:00

13:15 - 13:30

13:00 - 13:15

13:30 - 13:45

13:15 - 13:30

13:30 - 13:45

Figuur 7: middagmaalverbruik, per tijdsblok van 15 min, op een normale dag in oktober 2017. Opvallend is dat de hoogste pieken zich situeren tussen 12u00 en 12u45 (gemiddeld 50% van het totaal verbruik over een openingstijd van 2u15). Vooral tussen 12u en 12.30u ontstaan er capaciteitsproblemen die zich zowel situeren op het vlak van productie, distributie als van het beschikbare aantal zitplaatsen. Het hoge aantal gebruikers dat na 12.30u het restaurant verlaat, zorgt dan weer voor problemen bij de afruim; dienbladentransportband en vaatwasinstallaties zijn sterk onder gedimensioneerd.

Figuur 7: middagmaalverbruik, per tijdsblok van 15 min, op een normale dag in oktober 2017. Opvallend is dat de hoogste pieken zich situeren tussen 12u00 en 12u45 (gemiddeld 50% van het totaal verbruik over een openingstijd van 2u15). Vooral tussen 12u en 12.30u ontstaan er capaciteitsproblemen die zich zowel situeren op het vlak van productie, distributie als van het beschikbare aantal zitplaatsen. Het hoge aantal gebruikers dat na 12.30u het restaurant verlaat, zorgt dan weer voor problemen bij de afruim; dienbladentransportband en vaatwasinstallaties zijn sterk onder gedimensioneerd.

Figuur 7: middagmaalverbruik, per tijdsblok van 15 min, op een normale dag in oktober 2017. Opvallend is dat de hoogste pieken zich situeren tussen 12u00 en 12u45 (gemiddeld 50% van het totaal verbruik over een openingstijd van 2u15). Vooral tussen 12u en 12.30u ontstaan er capaciteitsproblemen die zich zowel situeren op het vlak van productie, distributie als van het beschikbare aantal zitplaatsen. Het hoge aantal gebruikers dat na 12.30u het restaurant verlaat, zorgt dan weer voor problemen bij de afruim; dienbladentransportband en vaatwasinstallaties zijn sterk onder gedimensioneerd.

omzet cafetaria

Figuur 8: Evolutie van het verbruik van de cafetaria op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. De inkomsten stegen in 2017 met 6,3%. We stellen een De toename vast van het cafetariaverbruik – meer bepaald de verkoop van belegde broodjes. – kan mogelijk deels gelinkt zijn aan de stijging van de tarieven van de middagmalen. De broodjesprijzen zijn de laatste jaren amper gestegen; dat kan studenten ertoe aanzetten om ’s middags opnieuw te opteren voor een broodje. Maar de toename

Figuur 8: Evolutie van het verbruik van de cafetaria op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. De inkomsten stegen in 2017 met 6,3%. We stellen een De toename vast van het cafetariaverbruik – meer bepaald de verkoop van belegde broodjes. – kan mogelijk deels gelinkt zijn aan de stijging van de tarieven van de middagmalen. De broodjesprijzen zijn de laatste jaren amper gestegen; dat kan studenten ertoe aanzetten om ’s middags opnieuw te opteren voor een broodje. Maar de toename Personeel

De VUB-restaurants tellen 24 VTE personeelscapaciteit. Die is als volgt verdeeld:

§ 12,2 VTE graad 2

Personeel

§ 5,8 VTE graad 3

§ 3 VTE graad 4

§ 1 VTE graad 6

De VUB-restaurants tellen 24 VTE personeelscapaciteit. Die is als volgt verdeeld:

 12,2 VTE graad 2

§ 1 VTE graad 7

 5,8 VTE graad 3

§ 1 VTE graad 9

 3 VTE graad 4

 1 VTE graad 6

Resultaten en betoelaging

 1 VTE graad 7

 1 VTE graad 9

De resultaten wijken niet significant af van de begroting 2017.

Resultaten en betoelaging

De financiële tussenkomsten die vanuit studentenvoorzieningen naar de restaurants vloeien zijn hoog. We zoeken naar mogelijkheden om het aandeel van deze subsidies te verminderen.

We evalueren en herzien indien nodig:

§ Onze huidige dienstverlening en volgens welke principes deze wordt toegepast;

De resultaten wijken niet significant af van de begroting 2017. De financiële tussenkomsten die vanuit studentenvoorzieningen naar de restaurants vloeien zijn hoog. We zoeken naar mogelijkheden om het aandeel van deze subsidies te verminderen. We evalueren en herzien indien nodig:

 Onze huidige dienstverlening en volgens welke principes deze wordt toegepast;

§ De huidige berekeningswijze van de kosten, verkoopsprijzen en de all-in menustructuur van onze maaltijden;

 De huidige berekeningswijze van de kosten, verkoopsprijzen en de all-in menustructuur van onze maaltijden;

§ De bepaling van een universele korting voor studenten en het beleid met betrekking tot studenten uit andere hoger onderwijsinstellingen;

 De bepaling van een universele korting voor studenten en het beleid met betrekking tot studenten uit andere hoger onderwijsinstellingen;

§ De kostprijsstructuur van maaltijden op Brussels Health Campus en Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus;

 De kostprijsstructuur van maaltijden op Brussels Health Campus en Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus;

§ De prijszetting voor andere interne cateringfaciliteiten zoals cafetaria en lunches. Hierbij hanteren we ten minste een full costing principe.

 De prijszetting voor andere interne cateringfaciliteiten zoals cafetaria en lunches. Hierbij hanteren we ten minste een full costing principe.

Leningen

Een aantal historische leningen – vaak gemengd voor studentenhuisvesting en restaurant - lopen nog voort:

Leningen

Een aantal historische leningen – vaak gemengd voor studentenhuisvesting en restaurant - lopen nog voort:

 Huisvesting van de Van der Meeren-wijk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, de Brussels Health Campus en Nieuwelaan;

 De studentenrestaurants op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health Campus.

Deze leningen komen voor als volgt (aflossingen 2016):

 192 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2017 – jaarlijkse aflossing van €122.000 - deel restaurant = €20.000;

 165 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2018 – jaarlijkse aflossing van €106.000 - deel restaurant = €29.000;

 264 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2020 – jaarlijkse aflossing van €174.000 - deel restaurant = €50.000.

Volgende interne lening loopt nog voor het studentenrestaurant op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus:

 57,6 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2023 – jaarlijkse aflossing van €118.000.

Tot 2015 was er een centrale VUB-tussenkomst voor renovatie en groot onderhoud (€62.000). Sinds 2015 wordt deze tussenkomst niet langer toegekend, maar gedragen via de exploitatiebegroting van het restaurant.

Evaluatie en doelstellingen uit het beleidsplan

Strategische doelstellingen VUB per werkveld

We renoveren het restaurant en voorzien een capaciteitsuitbreiding5

Operationele doelstellingen van de afdeling

We realiseren een capaciteitsuitbreiding van de zitruimtes.

We versterken de vaatwasfaciliteiten.

Indicatoren

- 200 extra zitplaatsen op korte termijn (tijdelijke refter-containerruimte) (2014-2018);

- 500 extra zitplaatsen op middellange termijn (ten laatste in 2018).

Extra vaatwaslokaal op niveau cafetaria gerealiseerd ten laatste in 2018.

Projectleider Evaluatie 2017

Directeur infrastructuur

Nog niet uitgevoerd

We passen de bedieningsinfrastructuur aan in functie van de capaciteitsuitbreiding.

We zorgen voor een grondige renovatie van het restaurant.

- Extra bedieningstoog gerealiseerd ten laatste in 2018;

- Huidige cafetariatoog wordt vervangen door een free flow ten laatste in 2018.

- Tochtvrij gebouw;

- Aangepaste dakconstructie;

- Aangename zitruimte, ten laatste in 2018.

Diensthoofd restaurant

Deels uitgevoerd  Er werd een pottenwasmachine aangekocht. Daardoor worden de andere vaatwasmachines meer ontlast en valt de afruimband minder stil.

Diensthoofd restaurant Nog niet uitgevoerd

Directeur infrastructuur Deels uitgevoerd - Er is een renovatieaanvraag voor een nieuw inkomsas ingediend.

5 €900.000 is reeds dedicated in de investeringsbegroting. Verdere financiering moet nog worden uitgewerkt.

Strategische doelstellingen VUB per werkveld

We bieden gezonde en kwaliteitsvolle voeding aan.

Operationele doelstellingen van de afdeling

We blijven kwaliteitsreferentie in Vlaanderen.

We zorgen dagelijks voor gezonde menu’s.

We richten ons ook naar gebruikers met voedselallergieën.

We bekijken de mogelijkheden om het aanbod catering aan werkstudenten te faciliteren.

We doen een full costing analyse. We vergelijken de kostprijs van maaltijden in Jette en Etterbeek.

We evalueren de berekeningswijze van de kosten die in rekening gebracht worden voor de berekening van de maaltijdprijzen.

We herzien indien nodig de kostprijsberekening.

We herzien indien nodig de universele korting op de maaltijdprijs voor studenten (en personeel).

Indicatoren

Een ruim en gediversifieerd aanbod aan kwaliteitsmaaltijden (20142018).

Ruim aanbod aan gezonde en evenwichtige menu’s (2014-2018).

Persoonlijke begeleiding van gebruikers die gevoelig zijn voor allergenen (2014-2018).

Een basisaanbod catering aan kostprijs voor werkstudenten is voorzien (vanaf 2015).

Projectleider

Evaluatie 2017

Diensthoofd restaurant Uitgevoerd

Diensthoofd restaurant Uitgevoerd

Diensthoofd restaurant Uitgevoerd

Diensthoofd restaurant Deels uitgevoerd - Werkstudenten kunnen terecht bij andere cateraars op de campussen; - We wachten op de realisatie van het nieuwe XY-bouwproject en het daarin terug op te starten Kultuurkaffee om te bekijken welke cateringmogelijkheden we kunnen bij creëren.

Kostprijs per maaltijd Jette en Etterbeek is transparant (vanaf 2014).

Evaluatie formule berekeningswijze is gerealiseerd (ten laatste in 2017).

De formule van de berekeningswijze wordt indien nodig bijgestuurd (ten laatste in 2017).

De universele korting voor de maaltijdprijs wordt indien nodig herzien (ten laatste in 2018).

Diensthoofd restaurant Uitgevoerd

Diensthoofd restaurant Uitgevoerd

Diensthoofd restaurant Uitgevoerd - We stelden een nieuw kostenallocatie-model op.

Diensthoofd restaurant

De restaurantprijzen worden, sinds september 2016, jaarlijks geïndexeerd. We baseren ons daarvoor op de evolutie van de algemene consumptieprijsindex. Er was geen draagvlak om de universele korting op de menuprijzen te herzien.

We gaan duurzaam om met voeding. We organiseren de food processing zo duurzaam mogelijk.

Het aanbod aan vegetarische en seizoensgebonden maaltijden is toegenomen in 2015.

Duurzame productiemethodes worden gehanteerd (2014-2018).

Diensthoofd restaurant Uitgevoerd

- We breidden het vegetarisch aanbod uit met veganistische gerechten.

Diensthoofd restaurant Uitgevoerd

- We verbeterden de selectieve afvalsortering aan de afruimband.

- Het organisch afval wordt opgehaald en vergist tot biogas, een hernieuwbare energiebron.

We brengen het cateringaanbod door privéuitbaters op en rond de campussen in kaart.

We gebruiken het restaurant polyvalent.

We grijpen de catering aan om studenten bewust te maken van de noodzaak van duurzaamheid.

We diversifiëren de menu-samenstelling (= ASP2 doelstelling).

We communiceren (en stemmen af) met de Exploitatie sporthotel, Opinio, KultuurKaffee, De Link, cafetaria UZ Brussel.

Samen met de Bibliotheek en het Studiebegeleidingscentrum (SBC) zorgen we voor studieruimtes tijdens massablokperiodes.

We promoten het duurzame aspect van onze maaltijden en geven regelmatig feedback over de vermindering van onze ecologische voetafdruk (2014-2018).

De mogelijkheden om bepaalde menucomponenten (cfr. soep-dessert) los te koppelen van het menu is geëvalueerd (ten laatste in 2016).

Studenten worden duidelijk geïnformeerd over de eet- en drinkgelegenheden die op onze campussen aanwezig zijn (2014-2018).

Bepaalde delen van het restaurant worden tijdens blokperiodes ter beschikking van studenten gesteld (2014-2018).

Diensthoofd preventie en milieu

Diensthoofd restaurant

Uitgevoerd

- We breidden het vegetarisch aanbod uit met veganistische gerechten.

Uitgevoerd - Hier is voorlopig geen vraag naar.

Diensthoofd restaurant

Diensthoofd restaurant

Uitgevoerd - De restaurant-webpagina op student.vub.be zorgt voor duidelijke informatie over eet- en drinkgelegenheden op en rond de campussen.

Uitgevoerd - De zaal Stoa fungeert als extra blokruimte. We stellen ze ook in het weekend en tijdens de wintervakantie (sluitingsperiode campus) ter beschikking.

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

Bedreigingen

Onvoldoende capaciteit en onderdimensionering van de installaties bedreigen meer dan ooit de goede werking van de studentenrestaurants.

De evolutie van het aantal studenten die een warme maaltijd in het restaurant gebruiken moet opgevolgd worden. De daling die we vandaag in Etterbeek zien is waarschijnlijk kunstmatig omdat personen die personeel én student zijn steeds vaker hun personeelskaart, en niet hun studentenkaart, voorleggen om een maaltijd te kopen. In vergelijking tot de personeelsprijzen zijn de prijzen voor studentenmaaltijden in het restaurant immers relatief hoog. We vermoeden dat we in werkelijkheid dezelfde mensen bedienen en dat gaat het enkel om een verschuiving van studenten naar personeel op basis van registratie van de gebruikte kaart. Niettemin kunnen ook andere factoren aan de basis liggen van een daling van het aantal studenten dat een warme maaltijd gebruikt : toenemende consumptie van cafetaria-artikelen, meer thuis of op kot eten, goedkope kant-en-klaar-maaltijden beschikbaar via de supermarkten of aan-huis-levering, gebrek aan zitplaatsen in het restaurant op piekmomenten. Ook de stijging van het aantal maaltijden in Jette moet opgevolgd worden. Deze zou kunnen gerelateerd zijn aan het aan alternatieve cateringfaciliteiten, zoals cafés, brasserieën of voedingswinkels op wandelafstand. Een coherente prijszetting over de verschillende doelgroepen heen lijkt aangewezen.

Bijstuurpunten na evaluatie afgelopen jaar

De capaciteitsproblematiek en de hieraan gekoppelde infrastructuurinvesteringen blijven een belangrijk aandachtspunt. Deze zijn opnieuw opgenomen in de begrotingsaanvraag 2018. Een algemeen beleid rond voeding- en drankautomaten op de campussen zou ondersteunend kunnen werken voor duurzaamheids- en gezondheidspreventiedoelstellingen.

4. HUISVESTING

We schatten dat ongeveer 30% van onze VUB-studenten op kot verblijft. De studie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot studentenhuisvesting in Brussel (Doulkeridis, 2013) bevestigt dat 30% een realistische norm is. De synthese van de ATO-enquête “Het Studentenleven in Brussel: stedelijke praktijken en omgang met de stad” van 2016 geeft aan dat 51% van de studenten in een studentenwoning of eigen woning verblijft, versus 49% bij de ouders. Deze cijfers lijken onwaarschijnlijk hoog te liggen. Toch kunnen we veronderstellen dat – mede onder invloed van internationalisering en grote aantallen werkstudenten – steeds meer studenten niet meer de hele week bij hun ouders wonen.

De Vrije Universiteit Brussel heeft 5 studentenhuizen of –wijken in eigendom. In totaal levert dat 1.197 plaatsen op. Plaatsen (bedden)

Tabel 2: Aantal bedden, kamers, studio’s en flats in eigendom van de VUB. De VUB beschikt over 1.197 bedden, waarvan 78 in tweepersoonsflats, verdeeld over de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus (951 bedden) en de Brussels Health Campus (246 bedden). Zes kamers zijn aangepast voor studenten met een rolstoel.

Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus verliezen we tijdelijk, omwille van de uitbreiding en renovatie van het zwembad, 48 plaatsen + 20 plaatsen voor de installatie van een elektronenmicroscoop.

Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus bouwen we momenteel, ter vervanging van de huidige studentenwijk, aan een nieuwe studentenwijk. Deze zal 650 kamers tellen; dat zijn 323 kamers meer dan de huidige capaciteit in de Van der Meeren-koten. Het is de bedoeling de nieuwe studentenkamers in gebruik te nemen vanaf het academiejaar 2018-2019.

Covas NV neemt de uitbating van U-Residence op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus op zich. Het is een residentie met 95 studio’s. 64 studio’s zijn voor studenten in lang- en kortverblijf en kunnen worden bewoond door één of twee personen. Het zijn vooral internationale studenten die in deze studio’s verblijven. Daarnaast beschikt U-Residence over 31 kamers met hotelfunctie waarbinnen ook een mid stay-verblijf van enkele maanden mogelijk is.

Op Brussels Technology Campus is er geen studentenhuis in eigendom van de universiteit aanwezig.

Samenwerkingsverbanden

De Vrije Universiteit Brussel is lid in de vzw BRIK. Brik biedt volgende dienstverlening aan studenten van de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen in Brussel:

 Het aanbieden van kamers: Brik beschikt over een 400-tal kamers die het in eigen beheer heeft. Daarnaast zijn er meer dan 4.000 studentenkamers via particulieren ter beschikking. Het gaat zowel om kamers die op jaarbasis verhuurd kunnen worden, als om kamers in kortverblijf. Kamers in kortverblijf worden vooral aan internationale studenten aangeboden;

 Het ondersteunen van (internationale) studenten in het zoeken naar een studentenkamer in Brussel;

 Het organiseren van kwaliteitscontrole op de aangeboden kamers;

 Het bemiddelen tussen studenten en verhuurders over de huisvestingsvoorwaarden.

De VUB heeft daarnaast een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Brik vzw. Deze regelt onder andere de dienstverlening van de VUB-Studentenhuisvesting aan de Brik-werkzaamheden voor wat het aanbod privé-studentenkamers betreft.

De VUB heeft twee overeenkomsten met NV Upgrade Estate, die twee studentenhuizen in de buurt van onze campussen managen:

 Studentenhuis Bru Upkot in Elsene, operationeel sinds september 2016. Het studentenhuis telt 216 plaatsen. Voor de helft van die plaatsen hebben VUB-studenten voorrang. Tijdens academiejaren 2016-2017 en 2017-2018 hadden respectievelijk 104 en 102 VUB-studenten er een jaarcontract;

 Studentenhuis Jet Upkot in Jette, in gebruik sinds september 2017. Voor 91 van de 143 kamers hebben VUB-studenten voorrang. Daarvan zijn er tijdens academiejaar 2017-2018 63 effectief bezet via een jaarcontract.

Met Covas NV heeft de VUB een overeenkomst die bepaalt dat de helft van de 64 long stay-studio’s (16 single en 16 double kamers, telkens verhuurd voor één semester) wordt voorbehouden voor VUB-studenten en door de VUB aangeduide studenten, goed voor in totaal 48 beschikbare plaatsen. Dit contingent is jaarlijks, gedurende beide semester, volledig bezet door voornamelijk studenten op uitwisseling aan de VUB. De resterende kamers mogen, behoudens toestemming van de VUB, enkel verhuurd worden aan VUB- en EhB-studenten en studenten van het Vesalius College.

Omwille van het risico op huisjesmelkerij en de ontbrekende kwaliteitsbewaking, raden we studenten expliciet af om privé-studentenkamers te zoeken buiten het Brik-netwerk. Zo nodig kunnen studenten terecht bij CAW Brussel voor juridische bijstand tussen huurder en huisbaas.

Toegang

De studentenkamers van de VUB staan in principe open voor alle VUB-studenten. Maar de vraag is groter dan het aanbod; we kennen kamers daarom volgens een strikte prioriteitenregeling6 toe aan studenten. De regeling vertrekt van volgend basisprincipe: studenten die voltijds ingeschreven zijn in een basisopleiding onder diplomacontract krijgen voorrang op studenten die niet aan deze voorwaarden voldoen.

Een contingent van 65 kamers behouden we voor aan internationale studenten met een beurs ontwikkelingssamenwerking

6 Voor de huidige gedetailleerde prioriteitenregeling die geldt vanaf het academiejaar 2018-2019 zie https://student.vub.be/op-kot-aan-de-vub#prioriteitenlijst

Vervolgens zijn volgende studenten absoluut prioritair in het toekennen van een kamer:

 studenten met het statuut van topsporter;

 generatiestudenten geneeskunde;

 studenten voor wie het hebben van een VUB-kamer essentieel is om de studies te kunnen aanvatten of tot een goed einde te kunnen brengen. Voor deze laatste groep hanteert het team studentenstatuut & studiefinanciering een bijzondere procedure gebaseerd op het principe van de billijkheidsclausule (cfr. hoofdstuk sociale dienstverlening).

De financiële situatie van de student speelt geen rol bij het toekennen van een kamer. Studenten met financiële noden kunnen voor financiële ondersteuning aankloppen bij het team studentenstatuut & studiefinanciering.

De financiële situatie van de student speelt geen rol bij het toekennen van een kamer. Studenten met financiële noden kunnen voor financiële ondersteuning aankloppen bij het team studentenstatuut & studiefinanciering.

Studenten kunnen in principe hun VUB-kamer blijven doorhuren tijdens de zomervakantiemaanden, weliswaar op voorwaarde dat ze voor 12 maanden huren.

Studenten kunnen in principe hun VUB-kamer blijven doorhuren tijdens de zomervakantiemaanden, weliswaar op voorwaarde dat ze voor 12 maanden huren

Kengetallen en trends

Kengetallen en trends

Aanbod en prijzen

Aanbod en prijzen

De maandelijkse huurprijzen voor het academiejaar 2016-2017 bedroegen:

§ Eénpersoonskamer: €302,9

De maandelijkse huurprijzen voor het academiejaar 2016-2017 bedroegen: 

Eénpersoonskamer: €302,9

§ Eénpersoonsstudio: €378,60

Eénpersoonsstudio: €378,60

§ Tweepersoonsflat: €454,40

Tweepersoonsflat: €454,40

Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus

Studentenhuis Nieuwelaan

Brussels Health Campus

Studentenhuis Schoofslaan

Studentenhuis Triomflaan

Figuur 9: Evolutie van het aantal bedden. Het studentenhuis op de Brussels Health Campus renoveerden we in 2007, het studentenhuis Nieuwelaan in 2008. De studentenwijk op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vervangen we vanaf academiejaar 2018-2019 door een nieuwbouw. Renovatie van de studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan is gepland voor respectievelijk 2026 en 2030.

Figuur 9: Evolutie van het aantal bedden. Het studentenhuis op de Brussels Health Campus renoveerden we in 2007, het studentenhuis Nieuwelaan in 2008. De studentenwijk op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vervangen we vanaf academiejaar 2018-2019 door een nieuwbouw. Renovatie van de studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan is gepland voor respectievelijk 2026 en 2030.

Bezetting

In principe zijn de kamers steeds voor 100% bezet.

Gerenatiestudenten

studenten met buitenlandse nationaliteit

DGOS-bursalen

Bijzondere Procedure (prioritair)

Kort verblijvende studenten

Topsport studenten

10: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer,

Figuur
Evolutie aantal bedden
Evolutie doelgroepen

Figuur 9: Evolutie van het aantal bedden. Het studentenhuis op de Brussels Health Campus renoveerden we in 2007, het studentenhuis Nieuwelaan in 2008. De studentenwijk op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vervangen we vanaf academiejaar 2018-2019 door een nieuwbouw. Renovatie van de studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan is gepland voor respectievelijk 2026 en 2030.

Bezetting

Bezetting

In principe zijn de kamers steeds voor 100% bezet.

In principe zijn de kamers steeds voor 100% bezet.

Evolutie doelgroepen

Gerenatiestudenten

studenten met buitenlandse nationaliteit

DGOS-bursalen

Bijzondere Procedure (prioritair)

Kort verblijvende studenten

Topsport studenten

Figuur 10: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep. Voor het academiejaar 2017-2018 dienden 347 generatiestudenten een aanvraag in. Hiervan zitten effectief 288 generatiestudenten op kot, 59 studenten hebben hun toewijzing geannuleerd.

Figuur 10: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep. Voor het academiejaar 2017-2018 dienden 347 generatiestudenten een aanvraag in. Hiervan zitten effectief 288 generatiestudenten op kot, 59 studenten hebben hun toewijzing geannuleerd.

18% van de studenten op VUB-kot heeft de buitenlandse nationaliteit (217). De belangrijkste groepen zijn Duitsers (15), Chinezen (20) en Nederlanders (31).

18% van de studenten op VUB-kot heeft de buitenlandse nationaliteit (217). De belangrijkste groepen zijn Duitsers (15), Chinezen (20) en Nederlanders (31).

VUB-studenten met een jaarcontract bij Bru Upkot

Figuur 11: Bru Upkot-Elsene – eigendom van NV Upgrade Estate – behoudt 108 van haar kamers voor aan VUBstudenten. Die zijn sinds de start van het studentenhuis quasi volledig bezet. Bij Bru Upkot-Jette is er nog veel marge in de capaciteitsbezetting; sinds de start van het studentenhuis in 2017-2018 zijn 63 van de 91 voor VUBstudenten voorbehouden kamers ingenomen.

Figuur 11: Bru Upkot-Elsene – eigendom van NV Upgrade Estate – behoudt 108 van haar kamers voor aan VUBstudenten. Die zijn sinds de start van het studentenhuis quasi volledig bezet. Bij Bru Upkot-Jette is er nog veel marge in de capaciteitsbezetting; sinds de start van het studentenhuis in 2017-2018 zijn 63 van de 91 voor VUB-studenten voorbehouden kamers ingenomen.

Nieuw in 2017

Sinds 2017 worden 7 studentenstudio’s in U-Residence voorbehouden voor ‘middle stay’ verblijven van enkele maanden, bijvoorbeeld in het kader van internationale uitwisselingen.

Dankzij een interne beleidswijziging hebben studenten in geval van bijzondere omstandigheden (denk aan staking, examens, enzovoort) recht op een kortingsvoucher van €15/nacht op de hotelfunctie binnen U-Residence indien ze hier wensen te overnachten. Deze vouchers zijn ook beschikbaar voor internationale studenten in transitie naar een meer permanente verblijfplaats. Binnen de gehele VUB-gemeenschap zijn er meer dan 300 vouchers uitgereikt; ook verschillende studenten maakten er gebruik van. Ze worden onder andere ook gebruikt voor verblijven in het kader van VUB-evenementen en -projecten in academisch of internationaal kader.

Bru Upkot - Elsene
Bru Upkot - Jette

Nieuw in 2017

Sinds 2017 worden 7 studentenstudio’s in U-Residence voorbehouden voor ‘middle stay’ verblijven van enkele maanden, bijvoorbeeld in het kader van internationale uitwisselingen.

Dankzij een interne beleidswijziging hebben studenten in geval van bijzondere omstandigheden (denk aan staking, examens, enzovoort) recht op een kortingsvoucher van €15/nacht op de hotelfunctie binnen U-Residence indien ze hier wensen te overnachten. Deze vouchers zijn ook beschikbaar voor internationale studenten in transitie naar een meer permanente verblijfplaats. Binnen de gehele VUB-gemeenschap zijn er meer dan 300 vouchers uitgereikt; ook verschillende studenten maakten er gebruik van. Ze worden onder andere ook gebruikt voor verblijven in het kader van VUB-evenementen en -projecten in academisch of internationaal kader.

Dankzij een beslissing van de Studentenraad in 2016, kunnen studenten Industriële Wetenschappen nu ook verblijven in een studentenkamer eigendom van de VUB. Daarnaast adviseren we deze groep studenten om beroep te doen op de studentenvoorzieningen van de Erasmushogeschool Brussel en Brik vzw. Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) konden de VUB en de ULB samen €11,8 miljoen aan subsidies verwerven voor de verdere ontwikkeling van het project USquare.Brussels7. Dit project is gesitueerd op de kazernesite “Fritz Toussaint” aan de Generaal Jacqueslaan, vlakbij de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Het project kreeg in 2017 verder vorm. Het zal plaats bieden aan onder andere ruim 600 woningen voor studenten, onderzoekers en gastdocenten, 200 gezinswoningen, een Internationaal Huis, een Fablab, een incubator voor student-ondernemers en een onderzoeksincubator. Op de site zullen er ook verschillende stedelijke voorzieningen ingepland worden: winkels, een markthal, een bibliotheek, culturele ruimtes en een kwaliteitsvolle openbare ruimte.

Het informatiesysteem CALI leidt tot heel wat administratieve moeilijkheden bij het behandelen van aanvragen van studentenkamers. In 2017 hebben we hierbij toch al gevoelige vooruitgang geboekt.

Personeel

Op het domein huisvesting zijn 12,8 VTE actief. Deze zijn als volgt verdeeld:

 3,3 VTE graad 2

 0,8 VTE graad 3

 3,8 VTE graad 4

 1,0 VTE graad 5

2,6 VTE graad 6

0,8 VTE graad 9

Resultaten en betoelaging

De vooropgestelde begrotingscijfers werden behaald.

Historische

leningen

Een aantal historische leningen – vaak gemengd voor studentenhuisvesting en restaurant - lopen nog voort:

 Huisvesting van de Van der Meeren-wijk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, de Brussels Health Campus en Nieuwelaan;

 De studentenrestaurants op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health Campus.

Deze leningen komen voor als volgt (aflossingen 2017):

 192 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2017 – jaarlijkse aflossing van €122.000 - deel huisvesting = €100.000;

 165 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2018 – jaarlijkse aflossing van €106.000 - deel huisvesting = €77.000;

 264 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2020 – jaarlijkse aflossing van €174.000 - deel huisvesting = €123.000.

7 Meer informatie over het project is beschikbaar via http://usquare.brussels

Interne leningen

Studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan:

 157 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2026 – jaarlijkse aflossing van €146.000;

 94 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2030 – jaarlijkse aflossing van €59.000.

Renovatieleningen

Studentenwijk Brussels Health Campus en studentenhuis Nieuwelaan:

 2,4 miljoen euro met vervaldatum 2022 – jaarlijkse aflossing van €194.000;

 6,5 miljoen euro met vervaldatum 2023 – jaarlijkse aflossing van €549.000.

Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan

Strategische doelstellingen VUB per werkveld

We breiden ons aanbod studentenkamers uit8

Operationele doelstellingen van de afdeling

We realiseren een nieuwe studentenwijk met 650 kamers op campus Etterbeek ter vervanging van studentenwijk campus Etterbeek.

Indicatoren

Het gebouw is gerealiseerd met een netto extra capaciteit van 220 kamers.

De kamers van de nieuwe studentenwijk worden verhuurd vanaf 2016-2017.

We volgen de studentenaantallen in Jette op de voet op9 om de noodzaak van extra studentenkamers te kunnen inschatten.

Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018).

Projectleider

Projectleider studentenwijk

Diensthoofd Studentenhuisvesting

Evaluatie 2017

Nog niet gerealiseerd

- Er is vertraging op de planning; - Bij oplevering zullen er 270 extra studentenkamers bovenop de huidige capaciteit ter beschikking zijn.

Nog niet gerealiseerd

- We plannen de ingebruikname van alle nieuwe studentenwijk bij de start van het academiejaar 2018-2019.

Directeur strategie en beleid

Uitgevoerd

- Er is nog geen beleidsbeslissing met betrekking tot de verhuis van de kinesitherapieopleiding naar de Brussels Health Campus;

- Er is een gunstiger afspraak rond het huren van kamers in het studentenhuis van de EhB op Brussels Health Campus: VUB-studenten huren aan dezelfde prijs als de EhB-studenten;

- Het studentenhuis Bru Upkot Jette, via onze externe partner Upgrade Estate, is in gebruik genomen vanaf academiejaar 2017-2018.

8 Aangezien de lokalisatie van de opleiding Industriële Wetenschappen op Brussels Technology Campus wellicht een tijdelijke situatie is worden daar geen investeringen gepland.

9 Concreet op te volgen zijn: aantal Duitse studenten, eventuele verhuis van de opleiding kinesitherapie naar Jette, groei van de faculteit GF.

We actualiseren de prioriteitencriteria voor het huren van een studentenkamer.

We monitoren de uitbating van het studentenhuis U-Residence met hotelfunctie voor internationale (eventueel kortverblijvende) studenten op campus Etterbeek.

Er is een contingent van minimum 32 kamers voor internationale studenten (2014-2018).

Afdelingshoofd internationaal beleid

Uitgevoerd

- Bij het studentenhuis U-Residence zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen:

o Het gebrek aan kookgelegenheid maakt U-Residence minder geschikt voor internationale studenten;

o De vraag naar kamers is groter dan het contingent;

o De bewoners waren ontevreden over de communicatie op de website en het management van U-Residence. Er is ondertussen een nieuw management aangesteld.

We werken samen met het Brussels Gewest inzake instellingsoverkoepelende studentenhuisvesting.

Eventueel toekomstige actieplannen worden uitgevoerd (2014-2018).

Diensthoofd Studentenhuisvesting

Uitgevoerd

- Dit overleg gebeurt in samenwerking met Brik vzw;

- Het Brussels Gewest richtte in 2015 een sociale verhuurmaatschappij voor studentenhuisvesting op. Na een moeilijke start zijn er in 2017 enkele kamers in verhuur genomen. Website en communicatie naar studenten moeten nog uit de startblokken komen

- Op langere termijn worden in het project Usquare.Brussels studentenkamers voorzien, onder andere voor VUB-studenten.

We houden rekening met de evolutie van (de samenstelling van) de studentenpopulatie, met het nieuw aanbod studentenkamers, met internationalisering.

We stimuleren duurzaam wonen. We stimuleren energiebewustzijn en sensibiliseren m.b.t. afval sorteren.

We rusten de nieuwe studentenwijk uit met energiebesparende technologie.

De prioriteitencriteria zijn geactualiseerd in 2014.

Afdelingshoofd studentenbeleid

Uitgevoerd

 De prioriteitencriteria zijn geactualiseerd met ingang van academiejaar 2018-2019.

1 actie per jaar naar studenten (20142018).

Concrete maatregelen uitgevoerd vanaf 2016.

Diensthoofd preventie en milieu

Uitgevoerd

- We stimuleren gesorteerd ophalen van afval.

Directeur infrastructuur

Uitgevoerd

- We hebben rendabele investeringen opgenomen in het aanbestedingsdossier.

We voeren een financieel gezond beleid. De dienst huisvesting functioneert als een uitbatingsdienst.

We bepalen een huurgeldenbeleid.

Kosten en baten zijn in evenwicht (2014-2018).

Het huurgeldenbeleid is duidelijk over: de omvang van een eventuele huurprijskorting voor alle studenten; het al dan niet differentiëren van de huurprijzen over de verschillende studentengroepen heen (vanaf 20162017); het al dan niet differentiëren van de huurprijzen over de verschillende studentenhuizen en –wijken heen.

Diensthoofd Studentenhuisvesting

Afdelingshoofd studentenbeleid

Uitgevoerd

- We behaalden de begrotingsdoelstellingen.

Uitgevoerd

- We kunnen het huidige huurprijzenbeleid (zonder universele korting) aanhouden bij ingebruikname van de 650 nieuwe studentenkamers op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. We draaien daarmee break even; - De huurprijzen worden niet gedifferentieerd, niet over de verschillende studentengroepen heen, niet over de verschillende studentenhuizen heen; - Studenten met financiële nood kunnen een huurtoelage verkrijgen via het team studentenstatuut & studiefinanciering.

We evalueren de energievoorzieningen op campus Jette10.

Een evaluatieverslag is beschikbaar in 2014.

We herorganiseren de energievoorzieningen op campus Jette.

De energievoorzieningen voor studentenwijk campus

Jette zijn bijgestuurd in 2018.

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

Directeur infrastructuur Uitgevoerd

Directeur infrastructuur

Nog niet uitgevoerd

- Gezien de hoge energiekostprijs voor de studentenwijk op Brussels Health Campus volgen we dit dossier kort op. Volgens de planning zullen de studentenhuizen in 2018 een eigen stookplaats hebben.

De realisatie en ingebruikname van de nieuwbouw XY, met inbegrip van de nieuwe studentenkamers, vergt heel wat aandacht.

We zetten de evaluatie en opvolging van het toewijzingsbeleid verder. Bij die oefening houden we rekening met de studentenkamers die beschikbaar zijn via externe partners. In het bijzonder volgen we de huisvesting van internationale studenten op, zowel wat het aantal kamers als de uitrusting van de beschikbare kamers betreft. De extra capaciteit dankzij de ingebruikname van het nieuwbouw studentenhuis biedt hierbij nieuwe perspectieven. In de samenwerking met externe partners (Brik vzw, het sociaal verhuurkantoor voor studenten van het Brussels Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, Upgrade Estate NV, COVAS NV die de U-Residence uitbaat, de Université Libre de Bruxelles, Brussels University Alliance, de Erasmushogeschool Brussel, de Universitaire Associatie Brussel) spelen steeds meer complexe evenwichten. Het is zoeken naar een evenwicht tussen ieders doelen en belangen.

10 Te veel energie gaat verloren bij transport tussen UZ Brussel en de studentenwijk.

5. SOCIALE DIENSTVERLENING

Het aandeel beursstudenten is een goede indicator voor het aandeel studenten met een financiële nood. Ongeveer 17% van de studenten die in een initiële opleiding of een specifieke lerarenopleiding zijn ingeschreven, zijn beursstudent

De laatste jaren schommelen de cijfers van aandelen beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten relatief sterk; dat geldt ook voor de VUB. Tussen de Vlaamse universiteiten bevinden we ons vandaag in het middensegment11. Het valt wel op dat de VUB een relatief groter aandeel beursstudenten op kot heeft.

Meer dan één op tien studenten aan de VUB is werkstudent, goed voor circa 1.500. Alleen al omwille van de omvang zijn deze studenten een niet te verwaarlozen doelgroep. Maar ook omwille van hun behoeften aan informatie met betrekking tot het sociaal-financieel en sociaaljuridisch statuut als (werk)student. Internationale studenten maken ongeveer een vijfde uit van de VUB-studentenpopulatie. 24% van de bachelorstudenten en 38% van de masterstudenten zijn buitenlanders. Iets meer dan de helft van de internationale studenten is afkomstig uit de Europese Economische Ruimte (EER)12. Niet-Europese studenten zijn voornamelijk afkomstig uit China, Turkije, India, Iran en Vietnam.

Het team studentenstatuut & studiefinanciering verstrekt de studenten informatie en advies op sociaaljuridisch en sociaal-financieel vlak. In het kader van inkomende en uitgaande internationale mobiliteit bieden we deze dienstverlening ook aan internationale (werk)studenten en vluchtelingen.

Het team studentenstatuut & studiefinanciering biedt individuele financiële ondersteuning aan (werk)studenten met een financiële nood die hen belet hun studiekosten – inclusief kosten verbonden aan uitgaande mobiliteit – te betalen. We werken daarbij aanvullend op de bestaande overheidsondersteuning13. Concreet bieden we volgende formules van financiële ondersteuning aan:

 Huurtoelage

Studenten komen hiervoor in aanmerking als de studietoelage voor een kotstudent ontoereikend is om alle studiekosten te betalen. Of indien de kotstudent geen recht heeft op een studietoelage, maar wel een duidelijke financiele nood heeft;

 Sociale toelage

Studenten komen hiervoor in aanmerking wanneer ze een duidelijke financiële nood hebben en/of de eventuele huurtoelage niet volstaat om de financiële nood te ledigen;

 Externe beurs

Een student kan een externe beurs verkrijgen als hij of zij een financiële nood ervaart en voldoet aan de voorwaarden die de externe beursverstrekker en het team studentenstatuut & studiefinanciering voorschrijven;

 Buitenlandtoelage

Een student kan een buitenlandtoelage aanvragen indien de kosten van een internationale mobiliteit te zwaar doorwegen en tot een financiële nood leiden;

 Renteloze leningen op korte en lange termijn

Leningen zijn bedoeld voor studenten die een tijdelijk tekort – bijvoorbeeld bij betaling van het studiegeld of in afwachting van de studietoelage van de Vlaamse Overheid – willen overbruggen. Of voor studenten die kampen met een structurele financiële nood.

Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus biedt het team studentenstatuut & studiefinanciering, omwille van het grote aantal bezoekende studenten, dagelijkse permanenties aan. Op de Brussels Health Campus biedt de dienst een regelmatige permanentie van een halve dag per week aan. Studenten kunnen op beide campussen een afspraak maken met het team. Aangezien internationale studenten vooral op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vertoeven, maken zij vooral op die campus van deze dienstverlening gebruik.

Op de Brussels Technology Campus bedienen de studentenvoorzieningen van de Erasmushogeschool Brussel de studenten met financiële vragen en noden. De dienstverlening gebeurt er op afspraak. We verwijzen studenten, indien nodig of relevant, door naar interne of externe diensten. Denk aan de afdeling School- en Studietoelagen van de Vlaamse Overheid of de kinderbijslagfondsen. Indien nodig treedt het team studentenstatuut & studiefinanciering ook bemiddelend op tussen student en externe instanties.

Het team studentenjobs van de VUB leidt VUB- en EhB-studenten via een databank toe naar een ruim en gevarieerd aanbod van studentenjobs. Het jobaanbod is vandaag groter dan de vraag.

Studenten met financiële noden kunnen we actief attenderen op nieuwe vacatures voor VUB-jobs die hun passen en hun financieel zouden kunnen verder helpen.

11 Indicatieve voorlopige cijfers 2015-2016: Universiteit Hasselt 22%, Universiteit Antwerpen 17%, Vrije Universiteit Brussel 17%, Universiteit Gent 14%, Katholieke Universiteit Leuven 13%.

12 De top-5 van herkomstlanden van EER-studenten zijn Nederland, Duitsland, Italië, Spanje en Roemenië.

13 De Studentenraad keurde op 24 mei 2012 het basisbeleid hieromtrent goed.

Voor de verzekering van de buitenlandse studenten heeft de Vrije Universiteit Brussel een aantal samenwerkingen afgesloten. Op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus14 is er met PARTENA een samenwerking afgesloten. Er zijn verder samenwerkingen met verschillende andere verzekeringsmaatschappijen zoals Via, makelaar March, A&V Consult voor bijvoorbeeld repatriërings-, (aanvullende) ziekte- en brandverzekeringen. De universiteit organiseert kinderopvang voor de studenten. Op zowel de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de Brussels Health Campus is er een kinderdagverblijf. Beiden zijn vergund en gesubsidieerd15 door Kind & Gezin.

