

JAARVERSLAG 2018: EEN UNIVERSITEIT IN BEWEGING
RUBRIEK 1 ORGANISATIESTRUCTUUR: CENTRALE ORGANEN
Naam en adres van de universiteit: Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, 1050 Brussel
SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE BESTUURLIJKE ORGANEN OP HET CENTRALE NIVEAU
I. UNIVERSITAIRE ORGANEN KRACHTENS HET ORGANIEK STATUUT (O.S.)
1. UNIVERSITEITSRAAD
Samenstelling:
Effectieve leden (O.S. art. 13, §1)
Voorzitter RvB Eddy VAN GELDER
Decanen
LW Karin NYS
RC Wilfried RAUWS
ES Joël BRANSON
PE Johan VANDERFAEILLIE
WE Eric JESPERS
IR Stefaan CAENEPEEL
GF Peter IN ‘T VELD
LK Evert ZINZEN
ZAP-leden
LW Alex HOUSEN
RC Marc COOLS
ES Thomas CRISPEELS
PE Dominique VERTE
WE Luc DE VUYST
IR Lars DE LAET
GF Ivan BAUTMANS
LK Eva D’HONDT
OAP-leden
RC Tina COEN - Ondervoorzitter
ES Alexandre THYS
PE Vicky WILLEGEMS
WE Matthias SINNESAEL
IR Gert BERCKMANS
GF Stefaan VERHULST
Studenten
LW Charlotte VERHEYDEN
RC Sueann VANDEPUTTE
ES Otto CARTRYSSE
PE Ariane VERRECK
WE Sasha SOLAU
IR Wouter KUIJK
GF Gill VERSTAPPEN
LK Lisa MERTENS
ATP-leden
Jean AELBRECHT
Inge CORNILLIE
Overige afgevaardigden
UZB Yolande AVONTROODT
Alumni Geert ROYEMANS
IES Anthony ANTOINE
EhB Ann BRUSSEEL
VECO Stefanie WEIL
ULB Pierre GURDJIAN
UGent Isabel VAN DRIESSCHE
Externe leden
Franc BOGOVIC
Liesbet DHAENE
Hannelore GOEMAN
Filip MOEYKENS
Tinne VAN DER STRAETEN
Raymonda VERDYCK
Met raadgevend stem (O.S. art. 14)
- de Rector
- de Vicerectoren
- de Algemeen Beheerder van de Universiteit
- de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel
Caroline PAUWELS
Jan DANCKAERT, Onderwijs en Studentenzaken
Karin VANDERKERKEN, Onderzoek
Hugo THIENPONT, Innovatie en Valorisatie
Romain MEEUSEN, Internationalisering
Nic VAN CRAEN
Marc NOPPEN
Secretaris: Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Bevoegdheden:
De Universiteitsraad bepaalt de algemene strategische visie van de VUB, keurt de begroting en de jaarrekening goed en stelt de bestuurders aan.
Zie ook O.S. art. 15 t.e.m. 21.
2. RAAD VAN BESTUUR
Samenstelling:
Effectieve leden (O.S. art. 25, §1)
- de Rector
- de Voorzitter van het Bestuurscollege UZ Brussel
- één afgevaardigde van het Zelfstandig Academisch Personeel
- één afgevaardigde van het Overige Academisch Personeel
- één student
- één afgevaardigde van het Administratief en Technisch Personeel
- vier externe bestuurders, waaronder één extern lid van de Universiteitsraad en minstens één alumnus, met complementaire deskundigheid in minstens de volgende domeinen: ICT, financiën, infrastructuur, recht en internationalisering
Met raadgevende stem (O.S. art.26)
Caroline PAUWELS
Jean-Luc VANRAES
Elvira HAEZENDONCK
Gert BERCKMANS (Ondervoorzitter)
Lise VERMEERSCH
John KELLEN
Karsten DE CLERCK
Natasja DEGRIECK
Eddy VAN GELDER (Voorzitter)
Raymonda VERDYCK
- de Algemeen Beheerder Nic VAN CRAEN
- de Gedelegeerd Bestuurder van het UZBrussel, op uitnodiging van de voorzitter van de Raad van Bestuur, wanneer de Raad van Bestuur dient te beraadslagen over agendapunten die het UZ Brussel aanbelangen
Secretaris: (O.S. art. 33) Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Bevoegdheden:
De Raad van Bestuur bepaalt het algemeen strategisch beleid van de Universiteit. Zie O.S. art. 27 t.e.m. 31.
Marc NOPPEN
ADVISERENDE COMITES VAN DE RAAD VAN BESTUUR
2.1. AUDITCOMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden:
- Voorzitter, extern
- De Voorzitter van de Raad van Bestuur, ambtshalve
- 1 extern lid van de Universiteitsraad
- 1 personeelslid van de VUB met expertise in het domein
Met raadgevende stem:
Worden ambtshalve uitgenodigd:
- de Rector
- Algemeen Beheerder
- Hoofd Financiële Administratie
- de Interne Auditor
Dirk BOOGMANS
Eddy VAN GELDER
Filip MOEYKENS
Diane BREESCH
Caroline PAUWELS
Nic VAN CRAEN
Nadine VERHEYEN
N.N.
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter.
Het secretariaat wordt waargenomen door het afdelingshoofd Interne Audit, met ondersteuning van het Secretariaat van de Raad.
Bevoegdheden:
Het auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in zijn toezichtsfunctie, meer specifiek op volgende vlakken:
- het houden aan de diverse verplichtingen zoals voorzien in de wettelijke, statutaire of bedrijfsinterne voorschriften, en dit samen met de Bedrijfsrevisor;
- nagaan of aan alle verplichtingen ten opzichte van de toezichthoudende organen is voldaan;
- controleren en evalueren van de interne audit en het auditproces;
- onderzoeken en evalueren van risicobeheersing en interne controle;
- monitoring van het financiële verslaggevingsproces, van de interne audit en van de controle van de jaarrekening.
2.2. GOVERNANCE COMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden :
- de Rector
- 1 vicerector
- 3 decanen
- de Voorzitter van de Raad van Bestuur, ambtshalve
- een extern lid van de Raad van Bestuur, bij voorkeur met juridisch profiel
- een extern lid van de Universiteitsraad
- een lid van het ZAP uit de Universiteitsraad
Caroline PAUWELS
Karin VANDERKERKEN
Johan VANDERFAEILLIE (plvv. Wilfried RAUWS)
Stefaan CAENEPEEL (plvv. Eric JESPERS)
Peter IN ‘T VELD (plvv. Evert ZINZEN)
Eddy VAN GELDER
Natasja DEGRIECK
Tinne VAN DER STRAETEN
Luc DE VUYST
- een lid van het OAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het ATP uit de Universiteitsraad
- een studentlid uit de Studentenraad
- een afgevaardigde Directie UZB
- een expertlid
Met raadgevende stem :
Worden ambtshalve uitgenodigd :
- Algemeen Beheerder
- de Interne Auditor
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter:
- decaan ES – wordt permanent uitgenodigd.
- afgevaardigde Directie IES
Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.
Treedt op als penhouder
Het voorzitterschap wordt waargenomen door de Rector, de Vicerector of de Voorzitter van de Raad van Bestuur.
Bevoegdheden:
Tina COEN
Inge CORNILLIE
Otto CARTRYSSE
Hilde HAEGEMAN
Filip MOEYKENS
Nic VAN CRAEN
N.N.
Joël BRANSON
Anthony ANTOINE
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Frank GLADINES
Het Governance Comité verleent de Raad van Bestuur advies over het bestuur en de organisatie van de VUB.
2.3. ETHISCH COMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden :
- Voorzitter, extern
- een extern lid van de Raad van Bestuur
- een extern lid van de Universiteitsraad
- een lid van het ZAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het OAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het ATP uit de Universiteitsraad
- een studentlid uit de Studentenraad
Met raadgevende stem : Worden ambtshalve uitgenodigd :
- de Rector
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter.
Het Secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad
Etienne DE GROOT
Raymonda VERDYCK
Franc BOGOVIC
Dominique VERTE
Alexandre THYS
Jean AELBRECHT
Florence WITZEL
Caroline PAUWELS
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Bevoegdheden:
Het Ethisch Comité verleent advies aan de Raad van Bestuur over dossiers met een ethische dimensie, in het bijzonder (maar niet uitsluitend) over dossiers betreffende sponsoring, fundraising en internationale samenwerking.
2.4. REMUNERATIECOMITE- EN NOMINATIECOMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden :
- 4 leden aangeduid door de Raad van Bestuur met expertise in het domein
Met raadgevende stem: Worden ambtshalve uitgenodigd:
- de Rector of zijn/haar afgevaardigde
- Algemeen Beheerder
- Directeur M&O
Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.
Bevoegdheden:
Karsten DE CLERCK (Voorzitter)
Elvira HAEZENDONCK
Philippe EISELEIN
Luc DESCHOUWER
Hugo THIENPONT
Nic VAN CRAEN
Raf DEVOS
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Het Remuneratie- en nominatiecomité verleent advies en formuleert voorstellen aan de Raad van Bestuur met betrekking tot het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie voor bestuurders en het management van de universiteit alsook over de profielen van de niet-ambtshalve bestuursleden en bij de periodieke evaluatie van de niet-ambtshalve bestuursleden.
Het Remuneratie- en nominatiecomité heeft tevens als opdracht het selecteren van kandidaat-externe bestuurders en het formuleren van voorstellen voor de benoeming van de externe bestuurders.
2.5. GUNNINGSCOMITE
Samenstelling:
- De Rector of zijn/haar afgevaardigde (Voorzitter)
- Voorzitter gebouwencommissie Etterbeek
- Voorzitter gebouwencommissie Jette
- Algemeen Beheerder
- Expert in de Bouwkunde
- Expert
- Hoofd Juridische Dienst
Leden met raadgevende stem Worden ambtshalve uitgenodigd:
- Hoofd Aankoopdienst
- Afdelingshoofd Directie Financiën
Marc JEGERS
Philippe LATAIRE
Johan DE MEY
Nic VAN CRAEN
Jurgen MAES
Nancy MUSSCHEBROECK
Yves VAN DER HOEVEN
Ineke CASIER
Sonia DEWULF
Nadine VERHEYEN
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de voorzitter.
Het secretariaat wordt waargenomen door een medewerker van de Dienst Aankoop.
Bevoegdheden:
Het Gunningscomité adviseert de Raad van Bestuur en het Directiecomité i.v.m. de wijze van gunnen en de toewijzing van opdrachten van werken, leveringen en diensten.
2.6. FINANCIEEL MANAGEMENT COMITE
Samenstelling:
Externe bestuurder RvB met
Eddy VAN GELDER deskundigheid in financiën
Expert
Expert
Afdelingshoofd Directie Financiën
Hoofd planning en begroting
Joël BRANSON
Steven VANDUFFEL
Nadine VERHEYEN
Eddy STROOBANTS
Algemeen Beheerder Nic VAN CRAEN
Bevoegdheden:
Het Financieel Management Comité werkt conform het door de Raad van Bestuur goedgekeurde lange termijn financiële strategisch beleid (met inbegrip van het beheer van de portefeuilles en het thesauriebeheer). Het FMC treedt op als financieel expertencomité voor de governance organen van de VUB. Het kan op vraag van de organen of op eigen initiatief adviezen formuleren.
3. ACADEMISCHE RAAD
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden
Ambtshalve leden
Rector (statutair voorzitter)
Vicerector Onderwijs en studentenzaken
Vicerector Onderzoek
Vicerector Innovatie en Valorisatie
Vicerector Internationalisering
Decaan faculteit LW
Decaan faculteit RC
Decaan faculteit ES
Decaan faculteit PE
Decaan faculteit WE
Caroline PAUWELS
Jan DANCKAERT
Karin VANDERKERKEN
Hugo THIENPONT
Romain MEEUSEN
Karin NYS
Wilfried RAUWS
Joël BRANSON
Johan VANDERFAEILLIE
Eric JESPERS
Decaan faculteit IR Stefaan CAENEPEEL
Decaan faculteit GF
Decaan faculteit LK
Niet-ambtshalve leden
Afgevaardigden OAP
Afgevaardigden Studenten
Afgevaardigden ATP
Peter IN ‘T VELD
Evert ZINZEN
Griet VAN BELLEGHEM
Cedric BUSSCHOTS
Jana GOYVAERTS (plvv. Florence WITZEL)
Wouter KUIJK (plvv. Sasha SOLAU)
Inge CORNILLIE
Ken LEEMANS
Plaatsvervangende leden
Voor de ambtshalve effectieve leden overeenkomstig Organiek Statuut
Voor de niet-ambtshalve effectieve leden de door de Academische Raad aangeduide plaatsvervangers overeenkomstig Huishoudelijk Reglement Academische Raad c.q. het Participatiereglement, voor wat betreft de studentleden
Leden met raadgevende stem:
Algemeen Beheerder van de Universiteit
Nic VAN CRAEN
Directeur Personeel van de Universiteit Raf DEVOS
Op uitnodiging van de voorzitter, in voorkomend geval:
Afgevaardigde Instituut voor Europese Studies N.N.
Bevoegdheden:
De Academische Raad is het hoogste academisch advies- en overlegorgaan op het gebied van academisch strategisch beleid.
De beslissingsbevoegdheid betreft het aanstellen, evalueren en bevorderen van Academisch Personeel.
Zie ook O.S. art. 39 t.e.m. 41.
BELEIDSONDERSTEUNENDE ORGANEN VAN DE ACADEMISCHE RAAD
3.1. ONDERWIJSRAAD
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden:
Vicerector Onderwijs en Studentenzaken (Voorzitter) Jan DANCKAERT
ZAP
OAP
STUDENTEN
LW Marc VAN DEN BOSSCHE/ plvv. Karen FRANCOIS
RC Kim VANDERBORGHT/ plvv. Wilfried RAUWS
ES Jo PIERSON / plvv. Luc HENS
PE Koen LOMBAERTS / plvv. Nadine ENGELS
WE Ludwig TRIEST / plvv. Wolfgang DE MEUTER
IR Annick HUBIN / plvv. Svend BRAM
GF Nicole POULIART / plvv. Tamara VANHAECKE
LK Bart ROELANDS / plvv. Kristine DE MARTELAER
LW Fleur VAN BOCXLAER / plvv. Inge DE CLEYN
RC Anne-Sophie VANDENBOSCH / plvv. Ann EVENEPOEL
ES Tom DE WINTER / plvv. Philippe EISELEIN
PE Peter DERIEMAEKER / plvv. Myriam HALIMI
WE Raphaël KIEKENS / plvv. N.N.
IR N.N. / plvv. N.N.
GF Sven DECLERCK / plvv. Celine MOENS
LK Yanni VERHAVERT/ plvv. Jef VANPARIJS
LW Viktoria VERHELST
RC Hannah WINTERS
ES Jana GOYVAERTS
WE Floriano TORI
IR Sofie FERAUGE
PE Quentin LIEVYNS
GF Florence WITZEL
LK Lisa MERTENS
Leden met Raadgevende Stem:
De Centrale ombudsman/vrouw
De door de vicerector onderwijs- en studentenbeleid daartoe aangeduide medewerkers van het Departement Onderwijs- en Studentenbeleid
De Algemeen Beheerder van de VUB Nic VAN CRAEN
De Voorzitter van de Commissie middelen
Secretaris: de verantwoordelijke van het Departement Onderwijs en Studentenzaken Vanessa DE COCK
Bevoegdheid:
O.S. art. 46 en 47
3.2. ONDERZOEKSRAAD
Samenstelling:
Vicerector Onderzoek (Voorzitter) Karin VANDERKERKEN
2 effectieve en 2 plaatsvervangende leden per faculteit met streven naar genderevenwicht
Faculteit LW
Faculteit RC
Faculteit ES
Faculteit PE
Faculteit LK
Faculteit WE
Faculteit IR
eff.: Rik VOSTERS / Inge ARTEEL plvv.: Paul ERDKAMP / Dries TYS
eff.: Kristel BEYENS / Koen BYTTEBIER plvv.: Guido VAN LIMBERGHEN / Mireille HILDEBRANDT
eff.: Bram SPRUYT / Malaika BRENGMAN plvv.: Karen CELIS/ Steven VANDUFFEL
eff.: Gina ROSSI / Liesbeth DE DONDER plvv.: Wim VAN DEN BROECK / Free DE BACKER
eff.: Marc THEEBOOM / Jo NIJS plvv.: Veerle DE BOSSCHER / Kelly ICKMANS
eff.: Ben CRAPS / Ann NOWE plvv.: Frank DE PROFT / Olga DE TROYER
eff.: Bram VANDERBORGHT / Marijke HUYSMANS plvv.: Herman TERRYN / Francis BERGHMANS
Faculteit GF eff.: Ivan BAUTMANS / Tamara VANHAECKE plvv.: Vicky CAVELIER / Ilse ROOMAN
1 effectief lid en 1 plaatsvervanger niet beiden van hetzelfde geslacht, aangeduid per School of Arts binnen de Associatie KCB
RITS
Leden met Raadgevende Stem
eff.: Christine VAN DEN BUYS plvv.: Jan MICHIELS
eff.: Klaas TINDEMANS plvv.: Ann OLAERTS
Algemeen Beheerder van de VUB Nic VAN CRAEN
Vicerector Innovatie- & Valorisatiebeleid Hugo THIENPONT
Een afvaardiging vanuit het UMC-comité Aude BONEHIL
Een afgevaardigde SISC
Stefan WECKX
Vijf waarnemers, aangeduid door de AR Anne WINTER (ZAP)
Steven PROVYN (ZAP)
Niels DE TEMMERMAN (ZAP)
Stefaan VERHULST (OAP)
Matthias SINNESAEL (OAP)
Bevoegdheid:
O.S. art. 49 en 50
3.3. INNOVATIE- EN VALORISATIERAAD
Samenstelling:
Leden die tevens in de IOF-Raad zetelen:
Hugo THIENPONT (Voorzitter)
Karin VANDERKERKEN
Vicerector Innovatie- en Valorisatie IR
Vicerector Onderzoek GF
Peter SCHELKENS IR
Pieter BALLON ES
Dominique MAES WE
Thomas CRISPEELS ES
Dominique MAES WE
Romain MEEUSEN LK
Tony LAHOUTTE GF/UZ
Leden uit de faculteiten die niet in de IOF-Raad vertegenwoordigd zijn:
Dominique VERTÉ PE
Alex HOUSEN LW
Fabienne BRISON RC
In functie van de agenda en voorliggende dossiers kunnen experten worden uitgenodigd.
Secretariaat: TechTransfer
Bevoegdheid:
O.S. art. 52 en 53
3.4. RAAD INTERNATIONAAL BELEID
Samenstelling:
Vicerector Internationalisering (Voorzitter)
Romain MEEUSEN
Vertegenwoordigers van het facultair beleid:
LW
RC
ES
PE
WE
IR
GF
LK
Voorzitters FACIR of gelijkgestelde:
LW
RC
ES
PE
WE
IR
GF
LK
Vertegenwoordigers Studentenraad:
Florence WITZEL
Sasha SOLAU
Leden met Raadgevende Stem:
Ann PEETERS / plvv. Emiliano ACOSTA
Lucas MELO MELGAÇO / plvv. Kristel BEYENS
Peter CLAEYS / plvv. Silvia ERZEEL
Free DE BACKER / plvv. Julie RODEYNS
Nico KOEDAM / plvv. Mathieu KERVYN
Heidi OTTEVAERE / plvv. Patrick GUILLAUME
Debby MANGELINGS / plvv. Steven RAEYMAECKERS
David BECKWEE / plvv. Katrijn D’HERDT
Marie-Eve MICHOT / plvv. Paul ERDKAMP
Kim VAN DER BORGHT / plvv. Tony JORIS
Leo VAN AUDENHOVE / plvv. Jonas LOOS
Tim VANTILBORGH / plvv. Delphine WEST
Beat SIGNER / plvv. Marjan MAES
Annick HUBIN / plvv. Lincy PY
Mieke GEENS / plvv. Leo VAN GRUNSVEN
Bart ROELANDS / plvv. Kristine DE MARTELAER
Vertegenwoordiger VECO Tom WITTOCX
Verantwoordelijke IRMO
Jacqueline COUDER
Vertegenwoordiger DOZ - SB Daphné COOMANS
Vertegenwoordiger R&D Mieke GIJSEMANS
Vertegenwoordiger TechTransfer Sonja HAESEN
Vertegenwoordiger MARCOM Rob VANDEREYCKEN
Vertegenwoordiger IES N.N.
Secretariaat
Bevoegdheid:
O.S. art. 55 en 56
Jacqueline COUDER
ADVISERENDE ORGANEN VAN DE ACADEMISCHE RAAD
3.5. PERMANENT ADVIESORGAAN IN HET KADER VAN GESCHILLEN BETREFFENDE VERDERZETTING VAN DOCTORAATSPROEFSCHRIFTEN
Samenstelling:
- De voorzitter van de Academische Raad, die het adviesorgaan voorzit
- Minstens twee Vicerectoren, met uitzondering van de Vicerector Onderzoek
- Twee afgevaardigden uit de OAP-geleding van de Academische Raad
- Een jurist van het departement Onderzoek, die optreedt als secretaris van het adviesorgaan
De nominatim samenstelling gebeurt ad hoc, afhankelijk van de casus.
Bevoegdheden:
Het Adviesorgaan in het kader van geschillen betreffende de verderzetting van doctoraatsproefschriften behandelt en geeft bindend advies inzake geschillen betreffende de verderzetting van doctoraatsproefschriften.
3.6. COMMISSIE VOOR WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT
Samenstelling:
Vaste leden
Voorzitter
Ondervoorzitter
Ad hoc leden
Secretaris
Aanspreekpunt Wetenschappelijke Integriteit:
Yves VAN DER HOEVEN
Bevoegdheden:
Serge GUTWIRTH
Sari DEPREEUW
Minimum 3 leden
Audrey VAN SCHAREN
Juridische Dienst
De Commissie Wetenschappelijke Integriteit spreekt zich in een advies uit over het bestaan van een inbreuk op de wetenschappelijke integriteit en is met uitsluiting van studenten bevoegd voor inbreuken gepleegd door personen die op het ogenblik van de vermeende inbreuk in het kader van een onderzoeksactiviteit verbonden waren aan de Vrije Universiteit Brussel.
4. DIRECTIECOMITE
Samenstelling:
Rector (Voorzitter)
Caroline PAUWELS
Algemeen Beheerder Nic VAN CRAEN
De leidinggevenden van de rectorale en centrale administratieve diensten:
Afdelingshoofd Onderwijs en Studentenzaken
Afdelingshoofd Onderzoek
Afdelingshoofd Innovatie- en Valorisatie
Vanessa DE COCK
Mieke GIJSEMANS
Sonja HAESEN
Afdelingshoofd Internationalisering Jacqueline COUDER
Directeur MARCOM
Ann VAN DRIESSCHE
Directeur Personeel Raf DEVOS
Directeur Infrastructuur
Afdelingshoofd Directie Financiën
CIO
Ludo LEMMENS
Nadine VERHEYEN
Xavier VAN MOEN
Eén vertegenwoordiger van het facultair administratief en technisch personeel, aangeduid door en onder de facultaire administratief secretarissen met niveau
Bevoegdheden:
Ivo VAN AKELIJEN
Het Directiecomité staat in voor de dagelijkse werking van de universiteit op zowel administratief, logistiek als financieel vlak.
Zie ook O.S. art. 58.
BELEIDSADVISERENDE ORGANEN VAN HET DIRECTIECOMITE
4.1. BEHEERSCOMITE BIBLIOTHEEK
Samenstelling:
Rector of haar afgevaardigde (Voorzitter)
8 ZAP (1 per faculteit, aangeduid
Johan CALLENS
LW Daniel ACKE / plvv. Johan STUY door fac., waaruit 1 ondervoorzitter)
RC N.N. / plvv. N.N.
ES Benjamin DE CLEEN / plvv. Malaika BRENGMAN
PE Wim VAN DEN BROECK / plvv. N.N.
WE Remy LORIS / plvv. N.N.
IR Philippe CARA / plvv. Wendy MEULEBROECK
GF Joeri AERTS / plvv. N.N.
LK
2 leden OAP
4 studenten
1 lid ATP (verkozen uit personeel BI)
Vertegenwoordiger VECO vzw
Vertegenwoordiger ACTO
Met raadgevende stem
- Hoofdbibliothecaris
- De Decanen
Bevoegdheid:
Tom DELIENS / plvv. Eva D’HONDT
Cedric BUSSCHOTS
Matthias SINNESAEL
Sueann VANDEPUTTE
Viktoria VERHELST
Judith TEIRLINCK
Jana GOYVAERTS
Els VERCAMMEN / Katrien ALEWAETERS
Tom WITTOCX
Barbara LOUWAGIE / plvv. Philipp BEKAERT
Patrick VANOUPLINES
Staat in voor het beleid van de VUB-documentatie en voor de externe betrekkingen die de VUB heeft met andere instellingen op het vlak van documentatie.
4.2.
ICT-RAAD
Samenstelling:
Voorzitter
Ondervoorzitter (CIO)
1 afgevaardigde per faculteit (+ plvv)
Yves ROLAIN/ plvv. CIO
Xavier VAN MOEN
LW
Arnout HOREMANS/ plvv. Michel DEDEYNE/ Ivan WYNANT
RC N.N. /plvv. N.N.
Studentenvertegenwoordiger
Academisch vertegenwoordiger Bestuurscollege SISC
Vicerectoraat Onderwijs en Studentenzaken
Vicerectoraat Onderzoek
Vicerectoraat Innovatie en Valorisatie
Vicerectoraat Internationalisering
Algemeen Beheerder en STBE
Dienst M&O
Directie financiën
Universiteitsarchief
Universiteitsbibliotheek
MARCOM
Directie Infrastructuur en Facility Management
Bevoegdheid:
Aansturing van en adviesverlening over het ICT beleid.
ES Wouter VERBEKE/plvv. Michel DEDEYNE/ Ivan WYNANT
PE Peter THEUNS/ plvv. Joeri HOFMANS
WE Olga DE TROYER/ plvv. Ann DOOMS
IR Sven REYNIERS/ plvv. Koen KENENS
GF John KELLEN/ plvv. Johan DE MEY
LK
Bas DE GEUS/ plvv. Kevin DE PAUW
Robbe DERKS
Stefan WECKX
Karla GROEN/ plvv. Kurt TULKIN N.N./ plvv. Stefanie VAN RYSSEGHEM
Veerle HELLEMANS/plvv. Diana KENTSCH
Diana KENTSCH/ plvv. Veerle HELLEMANS
Jeroen DE SAMBLANCX/ plvv. N.N.
Gregory PEETERS/ plvv. Raf DEVOS
Nadine VERHEYEN/ plvv. Bernard AGNEESSENS
Frank SCHEELINGS/ plvv. Ward VAN STEENKISTE
Stefaan RENARD/plvv. Patrick VANOUPLINES
Hugo DEMAEGD/plvv. Rob VANDEREYCKEN
Serge GILEN/ plvv. Ludo LEMMENS
4.3. GEBOUWENCOMMISSIE ETTERBEEK
Samenstelling:
Samenstelling kernteam
De Rector of afgevaardigde (Voorzitter)
Philippe LATAIRE / plvv. Ludo LEMMENS
Directeur Infrastructuur optredend als vicevoorzitter Ludo LEMMENS / plvv. Linda DE BACKER
Vertegenwoordiging van de Algemeen Beheerder
Vertegenwoordiging van de Directie Infrastructuur
Vertegenwoordiging van de Dienst Preventie en Milieu
Specialist(en) uit de vakgroep ARCH
Specialist(en)uit de vakgroep STER
Specialist(en) uit de vakgroep ES
Facultatief externe specialisten
Samenstelling gebruikersgroep
Vertegenwoordiging Vicerectoraten
- Onderwijs en Studentenzaken
- Onderzoek
Nic VAN CRAEN
Linda DE BACKER
Jef STOFFELS
Christel VAN DEN BOSSCHE / plvv. Heidi GEUDENS
Niels DE TEMMERMAN
Ine WOUTERS
Michael RYCKEWAERT
Michaël DOOMS
Karla GROEN / plvv. Els ROBBRECHT
Karin VANDERKERKEN / plvv. Mieke GIJSEMANS
- Innovatie en Valorisatie
- Internationalisering
Vertegenwoordiging van de faculteit LW
Vertegenwoordiging van de faculteit RC
Vertegenwoordiging van de faculteit ES
Vertegenwoordiging van de faculteit PE
Vertegenwoordiging van de faculteit WE
Vertegenwoordiging van de faculteit IR
Vertegenwoordiging van de faculteit LK
Vertegenwoordiging ICT
Vertegenwoordiging studenten
Bevoegdheid:
Art. 2 en art. 6 van het Huishoudelijk Reglement GCE/GCJ
4.4. GEBOUWENCOMMISSIE JETTE
Samenstelling:
Samenstelling kernteam :
De Rector of afgevaardigde (Voorzitter)
Directeur Infrastructuur optredend als vicevoorzitter
Vertegenwoordiging van de Algemeen Beheerder
Vertegenwoordiging van de Directie Infrastructuur
Vertegenwoordiging van de Dienst Preventie en Milieu
Specialist(en) uit de vakgroep ARCH
Specialist(en) uit de vakgroep STER
Specialist(en) uit de vakgroep ES
Facultatief externe specialisten
Samenstelling gebruikersgroep
Vertegenwoordiging Vicerectoraten:
- Onderwijs en Studentenzaken
- Onderzoek
- Innovatie en Valorisatie
- Internationalisering
Vertegenwoordiging faculteit GF
Vertegenwoordiging faculteit LK
Vertegenwoordiging vakgroep GEWE
Vertegenwoordiging vakgroep HUIS
Vertegenwoordiging vakgroep GERO
Vertegenwoordiging vakgroep PATH
Vertegenwoordiging vakgroep BMWE
Vertegenwoordiging vakgroep KLIW
Vertegenwoordiging vakgroep CHIR
Vertegenwoordiging vakgroep THKL
Sonja HAESEN / plvv. Veerle HELLEMANS
Jacqueline COUDER / plvv. Vincent SPIESSENS
Pieter MARTENS / plvv. Dries TYS
Micheline ROOSELAERS / plvv. Saskia SEGERS
Michaël DOOMS / plvv. Tom MATTHYS
Ivo VAN AKELIJEN / plvv. Imke BAETENS
Luc DE VUYST / plvv. Geert ANGENON
Tine TYSMANS / plvv. Lars DE LAET
Peter CLARYS / plvv. Jean-Pierre BAEYENS
Steven OPSTAELE / plvv. Xavier VAN MOEN
Lise VERMEERSCH
Johan DE MEY / plvv. Ludo LEMMENS
Ludo LEMMENS / plvv. Linda DE BACKER
Nic VAN CRAEN
Linda DE BACKER / plvv. Eric NOELS
Jean AELBRECHT (secretariaat)
Niels DE TEMMERMAN
Ine WOUTERS
Michael RYCKEWAERT
Michaël DOOMS
Karla GROEN / plvv. Els ROBBRECHT
Karin VANDERKERKEN / plvv. Mieke GIJSEMANS
Sonja HAESEN / plvv. Veerle HELLEMANS
Vincent SPIESSENS / plvv. Jacqueline COUDER
Peter IN ’T VELD / plvv. Chantal VERMOESEN
Steven PROVYN / plvv. Eric KERCKHOFS
Ronald BUYL
Dirk DEVROEY
Yvan BAUTMANS
Karine HELLEMANS
Thierry VANDENDRIESSCHE / plvv. Luc BOUWENS
Mark DE RIDDER
Bart VANDE VANNET
Stephan LAUWERS
Vertegenwoordiging vakgroep LABO
Vertegenwoordiging GFAC
Vertegenwoordiging GFAC - ICT
Vertegenwoordiging Directie Infrastructuur
Vertegenwoordiging Studentenraad
Vertegenwoordiging UZB
Bevoegdheid:
Art. 2 en art. 6 van het Huishoudelijk Reglement GCE/GCJ
5. STUDENTENRAAD
Samenstelling:
Facultaire Studentenvertegenwoordiging
Tony LAHOUTTE / plvv. Also SCAFOGLIERI
Angelo WILLEMS
John KELLEN
Jean-Pierre PAELEMAN
Désiré GAHIDE / plvv. Gill VERSTAPPEN
Jan FLAMENT / plvv. Sven HEBBELINCK
Effectief Opvolgers
LW Charlotte VERHEYDEN
Viktoria VERHELST
RC Sueann Jeaninne VANDEPUTTE
Hannah WINTERS
ES Lisa Elizabeth Ashley JONGMANS Lora HASENBROEKX
Jana GOYVAERTS
PE Quentin LIEVYNS
Judith TEIRLINCK
Ariane VERRECK Hugo VERBRAECKEN Inne VOLKAERTS
WE Floriano TORI
Sascha SOLAU (Ondervoorzitter)
IR Sofie Christine FERAUGE
Wouter KUIJK
GF Gill VERSTAPPEN
Edouard DHOOGHE
LK Lisa MERTENS
Universitaire studentenvertegenwoordiging
Lise VERMEERSCH (Voorzitter) Faruk KARABULUT
Otto CARTRYSSE
Jeroen KESSELS
Isabel Marie Florence WITZEL
Bevoegdheden:
De Studentenraad verdedigt de belangen van de studenten en kan o.a. uit eigen beweging een schriftelijk advies verstrekken over alle aangelegenheden die de studenten aanbelangen. Zie ook O.S. art. 6.
6. STUVORAAD
Samenstelling:
Aangeduid door de Studentenraad
Aangeduid door de Raad van Bestuur
Lise VERMEERSCH Sascha SOLAU
Charlotte VERHEYDEN
Jeroen KESSELS
Judith TEIRLINCK
Edouard DHOOGE
Sueann VANDEPUTTE Lisa JONGMANS
Florence WITZEL
Ariane VERRECK
Viktoria VERHELST Otto CARTRYSSE
Wouter KUIJK
Sofie FERAUGE
Floriano TORI Lisa MERTENS
Hannah WINTERS Gill VERSTAPPEN
Quentin LIEVYNS
Bevoegdheden:
Jana GOYVAERTS
De Stuvoraad is o.a. bevoegd voor het opmaken van een beleidsplan en een jaar- en meerjarenbegroting voor de werking en organisatie van de studentenvoorzieningen en voor de opmaak van het jaarverslag over de studentenvoorzieningen. Zie ook O.S. art. 6 en participatiereglement.
7. BESTUURSCOLLEGE UZ BRUSSEL
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden de rector
een vicerector
Caroline PAUWELS
Hugo THIENPONT de Decaan van de faculteit Geneeskunde en Farmacie
Peter IN ‘T VELD de Voorzitter van de Raad van Bestuur
Eddy VAN GELDER de Algemeen Beheerder van de Universiteit
Nic VAN CRAEN vijf externe leden
Jean-Luc VANRAES (Voorzitter)
Yolande AVONTROODT
Erik DERYCKE
André VAN STEIRTEGHEM
Guy PEETERS vier artsen verbonden aan het UZ Brussel
één niet-arts als personeelslid verbonden aan het UZ-Brussel
Uitgenodigd met raadgevende stem:
Gedelegeerd Bestuurder
Johan DEMEY
Mark DE RIDDER (Ondervoorzitter)
Caroline VAN LERSBERGHE
Sofie DE MEYST
Marc NOPPEN Hoofdgeneesheer UZB
Secretaris BCUZ
Bevoegdheid:
Organisatie, werking en het beheer van het UZ Brussel. Zie ook O.S. art. 77.
Jan SCHOTS
Hilde HAEGEMAN
8. DIRECTIECOMITE UZ BRUSSEL
Samenstelling:
Gedelegeerd Bestuurder, Voorzitter Directiecomité
Marc NOPPEN Algemeen Beheerder, Ondervoorzitter Directiecomité
Hoofdgeneesheer en Medisch Directeur
Directeur Departement Verpleeg- en Vroedkunde
Jan BEECKMANS
Jan SCHOTS
Ria VANSCHOENWINKEL
Directeur HR Jan VAN RAES
Bevoegdheden:
Operationele aangelegenheden gedelegeerd door de Raad van Bestuur en het Bestuurscollege UZ Brussel.
9. UMC-COMITE
Samenstelling:
Voorzitter, aangesteld onder de externe leden van BCUZ door de Universiteitsraad, op voorstel van de Rector en na advies van BCUZ en bevoegd facultair orgaan Faculteit GF
Guy PEETERS de Gedelegeerd Bestuurder UZB
Marc NOPPEN een lid van het Directiecomité UZB
Jan BEECKMANS de Decaan Faculteit GF
Peter IN ‘T VELD een lid aangeduid door het Faculteitsbestuur van de Faculteit GF Brigitte VELKENIERS
Bevoegdheden: Verstrekt, voor alle aangelegenheden die het UZ en de faculteit GF betreffen, niet-bindend advies aan het BCUZ en de faculteit over de ontwikkeling van een samenhangend en op elkaar afgestemd beleid van het UZ en de universiteit. Zie ook O.S. art. 82.
II. AAN DE VUB VERBONDEN BIJZONDERE INSTITUTEN
1. INSTITUTE FOR EUROPEAN STUDIES (IES) - BOARD
Samenstelling:
a) 5 AP-leden (met een opdracht in het wetenschapsdomein van Europese studies) aangeduid, op voordracht van de Rector, door de Raad van Bestuur van de VUB
b) 5 leden (met een hoofdopdracht buiten de VUB) aangeduid, op voordracht van de Rector, door de Raad van Bestuur van de VUB
Karel DE GUCHT (Voorzitter)
Tony JORIS
Leo VANAUDENHOVE
Freddy VAN DEN SPIEGEL
Caroline GENNEZ
Jonathan FAULL
Annemie NEYTS
Gerard VAN ACKER
c) De Rector of zijn/haar afgevaardigde Jean Claude BURGELMAN
Met raadgevende stem:
De Wetenschappelijk Directeur
Luk VAN LANGENHOVE
De Administratief Directeur treedt op als secretaris Anthony ANTOINE
Bevoegdheid:
De Board is het hoogste beleidsorgaan en bepaalt het strategisch beleid van het IES.
III. WETTELIJKE ORGANEN
1. ONDERNEMINGSRAAD
Samenstelling:
Werkgeversafvaardiging
-
Voorzitter RVB (als ondernemingshoofd)
- Rector
- 1 decaan of vicedecaan
- Algemeen Beheerder
- Directeur Personeel
Werknemersafvaardiging
ABVV
- Jo COULIER
- Marina OPSOMER
- Ai Lee LEONG
- Frank VAN DER KELEN
- Eddy CASSIMAN
- Nefertari VANDEN BULCKE
- Rudi WILLEMS
Eddy VAN GELDER
Caroline PAUWELS
Wilfried RAUWS
Nic VAN CRAEN
Raf DEVOS
plvv. Julie BERTONE
Christoff VIERENDEELS
Jolein DE RIDDER
Stefan DE CORTE
Maaike VAN DER TEMPEL
Patrick VANROOSE
Serge GILLOT - Rudi VAN CAENEGEM
- Inge VAN MOL
- Oscar STEENHAUT
- Jenneke CHRISTIAENS
- Mark RUNACRES
ACLVB
- Tim VANDEVOORDE
- Alain TRIEST
- Andrea KNAEPEN
- Jean AELBRECHT
ACV
Tania STADSBADER
Bevoegdheid:
Stefanie BEYENS
Eef COOX
Tim VANDENBERGHE
Sonja LAVAER
Jan DANCKAERT
plvv.
Nikie STEVENS
Inge MEYSKENS
Tony DE LEEUW
Dimitri BONNEWIJN-DELMÉ
Wettelijk bepaald volgens art. 15 van de wet van 20 september 1948.
2. COMITE VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
Samenstelling:
Werkgeversafvaardiging
- Voorzitter RVB (als ondernemingshoofd)
- de Rector of zijn/haar afgevaardigde
- 1 afgevaardigde OAP
- Algemeen Beheerder
Eddy VAN GELDER
Philippe LATAIRE
Cedric BUSSCHOTS
Nic VAN CRAEN
- Directeur M&O
Met raadgevende stem
- Directeur Infrastructuur
- Hoofd Preventie en Milieu
- Milieucoördinator
Werknemersafvaardiging
ABVV
- Jo COULIER
- Tim VANDENBERGHE
- Sandra VAN SNICK
- Michael KORNTHEUER
- Nathalie N’DOYE
- Marnix VERLEYSEN
- Marie-Anne STRAETMANS
- Katia SEGERS
- Dimokritos KAVADIAS
ACLVB
- Nikie STEVENS
- Tim VAN DE VOORDE
- Jean AELBRECHT
ACV
- Tania STADSBADER
Het secretariaat wordt waargenomen door de Preventiedienst.
Bevoegdheid:
Wettelijk bepaald (art. 837, eerste lid, ARAB).
Raf DEVOS
Louis LEMMENS
Christel VAN DEN BOSSCHE
Dimitri DEVUYST
plvv. Jo DE NEEF
Stijn VAN ACHTER
Marina HUVET
Christine SANDERS
Gunther VANOPDEN BOSSCHE
Ann NOWE
Anne WINTER
Margareta DEVUYST
Christophe EMPSEN
plvv.
Diane SORGELOOS
Tony DE LEEUW
Philippe MERCKX
3. PATRONALE DELEGATIE SYNDICALE ONDERHANDELINGEN
Samenstelling:
- Voorzitter RVB
- Rector
- 1 decaan of vicedecaan
- Algemeen Beheerder
- Directeur M&O
- 1 afgev. OAP uit de Universiteitsraad
- 1 afgev. ATP uit de Universiteitsraad
- 1 afgev. ZAP uit de Universiteitsraad
Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.
Bevoegdheid:
Bespreking van alle personeelsaangelegenheden
Eddy VAN GELDER
Caroline PAUWELS
Eric JESPERS
Nic VAN CRAEN
Raf DEVOS
Tina COEN
Inge CORNILLIE
Dominique VERTE
4. BIOVEILIGHEIDSCOMITES
Samenstelling:
Bioveiligheidscomité voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Patrick VANDERHEYDEN, Voorzitter
Geert ANGENON
Stefan WECKX
Maia DE KERPEL
Gustavo GUTIERREZ
Geert RAES
Serge MUYLDERMANS
Han REMAUT
Patrick VANDERHEYDEN
Christel VAN DEN BOSSCHE, Preventieadviseur
Dimitri DEVUYST, Milieucoördinator
Serge GILEN
Guy SCHYVENS, Arbeidsgeneesheer VUB
Walter KEMPENAERS, Bioveiligheidsverantwoordelijke en Secretaris
Bioveiligheidscomité UMC (VUB & UZ, Brussels Health Campus)
Bart VAN DER AUWERA, Voorzitter
Walter KEMPENAERS, Bioveiligheidsverantwoordelijke en Secretaris
Nico VAN ELZEN, Milieucoördinator UZ
Dimitri DEVUYST, Milieucoördinator VUB
Veerle VAN CUTSEM, Preventieadviseur UZ
Christel VAN DEN BOSSCHE, Preventieadviseur VUB
Hilde DEVROEGH, Arbeidsgeneesheer UZ
Guy SCHYVENS, Arbeidsgeneesheer VUB
Dirk DE SMEDT, Labo Medische Genetica UZ
Karine HELLEMANS, DRC - VUB
Yves HEREMANS, BENE - VUB
Ron KOOIJMAN, FARC - VUB
Karin BRECKPOT, LMCT - VUB
Angelo WILLEMS, LMCT - VUB
Isabelle HOUBRACKEN, DIFF - VUB
Thierry VANDENDRIESSCHE, GTRM - VUB
Sigrid VAN LAERE, GFAN - VUB
Kristof EMMERECHTS, Labo microbiologie - UZ
Johan GUNS, Kwaliteitscoördinator UZ
Bevoegdheden:
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 (B.S. 26 februari 2002) betreffende het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en/of pathogene organismen en betreffende de indeling van de betrokken installaties;
- Artikel 6 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 (B.S. 26 februari 2002) betreffende de taken en de samenstelling van het bioveiligheidscomité.