Toegang

Informatie, advies en begeleiding met betrekking tot de sociaal-financiële situatie en het sociaaljuridisch statuut en toeleiding naar een studentenjob is een voor alle studenten beschikbare dienstverlening.

Het verlenen van individuele financiële ondersteuning is voorbehouden16 aan studenten met financiële noden die aantonen dat ze:

 Moeilijkheden hebben om de studiekosten te betalen;

 Inspanningen leveren om inkomsten te verwerven17;

 Nog geen masterdiploma verworven hebben18;

 Voldoende studievoortgang hebben;

 Voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarden om in aanmerking te komen voor een studietoelage van de Vlaamse Overheid;

 Eerder aangegane verbintenissen met het team studentenstatuut & studiefinanciering nakomen.

In uitzonderlijke situaties kan het team studentenstatuut & studiefinanciering het billijkheidsprincipe toepassen. Dat kan gebeuren wanneer het team van oordeel is dat de voorwaarden voor de student in kwestie te hard zijn. In dat geval kan het team, om billijkheidsredenen en in het voordeel van de student, afwijken van de criteria. Het team studentenstatuut & studiefinanciering behoudt haar financiële tussenkomsten in principe voor aan studenten die voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarden zoals bepaald door de afdeling School- en Studietoelagen van de Vlaamse Overheid: een duurzaam verblijf in België en/of werken in België. Voor niet-EER-studenten voorziet de Vlaamse Overheid geen financiering van studentenvoorzieningen19. Deze studenten zijn verplicht om voldoende financiële middelen aan te tonen om een geldige verblijfsvergunning in België te kunnen krijgen. Tot slot zijn geen objectieve parameters beschikbaar om de financiële status van een student met buitenlandse inkomsten te evalueren. Dat impliceert dat het team studentenstatuut & studiefinanciering enkel in uitzonderlijke omstandigheden – in geval van een tijdelijk financieel tekort – financieel zal ondersteunen bij buitenlandse studenten met financiële noden.

Alle studenten kunnen met hun baby’s en peuters voor opvang terecht in de kinderdagverblijven van de VUB. De Vlaamse Overheid verwacht dat we minstens 20% van de erkende opvangplaatsen prioritair toekennen aan kwetsbare groepen. Dit zijn bijvoorbeeld gezinnen met een laag inkomen en alleenstaande ouders. Studenten vallen meestal in deze categorie.

Nieuw in 2017

Nog nooit kenden we zoveel renteloze leningen toe als in 2017. In totaal 578 leningen, waarvan 573 op korte termijn en 5 op lange termijn. Voor de stijging zien we als mogelijke verklaringen:

 Sinds academiejaar 2014-2015 volgt de Onderwijs- en Studentenadministratie de betaling van de studiegelden strakker op. Daardoor worden studenten verplicht hun studiegeldfactuur sneller te betalen, wat ertoe leidt dat ze ook sneller aankloppen voor een renteloze lening;

 Sinds het academiejaar 2015-2016 zijn de studiegelden verhoogd. Sommige studenten hebben het daardoor moeilijker om het verschuldigde studiegeld in één keer te betalen;

 De toename van het aantal studenten.

14 In de gemeente Jette is een PARTENA-kantoor aanwezig.

15 In de regelgeving (dd. 1/4/2014) ‘vergunde’ kinderopvang genoemd.

16 De huidige voorwaarden zijn in detail te lezen op https://student.vub.be/studiefinanciering#voorwaarden-ondersteuning

17 Niet-voltijdse studenten worden verondersteld inkomsten te verwerven via een (studenten)job.

18 Uitzondering: studenten met een masterdiploma kunnen nog in aanmerking komen voor een renteloze lening, maar niet meer voor een toelage.

19 Niet-EER-studenten moeten, wanneer ze zich inschrijven aan een Vlaamse onderwijsinstelling, verklaren dat ze ‘self-supported’ zijn. Dat betekent dat ze over voldoende financiële middelen beschikken om zelf hun studiekosten te betalen. Verder is het bij internationale studenten, wanneer ze een financiële nood zouden ervaren, onmogelijk om een sociaal-financieel onderzoek te voeren. Er kan immers geen correcte en objectieve inschatting van de sociaal-financiële situatie gemaakt kan worden (ander belastingsysteem, onvolledige verklaringen, …).

Op 1 oktober 2017 is er een nieuw aanstellingsproces VUB-jobstudenten in werking getreden. VUB-studenten moeten niet langer bij het team studentenjobs langskomen om hun contract te ondertekenen. De medewerkers van het team studentenjobs staan ook niet in voor het aanmaken of drukken van deze VUB-studentenjobcontracten. Het nieuwe proces is meer transparant en verloopt eenvoudiger: het zijn de VUB-diensten die vanaf nu zelf instaan voor het aanmaken en drukken van de studentencontracten van de VUB-studenten die ze willen tewerkstellen.

Tegelijk met de invoer van het nieuwe aanstellingsproces is er een nieuwe vacaturedatabank in gebruik genomen. Dankzij verschillende nieuwe functionaliteiten is de nieuwe databank – die een frisse look en feel heeft - gebruiksvriendelijker voor studenten die een studentenjob zoeken, werkgevers die een vacature willen plaatsen én voor het team studentenjobs die de databank beheert. Tot de nieuwe functionaliteiten behoren onder andere:

 Verschillende zoekfuncties om een studentenjob te vinden;

 Volledige beschikbaarheid in het Engels, wat de databank ook toegankelijk maakt voor internationale studenten;

 Het automatisch offline halen van vacatures van zodra de eindetewerkstellingsdatum verstreken is;

 Mogelijkheid voor studenten om voor een VUB-job rechtstreeks online te solliciteren bij de desbetreffende VUBdienst;

 Doorlinkmogelijkheden naar relevante informatie voor studenten.

Het is onze ambitie om de operationele werking van het team studentenstatuut & studiefinanciering verder te optimaliseren en te moderniseren. In 2017 hebben we daartoe al volgende stappen gezet:

 Verdere evolutie naar één volledig elektronisch dossierbeheer per student, geïntegreerd in het studentenadministratiesysteem CALI;

 Het creëren van een invoermogelijkheid voor sociale toelagen en externe beurzen in CALI.

Dankzij deze inspanningen is het nu mogelijk om voor één student alle typen dienstverlening over de verschillende academiejaren heen in één dossier toe te voegen. Verdere aanpassingen en toevoegingen blijven evenwel nodig; daar gaan we in 2018 verder mee aan de slag.

De Belgische Overheid aanvaardt steeds minder de tot voor kort gangbare wijze voor het aanvragen van studentenvisa voor selfsupporting studenten – studenten die niet over een studiebeurs beschikken – om hun bestaansmiddelen aan te tonen: een garant die de verbintenis tot ten lasteneming van de student ondertekent. Dit heeft te maken met het verhogen van het minimuminkomen waarover de garant moet beschikken en de moeilijkheid van garanten om een regelmatig inkomen aan te tonen via drie recente loonfiches. Dat leidde tot signalementen van professoren dat ze studenten verloren wier visum geweigerd werd wegens het niet kunnen aantonen van voldoende financiële middelen.

In het verleden hanteerde de VUB sporadisch de werkwijze om, als bewijs van solvabiliteit, geld te blokkeren op een rekening van de universiteit. Dit gebeurde voornamelijk voor die studenten wier beurs afliep nog vóór zij hun programma konden afwerken en die hun verblijfsvergunning moesten verlengen. Vanop de geblokkeerde rekening kreeg de student maandelijks een toelage uitbetaald.

De dienst Vreemdelingenzaken en de ambassades – die garanties willen dat de student steeds over voldoende financiële middelen beschikt gedurende de ganse duur van zijn of haar studieverblijf - drongen steeds meer aan op het veralgemeend hanteren van deze procedure voor het afleveren van een studentenvisum aan selfsupporting studenten. Tijdens het academiejaar 2017-2018 startte de VUB bij wijze van experiment met het aanbieden van de mogelijkheid voor alle buitenlandse studenten om geld te storten op een geblokkeerde VUB-rekening. Deze procedure impliceert een forse administratieve inspanning: het innen van het geld, het opmaken van de solvabiliteitsattesten voor de visumaanvragen en het maandelijks uitbetalen van de toelagen. Voor het academiejaar 2017-2018 ontvingen we alvast 214 aanvragen. 130 dossiers zijn in behandeling. In één geval gaat het om een uitgaande student die voldoende financiële middelen moest aantonen om een visum voor de Verenigde Staten te bekomen. De Europese Unie heeft als doel gesteld dat 20% van de studenten uit het hoger onderwijs tegen 2020 participeren aan een internationale mobiliteit. De Vlaamse Overheid legt de lat nog hoger en ambieert een streefcijfer van 33%. Daarbij gelden er ook quota voor beursstudenten. In 2017 gaf de Studentenraad groen licht voor de invoer van een buitenlandtoelage. Die toelage moet studenten, ondanks de extra studiekosten die een internationale mobiliteit met zich meebrengt, in staat stellen om deel te nemen aan een buitenlandse studie-ervaring. De eerste dossiers konden ingediend worden voor het academiejaar 2017-2018.

In 2016 lanceerde de Studentenraad het idee om een beurs voor studentenvertegenwoordigers in te voeren. De achterliggende idee is dat studenten omwille van financiële redenen niet ontmoedigd mogen worden om een engagement als studentenvertegenwoordiger op te nemen. De tijd die in dat engagement wordt gestoken, kan een student immers niet besteden aan een studentenjob. De Studentenraad werkte het voorstel in 2017 verder uit en keurde het goed. De eerste beurzen zullen tijdens het academiejaar 2018-2019 aangevraagd kunnen worden.

De zesde staatshervorming en de regeerakkoorden van 2014 brengen heel wat regelgevende evoluties met zich mee. Vast staat dat de impact voor de sociale dienstverlening aan studenten niet gering zal zijn. Voor de kinderbijslag zal er tot 1 januari 2019 vermoedelijk niets wijzigen. Het Betaald Educatief is ondertussen al een gemeenschapsbevoegdheid geworden. Het studeren met behoud van werkloosheidsuitkeringen is sinds 1 januari 2017 een gewestbevoegdheid geworden.

We merken in tussentijd op dat het voor iedereen – zowel studenten als personeel – niet altijd duidelijk is wat de concrete impact zal zijn van de wijzigingen. Dat is veelal te wijten aan inconsequenties of onduidelijke interpretaties in de huidige beleidsontwikkelingen.

De zesde staatshervorming en de regeerakkoorden van 2014 brengen heel wat regelgevende evoluties met zich mee. Vast staat dat de impact voor de sociale dienstverlening aan studenten niet gering zal zijn. Voor de kinderbijslag zal er tot 1 januari 2019 vermoedelijk niets wijzigen. Het Betaald Educatief is ondertussen al een gemeenschapsbevoegdheid geworden. Het studeren met behoud van werkloosheidsuitkeringen is sinds 1 januari 2017 een gewestbevoegdheid geworden. We merken in tussentijd op dat het voor iedereen – zowel studenten als personeel – niet altijd duidelijk is wat de concrete impact zal zijn van de wijzigingen. Dat is veelal te wijten aan inconsequenties of onduidelijke interpretaties in de huidige beleidsontwikkelingen.

Kengetallen en trends

Kengetallen en trends

Cijfers over studietoelagen zijn beschikbaar op http://www.ond.vlaanderen.be/studietoelagen/beleidsinfo/

Cijfers over studietoelagen zijn beschikbaar op http://www.ond.vlaanderen.be/studietoelagen/beleidsinfo/

Evolutie beursstudenten

Aantal studenten aan Vlaamse universiteiten

aantal beursstudenten aan Vlaamse universiteiten

aantal studenten aan VUB

aantal beursstudenten aan VUB

Figuur 12: Evolutie beursstudenten en aantal studenten die in een opleiding zijn ingeschreven waarvoor een studietoelage kan toegekend worden aan de VUB én aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2015-2016. Het aantal beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten is stilaan gestagneerd, maar aan de VUB

Figuur 12: Evolutie beursstudenten en aantal studenten die in een opleiding zijn ingeschreven waarvoor een studietoelage kan toegekend worden aan de VUB én aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2015-2016. Het aantal beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten is stilaan gestagneerd, maar aan de VUB neemt het nog lichtjes toe. Maar vanaf 2010-2011 stijgt de studentenpopulatie relatief sterker dan de stijging van het aantal beursstudenten. Het aandeel beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten vermindert; in 2015-2016 nog 14,8% in Vlaanderen, ten opzichte van 16,8% aan de VUB. Voor 2016-2017 zijn er vanuit de Vlaamse Overheid nog geen cijfers beschikbaar.

neemt het nog lichtjes toe. Maar vanaf 2010-2011 stijgt de studentenpopulatie relatief sterker dan de stijging van het aantal beursstudenten. Het aandeel beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten vermindert; in 20152016 nog 14,8% in Vlaanderen, ten opzichte van 16,8% aan de VUB. Voor 2016-2017 zijn er vanuit de Vlaamse Overheid nog geen cijfers beschikbaar.

Gemiddeld toegekend studietoelagebedrag

KULeuven

Uantwerpen

UGent

UHasselt

VUB

Figuur 13: Evolutie van het gemiddeld toegekend studietoelagebedrag van beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2015-2016. Tot 2014-2015 hadden beursstudenten aan de VUB doorgaans het hoogste studietoelagebedrag in vergelijking met hun medestudenten aan de andere Vlaamse universiteiten; VUB-studenten lijken dus financieel kwetsbaarder te zijn. Voor 2015-2016 lijkt daarin een kentering te komen. Meer recente cijfers zijn evenwel niet beschikbaar. Voor 2016-2017 zijn er vanuit de Vlaamse Overheid nog geen cijfers beschikbaar.

Figuur 13: Evolutie van het gemiddeld toegekend studietoelagebedrag van beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2015-2016. Tot 2014-2015 hadden beursstudenten aan de VUB doorgaans het hoogste studietoelagebedrag in vergelijking met hun medestudenten aan de andere Vlaamse universiteiten; VUB-studenten lijken dus financieel kwetsbaarder te zijn. Voor 2015-2016 lijkt daarin een kentering te komen. Meer recente cijfers zijn evenwel niet beschikbaar. Voor 2016-2017 zijn er vanuit de Vlaamse Overheid nog geen cijfers beschikbaar.

Percentage kostudenten met een maximale studietoelage

KULeuven

UAntwerpen

UGent

UHasselt

VUB

Figuur 14: Het percentage van beursstudenten op kot met een maximum studietoelage binnen de groep beursstudenten die op kot zitten in de periode 2008-2009 tot 2015-2016 is aan de VUB het hoogst van alle Vlaamse universiteiten. De VUB trekt dus een relatief opvallend hoog aantal kotstudenten met ernstige financiële noden aan. Meer recente cijfers zijn niet beschikbaar. Voor 2016-2017 zijn er vanuit de Vlaamse Overheid nog geen cijfers beschikbaar.

Figuur 14: Het percentage van beursstudenten op kot met een maximum studietoelage binnen de groep beursstudenten die op kot zitten in de periode 2008-2009 tot 2015-2016 is aan de VUB het hoogst van alle Vlaamse universiteiten. De VUB trekt dus een relatief opvallend hoog aantal kotstudenten met ernstige financiële noden aan. Meer recente cijfers zijn niet beschikbaar. Voor 2016-2017 zijn er vanuit de Vlaamse Overheid nog geen cijfers beschikbaar.

Financiële ondersteuning aan studenten

Figuur 14: Het percentage van beursstudenten op kot met een maximum studietoelage binnen de groep beursstudenten die op kot zitten in de periode 2008-2009 tot 2015-2016 is aan de VUB het hoogst van alle Vlaamse universiteiten. De VUB trekt dus een relatief opvallend hoog aantal kotstudenten met ernstige financiële noden aan. Meer recente cijfers zijn niet beschikbaar. Voor 2016-2017 zijn er vanuit de Vlaamse Overheid nog geen cijfers beschikbaar.

Aantal unieke studenten met aanvra(a)g(en)

aantal unieke studenten met toekenning(en)

Figuur 15: Aantal studenten dat in 2014, 2015, 2016 en 2017 één of meer aanvragen voor een (financiële) ondersteuning(en) heeft ingediend bij het team studentenstatuut & studiefinanciering versus aantal studenten dat één of meer (financiële) ondersteuning(en) heeft gekregen.

Figuur 15: Aantal studenten dat in 2014, 2015, 2016 en 2017 één of meer aanvragen voor een (financiële) ondersteuning(en) heeft ingediend bij het team studentenstatuut & studiefinanciering versus aantal studenten dat één of meer (financiële) ondersteuning(en) heeft gekregen.

Tabel 3: aantal in 2016-2017 uitgekeerde toelagen en leningen aan studenten, inclusief de range en mediaan van de uitgekeerde bedragen. Huurtoelagen worden in theorie toegekend voor 12 maanden. Maar er zijn ook studenten die voor een kortere periode een huurtoelage ontvangen (bijvoorbeeld in geval van laattijdige aanvraag of vroegtijdige opzeg van het huurcontract).

Tabel 3: aantal in 2016- 2017 uitgekeerde toelagen en leningen aan studenten, inclusief de range en mediaan van de uitgekeerde bedragen. Huurtoelagen worden in theorie toegekend voor 12 maanden. Maar er zijn ook studenten die voor een kortere periode een huurtoelage ontvangen (bijvoorbeeld in geval van laattijdige aanvraag of vroegtijdige opzeg van het huurcontract).

Gespendeerd budget financiële ondersteuning

Externe beurzen

Sociale toelage

Renteloze leningen

Huurtoelagen

Figuur 16: Door het team studentenstatuut & studiefinanciering gespendeerd budget aan financiële ondersteuning voor studenten in de periode 2010-2017. Opvallend en onverwacht is de daling van de budgetten besteed aan huurtoelagen in de periode 2010-2014. We vermoeden dat de sterke daling niet enkel het resultaat kan zijn van de kleine beleidswijzigingen die zich hebben voorgedaan. De wijziging in het proces van aanvragen van een huurtoelage (sinds enkele jaren is het aanvraagformulier huurtoelagen niet meer opgenomen in de gedrukte brochure met betrekking tot het aanvragen van een VUB-kamer) zou ook een effect kunnen hebben. Ook het om ICT-tech nische redenen niet kunnen opvolgen in 2013-2014 van achterstallige betalingen van huurgelden kan een rol hebben gespeeld; studenten met financiële noden werden zo niet vroeg genoeg geconfronteerd met een betalingsachterstand. Een andere mogelijke verklaring is het groter aantal (beurs)studenten dat niet langer op kot gaat omwille van ontoereikende financiële middelen. De laatste drie jaren stabiliseert het budget huurtoelagen rond de €425.000. 2015 gaf een piek-beeld omdat de VUB-huurtoelagen van het eerste deel van het academiejaar 2015-2016 al op het budget van 2015 werden geboekt, daar waar dit voorheen in het daaropvolgende jaar werd ingeboekt. Vanaf 2016 geven de cijfers de uitgaven per kalenderjaar weer.

Figuur 16: Door het team studentenstatuut & studiefinanciering gespendeerd budget aan financiële ondersteuning voor studenten in de periode 2010-2017. Opvallend en onverwacht is de daling van de budgetten besteed aan huurtoelagen in de periode 2010-2014. We vermoeden dat de sterke daling niet enkel het resultaat kan zijn van de kleine beleidswijzigingen die zich hebben voorgedaan. De wijziging in het proces van aanvragen van een huurtoelage (sinds enkele jaren is het aanvraagformulier huurtoelagen niet meer opgenomen in de gedrukte brochure met betrekking tot het aanvragen van een VUB-kamer) zou ook een effect kunnen hebben. Ook het om ICT-technische redenen niet kunnen opvolgen in 2013-2014 van achterstallige betalingen van huurgelden kan een rol hebben gespeeld; studenten met financiële noden werden zo niet vroeg genoeg geconfronteerd met een betalingsachterstand. Een andere mogelijke verklaring is het groter aantal (beurs)studenten dat niet langer op kot gaat omwille van ontoereikende financiële middelen. De laatste drie jaren stabiliseert het budget huurtoelagen rond de €425.000. 2015 gaf een piek-beeld omdat de VUB-huurtoelagen van het eerste deel van het academiejaar 2015-2016 al op het budget van 2015 werden geboekt, daar waar dit voorheen in het daaropvolgende jaar werd ingeboekt. Vanaf 2016 geven de cijfers de uitgaven per kalenderjaar weer.

We zien dat het budget sociale toelagen de afgelopen jaren wel licht toeneemt, al zeker de voorbije twee jaar. Maar niet in dezelfde mate als de mate waarmee het budget huurtoelagen afneemt.

We zien dat het budget sociale toelagen de afgelopen jaren wel licht toeneemt, al zeker de voorbije twee jaar. Maar niet in dezelfde mate als de mate waarmee het budget huurtoelagen afneemt.

Het valt op dat het budget gespendeerd aan renteloze studieleningen de laatste jaren enorm toegenomen is. Dit is te verklaren door het grotere aantal renteloze studieleningen die werden toegekend voor betaling van het studiegeld (het studiegeld gespreid kunnen betalen zou een elegante oplossing bieden voor de meeste van deze studenten).

Het valt op dat het budget gespendeerd aan renteloze studieleningen de laatste jaren enorm toegenomen is. Dit is te verklaren door het grotere aantal renteloze studieleningen die werden toegekend voor betaling van het studiegeld (het studiegeld gespreid kunnen betalen zou een elegante oplossing bieden voor de meeste van deze studenten).

Verdeling huurtoelage

Figuur 17: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2017. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen ongeveer rond een 80-20-verdeling.

Figuur 17: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2017. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen ongeveer rond een 80-20-verdeling.

Figuur 17: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2017. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen ongeveer rond een 80-20-verdeling.

Aanvragen en uitbetalingen buitenlandtoelage

aantal aanvragen aantal aanvragen die voldeden aan de voorwaarden aantal uitbetalingen

Figuur 18: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een buitenlandtoelage sinds de invoering voor het academiejaar 2017 -2018. 21 studenten dienden in 2017 een aanvraag in. 4 studenten voldeden niet aan de financiële voorwaarden. Eén van de studenten annuleerde zijn aanvraag. In 2017 zijn al 13 aanvragen uitbetaald. Drie goedgekeurde buitenlandtoelagen zullen worden uitbetaald in 2018 voor een uitwisseling in het 2de semester.

Figuur 18: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een buitenlandtoelage sinds de invoering voor het academiejaar 20172018. 21 studenten dienden in 2017 een aanvraag in. 4 studenten voldeden niet aan de financiële voorwaarden. Eén van de studenten annuleerde zijn aanvraag. In 2017 zijn al 13 aanvragen uitbetaald. Drie goedgekeurde buitenlandtoelagen zullen worden uitbetaald in 2018 voor een uitwisseling in het 2de semester.

Aantal contacten

Figuur 19: Verdeling contacten op het team studentenstatuut & studiefinanciering/studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in het jaar 2015, 2016 en 2017.

Figuur 19: Verdeling contacten op het team studentenstatuut & studiefinanciering/studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in het jaar 2015, 2016 en 2017.

De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face, dit ten gevolge van het feit dat studenten de contactgegevens voor vacatures voornamelijk via e-mail opvragen en aangezien studenten ook hun studentencontract persoonlijk moesten komen ondertekenen bij het team studentenjobs.

De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face, dit ten gevolge van het feit dat studenten de contactgegevens voor vacatures voornamelijk via e-mail opvragen en aangezien studenten ook hun studentencontract persoonlijk moesten komen ondertekenen bij het team studentenjobs.

Figuur 19: Verdeling contacten op het team studentenstatuut & studiefinanciering/studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in het jaar 2015, 2016 en 2017. De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face, dit ten gevolge van het feit dat studenten de contactgegevens voor vacatures voornamelijk via e-mail opvragen en aangezien studenten ook hun studentencontract persoonlijk moesten komen ondertekenen bij het team studentenjobs.

Figuur 20: Verdeling contacten op het team studentenstatuut & studiefinanciering/ studentenjobs per maand in 2015, 2016 en 2017. Een duidelijke piek is merkbaar rond de start van het academiejaar. In 2017 is de meerderheid van de contacten (76%) met studenten. 9% van de contacten is met collega’s. De andere 15% is met anderen/externen (9%), toekomstige studenten (2%) of ouder(s) van studenten (4%). Het merendeel van de contactvragen in 2017 gaat over de dienstverlening van het team studentenjobs (36%) en het team studentenstatuut & studiefinanciering (27%). Daarna volgen vragen over studietoelagen (15%), sociaal-financiële thema’s (12%),sociaaljuridische thema’s (9%) en psychosociale thema’s of andere vragen (1%).

Figuur 20: Verdeling contacten op het team studentenstatuut & studiefinanciering/ studentenjobs per maand in 2015, 2016 en 2017. Een duidelijke piek is merkbaar rond de start van het academiejaar. In 2017 is de meerderheid van de contacten (76%) met studenten. 9% van de contacten is met collega’s. De andere 15% is met anderen/externen (9%), toekomstige studenten (2%) of ouder(s) van studenten (4%). Het merendeel van de contactvragen in 2017 gaat over de dienstverlening van het team studentenjobs (36%) en het team studentenstatuut & studiefinanciering (27%). Daarna volgen vragen over studietoelagen (15%), sociaal-financiële thema’s (12%),sociaaljuridische thema’s (9%) en psychosociale thema’s of andere vragen (1%).

Figuur 21: Aantal vacatures voor studentenjob tijdens het academiejaar en vakantieperioden - opgesplitst naar gepubliceerde vacatures van de VUB en bij externe werkgevers (buiten de VUB) - dat gepubliceerd werd op de jobdatabank in 2015, 2016 en 2017 20

Figuur 21: Aantal vacatures voor studentenjob tijdens het academiejaar en vakantieperioden - opgesplitst naar gepubliceerde vacatures van de VUB en bij externe werkgevers (buiten de VUB) - dat gepubliceerd werd op de jobdatabank in 2015, 2016 en 201720. Uit oudere cijfers kunnen we afleiden dat tussen 1998 en 2014 het aantal studentenjobs, uitgevoerd door VUB-studenten (op basis van ramingen van aantal gepubliceerde studentenjobs), ongeveer verdriedubbeld is.

Uit oudere cijfers kunnen we afleiden dat tussen 1998 en 2014 het aantal studentenjobs, uitgevoerd door VUBstudenten (op basis van ramingen van aantal gepubliceerde studentenjobs), ongeveer verdriedubbeld is. Voor 2017 kunnen de cijfers als volgt opgesplitst worden: VUB-jobs: 18%; jobs bij bedrijven en organisaties (buiten VUB): 56%; jobs bij particulieren als babysitter/oppashulp: 12%; jobs bij particulieren als bijlesgever/huiswerkbegeleider: 14%.

Voor 2017 kunnen de cijfers als volgt opgesplitst worden: VUB-jobs: 18%; jobs bij bedrijven en organisaties (buiten VUB): 56%; jobs bij particulieren als babysitter/oppashulp: 12%; jobs bij particulieren als bijlesgever/huiswerkbegeleider: 14%.

Aantal arbeidsovereenkomsten VUB-jobs

20 Het aandeel VUB-jobs lijkt erg beperkt in vergelijking met de externe jobs. Dit komt omdat niet alle VUB-jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen op een VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.

jobdatabank in 2015, 2016 en 2017 20 . Uit oudere cijfers kunnen we afleiden dat tussen 1998 en 2014 het aantal studentenjobs, uitgevoerd door VUBstudenten (op basis van ramingen van aantal gepubliceerde studentenjobs), ongeveer verdriedubbeld is.

Voor 2017 kunnen de cijfers als volgt opgesplitst worden: VUB-jobs: 18%; jobs bij bedrijven en organisaties (buiten VUB): 56%; jobs bij particulieren als babysitter/oppashulp: 12%; jobs bij particulieren als bijlesgever/huiswerkbegeleider: 14%.

Figuur 22: Aantal arbeidsovereenkomsten voor jobstude nten aan de VUB in de periode 2007 tot 2017. Arbeidsovereenkomsten worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven (maximum een maand), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job.

Figuur 22: Aantal arbeidsovereenkomsten voor jobstudenten aan de VUB in de periode 2007 tot 2017. Arbeidsovereenkomsten worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven (maximum een maand), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job.

Totaal aantal gepresteerde uren door VUB-studenten voor VUB-jobs

20 Het aandeel VUB-jobs lijkt erg beperkt in vergelijking met de externe jobs. Dit komt omdat niet alle VUB- jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen op een VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.

Figuur 23: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2017. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ongeveer 50% in de periode 2010-2017).

Figuur 23: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2017. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ongeveer 50% in de periode 2010-2017).

Totaal aantal tewerkgestelde studenten voor VUB-jobs

Figuur 23: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2017. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ongeveer 50% in de periode 2010-2017).

Totaal aantal tewerkgestelde studenten voor VUB-jobs

Figuur 24: Totale aantal tewerkgestelde studenten op VUB-diensten in de periode 2007-2017. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren is blijven toenemen (toename van het aantal tewerkgestelde studenten van ongeveer 65% in de periode 2007-2017).

Figuur 24: Totale aantal tewerkgestelde studenten op VUB-diensten in de periode 2007-2017. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren is blijven toenemen (toename van het aantal tewerkgestelde studenten van ongeveer 65% in de periode 2007-2017).

Aantal kinderen in kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus

# kinderen # kinderen van studenten # kinderen van VUBstudenten # kinderen van VUBstudenten in Bachelor of Master

Figuur 25: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016 en 2017 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.

Figuur 25: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016 en 2017 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.

Aantal kinderen in kinderdagverblijf Brussels Health Campus

Figuur 25: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016 en 2017 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.

kinderen

Figuur 26: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016 en 2017 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Health Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.

Figuur 26: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016 en 2017 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Health Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.

Resultaten en betoelaging

Resultaten en betoelaging In 2017 hebben we 98% van het bedrag begroot voor financiële ondersteuning van studenten uitgegeven.

In 2017 hebben we 98% van het bedrag begroot voor financiële ondersteuning van studenten uitgegeven.

We hanteren bij het opstellen van de begroting een voorzichtigheidsbeleid. Zo kunnen we, in een externe context die voortdurend aan wijzigingen en besparingen onderhevig is, de risico’s voor de zeer kwetsbare groep van studenten met financiële noden beperken. De verhoging van de studiegelden in 2015 was alvast een expliciete reden tot voorzichtigheid.

We hanteren bij het opstellen van de begroting een voorzichtigheidsbeleid. Zo kunnen we, in een externe context die voortdurend aan wijzigingen en besparingen onderhevig is, de risico’s voor de zeer kwetsbare groep van studenten met financiële noden beperken. De verhoging van de studiegelden in 2015 was alvast een expliciete reden tot voorzichtigheid.

De laatste jaren daalden de uitgegeven sommen aan financiële ondersteuning. In 2015 was er met een status quo een kentering. Voor 2017 merken we, net zoals in 2016, een lichte toename. Die is het gevolg van een verdere stijging van de uitgekeerde sociale toelagen.

De laatste jaren daalden de uitgegeven sommen aan financiële ondersteuning. In 2015 was er met een status quo een kentering. Voor 2017 merken we, net zoals in 2016, een lichte toename. Die is het gevolg van een verdere stijging van de uitgekeerde sociale toelagen.

Bij de renteloze leningen – die houden we buiten begroting omdat de geleende bedragen worden terugbetaald – stellen we sinds 2013 een duidelijke stijging vast van de uitgeleende bedragen. Nog nooit eerder kenden we zoveel renteloze leningen toe als in 2017.

We blijven deze evoluties opvolgen. Zo nodig moeten we de begrote budgetten aanpassen.

Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan

Strategische doelstellingen VUB per werkveld

We consolideren ons huidig beleid sociale dienstverlening en jobdienst.

Operationele doelstellingen

We zetten onze huidige dienstverlening verder.

We evalueren jaarlijks de dienstverlening op (sociale) rechtvaardigheid, aanbod, transparantie, laagdrempeligheid, coherentie en administratieve eenvoud.

Indicatoren

De huidige dienstverlening wordt niet afgebouwd (20142018).

De huidige dienstverlening wordt indien nuttig bijgestuurd (accentwijzigingen) na evaluatie (2014-2018).

Projectleider

Evaluatie 2017

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd - De Stuvoraad heeft het beleid huurtoelagen bijgestuurd vanaf 20142015 omwille van coherentie met het toewijzingsbeleid studentenkamers en de criteria van de afdeling School- en Studietoelagen; - We namen initiatief om een spreiding van betaling van het studiegeld in het studentenadministratiesysteem mogelijk te maken. Dit in het licht van de verhoogde studiegelden en de toename van het aantal renteloze leningen voor het studiegeld.

We breiden ons beleid sociale/financiele dienstverlening verder uit.

We voeren een objectieve budgetstandaard in bij het sociaal-financieel onderzoek in het kader van de financiële ondersteuning aan studenten.

We toetsen de studievoortgangsbeoordelingscriteria verder af met onderwijsbeleid en de dienst huisvesting en verfijnen ze indien nodig.

Er wordt een objectieve budgetstandaard gebruikt in de beoordeling van een dossier sociale toelagen/lening lange termijn/externe beurzen (20142018).

Duidelijke studievoortgangscriteria, gelijk voor de toekenning van een kamer in een VUB-studentenhuis en de toekenning van financiële ondersteuning, zijn beschikbaar vanaf 2014-2015.

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd - Sinds de zomer van 2015 hebben we een geoptimaliseerde versie van de webapplicatie STUfi in gebruik genomen. We gebruiken deze webapplicatie sinds augustus volwaardig.

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Deels uitgevoerd - De Stuvoraad heeft het beleid huurtoelagen geactualiseerd en afgestemd; - De toekenningscriteria omtrent studievoortgang bij sociale toelagen kunnen verder geoptimaliseerd worden. Overleg met onderwijsbeleid lijkt aangewezen.

We verbreden onze focus naar werkstudenten en naar studenten in uitgaande internationale mobiliteit.

We breiden de informatie- en adviesverlening uit met sociaal-juridische informatie specifiek voor werkstudenten: Betaald Educatief Verlof, Onthaalen Vormingsverlof, tijdskrediet, loopbaanonderbreking, VDAB-tussenkomsten en tegemoetkomingen voor werkzoekenden.

Informatie over het sociaal-juridisch statuut, specifiek voor werkstudenten, is beschikbaar op MY.VUB en/of via publicaties (2014-2018).

Vragen over het sociaal-juridisch statuut, specifiek voor werkstudenten, worden door het Team Studentenstatuut & Studiefinanciering adequaat beantwoord (2014-2018).

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd - De brochure “Werken en studeren” geven we niet meer uit. Alle informatie is nu beschikbaar via een specifieke webpagina op student. vub.be

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd

We informeren studenten die in het buitenland wensen te studeren, proactief over de mogelijkheden tot individuele financiële ondersteuning.

Informatie over individuele financiele ondersteuning is beschikbaar op MY.VUB (20142015).

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd - Deelname aan de Go Abroad Week hebben we sinds 2015 gerealiseerd, in samenspraak met IRMO; - Er is specifieke informatie over beurzen beschikbaar op student. vub.be, met een expliciete link naar de dienstverlening van het team studentenstatuut & studiefinanciering; - In 2017 keurde de Studentenraad het invoeren van een buitenlandtoelage voor studenten die naar het buitenland gaan in het kader van hun studies goed.

De kostenpijler internationale mobiliteit is opgenomen in het aanvraagformulier voor een sociale toelage (2014-2015).

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd

Strategische doelstellingen VUB per werkveld

Operationele doelstellingen

We optimaliseren en professionaliseren de operationele werking van de Sociale Dienst Studenten en de Jobdienst. We zorgen voor een coherent, geïntegreerd en geautomatiseerd dossierbeheer via een informatiesysteem21

Indicatoren

Projectleider

De registratie van de sociaal-financiele dienstverlening gebeurt via één elektronisch dossier per student (2014-2018).

De opvolging van de leningendossiers gebeurt op automatische wijze (2014-2018).

De papieren communicatie naar de student wordt vervangen door een globale elektronische communicatie via e-mail (20142018).

We onderzoeken de mogelijkheden om een elektronische aanvraag financiële ondersteuning in te voeren waarbij papieren dossiers op termijn verdwijnen.

Beslissing over het al dan niet implementeren van een applicatie voor elektronische aanvraag van financiële ondersteuning door studenten (20142018).

21 Afhankelijk van de mogelijkheden binnen de ICT- & CALI-planning.

Evaluatie 2017

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd - Voor de renteloze studieleningen, voorschotten op de studietoelage, huurtoelagen, bijzondere procedures, verminderingen van het studiegeld, sociale toelagen en externe beurzen kunnen sinds 2017 alle aanvragen in CALI geregistreerd worden; - De nieuwe types financiële ondersteuning aan studenten (bv. de buitenlandtoelage) zijn nog niet geïnformatiseerd; deze kunnen nog niet in CALI worden geregistreerd. Dit is evenwel de bedoeling en de nodige stappen zijn hiervoor al gezet.

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Nog niet gestart - Dit is voorlopig niet haalbaar binnen het studentenadministratiesysteem ( CALI).

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Deels uitgevoerd - Voor de huurtoelagen, verminderingen in het studiegeld, bijzondere procedures, externe beurzen en sociale toelagen is dit in orde; - Voor de opvolging van de renteloze studieleningen en voorschotten op de studietoelage is deze elektronische communicatie nog niet in orde (dit komt ook omdat een volledige automatische opvolging van de leningendossiers nog niet mogelijk is).

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten

Nog niet gestart - Dit heeft te maken met andere ICT-prioriteiten.

We onderzoeken de mogelijkheden om per kalenderjaar het aantal contacten op de Sociale Dienst Studenten en de Jobdienst te registeren: telefoon, e-mail, face-to-face.

We voeren een verdere instellingsbrede bekendmaking van de Sociale Dienst Studenten in. Informatie over de werking van de Sociale Dienst Studenten wordt op een transparante en duidelijke manier bekend gemaakt.

Beslissing over het al dan niet implementeren van een applicatie voor elektronische registratie (2014-2018).

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd

Informatie over de dienstverlening van de Sociale Dienst Studenten wordt jaarlijks geactualiseerd op het intranet voor personeel (2014-2018).

Contactgegevens van de Sociale Dienst Studenten zijn vermeld op alle facturen die naar studenten verstuurd worden (2014-2018).

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Nog niet uitgevoerd - We wachten op een beleidsbeslissing met betrekking tot intranet personeel.

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Deels uitgevoerd

- De vorderingen met betrekking tot studiegeld vanuit dede Onderwijs- en Studentenadministratie vermelden sinds 2014 de contactgegevens van het team studentenstatuut & studiefinanciering. Hetzelfde gebeurt voor de facturen vanuit Studentenhuisvesting naar studenten met een huurachterstand; - Aan de Faculteitssecretarissen hebben we gevraagd om bij de kostprijs van extra curriculaire activiteiten steeds de contactgegevens van het team studentenstatuut & studiefinanciering te vermelden, in geval van betalingsmoeilijkheden;

- Voor alle andere facturen naar studenten (bibliotheek, faculteiten) is verdere afstemming met de betrokken diensten nodig.

Strategische doelstellingen VUB per werkveld

Operationele doelstellingen

We fuseren de Sociale Dienst Studenten en het team studentenjobs22

Indicatoren

De Sociale Dienst Studenten en de Jobdienst zijn op 1 januari 2016 in perfect operationele setting gefuseerd.

Projectleider

Evaluatie 2017

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd

We versterken en formaliseren de samenwerking tussen EhB en VUB m.b.t. de Jobdienst en de Sociale Dienst Studenten.

We stemmen af tussen beide Sociale Diensten Studenten op het concrete dienstverleningsniveau.

Meer convergentie m.b.t. de beoordeling van studievoortgang in de beoordeling van toelagendossiers, de toekenningscriteria voor financiële ondersteuning, het gebruik van de budgetstandaard en de registratie van studentencontacten (ten laatste in 2018)23

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten

Deels uitgevoerd - We realiseerden dit voor de registratie van studentencontacten; - Andere mogelijke samenwerkingen worden voorlopig niet gedragen door de EhB.

We stemmen af tussen beide jobdiensten op het concrete dienstverleningsniveau.

Eenzelfde promotie van sociaal-juridisch advies over studentenarbeid op alle campussen van VUB en EhB, vertaling van de gemeenschappelijke jobdatabank in het Engels en het gemeenschappelijk plaatsen van vacatures in de jobdatabank (ten laatste in 2018)24

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten

Deels uitgevoerd

- We hebben de eerste gesprekken hierover gevoerd met de directeur Stuvo van de EhB. De ideeën worden verder onderzocht en uitgewerkt;

- We realiseerden de vertaling van de gemeenschappelijke jobdatabank in het Engels;

- Aangezien alle informatie in de gemeenschappelijke brochure sinds 2016 op MY.VUB (sinds 2017 overgenomen door student.vub.be) vermeld staat, is het voor VUB niet meer nodig een gemeenschappelijke brochure te drukken;

- In 2017 hebben we een nieuwe VUB-vacaturedatabank in gebruik genomen waarmee we minder afhankelijk zijn van EhB.

Een permanentie van de Jobdienst op campus Jette is voorzien ten laatste in 2016.

Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd

22 Na pensionering van Martine Truyens op 31 december 2015.

23 Randvoorwaarde: consensus tussen EhB en VUB.

24 Randvoorwaarde: consensus tussen EhB en VUB.

We investeren in een vernieuwde infrastructuur van het kinderdagverblijf in functie van noodzakelijke capaciteitsuitbreiding en actuele en te verwachten kwaliteitseisen25

We stellen een masterplan op voor het kinderdagverblijf te Jette in overleg met Kind & Gezin, het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA), de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het UZ Brussel.

We bouwen het concept “Huis van het Kind” uit zoals voorzien in het nieuwe decreet (met nadruk op samenwerkingsverbanden tussen verschillende actoren in het kader van preventieve gezinsondersteuning).

We gaan na of het mogelijk is CAW Brussel in te passen in het project nieuwbouw kinderdagverblijf én “Huis van het Kind” te Jette.

Projectplanning gerealiseerd volgens op te stellen masterplan (2018).

Diensthoofd kinderdagverblijven Uitgevoerd - De Vlaamse Gemeenschap heeft in 2014 principieel ingestemd om dit masterplan te subsidiëren. Het subsidiedossier is in december 2014 ingediend op Vlaams niveau (VIPA).

Het Masterplan voor het nieuwe kinderdagverblijf zit intussen vervat in een breed concept met de nieuwbouw van een school, CAW-lokalen en scoutswerking; - Op 16 juli is er op basis van een wedstrijd een opdracht toegekend aan een architectenbureau.

Het concept “Huis van het Kind” voorziet een integratie van de decretale functies van het “Huis van het Kind” in de nieuwe infrastructuur van het kinderdagverblijf Jette (2018).

Diensthoofd kinderdagverblijven Uitgevoerd - Het Huis van het Kind Jette maakt deel uit van de Brusselbrede erkenning Huis van het Kind Brussel. Een samenwerkingsakkoord is gerealiseerd.

- Uitvoering is voorzien voor 2017.

Beslissing genomen (2014-2018).

Diensthoofd kinderdagverblijven

In uitvoering

25 Decreet Kinderopvang van 20 april 2012 en de nog te verwachten uitvoeringsbesluiten en het Decreet Preventieve gezinsondersteuning (nog in voorbereiding).

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

In 2016 maakten we een vergelijkende analyse van de beursstudenten aan de Vlaamse Universiteiten26. Deze wijst uit dat VUB-beursstudenten gemiddeld genomen vaker recht hebben op:

 een hoger bedrag studietoelage;

 een maximale studietoelage (als kot- en pendelstudent);

 een studietoelage als alleenstaand, gehuwd of zelfstandig student.

We concluderen daaruit dat VUB-beursstudenten financieel kwetsbaarder lijken te zijn dan hun collega-studenten aan de andere Vlaamse universiteiten. Dat betekent dat we geconfronteerd worden met een aanzienlijke groep studenten die het financieel niet gemakkelijk heeft.

VUB-beursstudenten hebben ook vaker recht op een studietoelage voor een lager aantal (opgenomen) studiepunten met een inzet van jokerkrediet. Dit duidt op een minder goede studievoortgang in vergelijking met beursstudenten aan de andere Vlaamse universiteiten.

De afgelopen jaren merken we een toename van internationale studenten die langskomen bij het team studentenstatuut & studiefinanciering en het team studentenjobs. Veel meer dan vroeger worden gesprekken met studenten ook steeds meer in het Engels gevoerd. Hieruit leiden we af dat de huidige opdeling tussen een dienstverlening voor ‘Belgische’ studenten via het team studentenstatuut & studiefinanciering en een dienstverlening voor internationale studenten via IRMO te artificieel is. Dit aanvoelen wordt gesteund door de regelgeving, die ook niet altijd een onderscheid maakt tussen ‘Belgische’ en ‘internationale’ studenten. Maar verder zijn er ook praktische argumenten voor dit aanvoelen:

 Omwille van het Welcome Student Refugee-Program komen er steeds meer student-vluchtelingen langs bij het team studentenstatuut & studiefinanciering (cf. ook buiten dit programma is er een groep student-vluchtelingen aan de VUB);

 Internationale studenten komen, omwille van hun zoektocht naar studentenjobs, sowieso al langs bij het team studentenjobs;

 Internationale studenten komen steeds vaker bij het team studentenstatuut & studiefinanciering terecht voor sociaaljuridisch advies. Vele studenten met buitenlandse nationaliteit verblijven overigens duurzaam in België.

 De toekenning van een financiële ondersteuning voor internationale studenten in het kader van het noodfonds gebeurt nu al in samenwerking tussen de sociale dienst buitenlandse studenten en het team studentenstatuut & studiefinanciering.

Het lijkt daarom aangewezen om in de toekomst te evolueren naar één loket voor sociaaljuridische en sociaal-financiële vragen. We bouwen daarbij verder de expertise rond het sociaaljuridisch statuut van de internationale student uit en vergroten aansluitend het personeelskader.

Een duurzaam beleid m.b.t. dienstverlening aan studenten (inkomende en uitgaande) die hun solvabiliteit moeten bewijzen dring zich op.

De regelgevende evoluties als gevolg van de zesde staatshervorming en de regeerakkoorden van 2014 - sommigen daarvan kunnen een belangrijke impact hebben op de sociale dienstverlening aan studenten - blijven we van dichtbij opvolgen. Dat is nodig om het VUB-beleid erop af te stemmen. Maar ook om een correcte informatie- en adviesverlening aan zowel studenten als personeel te kunnen garanderen.

Omwille van een verhoging van de studiegelden voor niet-beursstudenten is studeren sinds het academiejaar 2015-2016 duurder. Omdat het team studentenstatuut & studiefinanciering de afgelopen jaren geconfronteerd werd met een explosieve toename van het aantal renteloze leningen voor het studiegeld (in 2016 en 2017 respectievelijk 562 en 578 leningen, ten opzichte van 377 in 2015) blijven we verder inzetten op de invoering van een mogelijkheid om de betaling van het studiegeld te spreiden voor studenten met financiële noden.

We willen de operationele werking van het team studentenstatuut & studiefinanciering nog verder optimaliseren en moderniseren. Dit moet zich vertalen in minder administratieve processen, een betere dossieropvolging, een betere studentvriendelijkheid, gemakkelijke rapportering, enzovoort. Daarvoor is het belangrijk dat we aan de slag kunnen met één volledig elektronisch dossierbeheer per student, geïntegreerd in het studentenadministratiesysteem CALI. De basis daartoe is in 2017 gelegd. We zetten het verbetertraject in 2018 verder met bijkomende aanpassingen en toevoegingen.

Studentenjobs aan de VUB zijn - zowel aan de zijde van werkverlenende VUB-diensten als aan de zijde van de jobstudenten zelf - heel populair. Dat gaat ten koste van de populariteit van jobs buiten de VUB; daar is minder vraag naar. Maar we beschikken niet over een goede indicator om te monitoren hoeveel aangeboden externe vacatures er effectief ingevuld worden. Zolang dit ontbreekt kunnen we geen betrouwbare beleidsconclusies trekken. We moeten ook opvolgen of het nieuwe jobstudentensysteem niet leidt tot minder publicaties van beschikbare studentenjobs omdat diensten makkelijker in hun eigen netwerk studenten rekruteren.

Voor de kinderdagverblijven blijft het belangrijk om buitenlandse studenten met kinderen voldoende te informeren over de taalsituatie in Brussel. Willen buitenlandse studenten dat hun kind bij doorstroom naar het kleuteronderwijs aanspraak kan maken op een plaats in een Nederlandstalige school, dan moet minstens één ouder een kennisniveau 3.1 van de Nederlandse taal hebben.

26 Vergelijking op basis van aangeleverde cijfers vanuit de afdeling School- en Studietoelagen in de periode 2008-2009 tot 2014-2015 tussen de KU Leuven, UGent, UA, UHasselt en de VUB.

6. MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE DIENSTVERLENING

Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus zijn er verschillende medische of paramedische diensten aanwezig:

 Een verzelfstandigde medische groepspraktijk. Naast klassieke huisartsengeneeskunde is één van de huisartsen gespecialiseerd in gynaecologische raadplegingen;

 Een tandartskabinet;

 Consultaties specialistische geneeskunde dermatologie en urologie;

 De Nederlandstalige ‘zittende’ huisartsenwachtdienst Terranova voor Brussel

 Een zelfstandige kinesitherapiepraktijk, bvba Kinetiek;

 Het Brussels Labo voor Inspanning en TopSport (BLITS). Het is een erkend keuringscentrum voor topsporters. Ook studenten kunnen bij de sportartsen terecht voor een inspanningstest of een sportmedisch onderzoek;

 Sjerp-Dilemma, een centrum voor begeleiding van ongeplande zwangerschap en abortus. De overheid zorgt, vooral via RIZIV-tussenkomsten, voor de betoelaging van het centrum. De dienstverlening van het centrum past in de traditie van onze universiteit, die altijd een voortrekkersrol heeft gespeeld in het maatschappelijk debat over ongewenste zwangerschap.

 een Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag 

Op zowel de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de Brussels Health Campus is het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Brussel (CAW) actief. Het centrum is toegankelijk voor iedereen met uiteenlopende welzijnsvragen en -problemen.

Op de Brussels Health Campus neemt het Universitair Ziekenhuis Brussel een prominente plaats in. We verwijzen studenten naar het ziekenhuis wanneer tweedelijns medische hulp aangewezen is.

Toegang

Al onze medische en paramedische dienstverlening is toegankelijk voor alle studenten van de VUB en EhB, minstens in het Nederlands en in het Engels (en bijna altijd ook in het Frans), onafhankelijk van op welke campus ze les hebben. De dienstverlening staat ook open voor externen.

Nieuw in 2017

In 2017 startte een zelfstandige huisartsenassociatie met nieuwe samenstelling in de verzelfstandigde medische groepspraktijk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Met de VUB-bewakingsdiensten werden er informeel afspraken gemaakt ter optimalisering van de dienstverlening en interventies in geval van spoedgevallen op de campus: wanneer begeleidt de bewaking studenten naar de huisartsenpraktijk, wanneer komt de huisarts naar de campus afgezakt, wanneer moet er een ziekenwagen gebeld worden, enzovoort.

Sjerp-Dilemma zette zich naast de dagelijkse werking ook bijzonder in voor het doorgeven van kennis en ervaring op vlak van de begeleiding van ongepland zwangere vrouwen. Medewerkers gaven aan studenten verpleegkunde van de EhB een les over ongewenste zwangerschap en anticonceptie. Tijdens netwerkstages konden vijf duo’s arts-verpleegkundige in opleiding aan de VUB en de EhB elk een voormiddag meelopen in het centrum. Tot slot organiseerde Sjerp-Dilemma de Luna forumdag, inhoudelijk in het teken van een bespreking van het kwaliteitsonderzoek naar de hulpverlening, een documentaire over de rol van de man als partner van een ongewenst zwangere vrouw en een workshop cultuursensitief werken.

De pilootfase van het Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag liep in 2017 af. Het project, dat in een samenwerking met CAW Brussel loopt, kreeg een positieve evaluatie en wordt daarom verdergezet. Meer dan de helft van de meldingen door studenten gingen over grensoverschrijdend gedrag, zowel verbaal als fysiek. Veel minder meldingen handelden over pesten of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het CAW bemant het meldpunt, in nauwe samenwerking met VUB-diensten. Om de werking van het meldpunt continu te optimaliseren, is er ook voortdurend kennisuitwisseling en structureel overleg tussen het meldpunt en relevante partners binnen de VUB (denk aan de vertrouwenspersonen, Studiebegeleiding, Mens & Organisatie, Preventie & Milieu enzovoort). Er werd 0,5 VTE toegekend via externe partner CAW Brussel om dit project verder te zetten en uit te bouwen. In 2017 werd vooral ingezet op de bekendmaking van het meldpunt en sensibilisering.

CAW Brussel lanceerde binnen het opleidingsonderdeel ‘Redelijk Eigenzinnig’ een project waarbij studenten aan de slag gaan rond het thema “wangedrag in cyberspace”. Binnen dit kader zullen studenten het fenomeen cyberpesten analyseren en op basis daarvan tools aanreiken voor de hulpverleningspraktijk.

CAW Brussel en de dienst Centrale Doctoraatsbegeleiding namen het gezamenlijke initiatief om een welzijnskaart voor doctoraatsstudenten uit te werken. Die kaart heeft twee doelen: 1) doctoraatsstudenten met welzijnsnoden accurater

aanreiken voor de hulpverleningspraktijk.

CAW Brussel en de dienst Centrale Doctoraatsbegeleiding namen het gezamenlijke initiatief om een welzijnskaart voor doctoraatsstudenten uit te werken. Die kaart heeft twee doelen: 1) doctoraatsstudenten met welzijnsnoden accurater doorverwijzen en 2) ervoor zorgen dat de betrokken partners elkaar beter kennen. De kaart zal nu verder geconcretiseerd worden.

doorverwijzen en 2) ervoor zorgen dat de betrokken partners elkaar beter kennen. De kaart zal nu verder geconcretiseerd worden.

In 2016 ontwikkelden CAW Brussel en Studiebegeleiding samen de crisiskaart, een instrument dat diensten van de universiteit kunnen gebruiken wanneer ze in contact komen met een student in crisis. 2017 stond in het teken van de verspreiding van het instrument binnen de universiteit.

In 2016 ontwikkelden CAW Brussel en Studiebegeleiding samen de crisiskaart, een instrument dat diensten van de universiteit kunnen gebruiken wanneer ze in contact komen met een student in crisis. 2017 stond in het teken van de verspreiding van het instrument binnen de universiteit.

Kengetallen en trends

Kengetallen en trends

Evolutie aantal vooronderzoeken en abortussen (aspiratie en medicamenteus)

Sjerp-Dilemma-VUB

vooronderzoeken

abortusingrepen

Figuur 27: Evolutie van het aantal vooronderzoeken en abortussen sinds 1999. In 2017 kwamen 750 vrouwen op gesprek om hun ongeplande zwangerschap te bespreken. Een derde van die vrouwen – het gaat in totaal om 245 vrouwen – was naar het centrum doorverwezen door de huisarts of gynaecoloog. 626 van de 750 vrouwen kozen ervoor om de zwangerschap af te breken.

Figuur 27: Evolutie van het aantal vooronderzoeken en abortussen sinds 1999. In 2017 kwamen 750 vrouwen op gesprek om hun ongeplande zwangerschap te bespreken. Een derde van die vrouwen – het gaat in totaal om 245 vrouwen – was naar het centrum doorverwezen door de huisarts of gynaecoloog. 626 van de 750 vrouwen kozen ervoor om de zwangerschap af te breken.

De stijging van het aantal vooronderzoeken en abortusingrepen bij Sjerp-Dilemma-VUB staat in contrast met de globale daling van het aantal vooronderzoeken en abortussen in Vlaanderen.

De stijging van het aantal vooronderzoeken en abortusingrepen bij Sjerp-Dilemma-VUB staat in contrast met de globale daling van het aantal vooronderzoeken en abortussen in Vlaanderen.

Sjerp-Dilemma-VUB: aantal vooronderzoeken studenten en leerlingen

VUB-studenten leerlingen secundair onderwijs totaal vooronderzoeken studenten hoger onderwijs (inclusief VUB)

Figuur 28: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op SJERP-Dilemma-VUB per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap.

De stijging van het aantal studenten uit het hoger onderwijs dat beroep doet op Sjerp-Dilemma-VUB zet zich ook in 2017 voort. Het aantal VUB-studenten dat op raadpleging kwam, blijft stabiel. Daarnaast is er een daling van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs. Globaal blijft het aantal vooronderzoeken binnen de specifieke doelgroep studenten en leerlingen stabiel: in 2016 zag Sjerp-Dilemma -VUB 135 vrouwen uit deze doelgroep, in 2017 waren dat er 138.

Figuur 28: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op SJERP-Dilemma-VUB per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap. De stijging van het aantal studenten uit het hoger onderwijs dat beroep doet op Sjerp-Dilemma-VUB zet zich ook in 2017 voort. Het aantal VUB-studenten dat op raadpleging kwam, blijft stabiel. Daarnaast is er een daling van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs. Globaal blijft het aantal vooronderzoeken binnen de specifieke doelgroep studenten en leerlingen stabiel: in 2016 zag Sjerp-Dilemma-VUB 135 vrouwen uit deze doelgroep, in 2017 waren dat er 138.

CAW Brussel: type problematiek bij VUB-studenten

onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap. De stijging van het aantal studenten uit het hoger onderwijs dat beroep doet op Sjerp-Dilemma-VUB zet zich ook in 2017 voort. Het aantal VUB-studenten dat op raadpleging kwam, blijft stabiel. Daarnaast is er een daling van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs. Globaal blijft het aantal vooronderzoeken binnen de specifieke doelgroep studenten en leerlingen stabiel: in 2016 zag Sjerp-Dilemma -VUB 135 vrouwen uit deze doelgroep, in 2017 waren dat er 138.

CAW Brussel: type problematiek bij VUB-studenten

Figuur 29: In 2017 merken we een stijging van het aantal consultaties door VUB-studenten. Dit heeft te maken met een volledige personeelsbezetting en dus meer aanbod van consultatie-uren binnen het CAW voor studenten, en dit in vergelijking met 2016.

Figuur 29: In 2017 merken we een stijging van het aantal consultaties door VUB-studenten. Dit heeft te maken met een volledige personeelsbezetting en dus meer aanbod van consultatie-uren binnen het CAW voor studenten, en dit in vergelijking met 2016.

Voor studenten voor wie een begeleiding werd opgestart, hebben we opnieuw een toenemende vraag rond individuele problemen, voornamelijk met betrekking tot angsten, depressieve klachten, rouw of verlieservaringen. Ook de juridische vragen kennen een toename in 2017.

Voor studenten voor wie een begeleiding werd opgestart, hebben we opnieuw een toenemende vraag rond individuele problemen, voornamelijk met betrekking tot angsten, depressieve klachten, rouw of verlieservaringen. Ook de juridische vragen kennen een toename in 2017.

Personeel

Personeel

4,2 VTE-personeelsleden van de VUB werken in een uitdovend scenario voor CAW Brussel. Zij worden gedeeltelijk betaald via de subsidie-enveloppe van CAW Brussel en gedeeltelijk via de begroting van de VUB. De bijdrage vanuit afdeling III-studentenvoorzieningen wordt vanaf 2018 opgetrokken tot 84.545 euro.

4,2 VTE-personeelsleden van de VUB werken in een uitdovend scenario voor CAW Brussel. Zij worden gedeeltelijk betaald via de subsidie-enveloppe van CAW Brussel en gedeeltelijk via de begroting van de VUB. De bijdrage vanuit afdeling III-studentenvoorzieningen wordt vanaf 2018 opgetrokken tot 84.545 euro.

Vanuit de toelage studentenvoorzieningen (afdeling III) van de VUB betalen we vanaf 2018 een bijdrage van 15.750 euro om het Meldpunt Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag te kunnen bemannen.

Resultaten en betoelaging

Sjerp-Dilemma-VUB behaalde ondanks investeringen een begrotingsoverschot. Dit vermoedelijk dankzij een optimalisatie van de werking en het zien van meer vrouwen.

Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan

Strategische doelstellingen VUB per werkveld

We continueren het aanbod medische en psychologische dienstverlening.

Operationele doelstellingen van de afdeling

Indicatoren

Projectleider Evaluatie 2017

Het aanbod is in 2018 even uitgebreid als in 2013.

Duidelijke informatie op het studentenportaal MY.VUB (20142018).

We benaderen de medische en psychologische dienstverlening aan studenten op brede, integrale wijze.

We stemmen af tussen de verschillende dienstverleners (medische groepspraktijk, Dilemma, CAW Mozaïek, UZ Brussel, Kinetiek, BLITS, …)

We organiseren expertise-uitwisseling tussen de verschillende betrokken diensten en instanties.

Duidelijke afspraken over welke dienst welke dienstverlening aanbiedt (2014-2018).

Afdelingshoofd studentenbeleid

Diensthoofd Infopunt Studenten

Afdelingshoofd studentenbeleid

Uitgevoerd

Uitgevoerd

Uitgevoerd - CAW Brussel en Brussels University Consultation Center stemden in 2017 met elkaar af rond het aanbod psychologische begeleiding.

Jaarlijkse overlegvergadering (2014-2018). Afdelingshoofd studentenbeleid

In uitvoering - In overleg met de betrokken diensten stellen we voor de toekomst een tweejaarlijks overleg voor; - Verder lassen we ad hoc overlegmomenten in.

We organiseren een actieve en studentondersteunende doorverwijzing.

Jaarlijkse evaluatie in het decretaal verplicht jaarverslag(2014-2018).

Afdelingshoofd studentenbeleid

Uitgevoerd - Studenten kunnen met hun hulpvraag snel terecht bij het team onthaal, elke werkdag, zowel op vestiging van CAW Brussel op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de vestiging van CAW Brussel in het centrum van de stad. Is verdere begeleiding nodig, dan verwijst het onthaalteam studenten door naar het team begeleiding; - Het team begeleiding van CAW Brussel kampte in 2016 met een langere wachtlijst. Als gevolg daarvan waren soms meer interne of externe doorverwijzingen van studenten nodig.

We zoeken aansluiting met bestaande huisartsenpraktijken rond campus Jette om onze studenten beter te kunnen bedienen.

Het is duidelijk voor de studenten van campus Jette waar ze een huisarts kunnen consulteren (2014-2018).

Afdelingshoofd studentenbeleid

Nog niet uitgevoerd

We zorgen voor een geschikte locatie voor de universitaire groepspraktijk en SJERP-Dilemma.

We verhuizen naar de Schoofslaan. De universitaire groepspraktijk en SJERP-Dilemma zijn in 2014 verhuisd naar de Schoofslaan.

Directeur infrastructuur

Uitgevoerd

We kijken uit naar een nieuwe locatie voor CAW Mozaïek (of opvolger) op campus Jette.

We onderhandelen met potentiële stakeholders op vlak van welzijn om een nieuwe locatie te kunnen vinden en bekostigen.

Een antenne van CAW Mozaïek (of opvolger) blijft gelokaliseerd op campus Jette (20142018).

Diensthoofd CAW Brussel Uitgevoerd - De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft zich principieel akkoord verklaard om de verhuis van CAW Brussel naar het Huis van het Kind Jette (op campus Jette) te financieren.

We actualiseren de samenwerkingsafspraken met CAW Mozaïek in de context van de decretaal verplichte fusiebeweging tussen de 2 Brusselse CAW’s.

We onderhandelen met CAW Mozaïek en met CAW Archipel over de nieuwe samenwerkingsovereenkomst.

Geactualiseerde samenwerkingsovereenkomst beschikbaar in 2014.

Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

CAW Brussel krijgt te maken met een groot aantal Engelstalige begeleidingen. In die context is er een grote nood aan Engelstalige communicatie over het specifieke aanbod van CAW Brussel. Het studentenportaal van de VUB (student.vub. be) biedt de basisinformatie over het CAW in zowel het Nederlands als het Engels aan. Maar dat is niet het geval voor de communicatiemedia van CAW Brussel zelf; de huidige website, folders en brochures vragen nog een doorvertaling naar het Engels. Dit nemen we in 2018 verder op met de communicatieverantwoordelijke van CAW Brussel.

Op de Brussels Health Campus is verdere projectopvolging van de bouw van basisschool “Theodoortje” nodig. In het modulaire schoolgebouw zal immers een antennepunt komen van CAW Brussel. Ook het Huis van het Kind zal er ingebed worden.

Op basis van de concrete ervaringen van 2017, leveren we inspanningen voor de verdere uitbouw van het Meldpunt Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag. Aandachtspunten daarbij zijn inzetten op bekendheid en laagdrempeligheid en het optimaliseren van de te volgen procedures in geval van een melding.

In 2017 is er gestart met het uitwerken van een samenwerkingsovereenkomst tussen Luna vzw – de koepel van de meeste Vlaamse abortuscentra – en Sjerp-Dilemma-VUB. Die overeenkomst moet ons toelaten een optimale samenwerking te garanderen met een autonome, maatschappijkritische stem voor de VUB-dienstverlening. In 2018 willen we de overeenkomst finaliseren en laten valideren door beide partijen.

In maart 2017 ging dr. Anne Verougstraete – gynaecologe en diensthoofd van Sjerp-Delemma-VUB – op pensioen. In 2018 gaan we op zoek naar een nieuwe leidinggevende die het team van Sjerp-Dilemma-VUB kan aansturen en die de VUB voor dit specifieke onderwerp kan vertegenwoordigen op beleidsniveau.

7. VERVOER

De dienst Preventie en Milieu ondersteunt de VUB bij het realiseren van twee ambities:

 het bereikbaar houden van de VUB-campussen;

 het implementeren van een duurzamer verplaatsingspatroon van de VUB-gemeenschap.

In functie daarvan blijven we overheden en vervoersmaatschappijen (pro)actief attent maken op het belang van goedkope abonnementsformules. We bieden hierbij ook beleidsondersteuning aan.

Het Infopunt Studenten biedt proactief informatie aan studenten over alle vervoersmogelijkheden om te pendelen van en naar de campussen, maar ook om zich te verplaatsen binnen de stad.

Ook op het domein ‘vervoer’ werkt de VUB nauw samen met Brik vzw. Via deze samenwerking trachten we vooral het gebruik van de fiets bij studenten sterker te promoten. Dankzij Brik, CyCLO en Brussel Mobiliteit kunnen studenten gebruik maken van Brikbike: een formule waarbij studenten tegen een voordelige prijs een fiets kunnen huren voor enkele maanden tot een jaar (slot en gratis onderhoud inbegrepen).

Tot slot blijven we overheden en vervoersmaatschappijen (pro)actief attent maken op het belang van goedkope abonnementsformules

Toegang

Op het domein ‘vervoer’ zijn onze inspanningen universeel, gericht op alle studenten.

Nieuw in 2017

Brik zorgde voor een optimalisatie van het verhuursysteem van Brikbike. Tijdens het academiejaar 2016-2017 konden studenten een fiets enkel huren voor 6 of 12 maanden. Sinds het academiejaar 2017-2018 zijn de uitleentermijnen uitgebreid met 3, 4 of 10 maanden. De data om te starten met een huurcontract zijn sinds het academiejaar 2017-2018 geflexibiliseerd. Tot slot heeft Brik ervoor gezorgd dat het gemak voor het afhalen van de huurfiets gebruiksvriendelijker is. Terwijl studenten in 2016 hun fiets enkel op een aantal vaste startdata konden afhalen in het Cyclo-depot in Schaarbeek, kan dat sinds het academiejaar 2017-2018 op elk moment naar keuze bij Brik zelf, in het centrum van Brussel.

Binnen het opleidingsonderdeel ‘sustainable mobility and logistics’ werkten VUB-studenten aan een mobiliteitscasus. Eén groep werkte aan ‘sustainable mobility measures & mobility plan VUB’. Een andere groep studenten werkte mee aan de survey van Brik naar het mobiliteitsgedrag bij de Brusselse Studenten.

Onder andere met de bedoeling om het foutief parkeren op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus terug te dringen, is in 2017 gestart met het project ‘elektronische toegangscontrole’. De aanbesteding van het project is in 2017 gebeurd. In 2018 wordt gestart met de uitvoering van het project.

Op 21 februari 2017 organiseerde de Studentenraad in de Beursschouwburg het VUBrusselt-event. Om de studenten de mogelijkheid te bieden om ’s nachts terug te keren naar de VUB-campussen, organiseerde de Studentenraad partybussen tussen de Beursschouwburg en de Brussels Health Campus en de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Diezelfde avond bezorgde de Studentenraad aan Brussels minister van mobiliteit en openbare werken Pascal Smet haar uitgeschreven standpunt omtrent nachtelijk openbaar vervoer voor studenten in Brussel. Daarin ijverde de Studentenraad er onder andere voor om de nachtbus van lijn 71 - die het centrum van Brussel langs de Naamse Poort en het Flageyplein verbindt met de campussen van de VUB en ULB - ook aan te bieden op donderdagavond (in plaats van enkel vrijdag- en zaterdagavond). Met dat voorstel wilde de Studentenraad de studenten de mogelijkheid en vrijheid bieden om Brussel ook ’s avonds te ontdekken. Dat moet bijdragen aan het versterken van de band tussen de stad en de studenten. Het beleidsvoorstel van de Studentenraad kreeg een positief gevolg: sinds donderdag 9 november 2017 rijdt elke donderdagavond de nachtbus van lijn 71 uit. De allereerste rit van de bus gebeurde in het bijzijn van Pascal Smet (Brussels minister voor mobiliteit en openbare werken), Guy Vanhengel (Brussels minister voor financiën, begroting en externe betrekkingen), Brieuc de Meeüs (CEO van de MIVB) en verschillende Brusselse studenten.

Op 23 maart 2017 organiseerde het Green Team van de Vub op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus de mobiliteitsmarkt. Studenten konden er terecht voor informatie over alle vervoersmogelijkheden in Brussel. De fietshersteller van fietspunt graveerde er fietsen of voerde kleine herstellingen uit. Diezelfde dag organiseerde het Green Team samen met het ULB Environment Student Green Office een bike city tour doorheen Elsene en Ukkel.

Op de vierde editie van duurzame dinsdag (28 november 2017) organiseerde de VUB het debat “de VUB klimaatneutraal?”. Aanleiding daarvoor was de nulmeting van de VUB van haar carbon footprint: meer dan 31.000 ton CO2 in 2016, gelijk aan het equivalent van 125 miljoen kilometer autorijden. Tijdens het debat wisselde de universitaire gemeenschap van gedachten over manieren om onder andere duurzamer om te springen met vervoer. Wat het mobiliteitsgedrag van studenten betreft, zijn er ideeën om studenten te sensibiliseren rond duurzaam vliegtuiggebruik in het kader van internationale mobiliteit. Maar ook liggen er voorstellen klaar om meer in te zetten op tele-classing of technische oplossingen om verplaatsingen tussen de verschillende campussen te vermijden.

De VUB verkende verschillende mogelijkheden om studenten te stimuleren tot duurzame, milieuvriendelijke verplaatsingen in Brussel:

 Met Zen Car werkten we een aanbod uit waarmee VUB-studenten zich makkelijk en milieuvriendelijk met de wagen door Brussel kunnen verplaatsen. Maar deze samenwerking is afgesprongen; Zen Car slaagde er niet in om de noodzakelijke logistieke voorwaarden te organiseren;

 We overlegden met O2bikes over het plaatsen van deelfietsen op de VUB-campussen en relevante plaatsen in de buurt van de campussen (station Jette, station Etterbeek, …). Dit project heeft nog geen uitvoering gekregen; het is wachten op een beleidskader van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat meer stabiliteit zal creëren binnen de markt van de deelfietsen.

Kengetallen en trends

In 2016 gebeurde er een opnieuw een mobiliteitsenquête bij de studenten. Voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus konden we een representatief aantal deelnemende studenten verzamelen. Voor de Brussels Health Campus slaagden we daar – met slechts 78 ingevulde enquêtes – niet in. Over het mobiliteitsgedrag van studenten van de Brussels Health Campus kunnen we – ook in vergelijking tot de studenten van de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus - dus geen valide en betrouwbare uitspraken formuleren.

Vervoer naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus

Figuur 30: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.

Figuur 30: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.

Vervoer naar Brussels Health Campus

Figuur 30: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.

Vervoer naar Brussels Health Campus

trein bus/tram/metro fiets te voet auto carpool

Figuur 31: Vervoer van studenten naar Brussels Health Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. In 2016 was het aantal deelnemende studenten niet representatief. In vergelijking tot 2013 kunnen we dus enkel veronderstellingen maken die wellicht niet te veralgemenen zijn naar de ganse populatie.

Figuur 31: Vervoer van studenten naar Brussels Health Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. In 2016 was het aantal deelnemende studenten niet representatief. In vergelijking tot 2013 kunnen we dus enkel veronderstellingen maken die wellicht niet te veralgemenen zijn naar de ganse populatie.

In 2016 zien we een aantal verschuivingen: studenten ruilen de auto meer in voor de fiets, carpooling en het openbaar vervoer. Als deze veronderstelling zouden kloppen, dan heeft dat wellicht te maken met de verkeershinder en moeilijke bereikbaarheid van de campus als gevolg van de aanleg van sneltram 9.

In 2016 zien we een aantal verschuivingen: studenten ruilen de auto meer in voor de fiets, carpooling en het openbaar vervoer. Als deze veronderstelling zouden kloppen, dan heeft dat wellicht te maken met de verkeershinder en moeilijke bereikbaarheid van de campus als gevolg van de aanleg van sneltram 9.

totaalaantal huurcontracten

VUB-Brussels Humanities,Sciences& EngineeringCampusVUB-Brussels TechnologyCampusVUB-BrusselsHealthCampus EhB Odisee LUCA KULeuvenOverigen(ULB,ICHEC,…)

Gebruik Brikbike sep-dec 2016 jan-aug 2017 sep-dec 2017

Figuur 32: aantal gehuurde Brikbikes tijdens het academiejaar 2016-2017 en het eerste semester van het academiejaar 2017-201 8.

Figuur 32: aantal gehuurde Brikbikes tijdens het academiejaar 2016-2017 en het eerste semester van het academiejaar 2017-2018.

Tijdens het eerste semester van het academiejaar 2017- 2018 zijn er al bijna evenveel fietsen verhuurd als tijdens het volledige academiejaar 2016-2017. Dat heeft te maken met het verbeteren van de dienstverlening voor studenten die een Brikbike wensen te huren: de uitleentermijnen zijn geflexibiliseerd, het aantal data voor het starten van een huurcontract is vergroot en de afhaalmodaliteiten zijn gebruiksvriendelijker.

Personeel

Voor het domein ‘vervoer’ is er geen personeel begroot op afdeling III.

Tijdens het eerste semester van het academiejaar 2017-2018 zijn er al bijna evenveel fietsen verhuurd als tijdens het volledige academiejaar 2016-2017. Dat heeft te maken met het verbeteren van de dienstverlening voor studenten die een Brikbike wensen te huren: de uitleentermijnen zijn geflexibiliseerd, het aantal data voor het starten van een huurcontract is vergroot en de afhaalmodaliteiten zijn gebruiksvriendelijker.

Personeel

Voor het domein ‘vervoer’ is er geen personeel begroot op afdeling III.

Resultaten en betoelaging

Er zijn voor het domein ‘vervoer’ geen bijzonderheden te melden.

Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan

Strategische doelstellingen

We professionaliseren de wijze waarop informatie over de verschillende vervoersmogelijkheden wordt aangeboden aan studenten.

Operationele doelstellingen

Indicatoren

We bieden geactualiseerde informatie via het studentenportaal.

Concrete aanwezigheid op het studentenportaal van informatie (ev. via links) over de vervoersmogelijkheden van en naar Brussel (2014-2018).

Concrete aanwezigheid op het studentenportaal van informatie (eventueel via links) over de vervoersmogelijkheden binnen Brussel en tussen de campussen (2014-2018).

Projectleider

Evaluatie 2017

Diensthoofd Infopunt Studenten Uitgevoerd - Deze informatie wordt constant verbeterd volgens noden en evoluties in het Brusselse mobiliteitsaanbod; - Voor Tram 9 in Jette werd een speciaal dossier opgestart.

Diensthoofd Infopunt Studenten Uitgevoerd - We ondersteunden communicatief zeer actief de initiatieven vanuit Brik (BrikBike, Villo-abonnementen voor studenten, Marché Vélo, …) en de mobiliteitscoördinator, hoofdzakelijk met betrekking tot het stimuleren van fietsen in Brussel.

We sensibiliseren studenten om zich te verplaatsen op duurzame wijze.

We bevragen onze studenten m.b.t. mobiliteit.

Bevraging m.b.t. mobiliteit gerealiseerd in 2014.

Mobiliteitscoördinator Uitgevoerd - In 2013-2014 hebben studenten een onderzoek gevoerd onder leiding van Prof. Macharis;

- In het vierde kwartaal van 2016 vond een nieuwe bevraging naar het mobiliteitsgedrag bij studenten plaats. De resultaten zijn verwerkt. Voor de studenten van de Brussels Health Campus kon er geen representatieve groep respondenten verzameld worden;

- Brik voerde in 2017 bij studenten een enquête naar mobiliteit. Studenten die het opleidingsonderdeel “Sustainable mobility and logistics” volgden, werkten hieraan mee. De VUB riep haar studenten op om deel te nemen aan het onderzoek. Brik zal de resultaten in 2018 analyseren.

We attenderen overheden en vervoersmaatschappijen op het belang van het organiseren van goedkope abonnementsformules voor studenten.

We stellen een vervoerplan op voor de VUB-studenten.

Goedkeuring door de Stuvoraad van het bedrijfsvervoerplan waarbinnen ook een luik m.b.t. mobiliteit van studenten wordt voorzien met modal split per vervoersmiddel (2015).

Mobiliteitscoördinator Deels uitgevoerd - De grote mobiliteitsdossiers werden teruggekoppeld naar de Studentenraad.

We attenderen actief op het belang van goedkoop intercampus- en interinstellingenvervoer.

In de memoranda van de VUB, van Brik, van VLOR en van VLIR wordt aandacht besteed aan het belang van goedkope abonnementsformules voor intercampus- en interinstellingenvervoer.

Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd - In 2016 verlegde de Studentenraad het debat ook naar nachtvervoer in de stad. - In 2017 bezorgde de Studentenraad een advies over nachtelijk openbaar vervoer aan Brussels minister van mobiliteit en openbare werken, Pascal Smet. Dit advies bevatte onder andere het beleidsvoorstel om nachtbus 71 aan te bieden op donderdagavond.

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

De VUB-campussen liggen op relatief moeilijk bereikbare plaatsen. Om de bereikbaarheid te optimaliseren, blijven we kort op de bal communiceren met alle actoren van het openbaar vervoer. Er zijn alvast een aantal mobiliteitsknelpunten die extra aandacht vragen:

 Het verder uitwerken van het Gewestelijk ExpresNet;

 Onvoldoende directe treinen vanuit Vlaamse steden (Leuven, Gent, Aalst, Mechelen, Antwerpen) naar het station van Etterbeek, die frequent en stipt rijden;

 Een beperkte treinverbinding tussen de Brusselse treinstations en het station van Etterbeek (met maar twee treinen per uur) zorgt, door een gebrek aan stiptheid en het missen van overstappen, voor te lange reistijden;

 De nood aan een dichter MIVB-net met hogere frequenties;

 het beter op elkaar afstemmen van de dienstregelingen van de verschillende openbaar vervoersmaatschappijen;

 het verbeteren van de verbinding van de VUB-campussen met de Brusselse randgemeenten;

 het voorzien van parkings en/of Park & Ride-faciliteiten aan de eindstations van de trams en metro’s.

We brengen het gebrek aan toegankelijkheid van het station van Etterbeek voor minder mobiele personen – onder andere omwille van de steile, smalle trappen - op de agenda van de NMBS. Het station is ook niet geschikt om grote stromen reizigers op te vangen tijdens de spitsuren.

In oktober 2018 zal sneltram 9 in gebruik genomen worden. Op dat moment start de MIVB ook met een nieuw busplan naar de Brussels Health Campus. We zullen bij de start van het academiejaar 2018-2019 actief communiceren over de nieuwe, verbeterde mobiliteitssituatie rond en naar de Brussels Health campus.

Met het oog op het promoten van de fiets, zetten we in op meer beveiligde fietsenstallingen op de campussen. Om de fietsveiligheid te vergroten, blijven we pleiten voor fietspaden rond de campus en in Brussel die gescheiden zijn van de autowegen en voetpaden. Bij het Brussels Hoofdstelijk Gewest dringen we aan op een beleidskader dat dient als leidraad voor de verschillende aanbieders van deelfietsen. Zo’n kader zal de stabiliteit bieden die nodig is om met één of meer van deze partners in zee te gaan.

Wat milieuvriendelijke verplaatsingen met de wagen betreft, zullen we samen met vzw Good Planet onderzoeken hoe we autodelen bij studenten kunnen stimuleren en faciliteren.

We benutten de resultaten van de mobiliteitsenquête 2016 bij studenten, de survey van Brik uit 2017 en de recente mobiliteitsenquête 2017 bij personeel om nieuwe mobiliteitsuitdagingen verder bloot te leggen en aan te grijpen voor meer gerichte acties en nieuwe projecten.

8. STUDENTENWERKING

De Vrije Universiteit Brussel organiseert en ondersteunt veel initiatieven voor en/of van studenten. Het gaat zowel om individuele evenementen als structurele activiteitenprogramma’s. Waar nodig hebben deze events een sensibiliserend of preventief karakter. Voor de meeste acties werken we samen met studentenorganisaties of externe partners. We rapporteren over onze werking voor studenten verdeeld over vier actiepunten:

 Verenigingsleven, beleving en engagement

 Beweging en sport

 Cultuurbeleving

 Ecologisch bewustzijn

Verenigingsleven, beleving en engagement

Het verenigingsleven op onze campussen omvat zowel de traditionele studentenfolklore als de meer maatschappelijke studentenorganisaties. De beleving en het engagement gaan zowel over de campussen, als over Brussel als studentenstad.

Kenmerkend voor onze studentenwerking is dat we als universiteit niet zelf organiseren, maar studenteninitiatieven ondersteunen, actieve participatie en engagement stimuleren en aansluiting zoeken bij bredere initiatieven in de stad.

Het studentenverenigingsleven op de VUB stoelt op drie pijlers:

 De eerste pijler vat de studentenverenigingen die erkend zijn door de Studentenraad op advies van de koepelvereniging, het Brussels Studentengenootschap Geen Taal Geen Vrijheid (BSGgtgv).

Deze verenigingen organiseren heel wat studentikoze en inhoudelijke activiteiten. Daarmee dragen ze in belangrijke mate bij aan het sociale weefsel binnen de VUB-studentengemeenschap.

BSGgtgv is, voor wat het studentikoze leven betreft, het aanspreekpunt voor de universiteit en de studentenorganisaties. De koepelorganisatie adviseert de Studentenraad over de reglementering van het studentenleven. Ze verdeelt de subsidies die de universiteit toekent onder haar leden. BSGgtgv organiseert de overkoepelende verenigingsactiviteiten zoals het Vrijzinnig Zangfeest, de massacantus en de openings- en slotTD. Tot slot organiseert BSGgtgv, samen met zustervereniging l’ Association des Cercles des Étudiants van de ULB, de jaarlijkse Sint-Verhaegen-stoet.

De vzw’s BSG-AS en BOJ zijn verantwoordelijk voor het beheer van de fuifzalen op respectievelijk de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health campus.

 De tweede pijler vat de studentenorganisaties buiten de BSGgtgv-koepel die vanouds de hele VUB-studentengemeenschap als doelpubliek hebben.

Concreet gaat het om Studiekring Vrij Onderzoek en de studentenpers, De Moeial. De Studentenraad zorgt voor de financiële ondersteuning van deze verenigingen.