5. RAAD INDUSTRIEEL ONDERZOEKSFONDS (IOF-RAAD)
Samenstelling:
De IOF-raad bestaat ten minste uit 12 leden en is onderverdeeld in 3 geledingen.
- Geleding 1: personeelsleden van de universiteit waarvan ten minste een vierde en ten hoogste de helft tegelijkertijd lid van de OZR is:
Hugo THIENPONT, Voorzitter (Vicerector Innovatie en Valorisatie)
Karin VANDERKERKEN
(Vicerector Onderzoek)
Peter SCHELKENS IR GF IR
Viviane JONCKERS WE
Pieter BALLON
Thomas CRISPEELS ES ES
Dominique MAES WE
Romain MEEUSEN GF
Tony LAHOUTTE GF/UZ
- Geleding 2: personeelsleden van de hogescholen bij de associatie:
- Geleding 3: vertegenwoordigers van het bedrijfsleven:
Christophe BENOIT (Professionele bacheloropleidingen) N.N. EhB EhB
Pascale REDIG (Life sciences)
René DE KEYZER (engineering/ life sciences) J&J Synergism10
Ingrid VAN DE VOORDE (ICT-engineering) Bell labs
Line ALDERWEIRELDT (Chemical engineering) previous Grondmij
VUB Tech Transfer leden nemen deel met raadgevende stem
Bevoegdheid:
Adviseren van het universiteits- of associatiebestuur over de besteding van de middelen van het Industrieel Onderzoeksfonds.
6. VUB-COMMISSIE VOOR ETHISCH PROEFDIERENGEBRUIK
Samenstelling:
De Commissie bestaat uit ten minste 7 leden
- Karine BRECKPOT – Voorzitter
- Joery DE KOCK– Ondervoorzitter
- Kurt BARBÉ - lid (statisticus)
- Susanne BLOTWIJK - lid (statisticus)
- Ronald BUYL - lid (statisticus)
- Heleen DEWITTE – lid
- Ellen GOOSENS – lid
- Sophie HERNOT – lid
- Patricia KRANSKENS – lid
- Ann MASIE – lid
- Eline MENU – lid
- Geert RAES – lid
- Johan STUY – lid
- Leo VAN GRUNSVEN – lid
- Sigrid VAN LAERE – lid
- Audrey VAN SCHAREN – lid
- Angelo WILLEMS – lid (Dierenwelzijn)
- Walter KEMPENAERS – adviserend lid
- Inge DECORTE – adviserend lid
- Inge DECORTE – adviserend lid
Bevoegdheden:
De evaluatie en goedkeuring van projecten waarbij elke dierproef dient te worden ingedeeld als « terminaal », « licht », « matig », of « ernstig » op basis van de indelingscriteria van bijlage 5 van K.B. van 23 mei 2013. Opstellen van criteria op ethisch vlak inzake dierproeven. Advies verlenen aan gebruikers, proefleiders en medewerkers inzake de ethische aspecten van dierproeven. Een retrospectieve analyse uitvoeren van alle projecten tenzij deze enkel dierproeven omvatten die als « terminaal » kunnen worden ingedeeld en dit binnen de termijn die ze bepaalt.
7. BUREAU DIERENWELZIJNSCEL
Samenstelling:
- Voorzitter, vertegenwoordiger vanuit de Ethische Commissie Proefdiergebruik
- Dierenarts, bekwaam in proefdierkunde
- Vertegenwoordiger van de personen die actief deelnemen aan op proefdieren uitgevoerde proeven
- Vertegenwoordiger van de personen die instaan voor de bijzondere verzorging van de proefdieren
- Secretaris
- Vertegenwoordiger campus Etterbeek
Bevoegdheden:
Angelo WILLEMS
Karlijn DEBUSSCHERE
Marleen CLAES
Patricia KRANSKENS
Yasmina ESSAM
Damya LAOUI
Het Bureau Dierenwelzijnscel staat in voor de dagelijkse werking van de Dierenwelzijnscel.
De Dierenwelzijnscel vervult ten minste de volgende taken:
1° Verstrekken van advies aan het personeel dat met de proefdieren omgaat betreffende dierenwelzijn in samenhang met de aanschaf, de huisvesting, de verzorging en het gebruik van de proefdieren;
2° Adviseren van het personeel over de toepassing van het voorschrift inzake vervanging, vermindering en verfijning en het op de hoogte houden van de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen inzake de toepassing van dat voorschrift;
3° Zorg dragen voor de vaststelling en toetsing van bedrijfsinterne procedures inzake monitoring, rapportage en follow-up met betrekking tot het welzijn van de in de inrichting gehuisveste of gebruikte proefdieren;
4° De ontwikkeling en resultaten van projecten opvolgen, rekening houdend met de effecten op de gebruikte proefdieren, het in kaart brengen van de elementen die verder kunnen bijdragen tot vervanging, vermindering en verfijning en hierover adviseren;
5° Advies uitbrengen over adoptieregelingen, met inbegrip van advies met betrekking tot de passende socialisatie van de voor adoptie vrijgegeven proefdieren;
6° Er op letten dat het fokken, de huisvesting en de verzorging worden verfijnd teneinde elke vorm van pijn, lijden, angst en blijvende schade die de dieren kunnen ondervinden, te voorkomen of tot het minimum te beperken.
IV. REGLEMENTAIRE ORGANEN
1. BEROEPSCOMMISSIE ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL
Samenstelling:
De beroepscommissie bestaat uit drie effectieve en drie plaatsvervangende leden, die allen leden van het ZAP zijn. Ze worden jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid, op voorstel van de rector. De raad van bestuur wijst onder hen de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter aan, die beiden juristen zijn. De leden van de beroepscommissie mogen geen effectieve noch plaatsvervangende leden van de raad van bestuur zijn. Het mandaat van een lid van de beroepscommissie is hernieuwbaar.
Als secretaris van de beroepscommissie evaluatie treedt een personeelslid op van de personeelsdienst of van de juridische dienst, die bij voorkeur een jurist is. De secretaris en de plaatsvervanger van de secretaris worden jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid.
Van elke representatieve vakbondsorganisatie wordt een vertegenwoordiger uitgenodigd om de zitting als waarnemer bij te wonen.
Bevoegdheid:
Filip DERUYCK/ plvv. Elisabeth ALOFS (voorzitter)
Effectieve leden: Peter THEUNS
Niels DE TEMMERMAN Plaatsvervangers:
N.N.
N.N.
Yves VAN DER HOEVEN plvv. Ineke CASIER
Brengt advies uit over de gegrondheid van een beroep, ten behoeve van de Raad van Bestuur.
2. BEROEPSCOMMISSIE ASSISTEREND ACADEMISCH PERSONEEL
Samenstelling:
De beroepscommissie bestaat uit drie effectieve en drie plaatsvervangende leden van het ZAP en drie effectieve en drie plaatsvervangende leden van het AAP. Ze worden jaarlijks door de Raad van Bestuur aangeduid, op voorstel van de Rector. De Raad van Bestuur wijst onder hen de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter aan, die beiden juristen zijn.
De leden van de beroepscommissie mogen geen effectieve noch plaatsvervangende leden van de Raad van Bestuur zijn.
Het mandaat van een lid van de beroepscommissie is hernieuwbaar.
Als secretaris van de beroepscommissie treedt een personeelslid op van de personeelsdienst of van de juridische dienst, die bij voorkeur een jurist is. De secretaris en de plaatsvervanger van de secretaris worden jaarlijks door de Raad van Bestuur aangeduid. Van elke representatieve vakbondsorganisatie wordt een vertegenwoordiger uitgenodigd om de zitting als waarnemer bij te wonen.
Bevoegdheid:
ZAP-leden:
Eline SEVERS/ plvv. FILIP DERUYCK (Voorzitter)
Effectieve leden: Ivan BAUTMANS
Dominique MAES Plaatsvervangers: Philippe CLAEYS N.N.
AAP-leden:
Effectieve leden: Wout DE COCK, RC Céline MOENS, GF Vicky WILLEGEMS, PE
Plaatsvervangers:
Liza DEWYSE, GF
Allan MAGEROTTE, RC
Anne-Sophie VANDENBOSCH, RC
Secretaris: Yves VAN DER HOEVEN / plvv. Ineke CASIER
Brengt advies uit over de gegrondheid van een beroep, ten behoeve van de Raad van Bestuur.
3. BEROEPSCOMMISSIE INZAKE EVALUATIE ATP
Samenstelling:
- Algemeen Beheerder (Voorzitter)
- Directeur M&O
- een lid van het Zelfstandig Academisch Personeel aangeduid door de Raad van Bestuur
- een lid van het ATP aangeduid door de Raad van Bestuur
- Arbeidsgeneesheer (met raadgevende stem)
Nic VAN CRAEN
Raf DEVOS
Wilfried RAUWS
Goedele NUYTTENS
Guy SCHYVENS
Een personeelslid van de Juridische Dienst, die bij voorkeur een jurist is, treedt op als niet-stemgerechtigd secretaris.
Bevoegdheid:
Fungeert als beroepsinstantie met adviserende bevoegdheid voor de behandeling van een bezwaarschrift tegen een evaluatieverslag bij de periodieke evaluatie.
4. BIJZONDERE TUCHTCOMMISSIE
Samenstelling:
3 effectieve leden en 3 plaatsvervangende leden van het ZAP, waaronder de voorzitter (die bij voorkeur houder is van een diploma van doctor in de rechten); ten hoogste 1 van de 3 leden mag een op rust gesteld lid van het ZAP zijn, voor zover en zolang hij/ zij nog met enige academische opdracht belast is Kaat LEUS (Voorzitter)/ plvv. Guido VAN LIMBERGHEN Annick HUBIN/ plvv. Luc BOUWENS Miguel DE JONCKHEERE/ plvv. Michel MAUS
1 lid en 1 plaatsvervanger van het OAP
Sien VAN DEN HOOF (OAP)/ plvv. Alexandre THYS 1 lid en 1 plaatsvervanger van het ATP
Nic VAN CRAEN (ATP)/ Vanessa DE COCK 1 ondersteunend secretaris en plaatsvervanger Yves VAN DER HOEVEN/ plvv. Ineke CASIER
Bevoegdheid:
Bevoegd inzake tucht zoals vermeld in artikel 39, §6, a., 3° en 8° van het O.S., bij delegatie door de Academische Raad (beslissing AR.57/A9/02 d.d. 10/09/2018).
5. RAAD VAN BEROEP INZAKE TUCHTREGELING ATP
Samenstelling:
De Raad van Beroep bestaat uit 5 leden,
Marnix VAN DAMME (Voorzitter) jaarlijks aangeduid door de RvB.
Geert DEBERSAQUES (plvv. voorzitter)
Dirk LEFEBER
Vanessa DE COCK
Myriam GYSEMANS
Nadine VERHEYEN
De secretaris is een personeelslid van de juridische dienst of van de personeelsdienst, die bij voorkeur jurist is en wordt jaarlijks aangeduid door de RvB.
Bevoegdheid:
Yves VAN DER HOEVEN/ plvv. Maha NAJJAR
Bepaald bij titel VII (Tucht) van het reglement voor het Administratief en Technisch Personeel op de Werkingsuitkering.
6. TUCHTCOMMISSIE STUDENTEN
Samenstelling:
- De Rector of zijn/haar afgevaardigde aangeduid door de Raad van Bestuur op voordracht van de Rector (Voorzitter)
- 3 leden van het AP aangeduid door de Raad van Bestuur
- 3 studentleden aangeduid door de Studentenraad
Patrick STOUTHUYSEN
An-Sofie SMETCOREN
Alexandre THYS
Cedric BUSSCHOTS
Wouter KUIJCK
Sueann VANDEPUTTE
Charlotte VERHEYDEN
Het secretariaat wordt waargenomen door de Juridische Dienst
Bevoegdheden:
Zie Tuchtreglement Studenten VUB.
V. OVERIGE ADVIESORGANEN
1. KUNSTADVIESCOMMISSIE
Samenstelling:
Voorzitter Kunstadviescommissie
Directeur Infrastructuur
Diensthoofd Dienst Cultuur
Vertegenwoordiger Kunstwetenschappen
Vertegenwoordiger Culturele Agogiek
Vertegenwoordiger Architectuurwetenschappen
Vertegenwoordiger Stedebouw en Ruimtelijke Ordening
Vertegenwoordiger Campus Jette - de Decaan GF of zijn/ haar afgevaardigde
Vertegenwoordiger Studentenbeleid
Vertegenwoordiger Studentenraad - de Voorzitter of zijn/haar afgevaardigde
Vertegenwoordiger UZ-VUB
Voorzitter Vriendenkring
Vertegenwoordiger Politieke Brusselse Culturele Wereld
Vertegenwoordiger VUB Erfgoed
Vertegenwoordiger Dienst Research & Datamanagement
Administratief Secretaris Faculteit PE
VUB Fellow
Deskundigen voor ad hoc aangelegenheden
Secretaris
Bevoegdheden:
Willem ELIAS
Ludo LEMMENS
Wim DE PAUW
Hans DE WOLF
Free DE BACKER
Niels DE TEMMERMAN
Michaël RYCKEWAERT
Peter IN ‘T VELD
Steph FEREMANS
Kathleen ROTEN
Jan BEECKMANS
Jim VAN LEEMPUT
An MOONS (attaché beeldende kunsten kabinet Sven GATZ)
Jeanine LAMBRECHT
Walter YSEBAERT
Ivo VAN AKELIJEN
Ludo VANDERVELDEN
Op uitnodiging
N.N.
- algemene reflectie rond kunst op de campussen en het opstellen van een beleidsvisie; - selectie van de kunstenaars en de werken voor de verschillende bouw- en renovatieprojecten; - voorstellen formuleren rond kunst op de campus, los van de renovatie- en nieuwbouwprojecten; - in overleg gaan met overheden of privé-organisaties/personen over kunstuitwisselingsprojecten.
De Commissaris van de Vlaamse Regering, dhr. Johan DHONDT, en de Inspecteur van Financiën, dhr. Marc VERELST, worden met raadgevende stem uitgenodigd voor alle vergaderingen van de beslissingsorganen van de universiteit.
RUBRIEK 2 ORGANISATIESTRUCTUUR: DECENTRALE ORGANEN
FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN LW
FACULTEITSBUREAU
Stemgerechtigde leden
Decaan: K. Nys
Vice-decaan: M. Van den Bossche
Academisch Secretaris: A. Sepp
Lid met raadgevende stem
Administratief Secretaris E. Cassiman
FACULTEITSBESTUUR
Stemgerechtigde leden
De stemgerechtigde leden van het Faculteitsbestuur:
Vakgroepvoorzitter HARP(1): G. Declercq – plvv: G. Coene
Vakgroepvoorzitter LIST(2): I. Arteel – plvv: P. Humblé
Opleidingsraadvoorzitter FILO(3): K. Verstrynge – plvv: G. Coene
Opleidingsraadvoorzitter HIST(4): J. Tyssens – plvv: A. Winter
Opleidingsraadvoorzitter SKAR(5): D. Tys – plvv:
Opleidingsraadvoorzitter OAHD(6): F. Scheelings – plvv: B. Ballaux
Opleidingsraadvoorzitter TALK(7): A. Vande Casteele – plvv: K. Lochtman
Opleidingsraadvoorzitter TTKA(8): E. Struys – plvv: A. Sepp
Opleidingsraadvoorzitter MUMA(9): A. Peeters – plvv: R. Vosters
Afgevaardigde van het OAP: Y. Van Den Eede – plvv: J. Puttaert
Afgevaardigde van de studenten: V. Vincke – plvv: S. Mulder
Afgevaardigde van het ATP: NN – plvv: NN
Leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris: E. Cassiman
Facultair ZAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: NN – plvv: A. Housen
Facultair OAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: NN – plvv: NN
Voorzitter CMC: K. Nys – plvv: E. Bekers
Voorzitter COW: M. Van den Bossche – plvv: K. François
Voorzitter COZ: R. Vosters – plvv: P. Erdkamp
Voorzitter FACIR: A. Peeters – plvv: M.E. Michot
Voorzitter Recrutering: A. Winter
Voorzitter Perscel: K. Lochtman
Facultaire Studietrajectbegeleiders: K. Leemans en S. Ceulemans
(1)HARP staat voor vakgroep History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics en wordt hierna als HARP aangeduid (2)LIST staat voor vakgroep Linguistics and Literary Studies en wordt hierna als LIST aangeduid (3)FILO staat voor opleidingen Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen wordt hierna als FILO aangeduid (4)HIST staat voor opleidingen Geschiedenis en wordt hierna als HIST aangeduid (5)SKAR staat voor opleidingen Kunstwetenschappen en Archeologie en wordt hierna als SKAR aangeduid (6)OAHD staat voor opleiding Archivistiek en Hedendaags Documentenbeheer en wordt hierna als OAHD aangeduid (7)TALK staat voor opleidingen Taal- en Letterkunde en wordt hierna als TALK aangeduid (8)TTKA staat voor opleidingen Toegepaste Taalkunde en wordt hierna als TTKA aangeduid (9)MUMA staat voor opleiding MA in Linguistics and Literature Studies en wordt hierna als MUMA aangeduid
FACULTEITSRAAD
Stemgerechtigde leden
De stemgerechtigde leden van de Faculteitsraad:
Per vakgroep twaalf leden van het ZAP:
HARP (voorzitter: G. Declercq)
J. Stuy – plvv: E. Acosta
K. Verstrynge – plvv: S. Lavaert
K. François – plvv: B. Van Kerkhove
G. Coene – plvv: S. Ducheyne
J. Tyssens – plvv: P. Erdkamp
A. Winter – plvv: W. Ryckbosch
G. Declercq – plvv: B. Lambert
F. Scheelings – plvv: B. Henriet
A. Diels – plvv: D. Tys
M. De Bie – plvv : M. Jacobs
H. De Wolf – plvv : K. Ruchel-Stockmans
P. Martens – plvv: W. Adriaenssens
LIST (voorzitter: I. Arteel)
I. Arteel – plvv: D. Acke
K. Lochtman – plvv: D. Vanden Berghe
M.-E. Michot – plvv: R. Geerts
A. Vande Casteele – plvv: W. Vandenbussche
R. Vosters – plvv: L. Bekers
A. Peeters – plvv: A. Housen
J. Deconinck – plvv: K. Lemmens
P. Humblé – plvv: R. Temmerman
K. Kerremans – plvv: M. Temmerman
E. Struys – plvv: S. Hillen
H. Stengers – plvv: R. Coesemans
J. Mast – plvv: S. Lavaert
Per vakgroep drie leden van het OAP: HARP LIST
Y. Van Den Eede – plvv: J. Frans
A. Erkul – plvv: A. Verbeke
E. Janssens – plvv: B. Wouters
Per opleidingsraad een student:
FILO: V. Vincke – plvv:
HIST: NN
SKAR: M. Galle – plvv: L. Coene
MUMA: C. Figueroa – plvv: H. Willemsen
Drie leden van het ATP: NN – plvv: N. De Leeuw
NN – plvv: V. Servranckx
M. Hofmans – plvv: M. Mallefroy
Leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
Afgevaardigde van LIST
Afgevaardigde van HARP
S. Keulen – plvv: K. Collewaert
C. Verheyden – plvv: M. Goedefroy
J. Vandenberghe – plvv: A. Horemans
OAHD: NN
TALK: C. Verheyden – plvv: Z. Ysenbaert
TTKA: D.S. Mulder – plvv: NN
E. Cassiman
F. Van Bocxlaer
I. De Cleyn
Facultair ZAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: NN – plvv: A. Housen
Facultair OAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: NN – plvv: NN
Facultaire Studietrajectbegeleiders: K. Leemans en S. Ceulemans
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN LW(10)
Vakgroepraad HARP
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
G. Declercq
Ondervoorzitter: J. Stuy
ZAP
H. De Wolf – plvv: K. Ruchel-Stockmans
A. Diels – plvv: M. Jacobs
P. Erdkamp – plvv: W. Ryckbosch
K. Nys – plvv: M. De Bie
F. Scheelings – plvv : NN
(10)Krachtens het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de VUB
NN – plvv : A. Winter
D. Tys – plvv : P. Martens
OAP
NN – plvv : J. Baguet
E. Janssens – plvv : M. Samaes
N. Van den Broeck – plvv: W. Leloup
B. Wouters – plvv: E. Janssens
Vakgroepraad LIST
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Ondervoorzitter:
Secretaris:
ZAP
D. Acke
I. Arteel
E. Bekers
J. Callens
D. Castilleja
R. Coesemans
C. Collard
J. Deconinck
L. De Cuypere
R. Geerts
D. Gullentops
S. Hillen
A. Housen
P. Humblé
K. Kerremans
S. Lavaert
AAP en GASTPROFFEN
B. Bulté
B. De Clercq
G. Crauwels
R. Nye
OAP
K. Collewaert
L. Harnie
L. Holtzem
S. Keulen
W. Mostinckx
T. Pieters
Integratiekader
D. Bauwens
F. Del tin
M. Goedefroy
A. Horemans
J. Jagers
M. Temmerman
I. Arteel
P. Humblé
S. Hillen
K. Lemmens
K. Lochtman
J. Mast
M.E. Michot
P. Paquier
A. Peeters
A. Sepp
H. Stengers
E. Struys
R. Temmerman
A. Vande Casteele
D. Vanden Berghe
W. Vandenbussche
H. Vandevoorde
D. Van Raemdonck
R. Vosters
J. Puttaert
S. Ricciardi
M. Van Obberghen
A. Van Steerthem
J. Vandenberghe
C. Van Nerom
H. Van Praet
A. Verhees
C. Verheyden
M.B. Timmermans
G. Vandermeulen
I. Vande Wijer
I. Van Linthout
J.P. Walraevens
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen (FILO)
Voorzitter: K. Verstrynge
Ondervoorzitter: NN
Secretaris: F. Van Bocxlaer – plvv: Y. Van Den Eeden
Afvaardiging ZAP-leden:
Afvaardiging OAP-leden:
K. Verstrynge
J. Stuy
K. François
G. Coene
L. De Cock
Y. Van Den Eede
Afvaardiging studenten: NN
Afvaardiging werkveld: NN
Met raadgevende stem:
K. Nys, Decaan
S. Lavaert
E. Acosta
B. Van Kerkhove
S. Ducheyne
S. Withaeckx
J. Frans
F. Van Bocxlaer, Administratief secretaris
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
F. Van Bocxlaer, studiebegeleider HARP
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Geschiedenis (HIST)
Voorzitter: J. Tyssens
Ondervoorzitter: A. Winter
Secretaris: W. Leloup – plvv: A. Meert
Afvaardiging ZAP-leden:
Afvaardiging OAP-leden:
G. Declercq
P. Erdkamp
B. Henriet
W. Ryckbosch
F. Scheelings
J. Tyssens
A. Winter
W. Leloup
A. Meert
Afvaardiging studenten: NN
Afvaardiging alumni: L-A. Rizza
Afvaardiging werkveld: A. Maes
Met raadgevende stem:
K. Nys, Decaan
I. De Cleyn, Administratief secretaris
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
L. Steensels, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
F. Van Bocxlaer, studiebegeleider HARP
Fellow: E. Smets (proxima A. Winter)
Opleidingsraad Master of Arts in Linguistics and Literary Studies (MUMA)
Voorzitter: A. Peeters
Ondervoorzitter: R. Vosters
Secretaris: H. Van Praet – plvv: C. Van Nerom
Afvaardiging ZAP-leden:
Afvaardiging OAP-leden:
I. Arteel (TALK)
A. Housen (TALK)
K. Lochtman (TALK)
M.E. Michot (TALK)
A. Peeters (TALK)
A. Vande Casteele (TALK)
P. Mureddu
H. Van Praet
Afvaardiging studenten: NN
Afvaardiging alumni:
Afvaardiging werkveld:
Met raadgevende stem:
J. Deconinck (TTKA)
K. Kerremans (TTKA)
A. Sepp (TTKA)
H. Stengers (TTKA)
E. Struys (TTKA)
R. Vosters (TTKA)
Opleidingsraad
J. Nzally
J. Aerts
K. Nys, Decaan
E. Cassiman, Administratief secretaris
T. Pepermans, Stafmedewerker Internationalisering
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
S. Ceulemans Studietrajectbegeleider
E. Verbeke, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwalititszorg OWSB
I. De Cleyn, studiebegeleider LIST
Master na master Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer (OAHD)
Voorzitter: F. Scheelings
Ondervoorzitter: B. Ballaux
Secretaris: S. Vanobbergen – plvv: K. Knaepen
Afvaardiging ZAP-leden:
Afvaardiging OAP-leden:
Afvaardiging studenten:
B. Ballaux F. Scheelings
G. Kwanten
E. Put
K. Velle
W. Verbeke
Er zijn momenteel geen AAP-leden verbonden aan de opleiding
M.M. Sian
A. Verspeeten
S. Van Melkebeke
Afvaardiging werkstudenten: Niet voorzien
Afvaardiging alumni: W. Lowet
Afvaardiging werkveld:
S. Van Obbergen
Met raadgevende stem: K. Nys, Decaan
E. Cassiman, Administratief secretaris
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
L. Steensels, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
F. Van Bocxlaer, studiebegeleider HARP
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Kunstwetenschappen en Archeologie (SKAR)
Voorzitter: D. Tys
Ondervoorzitter: NN
Secretaris: NN
Afvaardiging ZAP-leden:
Afvaardiging OAP-leden:
W. Adriaenssens
J. Coenaerts
M. De Bie
H. De Wolf
J. D’Hoore
E. Gubel
E. Janssens
M. Samaes
Afvaardiging studenten: NN
FWO-student PhD in OLR:
S. Sanne
Afvaardiging werkveld/alumni:
W. Adriaenssens
M. De Bie
M. Jacobs
Oud-studenten in OLR:
Met raadgevende stem:
M. Jacobs
P. Martens
K. Nys
K. Ruchel-Stockmans
K. Van den Buys
F. Vandepitte
P. Deckerers
M. Van Cant
B. Wouters
K. Nys, Decaan
E. Cassisman, Administratief secretaris
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
F. Van Bocxlaer, studiebegeleider HARP
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Taal- en Letterkunde (TALK)
Voorzitter: A. Vande Casteele
Ondervoorzitter: K. Lochtman
Secretaris:
Afvaardiging ZAP-leden:
Afvaardiging OAP-leden:
Afvaardiging studenten:
B. Declercq – plvv: L. Penné
D. Acke
I. Arteel
E. Bekers
J. Callens
D. Castilleja
C. Collard
L. De Cuypere
R. Geerts
D. Gullentops
A. Housen
K. Lochtman
K. Collewaert
B. De Clercq
T. Pieters
M. Castro
K. Decuyper
S. Massant
M. Szymczak
M.E. Michot
P. Paquier
A. Peeters
S. Ricciardi
E. Struys
D. Van Raemdonck
A. Vande Casteele
D. Vanden Berghe
W. Vandenbussche
H. Vandevoorde
R.Vosters
L. Penné
A. Verhees
J. Thomas
B. Tilburghs
J. Vandebroek
C. Verheyden – plvv: Z. Ysenbaert
Afvaardiging werkstudenten: NN
Afvaardiging alumni:
Afvaardiging werkveld:
Met raadgevende stem:
L. Hoon
H.J. De Smet
H. Simoens
K. Nys, Decaan
I. Arteel, vakgroepsvoorzitter
E. Cassiman, Administratief secretaris
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
I. De Cleyn, studiebegeleider LIST
Gastprofessoren die onderwijs verschaffen in de TALK-opleidingen:
R. Nye
B. Bulté
J. Puttaert
R. Janssens
B. De Clercq
Lezers (zowel VUB-intern als –extern) van BA-papers en MA-scripties van TALK studenten:
B. Louwagie, Coördinator ACTO
W. Vandenbussche, Academisch voorzitter ACTO
Lectoren ACTO: D. Atkinson
P. Bekaert
S. Moreno-Pereiro
L. Balencourt
N. Vanden Bulcke
J. Vandenberghe
H. Vanhellemont
J. Bertone
D. Dekeyser NN
Fellow: NN
Opleidingsraad Cluster Bachelor Toegepaste Taalkunde, Master in de Journalistiek, Master Tolken en Master Vertalen
(TTKA)
Voorzitter: E. Struys
Ondervoorzitter: A. Sepp
Secretaris:
I. Van Linthout – plvv: G. Crauwels
Afvaardiging ZAP-leden (+ OP3 integratie):
J. Deconinck
P. Humblé
K. Kerremans
Afvaardiging OAP-leden:
M. Goedefroy
JP. Walraevens
Afvaardiging ATP: M. Mallefroy
Afvaardiging studenten:
Q. Delputz
D.S. Mulder
E. Ricca
C. Van Den Eede
Afvaardiging werkveld/alumni:
Met raadgevende stem:
M. Temmerman
R. Vosters
J. Mast
W. Mostinckx
L. Dumortier
L. Noel
S. Slagmulder
K. Dewachter
K. Nys, Decaan
E. Cassiman, Administratief secretaris
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
I. De Cleyn, studiebegeleider LIST
Fellow: K. Abdolah (proximi: P. Humblé & A. Sepp)
Fellow: C. Van Thillo (proximus J. Mast)
Samenstelling EBC
Evaluatie- en Bevorderingscommissie ZAP
Decaan: K. Nys
HIST: G. Declercq
FILO: J. Stuy
TALK: A. Housen
TTKA: R. Temmerman
FACULTAIRE ADVIESORGANEN LW
Commissie Onderwijs (COW)
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
M. Van den Bossche
Ondervoorzitter: K. François
Opleidingsraadvoorzitter FILO: K. Verstrynge – plvv: G. Coene
Opleidingsraadvoorzitter HIST: J. Tyssens – plvv: A. Winter
Opleidingsraadvoorzitter MUMA: A. Peeters – plvv: R. Vosters
Opleidingsraadvoorzitter OAHD: F. Scheelings – plvv: B. Ballaux
Opleidingsraadvoorzitter SKAR: D. Tys – plvv: NN
Opleidingsraadvoorzitter TALK: A. Vande Casteele – plvv: K. Lochtman
Opleidingsraadvoorzitter TTKA: E. Struys – plvv: A. Sepp
Facultair OAP afgevaardigde in de OWR: F. Van Bocxlaer – plvv: S. De Laat
Faculteitssecretariaat: NN
Effectief lid SKAR: K. Nys
Leden met raadgevende stem
Decaan: K. Nys
Facultaire Studietrajectbegeleiders: S. Ceulemans en K. Leemans
Stafmedewerker(s) externe kwaliteitszorg OWSB E. Verbeke en A. Schippers
Commissie Onderzoek (COZ)
Stemgerechtigde leden
Voorzitter: R. Vosters
Ondervoorzitter: P. Erdkamp
Secretaris: wisselend onder leden
Voorzitters van de vakgroepraden: G. Declercq (HARP)
Directeurs van de onderzoekscentra LW:
BIAL
I.Arteel (LIST)
H. Stengers
BIJU J. Mast
BREL
CLIC
CLIN
CLIO
CLPS
DIGI
ETHU
FOST
FREE
HOST
MARI
OAHD
D. Tys
I. Arteel
E. Struys
J. Tyssens
K. François
W. Ryckbosch
K. Verstrynge
P. Erdkamp
J. Tyssens
A. Winter
K. Nys
F. Scheelings
RHEA G. Coene
Faculteitssecretariaat: E. Cassiman
Facultair ZAP-afgevaardigden in de OZR: I. Arteel – plvv: D. Tys
R. Vosters – plvv: P. Erdkamp
OAP-lid:
FWO-panelleden:
Met raadgevende stem:
Cult1: Languages
Cult2: Art and Literature
Cult3: History and Archaelogy
Cult4: Theology, Philosophy, Science of Religion
Cult5: Interdisciplinary Panel
M. Temmerman – plvv: S. Laporte
Ph. Paquier
H. Vandevoorde
P. Erdkamp
K. Verstrynge
B. Van Kerkhove
Research and Grant Officer Humane Wetenschappen: R. Haudenhuyse
Commissie Internationalisering (FACIR)
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Ondervoorzitter:
Afgevaardigde per opleiding:
FILO
HIST
OAHD
SKAR
TALK
TTKA
MUMA
OAP-lid:
A. Peeters
M.E. Michot
E. Acosta – plvv: G. Coene
P. Erdkamp – plvv: J. Tyssens
F. Scheelings – plvv: B. Ballaux
M. Jacobs – plvv: K. Ruchel-Stockmans
M.E. Michot – plvv: D. Castilleja
R. Coesemans – plvv: A. Horemans
A. Peeters – plvv: M.E. Michot
A. Horemans – plvv: P. Deckers
ATP-lid: stafmedewerker internationalisering en PR: T. Pepermans
Commissie Lokalenbeheer (LOCO)
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Ondervoorzitter:
ZAP-leden:
OAP-afgevaardigde:
ATP-afgevaardigde:
REGLEMENTAIRE ORGANEN
P. Martens
E. Cassiman
J. Stuy (FILO) – K. Verstrynge
J. Tyssens (HIST) – plvv: NN
P. Martens (SKAR) – plvv: A. Diels
NN (TALK) – plvv: A. Housen
H. Stengers (TTKA) – plvv: J. Deconinck
M. Samaes
E. Cassiman
Examencommissies voor het geheel van de Bachelor- en Masteropleidingen en de Schakel- en Voorbereidingsprogamma’s
Stemgerechtigde leden voor de opleidingen FILO, HIST, OAHD, SKAR
Voorzitter:
Secretaris:
Voorzitter van de opleidingsraad FILO
Voorzitter van de opleidingsraad HIST
Voorzitter van de opleidingsraad OAHD
Voorzitter van de opleidingsraad SKAR
D. Gullentops – plvv: A. Housen
A. Sepp – plvv: NN
K. Verstrynge
J. Tyssens
F. Scheelings
D. Tys
Plvv: ieder ZAP-lid dat onderwijs verzorgt in de betrokken opleiding
Stemgerechtigde leden voor de opleidingen MUMA, TALK en TTKA
Stemgerechtigde leden voor de opleidingen MUMA, TALK en TTKA
Voorzitter:
Secretaris:
Voorzitter van de opleidingsraad TALK
Voorzitter van de opleidingsraad TTKA
Voorzitter van de opleidingsraad MUMA
TTKA ZAP-lid:
Leden met raadgevende stem
Decaan:
Administatief Secretaris:
Studietrajectbegeleiders:
Facultair Ombudsman:
Beroepscommissie
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Secretaris:
ZAP-verkozene in de Universiteitsraad:
Stemgerechtigde leden:
D. Gullentops – plvv: A. Housen
A. Sepp – plvv: NN
A. Vande Casteele
E. Struys
A. Peeters
S. Lavaert
Plvv: ieder ZAP-lid dat onderwijs verzorgt in de betrokken opleiding
K. Nys
E. Cassiman
K. Leemans en S. Ceulemans
D. Vanden Berghe – plvv. D. Acke
Promotor van een masterproef, enkel bij deliberatie van Masters
Leden met raadgevende stem Facultair ombudsman:
G. Cornelis – plvv: S. Lavaert
E. Cassiman (raadgevende stem) – plvv: A. Sepp
A. Housen – plvv: D. Gullentops
D. Tys (SKAR) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken
bij het onderwijs in de opleiding of K. Verstrynge (FILO) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of J. Tyssens (HIST) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of A. Peeters (MUMA) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of F. Scheelings (OAHD) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of A. Vande Casteele (TALK) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of E. Struys (TTKA) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding
D. Vanden Berghe – plvv: D. Acke
Studietrajectbegeleider: K. Leemans en S. Ceulemans Afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering
Beroepscommissie ZAP
ZAP-afgevaardigde: effectief: M. Van den Bossche
Beroepscommissie AAP
ZAP-afgevaardigde: effectief: M. Van den Bossche
VERTEGENWOORDIGERS IN CENTRALE RADEN EN ORGANEN
Universiteitsraad
ZAP: A. Housen – plvv: NN
OAP: NN – plvv: NN
Verkozen student: NN
Academische Raad
Decaan: K. Nys – plvv: vicedecaan: M. Van den Bossche
Onderwijsraad (OWR)
ZAP: M. Van den Bossche – plvv: K. François
OAP: F. Van Bocxlaer – plvv: I. De Cleyn
Verkozen student: NN
Onderzoeksraad (OZR)
ZAP: I. Arteel – plvv: D. Tys R. Vosters – plvv: P. Erdkamp
Innovatie- en valorisatieraad (IVR)
Afgevaadigde LW, niet zetelend in de IOF Raad: A. Housen
Raad Internationaal Beleid (RIB)
Vertegenwoordiger beleid van faculteit: A. Peeters – plvv: E. Acosta
Vertegenwoordiger FACIR: M.E. Michot – plvv: P. Erdkamp
ICT-Raad
Vertegenwoordiger beleid van faculteit: A. Horemans – plvv: M. De Deyne/I. Wynant
Commissie Middelen
E. De Vos - plvv: S. Ducheyne
Ethische Commissie (ECHW)
Discipline Letteren en Historische Wetenschappen: D. Acke – plvv: W. Ryckbosch Dicipline Wijsbegeerte: J. Stuy – plvv: G. Cornelis
Facultaire Administratie (LWAC)
Faculteitssecretaris: E. Cassiman
Facultaire medewerkers:
N. De Leeuw
M. De Ridder
M. Hofmans
M. Mallefroy
H. Mattens
E. Verhofstadt
Vakgroepscoördinator: A. Fredericq
Vakgroep medewerkers: E. Depuysseleir
V. Servranckx
S. Van Snick
Management assistent Internationalisering: T. Pepermans
FACULTEIT LICHAMELIJKE OPVOEDING EN KINESITHERAPIE
FACULTEITSSECRETARIAAT EN DECANAAT
Tel. 02/629.27.28
FACULTEITSBUREAU
stemgerechtigde leden
Decaan Zinzen Evert
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Voorzitter van de Onderwijscommissie
Voorzitter van de Onderzoekscommissie
leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
FACULTEITSBESTUUR
stemgerechtigde leden
Theeboom Marc
De Bosscher Veerle
Roelands Bart
Nijs Jo
Stevens Sofie
Decaan Zinzen Evert
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Vakgroepvoorzitters
OAP, studenten en ATP
Een afgevaardigde van het OAP
Verkozen voor AJ 2018-2019 en 2019-2020
Een afgevaardigde van de studenten
Geen verkozenen voor 2018-2019
Een afgevaardigde van het ATP
Verkozen voor AJ 2018-2019 en 2019-2020
Voorzitter van de Onderzoekscommissie
Voorzitter van de Onderwijscommissie
Theeboom Marc
De Bosscher Veerle
Clarys Peter
Provyn Steven
Effectief lid Plaatsvervanger
De Pauw Kevin
D’Herdt Katrijn Sledsens Dana
Nijs Jo
Roelands Bart
De voorzitters van de Opleidingsraden LOBW en REVAKI De Martelaer Kristine
Kerckhofs Eric
leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
De afgevaardigde van de faculteit LK van het AAP en van het ATP in universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad) maken met adviserende
stem deel uit van het
Faculteitsbestuur voor zover zij niet reeds in het Faculteitsbestuur zetelen als verkozene van hun geleding.
Stevens Sofie
OAP in Universiteitsraad: NN Plvv: NN
FACULTEITSRAAD
stemgerechtigde leden
Decaan
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Een vertegenwoordiging van het ZAP vanuit elke vakgroep van de faculteit, gekozen door en uit de vakgroepraden; louter voor de toepassing van deze paragraaf worden hierin ook begrepen de bezoldigde gastprofessoren en de klinische professoren.
Fac.: De leden van het ZAP die in hoofdorde aan de faculteit LK verbonden zijn inclusief de bezoldigde gastprofessoren
Zinzen Evert
Theeboom Marc
De Bosscher Veerle
Adriaenssens Nele
Aerenhouts Dirk
Baeyens Jean-Pierre
Beckwée David
Cattrysse Erik
Clarys Peter
Deforche Benedicte
D’Hondt Eva
de Geus Bas
De Knop Paul
De Martelaer Kristine
Derom Inge
Haudenhuyse Rein
Kerckhofs Eric
Laumen Armand
Mullie Patrick
Nijs Jo
Pattyn Nathalie
Provyn Steven
Roelands Bart
OAP, studenten en ATP
Een vertegenwoordiging van het OAP, bij voorkeur behorend tot verschillende vakgroepen van de faculteit, gekozen door en onder de leden van dit personeel; louter voor de toepassing van deze paragraaf worden hierin ook begrepen de bursalen
Fac.: 4 vertegenwoordigers van het OAP
Verkozen voor AJ 2018-2019 en 2019-2020
Een vertegenwoordiging van de studenten, bij voorkeur vanuit de verschillende opleidingen van de faculteit, gekozen uit en door de studentengemeenschap volgens de procedures en modaliteiten bepaald in het participatiereglement
Fac.: 5 vertegenwoordigers van de studenten
Verkozen voor AJ 2018-2019
Een vertegenwoordiging van het ATP, gekozen door en onder de leden van dit personeel.
Fac.: 2 vertegenwoordigers van het ATP
Verkozen voor AJ 2018-2019 en 2019-2020
Taeymans Jan
Theeboom Marc
Vaes Peter
Van Ginderdeuren Filip
Van Hoecke Jo
Wylleman Paul
Cammu Hendrik
Degelaen Marc
Deliens Tom
De Maeseneer Michel
De Wachter Elke
Gondry Sven
Ickmans Kelly
Maesschalk Johnny
Scafoglieri Aldo
Swinnen Eva
Tresignie Jonathan Vanlauwe Johan
Effectief lid Plaatsvervanger
Kevin De Pauw
Ben Serrien
Bruno Tassignon
Malfliet Anneleen
Mertens Lisa
Sledsens Dana D’Herdt Katrijn
leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris Stevens Sofie
De vertegenwoordigers van het academisch personeel van de faculteit in de Universiteitsraad.