 De derde pijler vat individuele studenten of andere verenigingen zonder erkenning We begeleiden deze studenten of verenigingen in de erkenningsprocedure. Of we bieden ze meer ad hoc advies en faciliteiten voor het opzetten van activiteiten en initiatieven. Voor hun individuele initiatieven kunnen ze beroep doen op de kleinere subsidielijn ‘projectpot en sponsoring’.

De ondersteuning van het studentenleven verloopt sinds eind 2016 vanuit het Infopunt Studenten. Deze ondersteuning is vooral van morele en administratieve aard, soms logistiek. Maar het Infopunt Studenten zet vooral in op het bekend maken van het studentenengagement bij de studentengemeenschap, en dit via verschillende communicatiekanalen.

De Kick-off, aan het begin van het academiejaar, groeit steeds verder uit tot een participatief evenement waar ook de studentenorganisaties hun werking voorstellen aan de studentengemeenschap.

Beweging en sport

De dienst Beweging en Sport (BS) ondersteunt het subwerkveld sport. De dienst staat in de eerste plaats in voor het promoten, zelf organiseren en coördineren van sportactiviteiten voor studenten. Daarnaast neemt de dienst Sport en Beweging een belangrijke stimulerende taak op. Het spoort de studentenverenigingen aan om studentensportclubs op te richten en studenten te motiveren tot het zelf nemen van sportinitiatieven.

Cultuurbeleving

De dienst Cultuur neemt, in nauwe samenwerking met de vzw Trefcentrum Y’, het voortouw in het subwerkveld ‘cultuur’ Er is een werking die openstaat voor studenten die individuele kunstbeoefenaars zijn, koren, ensembles, orkesten, toneelverenigingen, enzovoort.

Ecologisch bewustzijn

Het Green Team is een studenteninitiatief dat milieubewustzijn en duurzaamheid op de campussen en bij voltallige universiteitsgemeenschap promoot. De dienst Preventie en Milieu staat dit studententeam bij en werkt samen met hen de initiatieven uit.

Samenwerkingsverbanden

De VUB werkt op verschillende van de vermelde subwerkvelden regelmatig samen met andere Brusselse hoger onderwijsinstellingen, voornamelijk de Nederlandstalige. Die samenwerking verloopt via het Brik-platform. We halen ook de banden aan met de vlakbij gelegen zusterinstelling, de Université Libre de Bruxelles (ULB). Allemaal samen hebben we één gemeenschappelijke ambitie: Brussel als studentenstad op de kaart zetten. We willen vooral de focus van het studentenleven verbreden dankzij de vele opportuniteiten die Brussel biedt.

De dienst Beweging en Sport organiseert per academiejaar, onder de noemer Studenten Sport Brussel, volgende associatieoverschrijdende activiteiten:

 Deelname aan de 20 kilometer van Brussel;

 Deelname aan de Canal Run;

 De Strong Student Run;

 Foot a Five, het vriendschappelijke zaalvoetbaltornooi;

 De -20% clubsport.

Brik vzw fungeert als moderator en zorgt voor de promotie van de activiteiten, onder andere via de daartoe bestemde website www.studentensportbrussel.be

Samen met Brik vzw organiseert de dienst Cultuur de jaarlijkse Rockrace. Deze muziekwedstrijd staat open voor muziekgroepen die gelieerd zijn aan de VUB, EhB of aan een Brusselse campus van Odisee, LUCA of KULeuven.

Brik vzw geeft met Brussel Brost elk jaar de aftrap aan een nieuw academiejaar. Het is een info- en muziekfestival aan de Brusselse kaaien. Het richt zich vooral op de eerstejaarsstudenten.

We werken al jaren samen met CJP, nu Publiq. Daardoor genieten studenten zowel nationaal (BILL) als internationaal (EYCA) van een aantal cultuurvoordelen.

Binnen de Universitaire Associatie Brussel zijn er binnen het werkveld ‘studentenwerking’ twee domeinen waarop er actief wordt samengewerkt: cultuur en sport.

Voor culturele activiteiten is er binnen de associatie een goede samenwerking met het RITS Café;

Het sportaanbod voor studenten plannen we binnen de associatie strategisch. Het Vlaams decreet van 3 april 2009 voor de uitbouw, de coördinatie en de promotie van het sportaanbod van de studentenvoorzieningen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen dient als leidraad. Sport Vlaanderen zorgt op associatieniveau voor subsidies.

Binnen de Brussels University Alliance willen de VUB en de ULB samen een aantal synergieën, transversale activiteiten of gezamenlijke projecten realiseren, ook wat studentenwerking betreft.

De dienst Beweging en Sport participeert actief in de samenwerking tussen VUB en ULB om Elsene als ‘quartier universitaire’ te promoten. De dienst Cultuur werkt eveneens nauwer dan voordien samen met zijn ULB-partner ‘ULB Culture’. Binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) werken onze diensten samen rond twee velden van de studentenwerking: cultuur en sport.

De dienst Beweging en Sport heeft een goede samenwerkingsrelatie met de Sportdienst van de VGC. Die samenwerking biedt opportuniteiten met betrekking tot het aanbieden van een zo ruim mogelijke waaier aan sportieve activiteiten op en rond de campussen. De VGC heeft in het verleden, in ruil voor korting op de huurprijs, al verschillende keren mee geïnvesteerd in renovatie van VUB-sportinfrastructuur zoals kleedkamers, sportvloer of openluchtvelden.

De VGC subsidieert, vanuit haar bevoegdheid voor Jeugd, deels de structurele werking van de dienst Cultuur. De dienst Cultuur is eveneens lid van de Brusselse Jeugdraad.

Sinds 2017 biedt de VGC extra subsidiemogelijkheden voor studenten(verenigingen) met frisse en creatieve initiatieven, die samenwerking en uitwisseling tussen studenten aanmoedigen en/of die Brussel en het leven in de stad willen promoten:

 Kom uit je Kot;

 A fonds;

 Bruss-it.

Ook de Paspartoe-vrijetijdspas, zowel individueel als voor verenigingen, is een mooie stimulans om studenten te laten deelnemen aan het culturele leven in de hoofdstad.

Basic Fit baat zowel op de Brussels Health Campus als de Brussels Humanities, Sciences and Engineering Campus een fitnessclub uit. Dit gebeurt via de formule van een publiek private samenwerking tussen Basic Fit en de VUB. Dankzij die formule genieten VUB-studenten van een korting op het jaarlidmaatschap.

De dienst Beweging en Sport werkt in de praktijk nauw samen met de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie van de VUB. De dienst is een erkende stageplaats voor studenten van verschillende vakgroepen van de faculteit.

Toegang

Universeel, voor alle studenten.

Nieuw in 2017

Verenigingsleven, beleving en engagement

In 2017 konden de studentenorganisaties voor het eerst rekenen op de sterk verhoogde subsidies, zoals beslist in 2016. In bestaande ruimtes op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health Campus startte de Studentenraad eind 2016 met de uitbating van nieuwe loungeruimtes. Na zes maanden volgde een evaluatie. Het initiatief op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus bleek succesvol: tijdens het academiejaar 2016-2017 werd de “Lounge Bar 1050” 136 keer gereserveerd. Het uitbatingsmodel bleek dan weer verlieslatend. Daarom keurde de Studentenraad in september 2017 een nieuw businessplan goed. Op de Brussels Health campus opende de “Lounge Bar 1090” in de ontvangstruimte van Basic Fit. De lounge werd tijdens het academiejaar 2016-2017 34 keer gereserveerd. Daarnaast werd er in de kelderruimte van Basic Fit een vergader- en opslaglokaal ingericht voor alle verenigingen die actief zijn op de campus. BOJ vzw coördineert het gebruik ervan.

Tijdens de Week van de Studenten kreeg de Studentenraad een massa volk op de been voor VUBrusselt, in de Beursschouwburg. Met het evenement wilde de Studentenraad de band tussen Brussel en de studenten versterken. Het programma bestond uit een citygame, een after work drink, een foodmarkt en een muzikaal fuifprogramma.

In 2017 hebben we de integratie van Studentenwerking in het Infopunt Studenten verdergezet. Dankzij die integratie kunnen we nog meer de directe aansluiting tussen het VUB-studentenleven en de algemene communicatie van de universiteit stimuleren, zowel in het onlineverhaal als in concrete initiatieven. Vanuit die integratie konden we onder andere volgende acties ter ondersteuning van initiatieven vanuit het studentenleven ondernemen:

 We bouwden in het loket een ‘winkel’ met een ondersteuningsaanbod en adviesfunctie rond volgende thema’s uit: communicatie, evenementorganisatie, start-up in het verenigingsleven en financiële administratie. Daarbij hoorden laagdrempelige procedures voor het reserveren van esplanadeactiviteiten (152 activiteiten in 2017) en de Lounges;

 We ondersteunden de actieve en creatieve communicatie bij initiatieven zoals de Week van de Student en de Week van de Verlichting;

 We werkten met studentenorganisaties samen voor de Warmste week;

 Tweewekelijks schreven we minstens één artikel voor VUBToday. Via dit kanaal promoten we onder andere studenteninitiatieven en vertellen we het verhaal van het VUB-studentenleven. We hebben daarbij vooral oog voor internationalisering, trachten muren te slopen en rolmodellen in de schijnwerpers te plaatsen;

 Via onze interactieve samenwerking met de communicatiedienst van de VUB promoten we het studentenengagement ook in de VUB-nieuwsbrief en de sociale media (“de week van…” op de VUB-account op Instagram en Facebook);

 We bouwden een eigentijdser en mobile friendly studentenplatform uit met meer uitgebreide, heldere en gebundelde documentatie over het ondersteuningsaanbod, de financieringsmogelijkheden en de kansen voor het studentenleven in Brussel;

 In september 2017 organiseerden we samen met de Studentenraad en BSGgtgv de tweede editie van het “Redelijk Ongeregeld?!”-congres voor actieve studenten. Via het congres willen we studenten concrete vaardigheden en tools aanreiken om op de VUB zelf initiatieven of evenementen te organiseren, te financieren en erover te communiceren.

De internationalisering van de studentengemeenschap toont zich ook in het verenigingsleven; twee nieuwe Engelstalige studentenverenigingen werden erkend: the African Student Community (ASCOM) en the Bachelor Social Sciences (BASS).

Ter ondersteuning van studentenrelaties met internationale studenten, duidde het Infopunt studenten daarvoor een specifieke medewerker aan. Het Infopunt Studenten participeerde ook in de Orientation Weeks, de onthaalactiviteiten voor buitenlandse studenten.

We realiseerden een grondige herwerking van de Codex Studentenleven. De herwerking heeft geleid tot een sterke vereenvoudiging van het regelgevend instrument. Maar ook tot:

 Een integratie van de statuten van De Moeial en Studiekring Vrij Onderzoek;

 Het opheffen van de subcategorieën van studentenverenigingen (facultair/maatschappelijk/politiek/regionaal).

Na beslissing van de Studentenraad is er nog maar sprake van twee types erkenning:

 Gewoon erkende studentenverenigingen

Het gaat om verenigingen onafhankelijk van het werkveld waarop de vereniging actief is. Ze kunnen op meer faciliteiten beroep doen.

 Functioneel erkende studentenverengingen

Deze hebben minder plichten, maar komen bijvoorbeeld ook niet in aanmerking voor subsidies.

We vernieuwden de overeenkomst voor de BSG-feestzaal op de Brussels Humanities, Sciences and Engineering campus.

De Overkoepelende Studenten Dienst (OSD) nam een vzw-statuut aan. OSD sloot een samenwerkingsovereenkomst af met de VUB, met de bedoeling om samen studentenverenigingen en -initiatieven logistiek te ondersteunen in hun werking en logistieke ondersteuning te bieden aan studentenverenigingen die kwaliteitsvol studiemateriaal aanbieden aan studenten.

We vernieuwden de bestaande overeenkomst met CJP/BILL, vooral met het oog op de veel strenger wordende privacywetgeving die vanaf mei 2018 van kracht zal zijn.

In februari 2017 vaardigde de Brusselse regering nieuwe regelgevende normen uit voor het verspreiden van versterkt geluid. In functie daarvan sensibiliseerden we onze studenten en studentenorganisaties opnieuw rond gehoorschade. We implementeerden in de feestzalen een aantal concrete maatregelen voor geluidsbeperking

In het najaar van 2016 verscheen in De Moeial het artikel “Ik voel met sle(ch)t: seksisme in het kringleven.” Het artikel leidde binnen de studentengemeenschap tot debat over het thema. In de nasleep ervan gingen de meeste studentenverenigingen omzichtiger om met studentikoze initiatierituelen. Sommigen stelden binnen hun bestuur een vertrouwenspersoon voor hun leden aan. In het algemeen leidde het debat vooral tot meer open communicatie over studentenfolklore

Op 22 oktober 2017 organiseerden we een ontmoetings- en gespreksavond tussen de huidige studentikoos actieve studenten en de “oude zakken” (leden van praesidia uit de jaren ’80, ’90 en ’00). De avond stond in het teken van studentikoziteit anno 2017 en het uitwisselen van gedachten over actuele thema’s en uitdagingen in het studentenleven. De formule bleek alvast een succes dat voor herhaling vatbaar is.

Tot slot kwam het thema van ongewenst grensoverschrijdend gedrag op de campus extra in de schijnwerpers via de affichecampagne ‘Luna got raped’. Tijdens de #metoo-“storm” had op initiatief van enkele studenten die in het verleden slachtoffer waren van verkrachting ook de Grrrape-week plaats.

Cultuurbeleving

De dienst Cultuur organiseerde - samen met IRMO, MARCOM en Humans of Syria - op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus een fototentoonstelling over het dagelijkse leven in Syrië. De tentoonstelling bevatte werk van zowel professionele als semiprofessionele fotografen. De foto’s wierpen een andere blik op het Syrische volk, in contrast met de negatieve berichtgeving die we in België quasi dagelijks te horen of te zien krijgen.

De gemeente Oudergem organiseerde het nieuwe kunstenfestival ‘Kunstensteenweg’. Binnen dat kader liet de dienst Cultuur studenten ingenieur-architect – samen met Bru:tecture, de vereniging van studenten ingenieurswetenschappen-architectuur – in de etalage van haar kantoren een installatie bouwen. Die was gedurende het festival gratis te bezichtigen.

De dienst Cultuur ondersteunde in 2017 meer studentenactiviteiten. Dit gebeurde voor het jaarlijks terugkerende Citybeats van de studenten agogiek. Maar ook voor de Architectuurweek van Bru:tecture en het VUBrusselt-event van de Studentenraad.

Samen met stadstheater KVS ondersteunde de dienst Cultuur de voorstelling Kamyon die doorging op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Na de voorstelling organiseerden we een kampvuur en jam waar ook veel internationale studenten aan deelnamen.

De dienst Cultuur organiseerde samen met de ULB en het European Theatre and Film Institute theaterworkshops die de taalbarrière tussen Nederlandstalige en Franstalige studenten tracht te doorbreken.

Beweging en sport

De dienst Beweging en Sport lanceerde de campagne “Sportief zijn is geld waard.” Binnen de campagne ondersteunen we studenten die het initiatief nemen tot zelf sporten of samen sporten via:

 Een tussenkomst in sportabonnement voor studenten die elders dan aan de VUB toch gaan sporten: €15/student/jaar;

 Het toekennen van een sportsubsidie aan studenten die zelf sportactiviteiten organiseren die andere studenten aansporen tot bewegen en sporten.

Ecologisch bewustzijn

Aan het begin van het academiejaar construeerde het Green Team samen met een aantal biologiestudenten en studentenvereniging ‘Atalanta’ een insectenhotel op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Vanop onze eigen campus stimuleren we zo de biodiversiteit in de stad.

Het Green Team verspreidde in de VUB-gebouwen “burn carbs, not carbon”-posters. Het wil daarmee studenten en personeel aansporen de lift in te ruilen voor de trap.

Het Green Team startte in februari 2017 in gebouw M van de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus met een verdeelpunt van Boeren & Buren. Studenten en personeel kunnen er elke dinsdag vanaf 17u lokale producten kopen van 14 producenten die zich op een gemiddelde afstand van 35 kilometer van de VUB bevinden. Het project had in 2017 al 300 leden, die gemiddeld 20 tot 30 bestellingen per week plaatsten.

Eind april 2017 organiseerde het Green Team de Zero Waste Week. Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus kwam onder andere het recupel-cafe langs. Studenten en personeel konden er oude elektronische toestellen en kledingstukken binnenbrengen en (laten) herstellen in ruil voor een gratis drankje of hotdog.

Sinds 2016 roept het Green Team studenten tijdens de massablok op om hun lege pennen, markeerstiften en kurken achter te laten in daarvoor voorziene collectebussen. Het materiaal wordt gerecycleerd

Studentenvereniging S.E.A. (Sociaal Ecologische Activisten) startte in 2017 het platform “VUB Fossil Free” op, dat de VUB wil aanmoedigen om volledig te divesteren uit fossiele brandstoffen.

Kengetallen en trends

Kengetallen en trends

Cultuurbeleving

Cultuurbeleving

inkomsten ticketverkoop dienst Cultuur

Figuur 33: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor concerten georganiseerd door de dienst Cultuur. De daling in 2017 heeft onder andere te maken met het organiseren van slechts één festivaleditie dat jaar, het bespelen van kleinere zalen, een aanbod met een minder toegankelijk karakter en ticketprijzen die tot 50% lager lagen.

Figuur 33: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor concerten georganiseerd door de dienst Cultuur. De daling in 2017 heeft onder andere te maken met het organiseren van slechts één festivaleditie dat jaar, het bespelen van kleinere zalen, een aanbod met een minder toegankelijk karakter en ticketprijzen die tot 50% lager lagen.

Sinds de start van de bouwperiode van het XY-project – de vernieuwde en gemoderniseerde concertzaal en gallery die het Kultuurkaffee zal vervangen - organiseert de dienst Cultuur het multidisciplinaire reizende kunstenfestival BANG!

Evolutie ticketinkomsten BANG! festival

Evolutie

Figuur 33: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor concerten georganiseerd door de dienst Cultuur. De daling in 2017 heeft onder andere te maken met het organiseren van slechts één festivaleditie dat jaar, het bespelen van kleinere zalen, een aanbod met een minder toegankelijk karakter en ticketprijzen die tot 50% lager lagen.

Sinds de start van de bouwperiode van het XY-project – de vernieuwde en gemoderniseerde concertzaal en gallery die het Kultuurkaffee zal vervangen - organiseert de dienst Cultuur het multidisciplinaire reizende kunstenfestival BANG!

Sinds de start van de bouwperiode van het XY-project – de vernieuwde en gemoderniseerde concertzaal en gallery die het Kultuurkaffee zal vervangen - organiseert de dienst Cultuur het multidisciplinaire reizende kunstenfestival BANG!

Evolutie ticketinkomsten BANG! festival

Editie 1 (2015)

Editie 2 (2015

Editie 3 (2016) Editie 4 (2016) Editie 5 (2017)

Figuur 34: evolutie ticketinkomsten BANG!-festival. Initieel organiseerde de dienst Cultuur twee keer per jaar een editie van het BANG!-kunstenfestival. Maar door de voorbereidingen van de XY-nieuwbouw en een verandering in personeelsbezetting ging er 2017 maar één festivaleditie door. Dit heeft vanzelfsprekend een dalende impact op de inkomsten.

Figuur 34: evolutie ticketinkomsten BANG!-festival. Initieel organiseerde de dienst Cultuur twee keer per jaar een editie van het BANG!-kunstenfestival. Maar door de voorbereidingen van de XY-nieuwbouw en een verandering in personeelsbezetting ging er 2017 maar één festivaleditie door. Dit heeft vanzelfsprekend een dalende impact op de inkomsten.

Bezoekers BANG! festival Verhouding student - niet-student aantal niet-studenten aantal studenten

Editie 1 (2015)

Figuur 35: verhouding van bezoekers die deelnamen aan het BANG!-festival.

Figuur 35: verhouding van bezoekers die deelnamen aan het BANG!-festival.

5 (2017)

Verhoudingen binnen het studentenpubliek per discipline

Concerten tentoonstellingen performances/dans studentenprojecten lezingen/literatuur film/docu workshops overige

Figuur 36: Concerten zijn veruit het meest

Figuur 35: verhouding van bezoekers die deelnamen aan het BANG!-festival.

Verhoudingen binnen het studentenpubliek per discipline

Figuur 35: verhouding van bezoekers die deelnamen aan het BANG!-festival.

Verhoudingen binnen het studentenpubliek per discipline

Concerten tentoonstellingen performances/dans studentenprojecten lezingen/literatuur film/docu workshops overige

Concerten tentoonstellingen performances/dans studentenprojecten lezingen/literatuur film/docu workshops overige

Figuur 36: Concerten zijn veruit het meest populair. In totaal participeerden studenten 2.653 keer aan het aanbod van de dienst Cultuur. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2016, toen er 2.611 keer werd geparticipeerd.

Figuur 36: Concerten zijn veruit het meest populair. In totaal participeerden studenten 2.653 keer aan het aanbod van de dienst Cultuur. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2016, toen er 2.611 keer werd geparticipeerd.

Beweging en sport

Evolutie sportparticipatie

Figuur 36: Concerten zijn veruit het meest populair. In totaal participeerden studenten 2.653 keer aan het aanbod van de dienst Cultuur. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2016, toen er 2.611 keer werd geparticipeerd.

Beweging en sport

Beweging en sport

Evolutie sportparticipatie

Figuur 37: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, en de evolutie daarin.

Figuur 37: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, en de evolutie daarin.

Figuur 37: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, en de evolutie daarin.

De trend waarbij studenten zich minder engageren om wekelijks op een vast moment met een vaste groep dezelfde sportactiviteit te volgen lijkt gekeerd; er is opnieuw een stijging in deelname aan gestructureerde, georganiseerde activiteiten zoals de Sport!Mix.

In 2017 was er geen verkoop van zwemkaarten meer. Dat is het gevolg van de sluiting van het zwembad – sinds juni 2016 – in functie van renovatie. Het nieuwe zwembad zal openen in februari 2018. Er zullen zwemkaarten verkocht worden op basis van het aantal zwembeurten. Om studenten aan te moedigen om regelmatig te sporten, zullen we meerbeurtenkaarten met een korting aanbieden.

De daling van het aantal jogkaarten is het gevolg van een toename in zwartgebruik van deze faciliteiten. Dit zwartgebruik is gelinkt aan de jaarlijkse toename in bezetting van het rugbyveld. De poort die de leden van de voetbal- en rugbyclubs

deze faciliteiten. Dit zwartgebruik is gelinkt aan de jaarlijkse toename in bezetting van het rugbyveld. De poort die de leden van de voetbal- en rugbyclubs die het veld huren toegang verleent tot het rugbyveld staat meer open. Joggers kunnen via diezelfde poort de atletiekpiste betreden, in plaats van via de daartoe bestemde draaideur met kaartlezer. Om dit te voorkomen, heeft de dienst Beweging en Sport in overleg met de voetbal- en rugbyclubs een aantal maatregelen genomen; de resultaten daarvan moeten in 2018 zichtbaar worden.

die het veld huren toegang verleent tot het rugbyveld staat meer open. Joggers kunnen via diezelfde poort de atletiekpiste betreden, in plaats van via de daartoe bestemde draaideur met kaartlezer. Om dit te voorkomen, heeft de dienst Beweging en Sport in overleg met de voetbal- en rugbyclubs een aantal maatregelen genomen; de resultaten daarvan moeten in 2018 zichtbaar worden.

De dalende trend in het VUB-ledenaantal met een jaarabonnement bij onze partner Basic Fit is gekeerd. In 2017 is er opnieuw een toename in jaarlidmaatschap-abonnementen die we dankzij de formule van de publiek private samenwerking (PPS) tussen VUB en Basic Fit met korting kunnen aanbieden aan de studenten. Uit onze jaarlijkse ledensteekproef stellen we evenwel opnieuw vast dat er veel meer studenten lid zijn van Basic Fit, dan dat er PPS-jaarlidmaatschappen verkocht worden. Dat betekent dat studenten – meer dan destijds onder Sportopolis of HealthCity – kiezen voor een regulier, maandelijks te betalen lidmaatschap, eerder dan een jaarabonnement aan voordeeltarief.

De dalende trend in het VUB-ledenaantal met een jaarabonnement bij onze partner Basic Fit is gekeerd. In 2017 is er opnieuw een toename in jaarlidmaatschap-abonnementen die we dankzij de formule van de publiek private samenwerking (PPS) tussen VUB en Basic Fit met korting kunnen aanbieden aan de studenten. Uit onze jaarlijkse ledensteekproef stellen we evenwel opnieuw vast dat er veel meer studenten lid zijn van Basic Fit, dan dat er PPS-jaarlidmaatschappen verkocht worden. Dat betekent dat studenten – meer dan destijds onder Sportopolis of HealthCity – kiezen voor een regulier, maandelijks te betalen lidmaatschap, eerder dan een jaarabonnement aan voordeeltarief.

Meer uitgebreide cijfers over sportparticipatie door studenten en een meer gedetailleerde analyse zijn terug te vinden in het Jaarverslag UAB-Sport 2017.

Meer uitgebreide cijfers over sportparticipatie door studenten en een meer gedetailleerde analyse zijn terug te vinden in het Jaarverslag UAB-Sport 2017.

Verenigingsleven, beleving en engagement

Verenigingsleven, beleving en engagement

erkende studentenverenigingen functioneel erkend gewoon erkend

Figuur 38: aantal door BSGgtgv erkende studentenverenigingen (totaal in 2017: 43). Hun ledenaantal varieert van 22 tot 220 personen.

Figuur 38: aantal door BSGgtgv erkende studentenverenigingen (totaal in 2017: 43). Hun ledenaantal varieert van 22 tot 220 personen.

Twee nieuwe verenigingen verkregen een gewone erkenning: BASS en ASCOM. Eén vereniging bekwam een functionele erkenning. Dat brengt het totaal op 43 erkende studentenverenigingen.

Twee nieuwe verenigingen verkregen een gewone erkenning: BASS en ASCOM. Eén vereniging bekwam een functionele erkenning. Dat brengt het totaal op 43 erkende studentenverenigingen.

Personeel

Het personeel voor studentenwerking wordt niet aangesteld op het personeelskader van begrotinsgafdeling III-studentenvoorzieningen. Er is wel een verrekeningen van 133.237 euro zichtbaar in deze begroting.

De tussenkomst voor de dienst Cultuur bedraagt 63.105 euro als bijdrage voor de hoge personeelskosten.

Resultaten en betoelaging

De begroting werd uitgevoerd.

De structurele subsidies via het Kunstendecreet (2017-2021) konden we niet verkrijgen.

Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan

Strategische doelstellingen

We hebben een spilfunctie in het faciliteren en managen van het niet-onderwijsgebonden studentenleven. We coördineren en stemmen de verschillende initiatieven inzake “studentenwerking” af.

Operationele doelstellingen

We bouwen een transparant erkenningsmodel voor alle studentenkringen en -organisaties.

Indicatoren

Universiteitoverschrijdend erkenningsmodel goedgekeurd door de Stuvoraad (ook voor niet-studentikoze en internationale studentenkringen, generiek betiteld als ‘functionele verenigingen’) in 2014.

Projectleider Evaluatie 2017

Diensthoofd Studentenwerking - Sinds 2017 subsidiëren we de kosten verbonden aan het vzw-statuut.

We bouwen een transparant subsidiëringsmodel voor alle studentenkringen en -organisaties.

Subsidiëringsmodel goedgekeurd door de Stuvoraad in 2014.

Diensthoofd Studentenwerking

We bouwen een performant management studentenwerking uit en expliciteren de relatie Stuvoraad– BSG – studentenbeleid.

Leidraad voor jaarlijkse rapportering van erkende studentenkringen aan de Stuvoraad goedgekeurd door Stuvoraad in 2015.

Diensthoofd Studentenwerking

Uitgevoerd - Subsidies aan kringen keren we uit aan de hand van een in 2016 vernieuwd puntensysteem. De organisatie van sportieve, culturele, Brusselse, internationale, ecologische en educatieve activiteiten krijgt een duwtje in de rug; - Niet-erkende organisaties doen beroep op een projectpot of sponsoring van de Studentenraad, eveneens opgenomen in de Codex Studentenleven sinds december 2016.

Uitgevoerd

- In juli 2017 keurde de Studentenraad de sjablonen en richtlijnen van BSGgtgv goed die dienen als leidraad voor de jaarlijkse rapportering door de verenigingen. Deze zijn te bundelen in één enkel jaarverslag, met uitzondering van een financieel- en activiteitenverslag dat tweemaal per jaar gerapporteerd moet worden.

Snelle, efficiënte en transparante berekening van de subsidiëring van de erkende studentenkringen wordt opgesteld door BSG in 2015.

Snelle uitvoering van de uitkering van de subsidiëring door studentenbeleid in 2015.

Diensthoofd Studentenwerking

Diensthoofd Studentenwerking

- De subsidiëring van de erkende verenigingen is geïntegreerd in de goedgekeurde Codex Studentenleven

Uitgevoerd

Strategische doelstellingen

We bestendigen succesrijke acties en structuren, inspireren, faciliteren en moedigen nieuwe door de studenten zelf gedragen initiatieven aan.

Operationele doelstellingen

We zorgen voor een performant facility management ter ondersteuning van studentenactiviteiten.

Indicatoren

Service Level Agreement (SLA) met de dienst Facility Management is afgesloten in 2014.

Projectleider

Hoofd Faciity Mangement

Evaluatie 2017

- Sinds 2016 presenteert Infradesk jaarlijks op het studentencongres “Redelijk Ongeregeld?!” de facility management-regels die studenten moeten volgens wanneer ze initiatieven wensen te nemen. Deze regels zijn ook grotendeels opgenomen in de Codex Studentenleven en zijn te raadplegen via student.vub.be;

- Reservaties voor lokalen kunnen sinds 2017 rechtstreeks via Infradesk gebeuren;

- Voor de aanvraag van esplanadeactiviteiten is er sinds 2017 een verkorte procedure via het Infopunt Studenten;

- In 2017 is er gewerkt aan een meer specifiek Service Level Agreement. Dat zal later geïntegreerd worden in een overeenkomst met het hele departement Onderwijs- en Studentenbeleid.

Handleiding best practices beschikaar in 2015.

Diensthoofd Studentenwerking.

- Zowel voor de erkende, niet-erkende als individuele studenten bundelt en verduidelijkt de Codex Studentenleven de regels voor het organiseren van initiatieven;

- Sinds 2016 organiseren het Infopunt Studenten, BSGgtgv en de Studentenraad aan het begin van het academiejaar ‘congres voor de actieve student’;

- Op student.vub.be vinden studenten alle essentiële procedures onder de tab “zelf organiseren”.

We zorgen ervoor dat de rechten en plichten m.b.t. het gebruik van “eigen” lokalen door studentenkringen duidelijk zijn.

Door de Stuvoraad goedgekeurd beleid lokalentoewijzing (2015).

Diensthoofd studentenwerking

We ondersteunen verder het folkloristische studentenleven in haar Brusselse verschijningsvorm zoals dit sinds 1834 bestaat.

We integreren de studentenverenigingen gekoppeld aan de geacademiseerde opleidingen op campus Nijverheidskaai en Etterbeek in de BSG-werking.

We besteden extra aandacht aan veiligheid en vermindering van overlast.

We besteden extra aandacht aan het betrekken van de internationale studenten.

De studentenverenigingen vanuit de academiserende hogeschoolopleidingen zijn helemaal geïntegreerd (2018).

Minder medische en politionele interventies bij massa-manifestaties.

Hogere deelname van de internationale studentenpopulatie.

Diensthoofd studentenwerking

- In 2015 is de beleidsvisie rond lokalentoewijzing goedgekeurd. De concrete toepassing voor de toekomstige, nieuw beschikbare lokalen staat nu op de agenda;

- In 2016 besliste het directiecomité om het gebrek aan voldoende ‘eigen’ lokalen te verhelpen via het inrichten van een polyvalente ruimte. Deze beslissing heeft nog geen uitvoering gekregen;

- Op de Brussels Health Campus bood het gedeeld gebruik van de kelderruimte van de Basic FitLounge een oplossing voor het lokalentekort;

- Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus kwam en de Brussels Health Campus kwam er een loungebar. Studenten kunnen er tegen zeer democratische voorwaarden terecht om er publieke activiteiten te organiseren;

- In juli 2017 keurde de Studentenraad een prioriteitenbeleid goed voor toewijzing van te delen lokalen. Dit beleid werd in oktober 2017 opgenomen in de vereenvoudigde Codex Studentenleven. Over de rechten en plichten van verenigingen die een lokaal krijgen toegewezen, onderhandelen BSGgtgv en de Studentenraad nog verder.

- Met uitzondering voor ’t VAT, een regionale Brabantse vereniging (EhB-VUB-KMS) die ervoor koos om aangesloten te blijven bij het Brusselse SeniorenKonvent (EhB/KMS).

Diensthoofd studentenwerking

Diensthoofd internationaal beleid

Strategische doelstellingen

Operationele doelstellingen

We zorgen dat de twee fuifzalen belangeloos en evenwichtig worden uitgebaat.

We onderzoeken of we het vrijwillig engagement van onze studenten kunnen aanmoedigen, liefst in samenwerking met de internationale studenten.

We bewaken dat de studentenmedia een leerschool voor kritische journalistiek zijn.

Indicatoren

Jaarverslagen en financiële rapportering BOJ en BSGas vzw’s worden geëvalueerd (20142018).

Framework ter stimulering, erkenning en/of valorisatie van vrijwillig engagement is beschikbaar vanaf 2018.

Deze media rapporteren kritisch over alles wat de studenten beweegt, op de VUB-campus en in de wereld.

Projectleider

Diensthoofd studentenwerking

Diensthoofd studentenwerking

Evaluatie 2017

We zorgen dat de studenten vaardigheden kunnen ontwikkelen m.b.t. de verdediging van democratische principes via de politiek-maatschappelijke kringen.

Er zijn op de campus debatten over maatschappelijke kwesties.

Diensthoofd studentenwerking

Diensthoofd studentenwerking

- De Moeial levert kwaliteit van de bovenste plank. De studentenpers neemt zijn kritische, journalisitieke rol in het campusleven op. Getuige daarvan is het artikel dat de Moeial eind 2016 publiceerde: “Ik voel me sle(ch)t: seksisme in het kringleven.”

- Studenten participeren in VUB-sociale media, vooral via Instagram.

- Op de campussen vinden wekelijks politieke of maatschappelijke debatten plaats. Er zijn ook heel wat geëngageerde esplanadeacties tijdens de middag;

- Er is samenwerking tussen de politiek actieve kringen van verschillende ideologieën, onder andere over het kalendermatig afstemmen van openingsdebatten;

- De Studentenraad keurde in november 2017 (voorlopig) één erkenningsaanvraag van een nieuwe politieke studentenvereniging af;

- Een door een studentenvereniging georganiseerde lezing van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken werd belet door voornamelijk externe actievoerders. De VUB betreurde dit incident in verschillende media in naam van de vrije meningsuiting.

We maximaliseren de participatie aan beweging en sport.

We sporen studentenkringen aan tot het zelf organiseren van regelmatige sportactiviteiten, zowel recreatief als competitief, door hen te helpen bij het oprichten van studentensportclubs.

We stemmen de programmatie van sportieve events af tussen EhB en VUB.

Minimaal 4 tot optimaal 12 studentensportclubs tegen 2017.

Diensthoofd beweging & sport

(2014-2018).

We promoten “levenslang” bewegen en sporten, o.a. door aanbod sportprogramma.

Minimum 33 % van VUB studenten zijn sportief actief (2014-2018).

Diensthoofd beweging & sport

- In het kader van UAB Sport stemden we net als de vorige jaren het sportaanbod voor EhB- en VUB-studenten maximaal op elkaar af; - Alle activiteiten in organisatie van de dienst Beweging en Sport van de VUB staan open voor zowel de VUB- als de EhB- studenten.

Diensthoofd beweging & sport

- In de marges van de campagnes ‘Studeer je niet vet’ en ‘Sport je slim’ en in aanloop naar de opmaak van een nieuw sportbeleidsplan 2017-2020 werden op het jaareinde van 2015 en 2016 meer dan 500 studenten bevraagd over hun beweeg- en sportgewoonten. Meer dan de helft van de bevraagde studenten – het gaat om een representatieve groep – gaf aan regelmatig aan sport te doen: minstens drie keer per week, gedurende telkens één uur;

- Aan het begin van het academiejaar organiseerde de dienst Beweging en Sport, samen met de collega’s van de ULB, de tweede editie van de Brussels University Roller Parade. Een 250-tal studenten en personeel namen er aan deel, voornamelijk met inline skates, skateboard of fiets.

We investeren in renovatie van het zwembad op campus Etterbeek.

Nieuw zwembad op campus Etterbeek gerealiseerd in 2018.

Diensthoofd beweging & sport Uitgevoerd

- In juni 2016 is de renovatie en innovatie van het zwembad gestart. Het nieuwe zwembad opent de deuren in februari 2018.

Strategische doelstellingen

We organiseren en/ of ondersteunen initiatieven van en voor studenten op vlak van milieuzorg.

Operationele doelstellingen

We stimuleren de studenten om milieuprojecten te coördineren via projectsubsidie.

Indicatoren

3 projecten per jaar gerealiseerd door studenten (20142018).

Projectleider

Evaluatie 2017

Uitgevoerd

- Zes projecten werden gerealiseerd: - Sinds academiejaar 2014-2015 is een Green Team aangesteld op de VUB. Dat zet het hele jaar activiteiten en projecten rond duurzame ontwikkeling op. Looptijd tot 16-17. Alle activiteiten zijn gebundeld in hun jaarverslag (per academiejaar).

We voorzien in een professioneel cultureel aanbod met bovenregionale uitstraling en we stimuleren studenten tot participatie.

We organiseren regelmatig concerten, lezingen, comedy, … (met uitbreiding naar andere podiumkunsten vanaf 2017 i.f.v. mogelijkheden die de nieuwbouw biedt).

Meertalige en bovenregionale communicatie (via Uit in Vlaanderen, BILL, Muntpunt, Deze week in Brussel, …) (2014-2018).

Diensthoofd cultuur - We organiseerden voor het derde jaar op rij het reizend kunstenfestival BANG! De dienst Cultuur ging daarvoor samenwerkingen aan met het Brusselse en Vlaamse culturele veld: KRAAK, ABconcerts, Chamn’d Action, Spectra Ensemble, enzovoort; - Tijdens de vijfde editie die doorging in de lente van 2017 stelde Antwerps kunstenaar en muzikant Joris Van De Moortel als curator zijn programma voor in de Begijnhofkerk in Brussel, en dit tijdens 12 avonden.

We bieden een gratis lidmaatschap Cultureel Jongeren Paspoort, alias BILL (of gelijkwaardig) aan alle studenten Registratie van aantallen studenten die gebruik maken van het Cultureel Jongeren Paspoort of gelijkaardige bundel vanaf 2014.

Diensthoofd cultuur - Academiejaar 2015-2016: 9.736. Lager getal omdat 26+ niet mee geteld werd; - Academiejaar 2016-2017: 11.459. Opnieuw een hoger getal, omdat de leeftijdsgrens werd opgetrokken tot 30 jaar. Daardoor zijn +26-jarigen opnieuw geïncludeerd. Let wel: dit is steeds het aantal studenten voor wie we betaalden en die dus allemaal het EYCA-logo op hun studentenkaart kregen, niet het aantal studenten dat zich registreerde of zijn/haar code activeerde.

We stemmen de programmatie af met EhB, inclusief publieksuitwisseling.

We investeren in nieuwe cultuurinfrastructuur gekoppeld aan de bouw van de nieuwe studentenwijk op campus Etterbeek.

We versterken de samenwerking met partner EhB.

Organisatie van minstens 2 gezamenlijke activiteiten per jaar (20142018).

Nieuwe cultuurinfrastructuur gerealiseerd in 2018.

Diensthoofd cultuur

Diensthoofd cultuur

Geen tegenprogrammering (20142018).

Diensthoofd cultuur

We voorzien in een laboratoriumfunctie met betrekking tot cultuur, zowel voor beginnende kunstenaars als voor VUB/ EhB-studenten.

We betrekken studenten bij de organisatie en de uitbouw van het cultureel aanbod, vertrekkend vanuit de behoeften van de studenten en de opleidingen.

Een concreet aanbod van stageplaatsen op dienst Cultuur gepubliceerd op MY.VUB (2014-2018).

Jaarlijks is er minstens één samenwerking vanuit een academische of hogeschoolopleiding met dienst Cultuur (2015).

We ondersteunen studenteninitiatieven binnen de eigen infrastructuur.

Programmatie van minstens 2 activiteiten per jaar waarbij studenten het initiatief hebben genomen (vanaf 2014).

Diensthoofd cultuur - In 2017 liepen twee EhB-studenten stage bij de organisatie van het BANG! Festival en de dagelijkse werking. We schakelden ook jobstudenten uit de opleiding Podiumtechnieken van Ehb in bij de productie van het festival.

Diensthoofd cultuur

Dienst Cultuur optimaliseert externe financiering en eigen inkomsten.

Dienst Cultuur poogt subsidiëring bij verschillende (overheids)instellingen te bestendigen en verder uit te breiden: Vlaamse Overheid, Vlaamse Gemeenschapscommissie, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Europa, gemeenten, Huis van de Mens.

We verhogen onze inkomsten om meer kwaliteit te kunnen bieden.

Tijdig ingediende en goedgekeurde subsidiedossiers die leiden naar (nieuwe) sponsors (2014-2018).

Diensthoofd cultuur - We ondersteunen Café Laté, VUB-orkest en de voorstellingen die daaruit voortvloeien; - We ondersteunen VUBrusselt, een initiatief van de Studentenraad om studenten de stad te laten intrekken en om het tekort aan nachtelijk openbaar vervoer aan te kaarten.

Diensthoofd cultuur o Vlaamse Gemeenschapscommissie: €62.500 via de convenant Jeugdhuis Trefcentrum Y’; o Gemeente Elsene: €3.992 vanuit het lokaal cultuurbeleid.

Eigen inkomsten via ticketverkoop worden verder opgedreven.

Diensthoofd cultuur Niet gerealiseerd - In 2016 daalden de inkomsten uit ticketverkoop van €6.511 in 2016 naar €3.210 in 2017. De halvering heeft te maken met het feit dat het BANG!-festival in 2017 maar één keer doorging, en dit wegens een kleinere personeelsbezetting.

Aandachtspunten voor toekomstig beleid

Verenigingsleven, beleving en engagement

In onze algemene organisatie en werking willen we onze visie sterker naar voor brengen. Daarmee bedoelen we:

1. Dat het studentenleven studentgeïnitieerd voor en door studenten moet blijven. Tegelijk nemen we een meer proactieve rol aan op volgende domeinen:

 In de promotie van studentenengagement;

 In de ondersteuning van het studentenleven;

 In het faciliteren van actuele debatten, uitdagingen en maatschappelijke ontwikkelingen.

2. Dat het doel blijft om vaste netwerken binnen het sociale weefsel te overstijgen. Denk daarbij aan de integratie tussen Belgische en internationale studenten, of het realiseren van verbinding tussen studenten in de universiteit en de stad.

3.

In onze initiatieven en evenementen vanuit de universiteit kiezen we een duidelijke lijn van coaching, ondersteuning en vorming van de actieve studenten en studentenorganisaties.

Vanuit Studentenwerking willen we duidelijker onze rol opnemen binnen koepelevenementen die kunnen dienen als verbindende fora voor studentenengagementen. Denk aan evenementen zoals de Kick-off, de Warmste Week of de Off Campus Week.

Het studentencongres “Redelijk Ongeregeld?!” willen we uitbreiden met een tweede vormingsinitiatief tijdens het voorjaar. Bijkomend plannen we een initiatief rond valorisatie van vrijwillig studentenengagement. Ook het jaarlijks herhalen van de ontmoeting rond studentikoziteit tussen de oude en nieuwe generatie studenten is een must.

Studenteninitiatieven blijven we sowieso actief promoten via onze kanalen. Via actieve storytelling in verschillende VUB-media moeten we verder inzetten op het bewust maken van studenten van het aanbod en de voordelen van engagement buiten het onderwijscurriculum.

Vanuit Studentenwerking omarmen we de focus op Brussel als studentenstad en het internationale karakter van onze campussen. Het vrijetijdsleven tijdens het weekend is daarbij een belangrijk aandachtspunt!

De ‘winkel’ met ondersteuningsaanbod voor studenteninitiatieven moet nog meer ingang vinden bij het brede studentenpubliek, in het bijzonder bij studenten die op zoek zijn naar ondersteuning. Middelen die daartoe verkend moeten worden: een creatieve naam, een doeltreffender click pad, goed gekende ‘openingsuren’, enzovoort. Met de ‘winkel’ moeten we ook inspelen op de trend van studenten tot kortere engagementen: een loket voor studenteninitiatief buiten het traditionele verenigingsleven. Maar even goed moeten we met de ‘winkel’ de historisch gegroeide administratieve procedures lichter maken en de rolverdeling met BSGgtgv uitpuren en verduidelijken.

We hebben de indruk dat we studentenorganisaties nog meer moeten stimuleren om het vzw-statuut aan te nemen. Daarnaast is er nood aan concrete, duidelijk afgelijnde afspraken over het voeren van financiële administratie. Daarbij moeten we ook oog hebben voor een vereenvoudiging, en dit zowel in het belang van de VUB-administratie als de studentenorganisaties.

We moeten de werking van de studentenlounges en de ideeën tot eventuele oprichting van een fakbar verder opvolgen en ondersteunen.

Eind 2018 komen er zeven nieuwe lokalen en een aantal kleinere opslagruimtes extra beschikbaar voor de studentenverenigingen. Toch is dit nog altijd onvoldoende om elke vereniging een eigen lokaal te bieden. Het is een uitdaging om het gedeeld gebruik van alle beschikbare lokalen op een billijke en transparante wijze te organiseren volgens een formule waarvoor een groot draagvlak is.

Het project rond de herbestemming van de Van der Meeren-studentenwijk kan door groepering van een aantal gerelateerde functies opportuniteiten bieden voor een levendig studentenleven op de Brussels Health Campus. Dit project vraagt om nauw betrokken opvolging.

Het nieuwe Brusselse besluit over versterkt geluid bepaalt dat instellingen zelf het geluidsniveau van activiteiten met versterkt geluid moeten normeren en onder controle houden. We moeten de naleving ervan in het oog houden.

Beweging en sport

Wat sportparticipatie betreft, moeten we studenten blijven stimuleren om deel te nemen aan georganiseerde sportactiviteiten. Maar ook om “gewoon meer te bewegen” in het algemeen. Om de steeds evoluerende trends op de voet te kunnen monitoren en in functie daarvan te kunnen handelen, is de ontwikkeling van nieuwe, efficiënte en betrouwbare meetinstrumenten door de dienst Beweging en Sport een must.

We willen studenten ten volle betrekken bij de mogelijkheden van het nieuwe zwembad en de verschillende zwemactiviteiten. In functie daarvan moeten we het beleid rond en de werking van het nieuwe zwembad regelmatig en gericht evalueren.

Brede communicatie rond voordelige jaarlidmaatschappen bij Basic Fit – in vergelijking tot reguliere abonnementen –blijft voor de VUB-studentengemeenschap een aandachtspunt.

Cultuurbeleving

De start van het nieuwe cultuurgebouw XY vormt een unieke opportuniteit om studenten te stimuleren om te participeren aan het cultuuraanbod. In 2018 starten we met de voorbereidingen van de ingebruikname van het nieuwe cultuurgebouw. De opening zal een kentering betekenen voor de culturele werking, met opnieuw een stijgend aantal activiteiten en een nieuw inkomstenmodel (ticketverkoop, verhuur zaal, drankinkomsten, sponsoring, enzovoort). Om deze ambities te realiseren, is er bijkomend ook nood aan extra personeel.

RUBRIEK 8 JAARREKENING

Balans van de Vrije Universiteit Brussel 31/12/2017 (1/2)

C. Meubilair en rollend materieel

D.

E.

F. Vaste

Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding

Balans van de Vrije Universiteit Brussel

31/12/2017 (2/2)

A. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen

B. Belastingen

C. Grote herstellingen en onderhoudswerken

D. Sociaal Passief

E. Veiligheid en milieuverplichtingen

F. Overige risico's en kosten

VIII. Schulden op meer dan een jaar

A. Financiële schulden

1. Achtergestelde leningen 170 0,00 0,00

2. Niet achtergestelde obligatieleningen

3. Leasingschulden en soortgelijke schulden

4. Kredietinstellingen 173 2 985 552,96 3 845 026,01

5. Overige leningen 174 0,00 0,00

B. Handelsschulden 175 0,00 0,00

C. Overige schulden 178/9 344 927,74 343 165,77

IX. Schulden op ten hoogste een jaar

A. Schulden op >1j die binnen het jaar vervallen 42 4 674 781,08 4 767 182,00

B. Financiële schulden

1. Kredietinstellingen

2. Overige leningen 439

C. Handelsschulden 44 16 696 602,02 14 317 844,67

D. Ontvangen vooruitbetalingen 46 78 848 617,97 73 231 800,00

E. Schulden mbt belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 45 28 447

1. Belastingen 450/3 2 432 622,06 2 320 802,57

2. Bezoldigingen en sociale lasten 454/9 26 014 615,81 24 533 218,10

F. Overige schulden 48 428 492,44 0,00

X. Overlopende rekeningen 492/3 7 677 955,70 6 213 528,22

Bedrijfsopbrengsten (+)

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)

A.1.2. Uitkeringen DGOS

A.1.3.

A.1.4.

A.1.5. Andere overheidstoelagen

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.2.1.

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen) - naar FWO in 2016

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. FWO en VLAIO (ex IWT)

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek

A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)

A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector

A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties

A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch

A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II

A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische

A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden

A.5.3.

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6.

B. Waardewijziging projecten

C. Geproduceerde vaste activa

D. Giften, schenkingen en legaten

E. Andere bedrijfsopbrengsten

- fase III & IV

B.

C.2.

C.3.

C.4.

C.5.

C.6.

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemeningen -) (toelichting

F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemeningen -) (toelichting XI, A3 en C)

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

IV. Financiële opbrengsten (+)

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële

A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)

B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten

VII.

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)

VIII. Uitzonderlijke kosten (-)

vaste

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)

Overschot (tekort)

A. Te bestemmen overschot (te verwerken tekort) 1. Te bestemmen overschot van het boekjaar

2. Te verwerken tekort van het

B. Onttrekking aan de eigen middelen

1. Aan het gevormd vermogen (onttrekking aan de eigen middelen (+))

2. Aan de aangelegde fondsen (onttrekking aan de eigen middelen (+))

C. Toevoeging aan de eigen middelen

1. Aan het gevormd vermogen (toevoeging aan de eigen middelen (-))

2. Aan de aangelegde fondsen (toevoeging aan de eigen middelen (-))

D.

Resultatenrekening afdeling I Werking (1/2)

I. Bedrijfsopbrengsten (+)

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidiesbasisfinanciering (1ste geldstroom)

A.1.1. Werkingsuitkeringen

A.1.2. Uitkeringen DGOS

A.1.3. Investeringsuitkeringen

A.1.4. Sociale toelagen

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.2.1. BOF

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. IWT

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek

A.4. Contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)

A.4.1. Contractonderzoek met de privésector

A.4.1.1. Contractonderzoeknon profit organisaties

A.4.1.2. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialspre klinisch

A.4.1.2.3. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase I & II

A.4.1.2.4. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase III & IV

A.4.2. Contractonderzoek met de privésector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6. Andere

B. Waardewijziging projecten in uitvoering

C. Geproduceerde vaste activa

D. Giften, schenkingen en legaten

E. Andere bedrijfsopbrengsten

Resultatenrekening afdeling I Werking (2/2)

II. Bedrijfskosten (-)

A. Aankoop goederen

B. Diensten en diverse goederen

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)

C.1. ZAP

C.2. AAP

C.3. ATP

C.4. Gastprofessoren

C.5. Contractueel AP 624 130 919,69 174 758,34 855 022 -43 838,65 -724 102,31

C.6. Contractueel ATP

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)

F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

IV. Financiële opbrengsten (+)

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)

V. Financiële kosten (-)

A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)

B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toel XII, D)

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)

VIII. Uitzonderlijke kosten (-)

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)

A. Verrekeningen

(tekort) van het boekjaar

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)

Resultatenrekening afdeling II Investeringen (1/2)

I. Bedrijfsopbrengsten (+)

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidiesbasisfinanciering (1ste geldstroom)

A.1.1. Werkingsuitkeringen

A.1.2. Uitkeringen DGOS

A.1.3. Investeringsuitkeringen

A.1.4. Sociale toelagen

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.2.1. BOF

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. IWT

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek

A.4. Contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)

A.4.1. Contractonderzoek met de privésector

A.4.1.1. Contractonderzoeknon profit organisaties

A.4.1.2. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialspre klinisch 703011

A.4.1.2.3. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase I & II

A.4.1.2.4. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase III & IV

A.4.2. Contractonderzoek met de privésector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6. Andere

B. Waardewijziging projecten in uitvoering

C. Geproduceerde vaste activa

D. Giften, schenkingen en legaten

E. Andere bedrijfsopbrengsten

Resultatenrekening afdeling II Investeringen (2/2)

II. Bedrijfskosten (-)

A. Aankoop goederen

B. Diensten en diverse goederen

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)

C.1. ZAP

C.2. AAP

C.3. ATP

C.4. Gastprofessoren

C.5. Contractueel AP

C.6. Contractueel ATP

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terug -) (toelichting XI, B)

F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toel XI, A3 en C)

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

IV. Financiële opbrengsten (+)

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)

V. Financiële kosten (-)

A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)

B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn.

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)

VIII. Uitzonderlijke kosten (-)

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)

I. Bedrijfsopbrengsten (+)

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidiesbasisfinanciering (1ste geldstroom)

A.1.1. Werkingsuitkeringen

A.1.2. Uitkeringen DGOS

A.1.3. Investeringsuitkeringen

A.1.4. Sociale toelagen

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.2.1. BOF

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. IWT

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek

A.4. Contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)

A.4.1. Contractonderzoek met de privésector

A.4.1.1. Contractonderzoeknon profit organisaties

A.4.1.2. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialspre klinisch

A.4.1.2.3. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase I & II

A.4.1.2.4. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase III & IV

A.4.2. Contractonderzoek met de privésector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

6

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6. Andere

B. Waardewijziging projecten in uitvoering

C. Geproduceerde vaste activa

D. Giften, schenkingen en legaten

E. Andere bedrijfsopbrengsten

Resultatenrekening afdeling III Sociale Sektor Studenten (2/2)

II. Bedrijfskosten (-)

A. Aankoop goederen

B. Diensten en diverse goederen

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)

C.4. Gastprofessoren

C.5. Contractueel AP

C.6. Contractueel ATP

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemeningen -) (toelichting XI, B)

F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemeningen -) (toelichting XI, A3 en C)

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

IV. Financiële opbrengsten (+)

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)

V. Financiële kosten (-)

A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)

B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)

VIII. Uitzonderlijke kosten (-)

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)

Resultatenrekening afdeling IV. 1 BOF (1/2)

I. Bedrijfsopbrengsten (+)

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidiesbasisfinanciering (1ste geldstroom)

A.1.1. Werkingsuitkeringen

A.1.2. Uitkeringen DGOS

A.1.3. Investeringsuitkeringen

A.1.4. Sociale toelagen

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.2.1. BOF

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. IWT

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek

A.4. Contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)

A.4.1. Contractonderzoek met de privésector

A.4.1.1. Contractonderzoeknon profit organisaties

A.4.1.2. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialspre klinisch

A.4.1.2.3. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase I & II

A.4.1.2.4. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase III & IV

A.4.2. Contractonderzoek met de privésector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6. Andere

B. Waardewijziging projecten in uitvoering

C. Geproduceerde vaste activa

D. Giften, schenkingen en legaten

E. Andere bedrijfsopbrengsten

Resultatenrekening afdeling IV. 1 BOF (2/2)

II. Bedrijfskosten (-)

A. Aankoop goederen

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)

C.4. Gastprofessoren

C.5. Contractueel

C.6. Contractueel ATP

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemeningen -) (toelichting XI, B)

F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemeningen -) (toelichting XI, A3 en C)

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

IV. Financiële opbrengsten (+)

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)

V. Financiële kosten (-)

A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)

B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)

VIII. Uitzonderlijke kosten (-)

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)

Resultatenrekening afdeling IV.2 Andere Onderzoeksfondsen (1/2)

I. Bedrijfsopbrengsten (+)

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidiesbasisfinanciering (1ste geldstroom)

A.1.1. Werkingsuitkeringen

A.1.2. Uitkeringen DGOS

A.1.3. Investeringsuitkeringen

A.1.4. Sociale toelagen

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.2.1. BOF

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)naar FWO in 2016

2 171 322,72 1 465 724,00 2 000 000 705 598,72 171 322,72

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap 7021 20 888 514,13 23 084 056,71 24 600 000,00 -2 195 542,58 -3 711 485,87

-1 822 983,08

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. FWO en VLAIO (ex IWT) 70211 8 289 754,78 8 982 526,02 9 000 000 -692 771,24 -710 245,22

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek

A.4. Contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de

A.4.1. Contractonderzoek

Contractonderzoek

A.4.1.2. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoek

A.4.1.2.2. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.3. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.4. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.2. Contractonderzoek met de privésector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6. Andere

B. Waardewijziging projecten in uitvoering

C. Geproduceerde vaste activa

D. Giften, schenkingen en legaten

E. Andere bedrijfsopbrengsten

Resultatenrekening afdeling IV.2 Andere Onderzoeksfondsen (2/2)

II. Bedrijfskosten (-)

A. Aankoop goederen

B. Diensten en diverse goederen

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)

C.1. ZAP

C.2. AAP

C.3. ATP

C.4. Gastprofessoren

C.5. Contractueel AP

C.6. Contractueel ATP 625 5 812 132,90 5 602 151,60 6 270 000 209 981,30 -457 867,10

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 12 758 070,67 12 219 303,82

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemeningen -) (toelichting XI, B) 631/3 0,00

F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemeningen -) (toelichting XI, A3 en C) 634/9 0,00

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

IV. Financiële opbrengsten (+)

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)

V. Financiële kosten (-)

A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)

B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)

VIII. Uitzonderlijke kosten (-)

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)

Resultatenrekening afdeling V Patrimonium (1/2)

I. Bedrijfsopbrengsten (+)

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidiesbasisfinanciering (1ste geldstroom)

A.1.1. Werkingsuitkeringen

A.1.2. Uitkeringen DGOS

A.1.3. Investeringsuitkeringen

A.1.4. Sociale toelagen

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.2.1. BOF

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. IWT

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek

A.4. Contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)

A.4.1. Contractonderzoek

A.4.1.1. Contractonderzoeknon profit organisaties

A.4.1.2. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialspre klinisch

A.4.1.2.3. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase

A.4.1.2.4. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase III & IV

A.4.2. Contractonderzoek met de privésector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

16 350 634,77 15 297 243,23 18 859 250,00 1 053 391,54 -2 508 615,23

7040 9 947 504,57 8 895 920,92 9 352 000 1 051 583,65 595 504,57

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden 7041 0,00 0,00 0 0,00 0,00

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector 7042 0,00 0,00 0 0,00 0,00

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants 7043 849,50 0,00 0 849,50 849,50

7044 127 323,51 420 227,46 174 000 -292 903,95 -46 676,49

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6. Andere

7045 6 274 957,19 5 981 094,85 9 333 250 293 862,34 -3 058 292,81 B. Waardewijziging projecten in uitvoering

71 0,00 0,00 0 0,00 0,00 C. Geproduceerde vaste activa

72 0,00 0,00 0 0,00 0,00 D. Giften, schenkingen en legaten

73 1 689 209,72 2 481 494,20 2 774 732 -792 284,48 -1 085 522,28 E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 12 887 790,22 13 064 653,31 12 521 946 -176 863,09 365 844,22

Resultatenrekening afdeling V Patrimonium (2/2)

II. Bedrijfskosten (-)

A. Aankoop goederen

B. Diensten en diverse goederen

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)

C.1. ZAP

C.2. AAP

C.3. ATP

C.4. Gastprofessoren

C.5. Contractueel AP

C.6. Contractueel ATP

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemeningen -) (toelichting XI, B) 631/3

F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemeningen -) (toelichting XI, A3 en C) 634/9

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

IV. Financiële opbrengsten (+)

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)

V. Financiële kosten (-)

A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)

B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)

VIII. Uitzonderlijke kosten (-)

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)

Resultatenrekening afdeling VI Voor Orde (1/2)

I. Bedrijfsopbrengsten (+)

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidiesbasisfinanciering (1ste geldstroom)

A.1.1. Werkingsuitkeringen

A.1.2. Uitkeringen DGOS

A.1.3. Investeringsuitkeringen

A.1.4. Sociale toelagen

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.2.1. BOF

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. IWT

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek

A.4. Contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)

A.4.1. Contractonderzoek met de privésector

A.4.1.1. Contractonderzoeknon profit organisaties

A.4.1.2. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialspre klinisch

A.4.1.2.3. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase I & II

A.4.1.2.4. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase III & IV

A.4.2. Contractonderzoek met de privésector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6. Andere

B. Waardewijziging projecten in uitvoering

C. Geproduceerde vaste activa

D. Giften, schenkingen en legaten

E. Andere bedrijfsopbrengsten

Resultatenrekening afdeling VI Voor Orde (2/2)

II. Bedrijfskosten (-)

A. Aankoop goederen

B. Diensten en diverse goederen

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)

C.1. ZAP

C.2. AAP

C.3. ATP

C.4. Gastprofessoren

C.5. Contractueel AP

C.6. Contractueel ATP

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemeningen -) (toelichting XI, B) 631/3

F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemeningen -) (toelichting XI, A3 en C) 634/9

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

IV. Financiële opbrengsten (+)

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)

V. Financiële kosten (-)

A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)

B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)

VIII. Uitzonderlijke kosten (-)

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)

-111 095,03 -121 648,98

-36 513,13 5 145,74 -1 000 000 -41 658,87 963 486,87

-5 429 479,16 -2 290 465,33 2 000 000 -3 139 013,83 -7 429 479,16

0,00 0,00

afdeling VIII Bedrijfseconomisch (1/2)

I. Bedrijfsopbrengsten (+)

A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.1. Overheidstoelagen en subsidiesbasisfinanciering (1ste geldstroom)

A.1.1. Werkingsuitkeringen

A.1.2. Uitkeringen DGOS

A.1.3. Investeringsuitkeringen

A.1.4. Sociale toelagen

A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies

A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)

A.2.1. BOF

A.2.2. IUAP

A.2.3. FWO

A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)

A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)

A.3.1. Federale overheid excl. IUAP

A.3.2. Vlaamse gemeenschap

A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap

A.3.2.2. IWT

A.3.2.3. IOF

A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties

A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap

A.3.3. Steden en provincies

A.3.4. Internationale organen

A.3.4.1. Europese Unie

A.3.4.2. Internationale instellingen

A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden

A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek

A.4. Contractonderzoek met de privésector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)

A.4.1. Contractonderzoek met de privésector

A.4.1.1. Contractonderzoeknon profit organisaties

A.4.1.2. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.1. Contractonderzoekvennootschappen

A.4.1.2.2. Contractonderzoekvennootschappenklinische trials

A.4.1.2.3. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase

A.4.1.2.4. Contractonderzoekvennootschappenklinische trialsfase

A.4.2. Contractonderzoek met de privésector met overheidssteun

A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)

A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten

A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening

A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden

A.5.2. Andere inschrijvingsgelden

A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector

A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants

A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen

A.5.6. Andere

B. Waardewijziging projecten in uitvoering

C. Geproduceerde vaste activa

D. Giften, schenkingen en legaten

-180 258,92 274 448,93 -500 000 -454 707,85 319 741,08

0,00 -4 258,61 0 4 258,61 0,00 E. Andere bedrijfsopbrengsten

Resultatenrekening afdeling VIII Bedrijfseconomisch (2/2)

II. Bedrijfskosten (-)

A. Aankoop goederen

B. Diensten en diverse goederen

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)

C.1. ZAP

C.2. AAP

C.3. ATP

C.4. Gastprofessoren

C.5. Contractueel AP

C.6. Contractueel ATP 625 321 182,13 290 638,69 100 000,00 30 543,44 221 182,13

C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ 626 74 735,14 -22 357,92 -150 000,00 97 093,06 224 735,14

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 630 14 002 866,48 13 831 935,92 13 828 304,00

E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemeningen -) (toelichting XI, B) 631/3 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemeningen -) (toelichting XI, A3 en C)

G. Andere bedrijfskosten

III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)

IV. Financiële opbrengsten (+)

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

B. Opbrengsten uit vlottende activa

C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)

V. Financiële kosten (-)

A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)

B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)

C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)

VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten

VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)

VIII. Uitzonderlijke kosten (-)

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa

E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)

F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)

IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)

A. Verrekeningen

B. Overschrijvingen

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar

XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)

RUBRIEK 9 INTERNATIONALISERINGSVERSLAG

1. INTERNATIONALISERINGSBELEID EN CENTRALE ORGANEN

1.1. Organogram

1.2. Aansturing en advisering Internationaliseringsbeleid

1.2.1. Deelbeleidsplan 2030

In 2017 werden de voorbereidingen getroffen voor de uitwerking van het deelbeleidsplan Internationalisering 2030. Internationalisering is een belangrijk aandachtspunt sinds ASP 1 en 2, maar is tegelijk een vrij recent beleidsdomein op de VUB. Internationalisering doorsnijdt alle activiteiten en diensten van de universiteit en bepaalt bijgevolg vele agenda’s waardoor een afbakening van de respectievelijke bevoegdheden niet evident is. Uitgangspunt voor het uitwerken van het deelbeleidsplan is dat het beleid rond internationalisering zich afspeelt op de verschillende hoofdtaken van de universiteit onderwijs, onderzoek, en maatschappelijke dienstverlening. Teneinde legitiem en gedragen te zijn door de VUB-gemeenschap moet het beleid gestoeld zijn op een integratie van ‘bottom up’ bestaande netwerken en contacten van VUB-groepen/collega’s en centrale strategische prioriteiten gesteld met het oog op mogelijke synergiën en winst voor de VUB als geheel. Hiertoe werden van december 2016 tot februari 2017 verscheidene brainstormsessies met academici en medewerkers van de faculteiten georganiseerd rond de toekomst van internationalisering op de VUB, werden prioritaire beleidslijnen besproken met de rector en vicerectoren en werd een eerste versie van huidig deelbeleidsplan voorgelegd aan en goedgekeurd door de Raad Internationaal Beleid op 12 september 2017.

Daarnaast stellen we vast dat er rond de internationaliseringsprocessen in het Hoger Onderwijs in de loop van 2017 verscheidene belangrijke documenten verschenen zijn die bestaande praktijken evalueren of nieuwe accenten leggen. De nota’s van de Vlaamse Onderwijsraad betreffende de internationaliseringsstrategie voor het Vlaams Hoger Onderwijs en de rol van het Bologna programma vandaag, de evaluatie van de Erasmusmobiliteit, het aangekondigde beleid van de Europese Commissie betreffende de creatie van een “European Education Area” en financiering van “European Universities Networks” werden gebruikt als inspiratie en bijsturing van het internationaliseringsbeleid. Hieromtrent werd een strategische dag met alle medewerkers van het International Relations Office en studenten ingericht op 12 december 2017, die leidde tot de finale versie van het deelbeleidsplan.

1.2.2. VUB wil verder bouwen aan internationaliseringsplannen

De Raad Internationaal beleid (RIB) is een in het Organiek Statuut erkend orgaan met advies- en gedelegeerde beslissingsbevoegdheden. Het Bijzonder Adviesorgaan Ontwikkelingssamenwerking (BAOW) adviseert de RIB inzake universitaire ontwikkelingssamenwerking. Volgende strategische doelstellingen ASP2030 werden door de Raad Internationaal Beleid geformuleerd:

- Het verder stimuleren van de interculturele vaardigheden van de studenten door het versterken van de inkomende en uitgaande studentenmobiliteit.

- Het ontwikkelen van een meer reflectief internationaliseringsbeleid, met specifieke aandacht voor de ethische en sociale dimensies ervan, gesteund op de fundamentele waarden van de VUB.

- Inzetten op een meer performant strategisch internationaliseringsbeleid en internationaliseringsmanagementbeleid.

- Het versterken van de structurele internationale netwerking en erkenning van de VUB.

1.3. Rankings

Internationale rankings worden aanzien als een tool voor de inschatting van kwaliteit in onderwijs en onderzoek en voor een vergelijk met andere instellingen (benchmark). Ondanks de vele kritiek op de objectiviteit van de rankings, hechten zowel de overheid, de studenten als de instellingen zelf er steeds meer belang aan.

Het International Relations Office levert de gegevens aan voor de QS, THE World en UMR rankings, dit laatste i.s.m. departement Strategie & Beleid (STBE). Het is zeer belangrijk om voldoende accurate gegevens aan te reiken. Dit wordt bemoeilijkt door het feit dat niet alle VUB-gegevens beschikbaar zijn en het feit dat vele VUB-gegevens worden ‘gemapt’ per faculteit en dit niet altijd strookt met de vragen in de surveys die eerder betrekking hebben op domeinen.

QS World University Rankings (top 900+ in de wereld): VUB staat op 182, zelfde positie als in 2016.

QS World University Rankings by Subject: de VUB verschijnt in 18 van de 46 “subject rankings”. Meer details op https:// qsiu.app.box.com/s/gkl8euge257bxomtqeat5iebyvkf22ru.

Times Higher Education: VUB is gerankt tussen 301-350 in de wereld, dezelfde positie als in 2015 en 2016 (https://www. timeshighereducation.com/world-university-rankings/vrije-universiteit-brussel).

Academic Ranking of World Universities: VUB is 275e gerankt in de editie 2017 (ARWU-Shanghai Ranking) – meer details op http://www.shanghairanking.com/World-University-Rankings/Vrije-Universiteit-Brussel-(VUB).html

U-multirank: U-Multirank is een nieuwe gebruiker-georiënteerde, meerdimensionale internationale ranglijst van universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs. In tegenstelling tot andere rankings geeft UMR geen rangorde aan de universiteiten maar visualiseert door middel van een sun-burst-voorstelling verschillende aspecten en dimensies van de prestatie van universiteiten in 5 domeinen: onderwijs en leren, onderzoek, kennisoverdracht, internationale oriëntatie en regionaal engagement. Voor de scores berekent UMR ratio’s en percentages op basis van door de instellingen toegeleverde data en op basis van de voor hen toegankelijke databanken vb. voor patenten en publicaties. Voor internationale orientatie scoort de VUB zeer goed voor internationale academische staf, internationale joint publicaties en internationale PhD’s, en scoort ze goed voor anderstalige masterprogramma’s en studentenmobiliteit.

1.4. Centrale organen

1.4.1. Raad Internationaal Beleid (RIB)

De Raad Internationaal Beleid (RIB), welke beslissings- en adviesbevoegdheden heeft in toepassing van het nieuwe Organiek Statuut, is samengesteld uit interne leden. Deze zijn: de voorzitters van de facultaire organen voor internationalisering (Facir) of gelijkgestelde, een vertegenwoordiger uit elke faculteit die betrokken is bij het beleid, twee vertegenwoordigers van de Studentenraad en een aantal leden met raadgevende stem, nl. van de Departementen Onderwijs- en Studentenbeleid, Onderzoeksbeleid, Internationaliseringsbeleid, Knowledge Transfer Interface, Marketing en Communicatie, Vesalius College en het Institute for European Studies. Het Secretariaat wordt waargenomen door het International Relations office. De Raad vergaderde 7 maal in 2017.

1.4.2. Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking (BAOW)

Het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking rapporteert aan de Raad Internationaal Beleid en is samengesteld uit de Vicerector Internationale Relaties die tevens Voorzitter is, twee leden van het zelfstandig academisch personeel per domein van humane wetenschappen, toegepaste en exacte wetenschappen, en life sciences. De VUB-afgevaardigde in het Bureau VLIR-UOS is afgevaardigde van het wetenschapsdomein waartoe hij/zij behoort.

Aan het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking worden leden met raadgevende stem toegevoegd: een afgevaardigde van de Erasmushogeschool Brussel, een afgevaardigde van het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS), afdelingshoofd en leden van het International Relations Office belast met dossiers inzake universitaire ontwikkelingssamenwerking.

De nominatieve samenstelling van het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking wordt jaarlijks door de Raad Internationaal Beleid vastgelegd.

Het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking geniet voorstel- en adviesbevoegdheid ten aanzien van de Raad Internationaal Beleid over universitaire ontwikkelingssamenwerking.

Adviezen kunnen gevraagd worden in het kader van ontwikkelingssamenwerking aangaande: °het formuleren van beleidsadviezen, zowel voor interne als externe dossiers °selecties van projecten en beurzentoekenningen, wanneer een interne selectie opgenomen is in de overeenkomst tussen VUB en de financierder. Voorbeelden hier zijn de projecten in het kader van Global Minds. ° selecties in het kader van eigen VUB-initiatieven °andere

2. INTERNATIONAL RELATIONS OFFICE (IRMO)

2.1.

Onthaal en informatiebalie

De begeleiding van (internationale) studenten, onderzoekers en docenten (in/uit) is één van de taken van het International Relations Office. Ondersteuning wordt gegeven bij o.a. het afsluiten van een ziekte- en repatriëringsverzekering, informatie en afspraken bij de gemeente betreffende verblijfsvergunningen, gezinshereniging, visumaanpassingen, invullen belastingaangiften, begeleiding bij het vinden van een geschikte kamer, vertalen van huurcontracten, opstellen van uitnodigingsbrieven voor kort verblijf aan de VUB en dergelijke meer. Er wordt ondersteunend gewerkt bij vragen die het gevolg zijn van het niet vertrouwd zijn met administratie en bureaucratie, communicatieproblemen, gebrek aan taalkennis, cultuurshock. Wanneer gespecialiseerde hulp (medisch, psychologisch, juridisch etc.) noodzakelijk blijkt, wordt doorverwezen naar diensten uit de hulpverleningssector. Deze ondersteuning wordt geboden voor zowel studenten als gasten die komen op uitnodiging van de faculteiten.

Studenten uit niet-EER landen die naar VUB komen dienen bij hun visumaanvraag een beursattest of een bewijs van garantstelling (annex 32) voor te leggen. Wanneer voor betrokkene geen van beide opties tot de mogelijkheden behoren, kan de universiteit toestaan dat de student een som van 1000 EUR x het aantal maanden verblijf tijdens het academiejaar, met een max. van 12 maanden, deponeert op een geblokkeerde VUB-rekening waarbij vervolgens maandelijks het gestorte bedrag in schijven als “toelage” uitgekeerd wordt. Daarbij wordt het afsluiten van een SIP / ACE-polis (medische kosten – repatriëring) als voorwaarde gesteld.

Het gebruik van een geblokkeerde VUB-rekening wordt slechts in wel omschreven situaties toegestaan:

- om studenten toe te laten hun programma af te werken na het aflopen van de beurs - andere ad hoc gemotiveerde uitzonderingen

In 2017 werd beslist om gedurende het academiejaar 2017-2018 een pilootproject op te zetten waarbij alle aanvragen voor een geblokkeerde rekening aanvaard zullen worden.

De financiële ondersteuning van studenten aan de VUB is geënt op een aantal decretaal bepaalde voorwaarden. Momenteel beperkt de ondersteuning zich tot studenten met financiële noden die aan de nationaliteitsvoorwaarden voor Vlaamse studiefinanciering voldoen, waardoor vele internationale studenten niet in aanmerking komen. Daarom wordt er door Onderwijs – en Studentenbeleid een bedrag van 5.000 EUR per jaar voorzien als financiële ondersteuning voor crisissituaties van internationale studenten. In het academiejaar 2016-2017 werd 1 aanvraag geregistreerd waarbij het dossier, wegens onvolledig, uiteindelijk niet behandeld kon worden.

Bij de start van het academiejaar worden een ‘Orientation Week’ en ‘Kick Off The Campus’ georganiseerd. Tijdens deze “Orientation week” krijgen de internationale studenten informatie over de registratie aan de VUB, registratie bij de gemeente, huisvesting, openen van een bankrekening, gebruik van openbaar vervoer, informatie over het studeren en/of wat te doen indien ze niet slagen. Aan inkomende exchange studenten wordt ook informatie gegeven over de administratieve verplichtingen voor de beurs. Tijdens de “Kick Off The Campus” worden talrijke sociale-culturele activiteiten o.a. in samenwerking met Erasmus Student Network (ESN) georganiseerd. In de loop van het academiejaar vinden regelmatig activiteiten plaats die enerzijds de internationale student betrekken bij het VUB-gebeuren en anderzijds ook de VUB-gemeenschap warm maken om andere culturen te ontdekken.

Het centrale aanspreekpunt voor de internationale student is de onthaal- en informatiebalie van het International Relations Office, gelokaliseerd op Pleinlaan 5.

Openingsuren:

Maandag 09u00-12u30 13u30-16u30

Dinsdag 09u00-12u30 13u30-16u30

Woensdag 09u00-12u30

Donderdag 09u00-12u30

Vrijdag 09u00-12u30 13u30-16u30

Zaterdag + Zondag gesloten

Tijdens de instroomperiodes (september - oktober & februari) is de balie elke weekdag open tussen 09u00 – 12u00 & 13u30 – 16u30.

Aan de balie worden geregistreerd: - Aantal bezoekers (EU en niet-EU) - De inkomende e-mails op [email protected]

Bezoekers onthaal- en informatiebalie 2016 – 2017

Bezoekers

Maand

Het grootste aantal vragen betreft informatie over de administratieve verplichtingen in het kader van de beurzenprogramma’s, info over registratie bij de gemeente en afsluiten van een ziekteverzekering.

Voor de bursalengroepen: Erasmus+, Erasmus Mundus Action 2, VLIR-UOS, VUB scholars, China Scholarship Council (CSC), Organization of American States (OAS), worden de studenten ontvangen in groep en krijgen ze alle nodige informatie. Deze aantallen zijn niet inbegrepen in bovenstaande tabel. Het betreft een 300-tal studenten.

Algemene informatie wordt gegeven via het e-mailadres [email protected].

OTRS 2016 – 2017: mails naar [email protected]

[email protected] 2016 - 2017

Het International Relations Office beschikt verder over een aantal andere e-mailadressen waarbij mails rechtstreeks terecht komen bij een medewerker van de backoffice om zo een snellere en vooral meer persoonlijke service te bewerkstelligen:

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Volgende informatiebrochures zijn beschikbaar voor bezoekers:

“Study in Brussels”: Engelstalige brochure met een overzicht van de Engelstalige opleidingen. “Brussels Diplomatic Academy”: specifieke brochure met het aanbod van de BDA “Estudia en Bruselas”: Spaanstalige infofiche voor rekrutering in Latijns-Amerika. “Corporate brochure” met vermelding facts & figures

Stimuleren van uitgaande mobiliteit:

Aan het begin van het academiejaar organiseert de VUB een Kick-Off the Campus. IRMO nam ook in 2017 deel aan deze infomarkten gehouden op de Humanities, Sciences and Engineering Campus en op de Health Campus om studeren in het buitenland, en in het bijzonder de Go Abroad Fair, te promoten.

In oktober 2017 organiseerde IRMO opnieuw de jaarlijkse Go Abroad Fair op beide campussen met infosessies, inclusief financieringsmogelijkheden en informatiestanden over studeren in het buitenland. Onder andere BAEF, Fulbright, ESN, Bouworde, Euroguidance, UCOS, Wegwijzer, Bill en WEP hadden er een infostand en/of gaven een infosessie. Het Erasmus+ programma wordt samen met andere door VUB beheerde beurzenprogramma’s (Erasmus+ KA107, Priority Country Programme, Washington Center, Generieke beurzen, Erasmus Belgica, Memoranda of Understanding voor specifieke VUB-opleidingen) en externe initiatieven op de fair gepromoot.

Eind oktober en begin november werden in de faculteiten en/of opleidingen infosessies voor studenten georganiseerd. Tijdens deze sessies wordt een overzicht gegeven van wie op uitwisseling kan gaan, alle uitwisselingsmogelijkheden en -bestemmingen, selectieprocedures voor het daaropvolgende academiejaar. Deze sessies zijn gericht op studenten met interesse om naar het buitenland te gaan.

In mei 2017 organiseerde IRMO opnieuw de jaarlijkse Exchange Take Off infosessie voor studenten die genomineerd werden om op uitwisseling te gaan. Informatie over de administratieve verplichtingen voor de VUB en voor de verschillende beurzenprogramma’s worden meegedeeld, alsook tips en tricks om hun verblijf in het buitenland zo goed mogelijk voor te bereiden.

Voor de studenten die naar een ontwikkelingsland gaan, worden voorbereidingsdagen en terugkomsessies georganiseerd i.s.m. UCOS vzw.

2.2. Inter-institutionele akkoorden

Het International Relations Office beheert de Memoranda of Understanding (MoU), samenwerkingsakkoorden en inter-institutionele akkoorden voor beurzenprogramma’s en begeleidt de initiatiefnemers bij het opzetten van nieuwe contracten. Het beheer van de contracten en de keuze van de partners verloopt met het oog op het creëren van synergie tussen acties ondernomen binnen de context van één contract en acties ondernomen in de bredere context van de universiteit.

Er wordt gestreefd naar actieve samenwerking tussen de betrokken partijen. Een aanvraag voor een nieuw MoU dient over voldoende informatie te beschikken m.b.t. de beoogde samenwerking en output, de meerwaarde voor de VUB en de mogelijke multiplicator effecten. Op basis hiervan wordt de aanvraag al dan niet goedgekeurd door de Raad Internationaal Beleid. Voor de verlenging van een MoU is een gelijkaardige procedure opgezet waarbij de output van een afgelopen of nog bestaande MoU aangetoond moet worden.

In 2017 waren er 145 MoU’s & samenwerkingsakkoorden en 352 Erasmus uitwisselingsakkoorden in beheer bij het International Relations Office.

In het kader van de verdere ontwikkeling van kwaliteitsvolle, strategische partnerschappen en het verhogen van het cijfer voor uitgaande mobiliteit moeten nieuwe aanvragen voor bilaterale uitwisselingsakkoorden voldoen aan het kwaliteitskader met criteria inzake servicegarantie (o.a. onthaal en begeleiding aan de gastinstelling), inhoudsgarantie (o.a. aangeboden curriculum) en het internationaliseringsbeleid van VUB (o.a. preferentiële partners voor samenwerking).