Fac.: De afgevaardigde van de faculteit LK van het AAP en van het ATP in universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad) maken met adviserende stem deel uit van de Faculteitsraad voor zover zij niet reeds in de Faculteitsraad zetelen als verkozene van hun geleding.
Ten hoogste 3 alumni van de faculteit kunnen de Faculteitsraad met raadgevende stem bijwonen; zij zijn niet als personeelslid verbonden aan de rechtspersoon VUB.
VAKGROEPRADEN
Vakgroepraad BESW (voorzitter Peter Clarys)
Vakgroepraad KIMA (voorzitter Steven Provyn)
OPLEIDINGSRADEN
Opleidingsraad LOBW (voorzitter Kristine De Martelaer)
Opleidingsraad REVAKI (voorzitter Eric Kerckhofs)
OAP in Universiteitsraad: NN
Plvv: NN
Opleidingsraad Postgraduaat Sportmanagement (voorzitter Jos Verschueren)
Opleidingsraad Postgraduaat Football Management (voorzitter Jos Verschueren)
Opleidingsraad Postgraduaat Multidisciplinaire arterio-veneuze en lymfatische kinesitherapie (voorzitter Nele Adriaenssens)
OVERIGE ADVIESORGANEN
Facultaire evaluatie-en bevorderingscommissie (EBC)
Beroepscommissie voor studenten
Commissie ZAP-vacatures
Commissie AAP-vacatures: praktijkassistent-en mandaatassistent
Commissie AAP-vacatures: dr. Assistent
Commissie Lerarenopleiding vanuit de Faculteit LK
Commissie Roostering
Doctoraatsopvolgingscommissie (DOCOP)
Examencommissie
Examencommissie voor het Postgraduaat Sportmanagement
Examencommissie voor het Postgraduaat Football management
Examencommissie voor het Postgraduaat Multidisciplinaire arterio-veneuze en lymfatische kinesitherapie
Internationaliseringscommissie
Masterproefcommissie
Onderwijscommissie (OWC)
Onderzoekscommissie (OZC)
PR commissie
Promotiecommissie ATP-leden
Stagecommissie REVAKI
FACULTEIT RECHT EN CRIMINOLOGIE
BESTUURSLICHAMEN EN SECRETARIATEN
De Faculteit Recht en Criminologie wordt bestuurd door de Faculteitsraad, c.q. het Faculteitsbestuur en het Faculteitsbureau waarvan het dagelijks beleid uitgaat. De Evaluatie- en Bevorderingscommissie is bevoegd voor de bevorderingsvoorstellen en de hernieuwingsvoorstellen die het zelfstandig academisch personeel betreffen.
De Faculteit Recht en Criminologie heeft twee basisopleidingen, die ook in de naam van de Faculteit worden weergegeven: de opleiding Rechten en de opleiding Criminologie. Daarnaast richt de faculteit master-na-masteropleidingen in: de Master na Master of laws in het Notariaat, de Master na Master of laws in het Sociaal Recht, de Master na Master of laws in het Internationaal en Europees Recht en de Master na Master of Laws in International and European Law. Het beheer van deze laatste opleiding is gedelegeerd aan het IES. Voor beide basisopleidingen en voor de master-na-masteropleidingen zijn opleidingsraden opgericht.
De faculteit heeft volgende adviesorganen opgericht :
- de Facultaire Onderzoekscommissie (FOC);
- de facultaire internationaliseringscommissie (FACIR);
- de facultaire studietrajectcommissies rechten (FSTC-R), criminologie (FSTC-CR) en notariaat (FSTC-NOT)
- de facultaire alumni en studentencommissie (FALS);
De faculteit kent 4 vakgroepen (Privaat- en Economisch recht, Publiekrecht, Metajuridica en Criminologie), die een organisatorische en adviserende bevoegdheid hebben.
Er is één faculteitssecretariaat, gevestigd op 2 locaties: 4.C.301 en 4.B.303.
Administratie secretaris: Saskia Segers
Faculteitscoördinator: Micheline Rooselaers
Administratief medewerkers:
Thomas De Baerdemaecker
Nele De Clercq
Martine Liedts (tot 1 november 2018)
Ulrike Luyckx (sinds 15 april 2018)
Ann Maertens
Magda Minner
Marina Schaerlaeken
Martine Schierl
Sarah Van Boxsom (tot 1 maart 2018)
Nadia Vernimmen
Mieke Vyncke
De hierna vermelde gegevens betreffen de toestand op 1 december 2018
HET FACULTEITSBUREAU
Samenstelling:
Het faculteitsbureau is samengesteld uit:
1. de decaan: Prof. Dr. W. Rauws
2. de vicedecaan: Prof. Dr. S. Gutwirth
3. de academisch secretaris: Prof. Dr. A. Wirtgen
4. de voorzitters van opleidingsraden van de kernopleidingen
• opleiding Rechten: academiejaar 2017-2018: prof. dr. D. De Wolf academiejaar 2018-2019: prof. dr. K. Van der Borght
• opleiding Criminologie: academiejaar 2017-2018: prof. dr. S. De Kimpe prof. dr. E. Dumortier
5. de administratief secretaris (met raadgevende stem): Saskia Segers
Bevoegdheden:
Het faculteitsbureau bereidt de aangelegenheden voor met het oog op de vergaderingen van de faculteitsraad en het faculteitsbestuur.
Het faculteitsbureau is, binnen het beleid bepaald door de faculteitsraad, belast met het dagelijks bestuur van de faculteit.
Het faculteitsbureau neemt de noodzakelijke beslissingen in spoedeisende aangelegenheden. De decaan legt deze beslissingen ter bekrachtiging voor aan de faculteitsraad of het faculteitsbestuur, naargelang van het geval.
Het faculteitsbestuur is bevoegd voor alle aangelegenheden die door een beslissing van de faculteitsraad of het faculteitscollege uitdrukkelijk zijn opgedragen aan het faculteitsbestuur.
DE FACULTEITSRAAD
Samenstelling:
De faculteitsraad is samengesteld uit:
A. Stemgerechtigde leden:
1. de decaan: Prof. Dr. W. Rauws
2. de vicedecaan. Prof. Dr. S. Gutwirth
3. de academisch secretaris: Prof. Dr. A. Wirtgen
4. per vakgroep vier andere leden van het zelfstandig academisch personeel, met uitzondering van de twee vakgroepen die de voorzitters van respectievelijk de opleidingsraad rechten en de opleidingsraad criminologie leveren, die vijf andere stemgerechtigde leden krijgen:
1.Criminologie
J. Christiaens - S. Snacken (plvv)
S. De Kimpe - L. Megaço (plvv)
E. Enhus - A. Nuytiens (plvv)
K. Beyens - S. Decoene (plvv)
E. Dumortier - K. De Koster(plvv)
2. Metajuridica (JURI)
F. Dhondt – N.N. (plvv)
P. De Hert - N.N. (plvv)
F. Eggermont - N.N. (plvv)
D. De ruysscher - N.N. (plvv)
3. Publiek Recht (PUBR)
L. Denys - M. De Jonckheere (plvv)
K. Salomez - G. Van Limberghen (plvv)
K. Leus - G. Debersaques (plvv)
F. Deruyck - D. De Wolf (plvv)
M. Maus – N.N. (plvv)
4. Privaat en economisch recht (PREC)
F. Brison - J. Delvoie (plvv)
B. Maes - M. Muylle (plvv)
E. Alofs - E. Guldix (plvv)
K. Vanderborght - K. Byttebier (plvv)
5. per vakgroep één lid van het overig academisch personeel:
1. Criminologie: Clara Van Queckelberghe
2. JURI: N.N.
3. PUBR: Evelien Timbermont - Bjorn Vervoort (plaatsvervanger)
4. PREC: Veerle Vanderhulst
6. vier studenten, minstens één uit elke kernopleiding: Dahlia Mohamed (academiejaar 2017-2018)
Valeria Van Overstraeten (academiejaar 2017-2018)
Sueann Vandeputte (academiejaar 2018-2019)
Hannah Winters (academiejaar 2018-2019)
7. twee leden van het administratief en technisch personeel. Thomas De Baerdemaecker
Micheline Rooselaers
B. Waarnemende leden:
8. Administratief Secretaris: Saskia Segers
9. De vertegenwoordigers van het academisch personeel van de faculteit in de Universiteitsraad:
Prof. dr. Marc Cools (ZAP)
Tina Coen (OAP)
10. Ten hoogste 3 alumni van de faculteit kunnen de Faculteitsraad met raadgevende stem bijwonen; zij zijn niet als personeelslid verbonden aan de rechtspersoon VUB: N.N.
11. Vertegenwoordiging van studenten, bij gebrek aan stemgerechtigde studenten: N.N.
Bevoegdheden:
De Faculteitsraad bepaalt het algemeen beleid van de faculteit en oefent het toezicht uit over het Faculteitsbestuur en het Faculteitsbureau.
De Faculteitsraad beschikt over de residuaire bevoegdheid voor alle bevoegdheden die de faculteit zijn toegewezen bij het Organiek Statuut of door de reglementen die zijn aangenomen in uitvoering van het Organiek Statuut.
De Faculteitsraad beslist inzake volgende aangelegenheden:
1. de bekrachtiging van de verkiezingsuitslag en de proclamatie van de verkozen decaan;
2. de aanduiding van de vicedecaan op eensluidend voorstel van de decaan, in voorkomend geval op voorstel van de decaan-elect;
3. de aanduiding van de academisch secretaris op eensluidend voorstel van de decaan, in voorkomend geval op voorstel van de decaan-elect;
4. de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de faculteit;
5. het toezicht op de aanwending van de centraal aan de faculteit toegekende financiële middelen;
6. het bepalen van het aantal opleidingsraden voor opleidingen of clusters van opleidingen;
7. de oprichting van facultaire adviesorganen andere dan vermeld in onderhavig reglement, in voorkomend geval het bepalen van de samenstelling en de bevoegdheden van deze bijkomende adviesorganen.
De Faculteitsraad kan inzake volgende aangelegenheden voorstellen formuleren ten aanzien van het bevoegde universitaire orgaan:
1. het facultaire beleidsplan;
2. het formuleren van een motie van wantrouwen ten aanzien van de zittende decaan, desgevallend het formuleren van een voorstel tot ontslag van de decaan;
3. het aanvullend facultair reglement in toepassing van Titel V, artikel 35;
4. de facultaire aanvullingen op de centrale reglementen voor de organisatie en coördinatie van het academisch onderwijs;
5. de samenstelling nominatim van de facultaire Evaluatie- en Bevorderingscommissie voor het zelfstandig academisch personeel;
6. de oprichting, de benaming en de samenstelling van vakgroepen;
7. de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen.
HET FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling:
Het faculteitsbestuur is samengesteld uit:
A. Stemgerechtigde leden:
a) Academiejaar 2017-2018
1. de decaan: Prof. Dr. W. Rauws
2. de vicedecaan. Prof. Dr. S. Gutwirth
3. de academisch secretaris: Prof. Dr. A. Wirtgen
4. de vakgroepvoorzitters:
• Prof. Dr. K. Byttebier – prof. dr. E. Guldix (plaatsvervanger)
• Prof. Dr. M. De Jonckheere – G. Van Limberghen (plaatsvervanger)
• Prof. Dr. J. Christiaens – Prof. Dr. E. Enhus (plaatsvervanger)
• Prof. Dr. P. De Hert – N.N. (plaatsvervanger)
5. één afgevaardigde van het overig academisch personeel:
• B. Vervoort – C. Vanquekelberghe (plaatsvervanger)
6. één afgevaardigde van de studenten: N.N.
7. één afgevaardigde van het administratief en technisch personeel:
• T. De Baerdemaecker – M. Rooselaers (plaatsvervanger)
8. de voorzitters van opleidingsraden van de kernopleidingen:
• Prof. Dr. D. De Wolf
• Prof. Dr. S. De Kimpe
b) Academiejaar 2018-2019
1. de decaan: Prof. Dr. W. Rauws
2. de vicedecaan. Prof. Dr. S. Gutwirth
3. de academisch secretaris: Prof. Dr. A. Wirtgen
4. de vakgroepvoorzitters:
• Prof. Dr. E. Guldix – prof. dr. K. Byttebier (plaatsvervanger)
• Prof. Dr. M. De Jonckheere – prof. dr. G. Van Limberghen (plaatsvervanger)
• Prof. Dr. K. Beyens – prof. dr. S. De Kimpe (plaatsvervanger)
• Prof. Dr. S. Gutwirth – prof. dr. F. Dhondt (plaatsvervanger)
5. één afgevaardigde van het overig academisch personeel:
• A. Magerotte – R. Van Brakel (plaatsvervanger)
6. één afgevaardigde van de studenten: S. Vandeputte
7. één afgevaardigde van het administratief en technisch personeel:
• T. De Baerdemaecker – M. Rooselaers (plaatsvervanger)
8. de voorzitters van opleidingsraden van de kernopleidingen:
• Prof. Dr. K. Van der Borght
• Prof. Dr. E. Dumortier
B. Waarnemende leden:
9. de administratief secretaris: S. Segers
Bevoegdheden:
Het Faculteitsbestuur bestuurt de faculteit binnen het algemeen beleidskader en onder het toezicht van de Faculteitsraad. Het Faculteitsbestuur bereidt het facultaire beleidsplan voor.
Het Faculteitsbestuur houdt toezicht op het deugdelijk functioneren van de facultaire adviesorganen, en ook van de vakgroepraden en de opleidingsraden.
Het Faculteitsbestuur beslist inzake volgende aangelegenheden:
1. de samenstelling van de vakgroepraden;
2. de samenstelling van de opleidingsraden, inclusief hun voorzitter;
3. de samenstelling van de doctoraatsjury’s;
4. de delegatie van bevoegdheden naar het Faculteitsbureau.
Het Faculteitsbestuur kan inzake volgende aangelegenheden voorstellen formuleren ten aanzien van het bevoegde universitaire orgaan:
1. voor het zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit: de vacatures, de opdracht, de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling en het gebeurlijk ontslag;
2. voor het overig academisch personeel verbonden aan de faculteit: de vacatures, de aanstelling, de periodieke evaluatie en het gebeurlijk ontslag;
3. voor het administratief en technisch personeel verbonden aan de faculteit: de vacatures, de aanstelling, de bevordering en het gebeurlijk ontslag.
De Faculteitsraad heeft volgende bevoegdheden gedelegeerd inzake volgende aangelegenheden:
a) Beslissingsbevoegdheid:
1. de afvaardiging van facultaire vertegenwoordigers in centrale organen;
2. de samenstelling van de examencommissies, inclusief de aanduiding van een voorzitter en secretaris per examencommissie;
3. de samenstelling van de commissie voor de doctoraatsopvolging; 4. het opstellen van een organogram van de faculteit, inclusief het faculteitssecretariaat;
b) Voorstel- en adviesbevoegdheid aan het bevoegde universitaire orgaan:
1. de eerste aanstelling van het voltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit; 2. de eerste aanstelling van het deeltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit;
3. de bevordering van het zelfstandig academisch personeel in hoofdorde verbonden aan de faculteit; 4. de bewaking van de onderwijskwaliteit op basis van de actieplannen van de opleidingsraden;
5. onderwijs- en opleidingsgerelateerde voorstellen, behoudens de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen;
6. de aanstelling van de facultaire ombudspersoon;
7. het verlenen van de titel van Doctor Honoris Causa;
8. het verlenen van de titel van VUB Fellow.
FACULTEITSORGANEN EN RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
FACULTAIRE EVALUATIE- EN BEVORDERINGSCOMMISSIE (EBC)
Samenstelling:
De facultaire evaluatie- en bevorderingscommissie wordt in principe samengesteld voor een periode van 4 academiejaren met het oog op de continuïteit van de besluitvorming. De commissie mag 1 emeritus/a met onderwijsopdracht in haar rangen tellen.
De commissie is samengesteld uit (gewoon) hoogleraren die in hoofdorde zijn verbonden aan de faculteit. De decaan is van rechtswege voorzitter van de commissie. De commissie bestaat uit 3 vrouwelijke en 5 mannelijke collega’s, zodat de faculteit ook haar engagement in het kader van het Genderactieplan nakomt.
De Commissie oefent de haar bij het ZAP-reglement toegewezen bevoegdheden uit.
Voorzitter: Prof. dr. Wilfried Rauws
Leden: Prof. dr. Kristel Beyens
Prof. dr. Erik Franckx
Prof. dr. Serge Gutwirth
Prof. dr. Koen Byttebier
Prof. dr. Sonja Snacken
Prof. dr. Guido Van Limberghen
FACULTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIE (FOC)
Samenstelling:
Voorzitter: Prof. dr. Guido Van Limberghen
Stemgerechtigde leden: Prof. dr. Sonja Snacken
Prof. dr. Paul Quinn
Prof. dr. Kim Van der Borght
Prof. dr. Erik Franckx
Waarnemend lid: S. Segers
Bevoegdheden:
De Facultaire onderzoekscommissie heeft als taak bij te dragen tot de ontwikkeling en uitvoering van het onderzoeksbeleid van de faculteit, impulsen te geven om de kwaliteit en zichtbaarheid van het facultaire onderzoek te bevorderen en de onderzoeksinitiatieven van de vakgroepen globaal te ondersteunen. Zij legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.
FACULTAIRE INTERNATIONALISERINGSCOMMISSIE (FACIR)
Voorzitter: prof. Dr. E. Franckx
Bevoegdheden:
De FACIR heeft als taak bij te dragen tot de ontwikkeling en uitvoering van een integraal facultair internationaliseringsbeleid, de internationalisering van de activiteiten van de faculteit aan te moedigen en de initiatieven van de vak- en onderzoeksgroepen terzake globaal te ondersteunen. Zij legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.
FACULTAIRE STUDENTEN- EN ALUMNICOMMISSIE (FSAC)
Voorzitter: Prof. Dr. S. Smis
Bevoegdheden:
De Facultaire studenten- en alumnicommissie heeft als taak bij te dragen tot de ontwikkeling en uitvoering van het facultaire studenten- en alumnibeleid en coördineert de rekrutering- en marketinginitiatieven van de faculteit. Zij legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.
DE FACULTAIRE STUDIETRAJECTCOMMISSIE RECHTEN (FSTC-R), CRIMINOLOGIE (FSTC-CR) EN NOTARIAAT (FSTC -NOT)
Samenstelling:
1. Rechten:
Prof. Dr. Wilfried Rauws
Saskia Segers
Ellen De Troyer
2. Criminologie:
Prof. Dr. Els Dumortier
Prof. Dr. Jenneke Christiaens
Saskia Segers
Ellen De troyer
3. Notariaat:
Prof. dr. Elisabeth Alofs
Pieter-Jan Dedecker
Ellen De Troyer
Saskia Segers
Bevoegdheden:
De Facultaire Studietrajectcommissies hebben als taak de decaan te adviseren inzake vrijstellingsaanvragen van studenten en verzoeken inzake studievoortgang (overschrijding van het aantal toegelaten studiepunten in programma, gecombineerde inschrijvingen enz.).
VAKGROEPRADEN
1. Privaat- en Economisch recht (voorzitter: K. Byttebier; sinds 17 september 2018: Erna Guldix)
2. Publiek recht (voorzitter: M. De Jonckheere)
3. Metajuridica (voorzitter: P. Hert; sinds 17 september 2018: Serge Gutwirth)
4. Criminologie (voorzitter: Prof. Dr. J. Christiaens; sinds 17 september 2018: Kristel Beyens)
OPLEIDINGSRADEN
Samenstelling:
§1. De opleidingsraad is samengesteld uit volgende stemgerechtigde leden:
a. een afvaardiging van het zelfstandig academisch personeel met een onderwijsopdracht in de opleiding(en);
b. een afvaardiging van het overig academisch personeel met een onderwijsopdracht in de opleiding(en);
c. een afvaardiging van studenten uitde opleiding(en), aangeduid overeenkomstig het participatiereglement, waaronder bij voorkeur een afvaardiging van werkstudenten uitde opleiding(en), indien er een werkstudententraject bestaat;
d. een afvaardiging van alumni van de opleiding(en); e. een afvaardiging uit het werkveld.
§2. De opleidingsraad kiest onder zijn leden een voorzitter en een secretaris voor een hernieuwbare termijn van twee jaar. De verkiezing gebeurt via geheime stemming bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
§3. Minstens volgende personen worden met raadgevende stem uitgenodigd: a. een stafmedewerker kwaliteitszorg van het Departement Onderwijsbeleid; b. de studietrajectbegeleider; c. de decaan van de faculteit; d. de administratief secretaris.
§4. De samenstelling wordt jaarlijks vóór 31 oktober vastgelegd en meegedeeld aan de vicerector Onderwijsbeleid.
De faculteit bestaat uit volgende opleidingsraden:
OPLEIDINGSRAAD RECHTEN
Voorzitter: prof .dr. D. De Wolf (academiejaar 2017-2018)
Prof. dr. K. Van der Borght (academiejaar 2018-2019)
OPLEIDINGSRAAD CRIMINOLOGIE
Voorzitter: prof. dr. S. De Kimpe (academiejaar 2017-2018)
Prof. dr. E. Dumortier (academiejaar 2018-2019)
OPLEIDINGSRAAD MASTER NA MASTER SOCIAAL RECHT
Voorzitter: prof. dr. G. Van Limberghen
OPLEIDINGSRAAD MASTER NA MASTER INTERNATIONAAL RECHT
Voorzitter: prof. dr. E. Franckx
OPLEIDINGSRAAD MASTER NA MASTER NOTARIAAT
Voorzitter: prof. dr. E. Alofs (academiejaar 2017-2018)
Prof. dr. M. Maus (academiejaar 2018-2019)
FACULTAIRE EXAMENCOMMISSIES
Examencommissie voor het geheel van de opleiding Bachelor en Master Criminologie
- Voorzitter: Prof. E. Dumortier (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. E. Enhus)
- Secretaris: Prof. S. De Kimpe (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. J. Christiaens)
- Leden: de professoren E. Enhus, Prof. J. Christiaens, S. De Coene en Lucas de Melo Melgaço
Examencommissie voor het geheel van de opleiding Bachelor Rechten Examencommissie Schakel- en Voorbereidingsprogramma Master Rechten, Examencommissie voor het geheel van de opleiding Master Rechten
- Voorzitter: Prof. F. Deruyck (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. D. De Wolf)
- Secretaris: Prof. S. Smis (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. K. Vandenborght)
- Leden: de professoren D. De Wolf, K. Vandenborght, R. Feltkamp, J.-M. Piret
Gemeenschappelijke examencommissie Master na master in het Internationaal en Europees Recht en in het Sociaal Recht
- Voorzitter: Prof. G. Van Limberghen (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. E. Franckx)
- Secretaris: Prof. S. Smis (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. K. Salomez)
- Leden: de professoren T. Joris, E. Franckx, W. Rauws en K. Salomez
Examencommissie Master na master in het Notariaat
- Voorzitter: Prof. E. Alofs (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. R. Jansen)
- Secretaris: Prof. M. Maus (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. A. François)
- Leden: de professoren: H. Dedecker, A. François, R. Jansen en M. Muylle
Examencommissie postgraduaat fiscaal recht– algemene rechtsvakken Examencommissie postgraduaat fiscaal recht –fiscale rechtsvakken
- Voorzitter: Prof. M. De Jonckheere (Plaatsvervangend Voorzitter: Prof. M. Maus)
- Secretaris: Prof. F. Borger (Plaatsvervangend Secretaris: Prof. M. Lamensch)
- Leden: de professoren: M. Maus, M. Lamensch
FACULTAIRE INTERNE BEROEPSCOMMISSIE
Stemgerechtigde leden
Voorzitter: Frederic Eggermont - Tim Corthout (plaatsvervangend voorzitter)
Leden: Kristel Beyens - Michel Maus (plaatsvervanger)
Miguel De Jonckheere - Tony Joris (plaatsvervanger)
Leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris: Saskia Segers (Secretaris)
Studietrajectbegeleider: Maaike Lemaire/Ellen De Troyer/ Anske Mertens/ Ioanna Athanassiu
Facultaire Ombudspersoon: Erna Guldix
Afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering: Anneleen De Meu
ONDERZOEKSEENHEDEN
De faculteit kent thans volgende onderzoeksgroepen:
1. Business & Contracts (BUCO),
2. Fundamentele Rechten en Constitutionalisme (FRC)
3. Recht Wetenschap Technologie en Samenleving (LSTS)
4. Governance and Business (GOBU)
5. Crime and Society (CRIS)
6. Contextual Research in Law (CORE)
7. Multidisciplinaire Onderzoeksgroep Fraude (MOFR).
8. University of Brussels – European Criminal Law (RECL).
9. Work Research Kernel (WORK).
FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL (ES) - Academiejaar 2017-2018
FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL (ES) - Academiejaar 2018-2019
Het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 2 juni 2015, stipuleert in Titel V artikel 35§1 dat de faculteit in aanvulling op bedoeld centraal reglement een aanvullend facultair reglement kan opstellen.
In het aanvullend facultair reglement ES worden slechts de noodzakelijke en fundamentele aspecten opgenomen met dien verstande dat werkingsgerelateerde aspecten worden opgenomen in een huishoudelijk facultair reglement. Het aanvullend reglement ES wordt vervolledigd met het delegatieplan dat de bevoegdheidsverdeling vastlegt tussen de faculteitsraad, faculteitsbestuur en faculteitsbureau.
FACULTEITSSECRETARIAAT EN DECANAAT
Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Gebouw C, 2de verdieping, lokaal C2.03
Tel: 02/629.25.08
E-mail: [email protected] en [email protected]
FACULTEITSBUREAU
Academiejaar 2017-2018::
Het faculteitsbureau bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden:
a) de decaan; b) de vicedecaan; en c) de academisch secretaris.
De decaan kan bijkomend aan de faculteitsraad één of twee leden voordragen
Nominatieve samenstelling:
Decaan: Prof. dr. Joël Branson
Vice-decaan: Prof. dr. Marie-Anne Guerry
Academisch Secretaris: Prof. dr. Jo Pierson
Bijkomende leden:
Academiejaar 2018-2019:
Prof. dr. Ignace Glorieux
Prof. dr. Caroline Buts
Het faculteitsbureau bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: d) de decaan; e) de vicedecaan; en f) de academisch secretaris. De decaan kan bijkomend aan de faculteitsraad één of twee leden voordragen.
Nominatieve samenstelling:
Decaan: Prof. dr. Joël Branson
Vice-decaan: Prof. dr. Marie-Anne Guerry
Academisch Secretaris: Prof. dr. Jo Pierson
Bijkomende leden: Prof. dr. Caroline Buts
FACULTEITSBESTUUR
Het faculteitsbestuur bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de leden van het faculteitsbureau; b) de vakgroepvoorzitters;
c) één afgevaardigde van het overig academisch personeel; d) één afgevaardigde van de studenten; en e) één afgevaardigde van het administratief en technisch personeel.
FACULTEITSRAAD
De faculteitsraad bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de leden van het faculteitsbureau; b) per vakgroep vijf leden van het zelfstandig academisch personeel; c) per vakgroep één lid van het overig academisch personeel; d) zes studenten; en e) drie leden van het administratief en technisch personeel.
Voor de leden bedoeld onder de litterae b, c, d en e kunnen plaatsvervangers worden aangeduid.
FACULTEITSORGANEN EN RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
Evaluatie- en BevorderingsCommissie (EBC)
Academiejaar 2017-2018
De facultaire evaluatie- en bevorderingscommissie bestaat uit de vakgroepvoorzitters en de leden van het faculteitsbureau. De decaan zit deze commissie voor
Nominatieve samenstelling academiejaar 2016-2017:
Decaan: Prof. dr. Joël Branson
Vice-decaan: Prof. dr. Marie-Anne Guerry
Bijkomende leden: Prof. dr. Ignace Glorieux en Prof. dr. Caroline Buts
Voorzitter vakgroep Applied Economics (APEC): Prof. dr. Marc Jegers
Voorzitter vakgroep Business (BUSI): Prof. dr. Steven Vanduffel
Voorzitter vakgroep Business, Technology and Operations (BUTO): Prof. dr. Cathy Macharis
Voorzitter vakgroep Politieke wetenschappen (POLI): Prof. dr. Bruno Coppieters
Voorzitter vakgroep Sociologie (SOCI): Prof. dr. Ignace Glorieux
Voorzitter vakgroep Communicatiewetenschappen (SCOM): Prof. dr. Leo Van Audenhove
Academiejaar 2018-2019
De facultaire evaluatie- en bevorderingscommissie bestaat uit de vakgroepvoorzitters en de leden van het faculteitsbureau. De decaan zit deze commissie voor
Nominatieve samenstelling academiejaar 2017-2018:
Decaan: Prof. dr. Joël Branson
Vice-decaan: Prof. dr. Marie-Anne Guerry
Bijkomende leden: Prof. dr. Caroline Buts
Voorzitter vakgroep Applied Economics (APEC): Prof. dr. Marc Jegers
Voorzitter vakgroep Business (BUSI): Prof. dr. Steven Vanduffel
Voorzitter vakgroep Business, Technology and Operations (BUTO): Prof. dr. Cathy Macharis
Voorzitter vakgroep Politieke wetenschappen (POLI): Prof. dr. Bruno Coppieters
Voorzitter vakgroep Sociologie (SOCI): Prof. dr. Bram Spruyt
Voorzitter vakgroep Communicatiewetenschappen (SCOM): Prof. dr. Leo Van Audenhove
VAKGROEPSRADEN
Applied Economics (APEC)
Voorzitter: Prof. dr. Marc Jegers (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
Business (BUSI)
Voorzitter: Prof. dr. Steven Vanduffel (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
Business, Technology and Operations (BUTO)
Voorzitter: Prof. dr. Cathy Macharis (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
Politieke wetenschappen (POLI)
Voorzitter: Prof. dr. Bruno Coppieters (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
Sociologie (SOCI)
Voorzitter: Prof. dr. Ignace Glorieux (academiejaar 2017-2018)
Voorzitter: Prof. dr. Bram Spruyt (academiejaar 2018-2019)
Communicatiewetenschappen (SCOM)
Voorzitter: Prof. dr. Leo Van Audenhove (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
OPLEIDINGSRADEN
OPLEIDINGSRAAD HANDELSINGENIEUR EN (TOEGEPASTE) ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN
Voorzitter:
- Prof. dr. Lieven De Moor (academiejaar 2017-2018)
- Prof. dr. Luc Hens (academiejaar 2018-2019)
Secretaris: Prof. dr. Leo Van Hove (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
OPLEIDINGSRAAD BEDRIJFSKUNDE/MANAGEMENT
Voorzitter: Prof. dr. Bert Schreurs (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
Secretaris: Prof. dr. Nicolay Dentchev (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
OPLEIDINGSRAAD COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN
Voorzitter: Prof. dr. Jan Loisen (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
Secretaris: Prof. dr. Kevin Smets (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
OPLEIDINGSRAAD BA POLITEKE WETENSCHAPPEN EN SOCIOLOGIE
Voorzitter: Prof. dr. Dimokritos Kavadias (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
Secretaris: dr. Werner Schirmer (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
OPLEIDINGSRAAD MA POLITEKE WETENSCHAPPEN
Voorzitter: Prof. dr. Dimokritos Kavadias (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
Secretaris: Prof. dr. Didier Caluwaerts (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
OPLEIDINGSRAAD MA SOCIOLOGIE
Voorzitter:
- Prof. dr. Christophe Vanroelen (academiejaar 2017-2018)
- Prof. dr. Hadewijch Vandenheede (academiejaar 2018-2019)
Secretaris: dr. Werner Schirmer (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
PROGRAM BOARD BA SOCIAL SCIENCES
Voorzitter: Prof. dr. Dieter Vandebroeck (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
Secretaris: Prof. dr. Christopher Parker (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
ONDERWIJS EN ONDERZOEKSEENHEDEN
Facultair
BCCP (Brussels Centrum voor Mededingingsbeleid)
Contactpersoon: Prof. dr. Caroline Buts
BRIO (Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum)
Contactpersoon: Prof. dr. Dimokritos Kavadias
CEMESO (Culture, Emancipation, Madia and Society)
Contactpersoon: Prof. dr. Jo Renate Bauwens
Interface demography
Contactpersoon: Prof. dr. Christophe Vanroelen
Financien en Verzekeringen
Contactpersoon: Prof. dr. Steven Vanduffel
SMIT (Studies on Media Information and Telecommunication)
Contactpersoon: Prof. dr. Pieter Ballon
TOR (Tempus Omnia Revelat)
Contactpersoon: Prof. dr. Ignace Glorieux (academiejaar 2017-2018)
Contactpersoon: Prof. dr. Bram Spruyt (academiejaar 2018-2019)
Interfacultair
MOBI (Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep)
Contactpersoon: Prof. dr. Ir JoeriVan Mierlo (IR) en Prof. dr. Cathy Macharis (ES)
RHEA (Centrum Gender & Diversiteit)
Contactpersoon: Prof. dr. Gily Coene (directeur) en Prof. dr. Karen Celis (codirecteur)
WORK (Arbeidsstudies)
Contactpersoon: Prof. dr. Guido Van Limberghen (RC) en Prof. dr. Marie-Anne Guerry ES)
Aliantieonderzoeksgroepen VUB-UGENT
JOSO (Jongeren en sociale ongelijkheid)
Contactpersoon: Prof. dr. Bram Spruyt
ReDS (Political Representation in Diverse Societies)
Contactpersoon: Prof. dr. Karen Celis
International Joint Research Group
DeSirE (Centre for the study of Democracy, Signification and Resistance)
Contactpersoon: Prof. dr. Benjamin De Cleen
S-DIRECT (Social Digital Innovation Research to Empower Communities in Transition)
Contactpersoon: Prof. dr. Leo Van Audenhove
ULB-VUB Joint Research Groep
DEGO (The Politics of Democratic Governance)
Contactpersoon: Prof. dr. Kris Deschouwer
FACULTAIRE COMMISSIES
De faculteit heeft de volgende adviesorganen:
- de facultaire onderzoekscommissie (FOZ)
Voorzitter: Prof. dr. Malaika Brengman (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
- de facultaire onderwijscommissie (FOW)
Voorzitter: Prof. dr. Jo Pierson (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
- de facultaire commissie internationalisering (FIN)
Voorzitter: Prof. dr. Leo Van Audenhove (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
- de facultaire commissie marketing en communicatie (FMC)
Voorzitter: Prof. dr. Kim Willems (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
- de facultaire evaluatiecommissies voor het assisterend academisch personeel (ECA)
Voorzitter: Prof. dr. Joël Branson (academiejaar 2017-2018 en 2018-2019)
FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN
DE ALGEMENE VERGADERING
Bestaat uit de totaliteit van de facultaire gemeenschap.
Ze wordt éénmaal per jaar bij het begin van het kalenderjaar georganiseerd.
Tijdens deze bijeenkomst geeft de decaan een overzicht van de toestand van de faculteit en van de vooruitzichten inzake het beleid voor het komende jaar.
De leden van de algemene vergadering krijgen tijdens deze bijeenkomst de gelegenheid tot het stellen van vragen.
FACULTEITSBUREAU
Decaan: Prof. S. CAENEPEEL
Vicedecaan: Prof. A. HUBIN (t.e.m. 30.09.2018), Prof. F. BERGHMANS (vanaf 01.10.2018)
Academisch secretaris: Ph. LATAIRE (t.e.m. 30.09.2018), Prof. P. GUILLAUME (vanaf 01.10.2018)
Voorzitter van de facultaire Onderwijscommissie: D. LEFEBER (t.e.m. 30.09.2018), Prof. A. HUBIN (vanaf 01.10.2018)
Voorzitter van de facultaire onderzoeks- en investeringscommissie: H. TERRYN (t.e.m. 30.09.2018), Prof. B. VANDERBORGHT (vanaf 01.10.2018)
HET FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling:
Decaan: Prof. S. CAENEPEEL
Vicedecaan: Prof. A. HUBIN (t.e.m. 30.09.2018), Prof. F. Berghmans (vanaf 01.10.2018)
Academisch secretaris: Ph. LATAIRE (t.e.m. 30.09.2018), Prof. P. Guillaume (vanaf 01.10.2018)
De voorzitters van de facultaire onderwijscommissie en van de facultaire onderzoeks- en investeringscommissie: resp. D. LEFEBER (t.e.m. 30.09.2018), Prof. A. Hubin (vanaf 01.10.2018) en H. TERRYN (t.e.m. 30.09.2018), Prof. B. Vanderborght (vanaf 01.10.2018)
De vakgroepvoorzitters: A. VAN GRIENSVEN, S. CAENEPEEL, G. DESMET, P. GUILLAUME, Ph. LATAIRE (t.e.m. 30.09.2018), J. VAN MIERLO, (vanaf 01.10.2018), M. RUNACRES, L. VAN BIESEN, D. VAN HEMELRIJCK, H. TERRYN, J. STIENS, H. THIENPONT, I. WOUTERS
Een afgevaardigde van het overig academisch personeel (OAP): J. DOBBELS (plvv. C. CAMBIER)
Een afgevaardigde van de studenten: NN
Een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel (ATP): T. THIJS (plvv. M. PONET)
Worden met raadgevende stem uitgenodigd: de voorzitters van de facultaire commissies internationalisering (H. OTTEVAERE), Public Relations (P. GUILLAUME), computerbeleid (Y. ROLAIN), doctoraatsopvolging (R. PINTELON), Mevr. M. PONET
Bevoegdheid:
Het faculteitsbestuur oefent de bevoegdheden uit conform art. 10 van het ‘Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel’, zoals ook gepreciseerd in het aanvullend facultair reglement en het delegatieplan van de faculteit ingenieurswetenschappen.
DE FACULTEITSRAAD
Samenstelling:
Decaan: Prof. S. CAENEPEEL
Vicedecaan: Prof. A. HUBIN (t.e.m. 30.09.2018), Prof. F. Berghmans (vanaf 01.10.2018)
Academisch secretaris: Ph. LATAIRE (t.e.m. 30.09.2018), Prof. P. Guillaume (vanaf 01.10.2018)
Twee vertegenwoordigers per vakgroep: I. WOUTERS, L. DE LAET (plvv. I. BERTELS, M. MOLLAERT), G. DESMET, K. BROECKHOVEN (plvv. H. VERRELST, W. DE MALSCHE), R. PINTELON, G. VANDERSTEEN (plvv. I. MARKOVSKY, Y. ROLAIN), J. VAN MIERLO, N. OMAR (plvv. T. COOSEMANS, V.-A. JACOBS), J. STIENS, P. SCHELKENS (plvv. H. SAHLI, R. VOUNCKX), W. THIERY, A. VAN GRIENSVEN (plvv. M. CHEN, P. QUEVAUVILLER), M. RUNACRES, A. TOUHAFI (plvv. T. DE TROYER, K. STEENHAUT), H. TERRYN, G. VAN ASSCHE (plvv. I. DE GRAEVE, T. HAUFFMAN), P. GUILLAUME, B. VANDERBORGHT (plvv. F. CONTINO, D. LEFEBER), L. PYL, T. TYSMANS (plvv. D. ANGELIS, J. VANTOMME), H. THIENPONT, G. VERSCHAFFELT (F. BERGHMANS, G. VAN DER SANDE), S. CAENEPEEL (tevens decaan vanaf 01.10.2016) (plvv. J. DE BEULE)
Een vertegenwoordiger van de opleidingsraden van de bachelor- en masteropleidingen: H. RAHIER (plvv. F. BERGHMANS), N. DE TEMMERMAN (I. BERTELS), D. VAN HEMELRIJCK (plvv. M. MOLLAERT), Ph. LATAIRE (plvv. F. CONTINO), A. HUBIN (plvv. I. DE GRAEVE), M. KUIJK (plvv. A. MUNTEANU), N. DELIGIANNIS (plvv. B. JANSSEN), F. BORGUET (plvv. A. BRAEKEN), H. OTTEVAERE (plvv. W. MEULEBROECK), J. VANDEMEULEBROUCKE (plvv. B. JANSSEN), M. HUYSMANS (plvv. M. CHEN)
Vijf vertegenwoordigers van het overig academisch personeel (OAP): P. BRONDERS (plvv. D. PEUMANS), J. DOBBELS (plvv. J. COLLIERS), J. HELSEN (plvv. W. DE PAEPE), K. LANGLOIS (plvv. L. DE RIJCKE), H. VERBRUGGEN (plvv. T. COLLET);
Vijf vertegenwoordigers van de studenten; K. ADRIAENSSENS
Drie vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel (t.e.m. 30.09.2018: M. FROONINCKX (plvv. J. PATTYN), C. VAEREMANS (plvv. K. BAERT), T. THIJS (plvv. M. PONET); vanaf 01.10.2018: M. FROONINCKX (plvv. J. PATTYN), K. KENENS (plvv. S. REYNIERS), T. THIJS (plvv. M. PONET)
Wordt eveneens uitgenodigd: Voorzitter Polytechnische Kring
Bevoegdheid:
De faculteitsraad oefent de bevoegdheden uit conform art. 10 van het ‘Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel’, zoals ook gepreciseerd in het aanvullend facultair reglement en het delegatieplan van de faculteit ingenieurswetenschappen.
FACULTEITSORGANEN met RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
DE FACULTAIRE ONDERWIJSCOMMISSIE
Bevoegdheid:
Adviezen en initiatief op gebied van studieprogramma’s, onderwijsproblemen en investeringen in verband met onderwijs.
Samenstelling:
Voorzitter: D. LEFEBER (tevens afgevaardigde in OWR) t.e.m. 30.09.2018, A. HUBIN vanaf 01.10.2018
Ondervoorzitter: S. BRAM
Secretaris: M. PONET
Medewerkster decaan: T. THIJS
Trajectbegeleidster: A. DEBOELPAEP
Leden: - voor het zelfstandig academisch personeel (voorzitters en secretarissen van de verschillende opleidingsraden IR):
D. VAN HEMELRIJCK, N. DE TEMMERMAN (BB & IA)
I. WOUTERS (BA IA), JAN LEMEIRE, H. RAHIER (BA), PH. LATAIRE, F. CONTINO (WE), A. HUBIN, K. BROECKHOVEN (CM), B. JANSSEN (K. STEENHAUT), N. DELIGIANNIS (MACS), M. KUIJK, Y. MARKOVSKY (EIT), F. BORGUET, A. LINTERMANS (IW), H. OTTEVAERE (fotonica), J. STIENS (biomedische) P. BAETEN (nuclear engineering), M. HUYSMANS (Phylares), vertegenwoordiger IUPWARE + Worden uitgenodigd:
Voor BRUFACE: J. DE RUYCK en G. DEGREZ
- voor het overig academisch personeel:
G. BERCKMANS
- voor de studenten: NN
DE FACULTAIRE ONDERZOEKS- EN INVESTERINGSCOMMISSIE
Bevoegdheid:
Adviezen en initiatief alsook investeringen in verband met onderzoek. Deze commissie rapporteert rechtstreeks aan het Bureau van de Onderzoeksraad over haar voorstellen. Zij is regelmatige informatie plechtig aan het Faculteitsbestuur.