Nieuwe of verlengde institutionele MoU’s 2017

LAND REF

STAD

Brazil 2017-BR-209 Curitiba

Brazil 2014-BR-125-01 Sao Paulo

Canada 2013-CA-217 Montreal

China P. R. 2014-CN-137-02 Beijing

China P. R. 2014-CN-137-01 Shanghai

China P. R. 2014-CN-137-03 Beijing

UNIVERSITEIT

Universidade Federal Do Paraná

International Academic Agreement for Double PhD

BCI (vroegere CREPUQ Conf. Rectors Principals Quebec Universities)

BACES IES VUB en CES Renmin

BACES IES VUB en Fudan University

BACES IES VUB Renmin School of Int. Studies - Double PhD

China P. R. 2014-CN-137-04 Beijing BACES CES & SIS Renmin en ES VUB

China P. R. 2013-CN-108(Ext) Beijing

China P. R. 2013-CN-198(Ext) Beijing

China P. R. 2013-CN-198-01 Beijing

China P. R. 2017-CN-210 Beijing

China P. R. 2016-CN-177 Chengdu

Verlenging MoU Beihang University

Verlenging GA met Renmin University of China

Student Exchange - School Int. Studies Renmin, Fac ES & Solvay

China University of Political Science and Law China

MoU Southwestern University of Finance and Economics

China P. R. 2017-CN-212 Chongqing MoU Southwest University

China P. R. 2017-CN-201 Jinan Law School Shandong University

China P. R. 2012-CN-Tongji(Ext) Shanghai Tongji University – verlenging GA

China P. R. 2012-CN-219-01 Shanghai

Colombia 2017-CO-211

Colombia 2017-CO-211-01

Tongji University - Agreement on non-degree student exchange

Santa Marta Universidad del Magdalena

Santa Marta

Ecuador 2017-EC-215 Quito

Greece 2012-GR-199-02 Patras

Italy 2017-IT-205 Pavia

Mexico 2017-MX-213

Mexico 2017-MX-207

Ciudad de Mexico

Coyoacán

Universidad del Magdalena Agreement joint programmes

Escuela Politécnica Nacional Ecuador

University of Patras - joint PhD

General Agreement Universitá delgi Studi di Pavia

MoU Universidad Iberoamericana Mexico City

Universidad Nacional Autónoma de México

Netherlands 2016-NL-197(Ext) Arnhem Dienstenovereenkomst NOC*NSF

Romania 2017-RO-204 Cluj-Napoca

South-Korea

2012-KR-216(Ext) Seoul

Tunisia 2017-TN-203 Carthage

Cooperation Agreement Technical University Cluj Napoca

Verlenging MoU met Korea University

Institut National Agronomique Tunisia

UK/Belgium 2012-UK-Ukent_01 Canterbury/ Brussels University of Kent

Nieuwe of verlengde bilaterale uitwisselingsakkoorden 2017

Land Faculteit Stad Universiteit

België ES Brussel Université Libre de Bruxelles

België ES Brussel Université Libre de Bruxelles

België ES Namen Université de Namur

België ES Brussel Université Libre de Bruxelles

België ES Luik Université de Liege

België ES Brussel Université Libre de Bruxelles

Bulgarije ES Blagoëvgrad American University Bulgaria

Frankrijk ES Orléans Université d’Orléans

Ierland ES Dublin University College Dublin

Italië ES Genua University of Genova

Italië ES Rome Università di Roma LUMSA

Nederland ES Maastricht Maastricht University

Noorwegen ES Oslo University of Oslo

Oostenrijk ES Graz Universitat Graz

Oostenrijk ES Salzburg University of Salzburg

Portugal ES Porto Universidade Fernando Pessoa

Roemenië ES Boekarest Scoala Nationala di Studii Politice si Administrative

Spanje ES Barcelona Blanquerna Romon Llull University

Verenigd Koninkrijk ES Kent University of Kent

Zweden ES Stockholm Stockholm University

België GF Luik Université de Liege

Italië GF Arcavavata University of Calabria

Oostenrijk GF Graz University of Graz

Tsjechië GF Praag Charles University Prague

Verenigd Koninkrijk GF Bradford University of Bradford

België IR Brussel Université Libre de Bruxelles

België IR Brussel

België IR Brussel

Haute Ecole Paul-Henri Spaak, ISIB

Haute Ecole Paul-Henri Spaak, ISIB

Frankrijk IR Saint-Etienne Saint-Etienne ENISE

Denemarken LK Naestved UC Sjaelland

Finland LK Jyvaskyla University of Jyvaskyla

Griekenland LK Patras

Technological Educational Institute of Western Greece

Ijsland LK Reykyavik University of Iceland

Spanje LK Jaén

België LW Brussel

België LW Namen

België LW Brussel

België LW Bergen

België LW Brussel

Universidad de Jaén

Université Libre de Bruxelles

Université de Namur

Université Libre de Bruxelles

Université de Mons

Université Libre de Bruxelles

Finland LW Helsinki University of Helsinki

Italië LW Siena

Universita de Siena

Hongarije PE Boedapest Ëotvös Lorand University

Hongarije PE Boedapest Corvinus University of Budapest

België RC Louvain-La-Neuve

Université Catholique de Louvain-La-Neuve

Verenigd Koninkrijk RC Nottingham Nottingham Trent University

België WE Brussel

Université Libre de Bruxelles

Duitsland WE Weimar Bauhaus Universität

Frankrijk WE Parijs

Frankrijk WE Parijs

Frankrijk (Guadeloupe) WE Pointe-à-Pitre

Frankrijk (Guyane) WE Cayenne

Hongarije WE Boedapest

Université Pierre et Marie Curie

Muséum National d’histoire Naturelle

Université des Antilles

Université de Guyane

Ëotvös Lorand University

Oostenrijk WE Klägenfurt Alpen-Adria University

Spanje WE Madrid Universidad Complutense de Madrid

Zweden WE Malmö Malmö University

Zwitserland WE Lausanne

2.3. Ontvangst van delegaties

Université de Lausanne

Via een aanvraagformulier kunnen buitenlandse delegaties hun interesse voor een bezoek aan VUB te kennen geven. In het formulier geven zij aan welke diensten of faculteiten ze wensen te bezoeken. Er wordt ook gevraagd naar informatie over de uitbouw van hun internationalisering, o.a. het aantal internationale studenten, aantal programma’s in het Engels, speerpunten, … Op basis van dit document wordt beslist, i.s.m. de betrokken faculteiten of diensten, om de delegatie al dan niet te ontvangen.

Het is een efficiënte manier om met andere instellingen in contact te komen en stapsgewijs een bredere vorm van samenwerking op te zetten.

IRMO INKOMENDE DELEGATIES 2017

Datum bezoek Instelling Land Bezoeker

11/01/2017 Mission of Mexico to the EU Mexico

17/01/2017 Communication University of China

P.R. China

09/03/2017 Ambassade Koeweit & ambassade Qatar Koeweit Qatar

Mr. Navarro

Mr. Thomas Hernández Núñez

Prof. Wang Xiaohong, Vice-Dean of the Faculty of Journalism & Communication; Prof. ZEN Yuanji, ViceDean of the Graduate School; Prof. SHU Xiaomei, Vice-Dean of the Graduate School

Jassim M Al-Bdaiwi (Ambassadeur Koeweit in België) en Abdulrahman Bin Mohammed Sulaiman Al-Khulaifi (Ambassadeur Qatar in België)

19/04/2017 Warwick University Verenigd Koninkrijk

02/05/2017 Renmin University of China P.R. China

09/05/2017 Capital University of Economics and Business

P.R. China

11/05/2017 Ambassade Argentinië Argentinië

15/05/2017 Sichuan University

P.R. China

15-18/05/17 SIHEKSU Students Kosovo

17/05/2017 Ambassade Marokko Marokko

23/05/2017 Sichuan provincial government officers

02/06/2017 China Science and Technology Exchange Centre

P.R. China

P.R. China

06/06/2017 Universidad de Oriente Cuba

07-09/06/17 Southwest University P.R. China

05/07/2017 Renmin University P.R. China

10/07/2017 Shanghai Academy of Social Science

17/08/2017 China University of Geosciences

07/09/2017 University of International Business and Economics

P.R. China

John Higgins CBE – Director General, DIGITALEUROPE and Chairman of the University of Warwick European Advisory Board; Simon Swain – Pro-Vice-Chancellor (External Engagement); Nikki Muckle – Director of European Strategy; Luk Van Langenhove – Senior Advisor (European Strategy),

Prof. Yi Zhihong, Vice President; Prof. Chen Yue, Dean of the School of International Studies + delegatie

Fu Zhifeng, president; Liwei Huang - Deputy Director, International Cooperation & Exchanges Office

Mr. Grinspun Pablo (Ambassadeur in België)

Prof. Zhang Hongwei, Director Academic Affairs Office + delegatie

M. Bernard Nikaj Ambassadeur van de Republiek Kosovo in Brussel + studenten

Mr. Mohamed Ameur (ambassadeur in België)

Bezoek vertegenwoordigers van de provincie Sichuan + Daniel Verheyden (Brussels International)

Zhao Xinli + delegatie

M. Carvajal Fals en Eduardo Beira Fontaine, Programme Manager

Prof. ZHANG Weiguo, President + delegatie

Prof. YAN Jin + delegatie

Prof. Wang Zhan, President + delegatie

P.R. China Li Hongli, Deputy head, Human resources Department + delegatie

P.R. China

14/09/2017 Fudan University P.R. China

Prof. Zhuang Rui, deputy dean of School of World Economy + delegatie

Prof. Liu Ran, Vice Dean School of Information Science and Technology + delegatie

23/09/2017 Anton De Kom University Suriname Emmanuel Scheeck, studentenvertegenwoordiger

29/09/2017 Shanghai International Studies University

P.R. China

22/11/2017 Kobe University Japan

30/11/2017 Maastricht University Nederland

13/12/2017 Northwestern Polytechnical University P.R. China

Prof. dr CAO Deming, Pro-president + delegatie

Prof. Takeda Hiroshi

Prof. Ogawa Matsuto

Prof. Inoue Nori Yuki

Prof. Yui Kiyomitsu

Prof. Yoshida Ken-Ichi

Mr. Patrick Vittet-Philippe

Ms. Eri Anno

Mr Simon Yelin

Prof. dr Martin Paul en Prof.dr. Rianne Letschert, rector magnificus

Delegatie van de School of Aeronautics

2.4. Ondersteuning VUB-delegaties naar het buitenland

Het International Relations Office onderneemt zelf zendingen en tracht delegaties van VUB-professoren naar het buitenland mee te begeleiden, voor zover dit mogelijk en wenselijk is. Op deze manier wordt het waarschijnlijker dat dergelijke acties passen in een centraal beleid en centrale prioriteiten. Het maakt tevens de opvolging gemakkelijker. Professoren kunnen “VUB international ambassador” zijn en de VUB voorstellen aan hun internationale contacten. Ze werken mee aan het onderhouden van het internationaal netwerk van de VUB door bv. hun trip met een dag te verlengen en een strategische partner in de regio te bezoeken. Om deze activiteit te ondersteunen is er nood aan een algemeen informatiepakket (brochures, algemene VUB-PPT, promofilm). Sinds 2017 kunnen professoren en ATP-leden ook beroep doen op Global Minds financiering om een exploratiemissie te ondernemen naar één van de 31 VLIR-UOS landen (landen uit het Zuiden). IRMO komt tussen in de reiskosten, zolang de invulling van de zending ontwikkelingsrelevant is.

IRMO UITGAANDE DELEGATIES 2017

Datum Bezoek Instelling Land

03/02/2017 Ambassade Marokko

20/03/2017 Ambassade Cuba

Mountains of the Moon University -Fort Portal

Mbarara University of Science and Technology MUST

01/04/2017 –08/04/2017

Final Consortium meeting Caribu Project

Makarere University

Belgian Embassy Kampala

Kyambogo University Kampala

Beihang University

Renmin University of China

Peking University Health Science Center

CAFA Central Academy of Fine Arts

Belgium Embassy in Beijing

China University of Political Science and Law CUPL

CSC China Scholarship Council

07/04/2017 –15/04/2017

24/04/201726/04/2017

19/05/2017

Communication University China

Capital Medecine University

Tongji University

East China Normal University

Fudan University

Shanghai First maternity and Infants Hospital

Xidian University

Northwestern Polytechnical University NPU

UNICA IRO Meeting Kopenhagen

Erasmus Universiteit Rotterdam

Erasmus Medisch Centrum Rotterdam

03/10/2017 Ambassade Jordanië

Northwestern Polytechnical University - Xian

Xidian University - Xian

University Centered International Platforms for Technology Transfer - Chengdu

Ambassade in België –IRMO delegatie

Ambassade in België –IRMO delegatie

Oeganda IRMO missie

14/10/2017 –28/10/2017

Renmin University of China - Beijing

Capital University of Economics and Business - Beijing

University of International Business and Economics – Beijing

Sichuan University - Chengdu

Southwest University - Chongqing

P.R. China

Gezamenlijke VUB-ULB rectorenmissie

Denemarken IRMO deelname

Rector + vicerectoren

Ambassade in België - IRMO delegatie

P.R. China IRMO-missie

24/10/2017 _ 25/10/2017

03/11/2017 –17/11/2017

UNICA Rectors Seminar Nicosia

University of Cyprus Cyprus Vicerector missie

Universidad de Ciencias Informáticas

CUJAE Ciudad Universitaria José Antonio Echeverria

Universidad de Artemisa

Universidad Central ‘Marta Abreu’ de las Villas

Universidad de Camagüey

Universidad de Habana met o.a. Faculteit Geneeskunde Cuba Vicerector missie

Universidad de Santiago de Cuba

Algemeen Ziekenhuis Santa Clara Oncologisch ziekenhuis Havana

Ministerie Hoger Onderwijs

Ministerie Buitenlandse Handel en investeringen

2.5. Communicatie

Het VUB International Relations office heeft sinds december 2016 een communicatiemanager. Het beheer van diverse communicatiekanalen meer specifiek voor internationalisering, werd in de loop van 2017 overgeheveld van Marcom naar het International Relations office en vice versa werd er vanuit het International Relations office input geleverd aan de corporate VUB-communicatiekanalen.

In maart 2017 kreeg het International Relations office het beheer van de Engelstalige webpagina’s (www.vub.ac.be/en/international) onder de bovenste navigatieknop ‘International’. Voorafgaand aan deze overdracht waren de pageviews voor deze webpagina’s 13.170, waarvan 9.848 uniek waren. De gemiddelde tijd die bezoekers doorbrachten op deze pagina’s was 1 minuut, 17 seconden. Sinds het beheer van de pagina’s bij het International Relations office zit, zijn de pageviews gestegen tot 39.104, waarvan 29.367 uniek waren. De gemiddelde tijd die op de pagina’s werd doorgebracht, steeg ook tot 1 minuut, 53 seconden.

De internationale Facebook-pagina (www.facebook.com/VUBInternationalRelations) werd officieel gelanceerd in oktober 2017. De ‘likes’ staan momenteel op 888, met 915 ‘follows’. De inhoud is uitsluitend in het Engels en heeft betrekking op een brede waaier aan onderwerpen in verband met het positioneren van de VUB als internationale kwaliteitsvolle speler voor zowel onderwijs als onderzoek.

Een Engelstalige “International Newsletter” werd 4 keer uitgestuurd in 2017. Voor de inhoud wordt geput uit VUB Today en bevat de nieuwsbrief artikels, geschreven door het International Relations office, en interessante artikels met internationale betekenis. De nieuwsbrief wordt verstuurd naar alle contactpersonen van het International Relations office, waaronder buitenlandse ambassades in Brussel, diverse regeringsinstanties in het buitenland, partnerinstellingen over de hele wereld en UNICA-partners. We wensen deze lijst uit te breiden met medewerkers van de VUB (waarvan een redelijk aantal internationaal) en internationale contacten van de vak- en onderzoeksgroepen of andere facultaire contacten.

Daarnaast wordt op regelmatige basis input geleverd aan de nieuwsbrief voor studenten (EN en NL) en de alumni nieuwsbrief (internationaal). In 2017 heeft het International Relations office ook 3 artikels aangeleverd voor het VUB magazine HENRI.

Het International Relations office heeft twee infosessies georganiseerd in mei 2017 om collega’s op de campus bewuster te maken van het ondersteuningsaanbod.

Er werd communicatiesteun (aankondiging, kort artikel, diverse folders, posters, flyers, etc.) verleend aan kleine en grote projecten, zoals o.a. de Orientation Week, Arabische taallessen voor kinderen, Go Abroad Fair, DHC diner en het DHC evenement op 28-29 november 2017.

In maart 2017 werd een fototentoonstelling opgezet over The Humans of Syria, i.s.m. de dienst Cultuur.

De website van BACES wordt regelmatig bijgewerkt en er wordt steun verleend aan het Confucius Instituut

2.6. U-Residence

De huurmogelijkheden zijn verdeeld in 3 types: short, middle & long stay. Korte verblijven omvatten de hotelfunctie van U-Residence. Reservaties hiervoor gebeuren uitsluitend via de website. Middle stays zijn verblijven van 1 tot 4 maanden, onder long stay verstaat men boekingen van langer dan 4 maanden.

Het International Relations Office heeft 81 vouchers afgeleverd in 2017 voor de kamers met hotelfunctie en is tevens het contact voor de boekingen van de middle en long stay kamers binnen het verkregen contingent.

2.7. Beheer beurzenprogramma’s

In 2017 werden volgende beurzenprogramma’s beheerd door het International Relations Office:

VUB:

- VUB Universitas – volledige beurzen voor masteropleidingen uitdovend, omgezet naar tuition fee waivers

- Cuba joint PhD beurzen

Europese financiering:

- Erasmus+ Key Action 1 (beurzen voor uitwisseling)

- Erasmus Mundus Action 2 (beurzen voor uitwisseling, diplomazoekers en onderzoekers)

Departement Onderwijs & Vorming (operationeel orgaan is Flanders Knowledge Area):

- ASEM Duo

- The Washington Center for Internships and Academic Seminars

- Transition Fellowship Programma (beperkt aantal niet-EER landen)

- Generieke beurzen (mobiliteit niet-EER)

- Master Mind Scholarships Fellowship Programme for Excellent Students

VLIR-Universitaire Ontwikkelingssamenwerking:

- VLIR-UOS – master en PhD-beurzen (beurzenprogramma en mobiliteit op projecten)

- VLIR-UOS – Vlaamse doctoraatsbeurzen (VLADOC) – uitdovend project sinds 2017.

- VLIR-UOS – Global Minds programma: reisbeurzen voor studenten (Bachelor – Master – Master na Master – Lerarenopleiding), stafmobiliteitsbeurzen, joint PhD en post-doc beurzen.

Vlaamse Overheid (beurzen in het kader van een bilateraal akkoord tussen overheden):

- China Duo

Prins Filip Fonds:

- Erasmus Belgica: mobiliteit tussen de Belgische gemeenschappen (studeren en stages)

Buitenlandse overheden:

- China Scholarship Council (Master – PhD, mobiliteit van en naar China)

De geboden ondersteuning is afhankelijk van de overeenkomst met de financierende instantie en de afgesproken verdeling van taken tussen deze instantie en de VUB. Taken die tot het pakket kunnen horen, zijn:

- Volledig dossier- en beursbeheer

- Boeken van tickets, opstellen van visumaanvragen, hulp bij openen van een bankrekening en het vinden van huisvesting, aansluiting bij ziekenfonds en verzekeraar ACE/SIP, maandelijks uitbetalen van beurzen, opstellen schadeclaims voor verzekeringen, repatriëring, ….

- Organiseren van “summer travel “tussen jaar 1 en jaar 2

- Voorbereiding van de terugkeer na het afstuderen (reservatie van vliegtuigtickets, afsluiten van ziekenfonds- en verzekeringsdossier in België, afsluiten beursdossier,…)

Hieronder volgt meer toelichting per programma.

2.7.1.

VUB beurzen

Masters

In het academiejaar 2016- 2017 genoten 4 studenten van de Universidad Católica de Bolivia van een VUB-beurs voor hun tweede jaar masterstudie.

Joint PhD’s

In het academiejaar 2016-2017 waren er drie (sandwich) PhD beurzen lopende in het kader van de raamovereenkomst tussen de VUB en de Cubaanse Nationale Commissie voor Wetenschappelijke Graden.

2.7.2.

In het kader van EU-programma’s

Het Erasmus+ programma promoot de Europese en transnationale dimensies van onderwijs, training, jeugd en sport en wenst de kwaliteit hiervan te bevorderen via samenwerking met andere landen en instellingen binnen de Europese Unie en daarbuiten (programma- en partnerlanden). Het programma consolideert de verschillende vroegere acties (Erasmus LLP, Erasmus Mundus, Tempus, etc.) in drie nieuwe pijlers: Key Action 1 (individuele leermobiliteit); Key Action 2 (strategische partnerschappen en kennisallianties) en Key Action 3 (beleidsondersteunende projecten).

Erasmus + Key Action 1 - Individuele leermobiliteit

Het Erasmus+ studentenuitwisselingsprogramma, voor studies en stages, met de programmalanden (EER, Turkije, FYrom), blijft aan de VUB het populairste en grootste mobiliteitsprogramma.

De concrete samenwerking binnen deze actie steunt op het afsluiten van inter-institutionele akkoorden tussen partnerinstellingen voor specifieke disciplines. De VUB beheerde 352 inter-institutionele contracten in 2017.

Tijdens het academiejaar 2016-2017 heeft de VUB 229 inkomende Erasmus+ studenten verwelkomd en 192 studenten uitgestuurd.

Naast het Erasmus programma binnen Europa vertrokken in het academiejaar 2016-2017 nog eens 3 studenten naar een Franstalige Belgische universiteit in het kader van het Erasmus Belgica programma, 9 studenten naar een Zwitserse universiteit in het kader van het Swiss-European Mobility Programme en 90 studenten naar een niet-EER gastinstelling via centrale (IRMO) of departementale uitwisselingsakkoorden. 14 inkomende studenten verbleven aan de VUB met een Erasmus Belgica beurs. Al deze studenten werden geregistreerd voor hun uitwisseling in CALI.

Gelet op de situatie in Turkije, besloot de VUB om, uit veiligheidsoverwegingen, ook in 2017 geen studentenmobiliteit naar Turkije toe te staan.

Niettegenstaande een kleine meerderheid van de inter-institutionele akkoorden docentenmobiliteit toelaat, is de inkomende en uitgaande mobiliteit op dit niveau gering. Voor uitgaande docentenmobiliteit zijn het beperkt aantal toelages vanuit de overheid hier onder andere een reden voor. In 2016-2017 waren 6 VUB docenten mobile, 4 voor onderwijs en 2 voor stage.

In het academiejaar 2016-2017 vatte de mobiliteit aan in het kader van de 3 Erasmus+ projecten die de VUB succesvol indiende nl. naar niet-EER partnerinstellingen in Marokko (8 beurzen), China (13 beurzen) en Cuba (10 beurzen). Alle projecten voorzien inkomende mobiliteit van studenten, onderzoekers en staf. Enkel in de projecten met China en Cuba is ook beperkte uitgaande mobiliteit van de VUB naar de partnerlanden voorzien voor onderzoekers en docenten. In- en uitgaande mobiliteitsmogelijkheden zijn verschillend per regio of land, zoals vastgelegd in de E+ regelgeving.

In 2016 werden opnieuw 2 Erasmus+ projecten met niet-EU landen nl. Palestina (19 beurzen) en China (11 beurzen) aan de VUB toegewezen. Mobiliteit in het kader van deze projecten ging van start in september 2017. Ook in 2017 kreeg de VUB Erasmus+ projecten toegewezen nl. Cuba (8 beurzen), Marokko (18 beurzen), China (16 beurzen) en Rusland (7 beurzen), mobiliteit in het kader van deze projecten start in september 2018.

Erasmus Mundus Action 2

Erasmus Mundus Action 2 (EMA2) is een EU-beurzenprogramma, waarin voor verschillende geografische regio’s buiten Europa een beurzenpakket voor academische mobiliteit voorzien wordt. Deze mobiliteit vindt plaats op alle niveaus (bachelor, master, doc, postdoc en personeel) en in twee richtingen (richting: minimum 70% niet-EU naar EU en maximum 30% EU naar niet-EU).

Sinds 2013 coördineert VUB het CARIBU project met de ACP-regio. Dit project liep nog tot juli 2017.

Daarnaast zijn er nog een aantal lopende partnerprojecten:

- 2013 – Lotus Unlimited is de vierde verderzetting van bovengenoemd project (met dezelfde partners).

- 2013 - BeMundus is een project gecoördineerd door Sapienza Universiteit, Rome. Dit project geeft beurzen voor studenten Educatiewetenschappen en Ingenieurswetenschappen voor mobiliteit van en naar Brazilië. Deze beperking in de domeinen werd opgelegd door de EC.

- 2013 - EUREKA SD is een project gecoördineerd door Oldenburg University. Dit project is een samenwerking met Centraal-Amerikaanse en Zuid-Amerikaanse landen.

- 2014 – Lotus + is de vijfde verderzetting van het Lotus consortium. Ditmaal wordt het project echter gecoördineerd door Uppsala University.

Project Titel

VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met) Totaalbudget

Erasmus Mundus Action 2 CARIBU Coördinator Van 17-07-2013 tot 1407-2017 € 3 999 800

Erasmus Mundus Action 2 BE MUNDUS

Erasmus Mundus Action 2 EUREKA SD

Erasmus Mundus Action 2 Lotus Unlimited

Erasmus Mundus Action 2 Lotus +

2.7.3. Programma’s via Flanders Knowledge Area

Van 17-07-2013 tot 1707-2017 € 3

tot 17-

tot

14-07-2014 tot 1407-2018 € 3 049 425

Stages via the Washington Center Jaarlijks geeft de Vlaamse overheid een 12-tal Merit Scholarships voor een uitwisseling van een 15-tal weken naar het “Washington Center for Internships and Academic Seminars” (TWC).TWC is een onafhankelijke organisatie die aan geselecteerde studenten uit verschillende landen de opportuniteit biedt om een werk- en leerervaring op te doen in de Washington regio (VS). Deze uitwisseling bestaat vooral uit een stage maar er is ook verplichte deelname aan een aantal ‘academic courses’ en ‘policy dialogues’. Voor deze uitwisseling moet de student met de programmaverantwoordelijke overeenkomen dat hij/zij 30 ECTS uit het studiecurriculum kan vervangen door deze stage. Tijdens het academiejaar 2016-2017 ontving 1 studente uit de opleiding Communicatiewetenschappen een beurs, uitbetaald door de Vlaamse overheid. Een studente Politieke Wetenschappen kreeg een Blinken-beurs via TWC zelf.

Transition Fellowship Program

Het Transition Fellowship Program, dat in 2013 door de Vlaamse overheid gelanceerd werd, beoogt de uitwisseling van studenten tussen Vlaanderen en vier landen in transitie nl. Brazilië, Marokko, Turkije en Zuid-Afrika. Vermits de Braziliaanse overheid het Science without Borders programma stopzette, werd in 2016-2017 inkomende mobiliteit vanuit Brazilië ook toegelaten. Zoals voor de andere landen is inkomende mobiliteit slechts mogelijk in zogenaamde duo-projecten. De mobiliteit varieert van minimum 1 maand tot maximum 2 semesters, met een uitzondering voor Turkije waar de mobiliteit maximum 2 maanden is.

In het kader van dit programma vertrokken 2 VUB studenten tijdens het academiejaar 2016-2017 voor een semester naar Brazilië en kwam 1 Braziliaanse studente naar de VUB.

Inmiddels verving de Vlaamse overheid het Transition Fellowship Program door het Priority Country Programme, met voor het academiejaar 2017-2018 een uitbreiding van de mobiliteit naar 5 extra landen nl. Chili, Japan, Mexico, Rusland en de Verenigde Staten van Amerika.

Generieke beurzen

De generieke beurzen voor uitgaande mobiliteit ondersteunen een studie of stage, in een land dat geen deel uitmaakt van de Erasmus+ programmalanden. De VUB dient centraal of departementaal een bestaand akkoord te hebben met de gastinstelling. In 2016-2017 ontving de VUB financiering voor 9 studenten (Mexico, China, Bolivië, Suriname en Canada)

Asem Duo

Het Asem-Duo programma werd gelanceerd in 2011 en heeft de promotie van studentenuitwisseling tussen Vlaanderen en 4 landen in Azië, nl. China, Indië, Vietnam en Zuid-Korea tot doel. Onder dit programma is er enkel uitwisseling van twee studenten in het kader van een duo-project mogelijk en moet er een samenwerkingsakkoord zijn tussen de VUB en de buitenlandse universiteit. Voor het academiejaar 2016-2017 werden geen aanvraagdossiers ingediend.

Master Mind Scholarships Fellowship Programme for Excellent Students Eind 2014 lanceerde de Vlaamse overheid het Master Mind Scholarships - Fellowship Program for Excellent Students. Via dit beurzenprogramma wil het Departement Onderwijs en Vorming een bijdrage leveren aan de versterking van het internationaal klimaat in het Vlaams hoger onderwijs door het aantrekken van internationale topstudenten voor een masteropleiding aan een Vlaamse Hoger Onderwijsinstelling. Enkel laatstejaarsstudenten uit partnerinstellingen konden een beurs aanvragen. 4 studenten ontvingen een beurs voor hun masterstudies aan de VUB tijdens het academiejaar 2016-2017. Daarnaast kregen nog 2 studenten uit de cohorte 2015-2016 een beurs voor hun tweede masterjaar. Inmiddels besliste de Vlaamse overheid de ontvankelijkheidsvoorwaarden voor deze beurs aan te passen vanaf het academiejaar 2017-2018.

Science without Borders

Het Science without Borders programma, het beurzenprogramma van de Braziliaanse overheid met het oog op de uitwis-

seling van Braziliaanse topstudenten naar buitenlandse Hoger Onderwijsinstellingen, werd stopgezet vanaf het academiejaar 2016-2017.

2.7.4. Beurzen in het kader van een bilateraal akkoord tussen overheden

China Duo

In het kader van het bilateraal akkoord tussen China en Vlaanderen (ministers bevoegd voor onderwijs) worden er duo-beurzen aangeboden aan Vlaamse en Chinese studenten. De uitwisseling van studenten gebeurt in het kader van een duo-project, ondersteund door een samenwerkingsakkoord tussen de VUB en de Chinese universiteit. Voor het academiejaar 2016-2017 werden geen aanvraagdossiers ingediend.

2.7.5. In het kader van VLIR-UOS

Project VUB academisch contact-persoon Duur (van tot en met) budget + aantal bursalen

VLIR-bursalen ikv het beurzentoekenningsprogramma: beurzen voor ICP/ITP–studenten, ICP-PhD

Vlaamse Reisbeurzen voor studenten naar een ontwikkelingsland (Global Minds)

Doctoraatsbeurzen voor Vlaamse studenten die doctoreren op een ontwikkelings-relevant thema (VLADOC – uitdovend).

Joint PhD (Global Minds) beurzen voor 6 maanden, financiële ondersteuning (ticket, allowance).

IRMO als administratief verantwoorde-lijke

IRMO als administratief verant- woordelijke

01-01-2017 –31-12-2017

01-01-2017 –31-12-2017

IRMO als administratief verant- woordelijke

IRMO als administratief verant- woordelijke

2.7.6. Belgische Technische Coöperatie (BTC)

01-01-2017 –31-12-2017

01-01-2017 –31-12-2017

EUR 1 179 636 43 ICP Masterstudenten (12 1e jaars en 28 2e jaars) + 3 ICP-PhD bursalen

EUR 35 000 35 beurzen Aantal beurzen wordt jaarlijks berekend volgens de VLIR-UOS verdeelsleutel.

EUR 202 868 4 VLADOC beurzen lopende

EUR 20000 2 beurzen voor 6 maanden

Als gevolg van een hervorming van het beurzenprogramma waarbij voorrang verleend wordt aan de versterking van institutionele competenties en organisatieontwikkeling, werd het beurzenprogramma hervormd en worden beurzen preferentieel lokaal in het ontwikkelingsland zelf ingezet. Er zijn dus geen nieuwe BTC beurzen te melden voor het academiejaar 2016-2017.

2.7.7. China Scholarship Council

De China Scholarship Council (CSC) is een non-profit organisatie verbonden aan het Chinese Ministerie van Onderwijs. CSC verleent beurzen aan Chinese studenten om in het buitenland te studeren en aan buitenlandse studenten om in China te studeren.

Tijdens het academiejaar 2016-2017 verbleven 57 Chinese CSC-studenten aan de VUB: 29 PhD’s en 28 master studenten.

2.8. Administratieve ondersteuning van onderwijs-, mobiliteits- en ontwikkelingssamenwerkingsprojecten

Het International Relations Office verleent advies aan promotoren die een projectvoorstel uitschrijven voor indiening bij externe donoren, voornamelijk VLIR-UOS en EU-mobiliteits- en onderwijsprojecten. Dit gebeurt indien nodig in samenwerking met andere centrale diensten.

Kandidaat-promotoren krijgen toelichting omtrent de belangrijkste modaliteiten op vlak van indiening van voorstellen, toepassing van donorspecifieke richtlijnen en formaten, alsook omtrent financiële regelgevingen. Voor de indiening bij de donororganisatie worden projectvoorstellen gescreend op volledigheid, toepassing van het gevraagde formaat en

(financiële) richtlijnen en, indien van toepassing, op het gebruik van de Project Cycle Management (PCM) methodologie. Specifieke trainingen worden georganiseerd door de verschillende entiteiten binnen IRMO.

De VLIR-UOS Institutionele Universitaire Samenwerkingsprojecten (IUS) hebben in hun activiteitenplan steeds een onderzoeks-, onderwijs- en transversaal institutioneel luik. Deze projecten worden administratief-technisch ondersteund door het International Relations Office.

2.8.1. In het kader van EU-programma’s

Tempus

VUB is partner in het SIHEKSU-project (“Support to the Internationalisation of Kosovo Higher Education System through establishment of the Kosovo Students’ Union”). De coördinator van dit project is de Universiteit van Paris-Lodron in Salzburg, Oostenrijk. Het project liep van 2013 tot 2016 en werd eenmalig verlengd tot 2017. In het kader van dit project werd een bezoek door de Kosovaarse studentenraad (KSU) en de verschillende partners aan de VUB georganiseerd en werd deelgenomen aan strategische workshops ter voorbereiding van de statuten van KSU.

Project Titel

TEMPUS IV

VUB partner of coördinator

Duur van het project (van tot en met)

SIHEKSU Partner: IRMO 2013 – 2017

Erasmus+ Key Action 1 – Erasmus Mundus Joint Masters

Totaalbudget EUR

7208,34 (VUB aandeel)

VUB is coördinator van het Erasmus+ Key Action 1 – Erasmus Mundus Joint Master project “4 Cities”. Daarnaast is VUB partner in de Joint Master projecten “TROPIMUNDO” gecoördineerd door ULB, “DC Lead” gecoördineerd door de Paris-Lodron University in Salzburg en EGEI gecoördineerd door de Universiteit Antwerpen. De projecten geselecteerd in 2013, komen uit het vorige kaderprogramma Erasmus Mundus (Action 1). Zij zijn in 2014 ingekanteld in Erasmus+ als Erasmus Mundus Joint Masters. De berekening van de financiering van deze projecten is op jaarbasis. Voor projecten geselecteerd vanaf 2014 is er wel een volledige financiering beschikbaar.

Project Titel

VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met) Totaalbudget EUR

Erasmus Mundus Joint Master Degree 4Cities Coördinator B. Van Heur

Erasmus Mundus Joint Master Degree TROPIMUNDO

Erasmus Mundus Joint Master Degree DC Lead

Erasmus Mundus Joint Master Degree EGEI

Partner: F. Dahdouh Guebas, L. Triest

Partner: J. Loisen,

Partner: P. Claeys

2013 - 2018 805 000,00 (budget 2017)

2013 - 2018 787 200,00 (budget 2017)

2014 – 2019 2

2013 – 2018

800,00 (totaalbudget)

Erasmus + Key Action 2 Capaciteitsopbouw De ‘capacity building’ projecten hebben als doel om de modernisering en toegankelijkheid van het hoger onderwijs in nietEER landen te bevorderen. In 2017 werd de VUB geselecteerd voor 2 ‘Capacity Building’ projecten. Daarenboven zijn er nog lopende projecten van vorige rondes: sinds 2016 is VUB coördinator van 2 projecten en partner in 3 projecten en sinds 2015 coördinator van één project en partner in 3 projecten.

Nieuwe projecten (geselecteerd in 2017)

Project Titel

VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met) Totaalbudget EUR

Capacity Building NEXUS Coörd (Prof. J. Chan) 2017 – 2020 999.758, 00

Capacity Building CitylabCAR Partner (Prof. Tom Vanwing) 2017 – 2020 696.644,00

Lopende projecten:

G.

EUCA-INVEST Partner: J. De Schampheleire & J. Vilrokx

Erasmus + Key Action 2 Strategische partnerschappen

Transnationale strategische partnerschappen beogen de ontwikkeling, overdracht en/of toepassing van innovatieve praktijken te bevorderen tussen de verschillende types van organisaties betrokken bij onderwijs, vorming en jeugdzaken.

Nieuwe projecten

Project Titel VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)

Strategic Partnership ENtRANCE Coörd (J. De Marree) 31/12/201729/06/2020

Strategic Partnership SLIDEShow Coörd ( K. Lombaerts) 1/11/201731/08/2020 339 977,00

Strategic Partnership PAC Partner (L. De Donder) 01/12/201730/11/2019 48 160,00 ( VUB aandeel)

Strategic Partnership PACI Partner (K. Kerrremans) 1/12/201731/08/2020 230 382,00 (85 338 VUB aandeel)

Strategic Partnership Tech Care Partner (E. Mantovani) 01/09/201731/08/2020 58 270 (VUB aandeel)

Lopende projecten:

Project Titel

Strategic

VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met) Totaalbudget

MELT Partner: P. Van de Craen

Erasmus + Key Action 3

Onder de sub-actie ‘Forward-Looking Projects’ (ontwikkeling van innovatieve systemen in onderwijs, training en jeugdwerking, ter voorbereiding en ondersteuning van beleid) coördineert de VUB twee projecten.

Nieuwe projecten:

Project Titel

Lopende projecten

Project Titel

VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)

( K. Lombaerts)

VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met) Totaal

Erasmus + Sport

De acties op het vlak van Sport: - samenwerkingspartnerschappen: deze hebben tot doel het aanpakken van bedreigingen van de integriteit van sport, het bevorderen en ondersteunen van goed bestuur op sportgebied en duale loopbanen van sporters, het bevorderen van sociale integratie, gelijke kansen en het besef van het belang van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging door een grotere deelname aan en gelijke toegang tot sport voor iedereen. - Europese sportevenementen zonder winstoogmerk.

De faculteit LK is als partner betrokken bij een aantal projecten:

Nieuw project

Project Titel

VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)

Sport – Collaborative Partnership B-WIZER Coörd. (P. Wylleman) 1/01/2017 to 31/12/2018

400 000,00

In 2017 werden ook nog 3 projecten goedgekeurd waarbij de VUB partner is, deze projecten starten pas in 2018.

Lopend Project

Project Titel

VUB partner of coördinator

Duur van het project (van tot en met)

Sports – Collaborative Partnership SPEACH Partner (K. De Martelaer) 2014-2017

Erasmus + Jean Monnet

494 420,00 (EU financiering)

9 313,00 (VUB part)

Jean Monnet acties hebben tot doel excellent onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese studies wereldwijd te stimuleren. De acties ondersteunen:

- De implementatie van academische modules, leerstoelen, expertisecentra met het oog op het verdiepen van studies in het Europese integratieproces, alsook het uitvoeren, monitoren en superviseren van onderzoek over EU-onderwerpen

- Het stimuleren, aanmoedigen van dialoog tussen de academische wereld en beleidsmakers door netwerken en projecten

- Verenigingen en instellingen die zich richten op onderwijs in en onderzoek naar EU-onderwerpen.

In 2017 werden 2 nieuwe projecten toegewezen.

Project Titel

VUB partner of coördinator

Duur van het project (van tot en met)

Jean Monnet (Chair) EXACT Coörd. (IES) 01/09/2017- 31/08/2020

Jean Monnet (Center of Excellence) VOWED Coörd. (IES) 01/09/2017- 31/08/2020

Lopende projecten:

Project Titel

VUB partner of coördinator

Duur van het project (van tot en met)

Jean Monnet rECOncile Coörd.(IES) 2016-2019

Jean Monnet Europe Explained Coörd.(IES) 2016-2019

000,00

000,00

045,00

000,00

Erasmus Mundus Vermits Erasmus Mundus sinds 2014 een van de pijlers geworden is van het Erasmus+ programma, is de informatie over de nieuwe projecten opgenomen onder punt 2.8.1.2.

2.8.2. In het kader van de samenwerking tussen de Organization of American States (OAS) en VUB.

Dit programma bestaat uit de vrijstelling van het jaarlijks studiegeld en de aanmeldingskost voor 15 studenten, binnen een overeenkomst voor 40 studenten. 17 studenten, geselecteerd na de 2e oproep (2016), studeerden in het academiejaar 2016-2017 aan de VUB.

2.8.3. Groepsmobiliteit

Deze budgetlijn werd in 2017 geschrapt, waardoor er in 2017 geen oproep voor voorstellen voor groepsmobiliteit werd gelanceerd. In 2017 besliste de Raad Internationaal Beleid een werkgroep rond groepsmobiliteit op te richten. In deze groep zullen 6 vertegenwoordigers vanuit de verschillende faculteiten zetelen alsook een beleidsondersteunende IRMO-afgevaardigde. Good practices zullen er worden gedeeld en later worden teruggekoppeld naar alle exchange coördinatoren. Ook het aspect van credits registratie in CaLi zal mee opgenomen worden.

2.8.4. In het kader van VLIR-UOS

Vanaf 2017 wordt er gewerkt met een 5-jaren begroting, gelijklopend met het nieuwe vijfjarenprogramma. Dit moet de flexibiliteit van de budgetten vergroten. Een besparing van 8% op het totale VLIR-UOS-budget werd aangekondigd eind 2016 en ook effectief ingevoerd in februari 2017. Er werd bespaard op Global Minds en de nieuwe Zuid projecten met startdatum 1 januari 2017.

De drie basisallocaties waarop de “Noordwerking” in België was gestoeld, met name het Noord-Acties-Programma, het Beurzentoekenningsprogramma en de Opleidingskosten, werden samengevoegd tot het Programma België. Dit ging van start op 1 januari 2017.

Binnen het programma België werd gestart met het Global Minds programma, waarvoor elke Vlaamse universiteit een eigen budget ontvangt volgens een verdeelsleutel om de capaciteitsopbouw op het vlak van universitaire ontwikkelingssamenwerking te versterken. De VUB schreef zes interne oproepen uit voor: Stafmobiliteit (XREI), Small Great Projects, Joint PhD’s, Post Docs, Reisbeurzen (voor studenten) en Groepsmobiliteit (voor studenten).

De Zuid portfolio van VLIR-IUS werd geactualiseerd. Naast de bestaande IUS, TEAM en ZI-formaten, werd er ook gestart met het JOINT formaat. Dit project is een nieuwe invulling van de oude North South South projecten.