Samenstelling:
Voorzitter: B. VANDERBORGHT
Ondervoorzitter: F. BERGHMANS
Leden: - voor het zelfstandig academisch personeel (de vakgroepvoorzitters): G. DESMET, J. DECONINCK (t.v.v. Ph. LATAIRE), I. WOUTERS, R. VOUNCKX, H. THIENPONT, L. VAN BIESEN, A. VAN GRIENSVEN, H. TERRYN, P. GUILLAUME, D. VAN HEMELRIJCK, S. CAENEPEEL; - voor het OAP: J. DOBBELS (plvv. J. COLLIERS) - de administratief secretaris van de faculteit of zijn/haar afgevaardigde (lid van het ATP).
DE FACULTAIRE PUBLIC RELATIONS COMMISSIE
Bevoegdheid
Initiatieven, adviezen en coördinatie met betrekking tot facultaire acties ter bevordering van interne en externe communicatie.
Samenstelling:
Voorzitter: P. GUILLAUME
Ondervoorzitter: H. RAHIER
Secretaris: M. GHIJSELS
Leden: - voor het zelfstandig academisch personeel: B. VANDERBORGHT, K. BROECKHOVEN, P. LATAIRE, S. BRAM, F. BERGHMANS.
- voor het assisterend academisch personeel: J. HELSEN
- Afgevaardigde. V.Ir.Br.: NN
- Contactpersonen dienst ‘marketing en communicatie’: H. VAN SCHOONEVELD
- voor de studenten: NN
- wordt uitgenodigd: S. DE MONT (PR-verantwoordelijke faculteit WE)-
- wordt uitgenodigd : Joachim Mathieu (Projectcoördinator Dienst R&D: Science Outreach Office)
- wordt uitgenodigd : Sophie Messens (PR medewerker vakgroep TONA)
FACULTAIRE COMMISSIE COMPUTERBELEID
Bevoegdheid:
Adviezen en initiatief op gebied van facultaire computernoden en investeringen in verband met deze noden.
Samenstelling:
Voorzitter: Y. ROLAIN
Ondervoorzitter : O. D’HONDT (t.e.m. 01/08/2018)
Vaste leden: - voor het zelfstandig academisch personeel:A. VAN GRIENSVEN (HYDR), PH. LATAIRE (ETEC), J. LEMEIRE (ETRO), L. DE LAET (ARCH), M. VAN DAMME (MECH), L. VAN KEMPEN (ETRO), M. SONCK (CHIS), A. WERY (MECH), R. CLAESSENS (MACH/IR)
Per opleidingsraad kan tevens een student afgevaardigd worden.
FACULTAIRE COMMISSIE INTERNATIONALE RELATIES
Bevoegdheid
Adviezen en initiatief betreffende internationale betrekkingen van de faculteit IR.
Samenstelling:
Voorzitter: H. OTTEVAERE
Ondervoorzitter: A. HUBIN
Secretaris: M. PONET
Leden: - voor het zelfstandig academisch personeel: D. LEFEBER (vz. FOWC, t.e.m. 30.09.2018), Ph. LATAIRE, B. JANSEN, M. KUIJK, C. LACOR, P. GUILLAUME (vz. FPRC), L. PYL, K. STEENHAUT, J. STIENS, M. HUYSMANS, J. DE RUYCK, L. DE LAET, J. VANDEMEULEBROUCKE, I. DE GRAEVE
- voor het assisterend academisch personeel: G. BERCKMANS
- Afgevaardigde BEST + TIME + IAESTE
- Afgevaardigden studenten: Y. SIMOENS
- Studietrajectbegeleider: A. DEBOELPAEP
- Stafmedewerkster(s) decaan: M. PONET, T. THIJS
FACULTAIRE DOCTORAATSCOMMISSIE EN COMMISSIE VOOR DE DOCTORAATSOPLEIDING
Bevoegdheid:
Evaluatie dossiers doctorandi-IR m.b.t. toelatingsvoorwaarden, predoctorale examens, tussentijdse jaarverslagen.
Evaluatie van de door de doctorandi voorgestelde programma’s voor de doctoraatsopleiding.
Advies aan de facultaire onderwijscommissie betreffende het aanvullend facultair doctoraatsreglement en reglement van de doctoraatsopleiding.
Samenstelling:
Voorzitter: R. PINTELON
Ondervoorzitter: R. VOUNCKX
Secretaris: S. DENIS
Leden: - Alle vakgroepvoorzitters en voorzitters van onderzoeksgroepen: Vakgroepvoorzitters: Ph. LATAIRE (t.e.m. 30.09.2018), J. VAN MIERLO, (vanaf 01.10.2018), P. GUILLAUME, D. VAN HEMELRIJCK, L. VAN BIESEN, J. STIENS, A. VAN GRIENSVEN, H. THIENPONT, G. DESMET, A. HUBIN, S. CAENEPEEL, M. RUNACRES (plvv. T. De Troyer)
Voorzitters onderzoeksgroepen: J. DANCKAERT, J. VAN MIERLO, A. HUBIN (plvv. T. HAUFFMAN), P. VAN DEN BOSSCHE, D. LEFEBER, INE WOUTERS (plvv. L. DE LAET), H. TERRYN, G. VERSCHAFFELT
- voor het overig academisch personeel: J. DOBBELS (plvv. J.COLLIERS), K. LANGLOIS (plvv. P. BRONDERS) - bijkomend lid: NN
FACULTAIRE OPLEIDINGSRADEN
Voor de volgende opleidingen binnen de faculteit wordt een opleidingsraad ingericht:
- Bachelor in de ingenieurswetenschappen (ORBA)
- Bachelor in de ingenieurswetenschappen: architectuur (ORBIA)
- Master in de ingenieurswetenschappen: architectuur en bouwkunde (ORMAB)
- Master in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek (ORWE)
- Master in de ingenieurswetenschappen: elektronica en informatietechnologie (ORE)
- Master in de ingenieurswetenschappen: chemie en materialen (ORCM)
- Master in de computerwetenschappen (OMCW) (interfacultair met faculteit wetenschappen)
- Master in de industriële wetenschappen (ORIW)
Samenstelling:
Met uitzondering van de interuniversitaire opleidingscommissies masters fotonica, masters biomedische ingenieurstechnieken en de master Nuclear Engineering, waarvoor de (afwijkende) samenstelling is opgenomen in de desbetrefffende interuniversitaire samenwerkingsovereenkomst, omvat de opleidingsraad, voor (het deel van) de opleiding(en) waarvoor de raad bevoegd is, volgende stemgerechtigde leden:
• Zes leden van het zelfstandig academisch personeel (ZAP) van de VUB, (hoofd)titularissen van een verplicht opleidingsonderdeel uit de betrokken opleiding(en), waarvan bij voorkeur minstens de helft met een voltijds ZAPstatuut.
• Vier leden van het overig academisch personeel (OAP) van de VUB die instaan voor oefeningen en/of practica bij een verplicht opleidingsonderdeel uit de betrokken opleiding(en)
• Eén afgevaardigde van de alumni van de opleiding, voor de bacheloropleidingen bij voorkeur een student uit de masterjaren, voor de overige opleidingen een alumnus/alumna die niet tot één van de vorige categorieën behoort en die bij voorkeur niet aan de instelling verbonden is.
• Eén afgevaardigde uit het werkveld.
• Zes afgevaardigden van de studenten uit de betrokken opleiding(en)
De gezamenlijke afvaardiging van het ZAP en het OAP is bij voorkeur zo samengesteld dat ze representatief is voor de verschillende studiejaren en de verplichte opleidingsonderdelen. De stemgerechtigde leden van het ZAP en het OAP zijn bij voorkeur niet betrokken bij hetzelfde opleidingsonderdeel.
De afvaardiging van de studenten is bij voorkeur zo samengesteld dat ze representatief is voor de verschillende studiejaren uit het modeltraject.
Alle VUB (hoofd)titularissen en leden van het OAP die een onderwijstaak vervullen in de opleiding(en) waarover de betrokken opleidingsraad de bevoegdheid draagt, maar geen stemrecht hebben conform de aanvullende bepaling opgenomen in § 2, kunnen uitgenodigd worden met raadgevende stem.
Voor de opleidingsraden ORMAB, ORWE, ORCM en ORE worden de volgende personen eveneens uitgenodigd, met raadgevende stem:
- minstens één vertegenwoordiger van de Commission de Filière van de overeenkomstige opleiding aan de ULB; - minstens één afgevaardigde van de studenten die de bacheloropleiding niet aan de VUB gevolgd heeft.
Op initiatief van de voorzitter of op voorstel van een lid van de opleidingsraad kunnen nog andere personen met raadgevende stem van binnen of buiten de instelling op de vergaderingen uitgenodigd worden.
Bevoegdheid:
Bij de faculteitsraad en het faculteitsbestuur (cf. aanvullend facultair reglement en delegatieplan), na overkoepelend
advies van de facultaire onderwijscommissie, advies uitbrengen over:
de kwaliteit van het verzorgde onderwijs en indien nodig de bijsturing ervan;
de organisatie, de programmering, de inhoud en eventuele herzieningen van het onderwijs in de betrokken opleiding, met inbegrip van de afstudeerwerken;
de onderwijsbelasting van de studenten en de OAP-leden;
de eventuele klachten van studenten betreffende de organisatie en de inhoud van het onderwijs.
OPLEIDINGSRAAD BACHELOR INGENIEURSWETENSCHAPPEN (ORBA)
Voorzitter: HUBERT RAHIER
Ondervoorzitter: FRANCIS BERGHMANS
Secretaris: JAN LEMEIRE
OPLEIDINGSRAAD BACHELOR INGENIEURSWETENSCHAPPEN-ARCHITECTUUR (ORBIA)
Voorzitter: NIELS DE TEMMERMAN
Ondervoorzitter: DIRK LEFEBER
Secretaris: INE WOUTERS
OPLEIDINGSRAAD MASTER INGENIEURSWETENSCHAPPEN ARCHITECTUUR- BOUWKUNDE (ORMAB)
Voorzitter: DANNY VAN HEMELRIJCK
Ondervoorzitter: MARIJKE MOLLAERT
Secretaris: NIELS DE TEMMERMAN
OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN WERKTUIGKUNDIG-ELEKTROTECHNIEK (ORWE)
Voorzitter: PHILIPPE LATAIRE (t.e.m. 30.09.2018), PATRICK GUILLAUME (vanaf 01.10.2018)
Ondervoorzitter: NN
Secretaris: FRANCESCO CONTINO
OPLEIDINGSRAAD MASTER COMPUTERWETENSCHAPPEN (OMCW)
Voorzitter: NIKOLAOS DELIGIANNIS
Ondervoorzitter: KRIS STEENHAUT
Secretaris: BART JANSSEN
OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN CHEMIE EN MATERIALEN (ORCM)
Voorzitter: ANNICK HUBIN (t.e.m. 30.09.2018), GUY VAN ASSCHE (vanaf 01.10.2018)
Ondervoorzitter: GERT DESMET
Secretaris: KEN BROECKHOVEN
OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN ELEKTRONICA EN INFORMATIE-TECHNOLOGIE (ORE)
Voorzitter: MAARTEN KUIJK
Ondervoorzitter: ADRIAN MUNTEANU
Secretaris: IVAN MARKOVSKY
OPLEIDINGSRAAD INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN (ORIW)
Voorzitter: FRÉDÉRIQUE BORGUET
Ondervoorzitter: SVEND BRAM
Secretaris: TIM DE TROYER
OVERLEGORGAAN WETENSCHAPPEN - INGENIEURSWETENSCHAPPEN
Bevoegdheid:
Het bestendig overlegorgaan is paritair opgesteld en heeft als bevoegdheid en opdracht de voorstellen van beide faculteiten te harmoniseren.
Het bestendig overlegorgaan heeft als taak de initiatieven en voorstellen van beide faculteiten te coördineren door de in de faculteiten (via faculteitsraad) gestemde voorstellen kritisch door te nemen en in geval van gemis aan coördinatie, terug te sturen. Dit orgaan kan, voor problemen die door beide faculteiten samen moeten opgelost worden, ad-hoc commissies oprichten. Er wordt regelmatig overleg gepleegd in vergaderingen van decanen, vicedecanen en bestuurssecretarissen.
Samenstelling:
Voor ZAP IR: - decaan: S. CAENEPEEL - vicedecaan: A. HUBIN (t.e.m. 30.09.2018), F. Berghmans (vanaf 01.10.2018)
VAKGROEPEN
ARCH (architectonische ingenieurswetenschappen)
Voorzitter: I. WOUTERS
CHIS (chemische ingenieurstechnieken en industriële scheikunde)
Voorzitter: G. DESMET
ELEC (elektriciteit)
Voorzitter: L. VAN BIESEN
ETEC (elektrotechniek en energietechniek)
Voorzitter: PH. LATAIRE
ETRO (elektronica en informatie)
Voorzitter: J.STIENS
HYDR (hydrologie en waterbouwkunde)
Voorzitter: A. VAN GRIENSVEN
MEMC (mechanica van materialen en constructies)
Voorzitter: D. VAN HEMELRIJCK
MACH (materialen en chemie)
Voorzitter: H. TERRYN
TONA (toegepaste natuurkunde en fotonica)
Voorzitter: H. THIENPONT
MECH (toegepaste mechanica)
Voorzitter: P. GUILLAUME
WISK-IR (wiskunde)
Voorzitter: S. CAENEPEEL
INDI (industriële ingenieurswetenschappen)
Voorzitter: M. RUNACRES
FACULTEIT WETENSCHAPPEN EN
BIO-INGENIEURSWETENSCHAPPEN
ORGANISATIESTRUCTUUR 2018
De Faculteit Wetenschappen en Bio-iingenieurswetenschappen organiseert haar kerntaken via 7 Vakgroepen:
DINF Vakgroep Computerwetenschappen
DWIS Vakgroep Wiskunde
DNTK Vakgroep Fysica
DSCH Vakgroep Chemie
DBIO Vakgroep Biologie
DGGF Vakgroep Geografie
DBIT Vakgroep Bio-ingenieurswetenschappen
Voor wat het onderzoek betreft is de faculteit opgedeeld in onderzoeksgroepen. De onderzoeksgroepen worden erkend door de onderzoeksraad.
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN
De Faculteitsraad
De Faculteitsraad is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden: de decaan; de vicedecaan; de academisch secretaris; een vertegenwoordiging van de ZAP-leden, verdeeld over de Vakgroepen à rato van het aantal voltijds equivalent ZAP-leden die deel uitmaken van de verschillende Vakgroepen (zoals jaarlijks bepaald op 15 september). De vertegenwoordigers en hun plaatsvervangers worden gekozen door en uit de respectievelijke Vakgroepen. Jaarlijks vóór 1 oktober worden de namen van de verkozenen en de plaatsvervangers bekendgemaakt aan de decaan; een vertegenwoordiger van elke Vakgroep van het overig academisch personeel (OAP), in hoofdorde verbonden aan de Faculteit WE-BIR, gekozen door en uit de Vakgroepen; 5 vertegenwoordigers van de studenten bij voorkeur ingeschreven in verschillende opleidingen van de Faculteit WE-BIR en verkozen overeenkomstig het participatiereglement; 2 vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel (ATP), in hoofdorde verbonden aan de Faculteit WEBIR en verkozen door en onder hen.
Volgende leden worden op de Faculteitsraad uitgenodigd met raadgevende stem: de administratief secretaris; de voorzitters van de opleidingsraden van de kernopleidingen, conform het door de RvB goedgekeurde strategisch plan van de Faculteit (ASP2); de facultaire vertegenwoordigers van het ZAP, AAP, ATP en studenten in de universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad, Onderwijsraad, Onderzoeksraad) en de overige voorzitters van de facultaire opleidingsraden maken met raadgevende stem deel uit van de Faculteitsraad voor zover zij niet reeds in de Faculteitsraad zetelen (met stemrecht) als vertegenwoordiger van hun geleding; de directeur van de Doctoral School; een vertegenwoordiger van de alumni van de Faculteit; specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.
Het Faculteitsbestuur
Het Faculteitsbestuur is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden: de decaan; de vicedecaan; de academisch secretaris; de Vakgroepvoorzitters; een afgevaardigde van het overig academisch personeel, verkozen door en onder de OAP afgevaardigden in de Faculteitsraad; 2 afgevaardigden van de studenten, verkozen door en onder de studentenafgevaardigden in de Faculteitsraad; een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel verkozen door en onder de ATP afgevaardigden in de Faculteitsraad.
Volgende leden worden met raadgevende stem uitgenodigd op het Faculteitsbestuur: de administratief secretaris; de facultaire afgevaardigde in de universiteitsraad en zijn plaatsvervanger; specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.
Het Faculteitsbureau
Het Faculteitsbureau is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden: de decaan; de vicedecaan; de academisch secretaris; de voorzitter van de facultaire onderwijscommissie; de voorzitter van de facultaire onderzoekscommissie
Volgende leden worden met raadgevende stem uitgenodigd op het Faculteitsbureau: de administratief secretaris; de coördinator strategische planning, financieel beleid en infrastructuur; de voorzitter van de facultaire commissie studentenzaken; de voorzitter van de facultaire commissie voor de doctoraatsopvolging; de voorzitter van de facultaire commissie Public Relations; de voorzitter van de facultaire commissie internationalisering;
De Vakgroepraden
Elke Vakgroep bepaalt in een intern reglement de samenstelling van de Vakgroepraad en het al dan niet stemgerechtigd zijn van de leden bij de verschillende agendapunten. Elk ZAP, OAP en ATP-lid behoort in hoofdorde tot één enkele Vakgroep, voor het ZAP op voorstel van de Raad van Bestuur, voor OAP en ATP op basis van de facultaire allocatie.
De Voorzitter van de Vakgroep is een ZAP-lid dat in hoofdorde aan de Vakgroep verbonden is. De AAP-leden en studenten die zetelen in de Vakgroep worden verkozen door en onder de leden van hun geleding, in hoofdorde verbonden aan de Vakgroep.
De nominatieve samenstelling van de Vakgroepraad wordt jaarlijks vóór 1 oktober aan de decaan bekendgemaakt.
De Opleidingsraden
Deze samenstelling dient conform te zijn met het VUB reglement “Opleidingsraden”. Voor de master opleidingen die in het kader van een interuniversitaire overeenkomst ingericht worden, kan afgeweken worden van de bepalingen in het Centraal Reglement.
De nominatieve samenstelling van de Opleidingsraad wordt jaarlijks vóór 1 oktober aan de decaan bekendgemaakt.
Overige Adviesorganen
De Faculteitsraad heeft volgende adviesorganen: onderwijscommissie; onderzoekscommissie; commissie voor de doctoraatsopvolging; commissie public relations; commissie internationalisering; evaluatie- en bevorderingscommissie; commissie studentenzaken;
Het faculteitsbestuur en het faculteitsbureau kunnen geadviseerd worden door ad hoc commissies, aangesteld door het faculteitsbestuur of door het faculteitsbureau.
FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE
1 . BESTUURSLICHAMEN EN SECRETARIATEN
• Faculteitsbureau
• Faculteitsbestuur
• Faculteitsraad
• Faculteitssecretariaat Medewerkers
De faculteitssecretaris: Chantal Vermoesen
De secretariaatsmedewerkers:
Ine De Smet, Inge Servranckx, Laura Cornelis, Annelies Tassenoy, Iren Varga, Mitch Van Hove, Lieselot Van Kerkhove, Jenny Van Mol, Sophie Vanvaerenbergh, Bea Vermoesen, Hilde Willems
Inschrijvingen, Informatie en PR : Veerle De Wilde,
Helpdeskmedewerker en ondersteuning audiovisuele middelen : Luc De Witte
Leslokalen- en congresmedewerker: Jeroen Van Laer
Stafmedewerker communicatie : Dirk Wouters
2. BUREAU VAN HET FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling:
• De decaan: Prof. Dr. P. In’t Veld
• De vice-decaan: Prof. dr. B. Velkeniers (studentenbeleid en UMC) en plaatsvervangend decaan
• De 2 directeuren
• Prof. N. Pouliart (onderwijs)
• Prof. I. Bautmans (onderzoek)
• De academisch secretaris: Prof. T. Vanhaecke
• De faculteitssecretaris: Chantal Vermoesen
Artikel 8 Bevoegdheden (ad CR artikel 13)
§1 Het Faculteitsbureau is ten minste bevoegd voor:
1° de dagelijkse leiding van de Faculteit;
2° het opmaken van een voorstel van huishoudelijk reglement van de faculteit;
3° het opmaken van de agenda voor de Faculteitsraad, voor het Faculteitsbestuur en voor het College van Gewoon Hoogleraren;
4° het voorbereiden van de vergaderingen van het Faculteitsbestuur, de Faculteitsraad en het College van Gewoon Hoogleraren voor en het uitvoeren van de genomen beslissingen;
5° het nemen van de noodzakelijke beslissingen in spoedeisende aangelegenheden; de Decaan legt deze beslissingen tijdens de eerstvolgende vergadering ter bekrachtiging voor aan het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad, naargelang het geval;
6° het toezicht op het functioneren van het faculteitssecretariaat;
7° de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking de vacatures, de aanstelling, de bevordering en het gebeurlijk ontslag voor het ATP verbonden aan de faculteit;
8° de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing) en het gebeurlijk ontslag voor het AAP verbonden aan de faculteit;
9° de goedkeuring van de samenstelling en de verslagen van de doctoraatscommissies ( examenjury’s) en de toelating tot de openbare verdediging;
10° het advies over de aanstelling van klinische stafleden in het UZ Brussel;
11° de verdeling van de lokalen in functie van het beleidsplan, dat werd goedgekeurd en opgevolgd door het Faculteitsbestuur;
12° het aanduiden van de ‘ad hoc’ leden aan van de (bijzondere) hospitalo facultaire commissies.
13° het aanduiden van vertegenwoordigers van de faculteit in externe commissies
Artikel 9 Werking (ad CR artikel 14)
§1 Het Faculteitsbureau komt in principe wekelijks samen. In functie van de noodwendigheden, beoordeeld door de Decaan, kan het Faculteitsbureau ook elektronisch overleg plegen en tot besluiten komen.
§2 Het Faculteitsbureau neemt haar beslissingen in consensus of indien nodig, bij gewone meerderheid. Bij staking van stemmen, geeft de stem van de Decaan de doorslag.
§3 Alle beslissingen en maatregelen, in het uitzonderlijk geval van hoogdringendheid genomen door het Faculteitsbureau, worden op de eerstvolgende vergadering van het Faculteitsbestuur meegedeeld.
§4 Alle beslissingen en maatregelen genomen in functie van delegatiebevoegdheid toegekend door het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad aan het Faculteitsbureau, worden op een eerstvolgende vergadering van het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad meegedeeld.
3. FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling: in voege vanaf 2de semester 2015-2016
Het Faculteitsbestuur is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:
a. de decaan;
b. de vicedecaan;
c. de twee directeurs, lid van het Faculteitsbureau, bevoegd voor onderwijs, onderzoek, studentenbeleid en/of internationalisering;
d. de academisch secretaris;
e. de vakgroepvoorzitters; f. de voorzitters van de opleidingsraden van de kernopleidingen, conform het door de RvB goedgekeurde strategisch plan van de faculteit (ASP2); g. een afgevaardigde van het overig academisch personeel; h. een afgevaardigde van de studenten; i. een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel, in hoofdorde verbonden aan de faculteit Geneeskunde en Farmacie.
Volgende leden worden met raadgevende stem uitgenodigd op het Faculteitsbestuur:
• de administratief secretaris;
• de coördinatoren van de onderzoeksclusters ;
• de facultaire vertegenwoordigers van het ZAP, AAP, ATP en studenten in de universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad, Onderwijsraad, Onderzoeksraad) maken met raadgevende stem deel uit van het Faculteitsbestuur voor zover zij niet reeds in het Faculteitsbestuur zetelen (met stemrecht) als vertegenwoordiger van hun geleding;
• de academisch verantwoordelijke van de Tandheelkundige Kliniek;
• de voorzitter van het UMC-Comité;
• de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel;
• de voorzitter van de Gebouwencommissie Jette;
• de voorzitter van de Commissie Communicatie en Voorlichting;
• de voorzitter van de Medische Raad;
• de directeur van de Doctoral School;
• de studietrajectbegeleider GF;
• de leden van het vorige Faculteitsbureau (tot aan de volgende verkiezingen);
• een studentenvertegenwoordiger uit de opleidingen Geneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Biomedische Wetenschappen, Gerontologie, Management en beleid in de gezondheidszorg, Manama Huisartsgeneeskunde en Manama Specialistische geneeskunde;
• specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.
De afgevaardigde van het OAP in het Faculteitsbestuur is één van de verkozen leden van deze geleding voor de Faculteitsraad. Hij/zij wordt aangeduid onder en door de verkozen leden van het OAP. Het mandaat duurt twee jaar en is hernieuwbaar.
De afgevaardigde van het ATP in het Faculteitsbestuur is één van de verkozen leden van deze geleding voor de Faculteitsraad. Hij/zij wordt aangeduid onder en door de verkozen leden van het ATP. Het mandaat duurt twee jaar en is hernieuwbaar.
De afgevaardigde van de studenten in het Faculteitsbestuur is één van de verkozen leden van deze geleding voor de Faculteitsraad. Hij/zij wordt aangeduid in onder en door de verkozen leden van de studenten. Het mandaat duurt één jaar en is hernieuwbaar.
Bevoegdheid:
Het Faculteitsbestuur geeft advies over het door het Faculteitsbureau voorbereid facultair beleidsplan en is bevoegd voor het implementeren van het facultair beleidsplan nadat werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de VUB.
Het Faculteitsbestuur beslist inzake volgende aangelegenheden:
1° de afvaardiging van facultaire vertegenwoordigers in centrale organen;
2° de vaste vertegenwoordigers van de faculteit in de (Bijzondere) Hospitalo-Facultaire Commissies (vast en tijdelijk kader);
3° de samenstelling van de examencommissies, inclusief de aanduiding van een voorzitter en secretaris per examencommissie;
4° de samenstelling van de Commissie voor de Doctoraatsopvolging;
5° de samenstelling van de Commissie Medische Ethiek van het UZ Brussel en van de Ethische Commissie voor Proefdierengebruik;
6° het opstellen van een organogram van de faculteit, inclusief het faculteitssecretariaat;
7° de samenstelling van de vakgroepraden;
8° de samenstelling van de opleidingsraden, inclusief hun voorzitter;
9° de delegatie van bevoegdheden naar het Faculteitsbureau;
10° de samenstelling van de vaste selectiecommissie;
11° de aanstelling in een ZAP-mandaat van minder dan 50 % VTE, en de inschaling en bepaling van de salaristrap;
12° de hernieuwing van de ZAP-mandaten van minder dan 50 % VTE;
13° de aanstelling en hernieuwing in een mandaat van Klinische Professor;
14° de aanstelling en hernieuwing in een AAP-mandaat;
15° de aanstelling en hernieuwing in een mandaat van Doctorassistent van minder dan 50 % VTE;
16° de hernieuwing in een mandaat van Doctorassistent van meer dan 50 % VTE; 17° de herbepaling van de opdracht van ZAP overeenkomstig artikel 100 van het ZAP reglement;
18° de herleiding van de omvang van de aanstelling van een ZAP lid overeenkomstig artikel 103 tem 106 van het ZAP reglement;
19° de herbepaling van de opdracht van het AAP;
20° de aanstelling van de lezinghouders;
21° de aanstelling van de klinische tutoren;
22° de interne en externe tijdelijke vervangingen van ZAP en AAP;
23° de goedkeuring van nevenactiviteiten van AAP.
24° het opstellen van de facultaire kalender;
Het Faculteitsbestuur heeft voorstel- en adviesbevoegdheid ten aanzien van het bevoegde universitaire orgaan inzake volgende aangelegenheden:
1° de samenstelling van de facultaire Evaluatie- en Bevorderingscommissie;
2° voor het ZAP in hoofdorde verbonden aan de faculteit: de vacatures, de eerste aanstelling en de opdracht (de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling /hernieuwing, de bevordering en het gebeurlijk ontslag wordt gesubdelegeerd naar het College van Gewoon Hoogleraren);
3° voor het OAP verbonden aan de faculteit: de vacatures, de opdracht en de aanstelling (de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling/hernieuwingen het gebeurlijk ontslag van het AAP wordt gesubdelegeerd naar het Faculteitsbureau en van het andere OAP naar het College van Gewoon Hoogleraren);
4° de bewaking van de onderwijskwaliteit op basis van de actieplannen van de opleidingsraden;
5° onderwijs- en opleidingsgerelateerde voorstellen, behoudens de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen;
6° de verdeling van de ondewijskredieten;
7° de verdeling van de onderzoekskredieten wordt gesubdelegeerd aan de UMCOR;
8° de nevenactiviteiten van ZAP leden;
9° de aanstelling van de facultaire ombudspersoon; 10° het verlenen van de titel van Doctor Honoris Causa;
11° het verlenen van de titel van VUB/UMC Fellow; 12° de aanstelling van artsen in het UZ Brussel;
13° algemeen beleid rond de (her) allocatie van lokalen aan vak- en onderzoeksgroepen;
14° maatschappelijke en andere standpunten van de faculteit.
Het Faculteitsbestuur delegeert de volgende bevoegdheden naar het Faculteitsbureau:
1° voor het ATP verbonden aan de faculteit wordt de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking de vacatures, de aanstelling, de bevordering en het gebeurlijk ontslag;
2° voor het AAP verbonden aan de faculteit: de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing) en het gebeurlijk ontslag;
3° de goedkeuring van de samenstelling en de verslagen van de doctoraatscommissies (examenjury’s) en de toelating tot de openbare verdediging;
4° het advies over de aanstelling van klinische stafleden in het UZ Brussel.
Het Faculteitsbestuur delegeert de volgende bevoegdheden naar het College van Gewoon Hoogleraren:
1° voor het ZAP in hoofdorde verbonden aan de faculteit: de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing), de bevordering en het gebeurlijk ontslag;
2° voor het OAP (met uitzondering van het AAP) in hoofdorde verbonden aan de faculteit: de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing) en het gebeurlijk ontslag;
4. FACULTEITSRAAD
Samenstelling:
De Faculteitsraad is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:
a. de decaan;
b. de vicedecaan;
c. de academisch secretaris; d. een vertegenwoordiging van de ZAP-leden, inclusief de bezoldigde gastprofessoren en klinische professoren, verdeeld over de vakgroepen (cfr. art. 3) a rato van het aantal voltijdse equivalenten ZAP-leden die deel uitmaken van de verschillende vakgroepen, gekozen door en uit de vakgroepraden zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van de faculteit GF;
e. 6 vertegenwoordigers van het overig academisch personeel, in hoofdorde verbonden aan de faculteit Geneeskunde en Farmacie en verbonden aan verschillende vakgroepen
f. 6 vertegenwoordigers van de studenten bij voorkeur ingeschreven in verschillende opleidingen van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie, zoals omschreven in artikel 2
g. 3 vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel, in hoofdorde verbonden aan de faculteit Geneeskunde en Farmacie
Volgende leden worden op de Faculteitsraad uitgenodigd met raadgevende stem:
• de administratief secretaris;
• de twee directeurs, lid van het Faculteitsbureau, bevoegd voor onderwijs, onderzoek, studentenbeleid en/of internationalisering;
• de voorzitters van de opleidingsraden van de kernopleidingen, conform het door de RvB goedgekeurde strategisch plan van de faculteit (ASP2);
• de facultaire vertegenwoordigers van het ZAP, AAP, ATP en studenten in de universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad, Onderwijsraad, Onderzoeksraad,… en de overige voorzitters van de facultaire opleidingsraden maken met raadgevende stem deel uit van de Faculteitsraad voor zover zij niet reeds in de Faculteitsraad zetelen (met stemrecht) als vertegenwoordiger van hun geleding;
• de coördinatoren van de onderzoeksclusters;
• de academisch verantwoordelijke van de Tandheelkundige Kliniek;
• de voorzitter van het UMC-Comité;
• de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel;
• de voorzitter van de Gebouwencommissie Jette;
• de voorzitter van de Commissie Communicatie en Voorlichting;
• de voorzitter van de Medische Raad;
• de directeur van de Doctoral School;
• de studietrajectbegeleider GF;
• de leden van het vorig Faculteitsbureau (tot aan de volgende verkiezingen);
• een studentenvertegenwoordiger uit de opleidingen Geneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Biomedische Wetenschappen, Gerontologie, Management en beleid in de gezondheidszorg, Manama Huisartsgeneeskunde en Manama Specialistische geneeskunde;
• specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.
Bij afwezigheid, verhindering of ontstentenis van leden van de Faculteitsraad genoemd onder artikel 5§1 d tem g worden zij vervangen door hun plaatsvervangers die verkozen of aangeduid zijn door hun vakgroep, geleding en in het geval van de studenten, overeenkomstig het participatiedecreet
Bevoegdheid:
De Faculteitsraad delegeert de volgende bevoegdheden naar het Faculteitsbestuur:
a) Beslissingsbevoegdheid:
1° de afvaardiging van facultaire vertegenwoordigers in centrale organen; 2° de samenstelling van de examencommissies, inclusief de aanduiding van een voorzitter en secretaris per examencommissie; 3° de samenstelling van de commissie voor de doctoraatsopvolging;
4° het opstellen van een organogram van de faculteit, inclusief het faculteitssecretariaat;
b) Voorstel- en adviesbevoegdheid aan het bevoegde universitaire orgaan:
1° de eerste aanstelling van het voltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit; 2° de eerste aanstelling van het deeltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit;
3° de bevordering van het zelfstandig academisch personeel in hoofdorde verbonden aan de faculteit; 4° de bewaking van de onderwijskwaliteit op basis van de actieplannen van de opleidingsraden; 5° onderwijs- en opleidingsgerelateerde voorstellen, behoudens de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen;
6° de aanstelling van de facultaire ombudspersoon;
7° het verlenen van de titel van Doctor Honoris Causa;
8° het verlenen van de titel van VUB Fellow.
Voor de hierboven vermelde bevoegdheden a) 2 en 4 is subdelegatie door het Faculteitsbestuur naar het Faculteitsbureau mogelijk.
5. BUREAU VAN DE FACULTEIT = IDEM FACULTEITSBUREAU
6.
FACULTEITSORGANEN
MET RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
De Evaluatie- en Bevorderingscommissie (EBC-commissie)
§1 De facultaire EBC bestaat uit ten minste 5 ZAP-leden in hoofdorde verbonden aan de Faculteit Geneeskunde en Farmacie.
§2 De samenstelling van de facultaire EBC wordt, op voorstel van het Faculteitsbureau, goedgekeurd door het Faculteitsraad.
§3 De facultaire EBC wordt samengeroepen in functie van de noodwendigheden, op uitnodiging van de Decaan.
§4 De bevoegdheden van de EBC worden omschreven in het ZAP-reglement.
Vakgroepsraden: elke vakgroep kiest zijn eigen voorzitter uit de leden die tot de desbetreffende vakgroep behoren.
Vakgroep Vakgroep
FARM Farmaceutische en Farmacologische Wetenschappen
GEWE Gezondheidswetenschappen
GERO Gerontologie
BMWE Basis (bio-) medische wetenschappen
PATH Pathologie/Moleculaire en cellulaire geneeskunde
KLIW Observerende klinische wetenschappen
LABO Ondersteunende klinische wetenschappen
CHIR Snijdende klinische wetenschappen
HUIS Huisartsgeneeskunde en chronische zorg
Voorzitters
I. Smolders
J. Bilsen
I. Bautmans
L. Bouwens
B. Keymolen
M. De Ridder
J. De Mey
D. Michielsen
D. Devroey
GFAC Geneeskunde en Farmacie academisch/administratief Decaan – P. In’t Veld
Clusters en Onderzoeksgroepen http://gf.vub.ac.be/onderzoeksclusters.php
Het onderzoek is georganiseerd in onderzoeksclusters, opgebouwd uit de door OZR erkende onderzoeksgroepen (OZG) binnen de faculteit G&F. Hieronder vindt u een overzicht van de clusters, onderzoeksgroepen en de ZAP-leden hiertoe behoren.
Development, Ageing & Pathology
Coördinatoren: Ivan Bautmans & Brigitte Velkeniers
OZG Voorzitter
FRIA Bautmans I
INTG Velkeniers B
GRON Vandenplas Y
URGE Hubloue I
MIPI Pierard D
HEEL Lamote J
ANES Poelaert J
Andere ZAP leden
Beyer I
De Vriendt P
Gorus E
Njemini R
Scafoglieri A
Van Damme W
Bravenboer B
Dessein P
Spapen H
Verbanck S
Vincken W
Wissing KM
Cools F
Deneyer M
Gies I
Imeraj L
Malfroot A
Van der Werff ten Bosch J
Veereman G
Gordts F
Szegedi L
SKIN Gutermuth J
ORHE Cosyn J
Diabetes, Transplantation and Pathology
Coördinator: Bart Keymeulen
OZG Voorzitter
DIAB Keymeulen B
Cleymaet R
Bottenberg P
Vande Vannet B
Jacquet W
EXPA Forsyth R
Liver, Cell Biology & Toxicology
Coördinator: Leo Van Grunsven
OZG Voorzitter
Andere ZAP leden
Hellemans K
Hilbrands R
Gorus F
Jacobs-Tulleneers-Thevissen D
Ling Z
Martens G
Pipeleers D
Van De Casteele M
Vanderauwera B
Weets I
In’t Veld P
Andere ZAP leden
IVTD Vanhaecke T De Kock J
Demeyer K
De Paepe K
Rogiers V
Rodrigues RM
Vinken M
LIVR van Grunsven L Mannaerts I
Reynaert H
Medical Imaging & Physical Sciences
Coördinator: Tony Lahoutte
OZG Voorzitter
Andere ZAP leden
MIMA Lahoutte T Buls N
Caveliers V
Defrise M
De Mey J
Devoogdt N
D’Huyvetter M
Everaert H
Hernot S
Keyaerts M
Pouliart N
Scheerlinck T
Willekens I
Xavier C
TROP De Ridder M
Distelmans W
Gevaert T
Michielsen D
Neurosciences
Coördinator: Ilse Smolders
OZG Voorzitter Andere ZAP leden
EFAR Smolders I De Bundel D
Kooijman R
Van Eeckhaut A
NEUR De Keyser J Baeken C
D’Hooghe M Matthys F Moens M Nagels G Ten Tusscher M
Van Schependom J Versijpt J
MICH Massie A Aerts J
CRRG Huygens L Hachimi-Idrissi S Verborgh C
Oncology Research Centre
Coördinator: Karin Vanderkerken
OZG Voorzitter Andere ZAP leden
HEIM Vanderkerken K De Bruyne E Demanet C De Veirman K Jochmans K Menu E Schots R Van Riet I
LMCT Thielemans K Breckpot K Goyvaerts C
LMMO De Grève J Neyns B Rooman I
ZRL Deliens L Chambaere K Cohen J
Houttekier D Smets T
Van den Block L
TROP De Ridder M Distelmans W Gevaert T Michielsen D
Pharmaceutical Research & Data Technology
Coördinator: Yvan Vander Heyden
OZG Voorzitter Andere ZAP leden
FABI Vander Heyden Y Dejaegher B Mangelings D Vanommeslaeghe K
Public Health
Coördinator: Marc Leys
OZG Voorzitter Andere ZAP leden
I-CHER Putman K Jegers M Boon E
OPIH Leys M
Beeckman K
Louckx F
Noppen M
Vanroelen C
HUIS Devroey D Schol S
Vandevoorde J
BISI Buyl R Barbé K
MENT Bilsen J Deschepper R
Hermans V Peremans L
Reproduction, Genetics & Regenerative Medicine
Coördinator: Karen Sermon
OZG Voorzitter
BITE Goossens E
REGE Sermon K
FOBI Smitz J
Andere ZAP leden
De Schepper J Tournaye H
Van Saen D
Blockeel C
Bonduelle M
Camus M
De Rycke M
Geens M
Polyzos N
Seneca S
Spits C
Stouffs K
Van Dooren S
Verpoest W
Anckaert E
De Vos M
REIM Van de Velde H Vercammen M
GTRM VandenDriessche T Chuah M
NEGE Jansen A
MOKI Gucciardo L
BENE Heimberg H
Baeyens L
De Leu N
DIFF Bouwens L Houbracken I
Research Center for Cardiovascular diseases
Coördinator: Steven Droogmans
OZG Voorzitter
CHVZ La Meir M
KFAR Dupont A
Andere ZAP leden
Brugada P
Cosyns B
De Asmundis C
Debing E
Droogmans S
Schoors D
Vandenbrande P
Steurbaut S
Van Der Niepen P
Volledige naam van de onderzoeksgroepen
OZG Volledige naam
ANES Anesthesiology
BENE Beta Cell Neogenesis
BISI Biostatistics & Medical Informatics
BITE Biology of the Testis
CHVZ Centre for Cardiovascular Diseases
CRRG Cerebral Resuscitation Research Group
DIAB Diabetes Pathology and Therapy
DIFF Cell Differentiation Lab
EFAR Experimental Pharmacology
EXPA Experimental Pathology
FABI Analytical Chemistry, Applied Chemometrics and Molecular Modelling
FOBI Follicular Biology
FRIA Frailty in Ageing
GRON Growth & Development
GTRM Gene Therapy and Regenerative Medicine
HEEL Surgery
HEIM Hematology & Immunology
HUIS General Medicine
I-CHER Interuniversity Centre for Health Economics Research
INTG Internal Medicine
IVTD Experimental in vitro Toxicology & Dermato-Cosmetology
KFAR Clinical Pharmacology & Clinical Pharmacy
LIVR Liver Cell Biology Lab
LMCT Laboratory of Molecular and Cellular Therapy
LMMO Laboratory of Medical and Molecular Oncology
MENT Mental Health & Well-being
MICH Pharmaceutical Biotechnology and Molecular Biology
MIMA Medical Imaging
MIPI Microbiology & Infection Prevention
MOKI Mother & Child
NEGE Neurogenetics
NEUR Neuroprotection and neuromodulation
OPIH Organisation, Policy- and Social Inequalities in Health Care
ORHE Oral Health
REGE Reproduction & Genetics
REIM Reproductive Immunology and Implantation
SKIN Immunology of the skin
TROP Translational Radiation Oncology and Physics
URGE Emergency and Disaster Medicine
ZRL End-of-life care
Alliantieonderzoeksgroepen
Alliantieonderzoeksgroepen VUB – UGent
Alliance for Modulation in Epilepsy (AMIE)
Ilse Smolders (VUB) en Paul Boon (UGent)
Connexin Signaling Research Group (CONX)
Vera Rogiers (VUB) en Luc Leybaert (UGent)
Interuniversity Center for Health Economics Research (I-CHER)
Koen Putman (VUB) en Lieven Annemans (UGent)
PAT Chemometrics (PATC)
Yvan Vander Heyden (VUB) en Thomas De Beer (UGent)
Research in Geriatics and Gerontology (REGG)
Ivan Bautmans (VUB) en Mirko Petrovic (UGent)
Zorg rond het levenseinde (ZRLA)
Luc Deliens (VUB) en Simon Van Belle (UGent)
Research Consortiom on Particle based Immunotherapy (PACT)
Karine Breckpot (VUB) en Stefaan Desmedt (UGent)
Translational Liver Cell Biology Alliance (TLCA)
Leo van Grunsven (VUB) en Hans Van Vlierberghe (UGent)
VUB-ULB Joint Research Groups
Brussels (Bio)Pharmaceutical Analysis Research Group (BBRG)
Yvan Vander Heyden, Debby Mangelings, A. Van Eeckhaut (VUB) en P. Van Antwerpen, J.M Kauffmann, B. Dejaegher (ULB)
Brussels Diabetes Research Pole (BDRP)
Harry Heimberg (VUB) en Decio L. Eizirik (ULB)
Immunoregulation
Léo Oberdan (ULB) en Jo Van Ginderachter (VUB), Kris Thielemans (VUB)…
International Joint Research Group
Liver Connexin and Pannexin Research Group (LCPR)
Mathieu Vinken (VUB) en Bruno Cogliati (Univ. De Sao Paulo - Brazilië
Opleidingsraden
§1 Elke bachelor-, master- en master na masteropleiding heeft een opleidingsraad. De Facultaire opleidingsraden zijn minstens samengesteld uit alle ZAP-leden die coördinator zijn voor een opleidingsonderdeel/studiedeel, alsook uit een vertegenwoordiging van het OAP en de jaarverantwoordelijken van de studenten, en eventueel van het ATP en van de Alumni.
§2 De samenstelling, bevoegdheid en werking wordt vastgelegd in het reglement van de opleidingsraad, dat ook vastlegt hoe de verkiezing van de voorzitter en ondervoorzitter wordt georganiseerd. Het reglement van de opleidingsraad wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Faculteitsbestuur, na advies van het Faculteitsbureau.
§3 De samenstelling, bevoegdheid en werking van de interuniversitair georganiseerde master na master opleidingen wordt vastgelegd in de interuniversitaire overeenkomst, en wordt ter akte name voorgelegd aan het Faculteitsbestuur, na advies van het Faculteitsbureau.
§4 De opleidingsraad waakt over de kwaliteit van het onderwijs, de examens, de practica en stages van de opleiding. Zij formuleert voorstellen voor curriculumvernieuwing, de (her)bepaling of het uitschrijven van vacatures voor onderwijsopdrachten (dit laatste in overleg met de betrokken vakgroep), voor aanpassingen en aanvullingen aan het examenreglement, voor het opstellen van uurroosters en examenroosters, specifieke examenreglementen, bestendige specifieke onderwijskredieten, bespreken van de resultaten van de onderwijsevaluaties en voorstellen tot remediëring. Wanneer de voorstellen, geformuleerd door de opleidingsraad, implicaties hebben op het onderwijs onder toezicht van een andere opleidingsraad, worden de voorstellen eerst voorgelegd aan de Vicedecaan/Directeur bevoegd voor Onderwijs en, indien nodig, besproken in de facultaire overkoepelende opleidingsraad.
§5 De opleidingsraad richt zijn voorstellen tot het Faculteitsbureau, die ze voorlegt aan het Faculteitsbestuur.
§6 Elke opleidingsraad komt minstens tweemaandelijks samen.
7. FACULTAIRE COMMISSIES :
Academisch Kernteam Tandheelkunde
§1 Het Academisch Kernteam Tandheelkunde, het zgn. “Bestuurscollege Tandheelkunde”, bestaat uit de leden van het ZAP die in hoofdorde verbonden zijn aan de faculteit en die als afdelingshoofd verbonden zijn aan de Tandheelkundige Kliniek van de VUB. Het team wordt voorgezeten door de academisch verantwoordelijke van de Tandheelkundige Kliniek.
§2 Het Academisch Kernteam Tandheelkunde geeft adviezen aan het bestuur van de faculteit in verband met alle academische aangelegenheden die betrekking hebben op onderwijs en onderzoek in het domein van de tandheelkunde.
Overkoepelende Facultaire Onderwijscommissie
§1 De Overkoepelende Facultaire Onderwijscommissie is samengesteld uit de voorzitters van de opleidingsraden, de facultaire AAP- en studentenvertegenwoordigers in de Onderwijsraad en de Administratief Secretaris. De Directeur bevoegd voor Onderwijs, die de faculteit vertegenwoordigt in de Onderwijsraad van de VUB, zit de Overkoepelende Onderwijscommissie Commissie voor en roept ze samen in functie van de noodwendigheden.
§2 De Overkoepelende Facultaire Onderwijscommissie bespreekt de onderwijsgebonden onderwerpen die het domein van de specifieke opleidingsraden overstijgen en verdeelt de kredieten van het onderwijsfonds, het fonds multimediale middelen en zware apparatuur.
Commissie Communicatie en Voorlichting
§1 De Voorzitter van de Commissie Communicatie en Voorlichting (C&V-commissie) stelt de commissie samen, rekening houdend met de noodzakelijke expertise van de leden. De commissie omvat tenminste de Directeur bevoegd voor studentenzaken, de coördinator wetenschapsvoorlichting, de vertegenwoordiging van MARCOM op de Campus Jette en de communicatieverantwoordelijke van het UZ Brussel.
§2 De C&V-commissie beraadt zich over alle activiteiten die de recrutering en de algemene uitstraling van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie en de Campus Jette bevorderen. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de marketing en communicatieactiviteiten ten dienste van de opleidingen binnen de leefbaarheid en studentvriendelijkheid van de campus, de verbetering van de sport-, culturele- en sociale activiteiten. De commissie organiseert de info- en onthaaldagen in samenwerking met het Faculteitsbureau.
§3 De voorzitter van de C&V-commissie stelt een Perscel samen, rekening houdend met een evenwichtige vertegenwoordiging van alle geledingen aanwezig op de campus. De Perscel bevordert de zichtbaarheid van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie en het UZ Brussel in de Pers.
§4 De voorzitter van de C&V-commissie rapporteert aan het Faculteitsbureau.
Doctoraatcommissies en de Commissie voor Doctoraatsopvolging
§1 De faculteit richt een Commissie voor Doctoraatsopvolging op en voor elk van haar doctoraatsopleidingen een Doctoraatscommissie op, conform het facultair doctoraatsreglement.
§2 De samenstelling en de werking van de Commissie voor Doctoraatsopvolging en de facultaire doctoraatscommissies worden beschreven in het aanvullend facultair doctoraatsreglement en de facultaire richtlijnen.
Facultaire Commissie Internationalisering
§1 De Facultaire Commissie Internationalisering (FACIR) bestaat minstens uit de verantwoordelijken van de internationalisering van de verschillende opleidingsraden. De Directeur bevoegd voor Internationalisering is voorzitter van deze commissie.
§2 De FACIR wordt door de voorzitter samengeroepen in functie van de noodwendigheden.
§3 De FACIR bevordert het internationaal beleid binnen de faculteit GF. De voorzitter rapporteert aan het Faculteitsbureau.
Facultaire “Ad Hoc” Adviescommissies”
§1 De Voorzitters van de facultaire “ad hoc” adviescommissies (met uitzondering van de voorzitters van de opleidingsraden en de vakgroepen) worden aangeduid door het Faculteitsbureau.
§2 De Voorzitters brengen advies uit aan het Faculteitsbureau en het Faculteitsbestuur. De duur van de aanstelling loopt gelijk met de duur van de aanstelling van het Faculteitsbureau
FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN
EDUCATIEWETENSCHAPPEN
SAMENSTELLING FACULTEITSRAAD PE – 2017-2018
DECAAN – stemgerechtigd
Vanderfaeillie Johan
VICEDECAAN – stemgerechtigd
Lombaerts Koen
ACADEMISCH SECRETARIS - stemgerechtigd
De Gieter Sara
ZAP – stemgerechtigd
De Donder Liesbeth
Baetens Imke
Consuegra Els
Cools Wouter
De Backer Free
De Wilde July
De Witte Nico
Derksen Jan
Deroost Natacha
Dierckx Eva
Engels Nadine
Hofmans Joeri
Pepermans Roland
Rossi Gina
Schotte Christiaan
Soyez Veerle
Struyven Katrien
Theuns Peter
Tondeur Jo
Van den Broeck Wim
Van Overwalle Frank
van West Dirk
Vantilborgh Tim
Vanwing Tom
Verté Dominique
Westreich Smadar
Zhu Chang
OAP – stemgerechtigd
EDWE: Brosens Dorien (effectief) - Smetcoren An-Sofie (plaatsvervanger)
EXTO: Van Lierde Elke (effectief) - Yang Yang (plaatsvervanger)
IDLO: Halimi Myriam (effectief) - Willegems Vicky (plaatsvervanger)
KLEP: Debast Inge (effectief) - Staels Eva (plaatsvervanger)
STUDENTEN – stemgerechtigd
Hendrickx Birgit (effectief)
Vermeulen Frits (effectief) - Geebelen Joyce Mariella (plaatsvervanger)
Stoffels Axelle (effectief) - Echouel Soukaina (plaatsvervanger)
Devroey Jelle (effectief) - Hanot Charlotte Ivo (plaatsvervanger)
ATP – stemgerechtigd
Vandromme Veerle (effectief) - Van Moer Eva (plaatsvervanger)
Vantournhout Eva (effectief) - Van Houtvinck Sylvie (plaatsvervanger)
ZAP – raadgevende stem
Andries Caroline
Dhar Monica
Elias Willem
Hermans Veerle
Mairesse Olivier
Van Hoof Elke
Van Puyvelde Martine
Ysebaert Walter
ADMINISTRATIEF SECRETARIS – raadgevende stem
Van Akelijen Ivo
SAMENSTELLING FACULTEITSBESTUUR PE – 2018-2019
DECAAN – stemgerechtigd
Vanderfaeillie Johan
VICEDECAAN – stemgerechtigd
Lombaerts Koen
ACADEMISCH SECRETARIS - stemgerechtigd
De Gieter Sara
VOORZITTERS VAKGROEPEN - stemgerechtigd
De Donder Liesbeth
Engels Nadine
Rossi Gina
Van Overwalle Frank
ONDERVOORZITTERS VAKGROEPEN - stemgerechtigd
Baetens Imke
Consuegra Els
De Backer Free
Deroost Natacha
OAP - stemgerechtigd
Debast Inge (effectief) – Halimi Myriam (plaatsvervanger)
STUDENTEN - stemgerechtigd
Vermeulen Frits (effectief) – Geebelen Joyce Mariella (plaatsvervanger)
ATP - stemgerechtigd
Vantournhout Eva (effectief) – Van Houtvinck Sylvie (plaatsvervanger)
ADMINISTRATIEF SECRETARIS – raadgevende stem
Van Akelijen Ivo
ADMINISTRATIEF COÖRDINATOR IDLO – waarnemer
Vandromme Veerle
SAMENSTELLING OPLEIDINGSRAAD 2018-2019
Cluster Psychologie, Agogische Wetenschappen, Onderwijskunde/Educational Sciences
VOORZITTER
Lombaerts Koen
SECRETARIS
De Gieter Sara
TITULARISSEN
Andries Caroline
Baetens Imke
De Backer Free
De Donder Liesbeth
De Gieter Sara
De Pryck Koen
Deroost Natacha
De Witte Nico
Dhar Monica
Dierckx Eva
Elias Willem
Glorieux Ignace
Hermans Veerle
Hofmans Joeri
Jegers Marc
Lombaerts Koen
Mairesse Olivier
Pattyn Nathalie
Pepermans Roland
Redig Guy
Rossi Gina
Soyez Veerle
Struyven Katrien
Theuns Peter
Theeboom Marc
Van den Broeck Willem
Van Hoof Elke
Van Overwalle Frank
Van Puyvelde Martine
van West Dirk
Vanderfaeillie Johan
Vanhee Jean-Pierre
Vantilborgh Tim
Vanwing Tom
Verté Dominique
Westreich Smadar
Wylleman Paul
Zhu Chang
LEDEN VAN HET ONDERWIJSTEAM
Achnak Safâa
Baetens Kris
Beeckmans Kurt
Commers Tessa
De Bruyne Johan
De Coorde Gert
De Cremer Jennifer
Debast Inge
Debusscher Jonas
Desender Kobe
Doci Edina
Germeys Lynn
Gypen Laura
Heleven Elien
Heurckmans Nathalie
Isaac Alain
Koolen Katrien
Li Shihua
Muls Jaël
Muscarella Charlotte
Nols Zeno
Norre Jan
Sorgeloos Daan
Staels Eva
Thomas Valérie
Torbeyns Toon
Truyens Jasper
Van Den Eynde Lynn
Van Gils Yannic
Vanslambroeck Silke
West Delphine
STUDENTEN
Hendrickx Birgit
Vermeulen Frits
Geebelen Joyce Mariella
Stoffels Axelle
Echouel Soukaina
Devroey Jelle
Hanot Charlotte Ivo
STUDIETRAJECTBEGELEIDERS
Van Mol Inge
Vantournhout Eva
ADMINISTRATIEF SECRETARIS
Van Akelijen Ivo
SAMENSTELLING OPLEIDINGSRAAD 2018-2019
Cluster Lerarenopleiding
De opleidingsraad van IDLO is samengesteld uit volgende stemgerechtigde leden:
a.Zetelen met stemrecht: alle ZAP-leden en OAP-leden verbonden aan het IDLO;
ZAP
1. CONSUEGRA Els (voorzitter)
2. COOLS Wouter
3. CORNELIS Gustaaf
4. SURMONT Jill
5. ENGELS Nadine
6. GINIS Vincent (plaatsvervangd secretaris)
7. LAUWERS Gracienne
8. PELLERIAUX Koen
9. TIMMERMANS Marie-Bernadette
10. TONDEUR Jo
11. VAESEN Joost
12. WINDELS Bart
OAP
1. BAERT Wim
2. BOGAERT Inge
3. BRUSSELMANS Maggy
4. CAPLIN Ariane
5. CLAES Steven
6. DE GALAN Sandra
7. DE LAAT Sofie
8. DECOSTER Anja
9. DEPRAETERE Heidi
10. DERIEMAEKER Peter (sercretaris)
11. DIRIX Jo
12. FORIERS Henk
13. GYSELS Iris (plaatsvervangend secretaris)
14. KEYAERTS Wim
15. MATHUES Clara
16. MORIAU Linde
17. PLACKLE Inge
18. ROVIRA GILLI Gemma
19. SOONS Bart
20. VAN BOGAERT Bruno
21. VOETS Karolien
22. WILLEGEMS Vicky
Studentenvertegenwoordiger:
1. Dario Rens
Alumna:
1. Rigoberta Meiji Siam
Afvaardiging uit het werkveld:
1. Pieter Vielfont
Zetelen met raadgevende stem:
o Facultaire stafmedewerker kwaliteitszorg: Elke Verbeke
o Studietrajectbegeleider/alg. Coördinator: Veerle Vandromme
o Stage- en nascholingscoördinator: Eva Van Moer
o Decaan faculteit PE: Roland Pepermans
o Faculteitssecretaris: Ivo Van Akelijen
SAMENSTELLING
EBC PE
VOORZITTER (decaan)
Vanderfaeillie Johan
LEDEN
Andries Caroline
Engels Nadine
Lombaerts Koen
Pepermans Roland
Rossi Gina
Theeboom Marc
Vanderfaeillie Johan
Van Overwalle Frank
ADVIESORGANEN FACULTAIRE BESTUURSORGANEN
Commissie Onderwijs Psychologie: Deroost Natacha (voorzitter)
Commissie Onderwijs Educatiewetenschappen: Verté Dominique (voorzitter)
Commissie Onderzoek: Van den Broeck Wim (voorzitter)
Commissie Internationalisering: Vantilborgh Tim (voorzitter)
Commissie PE-MARCOM: De Gieter Sara (voorzitter)
Commissie ATOM: Theuns Peter (voorzitter)
Commissie Labo: Van Overwalle Frank (voorzitter)
Doctoraatsopvolgingscommissie: Baetens Imke (voorzitter), Lombaerts Koen (ondervoorzitter)
OAP-raad: Debast Inge en Halimi Myriam (voorzitters)
Doctoraatsopvolgingscommissie
VOORZITTER
Baetens Imke
DECAAN
Vanderfaeillie Johan
ZAP-LEDEN
Baetens Imke
Deroost Natacha
Ginis Vincent
Lombaerts Koen
Van den Broeck Wim
AAP-LEDEN (waarnemende leden)
Smetcoren An-Sofie - Cocquyt Celine (plaatsvervanger)
Debast Inge - Staels Eva (plaatsvervanger)
Spanouli Andromachi - Achnak Safâa (plaatsvervanger)
Cincinnato Sebastiano - Pynoo Bram (plaatsvervanger)
PROMOTIECOMMISSIE ATP
Vanderfaeillie Johan (voorzitter)
Lombaerts Koen
De Gieter Sara
Engels Nadine
Vandromme Veerle
Van Akelijen Ivo
VAKGROEPRADEN
EDWE - Educatiewetenschappen
- Voorzitter: De Donder Liesbeth
- Vicevoorzitter: De Backer Free
EXTO - Experimentele en Toegepaste Psychologie
- Voorzitter: Van Overwalle Frank
- Vicevoorzitter: Deroost Natacha
IDLO - Interfacultair Departement Lerarenopleiding
- Voorzitter: Engels Nadine
- Vicevoorzitter: Consuegra Els
KLEP - Klinische en Levenslooppsychologie
- Voorzitter: Rossi Gina
- Vicevoorzitter: Baetens Imke
EXAMENCOMMISSIES
Psychologie & Educatiewetenschappen VOORZITTER
Lombaerts Koen
SECRETARIS EXAMENCOMMISSIE
De Gieter Sara
STEMGERECHTIGDE LEDEN EXAMENCOMMISSIE
Baetens Imke
Deroost Natacha
De Donder Liesbeth
Rossi Gina
Van Overwalle Frank
De Backer Free
Lerarenopleiding VOORZITTER
Cornelis Gustaaf (plaatsvervanger: Timmermans Bernadette)
SECRETARIS EXAMENCOMMISSIE
Tondeur Jo (plaatsvervanger:)
STEMGERECHTIGDE LEDEN EXAMENCOMMISSIE
Ginis Vincent
Windels Bart
Engels Nadine
Cools Wouter
INTERNE BEROEPSCOMMISSIE
Beroepsinstantie opleiding psychologie VOORZITTER
Vanderfaeillie Johan (plaatsvervanger: stemgerechtigd lid van de interne beroepscommissie)
SECRETARIS
Van Akelijen Ivo (plaatsvervanger: Vantournhout Eva)
STEMGERECHTIGDE LEDEN
Van den Broeck Wim (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleiding psychologie die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)
Hofmans Joeri (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleiding psychologie die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)
RAADGEVENDE LEDEN
Verté Dominique (facultaire ombudspersoon)
Van Mol Inge (studietrajectbegeleider)
Vantournhout Eva (studietrajectbegeleider)
De Meu Anneleen (afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering)
Beroepsinstantie Educatiewetenschappen (Agogische Wetenchappen/Educational Sciences/Onderwijskunde)
VOORZITTER
Vanderfaeillie Johan (plaatsvervanger: stemgerechtigd lid van de interne beroepscommissie)
SECRETARIS
Van Akelijen Ivo (plaatsvervanger: Vantournhout Eva)
STEMGERECHTIGDE LEDEN
Vanwing Tom (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleidingen agogische wetenschappen, educational sciences of onderwijskunde die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)
Zhu Chang (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleidingen agogische wetenschappen, educational sciences of onderwijskunde die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)
RAADGEVENDE LEDEN
Van Mol Inge (studietrajectbegeleider)
Vantournhout Eva (studietrajectbegeleider)
De Meu Anneleen (afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering)
Beroepsinstantie Lerarenopleiding VOORZITTER
Lauwers Gracienne
SECRETARIS
Vandromme Veerle
STEMGERECHTIGDE LEDEN
Consuegra Els
Vaesen Joost
RAADGEVENDE LEDEN
Verté Dominique (facultaire ombudspersoon)
De Meu Anneleen (afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering)
VERTEGENWOORDIGERS IN CENTRALE RADEN EN ORGANEN
Universiteitsraad ZAP
- Effectief: Verté Dominique
- Plaatsvervanger: De Gieter Sara
Universiteitsraad OAP
- Effectief: Willeghems Vicky
- Plaatsvervanger: Cincinato Sabastiano
Onderwijsraad ZAP
- Effectief: Lombaerts Koen
- Plaatsvervanger: Engels Nadine
Onderwijsraad OAP
- Effectief: Deriemaeker Peter
- Plaatsvervanger: N.N.
Onderzoeksraad ZAP
- Effectief: Rossi Gina
- Plaatsvervanger: Van den Broeck Wim
- Effectief: De Donder Liesbeth
- Plaatsvervanger: De Backer Free
- Effectief (kandidaat): Lombaerts Koen
- Effectief (kandidaat): Zhu Chang
- Plaatsvervanger (kandidaat): Van Overwalle Frank
Raad voor Internationaal Beleid
- Effectief: Vantilborgh Tim (Plaatvervanger: West Delphine)
- Effectief: Zhu Chang (Plaatsvervanger: N.N.)
ICT-raad
- Effectief: Theuns Peter
- Plaatsvervanger: Hofmans Joeri
Beheerscomité Bibliotheek
- Effectief: Van den Broeck Wim
- Plaatsvervanger: N.N.
Innovatie- en valorisatieraad
- Effectief: Verté Dominique
Gebouwencommissie
- Effectief: Van Akelijen Ivo
- Plaatsvervanger: Baetens Imke
Ethische commissie humane wetenschapen
- Effectief: Theuns Peter - Dierckx Eva (plaatsvervanger)
- Effectief: Zhu Chang - Meurs Pieter (plaatsvervanger)
Ethische commissie geneeskunde
- Effectief: Schotte Chris
Facultair contactpersoon BAEF - Fullbright
- Effectief: Zhu Chang
RUBRIEK 3 ONDERWIJSVERSLAG
Ten geleide
Bij het opstellen van het jaarverslag werd het schema gevolgd zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 1997 met betrekking tot het jaarverslag van de Universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap en werd tevens rekening gehouden met de richtlijnen vervat in het schrijven van dhr. Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel d.d. 21 februari 2011.
Dit deel besteedt onder meer aandacht aan globale beleidslijnen “onderwijs”, onderwijsinnovatie, kwaliteitszorg, het studiebegeleidingscentrum en het taalrapport.
Naar aanleiding van de opmaak van dit jaarverslag wens ik alle medewerkers van het departement Onderwijs- en Studentenbeleid te danken voor hun inzet en gerealiseerde werkzaamheden, alsook voor de bijdrage tot dit jaarverslag.
Prof. dr. Jan Danckaert, Vicerector Onderwijs- en Studentenbeleid.
I. GLOBALE BELEIDSLIJNEN ONDERWIJS
Tijdens het werkingsjaar 2018 werd gestart met de realisatie van het beleidsplan onderwijs- en studentenbeleid voor de periode 2018 – 2021.
Het beleidsplan onderwijs werd door de Academische Raad op 4 december 2017 goedgekeurd, na positief advies van de Onderwijsraad en de Studentenraad.
Na goedkeuring van het beleidsplan werden in de loop van het werkingsjaar 2017 in het departement onderwijs- en studentenbeleid de voorbereidende activiteiten uitgevoerd, noodzakelijk voor van de operationalisering van het beleidsplan, zo onder meer de formulering van jaaractieplannen, de aanwerving van projectmedewerkers.
Strategische doelstellingen beleidsplan onderwijs- en studentenbeleid 2018-2021
Het beleidsplan onderwijs- en studentenbeleid gaat uit van 7 strategische doelstellingen. Voor elk van deze doelstellingen worden in het beleidsplan tegen 2021 de te realiseren KPI’s en kwalitatieve doelstellingen gedefinieerd.
Strategische (SD) en operationele (OD) doelstellingen:
• SD1 Het ontwikkelen van een onderwijsaanbod anno 2030;
- OD 1.1 Het ontwikkelen van een onderwijsaanbod gericht op de actuele maatschappelijke uitdagingen, dat gekenmerkt wordt door;
• multi-, inter of interdisciplinair onderwijs,
• ingebedde internationale en interculturele competenties,
• meertaligheid,
• gericht op het verwerven van brede professionele competenties,
• gericht op een reciproke interactie met de brusselse regio
- OD 1.2 Het inrichten van opleidingsonderdelen voor een brede cluster van opleidingen
- OD 1.3 Naar een nieuwe inrichting van het academiejaar
- OD 1.4 Het valoriseren van activiteiten die refereren aan de 5 pijlers van de visie op onderwijs
- OD 1.5 het aanbieden van stages binnen het departement Onderwijs- en Studentenbeleid
• SD2 Het innoveren van het onderwijs middels nieuwe onderwijsvormen en -technologieën;
- OD 2.1 Het opbouwen van expertise binnen OWSB en de vereiste basisinfrastructuur uitbouwen,
- OD 2.2 het opbouwen van expertise bij docenten en opleidingen (project Blend the Future)
• SD3 Het verhogen van het welzijn van studenten;
- OD 3.1 Het professionaliseren van onze studentgerichte loketfunctie,
- OD 3.2 Het uitbouwen van een flexibele studeer- en vertoefruimte,
- OD 3.3 het verzekeren van de lichamelijke en psychische gezondheid van onze studenten,
- OD 3.4 het versterken van het sociaal weefsel binnen onze studentengemeenschap,
- OD 3.5 Het voorzien van functionele; duurzame en betaalbare studentenhuisvesting met een diversiteitsweerspiegelende mix van verschillende groepen,
- OD 3.6 Het stimuleren van studenten als hefboom voor meer duurzame mobiliteit,
- OD 3.7 Het ondersteunen van de (beleids)participatie door studentenvertegenwoordigers.
• SD4 Het verder uitbouwen van het begeleidingsaanbod voor studenten;
- OD 4.1 versterking van de studiebegeleiding rekening houdend met de noden van studentensubgroepen
- OD 4.2 Studiekeuzebegeleiding/instroombegeleiding
- OD 4.3 Het ontwikkelen van ingebedde begeleidingstrajecten in opleidingen
- OD 4.4 Het uitwerken van een systeem van tutoring
- OD 4.5 Het aanbieden van uitstroombegeleiding
• SD5 Het Uitbouwen van de onderwijsprofessionalisering tot een coherent en gedifferentieerd aanbod;
- OD 5.1 De uitbouw van een coherent en gedifferentieerd aanbod
- OD 5.2 Het ontwikkelen van een ondersteunend platform voor professionalisering
• SD6 Het stimuleren van onderwijskwaliteit en kwaliteitscultuur;
• SD7 Het ontwikkelen van een taalbeleid.
- OD 7.1 Een performante (re)organisatie van de diverse taalgerelateerde entiteiten in het belang van de instelling
- OD 7.2 De ontwikkeling van een talenbeleid dat spoort met de VUB-missie en dat de instelling versterkt
- OD 7.3 De ontwikkeling van onderwijs/onderzoek/dienstverlening rond taalbeleid met grote sociale en publicitaire meerwaarde in onze rekruteringsregio’s
- OD 7.4 Het operationaliseren van taalbeleid als verbindende motor voor partnerships met onze 5europese) partnerinstellingen
Mate van Realisatie van de doelstellingen in 2018
SD1 Het ontwikkelen van een onderwijsaanbod anno 2030
Met het oog op het ontwikkelen van een onderwijsaanbod dat gericht is op de actuele maatschappelijke uitdagingen, wil de VUB inzetten op de ontwikkeling van een opleidingsaanbod gekenmerkt door;
• multi-, inter- of transdisciplinair onderwijs;
• internationale en interculturele competenties;
• meertaligheid;
• gericht op het verwerven van brede professionele competenties; Er werd nagegaan in welke mate, expliciet dan wel impliciet, deze kenmerken reeds in curricula aanwezig zijn en waar ‘good practices’ konden worden gedetecteerd.
Er gebeurde een oproep voor pilootprojecten omtrent het multi-, inter of interdisciplinair onderwijs, waarvan inmiddels twee projecten werden opgestart (interdisciplinaire bachelor- en masterproeven, Human Ecology).
Om een reciproke interactie met de Brusselse regio meer te integreren in het onderwijs, wordt het nemen van maatschappelijk engagement ten aanzien van Brussel en haar grootstedelijke uitdagingen aan¬gemoedigd en dit door toepassing van het concept van ‘Community Service Learning – CSL’. Hiervoor werd een beleidskader uitgewerkt en werd een oproep voor projecten gelanceerd. 10 projecten werden weerhouden, waarrond een leergemeenschap werd opgericht en inspiratiemomenten werden georganiseerd. Een eigen website werd ontwikkeld.
Op dit ogenblik heeft de VUB één universiteitsbreed opleidingsonderdeel, “Redelijk Eigenzinnig”, gedoceerd in het Nederlands. De doelstelling is om een pakket van opleidingsonderdelen samen te stellen dat instellingsbreed of minstens aan een brede cluster van opleidingen kan worden aangeboden. Daarom gebeurde er reeds een inventarisering van bestaande opleidingsonderdelen die in aanmerking komen voor een instellingsbrede aanbieding In 2018 werden op het niveau van de Onderwijsraad een aantal nieuwe initiatieven besproken en werd het plan ontwikkeld om een opstartfonds op te zetten voor de creatie van dergelijke instellingsbrede opleidingsonderdelen.
In de schoot van de Onderwijsraad werd een ad-hoc werkgroep opgericht die de mogelijkheden voor de herinrichting van de academische kalender verder zal exploreren. Er zal met name worden nagegaan op welke wijze vernieuwende en activerende les- en werkvormen, met aandacht voor permanente evaluaties tijdens het academiejaar, kunnen aanleiding geven tot een verlichting van de zittijden en daardoor tot een reductie ervan. De tijdswinst die op termijn zou kunnen worden geboekt kan worden zowel studenten als docenten toelaten andere activiteiten te ontplooien en andere competenties te verwerven.
De VUB wil haar studenten ook valoriseren voor activiteiten en engagementen die extra-curriculair worden ontplooid en die aansluiten bij de humanistische waarden zoals uitgedrukt in de 5 pijlers van de visie op onderwijs.
Het gaat om volgende profielen:
• De student-onderzoeker;
• De student-wereldburger;
• De student-ondernemer;
• De student-tutor;
• De student-bestuurder.
Het kader voor het profiel van de ‘student-ondernemer’ werd inmiddels uitgewerkt. Voor de uitwerking van het kader voor het profiel ‘student-onderzoeker’ werd in de schoot van de Onderwijsraad een ad-hoc werkgroep opgericht die inmiddels een voorstel finaliseerde. Met betrekking tot het kader voor de ‘student-tutor’ werd eveneens overleg gepleegd en kan het kader worden uitgewerkt.
Er werd gestart met de begeleiding van twee masterproeven binnen het departement. Verder wordt nagegaan rond welke topics en werkzaamheden stageplaatsen binnen de diensten van het departement Onderwijs- en Studentenbeleid kunnen worden aangeboden.
SD2 Het innoveren van onderwijs middels nieuwe onderwijsvormen en -technologieën
Naast de ontwikkeling van een curriculum anno 2030 “wat bieden we aan?” zal de VUB ook een denkoefening maken over “hoe bieden we het onderwijs ‘future proof’ aan?”. Deze oefening betekent dat we zullen nadenken over de onderwijs- en examenvormen en hoe we daarbij nieuwe technologieën zullen kunnen inzetten. In een eerste fase zal de VUB inzetten op de ontwikkeling van een visiedocument en zal er geïnvesteerd worden in het ontwikkelen van expertise, het aanleggen van een basisinfrastructuur en het voorzien in een professionalisering van de docenten.
Om de nodige expertise binnen OWSB verder uit te bouwen en te voorzien in de vereiste basisinfrastructuur; • Werd een stuurgroep samengesteld die aanbevelingen zal formuleren met het oog op het verfijnen en aanscherpen van onze visie omtrent ‘Innovatie@vub’,
• Werden workshops voor interne opleiders gepland die zullen bijdragen tot de opbouw van de basisexpertise rond onderwijsinnovatie, nieuwe onderwijsvormen en -technologieën,
• Werd ten behoeve van de installatie van proeftuin(en) een concept en meerjarenplan opgemaakt en werd een stuurgroep opgericht. Voorstellen voor de inrichting van drie lokalen als proeftuin werden inmiddels voorgelegd,
• Werd een meerjarenplan voor de implementatie van infrastructuur en BYOD (Bring Your Own Device) uitgewerkt en werd verder overleg met de diensten ICT en Infrastructuur vastgelegd,
• met het oog op het scheppen van een kader voor een alternatieve organisatie van de evaluaties werden de wensen van de docenten bevraagd en werden technische mogelijkheden geanalyseerd. Selectiecriteria werden geformuleerd die moeten toelaten de verschillende aanbieders van technologieën te vergelijken. Er is ook een duidelijke interesse vanwege de studenten die gebruik maken van flexibele examenmaatregelen om gebruik te kunnen maken van dergelijke toepassingen,
• het nieuwe leerplatform canvas werd volledig geïmplementeerd, waarbij alle vooropgestelde mijlpalen werden behaald.
In het kader van het project ‘Blend the Future’ werd op basis van de behoefteanalyse van de docenten verder gewerkt aan de creatie van een aangepast aanbod van technologische ondersteuning. De website die alle relevante informatie groepeert over het uitgebreide ondersteuningsaanbod is uitgewerkt. Er wordt in dit kader ook nagegaan hoe Canvas kan worden ingezet in het digitaal ondersteunen van docenten via korte opleidingstrajecten. Om de bevindingen van de Onderwijsvernieuwingsprojecten (OVP’s) de helpen dissemineren werd de presentatie ervan gefaciliteerd. De voorbereiding van de volgende ‘OVP-dag’, gepland op 7/2/’19, werd gestart.
SD3 Het verhogen van het welzijn van de studenten
Deze doelstelling focust op het niet-onderwijsgerelateerd welzijn van de studenten en wordt nog verder in het beleidsplan studentenvoorzieningen uitgewerkt. Dit beleidsplan kon evenwel pas in oktober 2018 worden goedgekeurd, zodat relatief laat met het noodzakelijk overleg en de planning van de concrete uitwerking kon worden gestart. De realisatie van de operationele doelstellingen is daarom nog eerder beperkt.
Met betrekking tot het verzekeren van de lichamelijke en psychische gezondheid van de studenten wordt momenteel een vragenlijst voorbereid omtrent stress-inducerende factoren. Deze vragenlijst wordt verder uitgebreid met aspecten van gezonde voeding en beweging en zal in de loop van het academiejaar ’19-’20 bij de studenten worden afgenomen. In dat kader werd ook een beleid omtrent de subsidiëring van alcoholarm bier goedgekeurd en wordt meegewerkt aan de plannen om een duurzamer en gezonder aanbod binnen de drank- en voedingsautomaten op de campus aan te bieden. In functie van het versterken van het sociaal weefsel binnen de studentengemeenschap werd een uitgebreide visie- en kaderende nota over diversiteit en antidiscriminatie opgesteld die in Codex Studentenleven zal worden geïntegreerd. Met betrekking tot de aanduiding van de studentenvertegenwoordigers in de opleidingsraden werd een principiële beslissing genomen en aan de voorzitters van de opleidingsraden gecommuniceerd. Het huishoudelijk reglement zal conform worden aangepast.
Binnen de schoot van de Gebouwencommissie wordt de aandacht voor de nood aan flexibele studeer- en vertoefinfrastructuur opgenomen.
SD4 Het verder uitbouwen van het begeleidingsaanbod voor studenten
Met het oog op een versterking van de studiebegeleiding werd vooropgesteld om te onderzoeken of er voor een aantal belangrijke studentendoelgroepen bijkomende acties ter ondersteuning dienen te worden opgezet, en dit aan de hand van een analyse van de data over het studiesucces en door middel van focusgesprekken met de betreffende studentengroep zelf. De studentensubgroepen die zullen worden bevraagd werden geïdentificeerd vanuit hun studiegerelateerde en maatschappelijke kwetsbaarheid. Er werden hieromtrent reeds met twee studentengroepen gesprekken gevoerd en de verdere planning is uitgezet. De hiervoor samengestelde stuurgroep is reeds samengekomen. De instroom in academische opleidingen wordt meer en meer heterogeen, wat onder andere een impact heeft op de studievoortgang voor een deel van de studenten. Zeker aan de Vrije Universiteit Brussel, met een grote instroom uit de grootstedelijk regio, zien we dat de instroom erg divers en heterogeen is. Het is bijgevolg belangrijk een goede studiekeuze- en instroombegeleiding aan te bieden.
De VUB kan hier een belangrijke bijdrage leveren door aan toekomstige studenten duidelijke informatie te verstrekken over de verwachtingen, het niveau en de studiekosten van de opleiding. Hiervoor zal een instroombeleid worden ontwikkeld, waarbij zal bepaald worden
• Hoe we omgaan met startcompetenties;
• Hoe we specifieke groepen van instromers begeleiden (zij-instromers, internationale studenten, werkstudenten, studenten met mindere socio-economische achtergrond…);
• Welk aanbod aan voorbereidingsactiviteiten we wensen te ontwikkelen;
• Hoe we flexibele trajecten ontwikkelen voor studenten die met een achterstand starten;
• Hoe we omgaan met de schijnbaar tegenstrijdige doelstellingen van stijgende studentenaantallen en stijging van het studierendement.
Het concept en de structuur van het motiverend studiekeuzeplatform dat hiervoor zal worden ontwikkeld zijn reeds uitgewerkt.
Onderzoek toont aan dat studiebegeleiding meer effectief kan worden als deze begeleiding ingebed is in de onderwijsactiviteiten. In verschillende opleidingen aan de VUB zijn reeds voorbeelden te vinden van dergelijke ingebedde begeleidingsactiviteiten zodat risicostudenten vanuit de opleiding tijdig kunnen worden gedetecteerd en ondersteuning kan worden geboden bij studieproblemen die zich in het eerste bachelorjaar stellen. Dergelijk begeleidingstraject bestaat uit een opeenvolging van activiteiten die duidelijk zichtbaar zijn voor de eerstejaarsstudenten uit de opleiding (of voor studenten die de opleiding wensen aan te vatten) en die samen een coherent pakket vormen. Elk bestaand begeleidingstraject werd inmiddels geëvalueerd en waar nodig geoptimaliseerd op het einde van het academiejaar ’17’18. Begeleidingstrajecten werden duidelijk gevisualiseerd en deze visualisering wordt o.m. gebruikt op infodagen, SIDin’s en onthaalmomenten.
Binnen studiebegeleiding wordt nu reeds gebruik gemaakt van tutoren. Om vraag en aanbod hiervan efficiënt te monitoren en te matchen is Studiebegeleiding gestart met de ontwikkeling van een online platform, waardoor een uitbreiding van tutoren en tutees wordt beoogd. Om samenwerking met andere bestaande tutorprojecten te kunnen realiseren, werden procesflows opgemaakt voor de uitbouw van een universiteitsbreed tutorsysteem. Er werd eveneens overleg gepleegd om een kader te kunnen scheppen voor de valorisatie van tutor-activiteiten (cf. supra)
In het kader van de organisatie van een uitstroombegeleiding van onze studenten wordt de loopbaanbegeleiding die het VUB Career Center via Adecco opneemt, verdergezet. Adecco wordt ook betrokken bij de uitwerking van het studiekeuzeplatform voor wat het aspect van de beroepsmogelijkheden betreft. Overleg voor een structurele inbedding van de “career services” in de keuzebegeleiding werd gestart, wat de onderlinge afstemming van studiekeuze- en loopbaankeuzebegeleiding moet bevorderen.
SD5 Het uitbouwen van de onderwijsprofessionalisering tot een coherent en gedifferentieerd aanbod
Als resultaat van ASP1&2 bestaan er al belangrijke onderdelen van een onderwijsprofessionaliseringsaanbod voor lesgevers: een eendaagse training voor assistenten, het ZAP-traject dat verplicht is voor beginnend ZAP met een afdoende onderwijsaanstelling, een aanbod van kortere trainingen rond uiteenlopende onderwijskundige thema’s en de mogelijkheid om op maat sessies te ontwikkelen voor faculteiten of opleidingsraden. Daarnaast zijn er informatiedocumenten geschreven met informatie, stappenplannen met betrekking tot onderwijskundige thema’s en handleidingen voor het gebruik van tools rond onderwijsinnovatie. Dit aanbod heeft impact en wordt sterk gewaardeerd door de deelnemers, zoals onder meer duidelijk wordt uit de evaluaties van de activiteiten, maar ook uit informele contacten.
Ingevolge de vastgestelde noden wordt de onderwijsprofessionalisering verder uitgebouwd en gedifferentieerd. Zo werd met name ten behoeve van het AAP/OAP een assistententraining uitgewerkt, aangeboden in het Nederlands en het Engels, wordt een aanbod voor gevorderd ZAP gecreëerd en wordt voorzien in coaching (momenteel nog occasioneel) van individuele lesgevers. Ten behoeve van de voorzitters van de opleidingsraden werden er omtrent specifieke topics activiteiten ontwikkeld.
Er werd tenslotte verder gewerkt aan de uitbouw van een ondersteunend online portaal voor onderwijsprofessionalisering.
SD6 Het stimuleren van onderwijskwaliteit en kwaliteitscultuur
De VUB biedt als lerende organisatie kwaliteitsvol onderwijs aan en stimuleert een positieve kwaliteitscultuur. Daarbij zetten wij zowel in op reglementen, processen en instrumenten als op een verdere bevordering van de kwaliteitscultuur door aandacht te schenken aan de gedeelde attitude van de verschillende belanghebbenden ten opzichte van de kwaliteit van het onderwijs. Dit sluit aan bij de verdere implementatie van het kwaliteitszorgsysteem en de voorbereiding van de instellingsreview. In de looptijd van het beleidsplan willen we het nieuwe kwaliteitszorgsysteem verder implementeren (doordat de kwaliteitszorgcyclus verder doorlopen wordt) en waar nodig bijsturen. Deze bijsturing zal gebaseerd zijn enerzijds op een interne evaluatie en anderzijds op de aanbevelingen van de commissie die in 2016 de instellingsreview aan de VUB heeft uitgevoerd. In het bijzonder zal aandacht besteed worden aan onder meer het versterken van de betrokkenheid van het facultaire niveau in het kwaliteitszorgsysteem, het ontwikkelen van hefbomen in de reglementen tot het ondernemen van acties wanneer wordt vastgesteld dat de onderwijskwaliteit niet meer kan worden gegarandeerd, het toezien op de goede werking en opvolging van het instrument “Studentenfeedback” en op de monitoring van de werklast vs. kwaliteitszorgsysteem
Het concept en de structuur van een portfolio als beleidsinstrument waarin managementinformatie over kritische parameters op opleidingsniveau zal worden verzameld is grotendeels uitgetekend en zal stelselmatig worden gestoffeerd en aangevuld. Met het oog op een optimalisering van de zij-instroom van studenten tot de masteropleidingen, in het bijzonder via de schakel- en voorbereidingsprogramma’s, wordt een analyse van de instroom en van het studierendement uitgevoerd en wordt een bevraging van de stakeholders voorbereid.