Hieronder is een lijst van de verschillende projecten 2017. De verschillende projecttypes worden uitgebreid beschreven op: http://www.vliruos.be/nl/projectfinanciering/overzicht-van-programma’s/

Gebruikte afkortingen:

TEAM: nieuwe benaming voor Eigen Initiatief

KOI: Kort Opleidingsinitiatief (sinds 2017 opgenomen in het programma België, en zodoende geen nieuwe oproepen meer gelanceerd)

ICP: International Course Programme

INCO: Internationale Congressen (sinds 2017 opgenomen in het programma België, en zodoende geen nieuwe oproepen meer gelanceerd)

IUS: Institutionele Universitaire Samenwerking

NMBU: UOS-medefinanciering

ZI: Zuid-Initiatief

NSS: North-South-South-Initiatief

RIP: Research Initiatives Programme

JOINT: nieuwe benaming voor NSS

GM: Global Minds

ORG: Organisatiekosten

Nieuwe projecten:

Pro-ject Titel

INCO

WaterCloud: cloud computing and model developments for water management

TEAM Optimizing the valorization of water and rock resources for improved livelihoods in the Arusha volcanic region

VUB partner of coördi-nator VUB academisch contact-persoon

Duur van het project (van tot en met)

Coördinator A. Van Griensven 27-03-2017 –31-03-2017

Coördinator M. Kervyn 01-01-2017 –31-12-2020

TEAM Smart Water Management to protect the Oasis areas of Morocco based on integrated modeling systems (WASIS) Coördinator M. Huysmans

TEAM Quality control and therapeutic valorization of Moroccan Argan oils: the impact of the sustainability of the human development

ZI Enhancing community-based natural resources and hazard management in Rwenzori Mountains Coördinator M.

GM Global Minds

ICP Interuniversity Programme Physical Land ResourcesPHYLARES (2015-2016) ism UG.

ICP Interuniversity Programme in Water Resources Engineering - IUPWARE (20152016) ism KUL

IRMO, geen academisch verantwoordelijke

–31-12-2017

ICP Master of Marine and Lacustrine Science and Management - Oceans and Lakes: (2015-2016). Co- ördinator N. Koedam 01-10-2017 –30-09-2018

ICP Interuniversitair Programma (ICP) Moleculaire Biologie” (2015-2016).

ördinator G. Angenon

517,00

–30-09-2018

ICP Master of Human Ecology and Master of Advanced Studies in Human Ecology (2015-2016)

Co- ördinator L. Triest 01-10-2017 –30-09-2018

ORG Organisatiekosten NVT IRMO, geen academisch verantwoordelijke 01-01-2017 –31-12-2017

IUS IUS: Phase out (jaar 1 van 2) Institutionele Universitaire Samenwerking tussen VUB en Moi University Kenya

IUS IUS: Fase I (jaar 4 partnerprogramma 2013-2018) voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen Universidad de Oriente (Sede Mella) - Cuba en de Vlaamse universiteiten

IUS IUS : Fase I (jaar 1 partnerprogramma 2017 – 2022) voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen VUB en Universidad Católica Boliviana “San Pablo” (UCB)

NETWORK NETWORK Fase I ‘ICT’ Programme (2013-2018) voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen Universidad Central ‘Marta Abreu’ de Las Villas - Cuba en de Vlaamse universiteiten

IUS ADEKUS, Suriname

IUS Université du Burundi, Burundi

IUS Universidad de Cuenca, Ecuador

IUS University of Limpopo, Zuid-Afrika

IUS University Eduardo Mondlane, Mozambique

IUS Mzumbe University,Tanzania

IUS NM-AIST, Tanzania

IUS Mountains of the Moon University, Uganda

IUS Hue University, Vietnam

Lopende projecten:

TEAM SMART-ET: sustainable management of natural resources by reducing Evapo-Transpiration in cultivated African catchments

Co- ördinator B. Manderick 01-01-2017 –31-12-2017

Co- ördinator H. Sahli 01-04-2017 –31-12-2017

G. Loots

Co- ördinator G. Eisendrath 01-01-2017 –31-12-2017

Partner T. Vanwing A. Libotton

Partner L. Van Biesen

01-01-2017 –31-12-2017

01-01-2017 –31-12-2017

Partner W. Bauwens Y. Vanderheyden 01-01-2017 –31-12-2017

Partner E. Van Driessche 01-01-2017 –31-12-2017

Partner G. Coene 01-01-2017 –31-12-2017

Partner C. Zhu 01-01-2017 –31-12-2017

Partner A. Van Griensven 01-01-2017 –31-12-2017

Partner C. Zhu 01-01-2017 –31-12-2017

Partner L. Triest 01-01-2017 –31-12-2017

Co-ördinator A. Van Griensven 01-03-2016 –31-12-2019

517,00

250 000,00

298 498,00

conservation area initiative IUSCongo Transversaal Congo (Assurance Qualité) (Phase II) 2014-2015

TEAM TRANS-COASR: transboundary coastal processes and human resource utilization patterns as a basis for a Kenya-Tanzania conservation area initiative

IUS-Congo Transversaal Congo (Assurance Qualité) (Phase II) 2014-2015

RIP Genome editing for crop improvement in Musa spp.

RIP Genome editing for crop improvement in Musa spp.

Coördinator

Co-ördinator N. Koedam 01-03-2016 –31-12-2019

A. Libotton 01-04-2015 –31-03-2017

Coördinator

Co- ördinator A. Libotton 01-04-2015 –31-03-2017

G. Angenon 13-03-2016 –31-12-2019

2.9. Internationale Marketing en Rekrutering

Co-ördinator G. Angenon 13-03-2016 –31-12-2019

2.9. Internationale Marketing en Rekrutering

299 361,00

75 000,00

100 000,00

75 000,00

100 000,00

Het project ‘Internationale Marketing en Rekrutering’ tracht een duurzame strategie te ontwikkelen voor de VUB. Het doel is om buitenlandse studenten aan te trekken in zowel Vlaamse als anderstalige opleidingen, meer kwaliteitsvolle applicaties en meer toelatingen te bewerkstelligen en het aantal studenten te verhogen in de opleidingen waar de capaciteit momenteel niet volledig benut is of in opleidingen die goed in de markt liggen.

Het project ‘Internationale Marketing en Rekrutering’ tracht een duurzame strategie te ontwikkelen voor de VUB. Het doel is om buitenlandse studenten aan te trekken in zowel Vlaamse als anderstalige opleidingen, meer kwaliteitsvolle applicaties en meer toelatingen te bewerkstelligen en het aantal studenten te verhogen in de opleidingen waar de capaciteit momenteel niet volledig benut is of in opleidingen die goed in de markt liggen.

Het strategisch plan m.b.t. internationale marketing en rekrutering geeft zowel een volledig overzicht van de diverse kanalen die gebruikt worden voor rekrutering als van de “return on investment” metingen en KPI-monitoring.

Het strategisch plan m.b.t. internationale marketing en rekrutering geeft zowel een volledig overzicht van de diverse kanalen die gebruikt worden voor rekrutering als van de “return on investment” metingen en KPI-monitoring.

In vergelijking met het vorige academiejaar was er een stijging van 23% in het aantal inschrijvingen voor masterprogramma’s en deze stijging is uitgesproken bij het aantal niet-EER studenten.

In vergelijking met het vorige academiejaar was er een stijging van 23% in het aantal inschrijvingen voor masterprogramma’s en deze stijging is uitgesproken bij het aantal niet-EER studenten.

In het academiejaar 2016-2017 werd voor het eerst een Engelstalige Bachelor aangeboden, nl. Bachelor in Social Sciences. Het programma is een succes vanuit het standpunt van internationale rekrutering, vermits er zich 89 internationale studenten uit 40 verschillende landen inschreven.

In het academiejaar 2016-2017 werd voor het eerst een Engelstalige Bachelor aangeboden, nl. Bachelor in Social Sciences. Het programma is een succes vanuit het standpunt van internationale rekrutering, vermits er zich 89 internationale studenten uit 40 verschillende landen inschreven.

Bachelor Social Sciences 2016-2017

Niet-Belgische Studenten

Bachelor Social Sciences 2016-2017 Niet-Belgische Studenten

Engelstalige Masters 2016-2017

Niet-Belgische Studenten

Engelstalige Masters 2016-2017 Niet-Belgische Studenten

Applications submitted: 2512

Applications considered:

Actieve agenten in 2016-2017:

Actieve agenten in 2016-2017:

Naam agent Land Actief sinds Aanvragen Toegelaten Ingeschreven

Naam agent Land Actief sinds Aanvragen Toegelaten Ingeschre ven

Bij de Chinese partnerinstellingen werd promotie gemaakt voor het Engelstalige studieaanbod en de diverse beursmogelijkheden. 93 studenten van onze partneruniversiteiten schreven zich uiteindelijk in, waaronder 29 PhD’s en 10 exchange studenten. Ook de specifieke programma’s in samenwerking met onze partnerinstellingen zijn succesvol. Tijdens het academiejaar 2016-2017 waren 11 studenten ingeschreven in het 3+2 programma en 28 studenten in het “1+1+0.5” programma.

Bij de Chinese partnerinstellingen werd promotie gemaakt voor het Engelstalige studieaanbod en de diverse beursmogelijkheden. 93 studenten van onze partneruniversiteiten schreven zich uiteindelijk in, waaronder 29 PhD’s en 10 exchange studenten. Ook de specifieke programma’s in samenwerking met onze partnerinstellingen zijn succesvol. Tijdens het academiejaar 2016-2017 waren 11 studenten ingeschreven in het 3+2 programma en 28 studenten in het “1+1+0.5” programma.

o Deelname aan internationale onderwijsbeurzen

Beurs

Stad

o Deelname aan internationale onderwijsbeurzen

Land Datum

World Education Fair Sofia Bulgarije februari 2017

Beurs

Stad

Romanian International University Fair Bucharest, Cluj-Napoca Roemenië maart 2017

Land Datum

World Education Fair Sofia Bulgarije februari 2017

Bachelor-and-More Fair

Romanian International University Fair Bucharest, Cluj-Napoca Roemenië maart 2017

Master-and-More Fair

Bachelor-and-More Fair

Najah 2017

Master-and-More Fair

Najah 2017

Düsseldorf Duitsland mei 2017

Düsseldorf Duitsland mei 2017

Düsseldorf Duitsland mei 2017

Abu Dhabi UAE oktober 2017

Düsseldorf Duitsland mei 2017

IGSF Fair – attracting CSC scholarship holders (One joint booth with ULB) Beijing, Changchun, Hangzhou, Xiamen China oktober 2017

Abu Dhabi UAE oktober 2017

Campus promotion tour (partner universities) Beijing, Chengdu, Xi’an China oktober 2017

IGSF Fair – attracting CSC scholarship holders (One joint booth with ULB) Beijing, Changchun, Hangzhou, Xiamen China oktober 2017

Europosgrados

Puebla, Merida, Guadalajara

Mexico november 2017

Andere activiteiten:

o Op een selectie van online ‘advertising portals’ werd ingetekend ter promotie van Engelstalige VUB-programma’s: bachelorsportal.eu, mastersportal.eu, masterstudies.com, findamasters.com,.

o Op een selectie van online ‘advertising portals’ werd ingetekend ter promotie van Nederlandstalige VUB programma’s in Duitsland: bachelor-and-more.de, psychologie-studieren.de.

o Verschillende analyses van studentenpopulaties werden gedaan ter ondersteuning van de uitwerking van een rekruteringsstrategie (achtergrond van de studenten, internationale benchmarking, quality assurance, criteria voor de selectie van partneruniversiteiten, hoe studenten VUB hebben leren kennen).

o Uitwerken van rekruteringsmateriaal in het Chinees, nieuws over de VUB, getuigenissen van huidige studenten en alumni, informatie over het VUB-studieaanbod, een praktische gids voor nieuwe studenten, verspreiden van informatie over beursmogelijkheden, een sociaal media forum via WeChat werd gecreëerd binnen het VUB China Alumni Association.

2.10. Integratie van internationale studenten

Om een betere interactie te bevorderen tussen Vlaamse en internationale studenten worden activiteiten ingericht en worden initiatieven van studenten en studentenverenigingen ondersteund.

Onderstaande activiteiten werden in 2016-2017 georganiseerd of ondersteund door het International Relations Office:Buddy programma: Sociale en praktische integratie van internationale studenten door Vlaamse en internationale buddy’s.

o Taaltafels: organisatie van wekelijkse taaltafels (6 talen) voor studenten en personeel tijdens de lesweken.

o International meals: viering van internationale feestdagen in het restaurant van de Humanities, Sciences & Engineering campus met een traditioneel gerecht van het land.

o Event ter gelegenheid van het Chinese Nieuwjaar op de Humanities, Sciences & Engineering Campus (in samenwerking met China Student Brussels)

o Studentenraad en studentenverenigingen: om de belangen van internationale studenten te bevorderen zetelt een stafmedewerker van IRMO in de Studentenraad als adviseur.

o Opvolging en coördinatie van het International Student Platform

o Orientation Week: tijdens de Orientation Week voor nieuwe inkomende studenten, voorzien lokale studenten campus tours, zijn er activiteiten van ESN VUB-EhB en geeft BSG ook informatie over de deelname in het studentenleven op de campus.

o Deelname aan “Kick off the Campus” activiteiten

2.11. Brussels Diplomatic Academy (BDA)

In 2017 heeft de Brussels Diplomatic Academy een degelijke groei gekend, zowel wat betreft activiteiten als aantal postgraduaatstudenten en deelnemers aan de diverse evenementen.

De postgraduaten zagen een stijging van het aantal inschrijvingen, zowel inzake voltijdse studenten als deeltijdse – dit laatste o.a. kaderend in de vermarkting van clusters welke gedistilleerd zijn uit het curriculum.

Naar het professionele doelpubliek toe werden volgende initiatieven georganiseerd:

- Diplomatic Causerie

- Ambassador Lunches

- Guest Lectures

- Distinguished Lecture Series

- Lecture series on Diplomacy and International Relations: Theory and practice

- Master Class Project Management

- Economic Diplomacy Conference

De Diplomatic Causerie had als thema ‘Brexit, Trump & FTA’s: Challenges and Opportunities’ en was in samenwerking met onze partner Diplomatic Council.

Voor de Ambassador Lunches welke samen met Voka – Kamer van Koophandel Vlaams-Brabant en Voka Metropolitan worden georganiseerd, kwamen de ambassadeurs van Brazilië, Marokko, Mexico, Colombia, Japan en Portugal aan bod.

De Distinguished Lecture Series bieden een platform aan experten in de domeinen economische diplomatie en/of internationaal ondernemen.

De Economic Diplomacy Conference is BDA’s uithangbord naar het professionele publiek toe. De eerste editie van dit jaarlijks event vond plaats op 23 november 2017 en had als thema ‘Securing our Economic Prosperity’. Met 120 deelnemers werd een mooie opkomst opgetekend.

Tenslotte is BDA, samen met UNICA, partner in de DEAC-missies (Diplomatic, Economic, Academic and Cultural) van de Cercle International Diplomatique et Consulaire (CIDIC). Het betreft missies naar het land dat Voorzitter is van de Europese Unie. Zo werden in 2017 Malta en Estland aangedaan.

2.12. Confucius Institute at VUB

Het Confucius instituut is ingebed in de VUB als interne knowledge hub en heeft tijdens het academiejaar 2016-2017 een brede waaier aan activiteiten georganiseerd, die geordend kunnen worden in 3 domeinen, nl. activiteiten, onderwijs en onderzoek.

Activiteiten worden meestal georganiseerd in samenwerking met partners. Enkele voorbeelden:

o een voorstelling door de Yinchuan Art Troup (samen met de China Mission bij de EU)

o een workshop over US-China relations (samen met het Egmont Instituut)

o een workshop over de One Belt One Road Initiative (samen met het EU-Asia Centre)

o een muziekconcert in het kader van het Dragon Boat Festival (samen met Renmin University of China)

o een tweedaagse workshop rond het 19e partij congres in China (samen met ULB, Université Saint-Louis - Bruxelles, College of Europe en het Belgian China Studies Network)

o 6 VUB studenten namen deel aan een twee weken durende zomerkamp in Shanghai, georganiseerd samen met Confucius Instituut-ULB en China East Normal University.

Qua Onderwijs worden volgende lessenreeksen aangeboden:

- Chinese taallessen worden georganiseerd in semester-modules met een totaal van 6 modules. Er worden ook conversation tables gehouden waarbij studenten hun spreekvaardigheid kunnen oefenen.

- Tai Chi lessen zowel op de campussen Etterbeek en Jette

- In het voorjaar van 2017 werden twee open courses ingericht over Chinese religie en Chinese filosofie. Hiervoor registreerden zich respectievelijk 30 en 41 studenten.

- Samenwerking met basisschool Voskenslaan in Gent: meer dan 400 leerlingen uit het lager onderwijs en de 3e kleuterklas Chinese les tijdens het schooljaar 2016-2017.

Het Conficius Instituut ondersteunde vier nieuwe en twee lopende onderzoeksprojecten.

Nieuwe projecten

Project Titel

CI research Chinese Academic Entrepreneurs: Who Are They?

CI research Visibility, Awareness and Dialogue: Alternative Representations

CI research Moral Constraints on War: European and Chinese Perspectives

CI research China Young Cultural and Creative Talents Nurturing

Lopende projecten

Project Titel

CI research Internationalising the Chinese Martial Arts: The Development of a Wushu Teaching Method for Children in Europe

CI research Intercultural Pragmatic Competence and Awareness in Second Language Learners

Contactpersoon Duur HANBAN Budget 2017 EUR

Thomas Crispeels 24 maanden 22 904,00

Marc Jacobs 14 maanden 21 480,00

Bruno Coppieters 24 maanden 4 765,00

Katja Segers 24 maanden 22 413,00

Contactpersoon Duur HANBAN Budget 2017 EUR

Marc Theeboom 24 maanden 11 000,00

Ann Peeters 24 maanden 23 261,00

2.13. Brussels Academy for China and European Studies (BACES)

Partners in BACES:

partner status

Vrije Universiteit Brussel stichtende partner

Renmin University of China stichtende partner

Fudan University stichtende partner

Sichuan University stichtende partner

Universiteit Gent partner

Lancaster University partner

Een Huawei leerstoel ‘Contemporary China Studies’ ondersteunt het BACES-project voor 5 jaar 2014-2018.

In de opdracht van BACES, gericht naar het hedendaags China, staan i) think tank ter ondersteuning van de High-Level People-to-People Dialogue (academisch luik), ii) platform voor het uitwisselen van academische visies en het uitwerken van gezamenlijke activiteiten, iii) promotie van wederzijds begrip tussen beide gemeenschappen en iv) opzetten van activiteiten i.k.v. post-initieel onderwijs, onderzoek en maatschappelijk dienstbetoon, inclusief beleidsadvies.

Om meer structuur te brengen in de activiteiten werden er in 2017 vier thematische clusters ingericht. Activiteiten buiten deze clusters zijn nog mogelijk daar ze aanleiding kunnen zijn voor een nieuwe groepering. Het is de bedoeling dat binnen de clusters een nieuwe dynamiek ontstaat tussen de partners van BACES. De ingerichte clusters zijn:

1. EU-China cross-border investments (o.l.v. Kris Boudt, fac ES):

o Studie van de determinanten en effecten van EU-China cross-border investeringen

o Verbetering van opbrengst en risico van cross-border investeringsbeslissingen

o Focus op data-analyse, econometrics en interviews ter verwerving van een factuele analyse van EU-China cross-border investeringen.

2. EU-China cross-border innovation and technology transfer projects (o.l.v. Thomas Crispeels, fac ES): Combinatie van theorie en praktijk in:

o Onderzoek naar de rol van universiteiten in International Technology Transfer (ITT) met China

o Verbetering van ITT tussen Brussel en Chinese universiteiten en business ecosystemen, opbouw van capaciteit en cases.

3. Competition policy in international and interdisciplinary perspectives (o.l.v. Caroline Buts, fac ES):

o Bijdragen aan beleidsaspecten op een methodologisch verantwoorde manier, met aandacht voor juridische correctheid en samenhang, evaluatie van efficiëntie en economische analyses, en sectorspecifieke & politieke aspecten.

4. Governance and representation (o.l.v. Bruno Coppieters, fac. ES):

o Nagaan hoe specifieke beleidsaspecten zoals werkloosheid, migratie, klimaatsverandering, nationalism, veiligheid en terrorisme worden benaderd of beheerd in verschillende landen, regio’s en in globale context

o Gendergelijkheid en vrouwelijke vertegenwoordiging

o Diffusie van autoriteit vanuit het oogpunt van democratische vertegenwoordiging

2.14. Overige initiatieven

2.14.1. Summer schools

In juli en augustus 2017 vonden 3 zomerscholen plaats met in totaal 64 deelnemers;

- BIOTECH 24/07-30/07: 4 deelnemers

- W.A.T.E.R. 1/08-5/08: 9 deelnemers

- Explore EU in Brussels 11/07-27/07: 51 deelnemers

BioTech en W.A.T.E.R. waren een initiatief van resp. de faculteiten WE en IR met ondersteuning van het International Relations Office. Bij de summer school Explore EU in Brussels konden de studenten in het weekend naar Parijs, Amsterdam en Keulen gaan.

2.14.2.

Up front financiering

De VUB verleent ter ondersteuning van de internationalisering financiële steun aan opstartende, anderstalige opleidingen of afstudeerrichtingen om de decalage in de financiering van een opleiding te overbruggen, eventueel in co-financiering met de faculteit, en/of steun voor het verwezenlijken van een grotere studenteninstroom met aangepaste capaciteit van de opleiding t.o.v. het oorspronkelijke goedgekeurde capaciteitsplan bij opstart en de daarbij horende kosten-baten analyse. De centrale gelden voor opstart- en/of groeifinanciering worden toegekend in de vorm van personeel. Het bedrag is afhankelijk van het project. Het personeel dat met de gelden uit het opstartfonds wordt aangeworven is van tijdelijke aard (deeltijds ZAP of deeltijds/voltijds OAP/ATP) en na het bereiken van het break-even punt komt het personeel binnen het personeelskader van de faculteit.

In 2017 werden drie opleidingen geselecteerd voor up-front financiering, voor een totaalbedrag van 341.180 EUR. Het betreft de volgende opleidingen: “Bachelor of Science in Social Sciences” (160.000 EUR), “Master in Marine and Lacustrine Science and Management ” (62.000 EUR) en “Master in Chemistry ” (19.180 EUR).

De up front financiering voor de opleidingen “Master of Communications Studies – New Media and Society in Europe” (toekenning in 2013) “Master in Biology” en” VUB-TAOS PhD Program” (beiden toekenning in 2014) werden voor een tweede keer geëvalueerd.

2.14.3. Taallessen Arabisch voor kinderen 6-15 jaar in Brussel

Onderwijs dat individuele ontwikkeling, kritische zin en verantwoordelijkheidsgevoel stimuleert kan een individu leren een onafhankelijke houding aan te nemen, buiten de grenzen die religie oplegt. Religie domineert dan niet langer het denken en men voelt zich verantwoordelijk voor eigen genomen beslissingen. Enkel op deze wijze kan een individu zich aanpassen aan wijzigende omstandigheden en het zoeken van juiste oplossingen, leidend tot economisch en sociaal succes. Voor kinderen, de meest kwetsbare en beïnvloedbare groep, ontbreekt momenteel een aanbod aan Arabische taalles, vrij van religieuze overtuiging.

Dit project voorziet in Arabisch taalonderwijs voor kinderen van 6 tot 15 jaar in Brussel, in een neutrale schoolse omgeving, vrij van religie en ondersteund door taalexperts, sociologen en criminologen van de VUB. Een nieuw (uniek) curriculum, afgestemd op taalniveau en leeftijd wordt ontwikkeld als onderdeel van dit project. De taalleerkrachten, allen met erkend vluchtelingstatuut, behouden en verbreden hun expertise.

Deze lessen worden extra-curriculair aangeboden, in samenwerking met de Go Scholengroep Brussel, op drie locaties binnen het Gewest (Laken, Schaarbeek, Anderlecht), en wetenschappelijk ondersteund door taalkundigen vanuit de universiteit. Wekelijks krijgt een kind 4 uur les. De lessen gaan door op zaterdag voor- of namiddag of zondagvoormiddag. Voor het academiejaar 2016-2017 waren er 164 deelnemers. De leerkrachten zijn vluchtelingen met een pedagogische achtergrond in het Arabische taalonderwijs, en de lesmethode legt de nadruk op zowel de mondelinge als de schriftelijke taalvaardigheden, gezien de noodzaak om de vaak reeds aanwezige (maar beperkte) gesproken competentie uit de thuiscontext aan te vullen met lees- en schrijfonderwijs. Geïntegreerd in het taalonderwijs worden bovendien ook bredere culturele thema’s behandeld, in een neutrale omgeving. Het is de doelstelling om het project duurzaam te maken en jaarlijks aan te bieden.

RUBRIEK 10 DUURZAAMHEIDSVERSLAG

DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2017

1 . VOORNAAMSTE VERWEZENLIJKINGEN IN 2017

- 31.871 ton CO2e! De nulmeting van de koolstofvoetafdruk van de Vrije Universiteit Brussel meet de uitstoot van broeikasgassen van alle activiteiten, aankopen en infrastructuur in 2016. Deze uitstoot komt overeen met 2 ton CO2e per student, 125 miljoen autokilometers of de gemiddelde uitstoot van 1600 Belgen. Op basis van deze nulmeting wordt een ambitieuze visie en klimaatactieplan opgesteld.

- Op Duurzame Dinsdag #4 werd deze koolstofvoetafdruk voorgesteld aan de VUB-gemeenschap, met aansluitend debatten over de klimaatimpact van onze personenmobiliteit en potentiële reductiemaatregelen. Volgens de aanwezige VUB’ers is het belangrijk om de nadruk te leggen op persoonlijke verantwoordelijkheid bij personeel en studenten, met garantie van voldoende vrijheid en het behoud van onze warme en menselijke universiteit.

- In 2017 liep de 1ste editie van Green Impact af, een bottom-up programma waarbij personeel en studenten hun werk- en studeeromgeving verduurzamen. Verschillende VUB-teams ondernemen concrete duurzaamheidsacties, ondersteund door het GreenTeam en met behulp van een online toolkit. Op basis van deze acties krijgen de teams aan het eind van het academiejaar een onderscheiding en beloning op basis van het duurzaamheidsklassement.

- De VUB heeft haar driejaarlijks bedrijfsvervoersplan opgesteld, een gericht actieplan om personeel en studenten aan te moedigen zich op meer duurzame wijze te verplaatsen. Uit de mobiliteitsenquête blijkt een evolutie naar duurzamere vervoerswijzen sinds 2014. Voorts is er een stijging van het personeelsaandeel woonachtig in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hetgeen de meest positieve invloed heeft op de klimaatimpact van ons woon-werkverkeer.

- Kindercampus Theodoortje is onderscheiden met de titel van ‘voorbeeldgebouw’ door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het 2e VUB-voorbeeldgebouw na het VUB-zwembad in 2016. Het is één van de zeven laureaten van ‘Be.Exemplary’, een initiatief dat vastgoedprojecten beloont die op het vlak van duurzaamheid een voorbeeldfunctie hebben.

- Directie infrastructuur wierf medio 2017 een energiecoördinator aan om de energetische uitdagingen mee aan te pakken. De energiecoördinator behartigt onder meer de wettelijke aspecten rond het thema energie, bewaakt de energieprestaties van gebouwen en installaties en begeleidt de (energie)premie-aanvragen. Zo werd afgelopen jaar 552.000,00 € subsidie uit het Vlaams klimaatfonds toegekend voor energiebesparende maatregelen.

- In 2017 hebben de Dienst Preventie en Milieu, de Kerngroep Duurzaamheid, het GreenTeam en het VUB-restaurant een nieuwe webpagina opgezet in de nieuwe VUB-format. Blijf op de hoogte van alle verwezenlijkingen, projecten, evenementen en campagnes via deze pagina’s!

2. VOORUITZICHTEN 2018

- De Vrije Universiteit Brussel host de 8e UNICA GREEN Workshop op de Brussels Humanities, Science and Engineering Campus. Van 21 tot 23 maart 2018 zullen beleidsmedewerkers, duurzaamheidsverantwoordelijken en milieucoördinatoren van Europese hoger onderwijsinstellingen expertises en visies uitwisselen over de implementatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) in hoger onderwijs.

- De allereerste Sustainability Bootcamp aan de VUB vindt plaats van 9 tot 12 april 2018, een inspirerende interdisciplinaire lezingenreeks van onze gerenommeerde wetenschappers gecombineerd met professionele expertises van bedrijven en organisaties. Deze bootcamp is gericht aan een breed publiek met verschillende achtergronden en focust op de praktische transitie naar duurzame bedrijfsvoering.

- In 2018 werkt de VUB aan een nieuw welzijnsplan. Dit plan omvat vijf “welzijnsthema’s”, mentale gezondheid, fysieke gezondheid, ergonomie, veiligheid en werkomgeving. De trekker van dit nieuwe welzijnsplan is professor Elke Van Hoof. Iedereen die wil participeren aan dit nieuwe welzijnsplan is welkom. Binnen dit kader wordt op 4 juni 2018 een welzijnsforum georganiseerd rond de vijf thema’s.

- Brussels Humanities, Science and Engineering Campus staat voor veel ruimtelijke, ecologische en maatschappelijke uitdagingen. Om een duurzaam antwoord te bieden bouwt de VUB aan een strategisch ruimtelijk toekomstplan voor de campus. Het scherpstellen van ambities zal gebeuren in vier themaworkshops met ervaringsdeskundigen van op de campus en daarbuiten. Deze workshops zullen plaatsvinden op 22/02, 01/03, 29/03 en 19/04/2018.

- Met ingang van januari 2018 starten nieuwe energiebesparende maatregelen voor efficiënter gebouwenbeheer op campus Etterbeek. Hoogste prioriteit in 2018 krijgt de energieaudit voor grootverbruikers, alsook de uitrol van bijkomende energiemeters. Bovendien werkt Directie infrastructuur aan een masterplan energietransitie 2050 met strategisch energieactieplan en neemt het een voortrekkersrol op voor meer hernieuwbare energieopwekking op VUB-sites.

- De Kerngroep Duurzaamheid werkt aan een sensibiliseringcampagne om het groot aantal internationale dienstreizen per vliegtuig terug te dringen. Daarnaast wordt een CO2-compensatieplatform opgezet om de klimaatimpact van de vliegtuigreizen op te vangen.

-

In 2018 werkt de VUB aan een nieuw welzijnsplan. Dit plan omvat vijf “welzijnsthema’s”, mentale gezondheid, fysieke gezondheid, ergonomie, veiligheid en werkomgeving. De trekker van dit nieuwe welzijnsplan is professor Elke Van Hoof. Iedereen die wil participeren aan dit nieuwe welzijnsplan is welkom. Binnen dit kader wordt op 4 juni 2018 een welzijnsforum georganiseerd rond de vijf thema’s.

3. DUURZAAMHEIDSBELEID

3.1. Duurzaamheid verankerd in ASP2030

In het Algemeen Strategisch Plan 2030, Toekomstplan 2018-2021, heeft de Vrije Universiteit Brussel Radicaal Duurzaam opgenomen als transversaal traject dat dwars door de instelling loopt. VUB heeft vanuit haar humanistisch waardenkader een belangrijke voorbeeldrol te vervullen en wil de katalysator zijn van oplossingen die democratisch, ecologisch, sociaal en economisch verantwoord zijn.

Duurzaamheid als kernwaarde in de universiteit van de 21e eeuw uitte zich in de voorbije strategische cyclus via een evolutie van ad hoc initiatieven naar een meer structurele aanpak. Dit betekent dat VUB in al haar activiteiten rekening houdt met de consequenties op korte en lange termijn, op lokaal en globaal niveau. Studeren, wonen en werken aan een universiteit die haar duurzaamheidsvisie in de praktijk waarmaakt, laat toe duurzame competenties voor het leven te ontwikkelen. Anno 2018 moeten we een versnelling hoger durven schakelen.

Het duurzaamheidsbeleid is een transversaal beleid met prioriteiten op vier grote assen, namelijk: onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering en outreach. Acties omtrent duurzame ontwikkeling in het onderwijs, het onderzoek en de bedrijfsvoering versterken elkaar. Een geïntegreerde, holistische aanpak en een maximale betrokkenheid van de VUB-community, zijn hierbij cruciaal.

De stapsgewijze horizontale inbedding van het duurzaamheidsbeleid in de faculteiten en diensten is een must. Op dit moment zijn de kerngroep duurzaamheid en het GreenTeam de voortrekkers van het gevoerde beleid, maar in de toekomst is duurzaamheid een reflex van elke VUB-er.

3.2. Kerngroep Duurzaamheid

Samenstelling: voorzitter prof. dr. Cathy Macharis, Algemeen Beheerder Nic Van Craen, prof. dr. Hubert Rahier (luik onderzoek), Rebecca Lefevere (luik milieu en mobiliteitsbeleid), Jeroen Willems (luik energie), Maarten Ipers (luik data en communicatie), Lisa Wouters (luik onderwijs en beleid).

De leden van de kerngroep komen tweewekelijks samen, volgen het duurzaamheidstraject aan VUB op en overzien het geheel van duurzame projecten.

Prof. dr. Cathy Macharis zetelt voor VUB in de Commissie Duurzaam Hoger Onderwijs, met bestuursleden uit het hoger onderwijs, experten duurzaamheid alsook vertegenwoordigers uit de Departementen Omgeving (Ecocampus), Onderwijs & Vorming en EWI. Verder zijn de leden van de kerngroep duurzaamheid betrokken in tal van interne en externe thematische werkgroepen zoals deze van Ecocampus en The Shift.

3.3. GreenTeam

Het GreenTeam is een vast team van jobstudenten dat de duurzaamheidsvisie van de VUB vertaalt in concrete projecten voor studenten en personeel. Deze actiegroep wil van de VUB een duurzamere plek maken en richt zich op een interactieve samenwerking met, door en voor de stad Brussel en helpen ook jouw duurzame projecten op en rond de campus.

JAAROVERZICHT GREENTEAM 2017

ORGANISEREN GREEN IMPACT

SENSIBILISERING VOEDING

SENSIBILISERING AFVAL

SENSIBILISERING MOBILITEIT

ORGANISEREN BUURDERIJ

- 1e editie 2016-2017 met 7 VUB-teams

- Een bottom-up duurzaamheidsprogramma: verduurzamen werk- en studeeromgeving d.m.v. duurzaamheidsacties

- Begeleiden van deelnemende teams

- Workshops en webinars organiseren

- Planten, posters en sorteerbakken voorzien

- Afsluitende award ceremony organiseren

- Promoten van dagen zonder vlees:

o Opmaken en verdelen vegetarische kookboekjes

o Vegetarische levensstijl in de kijker zetten op facebook

- Wegen voedseloverschotten in de resto

- Overschotten personeelsbarbecue inzamelen en doneren aan goede doel

- Schrijfmateriaal ophalen voor Terracycle: wordt gesorteerd en brengt geld op voor het goede doel. Extra aandacht hiervoor tijdens de blok- en examenperiodes.

- Organiseren Recupel Cafe:

o Herstellingen elektronische artikelen

o Inzamelen elektronische apparaten in ruil voor een drankje of hotdog

o Bijenwasdoeken als vervanging voor de brooddoos

- Fietspakketten voorzien voor fietsende studenten en personeel: fluoriserend materiaal, tips over fietsen, Brussel fietskaart, …

- Mobiliteitsupdates via Facebook

- Peren en fietsmateriaal uitdelen aan alle campusgebruikers die met de fiets of het openbaar vervoer kwamen in het kader van de dag van de mobiliteit.

- Ontbijt uitdelen op campus Jette aan wandelaars, fiets en personeel die het openbaar vervoer of de afstandsparking gebruiken.

- Het GreenTeam organiseert de mobiliteitsmarkt. Hier konden studenten hun fiets laten repareren, testritten houden met de zencar, de NMBS was aanwezig op hun diensten te promoten en via BRIK kon je fietsen kopen of huren.

- Fietstocht organiseren in samenwerking met het ULB student green office, tijdens de week van de mobiliteit.

- Fietstocht organiseren voor nieuwe studenten om de omgeving rond de campus en Brussel te leren kennen.

- Fietslampjesactie van BIKE FOR BRUSSELS ondersteunen.

- Wekelijkse Boeren en Buren op dinsdag.

- Online winkel van met producten van lokale landbouwers en op de VUB komen ophalen.

- Ecologisch, korte keten en eerlijke prijs!

- 4x hebben we ook een officieel proevertjesmoment gehouden.

OUTREACH -

Deelnemen bijencolloquium en voorstelling VUB-bloemenweide op postersessie.

- Deelnemen aan de lunch met Koning Filip op de VUB.

- GreenTeam-stand op Kick-Off in Jette en Etterbeek: met sorteeroefening, fietsherstellingen en lifestyle tips.

- Deelnemen aan ‘SDGs in België’-lezing te BOZAR.

- Deelnemen aan 4-daagse ‘green office summit’ te Utrecht. Hier komen alle Green Offices samen om ideeën uit te wisselen en te netwerken.

- Verduurzamingsworkshop geven op de teambuilding van de ETEC onderzoeksgroep.

4. ONDERZOEK

De VUB heeft sterk onderzoek rond duurzaamheid. Via een onderzoeksplatform zal de aanwezige expertise in kaart gebracht en op en buiten de VUB zichtbaar gemaakt. Daarnaast gaat het nieuwe netwerk actief op zoek naar onderzoeksopportuniteiten samen met de verschillende betrokken onderzoeksgroepen. Een duurzame transitie is enkel mogelijk wanneer verschillende disciplines samenwerken. Het netwerk stimuleert multidisciplinaire kruisbestuiving op de VUB waardoor duurzaamheidsvraagstukken terdege worden aangepakt.

5. ONDERWIJS

Studenten verwerven competenties over en voor duurzaamheid in het curriculum. Duurzaamheid maakt deel uit van het onderwijsaanbod van de toekomst, dat gekenmerkt wordt door interdisciplinariteit, het verwerven van brede professionele competenties en het stimuleren van engagement. De campussen en het kosmopolitische Brussel zijn een uitstekende leeromgeving en experimenteerruimte. Tal van leeractiviteiten zetten studenten aan het denken en doen. Voortbouwend op het ASP2-project van het vicerectoraat studenten- en onderwijs “Competenties voor duurzame ontwikkeling in het onderwijs” (2014) werd een visietekst geformuleerd. Ook werd in 2015 in de schoot van de Onderwijsraad een ad hoc werkgroep met vertegenwoordigers van de faculteiten opgericht. In 2017 lag de focus van deze werkgroep op de uitwerking van een Sustainability Bootcamp, een 4-daags interdisciplinair seminar in de lentevakantie van 2018, en een pilootproject ter voorbereiding van eventuele verdere initiatieven op het vlak van onderwijs.

In 2017 vond er een informatiesessie plaats met OVAM en Catapa, waarbij docenten uit de faculteit Economische en Sociale Wetenschappen & Solvay Business School, concrete tools werden aangereikt om aan duurzaamheid binnen hun lessen te werken.

Daarnaast werkt VUB sinds 2017 mee aan een interuniversitair project onder begeleiding van Ecocampus, nl. het vormgeven van een docentenprofessionaliseringstraject met online educatieve modules over duurzaamheid in het onderwijs. Prof. dr. Cathy Macharis maakt deel uit van het Belgian SULITEST EXPERT COMMITTEE.

6. BEDRIJFSVOERING

Op basis van de nulmeting van de VUB-koolstofvoetafdruk wordt een ambitieuze visie opgesteld inclusief de monitoring van de reële impact van maatregelen. VUB ambieert haar CO2-uitstoot te verminderen door rationeel energiegebruik – op het vlak van infrastructuur, aankopen, mobiliteit, etc. - door duurzame beleggingsinvesteringen, kringloopprocessen en de overschakeling naar hernieuwbare energie in smart grid applicatie.

6.1. Nulmeting VUB-Carbon Footprint

De nulmeting van de VUB-koolstofvoetafdruk geeft een overzicht van de klimaatimpact van de Vrije Universiteit Brussel in 2016. De koolstofvoetafdruk meet de uitstoot van broeikasgassen, deze gassen worden uitgedrukt in CO2-equivalenten op basis van hun broeikaseffect. De som van de VUB-uitstoot van broeikasgassen is de koolstofvoetafdruk uitgedrukt in CO2e per jaar en geeft de klimaatimpact van de Vrije Universiteit Brussel weer.

De VUB-koolstofvoetafdruk in het jaar 2016 bedroeg 31.871 ton CO2e, wat overeenkomt met 2 ton CO2e per student. Dit is het equivalent van 125 miljoen autokilometers of de jaarlijkse koolstofvoetafdruk van 1600 gemiddelde Belgen. Het vereist 1,3 miljoen bomen om deze CO2-uitstoot te absorberen binnen één jaar.

Voor de berekening van de nulmeting werden alle VUB-activiteiten en -infrastructuur op campus Etterbeek en Jette in beschouwing genomen. Voor de gedetailleerde scope, impactcategoriën, dataverzameling en berekening kan u het volledige (Engelstalige) rapport raadplegen.

De helft van de totale voetafdruk is vanwege personentransport (woon-werk, dienstreizen en studentenmobiliteit), 30% is afkomstig van direct energieverbruik (elektriciteit en verwarming) en 13% van kapitaalgoederen (infrastructuur, meubelen, wagens, ICT-apparatuur).

Uit vergelijking met andere Belgische universiteiten blijkt dat de totale pendelafstand afgelegd door VUB’ers hoger is, maar de modal split is duurzamer (afstand met openbaar vervoer is 4x hoger dan afstand met de auto). Daartegenover is er ruimte voor verbetering om afval te sorteren aan de VUB ten opzichte van de andere universiteiten.

6.1.1. Duurzame mobiliteit en logistiek

Als universiteit in een grootstad willen we de impact van alle verplaatsingen van en naar onze campussen beperken. We leggen de nadruk op actieve mobiliteit en openbaar vervoer. We werken continu aan goed bereikbare campussen, door overleg met overheden en vervoersoperatoren voor veilige toegangswegen en een performant openbaar vervoer. Voetgangers en fietsers zijn de norm bij het ontwerpen van de campusomgeving.

Uit de nulmeting van de koolstofvoetafdruk blijkt dat personenvervoer verantwoordelijk is voor een totale uitstoot van 16.004 ton CO2eq in 2016, de helft van de totale koolstofvoetafdruk van de VUB! Deze uitstoot is de som van woon-universiteit verkeer van personeel en studenten, dienstreizen van personeel en de reizen van buitenlandse studenten naar de VUB.