Een verkennende nota omtrent de werklast van de studenten en de studeerbaarheid van de opleidingen werd opgesteld en voor verdere bespreking voorgelegd aan de werkgroep Academische Kalender.
De website kwaliteitszorg met publieke informatie over de opleidingen is live (www.vub.ac.be/onderwijs/kwaliteitszorg) en zal stelselmatig worden aangevuld met de bevindingen van de kwaliteitsbeoordeling of visitaties van deze opleidingen.
Met betrekking tot de kwaliteitszorg bij interuniversitaire opleidingen werd op het niveau van de VLIR het overleg opgestart.
SD 7 Het ontwikkelen van een taalbeleid
Als instelling in een multiculturele en multilinguale omgeving als Brussel is het ontwikkelen van en het inzetten op een taalbeleid een absolute must. Voor deze dringende uitdaging vertrekt de instelling op dit ogenblik van een onbeschreven blad. Het te ontwikkelen beleid moet passen in de missie van de VUB en voldoen aan de bottom-up behoeften van mensen en diensten aan de VUB. Daarnaast dient het bij te dragen tot de positionering van de VUB in Brussel, Vlaanderen, België, Europa en de wereld. Inmiddels werd zowel op financieel en personeelsvlak, als op het vlak van infrastructuur gezorgd voor een performante (re-)organisatie van de diverse ‘taalgerelateerde’ entiteiten, ingebed in een transparante beheersstructuur. Met betrekking tot de ontwikkeling (in navolging van het gender- en het duurzaamheidsbeleid) van een talenbeleid dat spoort met de VUB-missie en dat de instelling versterkt, werd de inventarisering van noden en verwachtingen met betrekking tot het aanbod verdergezet. Op het academisch vlak leidde dit tot een aantal mooie synergiën, zoals bijvoorbeeld voor ‘Medisch Frans’ in samenwerking met de Universitaire Associatie Brussel (UAB). Enkele andere voorbeelden zijn Frans voor geografiestudenten, Frans/Engels voor Communicatieprofessionals, Academisch Engels voor de biomedische wetenschappen, en taalondersteuning voor het vak European History. Op basis van die input kan de geplande ‘ronde van de faculteiten’ in 2019 goed voorbereid en doelgericht plaats grijpen. De ondersteuning van de academische internationalisering gebeurde onder andere via taalonderwijs voor vluchtelingen in het ‘Social and Academic Inclusion Programme’ van IRMO.
Het uitrollen van een universiteitsbreed programma ‘academisch Nederlands’ is volop bezig. Alle generatiestudenten (1600/1700) werden getest bij het begin van het academiejaar en hen werd een opvolgingstraject voorgesteld. Een verdere taalbegeleiding voor de hele duur van de studie zal hieraan gekoppeld worden.
De nationale en internationale benchmarking is lopende en er werd geïnvesteerd in de uitbouw van een informatienetwerk. Zowel de inventarisering van de bestaande initiatieven, als de (inter)nationale benchmarking leidde tot een helder beeld van de ‘concurrentie’ en van de noden en opportuniteiten voor de VUB.
Met betrekking tot het ontwikkelen van onderwijs/onderzoek/ dienstverlening rond taalbeleid wordt vooral geïnvesteerd in het zichtbaar maken en het samenbrengen van al bestaande initiatieven. In een volgende fase zal dit dan een basis zijn om meer gericht nieuwe dingen te kunnen ontwikkelen die complementair zijn aan het bestaande aanbod.
De VUB heeft een blauwdruk ontwikkeld van een concreet taalbeleid (intake-test/ analyse/ remediëring/ opvolging) dat al geïmplementeerd wordt, dat relatief eenduidig getransponeerd kan worden naar andere internationale contexten, en dat spoort met een aantal algemene principes voor taalbeleid waarrond een consensus bestaat. Binnen het UNICA-netwerk zal verder nagegaan worden hoe dit Europa-breed kan worden uitgerold.
II. KWALITEITSZORG EN ONDERWIJSINNOVATIE
1. KWALITEITSZORG
A. Het stelsel van kwaliteitszorg
Inleiding
Op 19 juni 2015 keurde de Vlaamse Regering de wijziging goed van de Codex Hoger Onderwijs met betrekking tot het stelsel van kwaliteitszorg en accreditatie in het hoger onderwijs. In dit stelsel kregen de instellingen voor hoger onderwijs meer autonomie en verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsbewaking van de onderwijsactiviteiten. De instellingen moeten permanent en op eigen initiatief toezien op de kwaliteit van het onderwijs en moeten daarbij studenten, alumni, externe deskundigen uit het beroepenveld en internationale deskundigen betrekken.
Het decreet bood aan de instellingen de mogelijkheid te kiezen voor een bijkomende beoordeling van de wijze waarop ze de regie voeren van de borging van de kwaliteit van de opleidingen. Op 9 december 2014 besliste de Raad van Bestuur van de VUB om in de periode 2015-2020 te worden onderworpen aan een instellingsreview, uitgebreid met een derde trail ‘de beoordeling van de regie van de borging van de kwaliteit van de eigen opleidingen’. Deze beslissing had tot gevolg dat de VUB in deze periode werd vrijgesteld van opleidingsvisitaties en –accreditaties (met uitzondering van opleidingen die vallen onder de bepalingen van de Codex Hoger Onderwijs II.387/1).
Op 18 mei 2018 werd het Decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs goedgekeurd, dat in werking treedt op 1 september 2019. In dit decreet wordt de instellingsreview verplicht voor alle instellingen. Voor de VUB zal de volgende instellingsreview plaatsvinden in 2020-2021. De instellingsreview wordt omschreven als een periodieke beoordeling door een externe commissie van de wijze waarop een hogeronderwijsinstelling onderwijsbeleid voert en aantoont dat ze dit onderwijsbeleid op een kwaliteitsvolle manier uitvoert met inbegrip van de regie die de instelling opzet opdat de kwaliteit van haar opleidingen geborgd wordt.
De commissie betrekt daarbij ook de beleidsprocessen die de instelling opzet om het onderwijs dat ze in haar opleidingen aanbiedt te ondersteunen vanuit haar opdrachten op het terrein van onderzoek en maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening. De regie is het geheel van acties, processen, praktijken, procedures en instrumenten die de instelling in staat stelt de kwaliteit van de opleidingen te borgen. Nieuw in dit stelsel zijn de systeembrede analyses. Deze analyses brengen goede praktijken inzake onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit in beeld en bieden de mogelijkheid om van elkaar te leren. Gedurende een periode van zes jaar moeten instellingen twee keer deelnemen aan een systeembrede analyse.
Instellingsreview
De instellingsreview vond aan de VUB plaats in het voorjaar van 2016. De resultaten werden voor alle instellingen tegelijk bekendgemaakt in september 2017. De VUB ontving een positief besluit: de instelling heeft ‘een adequaat onderwijsbeleid [...] dat zij effectief en verbeteringsgericht uitvoert zodat zij, mede op basis van de heersende kwaliteitscultuur, kan garanderen dat de kwaliteit van haar onderwijs zich op een internationaal en maatschappelijk relevant niveau bevindt’.
De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) publiceerde tevens een evaluatie- en een adviesrapport op haar website. Het evaluatierapport beschrijft de kwaliteit van het onderwijsbeleid van de instelling; het adviesrapport heeft betrekking op de eigen regie voor de borging van de kwaliteit van de opleidingen. Met de aanbevelingen wordt rekening gehouden bij de verdere implementatie en bijsturing van het onderwijsbeleid in het algemeen en het kwaliteitszorgsysteem in het bijzonder.
Eigen regie
De wijze waarop de VUB de kwaliteit van de eigen opleidingen borgt, wordt beschreven in het kwaliteitshandboek onderwijs, goedgekeurd door de Academische Raad op 22 februari 2016. Hierin worden de uitgangspunten, verantwoordelijkheden, de kwaliteitszorgprocessen en -instrumenten beschreven. Deze processen en instrumenten hebben hun plaats in een kwaliteitscyclus.
De kwaliteitszorgprocessen hebben een overkoepelend karakter en bekijken de resultaten van de diverse kwaliteitszorginstrumenten op een structurele manier en in hun onderlinge samenhang. Het gaat dan meer bepaald om de strategische rapportage en de kwaliteitsbeoordeling onderwijs.
In de strategische rapporten wordt per faculteit informatie samengebracht over haar verschillende opleidingen: onderwijscapaciteit, instroomgegevens, cijfermateriaal met betrekking tot studiesucces, resultaten van de onderwijsevaluatie, informatie over de recentste externe of interne kwaliteitsbeoordeling en over de werking van de opleidingsraad. De vicerector Onderwijs en Studentenzaken bespreekt deze rapporten met de decaan en de voorzitters van de opleidingsraden. Op basis van de aandachtspunten die uit het rapport blijken, stellen de opleidingsraden een actieplan op. Deze actieplannen worden gebundeld in een facultair actieplan, waarin ook overkoepelende initiatieven op facultair niveau kunnen worden opgenomen. Deze actieplannen worden gemonitord en waar nodig bijgestuurd.
In 2017-2018 werden voor vier faculteiten strategische rapporten opgesteld: Recht en criminologie, Letteren en wijsbegeerte, Geneeskunde en farmacie, Wetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen. Alle opleidingsraden en faculteiten hebben wel actieplannen opgesteld, die in het voorjaar van 2018 zijn goedgekeurd.
Bij de kwaliteitsbeoordeling onderwijs wijdt elke opleiding elke vier jaar een diepgaande reflectie aan de kwaliteit van haar onderwijs. Deze reflectie mondt uit in een gesprek tussen de opleiding en een panel, waarbij werkpunten worden geïdentificeerd en aanbevelingen gedaan. Ter voorbereiding wordt een focusgesprek met studenten georganiseerd. De opleiding bereidt een presentatie voor met een sterkte-zwakteanalyse en een bespreking van recente, lopende en geplande acties. Hierover gaat de opleiding met het panel in gesprek. De werkpunten worden opgenomen in het actieplan van de opleidingsraad.
Tijdens het academiejaar 2017-2018 vonden voor de volgende opleidingen kwaliteitsbeoordelingen plaats:
Specialistische Geneeskunde (GF)
MMed Specialistische geneeskunde (MNM)
Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie (LK)
BSc Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
MSc Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
Fysica en Sterrenkunde (WE)
BSc Fysica en Sterrenkunde
MSc Physics and Astronomy (interuniversitair, VUB-UGent)
Taal- en Letterkunde (LW)
BA Taal- en letterkunde
MA Taal- en letterkunde
· MA Linguistics and Literary Studies
Disaster Medicine (GF)
MSc Disaster Medicine (MNM, interuniversitair, VUB en UPO Piemonte)
Oceans & Lakes (WE)
· MSc Marine and Lacustrine Science and Management (interuniversitair; ‘Oceans&Lakes’)
Wijsbegeerte (LW)
BA Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen
MA Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen
Geografie (WE)
BSc Geografie
Stedenbouw en ruimtelijke planning (WE)
MSc Stedenbouw en ruimtelijke planning
Biomedische Wetenschappen (GF)
BSc Biomedische Wetenschappen
MSc Biomedische Wetenschappen
Tot de kwaliteitszorginstrumenten behoren de studentenfeedback, aangevuld met focusgesprekken met studenten, en de alumnibevraging. Deze instrumenten worden centraal georganiseerd. Verder wordt van opleidingen verwacht dat zij hun werkveld bevragen en een benchmarking van de leerresultaten en het programma uitvoeren.
Onderwijs- en studentenbeleid biedt ondersteuning bij de initiatieven met betrekking tot kwaliteitszorg. Opleidingsraden worden ondersteund door kwaliteitszorgmedewerkers en er wordt ook onderwijsprofessionalisering (zie elders in dit jaarverslag) aangeboden die toelaat om de onderwijskundige kennis te verdiepen.
De opleidingsraden zelf zijn echter het belangrijkste orgaan voor de kwaliteitszorg van het onderwijs. De samenstelling en bevoegdheden van de opleidingsraad worden bepaald in het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel. De opleidingsraad tekent de visie op de opleiding(en) uit en neemt initiatief en/of formuleert voorstellen betreffende de inhoud, de vorm, de samenhang en de studeerbaarheid van de opleidingsprogramma’s, de invulling of wijziging van onderwijsopdrachten in overleg met de betrokken vakgroepen en de opmaak van een actieplan ter bewaking en verbetering van de kwaliteit van de opleiding(en). De opleidingsraad stimuleert de leden van het academisch personeel tot deelname aan activiteiten met betrekking tot onderwijsprofessionalisering en onderwijsinnovatie, neemt initiatief ten aanzien van opleidingsbrede activiteiten hierrond en fungeert als forum voor de uitwisseling van informatie en ervaringen met betrekking tot (de kwaliteit van) het onderwijs.
B. Aangevraagde en verkregen accreditaties
In 2017-2018 diende de Vrije Universiteit Brussel geen aanvragen tot accreditatie in bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Voor de interuniversitaire Master of Arts in gender en diversiteit diende de coördinerende instelling (Universiteit Gent) een accreditatieaanvraag in, met positief resultaat.
Daarnaast is de universitaire Master of Science in Global Health (master-na-master) na het doorlopen van een procedure ‘Toets Nieuwe Opleiding’ op 21 september 2018 erkend door de Vlaamse Regering. Deze nieuwe opleiding wordt georganiseerd door de Universiteit Gent (penvoerende instelling), KU Leuven, Universiteit Antwerpen, Vrije Universiteit Brussel en transnationale Universiteit Limburg.
C. Onderwijsevaluatie
Zoals elk academiejaar vond ook in 2017-2018 de studentenfeedback plaats via een online enquête, waarvoor alle studenten1 per e-mail door de Rector en de Vicerector Onderwijs en Studentenzaken werden opgeroepen om deel te nemen.
1 Met uitzondering van doctoraatstudenten en studenten in een postgraduaat.
1. Participatie
De studentenfeedback vindt tweemaal per jaar plaats, na afloop van elk semester. De evaluatie van het tweede semester kent steeds een lagere deelname dan de evaluatie van het eerste semester. Verschillende factoren kunnen hieraan ten grondslag liggen: tweede zittijd, onbereikbaarheid van net afgestudeerden, zomerperiode,….
Tijdens het tweede semester van academiejaar 2017-2018 is een pilot uitgevoerd, waarbij voor een aantal opleidingen de studentenfeedback voor de examens werd georganiseerd i.p.v. na de examens. Hierbij werd door een aantal docenten expliciet opgeroepen om deel te nemen of werd tijd voorzien tijdens de laatste les van hun opleidingsonderdeel om de studentenfeedback in te vullen. Het resultaat van de pilot was dat de gemiddelde deelname aan de pilot hoger lag dan de deelname tijdens de reguliere periode van het tweede semester. Vooral daar waar tijd werd voorzien tijdens de laatste les was er een sterke stijging in deelname.
Op basis van de resultaten van deze pilot heeft de Academische Raad van 19 november 2018, na positief advies van de Onderwijsraad en Studentenraad, beslist om vanaf academiejaar 2018-2019 de studentenfeedback voor alle opleidingen voor de examens te laten plaatsvinden i.p.v. na de examens.
1.1. Eerste semester
Voor de studentenfeedback van 2017-2018, eerste semester, heeft 33,87% van de studentenpopulatie zich geregistreerd (i.e. ingelogd) op de betreffende website. Van deze groep heeft 80,76% effectief deelgenomen aan de enquête (i.e. minstens één opleidingsonderdeel beoordeeld). Dit leidt tot een participatiegraad van 27,35% van de studentenpopulatie.
1.2. Tweede semester
Voor de studentenfeedback van 2017-2018, tweede semester, heeft 20,38% van de studentenpopulatie zich geregistreerd. Van deze laatste groep heeft 81,21% beslist om inhoudelijk deel te nemen aan de evaluatie. Dit betekent dat het effectieve deelnamepercentage is uitgekomen op 16,55%.
1.3. Op jaarbasis
Op jaarbasis komen we tot de volgende gemiddelde participatiecijfers voor academiejaar 2017-2018:
• 27% van de studentenpopulatie heeft zich geregistreerd;
• 22% van de studentenpopulatie heeft effectief inhoudelijk deelgenomen (i.e. 85% van de groep geregistreerde studenten);
• 19% van de geregistreerde studenten heeft ervoor gekozen om niet deel te nemen.
1.4. Vergelijking met voorgaande academiejaren
Figuur 1 toont het verloop van de participatiegraad op jaarbasis voor de periode 2001-2002 t.e.m. 2017-2018. De invoering van de registratieverplichting voor studenten in 2002-2003 heeft een zeer sterk positief effect gehad op de participatiegraad. Sinds 2004-2005 is dit positieve effect echter aan het verwateren. Sinds academiejaar 2007-2008 wordt de kritieke grens van 50% niet meer gehaald. Ook het invoeren van de vernieuwde studentenfeedback heeft in 2016-2017 geen positief effect gehad op de deelname.
Tijdens het eerste semester van 2017-2018 is een nieuwe informatiecampagne gelanceerd en zijn ook door de studentenraad inspanningen gedaan om studenten te motiveren om deel te nemen. Dit heeft voor het eerste semester geleid tot een kleine stijging in deelname tegenover academiejaar 2016-2017. De deelname na het tweede semester was met een participatiegraad van 16,55% echter zeer laag.
Tijdens het eerste semester van 2017-2018 is een nieuwe informatiecampagne gelanceerd en zijn ook door de studentenraad inspanningen gedaan om studenten te motiveren om deel te nemen. Dit heeft voor het eerste semester geleid tot een kleine stijging in deelname tegenover academiejaar 2016-2017. De deelname na het tweede semester was met een participatiegraad van 16,55% echter zeer laag.

















Figuur 1: verloop participatiegraad studentenfeedback (op jaarbasis)
Figuur 1: verloop participatiegraad studentenfeedback (op jaarbasis)
2. Resultaten onderwijsevaluatie
In de studentenfeedback wordt aan studenten gevraagd om alle opleidingsonderdelen die ze hebben gevolgd in het voorgaande semester, te beoordelen op volgende aspecten:
- Doelen; - Inhoud; - Begeleiding;
- Studiemateriaal; - Evaluatie; - Docent.
Op het aspect docent kan de student elke (co-)titularis verbonden aan het opleidingsonderdeel beoordelen. Er wordt gevraagd een score te geven op een schaal van 0-10, daarnaast kan de student ook kiezen voor de antwoordcategorie ‘geen antwoord’.
De studentenfeedback 2017-2018, eerste semester, heeft geleid tot 989 geldige2 microfiches3 van reguliere opleidingsonderdelen. Hierbij werden volgende gemiddelde scores gehaald:
- Doelen: 7,56
- Inhoud: 7,62
- Begeleiding: 7,41
- Studiemateriaal: 7,31
- Evaluatie: 7,39
- Docent: 7,69
De studentenfeedback 2017-2018, tweede semester, heeft geleid tot 748 geldige microfiches. Hierbij werden volgende gemiddelde scores gehaald:
- Doelen: 7,39
- Inhoud: 7,48
- Begeleiding: 7,34
- Studiemateriaal: 7,11
- Evaluatie: 7,27
- Docent: 7,49
2 Geldig = minimum 3 studenten hebben deelgenomen
3 Een microfiche is de resultaatfiche van een opleidingsonderdeel binnen een bepaalde opleiding
Wanneer we bovenstaande resultaten samenbrengen komen we tot 1737 geldige microfiches van reguliere opleidingsonderdelen voor het academiejaar 2017-2018. De verdeling van de gemiddelde beoordelingen over de verschillende categorieën wordt weergegeven in figuur 2. Hieruit kan afgeleid worden dat studenten grotendeels positief staan ten opzichte van de gedoceerde opleidingsonderdelen.
Uit figuur 2 en de gemiddelde scores kunnen we ook afleiden dat er geen grote verschillen bestaan tussen de gemiddelde beoordeling van de zes deelaspecten (doelen, inhoud, begeleiding, studiemateriaal, evaluatie en docent). Het aspect docent krijgt over de twee semesters de hoogste gemiddelde score, het aspect studiemateriaal de laagste. Op het aspect docent krijgt 2% van de microfiches een score ‘geen antwoord’. Het hoge percentage ‘geen antwoord’ op dit aspect kan worden verklaard door het feit dat de studenten niet steeds les krijgen van een van de toegewezen (co)titularissen
Doelen Inhoud Begeleiding Studiemateriaal EvaluaDevormen Docenten
Figuur 2: verdeling gemiddelde scores microfiches 2017-2018
3. Opvolgsignalen
3. Opvolgsignalen
Sinds 2016-2017 wordt niet meer gesproken over probleemsignalen, maar wel over opvolgsignalen. Een opvolgsignaal kan zich voordoen per aspect en niet meer op een globale beoordeling (zoals t.e.m. 2015-2016). Er is sprake van een opvolgsignaal indien aan volgende voorwaarden voldaan is:
- Deelname van ten minste 3 studenten (geldig resultaat)
- Participatiecriteria gekoppeld aan groepsgrootte
• Deelname van ten minste 3 studenten (geldig resultaat)
Sinds 2016-2017 wordt niet meer gesproken over probleemsignalen, maar wel over opvolgsignalen. Een opvolgsignaal kan zich voordoen per aspect en niet meer op een globale beoordeling (zoals t.e.m. 2015-2016). Er is sprake van een opvolgsignaal indien aan volgende voorwaarden voldaan is:
- ten minste 50% bij groepsgrootte [1-15[ - ten minste 40% bij groepsgrootte [15-50[
• Participatiecriteria gekoppeld aan groepsgrootte
• ten minste 50% bij groepsgrootte [1-15[
- ten minste 30% bij groepsgrootte [50-150[
• ten minste 40% bij groepsgrootte [15-50[
- ten minste 20% bij groepsgrootte 150 en meer
• ten minste 30% bij groepsgrootte [50-150[
• ten minste 20% bij groepsgrootte 150 en meer
- 34% van de deelnemende studenten heeft voor een aspect minder dan 5 geantwoord op de schaal 0-10
- Het signaal doet zich voor op macroniveau én is te herleiden tot ten minste 1 geldige microfiche
• 34% van de deelnemende studenten heeft voor een aspect minder dan 5 geantwoord op de schaal 0-10
• Het signaal doet zich voor op macroniveau én is te herleiden tot ten minste 1 geldige microfiche
In het eerste semester 2017-2018 waren er 81 opvolgsignalen voor 30 opleidingsonderdelen, in het tweede semester 12 opvolgsignalen voor 4 opleidingsonderdelen. In totaal waren er in academiejaar 2017-2018 dus 34 opleidingsonderdelen met één of meer opvolgsignalen. Omdat het kader van de studentenfeedback is goedgekeurd door de Academische Raad van 9 november 2017, is besloten dat de opvolgsignalen van academiejaar 2016-2017 niet formeel moesten worden opgevolgd. De opvolgsignalen van academiejaar 2017-2018 gelden hierdoor allemaal als eerste opvolgsignalen, een tweede opvolgsignaal zal zich pas kunnen voordoen vanaf academiejaar 2018-2019.
In het eerste semester 2017-2018 waren er 81 opvolgsignalen voor 30 opleidingsonderdelen, in het tweede semester 12 opvolgsignalen voor 4 opleidingsonderdelen. In totaal waren er in academiejaar 2017-2018 dus 34 opleidingsonderdelen met één of meer opvolgsignalen. Omdat het kader van de studentenfeedback is goedgekeurd door de Academische Raad van 9 november 2017, is besloten dat de opvolgsignalen van academiejaar 2016-2017 niet formeel moesten worden opgevolgd. De opvolgsignalen van academiejaar 2017-2018 gelden hierdoor allemaal als eerste opvolgsignalen, een tweede opvolgsignaal zal zich pas kunnen voordoen vanaf academiejaar 2018-2019. 0,00 5,00
Figuur 2: verdeling gemiddelde scores microfiches 2017-2018
4. Studietijdervaring
Bovenop de beoordeling van de opleidingsonderdelen wordt er aan de studenten gevraagd om in te schatten of de tijd die zij besteed hebben aan een bepaald opleidingsonderdeel overeenstemt met de voorziene studietijd. Studietijd wordt hierbij uitgedrukt in ECTS. Wanneer een student meent dat de tijd die hij besteed heeft aan een opleidingsonderdeel 1 ECTS hoger ligt dan de voorziene studietijd, wordt hem gevraagd om +1 ECTS aan te duiden.
Bovenop de beoordeling van de opleidingsonderdelen wordt er aan de studenten gevraagd om in te schatten of de tijd die zij besteed hebben aan een bepaald opleidingsonderdeel overeenstemt met de voorziene studietijd. Studietijd wordt hierbij uitgedrukt in ECTS. Wanneer een student meent dat de tijd die hij besteed heeft aan een opleidingsonderdeel 1 ECTS hoger ligt dan de voorziene studietijd, wordt hem gevraagd om +1 ECTS aan te duiden.
De studietijdervaring heeft geleid tot 900 geldige resultaten voor het eerste semester 2017-2018 en 700 geldige resultaten voor het tweede semester 2017-2018. Voor het volledige academiejaar 2017-2018 komt dit op 1600 geldige resultaten.
De studietijdervaring heeft geleid tot 900 geldige resultaten voor het eerste semester 2017-2018 en 700 geldige resultaten voor het tweede semester 2017-2018. Voor het volledige academiejaar 2017-2018 komt dit op 1600 geldige resultaten.
Figuur 3 geeft de resultaten van deze peiling naar studietijd op jaarbasis. We concluderen dat iets minder dan de helft van de opleidingsonderdelen (48%) een aantal ECTS kent dat naar de mening van de studenten overeenstemt met de tijd die zij eraan besteed hebben. Een niet onbelangrijk deel van de opleidingsonderdelen (39%) wordt echter door de studenten zwaarder (1 ECTS, 2 ECTS, 3 ECTS of meer) ervaren dan wat begroot werd door de opleiding. 12% van de opleidingsonderdelen wordt door de studenten als minder zwaar dan begroot ervaren.
Figuur 3 geeft de resultaten van deze peiling naar studietijd op jaarbasis. We concluderen dat iets minder dan de helft van de opleidingsonderdelen (48%) een aantal ECTS kent dat naar de mening van de studenten overeenstemt met de tijd die zij eraan besteed hebben. Een niet onbelangrijk deel van de opleidingsonderdelen (39%) wordt echter door de studenten zwaarder (1 ECTS, 2 ECTS, 3 ECTS of meer) ervaren dan wat begroot werd door de opleiding. 12% van de opleidingsonderdelen wordt door de studenten als minder zwaar dan begroot ervaren.
StudieDjdervaring 2017-2018 1600 opleidingsonderdelen
ECTS of minder
Figuur 3: Studietijdervaring in ECTS (studentenfeedback 2017-2018)
3: Studietijdervaring in ECTS (studentenfeedback 2017-2018)
5. Algemene tevredenheidsenquête en Opleidingsenquête
5. Algemene tevredenheidsenquête en Opleidingsenquête
Tot academiejaar 2016-2017 werden er naast de bevraging van de opleidingsonderdelen na het tweede semester steeds twee subenquêtes afgenomen: één betreffende het opleidingsprogramma en één betreffende de opleidingsfaciliteiten.
Sinds academiejaar 2016-2017 zijn deze subenquêtes vervangen door een algemene tevredenheidsenquête (eerste semester) en een opleidingsenquête (tweede semester). In de opleidingsenquête worden studenten op het einde van hun bachelor- en masteropleiding gevraagd naar hun tevredenheid over opleidingsgebonden aspecten (programmaopbouw en competenties). In de algemene tevredenheidsenquête wordt gepeild naar de tevredenheid van de studenten over VUB-brede en facultair georganiseerde diensten. De algemene tevredenheidsenquête bestaat uit een vaste module die elk academiejaar wordt voorgelegd aan alle studenten en een variabele module waarvan interne VUB-diensten gebruik kunnen maken om hun bevraging te koppelen aan de studentenfeedback. In academiejaar 2017-2018 is geen gebruik gemaakt van de variabele module.
Figuur
module
en
interne VUB-diensten gebruik kunnen maken om hun bevraging te koppelen aan de studentenfeedback. In academiejaar 20172018 is geen gebruik gemaakt van de variabele module.
5.1. Algemene tevredenheidsenquête
5.1. Algemene tevredenheidsenquête
De Algemene Tevredenheidsenquête kende in 2017-2018 een deelname van 15,3%, 2010 van de 13116 studenten hebben deelgenomen. De participatie was ongeveer gelijk aan de participatie in 2016-2017 (15,6%).
De Algemene Tevredenheidsenquête kende in 2017-2018 een deelname van 15,3%, 2010 van de 13116 studenten hebben deelgenomen. De participatie was ongeveer gelijk aan de participatie in 2016-2017 (15,6%).
De eerste vraag van de Algemene Tevredenheidsenquête peilt naar de tevredenheid over de Vrije Universiteit Brussel. Hierbij geeft 82% van de respondenten aan tevreden te zijn over de VUB (zie figuur 4).
De eerste vraag van de Algemene Tevredenheidsenquête peilt naar de tevredenheid over de Vrije Universiteit Brussel. Hierbij geeft 82% van de respondenten aan tevreden te zijn over de VUB (zie figuur 4).
Hoe tevreden of ontevreden ben je over de Vrije Universiteit Brussel?
Zeer ontevreden Ontevreden Eerder ontvreden Neutraal Eerder tevreden
Tevreden Zeer tevreden
Figuur 4: Tevredenheid VUB – Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 20172018)
Figuur 4: Tevredenheid VUB – Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 2017-2018)
Bij de andere vragen (figuur 5) valt op dat de studenten overwegend tevreden zijn over: - De beschikbaarheid van het examenrooster (70%) - Het leerplatform PointCarré (70%)
Bij de andere vragen (figuur 5) valt op dat de studenten overwegend tevreden zijn over: - De beschikbaarheid van het examenrooster (70%)
- De beschikbaarheid van het lessenrooster (66%) - Het studentenportaal (66%).
- Het leerplatform PointCarré (70%)
- De beschikbaarheid van het lessenrooster (66%)
- Het studentenportaal (66%).
Algemene Tevredenheidsenquête 2017-2018
Aanbod aan vrijeDjdsacDviteiten (sport, cultuur,
Beschikbaarheid van het examenrooster
Beschikbaarheid van het collegerooster
De leslokaleninfrastructuur aan de VUB
Kwaliteit van het boeken- en Djdschrieenbestand
Medische Bibliotheek (Jece)
Centrale Bibliotheek (Ecerbeek)
VUBTIEK
Leerpla_orm Pointcarré
ICT helpdesk ([email protected])
Studentenportaal MY.VUB (my.vub.ac.be)
Studiebegeleidingscentrum (SBC) (incl.
StudentenAdministraDeCentrum (SAC)
Infopunt studenten
Je faculteitssecretariaat
zeer ontevreden eerder ontevreden neutraal eerder tevreden zeer tevreden geen antwoord
Figuur 5: Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 2017-2018)
5.2. Opleidingsenquête
Figuur 5: Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 2017-2018)
5.2. Opleidingsenquête
De Opleidingsenquête kende in 2017-2018 een deelname van 8,55%, in 2016-2017 was er nog een deelname van 13,34%. 351 van de 4107 uitgenodigde studenten hebben deelgenomen.
De eerste vraag van de Opleidingsenquête peilt naar de tevredenheid over de opleiding. Hierbij geeft 80% van de respondenten aan tevreden te zijn over de opleiding (zie figuur 6).
De Opleidingsenquête kende in 2017-2018 een deelname van 8,55%, in 2016-2017 was er nog een deelname van 13,34%. 351 van de 4107 uitgenodigde studenten hebben deelgenomen.
De eerste vraag van de Opleidingsenquête peilt naar de tevredenheid over de opleiding. Hierbij geeft 80% van de respondenten aan tevreden te zijn over de opleiding (zie figuur 6).
Hoe tevreden of ontevreden ben je als student over je opleiding?
Figuur 6: Tevredenheid opleiding - Opleidingsenquête (studentenfeedback 2017-2018)
6: Tevredenheid opleiding - Opleidingsenquête (studentenfeedback 2017-2018)
Bij de andere vragen (Figuur 7) valt op dat de studenten tevreden zijn over:
- Zelfstandig leren werken (85%)
Bij de andere vragen (Figuur 7) valt op dat de studenten tevreden zijn over:
- De beschikbaarheid van docenten en assistenten (83%)
- De inhoudelijke samenhang van het programma (80%)
De inhoudelijke samenhang van het programma (80%)
- De wetenschappelijke vorming (79%)
· De beschikbaarheid van docenten en assistenten (77%)
- Het ontwikkelen van een kritische geest en attitude (76%)
De wetenschappelijke vorming (79%)
- Het bijbrengen van analytisch vermogen (75%)
Zelfstandig leren werken (85%)
Het bijbrengen van probleemoplossend vermogen (76%)
Het bijbrengen van analytisch vermogen (75%)
De studenten zijn minder tevreden over:
Het ontwikkelen van een kritische geest en attitude (79%)
- Informatie vanuit de opleiding over de beroepsuitwegen (41%)
De studenten zijn minder tevreden over:
- Informatie vanuit de opleiding over de keuzevakken (29%)
- Informatie vanuit de opleiding over de afstudeerrichtingen (25%)
Informatie vanuit de opleiding over de keuzevakken (26%)
- Praktijkgerichte vorming (25%)
Informatie vanuit de opleiding over de afstudeerrichtingen (20%)
Informatie vanuit de opleiding over de beroepsuitwegen (30%)
Informatie over internationale uitwisseling (18%)
· Praktijkgerichte vorming (21%)
Ontwikkelen van internationale/interculturele vaardigheden (17%)
Zeer ontevreden Ontevreden Eerder ontvreden
Neutraal Eerder tevreden
Tevreden Zeer tevreden
Figuur
Opleidingsenquête 2017-2018
Inhoudelijke samenhang van je programma
Zwaarte/studeerbaarheid van je programma
Logische opbouw van je programma
InformaDe vanuit opleiding over keuzevakken
InformaDe vanuit opleiding over vereiste voorkennis
InformaDe vanuit opleiding over afstudeerrichDngen
InformaDe vanuit opleiding over beroepsuitwegen
Beschikbaarheid van docenten en assistenten
Mogelijkheid tot internaDonale uitwisseling
InformaDe over internaDonale uitwisseling
Begeleiding bij internaDonale uitwisseling
Wetenschappelijke vorming
PrakDjkgerichte vorming
Zelfstandig werken
Werken in groepsverband
Schrieelijke vaardigheden
Mondelinge vaardigheden
Probleemoplossend vermogen
AnalyDsch vermogen
Organisatorische vaardigheden
Rapporteringsvaardigheden
Ontwikkelen van een amtude van levenslang leren
Ontwikkelen van een maatschappelijk engagement
Ontwikkelen van internaDonale/interculturele
Ontwikkelen van een kriDsche geest en amtude
Ontwikkelen van een duurzame houding
Ontwikkelen van een vrije onderzoekende houding
zeer ontevreden eerder ontevreden neutraal eerder tevreden zeer tevreden geen antwoord
Figuur 7: Opleidingsenquête (studentenfeedback 2017-2018)
7: Opleidingsenquête (studentenfeedback 2017-2018)
D. Alumni-enquête
D. Alumni-enquête
Elke vier jaar organiseert Onderwijs- en Studentenbeleid een centrale bevraging van alumni die 1 tot 5 jaar voordien zijn afgestudeerd. Deze bevraging loopt over alle opleidingen heen en levert zowel de instelling als de betrokken opleidingen informatie op die kan worden gebruikt bij de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs.
Elke vier jaar organiseert Onderwijs- en Studentenbeleid een centrale bevraging van alumni die 1 tot 5 jaar voordien zijn afgestudeerd. Deze bevraging loopt over alle
De eerste bevraging voor alumni 2011-2012-2013-2014-2015 werd afgenomen tussen oktober en december 2016. Een volgende bevraging zal worden georganiseerd in het najaar 2020.
Figuur
2. ONDERWIJSPROFESSIONALISERING
Onderwijs- en Studentenbeleid organiseert jaarlijks verschillende trainingen en trajecten voor het onderwijzend personeel van de Vrije Universiteit Brussel. Via dit aanbod wil de universiteit alle leden van het academisch personeel ondersteunen bij het (verder) ontwikkelen van hun didactische competenties ten behoeve van het verzorgen van kwaliteitsvol universitair onderwijs.
Naast het reguliere aanbod met trainingen en infosessies rond diverse didactische thema’s, richt de universiteit jaarlijks een onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten in, alsook een aanbod specifiek voor het Assisterend Academisch Personeel (AAP) en Wetenschappelijk en Pedagogisch Personeel (WPP) met een onderwijsopdracht, de zogenaamde onderwijstraining voor assistenten. Verder is er ook een professionaliseringsaanbod voor opleidingsraadvoorzitters.
Deze verschillende initiatieven worden gecommuniceerd aan het academisch personeel via de nieuwssectie op het intranet en een gerichte mailing. De website (http://www.vub.be/lrn) biedt permanent de mogelijkheid om het actuele aanbod te raadplegen en zich online in te schrijven.
Met betrekking tot het aanbod werd in academiejaar 2017-2018 met een aantal nieuwe initiatieven gestart:
1. Analyse van de effectiviteit van het professionaliseringsaanbod over de afgelopen academiejaren. Hierbij werden onder meer opkomstcijfers en feedbackformulieren onder de loep genomen. Op basis van de uitkomsten werd het aanbod voor het academiejaar 2018-2019 bijgestuurd. Zo werd er meer ingezet op peer-learning (zie hieronder) en werd voor een aantal reeds langlopende trainingen, o.a. wegens teruglopende deelnamecijfers maar ook door de aard van de training, overgegaan op individuele coaching. Voor deze trainingen kunnen lesgevers zich op een interesselijst plaatsen.
2. Organisatie van een eerste lunchsessie waarin lesgevers goede praktijkvoorbeelden en ervaringen delen. Onder meer uit bovengenoemde analyse kwam naar voren dat lesgevers behoefte hebben om met en van elkaar te leren (peer-learning). Vandaar dat er met een nieuw vormingsconcept is gestart, dat vanaf academiejaar 2018-2019 de naam ‘Get Inspired! sharing good practices’ krijgt. Dit concept heeft de volgende eigenschappen: 1] lesgevers wisselen onderling – over faculteiten en opleidingen heen – goede onderwijspraktijken uit; 2] thema’s worden zowel bottom-up (vanuit behoeften lesgevers) als top-down (vanuit beleid) geformuleerd; 3] het is een lunchsessie: deze vindt plaats op de middag gedurende één tot maximaal anderhalf uur en er wordt een lunch voorzien.
3. Ontwikkeling van de brochure: “Starten met lesgeven aan de VUB” Deze brochure met basisinformatie voor beginnende lesgevers heeft als doel een vlotte start met het verzorgen van onderwijs aan de VUB te bieden. De brochure bevat o.a. (didactische) tips, aandachtspunten, verwijzingen naar richtlijnen en handleidingen. De brochure is in het eerste semester van academiejaar 2018-2019 gelanceerd.
4. Ontwikkeling van een overkoepelende website VUB LRN met daarop het trainings- en ontwikkelingsaanbod voor al het VUB-personeel.
Deze website werd samen met Mens & Organisatie en R&D opgezet. Op basis van zijn/haar functie kiest het personeelslid in welk domein zijn/haar vormingsinteresse ligt. Eén van deze domeinen is Onderwijs (naast o.a. Onderzoek, Welzijn & loopbaan). In dit domein kan hij/zij doorklikken naar onderstaande initiatieven. Er wordt ook doorverwezen naar het zelfstudiemateriaal op het intranet. De website werd in het eerste semester van academiejaar 2018-2019 gelanceerd.
Deze initiatieven passen bij de doelstelling van Onderwijs- en studentenbeleid in de huidige beleidsperiode om het onderwijsprofessionaliseringsaanbod verder uit te bouwen tot een coherent en gedifferentieerd aanbod. Op verschillende momenten in hun loopbaan hebben lesgevers immers nood aan diverse vormen van onderwijskundige ondersteuning om kwaliteitsvol onderwijs te kunnen blijven aanbieden en om voldoening te blijven vinden in de uitoefening van hun onderwijsfunctie. Als lerende organisatie willen we een leeromgeving creëren waarbij het mogelijk is om zowel te leren van experten als om onderling – over faculteiten en opleidingen heen – goede praktijken uit te wisselen. Daarbij willen we opleidingen en docenten ondersteunen om geschikte en actuele leervormen te gebruiken. Het aanbod is zowel verbredend als verdiepend om lesgevers optimaal te ondersteunen in de uitoefening van hun functie.
Er is vooral nood aan een ruimer aanbod voor AAP en OAP betrokken bij het onderwijs, een aanbod voor gevorderd ZAP en coaching van individuele lesgevers. Daarbij willen we een aanbod ontwikkelen dat op een dubbele manier gedifferentieerd is: over de hele loopbaan heen – van de aanwerving tot het einde van de loopbaan – en gericht op verschillende expertiseniveaus – van beginners tot gevorderden. Het aanbod wordt afgestemd op de Competentietoets Onderwijs en op het beleid rond competentiemanagement. Het sluit daarnaast aan bij het gevoerde onderwijsbeleid en biedt een antwoord op de concrete noden van lesgevers.
Bij de ontwikkeling van het aanbod wordt rekening gehouden met drie dimensies, die telkens zeer divers kunnen zijn: 1) doelpubliek, zoals hierboven geschetst gedifferentieerd naar loopbaan en naar expertiseniveau; 2) (onderwijskundige) inhoud, gekoppeld aan vastgestelde noden bij de lesgevers enerzijds en aan beleidsthema’s anderzijds; 3) werkvormen of wijze waarop de informatie wordt aangeboden: via zelfstudiemateriaal (documenten, filmpjes, webpagina’s,…), sessies (onderwijsdagen, praktische hands-onsessies, interactieve workshops, informatiesessies,...), door middel van peer-leren, intervisies, terugkomdagen of andere vormen van kennisdeling tussen peers, via (individuele) coaching, enz.
Om het bovenstaande verder uit te werken is een bijkomende onderwijskundig adviseur aangetrokken.
Naast het reguliere aanbod met trainingen en demo’s rond diverse didactische thema’s, richt de universiteit jaarlijks een onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten in, alsook een aanbod specifiek voor het Assisterend Academisch Personeel (AAP) en Wetenschappelijk en Pedagogisch Personeel (WPP) met een onderwijsopdracht, de zogenaamde onderwijstraining voor assistenten. Verder is er ook een professionaliseringsaanbod voor opleidingsraadvoorzitters.
Deze verschillende initiatieven worden gecommuniceerd aan het academisch personeel via de nieuwssectie op het intranet en een gerichte mailing. De website (https://onderwijsprofessionalisering.vub.ac.be) biedt permanent de mogelijkheid om het actuele aanbod te raadplegen en zich online in te schrijven.
A. Korte trainingen en infosessies
Onderwijs- en Studentenbeleid biedt voor docenten en assistenten een open trainingsaanbod aan. In het academiejaar 2017-2018 werden de volgende trainingen en infosessies georganiseerd:
· Trainingen m.b.t. didactiek:
- Evalueren: Antwoord- en beoordelingsmodellen
- Evalueren: Toetsmatrijs
- Meerkeuzetoetsen: Zó doe je dat!
- Taalontwikkeld lesgeven: talige ondersteuning van Z tot A
- Workshop basisprincipes voor goed studiemateriaal
· Trainingen, infosessies en demo’s m.b.t. onderwijsmedia en -technologie:
- Activerende lessen in grote groepen met Poll Everywhere
- Basiscursus Canvas
- Basiscursus Canvas – Opleiding Rechten
- Canvas for beginners (English course)
- Infosessie lesopnames: basis
- Infosessie lesopnames: verdiepend
- Quickstart Canvas
- Workshop: Bouw je Canvas cursus
- Workshop Canvas: geef kleur aan je cursusruimte
Trainingen rond stemgebruik:
- Stemtechnieken
Infosessies m.b.t. centrale onderwijsbeleidsthema’s:
- Opvolgen van de (nieuwe) onderwijsevaluatie: infosessie voor docenten
- Lunchsessie “Leerlijnen”
Het totale aantal deelnames voor deze trainingen en infosessies bedroeg 281, waarvan 125 voor de trainingen rond het nieuwe leerplatform Canvas (t.o.v. een totaal aantal van 154 deelnames in 2016-2017, 101 deelnames in 2015-2016, 145 deelnames in 2014-2015 en 81 deelnames in 2013-2014). De gemiddelde waardering voor de trainingen was goed tot zeer goed.
Deelname trainingen
Deelname trainingen
B. Onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten
B. Onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten
In 2013 startte het toenmalige Departement Onderwijsbeleid met een onderwijsprofessionaliseringstraject voor ZAPleden. Sinds academiejaar 2014-2015 geldt er een verplichte deelname voor een deel van deze doelgroep, waarbij de verplichting voornamelijk nieuw instromende, Nederlandstalige leden van het ZAP met een afdoende VUB-aanstelling betreft. (Beslissing Raad Van Bestuur, 3 juli 2012) Eventuele resterende plaatsen bij het traject worden opengesteld voor vrijwillige deelname. Het beleid hieromtrent werd vastgelegd in een bijlage bij het Reglement voor het Zelfstandig Academisch Personeel, de gastprofessoren en de vervangers, namelijk het document ‘Bijlage II. Onderwijsprofessionaliseringstraject’.
In 2013 startte het toenmalige Departement Onderwijsbeleid met een onderwijsprofessionaliseringstraject voor ZAP-leden. Sinds academiejaar 2014-2015 geldt er een verplichte deelname voor een deel van deze doelgroep, waarbij de verplichting voornamelijk nieuw instromende, Nederlandstalige leden van het ZAP met een afdoende VUB-aanstelling betreft. (Beslissing Raad Van Bestuur, 3 juli 2012)
Eventuele resterende plaatsen bij het traject worden opengesteld voor vrijwillige deelname. Het beleid hieromtrent werd vastgelegd in een bijlage bij het Reglement voor het Zelfstandig Academisch Personeel, de gastprofessoren en de vervangers, namelijk het document ‘Bijlage II. Onderwijsprofessionaliseringstraject’.
Het onderwijsprofessionaliseringstraject ondersteunt de docent in de ontwikkeling van de vooropgestelde onderwijscompetenties uit de competentietoets ZAP, luik Onderwijs. Het volledige traject vraagt van de deelnemers een tijdsinvestering van maximaal 90 uur en bestaat uit een residentiële stoomcursus van vier dagen, gevolgd door vier vervolgsessies, het maken van een video-opname van een eigen onderwijsactiviteit t.b.v. reflectie op de eigen didactische aanpak, het bijwonen van een college van een collega t.b.v. observatie en reflectie, en het uitwerken van een geïntegreerde opdracht, uitgaande van een eigen opleidingsonderdeel. Het traject wordt afgesloten met een evaluatiegesprek voor een jury.
In 2018 rondden 17 ZAP-leden het traject succesvol af en behaalden zij het ‘getuigschrift onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten’. (t.o.v. 17 ZAP-leden in 2016-2017, 17 in 2015-2016 en 16 in 2014-2015.)
C. Onderwijstraining voor assistenten
Het onderwijsprofessionaliseringstraject ondersteunt de docent in de ontwikkeling van de vooropgestelde onderwijscompetenties uit de competentietoets ZAP, luik Onderwijs. Het volledige traject vraagt van de deelnemers een tijdsinvestering van maximaal 90 uur en bestaat uit een residentiële stoomcursus van vier dagen, gevolgd door vier vervolgsessies, het maken van een video-opname van een eigen onderwijsactiviteit t.b.v. reflectie op de eigen didactische aanpak, het bijwonen van een college van een collega t.b.v. observatie en reflectie, en het uitwerken van een geïntegreerde opdracht, uitgaande van een eigen opleidingsonderdeel. Het traject wordt afgesloten met een evaluatiegesprek voor een jury.
Sinds 2015 biedt Onderwijs- en Studentenbeleid eendaagse onderwijstrainingen voor AAP- en WPP-leden met een onderwijsopdracht. Tijdens deze eendaagse trainingen wordt er vooral gefocust op basisdidactiek en de onderwijspraktijk van de deelnemers. De training geeft de deelnemers de belangrijkste handvaten mee om op een gedegen manier onderwijs te verzorgen en te begeleiden, en hierin steeds verder te groeien.
In 2018 rondden 17 ZAP-leden het traject succesvol af en behaalden zij het ‘getuigschrift onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten’. (t.o.v. 17 ZAP-leden in 2016-2017, 17 in 2015-2016 en 16 in 2014-2015.)
In het academiejaar 2017-2018 werden er 3 onderwijstrainingen voor assistenten georganiseerd, met in totaal 36 deelnemers (t.o.v. 43 deelnemers in 2016-2017, 33 deelnemers in 2015-2016 en 32 deelnemers in 2014-2015). De gemiddelde waardering voor deze trainingen was goed tot zeer goed.
D. Aanbod voor opleidingsraadvoorzitters
In het najaar van 2015 startte Onderwijs- en Studentenbeleid met de uitbouw van een professionaliseringsaanbod specifiek voor de voorzitters van opleidingsraden. In het academiejaar 2017-2018 werd binnen dit kader opnieuw een
‘Infosessie voor (nieuwe) voorzitters van opleidingsraden’ georganiseerd, waaraan 14 personen deelnamen (t.o.v. 7 personen in 2016-2017). Daarnaast werd n.a.v. het vernieuwde onderwijsevaluatiekader drie keer de sessie ‘Opvolgen van de (nieuwe) onderwijsevaluatie: infosessie voor opleidingsraadvoorzitters’ georganiseerd, waaraan in totaal 35 personen deelnamen.
3. ONDERWIJSINNOVATIE
3.1. Inleiding
Het onderdeel onderwijsinnovatie beschrijft de concrete initiatieven rond vernieuwing binnen het onderwijs aan de VUB.
Er wordt gerapporteerd over de projecten in het kader van het Fonds voor Onderwijsvernieuwing, de ontwikkelingen met betrekking tot de leerplatformen, de ontwikkelingen rond lesopnames, toetsverwerkingsoftware en rond de implementatie van onderwijstechnologie.
3.2. Onderwijsinnovatie
A. Fonds OnderwijsVernieuwingsProjecten (OVP)
In december 2017 werd de zevende call voor Onderwijsvernieuwingsprojecten gelanceerd vanuit het vicerectoraat Onderwijs & Studentenzaken (175.000 EUR). De commissie die de selectie heeft gemaakt bestond uit Prof. dr. Jan Danckaert (vicerector onderwijs & studentenzaken), Prof. dr. Wolfgang De Meuter, Prof. dr. Kristine De Martelaer, Prof. dr Sofie De Kimpe (GF), Vanessa De Cock (OWSB), en Joke Van den Broeck (OWSB). De procesbegeleider was Stijn Van Achter.
De call bevatte twee categorieën waarvoor een project konden worden ingediend:
• Categorie 1 (zonder thema): Vrije innovatieprojecten voor de innovatie van een component van het onderwijs van een of meerdere opleidingsonderdelen. Projecten kunnen zowel vanuit een individuele docent als vanuit een opleiding ingediend worden. Het budget kan als werking worden aangewend of voor de aanstelling van personeel. Er is matching van middelen nodig. Er kunnen projecten ingediend worden ten belope van 5000, 10000, 15000 of 20000 euro.
• Categorie 2 (thematisch): Innovatieprojecten binnen 1 overkoepelend thema voor de innovatie van een component van het onderwijs van een of meerdere opleidingsonderdelen. Projecten kunnen zowel vanuit een individuele docent als vanuit een opleiding ingediend worden. Het budget kan als werking worden aangewend of voor de aanstelling van personeel. Er is geen matching van middelen voor nodig. Er kunnen projecten ingediend worden ten belope van 5000, 10000, 15000 of 20000 euro
Titel projectaanvraag Fac. Aanvrager
Van learning about pragmatics naar learning pragmatics in een meertalige interculturele context
"Projectonderwijs in de bacheloropleiding bioingenieurswetenschappen: Biotechnologie en procestechnologie voor het ondersteunen van leven in de ruimte"
Virtual Classroom Re-Design “Theory of Literary Translation” (VUB/UGent)
Vernieuwd anatomieonderwijs:
Interprofessioneel onderwijs in de gezondheid
Samenwerking BRUCC en psychologische gespreksvoering en interactionale vaardigheden
CaLL: City as a Living Lab
Op weg naar competente psychologen: Competentiemanagement binnen de opleiding Psychologie
FLEXIBEL LEERPAD VOOR WERKSTUDENTEN: ‘interactive & collaborative language learning’
Samenvoeging van 5,6,7,9: Ontwikkeling van e-modules voor de opleidingen van de faculteit Geneeskunde en Farmacie
Tabel 1: Overzicht goedgekeurde projectaanvragen (OVP 2018)
Opvolging Onderwijsvernieuwingsprojecten
De onderwijsvernieuwingsprojecten worden opgevolgd vanuit Onderwijs- en Studentenbeleid via voortgangsgesprekken, tussentijdse rapportages, plaatsbezoeken en eindrapporteringen. De projectverantwoordelijken worden aangemoedigd om hun resultaten te delen met andere collega’s via informele kanalen en via de Dag van de Onderwijsinnovatie.
De projecten uit OVP-ronde 2016 en 2017 zullen hun presentatie doen op de Dag van de Onderwijsinnovatie 2019.
B. Lesopnames en teleclassing
Lesopnames
Momenteel zijn op campus Etterbeek 13 lokalen uitgerust met vaste opnameapparatuur. In deze lokalen krijgen lessen die opgenomen worden voorrang bij het inroosteren van de lessen. In Jette wordt gewerkt met een mobiele opname-unit, die inzetbaar is in de leslokalen in gebouw A. De vraag naar lesopnames neemt toe en dit legt druk op de bezetting van de beschikbare leslokalen.
In academiejaar 2017-2018 werd het gebruik van de eigenlap voor opnames sterk gestimuleerd.
Via de campusbrede Panopto-licentie kan elke docent de opnamesoftware downloaden op zijn eigen laptop. Door de integratie van Panopto in PointCarré (en later in Canvas) worden opnames automatisch gelinkt aan de betreffende cursus en op die manier ter beschikking gesteld voor studenten.
Voor een kwaliteitsvolle opname echter zijn een goede video- en audiobron essentieel. De ingebouwde webcam en micro in laptops volstaan doorgaans niet voor het opnemen van lessen. Een mobiele webcam en (draadloze) externe micro zijn daarom een must. Bij de uitleendienst van AVServices kunnen docenten een opnamekit (webcam + micro) reserveren en uitlenen.
Daarnaast werd er beslist om per faculteit een mobiele opnamekit (webcam + micro) ter beschikking te stellen voor docenten. Concreet werden vanuit Onderwijsinnovatie en -ondersteuning 8 opname-sets aangekocht met centrale onderwijsmiddelen. Na het voorbereidende werk in AJ ’17-‘18 worden deze geïmplementeerd vanaf het eerste semester van AJ ’18-’19.
Overzicht van de leslokalen uitgerust met vaste opname-installaties (Campus Etterbeek, stand van zaken op 1 september 2018):
Tabel 2: Overzicht lokalen uitgerust voor lesopnames (campus Etterbeek)
Statistieken
Het gebruik van video in lessen stijgt nog steeds zeer sterk, hoewel we ook merken dat de opnames zelf korter worden en gerichter.
180 docenten hebben minstens 1 opname gemaakt via Panopto. Dit resulteerde in
• 303 opnamefolders die werden gebruikt in de periode 16/07/2017 - 15/07/2018
• 5956 opnames
• 127.851 kijkuren
• Gemiddeld wordt er 23 minuten naar een opname gekeken.
De Panopto software kan ook op individuele devices worden gedownload. Volgens de gegevens die Panopto ons geeft, zijn er momenteel 291 devices waarop de Panopto recordersoftware werd gedownload (incl. de pc’s in de lokalen met lesopname-infrastructuur). Een gebruiker kan de software op meerdere devices zetten (bijvoorbeeld laptop en smartphone of tablet).
Hieronder vindt u een overzicht van het aantal bestaande folders en kijkuren per faculteit. In deze lijst staan enkel de folders met meer dan 1 kijkuur.
Tabel 3: overzicht van het aantal folders en kijkuren per faculteit.
Overzicht per maand van het aantal kijkuren en aantal views. Het zwaartepunt van het kijkgedrag ligt in de maanden december/januari en mei/juni, ter voorbereiding van de examens in eerste zittijd.
Tabel 4: Overzicht van het aantal kijkuren per maand (01/07/2017 – 31/07/2018)
In het AJ 2017-2018 werden er 3 algemene infosessies lesopname georganiseerd, naast verschillende individuele sessies met docenten, op aanvraag. Deze sessies worden samen met AV Services ingericht. Verder werd de website met de informatie rond lesopnames verder uitgewerkt met stap-voor-stap handleidingen zodat docenten zelf aan de slag kunnen zonder een infosessie.
In november 2017 kochten we een gooimicro of Catchbox aan, handig om studenten op een laagdrempelige en speelse manier te activeren tijdens de les, ook in grote groepen.

De Catchbox maakt het mogelijk om ook met lesopnames interactiever te werken. In deze leslokalen kan de gooi-micro gebruikt worden in combinatie met Panopto:
• D0.03
De Catchbox maakt het mogelijk om ook met lesopnames interactiever te werken. In deze leslokalen kan de gooi-micro gebruikt worden in combinatie met Panopto:
• D0.05
• D0.07
• D0.03
• D0.08
• QA
• D0.05
• QC
• D0.07
• D0.08
Teleclassing
• QA
• QC
Infrastructuur
De VUB beschikt over vijf lokalen uitgerust met teleclassingapparatuur (Polycom). Op campus Etterbeek worden vooral lokaal E3.03 en E3.04 (klein) en D0.05 (groot) gebruikt voor teleclassing-lessen. Lokalen E3.03 en E3.04 worden, in de mate van het mogelijke, exclusief daartoe voorbehouden. Op campus Jette beschikken de facultaire meeting room en lokaal R. Vanden Driessche over een Polycom voor teleclassing.
In de promotiezaal is de polycom-installatie vervangen door het gebruik van softwareoplossingen, i.c. Skype for Business en Lifesize Cloud.
In lokaal D0.05 zal worden geïnvesteerd in een extra scherm op de zijwand, zodat docenten
Teleclassing
Infrastructuur
De VUB beschikt over vijf lokalen uitgerust met teleclassingapparatuur (Polycom). Op campus Etterbeek worden vooral lokaal E3.03 en E3.04 (klein) en D0.05 (groot) gebruikt voor teleclassing-lessen. Lokalen E3.03 en E3.04 worden, in de mate van het mogelijke, exclusief daartoe voorbehouden. Op campus Jette beschikken de facultaire meeting room en lokaal R. Vanden Driessche over een Polycom voor teleclassing.
In de promotiezaal is de polycom-installatie vervangen door het gebruik van software-oplossingen, i.c. Skype for Business en Lifesize Cloud.
In lokaal D0.05 zal worden geïnvesteerd in een extra scherm op de zijwand, zodat docenten hun studenten op afstand zien terwijl ze door de zaal lopen (voorheen zagen ze de studenten op afstand enkel op een kleine monitor die ingebouwd zat in het spreekgestoelte). Dit scherm zal in gebruik genomen worden vanaf 2de sem AJ ’18-’19.
In het academiejaar 2017-2018 werden geen infosessies teleclassing georganiseerd.
C. Leerplatform PointCarré – aankoop Canvas
Nadat er in juli 2016 werd beslist om samen met de Erasmus Hogeschool Brussel een aanbesteding uit te schrijven voor een nieuw leerplatform, werd het contract hiervoor getekend in december 2017, met Canvas LMS by Instructure.
Het leerplatform PointCarré werd in 2017-2018 nog in beperkte mate ondersteund, enkel met als doel om het dagelijkse gebruik te bestendigen. Met het oog op de overgang naar een ander platform werd er niet meer gewerkt aan vernieuwingen.
CANVAS
In januari 2018 werd er gestart met de opstart van het nieuwe leerplatform Canvas. De voornaamste activiteiten tussen januari 2018 en mei 2018 waren:
• ICT-matig (inloggen via centrale login, koppeling met lesopnamesoftware, e.d.)
• Voorbereiden van de trainingsactiviteiten.
Op 3 mei 2018 werd het leerplatform opengesteld voor het VUB-personeel (academisch en ATP). Personeel kon op deze manier gedurende bijna 5 maanden oefenen in de nieuwe leeromgeving, opleidingen klaarzetten, nieuwe elementen uitproberen. Tijdens de periode mei –juni 2018 werd er een intensief aanbod van gerichte opleidingen aangeboden voor docenten en voor ondersteunend secretariaatspersoneel. Daarnaast konden gebruikers deelnemen aan individuele ondersteuningssessies.
Als extra ondersteuning werd een Quickstart Canvas verdeeld onder academisch personeel en ATP (1600 boekjes).
Vanaf de start van het academiejaar 2018-2019 zal Canvas effectief PointCarré vervangen als enige leerplatform.
D. Toetsverwerking
Onderwijsinnovatie en -ondersteuning biedt docenten iedere examenperiode ondersteuning aan bij het verwerken en/ of analyseren van meerkeuzetoetsen en – zagen examens. Tijdens academiejaar 2017-2018 zagen we een zeer grote stijging van het aantal examens via meerkeuze-formulieren. We noteerden we de volgende aantallen:
Fac. examenperiode
Tabel 5: Overzicht aantal examens/testen verwerkt via toetsverwerkingsysteem
E. Andere implementaties
Digitale borden
In 2017-2018 werden enkele digitale borden uitgetest, met het oog op een bredere installatie in de leslokalen van gebouw XY. De aanbesteding voor de inrichting van gebouw XY gebeurt in maart 2019.
Student response systeem: Poll Everywhere In februari 2018 werd er een driejarig contract afgesloten met Poll Everywhere en werden er meerdere opleidingen georganiseerd om het gebruik ervan te ondersteunen, zowel technisch als didactisch. Eind 2018 waren er 120 gebruikers actief bezig met Poll Everywhere. Zij genereerden 3778 polls waarop 137.652 antwoorden werden gegenereerd.
Catchbox
Zie ook deel lesopnames
Auteursrecht
In het kader van de opleidingen rond goed studiemateriaal, is er werk gemaakt van duidelijke richtlijnen voor studiemateriaal, met oog op de veranderde wetgeving auteursrecht/copyright. Dit heeft geleid tot een brede werkgroep rond auteursrecht, niet enkel in het onderwijs, maar ook in onderzoek en personeelsovereenkomsten. In 2019 zal er een informatiesessie rond auteursrecht in het onderwijs worden georganiseerd met medewerking van Reprobel.
F. Learning and Innovation Center
In 2017-2018 is er binnen een werkgroep VUB-ULB verder gewerkt rond de vereisten voor een gezamenlijk learning and innovation center. Dit resulteerde in de concrete bouwaanvraag. In 2018-2019 zal er verder worden gewerkt rond de concrete invulling van het Learning and innovation center.
III. STUDIEBEGELEIDING
1. INLEIDING EN BESCHRIJVING
1.1. Situering van de dienst Studiebegeleiding (SB) binnen de VUB
De Studiebegeleiding is een dienst die instaat voor de begeleiding van studenten. Deze dienst is operationeel onder het vicerectoraat Onderwijs- en Studentenbeleid. Alle begeleidingsinitiatieven worden op elkaar afgestemd, zodat een integraal begeleidingspakket op maat van de student kan geleverd worden.
1.2. Missie
De Studiebegeleiding is een dienst waar elke student met respect voor zijn eigenheid (als een autonoom en competent individu) in vertrouwen terecht kan met al zijn studiegerelateerde vragen/problemen tijdens zijn volledige studieloopbaan. Samen met de student wordt gezocht naar een gepaste oplossing of begeleiding op maat. De Studiebegeleiding staat voor gelijke kansen voor elke student.
1.3. Doelstelling
De Studiebegeleiding biedt een professionele dienstverlening aan de studenten om: Het studierendement te verhogen
· Het studentenwelzijn te verbeteren
1.4. Methodiek
• We staan voor een laagdrempelige en vlotte dienstverlening waarbij de student centraal staat.
• Een student helpen we op maat verder via individuele begeleiding, workshops, e-mail, telefoon, met of zonder afspraak.
• We werken behoeftegestuurd (vanuit de student, faculteit, studierichting, cijferanalyses, enz.).
• De begeleiding heeft veelal een vrijwillig karakter maar kan ook aanklampend zijn.
• In relatie met de student tonen we begrip en empathie.
• We staan voor gelijke kansen via een inclusieve aanpak en redelijke aanpassingen aan onderwijs- en examenactiviteiten.
• Risicostudenten worden gedetecteerd en actief benaderd.
• Met een geëngageerde student gaan we een procesverbintenis aan (geen resultaatsverbintenis).
• We houden ons aan een transparante deontologische code met discretieplicht en beroepsgeheim.
• We werken evidence-based en doen aan kwaliteitscontrole via continue evaluaties van de eigen werking.
1.5.
Zelfsturende organisatie
Bij het ontstaan van het Studiebegeleidingscentrum (nu: Studiebegeleiding) is geopteerd om te werken vanuit een zelfsturende organisatie. Met als organisatiestructuur twee groepen functies: studentenpsycholoog en studieadviseur. Binnen deze functies heb je 3 subteams (zie infra) en rollen (trekker, eigenaar, beleidsmedewerker) die bepaalde medewerkers vervullen. Het zelfsturend karakter bestaat erin dat werkgroepen verantwoordelijk zijn voor de werking van een specifiek onderdeel in onze dienstverlening en binnen werkgroepen trekker en deelnemers een gedeelde verantwoordelijkheid hebben. Dat we vergaderen met behulp van de driestappenmeeting (iedereen doet zijn zeg en denkt mee), dat we het principe hanteren van ‘No-objection decision-making’ (ieder ageert en beslist mee) en dit alles volgens ‘verbindende communicatie’ (ieder verbindt in zijn communicatie’).
1.6. Subteams
Het Studiebegeleidingsteam bestaat uit drie subteams van Studietrajectbegeleiders, Studiebegeleiders en Studentenpsychologen. Naast generieke taken (zie infra) hebben zij, afhankelijk tot welk subteam ze behoren, specifieke kerntaken.
Studietrajectbegeleiders hebben o.m. als kerntaak het adviseren van de samenstelling van het individueel studietraject; het oplossen van complexe vragen rond OER en leerkrediet; het leveren van advies bij beroepscommissies; de voorbereiding en de controle van deliberaties, ...
De kerntaken van de Studentenpsychologen richten zich in hoofdorde op studiegerelateerde psychosociale problemen zoals stress en faalangst; studeren in een bijzondere situatie (reflex, …); studiekeuze en heroriëntering; student in crisis, ...
Studiebegeleiders staan o.m. in voor de vakoverschrijdende en vakspecifieke begeleiding; het aftoetsen en verwerven van startcompetenties; het uitwerken van begeleidingstrajecten op maat van een opleiding, …
2. DIENSTVERLENING SB NAAR DE STUDENT TOE
2. Dienstverlening SB naar de student toe
2.1. Visuele voorstelling
2.1. Visuele voorstelling

2.2. Generieke dienstverlening
2.2. Generieke dienstverlening
De generieke dienstverlening naar de student toe bestaat uit volgende taken:
De generieke dienstverlening naar de student toe bestaat uit volgende taken:
• Informatieverschaffing: algemene informatie over opleidingen, opleidingstrajecten, individuele trajecten, begeleidingsinitiatieven ...
• Informatieverschaffing: algemene informatie over opleidingen, opleidingstrajecten, individuele trajecten, begeleidingsinitiatieven ...
• Studiekeuze-begeleiding door geven van informatie;
• Studiekeuze-begeleiding door geven van informatie;
• Student juist doorverwijzen: na eerste contact met een student en dit vanuit vraag/’diagnose’;
• Individuele begeleiding op maat aanbieden;
• Student juist doorverwijzen: na eerste contact met een student en dit vanuit vraag/’diagnose’;
• Workshops/groepsessies aanbieden;
• Individuele begeleiding op maat aanbieden;
• Workshops/groepsessies aanbieden;
• Studenten bewust maken van hun (risicovolle) studiesituatie: via de studievoortgangs- en studievoortgangsbewakingsgesprekken
• Studenten bewust maken van hun (risicovolle) studiesituatie: via de studievoortgangs- en studievoortgangsbewakingsgesprekken
2.3. Aanspreekpunten
2.3. Aanspreekpunten
Contactpunt
In het contactpunt kunnen studenten terecht voor een ‘eerste gesprek’. Wanneer de medewerker de vragen/problemen
Contactpunt
In het contactpunt kunnen studenten terecht voor een ‘eerste gesprek’. Wanneer de medewerker de vragen/problemen niet onmiddellijk kan oplossen, wordt gezorgd voor een correcte doorverwijzing naar de voor hun geschikte begeleiding. De student moet dus zelf niet meer op zoek gaan naar de juiste begeleider en/of begeleidingsactiviteit. Studenten kunnen er terecht elke werkdag van 9u tot 17u, dus ook tijdens de middag (zowel Face to Face als telefonisch).
Figuur 2
Figuur 2
niet onmiddellijk kan oplossen, wordt gezorgd voor een correcte doorverwijzing naar de voor hun geschikte begeleiding. De student moet dus zelf niet meer op zoek gaan naar de juiste begeleider en/of begeleidingsactiviteit. Studenten kunnen er terecht elke werkdag van 9u tot 17u, dus ook tijdens de middag (zowel Face to Face als telefonisch).
Via [email protected] en [email protected] kunnen studenten hun vragen stellen.
Facultair/Studietrajectbegeleider
Bij vragen en problemen omtrent de opleiding, mogelijkheden in het opleidingstraject en het te volgen studietraject (zowel standaardtraject als afwijkingen hierop) kunnen de studenten steeds beroep doen op de studietrajectbegeleider (STB) van hun opleiding.
De STB kan zowel telefonisch, per e-mail als face to face gecontacteerd worden (zowel op afspraak als tijdens vaste spreekuren). Door deze laagdrempeligheid en aanspreekbaarheid van de STB heeft deze tevens een belangrijke doorverwijsfunctie naar andere bevoegde diensten en personen in het verder helpen van de student.
Centraal
Via de externe website van de VUB en via student.vub wordt de student geïnformeerd over de mogelijkheden die de Dienst Studiebegeleiding kan aanbieden.
Dienst Topsport en Studie
De Dienst Topsport en Studie is een aanspreekpunt, specifiek voor topsportstudenten. T&S begeleidt (i.s.m. de STB) de student bij (i) zijn studiekeuze, (ii) het uitstippelen van een individueel studietraject in functie van het sportief programma en (iii) het bekomen van maximale studie- en examenflexibiliteit.
2.4. Begeleidingsinitiatieven
Studiekeuzebegeleiding
Voor de start van zijn studie wordt de student zowel geïnformeerd over de mogelijkheden en opleidingen die de VUB aanbiedt als begeleid binnen zijn/haar keuzeproces. Volgende initiatieven en activiteiten dragen hiertoe bij:
• Workshop leren kiezen in scholen SO
• De VOETENdagen (workshop ‘Leren Kiezen’ en ‘Studeren aan de universiteit’)
• Workshop ‘Eerste hulp bij studiekeuze’ tijdens de lentevakantie
• Studie-informatiedagen (SID-in dagen)
• Info-dagen
• Voorkennistoetsen (Wiskunde, Fysica, Chemie en Academisch Nederlands)
• SOS studiekeuze op een aantal woensdagnamiddagen.
Voorbereidingsactiviteiten/studiemateriaal
Om de brug te slaan tussen het secundair en het hoger onderwijs zijn er heel wat initiatieven uitgewerkt rond het versterken van de startcompetenties van studenten. Een deel van deze initiatieven wordt aangeboden nog vooraleer het academiejaar van start gaat, een ander deel concentreert zich tijdens de eerste weken van het academiejaar.
• Workshops ‘Toelatingsexamen arts’
• Workshops voorbereiding Ijkingstoets
• Klaar voor de start: een tweedaagse cursus waarbij een aantal topics aan bod komen waaronder bv. ‘College volgen’
• Vakinhoudelijke voorbereidingscursussen (Wiskunde, Chemie en Fysica)
• Het handboek ‘Studeerwijzer, op weg naar succesvol studeren’
• Onthaalactiviteiten: zowel voor dag- als werkstudenten
Bevorderen van een goede studievoortgang
Een belangrijk initiatief is het uitwerken van begeleidingstrajecten door de dienst Studiebegeleiding en dit voor iedere eerste bacheloropleiding aan de VUB. Een begeleidingstraject bestaat uit een opeenvolging van activiteiten die samen een coherent pakket vormen en die duidelijk gecommuniceerd worden naar de eerstejaarsstudenten uit de opleiding (of studenten die de opleiding wensen aan te vatten). Per opleiding zijn een of meerdere studiebegeleiders verantwoordelijk voor de organisatie. Het traject wordt ingericht in nauwe samenwerking met de opleiding.
Het doel van een begeleidingstraject is risicostudenten uit de opleiding tijdig te detecteren en studenten ondersteuning te bieden op vlak van studie-aanpak en -vaardigheden.
Het begeleidingstraject houdt rekening met de specifieke situatie van een opleiding, bv. profiel van de instromende studenten, knelvakken, een hoge uitval of andere aandachtspunten die uit vaststellingen, analyses of rapporten naar voor komen.
De activiteiten kunnen extra- of intra-curriculair zijn, vrijblijvend of verplicht, en ingericht worden door onderwijzend personeel, begeleiders of door beide samen. In een begeleidingstraject streven we ernaar om bij elk van de volgende cruciale fasen van een eerste bachelorjaar een activiteit te voorzien: voor de start van het academiejaar (zie supra), bij de
start van het academiejaar, eerste semester, eerste examenperiode, tweede semester, tweede examenperiode en de 2de zittijd.
Daarnaast is het belangrijk om op elk moment van het academiejaar de student te kunnen bijstaan voor zowel psychosociale, vakinhoudelijke als vakoverschrijdende begeleiding wanneer hij/zij dit nodig acht. Dit gebeurt hoofdzakelijk op individuele vraag4 , maar kan ook door deelname aan groepsactiviteiten.5
Volgende activiteiten (binnen en/of naast een begeleidingstraject) worden georganiseerd:
• Pretoetsen (tijdens de onthaalweek) en feedback.
• Gesprekken/remediëring na tussentijdse evaluaties: studenten binnen bepaalde opleidingen (WE, GF, IR) worden uitgenodigd voor een volggesprek omtrent hun studiehouding en de behaalde resultaten.
• Taalbegeleiding: volgende trainingen werden georganiseerd: presentatievaardigheden en Taalateliers (in samenwerking met ACTO).
• Studie- en examenvaardigheden: in beide semesters worden workshops aangeboden m.b.t. deze thema’s (ook Engelstalige). In de begeleidingstrajecten wordt steeds een training studie- en/of examenvaardigheden geïntegreerd in het curriculum gegeven. De Dienst Topsport en Studie biedt zowel in het eerste als tweede semester een reeks van workshops aan i.f.v. de combinatie topsport en studie.
• Psychosociale begeleiding: studenten die te kampen hebben met faalangst en studiestress kunnen deelnemen aan een groepstraining of individueel begeleid worden. Ook de dienst Topsport en Studie biedt workshops aan m.b.t. mentale training voor topsportstudenten (bv. omgaan met stress, veerkracht).
• Vakspecifieke begeleiding: individuele begeleiding (op afspraak, permanenties) en in groep (workshops) rond de knelvakken wiskunde en statistiek, fysica, chemie en computerwetenschappen in de faculteiten WE, IR en ES.
• Tutoring-project: studenten met een vraag naar bijles worden in contact gebracht met een geschikte tutor. De werkgroep Tutoring coördineert de tutorwerking waarbij succesvolle hogerejaarsstudenten ingeschakeld worden voor individuele, vakinhoudelijke begeleiding. Daarnaast zorgt zij voor de bewaking, opvolging en ondersteuning. Sinds 16-17 treden sommige IDLO-studenten op als tutor, dit in het kader van hun stage.
• Studietrajectbegeleiding6 : de studietrajectbegeleiders zijn verantwoordelijk voor, geven informatie over, en/of helpen studenten bij het oplossen van problemen met7 :
- het samenstellen van het individueel traject: bv. toelatingsvoorwaarden bij overstap andere opleiding/ instelling, nagaan vrijstellingen, buitenlands diploma …
- wijzigingen in het jaarprogramma
- wijziging van opleiding
- inschrijving en registratie van het traject
- leerkrediet, deliberaties en resultaten
• Redelijke flexibiliteit met aandacht voor heterogeniteit: studentenpsychologen staan in voor de individuele begeleiding en advisering van studenten in specifieke situaties (topsportstudenten, werkstudenten, studenten met een functiebeperking) met betrekking tot het aanvragen van redelijke aanpassingen voor studie- of examensituaties.
• Studievoortgangsgesprekken: studievoortgangsgesprekken hebben als doel om vooral te peilen naar de oorzaak/redenen van de zwakke studievoortgang. Bijkomend worden studenten geïnformeerd over bindende voorwaarden, over begeleidingsinitiatieven, heroriënteringsmogelijkheden … Zij worden georganiseerd na de januarizittijd. Ook de dienst Topsport en Studie organiseert voortgangsgesprekken voor topsportstudenten, en past het studieprogramma (indien vereist in functie van de studieresultaten en/of het sportief programma) aan voor het tweede semester.
• Studievoortgangsbewakingsgesprekken: om de vergaande flexibilisering binnen de perken te houden, maar ook om het studentenwelzijn en het studierendement te verhogen, werd een strenger studievoortgangsbewakingssysteem uitgewerkt waarin professionele begeleiding op maat van risico-studenten wordt voorzien. Elke student die onder bindende voorwaarden wordt geplaatst krijgt een uitnodiging tot ‘verplichte studiebegeleiding’ (een gesprek over zijn/haar studievoortgang en een eventuele doorverwijzing of opvolging rekening houdend met zijn/haar specifieke situatie).
• Onderzoekscompetenties: ten behoeve van studenten die een paper en masterproef moeten schrijven worden verschillende trainingen en ook individuele begeleiding aangeboden.
• Massablokken: om studenten de mogelijkheid te geven in optimale omstandigheden samen te studeren tijdens de blok- en examenperiode, worden door een aantal VUB-diensten aangepaste ruimtes voorzien, waaronder de SBC - studeerruimte. Studiebegeleiding neemt hier de coördinerende rol op zich.
4 Aantal individuele begeleidingsdossiers 17-18: 2162.
5 Workshops 1718: 1e semester: 412 inschrijvingen, 271 deelgenomen (65,8 %);2e semester: 188 inschrijvingen, 126 deelgenomen (67 %).
6 De individuele gesprekken van de STB’ers worden nog niet digitaal geregistreerd.
2.5. Opstellen van bijzondere procedures
Om de aanvragen van studenten rond bepaalde thema’s te faciliteren werden door SB - medewerkers een aantal procedures uitgewerkt en/of geoptimaliseerd.
• Procedure inzake reflexmaatregelen: SB werkt de procedures inzake studie- en examenflexibiliteit verder uit. Het team SP tracht hierbij meer duidelijkheid, efficiëntie en transparantie te bereiken in de aanvraagprocedures voor het statuut van reflex-student en maatregelen, zowel voor de studenten als voor het (academisch) personeel.
• Procedure inzake studenten zonder SO-diploma: SB gidst de student zonder diploma SO doorheen de toelatingsprocedure tot een bacheloropleiding. Een studentenpsycholoog is betrokken bij de beoordeling van het dossier, de testing van de student, de verwerking van het resultaat en -desgevallend-de aflevering van het attest tot toelating via de UAB.
• Procedure voor student in crisis en bij overlijden: SB werkt de procedures inzake crisis en overlijden van een VUB-student verder uit. Het team SP tracht op een eenduidige manier de te volgen stappen overzichtelijk in kaart te brengen en ervoor te zorgen dat er op een efficiënte manier wordt gehandeld en gecommuniceerd. In 17-18 werd een 3-daagse professionele opleiding georganiseerd m.b.t. ‘nazorg na schokkende gebeurtenissen’ samen met CAW, Bewaking, M&O en de Dienst Preventie en milieu.
3. INTERNE WERKING TER ONDERSTEUNING VAN DE DIENSTVERLENING NAAR STUDENTEN TOE
De dienstverlening aan studenten kan maar ten volle worden opgebouwd als, naast het reguliere aanbod van begeleidingsactiviteiten, ook geïnvesteerd wordt in verdere professionalisering van haar expertise o.m. door middel van overleg/samenwerking met studenten, faculteiten en bij de verschillende diensten die eerstelijnsinformatie aan studenten aanbieden.
Om haar dienstverlening aan studenten te optimaliseren eventueel te innoveren heeft de dienst Studiebegeleiding daartoe een aantal werkgroepen opgericht. Tot de generieke taken van de medewerkers binnen deze werkgroepen behoren o.m.:
• (Beleids)adviezen ontwikkelen, rapporteren en implementeren
• Expertise delen intern/extern
• Professionalisering van de collega’s
Werkgroepen SB: de algemene doelstelling van elke werkgroep is het verzorgen van een professionele dienstverlening naar de studenten toe om het studierendement te verhogen en het studentenwelzijn te verbeteren. Daarnaast heeft elke werkgroep haar specifieke doelstelling(en).
• Front office: ‘Voorzien in een laagdrempelig aanspreekpunt om studenten zo snel mogelijk te helpen en eventueel door te verwijzen naar de relevante (studie)begeleiding’.
• Studievaardigheden/leerstijl: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven die studenten toelaten om te reflecteren over eigen studievaardigheden en deze bij te sturen’.
• Taalbegeleiding: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan taalbegeleidingsinitiatieven’.
• Examenvaardigheden: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven die studenten toelaten om zo optimaal mogelijk examens te laten afleggen’.
• Tutoring: ‘Een universiteitsbrede tutorwerking met focus op knelvakken’.
• Studievoortgang/HER: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op studenten met (een risico op) onvoldoende studievoortgang’.
• Pre-studenten: ‘Een coherent geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op pre-studenten’.
• Internationale studenten: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op internationale studenten’.
• Werkstudenten: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op werkstudenten’.
• Digitalisering studenten: ‘Inventariseren, testen en faciliteren van digitale toepassingen voor studenten en dit ter ondersteuning van begeleidingsinitiatieven binnen SB’.
• Workshops: ‘Voorzien in een permanent aanbod van workshops afgestemd op de studiebehoeften van iedere student, waar zij op eigen initiatief kunnen aan deelnemen’.
• Inclusief beleid: reflex+UDL: ‘Ontwikkelen en implementeren van een inclusief beleid binnen de Studiebegeleiding en aan de VUB met aandacht voor elke student. Voorzien van een breed inclusief basisaanbod aangevuld met verhoogde zorg en redelijke aanpassingen waar nodig’.
• Communicatie studenten: ‘Een heldere, vriendelijke en laagdrempelige communicatie naar studenten met een herkenbare SB-stijl’.
• Massablokken en studieruimte: ‘Voorzien in studieruimtes en faciliteiten zodat studenten zich optimaal kunnen voorbereiden op examens’.
Overleg/samenwerking met studenten, faculteiten en andere diensten
• Tussen docent/faculteit en SB-medewerkers: De begeleidingsvormen bij onderwijsactiviteiten worden uitgewerkt in nauw contact en overleg met docenten/professoren/assistenten. In dit kader werden verschillende begeleidingstrajecten in opleidingen geoptimaliseerd of nieuwe opgestart (zie supra).
• Tussen docent/faculteit en Studietrajectbegeleider: de Studietrajectbegeleider zetelt mee binnen de opleidingsraden. Hierin vervult hij/zij een adviserende rol en signaalfunctie bij mogelijke programmawijzigingen. Het contact tussen docent en Studietrajectbegeleider uit zich op de eerste plaats bij het samenstellen van het individuele studietraject (vrijstellingen, overschrijven pre-corequisites, laattijdig opnemen van vakken, instroom in de opleiding na heroriëntering, …). Hiernaast is er tevens een signaalfunctie tussen docent en Studietrajectbegeleider waarbij een docent desgewenst steeds mogelijke problemen kan melden aan de Studietrajectbegeleider.
• Tussen andere diensten en SB-medewerkers: op het vlak van curriculumbeheer en het opbouwen van inschrijvings- en afstudeervereisten en anderzijds bij het opvolgen van inschrijvings- en registratieproblemen van studenten is er tevens een nauw contact tussen de studietrajectbegeleiders en de hierbij betrokken diensten: Cel Curriculumbeheer, StudentenAdministratieCentrum, het Infopunt, Dienst Topsport en Studie en het CALI-team. Qua taalbegeleiding is er een intense samenwerking en uitwisseling van expertise tussen de SBmedewerkers en de medewerkers van ACTO.