Eind 2017 heeft de Vrije Universiteit Brussel haar driejaarlijks bedrijfsvervoersplan opgesteld. Dit plan omvat de huidige modal split van het VUB-personeel, aangevuld met een gericht actieplan om personeel en studenten aan te moedigen zich op meer duurzame wijze te verplaatsen.

Uit de mobiliteitsenquête blijkt een evolutie naar duurzamere vervoerswijzen, zowel voor campus Etterbeek als Jette, waarbij de auto plaats ruimt voor de trein, fiets en voetgangers. Bovendien is er een stijging te merken van het personeelsaandeel woonachtig in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hetgeen de meest positieve invloed heeft op de klimaatimpact van onze mobiliteit.

Resultaten Brussels Humanities, Science and Engineering campus 2017

Ten opzichte van 2014 en 2011

Benchmarking met andere Brusselse bedrijven met >100 werknemers

Benchmarking met andere Brusselse bedrijven met >100 werknemers

Personeelsleden worden aangemoedigd tot duurzame vervoerswijzen naar de Vrije Universiteit Brussel door derdebetalerssysteem voor openbaar vervoersabonnementen voor woon-werkverplaatsingen en een fietsvergoeding voor de fietspendelaars naar de campus.

Aan de VUB worden beveiligde fietsenstallingen en douchefaciliteiten aangeboden, deze voldoen echter niet meer aan het stijgend aantal fietsers onder het personeel en studenten. In komende jaren wordt aandacht gegeven aan de uitbreiding van fietsenstallingen en de mogelijkheid om douchefaciliteiten te integreren bij verbouwingen. In 2017 werd een nieuwe fietspomp geïnstalleerd naast de BikeTool op campus Etterbeek. In Jette komt de Vélofixer nog steeds langs om fietsen te herstellen van personeel en studenten, in Etterbeek loopt de samenwerking met het fietspunt op de Triomflaan. In samenspraak met de fietswerkgroep wordt bekeken waar de knelpunten en noden liggen om fietsen naar de campus aantrekkelijker te maken.

In mei 2015 startte de werf voor de aanleg van Tram 9, die metrostation Simonis met campus Jette zal verbinden in 2018. Een reeks maatregelen werden ingevoerd en nauw overleg met Mobiel Brussel en het Brussels Gewest (bouwheren) hadden plaats met als doen het beperken van de hinder. Les- en examenroosters werden aangepast, er werd een afstandsparking ingericht in Asse en Wemmel voor personeel en studenten, er was regelmatig communicatie via de faculteit Geneeskunde en Farmacie en een themapagina op student.VUB, een sociale media groep bracht de pendelaars samen.

Internationale dienstreizen en CO2-compensatie

Bottom-up startte ook de discussie rond maatregelen rond dienstreizen per vliegtuig. Ook uit de Carbon footprint bleek die impact relevant: 5235 ton CO2eq. 16% van de totale carbon footprint. In 2018 volgt een aanpak hierrond.

LOGISTIEK

De vakgroep MOBI deed onderzoek naar de brede milieuimpact van leveringen naar de VUB. Observaties gebeurden in 2017, rapportage in 2018.

6.1.2. Energiebeleid

30% van Carbon Footprint

De Vrije Universiteit Brussel streeft naar een doorgedreven duurzame bedrijfsvoering, hetgeen zich op energetisch vlak concretiseert in volgende ambities: Reductie van broeikasgasemissies, rationeel energieverbruik en het gebruik van hernieuwbare energie waar mogelijk.

Het energiebeleid, geïmplementeerd door de directie infrastructuur, volgt een benadering op drie fronten. Zo wordt de energetische impact van zowel nieuwbouwprojecten, renovaties en uitbatingsprocessen systematisch in vraag gesteld. Directie infrastructuur, verantwoordelijk voor circa 220 000 m² universiteitspatrimonium, wierf medio 2017 een energiecoördinator aan om de energetische uitdagingen mee aan te pakken.

De energiecoördinator behartigt onder meer de wettelijke aspecten rond het thema energie, bewaakt de energieprestaties van gebouwen en installaties en begeleidt de (energie)premie-aanvragen. Zo werd afgelopen jaar 552.000,00 € subsidie uit het Vlaams klimaatfonds toegekend voor energiebesparende maatregelen op beide VUB-campussen.

Samen met de kerngroep duurzaamheid zal de directie infrastructuur een voortrekkersrol opnemen voor meer hernieuwbare energieopwekking op VUB-sites. Op de Brussels Health Campus te Jette wordt sinds meerdere jaren elektriciteit geproduceerd via de warmtekrachtkoppelingscentrale van het UZ Brussel en een zonnepaneelpark - deels - gestald op facultaire daken. De optie fotovoltaïsche panelen voor campus Etterbeek - al dan niet via een crowdfundingformule voor medewerkers - wordt in 2018 verder onderzocht en gepromoot.

Met ingang van januari 2018 starten nieuwe energiebesparende maatregelen voor efficiënter gebouwenbeheer op campus Etterbeek. Rekening houdend met de technische limitatie van de HVAC-installatie wordt verwarmingsvraag en gebouwbezetting beter op mekaar afgestemd. Verwacht wordt hiermee de jaarlijkse gasconsumptie tien procent te verminderen. Verdere energetische verbetering wordt verwacht via meerdere projecten verspreid over beide campussen. Projecten genre isolatie van onderstations, relighting, enzovoort, …

Hoogste prioriteit in 2018 krijgt de energieaudit voor grootverbruikers met het oog op het vernieuwen van de milieuvergunning voor campus Etterbeek, alsook de uitrol van bijkomende energiemeters, nodig voor de correcte invulling van de wettelijk vereiste energieboekhouding.

Los van haar eigen duurzaamheidsambities staat de VUB komende decennia voor “energetische uitdagingen” van ongeziene omvang vanwege de gemaakte klimaatafspraken. CO2-neutraliteit voor alle gebouwen wordt de norm, uiterlijk tegen 2050. Openbare gebouwen zullen naar alle waarschijnlijkheid al 10 jaar eerder koolstofneutraal moeten zijn.

Directie infrastructuur werkt daarom, vandaag in 2018, aan een masterplan energietransitie 2050 met strategisch energieactieplan. Deze studie is bedoeld een voldoende flexibel richtsnoer te genereren, en een trajectscenario uit te zetten, opdat in éénzelfde doordachte en kostenefficiënte beweging de energietransitie en de renovatie van de VUB-installaties zou kunnen plaatsvinden de komende twee - of drie -decennia.

6.1.3. Impact van kapitaalgoederen

De kapitaalgoederen van de VUB zijn verantwoordelijk voor 13% van de VUB-Carbon Footprint (4.108 ton CO2e). Deze klimaatimpact is voornamelijk afkomstig van de emissies gerelateerd aan de constructie en renovatie van de gebouwen. Een minderheid is vanwege de emissies van aangekochte IT-apparatuur, meubilair, voertuigen en infrastructuur.

Bij bouw- en renovatieprojecten wordt sterke nadruk gelegd op de duurzaamheidsaspecten van gebouwen. Kindercampus Theodoortje is onderscheiden met de titel van ‘voorbeeldgebouw’ door het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Het is een van de tien laureaten van ‘Be.Exemplary’, een initiatief dat bouwprojecten beloont die op het vlak van duurzaamheid een voorbeeldfunctie hebben. De passieve nieuwbouw, die wordt gebouwd op de VUB-campus van het UZ in Jette, omvat naast een kinderdagverblijf voor 121 kinderen en een basisschool ook lokalen voor Huis van het Kind, CAW Brussel en de Scouts. De duurzaamheid van het gebouw gaat veel verder dan enkel het energetische aspect. Onder meer de zeer doorgedreven life cycle cost-studie maken Theodoortje tot een voorbeeldig duurzaam project.

Dit is het 2e VUB-gebouw na het zwembad in 2016 dat is onderscheiden met de titel van ‘voorbeeldgebouw’ door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De renovatie van het VUB-zwembad was het eerste VUB voorbeeldgebouw.

6.1.4. Duurzame aankopen en circulaire economie

De Vrije Universiteit Brussel heeft de Green Deal Circulair Aankopen ondertekend, een initiatief van de Vlaamse Overheid om tegen 2050 een circulaire economie te hebben, waarin grondstofkringlopen gesloten worden. De VUB wil met de integratie van circulariteit in het aankoopbeleid bijdragen aan deze transitie. Daarnaast engageerde de VUB zich in de Green Deal Gedeelde Mobiliteit.

6.1.5. Lekkere, gezonde en milieubewuste voeding

De Dienst Restaurant is een duurzaamheidspionier aan de Vrije Universiteit Brussel. In 2010 werd een charter rond duurzame ontwikkeling ingevoerd in het restaurant. Naast een dagelijks aanbod van een vegetarisch én een veganistisch dagmenu, wordt ook een warme veganistische groentebar aangeboden aan studenten, personeel en bezoekers.

Het restaurant ontving in 2013 als eerste grootkeuken in België het MSC-certificaat. Sinds 2015 is alle aangeboden vis gecertificeerd, de wild gevangen vis met MSC-certificering en de kweekvis draagt een ASC-certificaat. Tonijn werd in 2015 uit het aanbod geschrapt.

In 2017 waren 19% alle maaltijden vegetarisch of veganistisch. Door middel van een ruime keuze aan vegetarische opties kunnen studenten en personeel kennis maken met lekkere vegetarische alternatieven en bijdragen aan een lagere voetafdruk per kilogram geproduceerd voedsel. Met 5000 bezoekers per dag in Etterbeek is de duurzame aanpak in de resto cruciaal qua voorbeeldproject op de VUB. In 2018 wordt de mogelijkheid onderzoek om prijzen aan te passen aan de ecologische impact.

Het GreenTeam bleef in 2017 op regelmatige basis de gebruikers van het studentenrestaurant sensibiliseren over het sorteren aan de afruimzone. Dit blijft een werk van lange adem, met ook in 2018 nog verdere sorteeracties gepland.

Door middel van metingen wordt continu gewerkt aan het verminderen van voedselverspilling. Zo worden de porties verkleind waar nodig, wordt het keukenpersoneel gesensibiliseerd en worden groente-overschotten verwerkt in de soep.

Het gebruik van kraantjeswater wordt actief gepromoot door het afbouwen van de verkoop van dranken in wegwerpcontainers (behalve Oxfam-drankjes) en het installeren van gratis waterfonteinen met glazen.

Sinds 2010 zijn plastieken lepels, bekers & potjes, aluminium kommetjes, individuele suikerzakjes, melk- en sausporties definitief uit het restaurant verbannen. Andere wegwerpartikelen vervaardigd uit petroleumderivaten (plastic) zoals koffiebekertjes en roerstaafjes werden vervangen door alternatieven gemaakt uit het afval van suikerriet. In 2018 wordt onderzocht om een meerprijs in te voeren voor de koffiewegwerpbekers en herbruikbare bekers aan te bieden aan een redelijke prijs.

Alle informatie over de duurzaamheidsmaatregelen in het VUB-restaurant staat op deze uitgebreide informatiepagina

6.1.6. Gescheiden afvalinzameling aan de VUB

De Vrije Universiteit Brussel voert een beleid van gescheiden inzameling van afval. Zo zijn er een 45-tal verschillende afvalstoffen die gescheiden worden ingezameld voor hergebruik, recyclage of milieudeskundige verwerking. Papierafval wordt in alle burelen en werkplaatsen gescheiden ingezameld en dankzij het GreenTeam sinds 2015 ook in alle leslokalen. PMD-afval wordt ingezameld in de keukentjes van de verschillende diensten van de Vrije Universiteit Brussel en in de keukens van de studentenkamers.

Uit de enquête rond de prioritaire duurzaamheidsdoelstellingen voor de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat de respondenten afvalsortering aanzien als de tweede hoogste prioriteit. De universiteit sorteert maar dit is niet voldoende zichtbaar op de campus. Dankzij Fost Plus kon de Vrije Universiteit Brussel een 145 nieuwe sorteereilandjes inrichten op de campussen Jette en Etterbeek. Het GreenTeam van de Vrije Universiteit Brussel voorzag in pop-up sorteeracties om de VUB-studenten de sorteerregels bij te brengen. En met succes, de hoeveelheid ingezameld PMD vervijfvoudigde in 2017 t.o.v. voorgaande jaren.

Het GreenTeam in actie

De inzameling van gevaarlijk en bijzonder afval wordt georganiseerd door de Dienst Preventie en Milieu (PRMI). Dit afval wordt gescheiden van het restafval ingezameld door een gespecialiseerde firma. Het radioactief afval wordt strikt gescheiden van alle andere afvalstoffen afgevoerd en behandeld door de Dienst Fysische Controle.

De afvoer van alle afgedankte elektrische en elektronische toestellen wordt georganiseerd via Recupel. Inzameling, registratie en afvoer van dit type afval gebeurt door de Dienst Facility Management op campus Etterbeek en door de Technische Dienst op campus Jette.

Lege batterijen en TL-lampen en andere gasontladingslampen, oude wetenschappelijke toestellen en oude elektrische en elektronische toestellen worden allemaal op milieudeskundige wijze afgevoerd.

Het wettelijk verplichte afvalregister van de Vrije Universiteit Brussel wordt bijgehouden op de Dienst Preventie en Milieu.

6.2. Werken aan een sociaal duurzame werkomgeving

6.2.1. Diversiteit

Diversiteit is een meerwaarde voor de maatschappij, het hoger onderwijs en onze instelling in het bijzonder. De aanwezigheid van verschillende mensen op de campussen zorgt voor frisse ideeën en andere invalshoeken, maar vergt soms ook een inspanning en sociale leerprocessen. Hoe de gelijkwaardigheid van alle studenten en personeelsleden waarborgen? De VUB wil een beleid voeren waarbij gelijke kansen, inclusie en participatie centraal staan en dit vanuit de principes van openheid, kritisch denken, respect en verdraagzaamheid.

In 2005 stelde het voormalige VUB Diversiteitsforum een Diversiteitsplan op en in 2014 keurde de Raad van Bestuur het Genderactieplan goed, dat vooral focuste op de instroom en doorstroom van vrouwen in het academisch korps en hun vertegenwoordiging in bestuursorganen. In 2018 wil VUB haar beleid thematisch verbreden naar alle mogelijke vormen van uitsluiting, alsook verruimen naar zowel studenten als personeel. Prof. dr. Karen Celis zal hierin mee het voortouw nemen. Ter voorbereiding participeerde VUB alvast aan een grootschalige trendstudie naar de verwachtingen, belevingen en attitudes van werknemers m.b.t. diversiteit in België (Trendhuis, 2017).

In 2018 zal er o.a. een diversiteitsplan voor personeel worden opgemaakt, parallel met ULB en onder begeleiding van Actiris. Andere acties zijn bv. de jaarlijkse VUB Gender Week en de deelname van VUB en ULB aan de Belgian Pride.

6.2.2. Psychosociaal welzijn

Een van de bouwstenen van het toekomstplan (2018-2021) van rector Caroline Pauwels is een “warme VUB”. De rector zet daarbij in op een universiteit die hernieuwde inspanningen levert om de mens (student, onderzoeker, docent, werknemer) centraal te stellen in plaats van het proces. Daarbij zal de komende jaren worden gewerkt aan o.a. een gezonde work-life balans, een doorstart naar meer participatieve beleidsvoering, een evenwicht tussen kwantitatieve en kwalitatieve evaluatiecriteria, een evenwicht tussen performantie, verdienste en menselijkheid.

Uit de eerste analyse van de werking van het meldpunt ongewenst grensoverschrijdend gedrag, dat werd opgericht eind 2016, blijkt dat dit een nuttig, laagdrempelig instrument is dat zowel door studenten als door VUB-medewerkers gebruikt wordt om ongewenste situaties aan te kaarten. De grote meerderheid van de meldingen in 2017 betroffen verbaal en fysiek grensoverschrijdend gedrag en geweld. In mindere mate werden pesterijen en seksueel grensoverschrijdend gedrag gemeld. In 2018 wordt ingezet op de verdere bekendmaking van het meldpunt en het optimaliseren van procedures. Verder werd geïnvesteerd in een opleiding aan zowel leidinggevenden als medewerkers om signalen van burn-out te herkennen. Er werd gestart met een pilootproject om medewerkers met een risico op burn-out proactief te begeleiden en zodoende uitval te voorkomen.

6.2.3. Welzijn op het werk

Het concept welzijn op het werk omvat alle factoren betreffende de omstandigheden waarin het werk wordt uitgevoerd. Welzijn op het werk omvat zeven domeinen: veiligheid op het werk; bescherming van de gezondheid van de werknemer; psychosociale aspecten van het werk; ergonomie; arbeidshygiëne, de verfraaiing van de werkplaatsen en maatregelen inzake leefmilieu met invloed op het welzijn op het werk.

Ook in 2017 ging de dienst Preventie en Milieu verder met het actief ondersteunen van de werkgever in de uitvoering van het preventiebeleid. Het jaaractieplan van 2017 van de Vrije Universiteit Brussel werd daarbij als leidraad gebruikt. Het jaaractieplan kadert in het globaal preventieplan (2014 – 2018) van de universiteit.

Het jaar 2017 werd gekenmerkt door verschillende problemen met betrekking tot de infrastructuur. E werd onder andere geïnvesteerd in de vernieuwing van de HVAC-technieken (verwarming en afzuiging) van de gebouwen F en G van de campus Etterbeek. De liften op de campussen Etterbeek en Jette werden geregulariseerd. Ook de elektrische installaties op de campussen Etterbeek en Jette worden grondig vernieuwd.

In 2017 werden risicoanalyses gemaakt van de activiteiten die plaatsvinden in de vak- en onderzoeksgroepen van de faculteit Geneeskunde en Farmacie.

De dienst Preventie en Milieu gaf adviezen rond de brandveiligheid, evacuatie en inrichting van de werkposten bij de talrijke renovatiewerken en nieuwbouwprojecten, zoals bijvoorbeeld de verbouwing van F6, het zwembadproject, het tijdelijke kinderdagverblijf te Jette, …

Zoals elk jaar onderzocht de dienst Preventie en Milieu ook in 2017 de gerapporteerde arbeidsongevallen en incidenten. De belangrijkste oorzaak van arbeidsongevallen blijven de interne verplaatsingen.

Ook in 2017 ging de nodige aandacht naar het werken met derden, overleg met de brandweer, opvolging van wettelijke controles, de organisatie van evacuatieoefeningen, het adviseren rond ergonomie, e.d.

6.2.4. Bioveiligheidsproblematiek

De geldende bioveiligheidsvergunningen en de ermee geassocieerde lokalen, hun plattegronden, en de inventaris van laminar flowkasten (LAF-kasten) worden continu geactualiseerd door Walter Kempenaers, de bioveiligheidsverantwoordelijke van de Vrije Universiteit Brussel.

De bioveiligheidscomités komen minstens één keer per jaar samen, zowel op campus Etterbeek als op campus Jette. Het comité op campus Jette omvat ook vertegenwoordigers van het UZ Brussel.

Jaarlijks worden de microbiologische veiligheidskasten (ook laminaire flowkasten of LAF-kasten genoemd) onderworpen aan een controle door een gespecialiseerd technicus. De “Biohazard” kasten (type II) worden gecontroleerd volgens de specificaties van de EN-12469 om ze te valideren voor werkzaamheden met inperkingsplichtig biologisch materiaal, met als deelaspecten: bescherming van het biologisch materiaal (in de kast); bescherming van de operator; bescherming van de omgeving. Kasten die niet aan deze specificaties voldoen en overblijvende horizontale flowkasten, worden enkel getest op steriliteit in de werkruimte met behulp van een deeltjesteller. Dit type kasten kan hoogstens vrijgegeven worden voor werk met volstrekt onschadelijke micro-organismen. Om het resultaat van deze technische controle voor alle gebruikers duidelijk te maken, worden validatiefiches op alle biohazard- en verticale LAF-kasten bevestigd, en het resultaat van de validering van voornoemde deelaspecten wordt erop vermeld.

Routinematige bioveiligheidsaudits worden geïntegreerd in de regelmatige “bezoeken aan diensten” door de Dienst Preventie en Milieu. Hierbij ligt de nadruk vooral op correcte bioveiligheidsindicaties, goede werkpraktijken en andere zichtbare aspecten. Aanvullend geeft de bioveiligheidsverantwoordelijke jaarlijks een groot aantal adviezen, voortvloeiend uit observaties tijdens deze audits of op vraag van individuele onderzoekers. Deze adviezen handelen grotendeels over de

juiste interpretatie van de bioveiligheidswetgeving, keuze en correct gebruik van veiligheidsapparatuur en persoonlijke beveiligingsmiddelen, en veilige werkpraktijk. Centraal staat steeds de bekommernis om (bio)veiligheidsverplichtingen om te zetten in een meerwaarde bij het wetenschappelijk onderzoek.

De laatste jaren neemt de aandacht voor opleiding en sensibilisering rond het onderwerp “Bioveiligheid” aanzienlijk toe. Jaarlijks worden wettelijk verplichte informatiesessies in bioveiligheid georganiseerd voor de nieuwe medewerkers van de vergunningsplichtige laboratoria. Daarnaast verzorgt de bioveiligheids-verantwoordelijke ook specifieke seminaries “Bioveiligheid” in het kader van de opleiding Proefdierkunde en het Internationaal Programma Moleculaire Biologie, en in de richtingen Farmacie en Biomedische Wetenschappen, dit telkens op vraag van de betrokken professoren. Bovendien doceert de bioveiligheidsverantwoordelijke het keuzevak “Bioveiligheid” voor de masteropleiding Biologie.

6.2.5. Asbestproblematiek

In een aantal gebouwen van de Vrije Universiteit Brussel is asbest aanwezig. Dit is vastgelegd in de asbestinventaris. In de meeste gevallen gaat het om hechtgebonden asbest in ventilatiekanalen. Zolang hieraan niet wordt geraakt bestaat er geen gevaar, aangezien het asbest gebonden is aan cement. Enkel wanneer aan de ventilatiekanalen wordt gewerkt dienen nauwgezet de nodige voorzorgsmaatregelen te worden gevolgd.

Hechtgebonden asbest wordt verwijderd bij werken en renovatie. Niet-hechtgebonden asbest wordt in elk geval zo spoedig mogelijk verwijderd.

De Vrije Universiteit Brussel heeft een interne procedure voor de opvolging van alle asbestdossiers. Er wordt maandelijks gerapporteerd aan het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk en infovergaderingen worden georganiseerd voor de gebruikers van de gebouwen. Er wordt op toegezien dat asbestwerven voldoen aan de wettelijke normen zodat personeel, studenten en bezoekers niet in contact komen met asbestvezels.

De Vrije Universiteit Brussel nam een externe erkende firma in dienst voor de projectbegeleiding van de asbestsanering. Daarnaast worden ook erkende firma’s aangesteld voor de verwijdering van asbest wanneer dat nodig is.

6.2.6. ADR-veiligheidsadviseur

De universiteit heeft wettelijk een ADR-veiligheidsadviseur nodig omdat binnen de instelling gevaarlijk afval worden verpakt voor transport naar de verwerkingsinstallatie. Risicohoudend medisch afval wordt bijvoorbeeld verpakt in WIVA-vaten, die vervolgens door een gespecialiseerde firma wordt opgehaald voor transport naar de verbrandingsoven. Serge Gillot van de dienst Preventie en Milieu neemt deze functie waar aan de Vrije Universiteit Brussel sinds 2015.

6.3. Ecologische campussen

6.3.1. Biodiversiteit op onze groene campus

De Vrije Universiteit Brussel wordt gekenmerkt door zijn groene campussen die deel uitmaken van het groene netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De campus Etterbeek werd ontworpen als een campus met uitgestrekte groene zones. Deze werden beplant met een grote verscheidenheid aan bomen. De campus Jette is gelegen vlakbij het Laarbeekbos, het Poelbos, de moerassen van Jette en Ganshoren en het Koning Boudewijnpark, die aangeduid werden als Natura 2000-gebieden.

Heel wat bijzondere planten en dieren vinden hun weg naar de campussen van de Vrije Universiteit Brussel. De universiteit draagt zo bij tot de biodiversiteit in de stad. Zo is bijvoorbeeld de zeldzame inheemse ringslang thuis in de biologisch waardevolle groene zone aan de noordrand van campus Jette.

Het groenbeheer op de campus Etterbeek gebeurt sinds 2015 zonder gebruik van pesticiden, in Jette sinds 2016. In de grasstroken worden niet langer pesticiden gebruikt. Er wordt gewerkt met een gedifferentieerd maaibeheer. Dit beleid zorgt voor meer bloeiende kruidachtige planten. Zo worden op de campus Etterbeek sinds 2014 Bijenorchissen en Hondskruid aangetroffen. Ook de Breedbladige Wespenorchis is al langer gekend op de campus. Deze plantensoorten hielden stand in 2017 en werden beschermd tegen negatieve invloeden tijdens evenementen in openlucht zoals de jaarlijkse personeelsbarbecue.

Hondskruid op campus Etterbeek

In 2017 werden voorstellen onderzocht van Leefmilieu Brussel voor de toekomstige invulling van de akker in de groene zone ten noorden van campus Jette. Leefmilieu Brussel stelde voor om een duurzaam landbouwbedrijf op deze site op te richten. Verder onderzoek en visievorming is noodzakelijk in 2018 opdat de Vrije Universiteit Brussel hierin een beslissing zou kunnen nemen.

In de Oude Hoogstamboomgaard op campus Jette vond in 2017 een voortzetting plaats van het project HumaneTerre. In 2017 werd veel aandacht besteed aan lokale voedselproductie, het lokaal bereiden van dit voedsel en het nuttigen in de boomgaard, samen met de mensen uit de buurt.

6.3.2. Waterverbruik & afvalwater

Zowel op campus Etterbeek als op campus Jette is er een voorziening voor het oppompen van grondwater. De Vrije Universiteit Brussel kiest ervoor om ook in de toekomst verder grondwater op te pompen. Dit water wordt gebruikt voor het spoelen van de toiletten.

Daar staat tegenover dat wordt gewerkt aan een plan dat zorgt voor een maximale doordringing van het regenwater in de ondergrond. In de toekomst zal actief worden gewerkt aan het beperken van de afvoer van regenwater via verharde oppervlakken naar de riool. Het regenwater zal worden afgeleid naar gebieden waar het geleidelijk kan infiltreren in de bodem.

Ook het voorzien van groendaken op nieuwe gebouwen heeft een effect op het afvloeien van regenwater. Het regenwater wordt gedeeltelijk gebufferd op de groendaken en zal deels verdampen, i.p.v. snel af te vloeien naar de riolering.

Bij nieuwbouwprojecten worden bovendien regenwaterputten voorzien. Dit regenwater kan in de toekomst ook worden gebruikt voor het spoelen van de toiletten. De groene zones op de campus worden nooit besproeid met water, ook niet in droge periodes.

Het afvalwater van de Vrije Universiteit Brussel wordt geloosd in de riolering. De Dienst Preventie en Milieu is sinds het jaar 2000 verantwoordelijk voor de inzameling van het gevaarlijk afval, inclusief vaste en vloeibare chemicaliën. Afvalproducten van de laboratoria mogen in geen geval in de riolering terecht komen en dienen via het circuit van het gevaarlijk afval te worden afgevoerd.

6.3.3. Bodem

In 2016 werd een prijsvraag gelanceerd voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek voor de campus Etterbeek. Deze studie moet worden uitgevoerd ter voorbereiding van de aanvraag van de verlenging van de milieuvergunning voor deze campus. In mei 2017 werd het verkennend bodemonderzoek ingediend bij Leefmilieu Brussel. Deze overheidsinstantie verzocht om bijkomend onderzoek dat in 2018 zal worden uitgevoerd.

6.3.4. Geluids- & trillingenproblematiek

De Vrije Universiteit Brussel dient waakzaam te zijn m.b.t. geluidshinder veroorzaakt door studentenfuiven in de BSGfeestzaal en in de feesttest op de campus Etterbeek. Ook de BOJ-feestzaal op campus Jette lag in het verleden aan de basis van occasionele geluidshinder.

Op 26 januari 2017 keurde de Brusselse Regering een nieuwe wetgeving goed m.b.t. het afspelen van versterkte muziek.

Op 21 februari 2018 zal deze wetgeving van kracht worden. De nieuwe wetgeving m.b.t. de verspreiding van versterkt geluid is bedoeld om het publiek te beschermen tegen de gehoorschade die zwaar versterkt geluid kan veroorzaken. Ze staat naast de reeds bestaande en van kracht blijvende wetgeving die mensen moet beschermen tegen lawaai veroorzaakt door de buren.

De nieuwe reglementering inzake versterkt geluid voorziet drie geluidsniveaus. Wanneer een etablissement onder een bepaald geluidsniveau blijft worden er geen bijkomende voorwaarden opgelegd. Bij hogere geluidsniveaus dienen verschillende maatregelen te worden genomen om het publiek te beschermen. Afhankelijk van het geluidsniveau en het moment waarop dat wordt verspreid moet het publiek worden geïnformeerd, moet een display aanwezig zijn waarop het geluidsniveau valt af te lezen, dient het geluidsniveau te worden geregistreerd, moeten oordoppen worden ter beschikking gesteld en rustzones worden voorzien en moet een persoon worden aangeduid die de problematiek opvolgt.

In 2017 maakte het Departement Studentenzaken de Vrije Universiteit Brussel werk van het omzetten van deze nieuwe wetgeving naar onze instelling. Samen met Facility Management en de Dienst Preventie en Milieu werden de locaties geïdentificeerd waar versterkt geluid wordt verspreid en werd informatie ingewonnen over de nieuwe regelgeving. Er werd ook een referentiepersoon aangesteld binnen de instelling.

Begin 2018 zullen de nodige toestellen worden aangekocht die het geluid meten en registreren en die voldoen aan de vereisten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

6.4. Ethisch verantwoord ondernemen

6.4.1. Universitair Charter Goed Bestuur

Goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 04 maart 2014 op voorstel van de Governance Commissie. Dit charter bevat de beginselen van deugdelijk bestuur waarvoor de Vrije Universiteit Brussel zich engageert om deze beginselen te implementeren in beleid en beheersstructuren. Het bevat tevens reglementen die een toepassing zijn van deze beginselen, deze reglementen verbinden het bestuur van de instelling ten aanzien van de leden van de Universitaire Gemeenschap. Het charter biedt aan personeel en studenten een algemeen kader dat rechten en plichten waarborgt in bestuurlijke aangelegenheden.

6.4.2. Divestment charter

De Vrije Universiteit Brussel ondersteunt de transitie naar een koolstofarme samenleving door haar beleggingsportefeuilles duurzaam te beheren; te desinvesteren in fossiele brandstoffen enerzijds en op een positieve manier te investeren in eigen infrastructuurprojecten met een grote duurzaamheidsimpact anderzijds.

Engagement 25 april 2017

In uitvoering van de beslissing van de Raad van Bestuur RVB.004/C4/01 van 15/12/2015 bouwt het Financieel Management Comité het aandeel investeringen in fossiele brandstoffen stapsgewijs af.

In het kader van dit engagement werden al een aantal stappen genomen:

- Alle vermogensbeheerders van de Vrije Universiteit Brussel passen hun SRI-normen toe op de VUB-beleggingen. Dit is een absoluut minimum.

- Alle portefeuilles worden vanaf 2016 jaarlijks gescreend. Er wordt nagegaan of de gehanteerde SRI-normen gevolgd worden en of deze volstaan. Bij deze screening zijn twee aspecten van belang:

o Te allen tijde moet het principe van Vrij Onderzoek kunnen gerespecteerd worden binnen de methodiek van de beheerder.

o Er wordt onderzocht of de SRI-normen van de verschillende beheerders voldoen of dat er een eigen policy wordt uitgewerkt door uitsluitende criteria toe te voegen aan bestaande contracten, in het bijzonder m.b.t. het aandeel van investeringen in fossiele brandstoffen.

- Daarnaast wil de Vrije Universiteit Brussel een verschil maken. Hiertoe worden een aantal mogelijke pistes onderzocht zoals:

o Aan een vermogensbeheerder een beheermandaat toe te wijzen met in de portefeuille assets die aansluiten bij de humanistische waarden van de VUB en duurzaamheid in het bijzonder.

o Investeren in een duurzame infrastructuur; i.e. een gericht investeringsbeleid dat leidt tot een vermindering van de ecologische impact van de campussen en zijn gebruikers.

Tot slot vraagt het Financieel Management Comité aandacht voor een ethisch consequente afstemming tussen de genomen engagementen m.b.t. divestment en de kerntaken van de instelling.

6.4.3. Ethische commissies

Het onderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel wordt opgevolgd door verschillende ethische commissies. Deze commissies verlenen een ethisch advies aan de onderzoekers. In 2016 kwam de Ethische Commissie Dierproeven in de belangstelling door het in vraag stellen in de media van bepaalde praktijken in het animalarium op campus Jette. Als reactie op de aandacht voor deze problematiek in de pers, benadrukte de universiteit het belang van ethisch ondernemen, ook wanneer het gaat om dierenwelzijn in het algemeen en het werken met proefdieren in het bijzonder. Een audit van het animalarium werd georganiseerd om het werken met proefdieren zo ethisch mogelijk te laten verlopen, in lijn met alle regelgeving en richtlijnen van goede praktijk. De implementatie van de nodige maatregelen gebeurde meteen en wordt ook nu nog permanent geëvalueerd en bijgestuurd.

7. OUTREACH

7.1. Brussel

Betrokkenheid versterken met Brussel

Boeren & Buren is een wekelijkse buurderij met kwaliteitsproducten van lokale boerderijen. Deze korte keten dient om de smaak van de streek terug te vinden, de klimaatverandering tegen te gaan en de banden tussen consumenten en producenten aan te halen.

HumanaTerre is project waarbij een groep mensen zonder wettig verblijf een collectieve en educatieve moestuin onderhouden en uitbouwen in de Hoogstamboomgaard op campus Jette.

PERMAFUNGHI

7.2.

UNICA

De Vrije Universiteit Brussel is lid van UNICA, het netwerk van 49 universiteiten uit 37 Europese hoofdsteden. Dit netwerk is een forum voor zijn leden om te reflecteren over strategische ontwikkelingen en vereisten op het vlak van onderwijs, onderzoek en administratie en vertegenwoordigd meer dan 160.000 personeelsleden en 1.900.000 studenten.

De Vrije Universiteit Brussel host de 8e UNICA GREEN Workshop op de Brussels Humanities, Science and Engineering Campus. Van 21 tot 23 maart 2018 zullen beleidsmedewerkers, duurzaamheidsverantwoordelijken en milieucoördinatoren van Europese hoger onderwijsinstellingen expertises en visies uitwisselen over de implementatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) in hoger onderwijs.

7.3. The Shift

VUB is lid van The Shift, het Belgische netwerk voor duurzaamheid met het oog op de transitie naar een betere samenleving en economie. VUB heeft zich geëngageerd om haar maatschappelijke ambities in kaart te brengen en engagementsverklaringen Green Deal Gedeelde Mobiliteit en Circulaire Aankopen ondertekend.

7.4. Ecocampus

Ecocampus is een programma van de Vlaamse overheid dat zich inzet voor een duurzaam hoger onderwijs. Ecocampus richt zich op docenten, onderzoekers en studenten, opdat zij duurzame ontwikkeling als kompas gebruiken bij hun dagelijkse activiteiten, nu én in de toekomst. Binnen Ecocampus worden best practices in het hoger onderwijslandschap uitgewisseld en gezamenlijke projecten uitgewerkt.

7.5.

OVAM

VUB werkt samen met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), OVAM spant zich dagelijks in voor een kwaliteitsvol en efficiënt afval-, materialen- en bodembeheer in Vlaanderen.

7.6. UCOS

Het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS) is een educatieve NGO verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel. Ze wil de studenten uitnodigen om kritisch na te denken over de mogelijkheden voor een duurzame en solidaire toekomst. Ze zijn ook steeds op zoek naar vrijwilligers.

8. MILIEUWETGEVING

Het is belangrijk dat de universiteit werkt conform de geldende wetgeving en regelgeving. Daarom wordt veel aandacht besteed aan het verwerven van de nodige vergunningen, het opvolgen van de exploitatievoorwaarden, het uitvoeren van de wettelijk vereiste studies en het nemen van de nodige maatregelen.

8.1. Milieuvergunningen

In februari 2016 werd de milieuvergunningsaanvraag ingediend voor het nieuwe researchgebouw L dat op campus Jette zal worden gerealiseerd. Het betreft een gemengd dossier waarbij de milieuvergunning wordt gekoppeld aan de stedenbouwkundige vergunning. Pas in december 2016 werd dit dossier behandeld door de overlegcommissie op de gemeente Jette en kon de procedure zijn verdere gang gaan. Op 25 april 2017 werd de milieuvergunning toegekend.

In 2017 werd de verlenging van de milieuvergunning voor campus Etterbeek verder voorbereid. Vele locaties en diensten werden bezocht om een inventarisatie van alle ingedeelde inrichtingen mogelijk te maken. De milieuvergunning van campus Etterbeek is nog geldig tot midden 2019. In het voorjaar van 2018 moet het aanvraagdossier voor de verlenging van de milieuvergunning worden afgerond en ingediend.

De aanvraag tot wijziging van de milieuvergunning van campus Jette voor het project Theodoor werd ook in 2017 ingediend. Dit project beoogt de realisatie van een nieuw gebouwencomplex voor de huisvesting van het kinderdagverblijf, een lagere school, consultatieruimten voor Kind & Gezin en CAW en een speelruimte voor de scouts op campus Jette. De Brusselse overheid vroeg bijkomende informatie die in het voorjaar van 2018 zal worden ingediend.

8.2. Vergunningen voor het gebruik van geneesmiddelen, drugsprecursoren en verdovende middelen

Vergunningen zijn vereist voor laboratoria die gebruik maken van speciaal gereglementeerde stoffen:

- Stoffen met hormonale, antihormonale, anabole, bèta-adrenergische, anti-infectieuze, antiparasitaire en anti-inflammatoire werking;

- Drugsprecursoren;

- Verdovende middelen en psychotropen.

De Vrije Universiteit Brussel dient hiervoor een vergunning aan te vragen bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. De dienst Preventie en Milieu doet de coördinatie van de aanvragen voor dergelijke vergunningen voor de verschillende laboratoria.

9. DUURZAAMHEIDSCOMMUNICATIE & PARTICIPATIE VUB-COMMUNITY

9.1. Duurzame Dinsdag #4

Op dinsdag 28 november vond de 4de editie van Duurzame Dinsdag plaats op de VUB. Centraal stond de voorstelling van de nulmeting van de VUB-koolstofvoetafdruk en twee debatten met de VUB-gemeenschap over maatregelen om de uitstoot van personenmobiliteit terug te dringen.

Het woon-campusverkeer van personeel en studenten, de dienstreizen van personeel en de reizen van internationale studenten zijn samen verantwoordelijk voor 50% van de totale uitstoot in 2016, namelijk 16.004 ton CO2e. Door middel

van 2 debatten met de aanwezige VUB’ers werden enkele ideeën afgetoetst om de klimaatimpact van vliegreizen en het woon-campusverkeer te reduceren.

Tijdens het eerste debat werd het huidige vliegbeleid aan de VUB tegen het licht gehouden, gevolgd door een plan van aanpak voor de toekomst. Het voorstel van de Kerngroep Duurzaamheid vertrekt vanuit het principe vermijden, alternatieven, compenseren. Uit het debat en de stellingen bleek interesse van het publiek voor een duurzamer vliegbeleid, maar met zeer uitlopende invullingen. Maken we de maatregelen verplicht of zijn het eerder vuistregels? Is er verplichte compensatie voor personeelsleden, via een intern of extern fonds?

Algemene consensus bestond over de verantwoordelijkheid van de VUB als rolmodel en de noodzaak om bewustzijn te creëren in de VUB-gemeenschap over de klimaatimpact van vliegreizen. Het is belangrijk een compensatiefonds op te zetten waar personeel en studenten hun uitstoot van vliegreizen kunnen compenseren.

In het tweede debat werd de impact van woon-campusverkeer van studenten en personeel besproken, met nadruk op potentiële reductiemaatregelen. Algemeen bleken telewerken en telelessen een deel van de oplossing, al is het nodig om voldoende persoonlijke interactie en contact met de universiteit te behouden. Bovendien is de doelgroep zeer belangrijk, zo is de meerwaarde groter voor werkstudenten en door veelvuldige verplaatsingen Jette-Etterbeek te vermijden. Opleidingen rond digitale technologie en efficiëntere lessenroosters kunnen de VUB op weg helpen.

Een maatregel om het autogebruik naar de campus te ontmoedigen is een nieuw parkeerbeleid. Er was een draagvlak voor betalend parkeren bij het publiek op voorwaarde van een creditsysteem met een aantal gratis parkeerbeurten. Een belangrijke prioriteit blijft de verbetering van de fietsinfrastructuur op en naar de VUB-campussen.

Cathy Macharis, voorzitter Kerngroep Duurzaamheid, en Hubert Rahier, vice-voorzitter Kerngroep Duurzaamheid, zagen een positieve beweging op de Duurzame Dinsdag. Belangrijk om de VUB-klimaatimpact te reduceren is de nadruk te leggen op persoonlijke verantwoordelijkheid bij personeel en studenten, met garantie van voldoende vrijheid en het behoud van onze warme en menselijke universiteit.

9.2. Green Impact

In 2017 liep de 1ste editie van Green Impact af, een bottom-up programma waarbij personeel en studenten hun werk- en studeeromgeving verduurzamen. Verschillende VUB-teams ondernemen concrete duurzaamheidsacties, ondersteund door het GreenTeam en met behulp van een online toolkit. Op basis van deze acties krijgen de teams aan het eind van het academiejaar een onderscheiding en beloning op basis van het duurzaamheidsklassement.

Alle teams van het afgelopen jaar vonden het programma waardevol en relevant, met Faculteit ES als uiteindelijke winnaar. Na dit eerste succesjaar vindt in academiejaar 2017-2018 de 2e editie van Green Impact aan de VUB plaats.

9.3. Vernieuwde VUB-websites

In 2017 hebben de Dienst Preventie en Milieu, de Kerngroep Duurzaamheid, het GreenTeam en het VUB-restaurant een nieuwe webpagina opgezet in de nieuwe VUB-format. Blijf op de hoogte van alle verwezenlijkingen, projecten, evenementen en campagnes via deze pagina’s!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
OSZAR »