• Meldpunt ongewenst grensoverschrijdend gedrag: De pilootfase van het Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag liep in 2017 af. Het project, dat in een samenwerking met CAW Brussel loopt, kreeg een positieve evaluatie en wordt daarom verdergezet. Het CAW bemant het meldpunt, in nauwe samenwerking met VUB-diensten zoals de Studiebegeleiding en Mens en Organisatie. Om de werking van het meldpunt continu te optimaliseren, is er ook continu uitwisseling en structureel overleg tussen het meldpunt en relevante partners binnen de VUB (denk aan de vertrouwenspersonen, een SP van de Studiebegeleiding, enzovoort). Op basis van de concrete ervaringen en cijfers van 2017, leveren we inspanningen voor de verdere uitbouw en bekendmaking van het Meldpunt Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag. Aandachtspunten daarbij zijn de laagdrempeligheid en het optimaliseren van de te volgen procedures in geval van een melding.
Overleg met andere Instellingen en/of externe instanties
• Vertegenwoordiging van de VUB door SB in verschillende werkgroepen van de Vlaamse Overheid: de VLIRwerkgroep Gelijke Kansen, de VLIR-werkgroep Studieloopbaan-begeleiding, de VLOR-commissie Diversiteit, de VLOR-commissie Hoger Onderwijs voor Studenten met een Functiebeperking, de VLOR-werkgroep Studierendement, de VLOR-werkgroep Leerkrediet, de UNICA-taskforce on equal opportunity’s en de Centrale Ijkingstoetscommissie. SB is partner in het Steunpunt Leren en Werken met functiebeperkingen in het Hoger Onderwijs. SB maakt ook deel uit van de stuurgroep Eduspot. SB heeft een organiserende rol in de samenwerking tussen VUB, UAB en HUB bij de opstart en gegevensverzameling van het onderzoek van de VAD (Vlaams expertisecentrum druggebruik) naar middelengebruik bij studenten.
• De Dienst ‘Topsport en studie’ vertegenwoordigt de VUB binnen het Overlegplatform ‘Topsport en Studie’ van Sport Vlaanderen en binnen het VUB-ULB-expertiseplatform ‘Topsport en Hoger Onderwijs’ van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om expertise uit te wisselen tussen onderwijsinstellingen mbt de combinatie topsport en hoger onderwijs.
• Afstemming met de associatiepartner: SB heeft op regelmatige basis contacten met docenten en studietrajectbegeleiders van de EHB. Binnen het kader van de begeleiding van topsportstudenten wordt een gezamenlijke screening uitgevoerd van aanvragen tot erkenning als topsportstudent.
4. VUB CAREER CENTER
Via het in oktober 2011 van start gegane VUB Career Center investeert de VUB in de begeleiding en coaching van studenten en alumni bij hun start op de arbeidsmarkt. Sinds oktober 2016 wordt deze dienstverlening ingevuld door loopbaancoaches van the Adecco Group. In 2018 werd ook een loopbaanbegeleider van de VUB die zich specifiek toelegt op de doelgroep doctoraatstudenten geïntegreerd. De basisdienstverlening, uitgevoerd door loopbaancoaches vanuit het centraal gelegen kantoor op de campus Etterbeek, blijft zich in de eerste plaats focussen op:
• Informatie, advies en begeleiding om doeltreffend je loopbaan te starten (zowel individueel als collectief via regelmatig georganiseerde workshops)
• Beheer en promotie van een eigen elektronische Jobboard met vacatures voor werk en stages
In 2018 werd ook af en toe een loketfunctie ingevuld in Jette.
Deze dienstverlening houdt rekening met de verschillende uitgangsposities van de diverse studentencategorieën (bachelor, master, doctoraatsstudenten) en alumni.
IV. TAALRAPPORT
1. DOELSTELLINGEN EN RECHTSGROND
De instelling beschrijft summier de doelstellingen en resultaten die worden beoogd met het taalbeleid van de instelling. De instelling geeft voornamelijk weer welke specifieke accenten zij als instelling stellen.
De instelling geeft een overzicht van de aard van de gemotiveerde beslissingen van de anderstalige opleidingsonderdelen waaruit de meerwaarde voor de studenten en het afnemend veld en de functionaliteit voor de opleiding blijkt. De opsomming van de anderstalige opleidingsonderdelen is niet nodig, enkel een overzicht van de aard van de motiveringen.
De Vrije Universiteit Brussel is sterk Nederlandstalig ingebed, maar internationaal en meertalig gericht. De universiteit wil het kosmopolitische karakter van Brussel incorporeren en de studenten beter voorbereiden op een nieuwe internationale realiteit die de hunne zal zijn.
De Vrije Universiteit Brussel is een Nederlandstalige universiteit, met veel studenten waarvan het Nederlands de moedertaal niet is. Tijdens het academiejaar 2017-2018 is hier verder sterk op ingezet (diagnose en begeleidingsinitiatieven).
Het taalbeleid van de instelling situeert zich tijdens het academiejaar 2017-2018 verder op de volgende niveaus:
• Niveau curriculum: (1) het uitwerken van taalleerlijnen binnen bestaande opleidingen; (2) het uitbouwen van een anderstalig aanbod conform decretale bepalingen, al dan niet in samenwerking met andere partners
• Niveau student: (1) het aanbieden van taalbegeleiding aan studenten die het nodig hebben; (2) aan studenten de gelegenheid geven om taalvakken of opleidingsonderdelen te volgen in een andere taal; (3) de gelegenheid bieden aan studenten om zich extra curriculair in een andere taal te verdiepen
• Niveau docent: Het Academisch Centrum voor Taalonderwijs (ACTO) heeft een flexibel aanbod aan cursussen Engels voor docenten om aan de talrijke vragen van het onderwijzend/academisch personeel te beantwoorden.
De inrichting van anderstalige opleidingsonderdelen of opleidingen wordt o.a. als volgt gemotiveerd:
A. Studenten vertrouwd maken met de anderstalige terminologie in hun onderwijsvakgebied:
- vaardigheden bijbrengen om te reflecteren, discussiëren en argumenteren in de doeltaal en inzicht bijbrengen in de cultuur van de vreemde taal
- de gehanteerde handboeken evenals de gespecialiseerde literatuur (wetenschappelijke artikelen, presentaties, ...) zijn vaak in het Engels/vreemde taal.
- het schrijven van verhandelingen zoals bijvoorbeeld een masterthesis of (onderzoeks)rapport in een vreemde taal faciliteren
B. Studenten beter voorbereiden op internationale mobiliteit:
- verrijking van de studiecontext door de aanwezigheid van internationale studenten
- de uitgaande Erasmusstudenten voorbereiden op hun anderstalige studie-ervaring
- voor inkomende Erasmusstudenten en internationale studenten in het algemeen is het belangrijk voldoende anderstalige opleidingen en opleidingsonderdelen te kunnen aanbieden.
- de mogelijkheid om een internationale stage te volgen (in het kader van mobiliteit of het schrijven van een verhandeling) faciliteren
C. Studenten vertrouwd maken met de belangrijkste wetenschappelijke talen:
- op basis van een Engelstalige of meertalige masteropleiding zal een integratie in de internationale onderzoek gemeenschap gemakkelijker verlopen
- publiceren in (hoog gerankte) tijdschriften gebeurt hoofdzakelijk in het Engels
D. Studenten voorbereiden op hun professionele loopbaan en de internationale realiteit:
- gelet op de aanwezigheid in en rond Brussel van internationale bedrijven, betekent meertaligheid voor de afgestudeerden van de Vrije Universiteit Brussel een belangrijk pluspunt op de arbeidsmarkt
E. De samenwerking van de Vrije Universiteit Brussel als instelling met (internationale) partners en universiteiten (zoals de ULB) faciliteren.
2. VOORWAARDE INZAKE KWALITEIT EN DEMOCRATISERING
2.1. Onderwijzend personeel
Duiding over de voorzieningen die de instelling voorziet voor de leden van het onderwijzend personeel en van het academisch personeel, waaronder een toegankelijk en behoeftedekkend aanbod van Nederlandstalige en anderstalige taalcursussen en taalbegeleidingsmaatregelen.
De Vrije Universiteit Brussel zet structureel in op de taalbegeleiding van het onderwijzend personeel, dit wordt opgenomen in hun professionaliseringstraject en wordt kosteloos aangeboden.
Er wordt geïnvesteerd in taaltrajecten Nederlands voor docenten via ACTO, het Academisch Centrum voor Taalonderwijs. Er wordt taalondersteuning voorzien voor docenten die hun taalbeheersingsniveau B2 nog niet behaald hebben. Het ACTO neemt de testen Nederlands ITNA en CNaVT af waarmee voor de ZAP-leden de vereiste kennis van het Nederlands op B2- of C1-niveau getoetst kan worden.
De Vrije Universiteit Brussel investeert eveneens in taaltrajecten Engels voor docenten via ACTO. Er wordt taalondersteuning aangeboden aan de docenten die hun decretaal vastgelegde ERK-taalbeheersingsniveau C1 nog niet hebben bewezen en de ITACE test nog dienen af te leggen. De docenten die niet slagen voor de ITACE for lecturers test kunnen een afspraak maken bij ACTO om individuele feedback te krijgen in functie van hun volgend examen.
Daarnaast kunnen de docenten die zich willen blijven bijscholen wat de Engelstalige onderwijstaal betreft bij ACTO terecht (onder andere voor modules rond vocabulary extension).
Dit aanbod van cursussen Engels voor docenten evolueert volgens de vragen, noden en behoeftes van de docenten Engels van de Vrije Universiteit Brussel.
Daarnaast biedt het Academisch Centrum voor Talenonderwijs (ACTO) ook praktische cursussen Engels aan voor de administratieve medewerkers van de Vrije Universiteit Brussel.
2.2. Studenten
2.2.1. De instelling voorziet in de mogelijkheid dat studenten die een initiële bachelor- of masteropleiding volgen met anderstalige opleidingsonderdelen of een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding, hun taalkennis van deze andere taal kunnen testen: op welke wijze gebeurt dit binnen de instelling?
De studenten van de Vrije Universiteit Brussel kunnen binnen de instelling de volgende taaltesten afleggen:
Engels
• TOEFL (Test Of English as a Foreign Language): voor wie zich aan de VUB wil inschrijven voor een Engelstalig programma, maar nog niet voldoet aan de taalvereisten vermeld in het OER of voor wie een officieel taalattest nodig heeft voor buitenlandse studies of voor het werk.
• ITACE for students (Interuniversity Test of Academic English): voor studenten die hun bekwaamheid in het Engels moeten bewijzen. De deelnemers kunnen via de test een B1, B2, C1 of C2 certificaat behalen.
Nederlands
• ITNA (Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen) voor wie zich aan een Vlaamse universiteit wil inschrijven en nog niet voldoet aan de taalvereisten of een officieel taalattest B2 of C1 nodig heeft voor het werk.
• CNaVT voor anderstalige personen die het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal B2 of C1 van de Nederlandse Taalunie wensen te behalen.
Frans
• DELF (Diplôme d’études en langue française). Officieel diploma om de taalvaardigheid van niet-Franstaligen te attesteren. De deelnemers kunnen via de test aantonen op welk niveau (A1, A2, B1 en B2) ze de Franse taal beheersen.
• DALF (Diplôme approfondi de langue française). Net zoals DELF een officieel diploma om het niveau
taalvaardigheid C1 of C2 van niet-Franstaligen te attesteren.
2.2.2. Welke taalbegeleidingsmaatregelen voorziet de instelling in het opleidingsprogramma van initiële bachelor- of masteropleidingen met anderstalige opleidingsonderdelen of van anderstalige initiële bachelor- of masteropleidingen?
De Vrije Universiteit Brussel voorziet in verschillende vormen van taalbegeleidingsmaatregelen in de opleidingsprogramma’s. Studenten worden vertrouwd gemaakt met bijvoorbeeld het Frans en/of Engels in hun vakgebied (domeinspecifiek) als voorbereiding op Franstalige en/of Engelstalige opleidingsonderdelen in hun opleiding. Dit gebeurt via op zich staande opleidingsonderdelen (bijvoorbeeld ‘English for Criminology’) of via een module binnen een bepaald opleidingsonderdeel (bijvoorbeeld de module ‘français juridique’ in het opleidingsonderdeel ‘Rechtsmethodologie II’).
Het ACTO gaat ook frequent in op ad-hoc-aanvragen voor taalondersteuning voor specifieke onderwijsonderdelen voor heel diverse opleidingen (van politieke wetenschappen tot biologie).
De module Medisch Frans binnen de bachelor Geneeskunde wordt verder uitgebreid in 2017-2018. Daarnaast wordt samen met UAB en EhB een extra curriculair traject algemeen en medisch Frans voorbereid voor alle studenten zorg (geneeskunde, apotheek, verpleegkunde, etc.).
Binnen de Nederlandstalige economische opleidingen (TEW, HI) werden voor het academiejaar 2017-2018 nog steeds dezelfde taal-opleidingsonderdelen aangeboden:
• Economische vaktaal Frans (verplicht 1BA)
• Economische vaktaal Engels (verplicht 1BA)
In 2BA dienden studenten een keuze te maken van 2 uit een aanbod van 4:
• Bedrijfsgerichte communicatie vaktaal Frans (keuze 2BA)
• Bedrijfsgerichte communicatie in het Engels (keuze 2BA)
• Economische vaktaal Duits (keuze 2BA)
• Economische vaktaal Spaans (keuze 2BA)
Binnen het schakelprogramma MSc in de Bedrijfskunde konden studenten facultatief kiezen voor ‘bedrijfsgerichte communicatie in het Engels’.
Binnen de sociale wetenschappen werden er in 2017-2018 geen taalvakken as such ingericht.
Binnen de opleiding politieke wetenschappen voorziet professor Holslag extra begeleiding binnen het vak ‘History of International Relations’. Ook professor Severs zou voor het bachelorvak ‘European History’ in extra begeleiding voorzien.
2.2.3. Op welke wijze voorziet de instelling voor studenten in aangepaste voorzieningen, waaronder een kosteloos toegankelijk en behoeftedekkend aanbod van Nederlandstalige en anderstalige taalcursussen en taalbegeleidingsmaatregelen?
De workshops, taalconsults en taalbegeleiding Academisch Nederlands zijn enerzijds geïntegreerd in de opleidingen, anderzijds kunnen studenten die aan de Vrije Universiteit Brussel zijn ingeschreven er op vrijwillige basis gebruik van maken.
Tijdens 2017-2018 wordt de uitbreiding van digitale ondersteuning academisch Nederlands voor volgend academiejaar voorbereid.
Om de integratie te vergemakkelijken van de inkomende internationale studenten organiseert ACTO sinds 2017-2018 een ‘Dutch Survival Course: overlevingscursus Nederlands voor internationale studenten’.
ACTO organiseert in samenwerking met de ULB een Tandemproject waarbij taalleerders met een verschillende moedertaal de kans krijgen om elkaars taal en cultuur op een interactieve manier te leren beheersen. Deelname aan dit project is gratis.
Alle studenten die aan de Vrije Universiteit Brussel zijn ingeschreven voor een volledige opleiding kunnen bovendien bij ACTO terecht voor extra niveaucursussen – gelinkt aan het ERK - buiten het curriculum. Dat kan voor Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans en Nieuwgrieks. Vrije Universiteit Brussel-studenten en -personeel kunnen deze taallessen volgen aan een sterk verminderd tarief.
2.2.4. De studenten hebben het recht om over een AOO het examen in het Nederlands af te leggen indien er binnen de opleiding geen Nl OO equivalent is binnen een initiële Nederlandstalige opleiding - Hoeveel studenten maken hiervan gebruik? - Voorziet de instelling in een specifieke procedure om dit aan te vragen?
Het recht van studenten om examen af te leggen in het Nederlands (behalve in het geval dat de opleidingsonderdelen de studie van een vreemde taal tot voorwerp hebben of in het geval dat de student de opleidingsonderdelen volgt aan een andere instelling) is opgenomen in het onderwijs- en examenreglement en op die manier kenbaar gemaakt aan alle studenten.
Exacte gegevens zijn hierover niet beschikbaar (in de meeste faculteiten neemt de student dit rechtstreeks op met de titularis van het opleidingsonderdeel en is er daarom centraal op de faculteit geen informatie over beschikbaar), maar in het algemeen wordt van dit recht zelden gebruik gemaakt. Daarom is ook geen specifieke procedure voorzien binnen de meeste faculteiten.
De faculteiten ‘Economische en Sociale Wetenschappen & Solvay Business School’ (ES), ‘Letteren en Wijsbegeerte’ (LW) en ‘Geneeskunde en Farmacie’ voorzien in een specifieke procedure in hun aanvullend facultair onderwijs- en examenreglement om dit aan te vragen (studenten die van het recht om het examen in het Nederlands af te leggen gebruik wensen te maken, melden dit uiterlijk drie weken voor de aanvang van de examenperiode via e-mail aan de titularis met het faculteitssecretariaat in cc).
In 2017-2018 werd in de faculteit LW voor volgende Engelstalige vakken examen in het Nederlands afgelegd:
• “Philosophy of cosmology”: 1 student
• “Scientific integrity”: 1 student
• “Food Society in Classical Antiquity”: 5 studenten hebben het mondeling examen afgelegd in het Nederlands
• “Theory of Literary Translation”: De studenten hebben de mogelijkheid om hun paper in een andere taal dan het Engels – dus ook het Nederlands – te schrijven, afhankelijk van de gekozen talencombinatie of de taal die ze het best beheersen. Er zijn steeds ook Nederlandstalige studenten die kiezen om een paper in het Nederlands te schrijven, waarbij ze worden begeleid in het Nederlands en achteraf de papers besproken worden in het Nederlands.
• “Urbanisation in Early Modern Europe”: Vanuit de Master Geschiedenis hebben twee studenten het examen afgelegd, waarvan 1 in het Engels en 1 in het Nederlands.
• “Existential Philosophy”: 90 % van de studenten legde het examen af in het Nederlands
• “Business and Consumer Ethics (ES): 40 % van de studenten legde het examen af in het Nederlands
In 2017-2018 ontving de faculteit ES iets meer aanvragen om het examen van een Engelstalig opleidingsonderdeel in het Nederlands af te leggen dan in 16-17. Opvallend was wel dat de aanvraag zich vooral binnen een en hetzelfde vak en alle aanvragen zich binnen eenzelfde opleiding situeerden.
In 2017-2018 werd er voor 3 Engelstalige vakken een aanvraag (in totaal 24) ingediend om het examen in het Nederlands af te leggen:
• ‘Digital Media Marketing’ (verplicht master communicatiewetenschappen) = 1 aanvraag
• ‘Media, Culture and Globalisation Theories’ (verplicht master communicatiewetenschappen) = 1 aanvraag
• ‘Political Economy of Communication’ (verplicht bachelor communicatiewetenschappen) = 22 aanvragen
De faculteit ES vermoedt dat er wel meer studenten het examen in het Nederlands afleggen dan diegene die de procedure volgen. Ervaring leert dat docenten op de hoogte zijn van dit recht en dit ook vlot toestaan. De meerderheid van de studenten legt het examen van een Engelstalig OO in een Nederlandstalige opleiding evenwel in het Engels af.
3. GEDRAGSCODE
De gedragscode zoals omschreven in artikel II.272 wordt ter beschikking gesteld op de website van de instelling: http://www.vub.ac.be/reglementen (onderwijs- en examenreglement 2017-2018).
V. INFOPUNT STUDENTEN
Naast balie, telefoon en e-mail kunen studenten nu ook vragen stellen in de sociale media. Infopunt Studenten zet voor zijn loketfunctie in op een onmiddellijke, klantvriendelijke service. E-mails worden binnen de 24 uur behandeld.
De studentenwebsite bundelt alle studenteninformatie op één plek, zowel over de onderwijsorganisatie als over het campusleven. Voor studenten is het een 24/7 houvast over hoe de universiteit werkt, voor studentendiensten een handig en efficiënt verwijsplatform in hun dienstverlening naar studenten. We geven er ook de nieuwsberichten en een overzicht van de belangrijkste studentenactiviteiten.
In 2018 werd de basis gelegd van een project om de onthaalactiviteiten voor nieuwe studenten beter te ondersteunen. Dit project zal worden uitgevoerd in 2019.
In de zomer 2018 werd het infopunt studenten overspoeld met tweedelijnsvragen over studentenadministratie. Er moet bekeken worden welke vragen door welke betrokken diensten moeten worden behandeld om meer efficiëntie en studentvriendelijkheid te halen.
VI. STUDENTENOMBUDSPERSONEN
https://student.vub.be/ombudspersoon#intro
1. ALGEMENE VASTSTELLINGEN OMBUDSFUNCTIE
De werkzaamheden van de facultaire ombudspersonen en de centrale ombudspersoon betreffen in hoofdzaak de behandeling van vragen, opmerkingen en klachten van studenten. De facultaire ombudspersonen worden tevens uitgenodigd voor zo o.m. de interne beroepsprocedures en de hoorzittingen bij de decaan in het kader van onregelmatigheden of beëindiging stage.
Voor studenten is het vaak reeds geruststellend dat ze hun verhaal kunnen doen. Een groot deel van de klachten dient ter ventilering van een ongenoegen met een toegekend examencijfer, een onduidelijke communicatie over opdrachten, of een misverstand over de interpretatie van reglementen, zonder dat er sprake was van enige schending van een recht.
Ombudspersonen worden vaak geconsulteerd inzake vragen om informatie of toelichting, zonder dat een formele klacht geformuleerd wordt. Deze vragen hebben zo onder meer betrekking op de inschrijving en registratie van vakken, alsook op de organisatie van examens, het recht op inzage en feedback, het aantekenen van een beroep, … als op nietonderwijsgerelateerde onderwerpen. Het volstaat veelal de student te wijzen op de mogelijkheden en procedures die voorzien zijn in het onderwijs- en examenreglement, en ook toegelicht worden op het studentenportaal, en/of op de inhoud van opleidingsonderdeelfiches, alsook om de student door te verwijzen naar de bevoegde dienst.
De tussenkomsten van de ombudspersonen leiden meestal tot bevredigende oplossingen voor de studenten.
De centrale ombudspersoon werd regelmatig gecontacteerd voor klachten of vragen die op facultair niveau moeten worden behandeld.
2. INHOUD TUSSENKOMSTEN
Het grootste deel van de klachten en interventies heeft betrekking op:
De organisatie van opleidingsonderdelen:
• onduidelijkheid over studiemateriaal dat ter beschikking wordt gesteld via het leerplatform (verschillende versies, onduidelijkheid wat gekend moet zijn, …),
• onduidelijkheid i.v.m. de mogelijkheid voor Erasmusstudenten om in tweede zittijd het VUB-equivalent OO te hernemen aan de VUB, mits inzetten van extra studiepunten,
• klachten over hoorcolleges die wegvallen en zelfstudie ter vervanging;
• laattijdige beschikbaarheid van digilessen, powerpoint, ...
• gebrek aan verwittiging via het elektronisch leerplatform door titularis die onverwacht afwezig is,
• onvoldoende afspraken tussen titularis en co-titularissen of assistenten, waardoor er een gebrekkige of tegenstrijdige communicatie gebeurt;
• overlap in programma bij individueel studietraject;
De organisatie van examens, omwille van onduidelijkheden hierrond, doch voor een groot deel ook omwille van een gebrek aan kennis van het examenreglement:
• het examenverloop (te weinig tijd, onduidelijkheid over giscorrectie bij multiple choice, …)
• problemen met examenplanning (overlappingen in examenroosters voor studenten die niet binnen het modeltraject vallen, laattijdige verwittiging van verplaatsing naar ander uur of andere datum door docent),
• tegenstrijdige communicatie, waardoor student de opdracht niet tijdig had ingeleverd en als afwezig beoordeeld werd,
• onduidelijkheid over overmacht en de vraag om een examen te verplaatsen, evenals over de organisatorische onmogelijkheid om een inhaalexamen in te lassen,
• vraag over inzage en/of feedback over een examencijfer,
• ontevredenheid nopens een examencijfer, ook zonder eerst inzage en/of feedback te vragen,
• discussie over de berekening / toepassing van de regels zoals omschreven in de opleidingsonderdeelfiche,
• bemiddeling bij onduidelijkheid over toekennen van eindcijfer voor een opleidingsonderdeel dat uit meerdere delen bestaat en door verschillende docenten gegeven wordt,
• ontevredenheid over het verloop van een mondeling examen,
• klachten over te grote moeilijkheidsgraad van vragen bij (tussentijdse) evaluaties, of discrepantie met voorbeeldoefeningen tijdens werkcolleges,
• ontevredenheid nopens de begeleiding van de bachelor-/masterproef (bv. onvoldoende of laattijdige feedback door promotor bij masterproef),
• verduidelijking inzake de beoordeling van de masterproef door de (vaste) jury,
• onduidelijkheid (vooral bij internationale studenten) over plagiaat,
• onduidelijkheid over stagebegeleiding en –beoordeling,
• bemiddeling om feedback te krijgen over een examen na herhaalde misgelopen afspraken met de betrokken docent,
• vragen over het indienen van een intern beroep;
In bepaalde gevallen wordt aan de (facultaire) ombudspersoon ook gevraagd om als waarnemer een mondeling examen te willen bijwonen.
Onduidelijkheden op het vlak van onderwijsorganisatie en ondersteuning vanuit Studiebegeleiding:
• onduidelijkheid over het systeem van studievoortgangsbewaking, vooral bij internationale studenten die dit niet kennen,
• te late aanvraag tot registratie van opleidingsonderdelen, met nefaste gevolgen voor de student,
• vragen over verschillen in studiepunten met collega-studenten en i.f.v. vooropleiding, al dan niet aan andere instellingen,
• ongenoegen over de wachttijd voor een antwoord van een studietrajectbegeleider,
• het afbakenen van de bevoegdheid van de facultaire en centrale ombudspersoon;
Een aantal van de klachten die niet de organisatie van het onderwijs of examenaangelegenheden betroffen, hadden betrekking op mogelijks grensoverschrijdend gedrag door studenten t.a.v. medestudenten of t.a.v. docenten, of door academisch en/of administratief personeel t.a.v. studenten (zo bv. stalking, onaangepast taalgebruik, gevoel oneerbiedig behandeld te zijn), waarbij de betrokkenen werden doorverwezen naar het Meldpunt en de vertrouwenspersonen.
Studenten contacteerden de ombudspersonen ook voor problemen met de inschrijving of registratie van opleidingsonderdelen, hetgeen onder Studentenadministratie valt.
3. KLACHTENMANAGEMENT INFOPUNT STUDENTEN
Naast de ombudswerking die traditioneel onderwijsgebonden is, werd binnen het Infopunt Studenten ook een suggestieen klachtenmanagement ontwikkeld.
Studenten kunnen met klachten en suggesties terecht op [email protected]. Dit kanaal werkt complementair aan de ombudswerking.
In 2018 werden er 81 klachten ingediend. Dit aantal situeert zich tussen het aantal klachten in 2016 (100 geregistreerde klachten) en 2017 (56 geregistreerde klachten).
Infopunt Studenten behandelt de klachten onmiddellijk en met een grote, communicatieve zorg en brengt de desbetreffende diensten op de hoogte van de klacht. Meestal wordt via urgente, prioritaire aandacht voor deze individuele dossiers vrij snel een oplossing geboden. In enkele uitzonderlijke gevallen wordt de juridische dienst om advies gevraagd.
BESLUIT EN SLOTBEDENKING
In 2018 werd gestart met de realisatie van het beleidsplan onderwijs- en studentenbeleid voor de periode 2018 – 2021. De voortgang ervan spoort vooralsnog met de vooropgestelde timing en termijnen.
Tegelijk werd binnen het departement ook nog gewerkt aan de hervorming van de onderwijsevaluatie naar het instrument studentenfeedback en de verdere optimalisering daarvan, de bevordering van studentenparticipatie en ondersteuning van de Studentenraad, de voorbereiding van de implementatie van de nieuwe elektronische leeromgeving, de verdere uitbouw van de studiebegeleiding en de verdere uitbouw van het studentenportaal student.vub.
De optimalisering van het management en organisatie van het studenteninformatiesysteem werd in 2018 verder in kaart gebracht. Een concreet actie- en stappenplan werd opgesteld en aan de academische overheden voorgelegd en er werd inmiddels gestart met de uitvoering daarvan.
(Goedgekeurd op BOZ 27.02.2019 en op OZR 13.03.2019)
De onderzoeksraad keurde in 2017 haar nieuwe vijfjaren strategisch beleidsplan voor onderzoek goed. De strategische doelstellingen van het onderzoeksbeleid zijn:
• SD1: ontwikkelen van een optimale onderzoeksomgeving, met aandacht voor ondersteuning en opleiding van onderzoekers en voor optimale onderzoeksinfrastructuur,
• SD2: (verder) ontwikkelen van een internationale & interdisciplinaire onderzoekscultuur, met aandacht voor het beter ondersteunen van vorsers bij het uitschrijven van projecten, het verder inbedden van de RRI principes, …
• SD3: inzetten in participatief en community based onderzoek, met aandacht voor het vergroten van de impact van VUB onderzoek (o.m. in Brussel),
• SD4: bouwen aan een inclusieve en open vorsersgemeenschap, met aandacht voor het bevorderen van transdisciplinaire en campusoverschrijdende initiatieven.
In het voorliggende jaarverslag wordt ingegaan op de zaken die in 2018 werden verwezenlijkt in het kader van de hierboven geschetste doelstellingen.
1. BELEIDSORGANEN VOOR ONDERZOEK
1.1.
Beleidsorganen
De onderzoeksraad (OZR) is het centrale advies- en beslissingsorgaan voor onderzoeksaangelegenheden van de Vrije Universiteit Brussel. Het dagelijks beheer wordt verzekerd door het Bureau van de Onderzoeksraad. Overeenkomstig art. 49 en art. 50 van het Organiek Statuut wordt de Onderzoeksraad belast met volgende taken:
• De Onderzoeksraad beslist inzake:
- de verdeling en de toewijzing van de projectmiddelen voor onderzoek,
- de erkenning van de onderzoeksgroepen,
- de toekenning van door de OZR beheerde VUB-prijzen,
- de toelating tot herinschrijving van doctoraatsstudenten op basis van de voortgangsrapporten.
• De Onderzoeksraad formuleert voorstellen en verleent advies inzake het strategisch onderzoeksbeleid en in bijzonder inzake:
- Het algemeen beleid en de organisatie van de universiteit van het wetenschappelijk onderzoek,
- De opmaak van de onderzoeksgerelateerde begroting,
- De verdeling en de toewijzing van de onderzoeksmiddelen van de universiteit, inclusief het advies inzake de verdeling en de toewijzing van de onderzoeksmandaten gefinancierd via door de OZR beheerde middelen,
- Het doctoraatsproces,
- De installatie van leerstoelen met onderzoeksbestemming.
De Onderzoeksraad is samengesteld uit een representatief aantal leden van het zelfstandig academisch personeel (ZAP) van wie bij de aanduiding door de Academische Raad is aangetoond dat zij tegemoetkomen aan de prestatie-indicatoren opgenomen in de ZAP-competentieprofielen zoals goedgekeurd door de Academische Raad (kwaliteitsvereiste) en van wie hoogstens 2/3 van hetzelfde geslacht zijn (genderevenwicht) met inbegrip van de vicerector, ex officio voorzitter van de OZR.
De samenstelling is als volgt geregeld : Effectieve leden:
• de Vicerector Onderzoek is automatisch voorzitter van de OZR;
• per faculteit zetelen 2 effectieve leden en worden 2 plaatsvervangende leden aangeduid, waarbij wordt gestreefd naar een genderevenwicht;
• 1 effectief en 1 plaatsvervangend lid, aangeduid per School of Arts binnen de associatie
Leden met raadgevende stem:
• De regeringscommissaris
• De afgevaardigde financiën
• De algemeen beheerder van de VUB
• Vijf waarnemers, aangeduid door de Academische Raad
• De vicerector Innovatie- en Valorisatiebeleid
• De vertegenwoordiger van het SISC (Shared ICT Services Centre)
• Een afgevaardigde vanuit het UMC-comité
Samenstelling 2018-2019 (* de leden van het Bureau (effectief en plaatsvervanger) zijn in bold aangeduid)
Voorzitter
16 ZAP-leden
1 effectief lid SoA RITS
1 effectief lid SoA KCB
K. Vanderkerken
vicerector onderzoek
Effectieve leden van de faculteit
I.Arteel / R. Vosters Letteren en Wijsbegeerte
K. Beyens, K. Byttebier Rechtsgeleerdheid
B. Craps, A. Nowé Wetenschappen en Bioingenieurswetenschappen
I Bautmans / T. Vanhaecke Geneeskunde en Farmacie
B. Vanderborght, M. Huysmans Ingenieurswetenschappen
B. Spruyt, M. Brengman Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen Managementschool Solvay
L. De Donder, G. Rossi Psychologie en Opvoedkunde
M. Theeboom, J. Nys Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie
K. Tindemans
C. Van Den Buys worden eveneens uitgenodigd met raadgevende stem
Regeringscommissaris
Afgevaardigde Financiën
Algemeen Beheerder
5 waarnemers aangeduid door de Academische Raad
- AAP
- AAP
- ZAP
- ZAP
- ZAP
De vicerector Innovatie & Valorisatiebeleid Vertegenwoordiger SISC (ICT service Centre)
Een afgevaardigde van het UMC comité
J. Dhondt
M. Verelst
N. Van Craen
M. Sinnesael
S. Verhulst
A Winter
S. Provyn
N De Temmerman
H. Thienpont
S. Weckx
A Bonehill
Het secretariaat van de Onderzoeksraad en het Bureau wordt waargenomen door het R&D dept.
De Onderzoeksraad kwam in 2018 tien keer samen.
Het dagelijks bestuur van de Onderzoeksraad (het Bureau van de Onderzoeksraad – BOZ) kwam in 2018 tien keer samen. De werking van de Onderzoeksraad wordt ondersteund door de volgende bijzondere adviesorganen :
- Bureau van de Onderzoeksraad (BOZ) :
• Het BOZ bereidt de werkzaamheden van de Onderzoeksraad voor en treedt tevens op als Evaluatie- en Bevorderingscommissie (EBC) voor de ZAP mandaten binnen het BOF/OZR contingent,
- Stuurgroep Doctoral Schools :
• De Stuurgroep Doctoral Schools bepaalt het beleid van de drie Doctoral Schools en stemt deze af op de beleidsvisie van de OZR. De stuurgroep bewaakt eveneens de kwaliteit van de doctoraatsopleiding.
- Herculescommissie :
• De Herculescommissie is verantwoordelijk voor de evaluatie en selectie van de FWO middelen voor Middelzware Apparatuur (eerder Hercules). De samenstelling en werking van de commissie worden geregeld door het reglement van de Universitaire Associatie Brussel.
- Ethische Commissie Humane Wetenschappen (ECHW) :
• De commissie verleent ethisch advies aan onderzoekers en volgt de ontwikkelingen op omtrent ethisch onderzoek in het domein van de Humane Wetenschappen.
- Ethische Commissie Dierproeven :
• De commissie waakt over het ethische gebruik van proefdieren en verleent de door de wet vereiste ethische adviezen.
- Commissie Medische Ethiek :
• De commissie verleent adviezen aan onderzoekers zoals voorzien in de Wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon en haar uitvoeringsbesluiten.
In 2018 werd de oprichting van een Commissie Dual Use en een Nagoyacommissie voorbereid.
2. BESTEMMING BIJZONDERE ONDERZOEKSFONDSEN
Via de middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds, financiert de Vrije Universiteit Brussel volgende onderzoeksinitiatieven.
2.1. Middelen bestemd voor onderzoeksmandaten
Via de middelen van het BOF financiert de Vrije Universiteit Brussel onderzoeksmandaten op ZAP-niveau. Dit onderzoekscontingent betekent niet alleen een belangrijke stimulans voor het onderzoek in het algemeen, maar verruimt ook de mogelijkheden om als ZAP-lid een onderzoekscarrière uit te bouwen aan de universiteit. In totaal wordt ingezet in :
- 30 vte ZAP ‘senior research fellows’
- 15 vte tenure track
- 3 + 2 vte sabbatical leaves
Voor de Senior Research Fellowships wordt een totale periode van 10 jaar beoogd, voornamelijk besteed aan onderzoek. De initiële toekenning gebeurt voor 5 jaar en is verlengbaar voor 5 jaar na positieve evaluatie. Naast mandaten toegekend binnen prioritaire thema’s bestaat de mogelijkheid om een Senior Research Fellowship toe te kennen (1) aansluitend op een Odysseusmandaat (RvB 06.10.2009), (2) aansluitend op een EU-Tenure Track mandaat gelijklopend met een ERC Starting Grant (RvB 24.05.2011), (3) als verdere hernieuwing van FWO-overgehevelden voor periodes na de eerste 10 jaar (RvB 06.10.2009), en (4) als andere verdere hernieuwing na 10 jaar tot maximum 25% van de middelen (BOF-besluit, Vlaamse Regering 21.12.2012). Rekening houdend met de begrotingsmogelijkheden en de verwachte instroom, werd het contingent stelselmatig en met een spreiding van de mogelijkheden over de jaren uitgebouwd naar een 30-tal mandaten. Vanaf de oproep in 2007 kunnen jaarlijks 2 à 3 nieuwe mandaten worden toegekend.
Binnen de laatste toekenningsronde gebeurden vier hernieuwingen en drie nieuwe toekenningen op uitnodiging, met telkens termijnen van 5 jaar of tot emeritaat. De vier hernieuwingen (twee voor een tweede termijn en twee voor een vierde termijn) situeren zich in de Wetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen en in de Geneeskunde en Farmacie (ingang tweede termijn respectievelijk 01.10.2018 en 01.01.2019, en ingang vierde termijn respectievelijk 01.10.2017 en 01.10.2018). De drie nieuwe toekenningen via instroom in opvolging van een EUERC mandaat gelijklopend met een ERC Grant (twee Starting Grants en één Consolidator Grant) situeren zich in de Ingenieurswetenschappen (ingang eerste termijn na Starting Grant respectievelijk 01.10.2018 en 01.02.2019, en na Consolidator Grant 01.06.2019).
Concreet werden in 2018 drie nieuwe VUB-onderzoeksmandaten toegekend via instroom na ERC-mandaat :
• Prof. Nathalie Vermeulen (IR)
• Prof. Bram Vanderborght (IR)
• Prof. Peter Schelkens (IR)
Daarnaast werd in 2018 de hernieuwing voor 5 jaar goedgekeurd van volgende VUB-onderzoeksmandaten:
• Prof. Remy Loris (WE)
• Prof. Patrick Vanderheyden (GF)
• Prof. Han Remaut (WE)
• Prof. Franky Bossuyt (WE)
In 2018 werden 4 nieuwe Tenure Track mandaten toegekend via de daartoe bestemde BOF middelen :
- Niko Van den Brande (IR) : ‘organisch materiaal voor energie toepassingen’
- Dominique Devriese (WE) : ‘statische veiligheidsgaranties voor gecomplileerde programmatietalen’
- Stijn Van Puyvelde (ES): ‘sociale economie’
- Bart Lambert (LW) : ‘geschiedenis van de Europese stad in de Hoge en Late Middeleeuwen’
De toekenningsmogelijkheden voor Sabbatical Leaves werden vanaf 2012 uitgebreid met bijkomende mandaten naar aanleiding van de berekeningen voor de Basisfinanciering voor vakgroepen (BAS), gepaard gaand met bijkomende aandachtspunten in de selectieprocedure (ingevoerd voor via BAS gefinancierde mandaten RvB 24.04.2012, veralgemeend AR 09.11.2015): de belasting van de kandidaat inzake onderwijs, het lidmaatschap van beleids- en adviesorganen aan de VUB, en gendergerelateerde argumenten. Zo werden vanaf de in 2012 uitgeschreven jaarlijkse oproepen voor Sabbatical Leaves telkens bijkomende Sabbatical Leaves gefinancierd via BAS, gereserveerd voor het domein van de Humane Wetenschappen.
Aangaande Sabbatical Leaves binnen academiejaar 2018/2019 werden 8 aanvragen ontvangen waarvan één aanvraag onontvankelijk werd verklaard. 7 aanvragen werden via internationale peer review geëvalueerd. De aanvragers situeren zich binnen Letteren en wijsbegeerte (3 aanvragen), Sociale wetenschappen en Solvay business school (2 aanvragen), Wetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen (0,5 aanvraag), Ingenieurswetenschappen (1,5 aanvraag). De toekenningen situeren zich binnen Letteren en wijsbegeerte (3 toekenningen), Sociale wetenschappen
en Solvay business school (1 toekenning), Wetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen (0,5 toekenning), Ingenieurswetenschappen (1,5 toekenning). Sinds deze toekenningsronde werd door de Onderzoeksraad een soepeler beleid gevoerd inzake mogelijke periodes van Sabbatical Leaves, voortaan voltijds op te nemen in blokken van 3 maanden, in totaal hetzij 3, 6, 9 of 12 maanden, in principe volledig binnen het betreffende academiejaar (kaderend in het genderbeleid en in een beleid naar jonge gezinnen toe).
Via de middelen van het BOF financiert de Vrije Universiteit Brussel in 2018 5 vte sabbatical leaves. In 2018 werden zes sabbatical leave mandaten toegekend aan:
• Prof. R. Vosters, faculteit LW (1 jaar)
• Prof. G. Desmet, faculteit IR en faculteit WE (1 jaar)
• Prof. D. Gullentops, faculteit LW (1 jaar)
• Prof. I. Glorieux, faculteit ES (1 jaar)
• Prof. P. Erdkamp, faculteit LW (6 maanden)
• Prof. T. De Troyer, faculteit IR (6 maanden)
2.2. Middelen voor Projectfinanciering
De VUB heeft sinds 2011 een nieuw financieringsmodel voor onderzoek ingevoerd waarbij enerzijds jaarlijks een automatische basisfinanciering (BAS) wordt toegekend aan alle vakgroepen en waarbij anderzijds een meerjarige strategische programmafinanciering voor groeiers en zwaartepunten (Strategic Research Programme – SRP) wordt georganiseerd.
Dit betekent dat werd overgestapt van een projectfinanciering met jaarlijkse aanvragen naar een structurele lange termijn financiering waarbij zich zwaartepunten kunnen profileren, ontstaan en gevoed vanuit een zich continu vernieuwende onderzoeksbasis.
Een SRP zwaartepunt financiering wordt toegekend voor een periode van 5 jaar en is vernieuwbaar mits positieve evaluatie. Een SRP groeier financiering is beperkt tot 5 jaar en heeft als doel de betrokken onderzoeksgroepen binnen die periode te laten uitgroeien tot excellentieniveau (zwaartepunt).
Voor de hierboven vermelde onderzoeksfinanciering werd in 2018 volgende budget voorzien :
- BAS financiering: 2.600.000 Euro
- SRP financiering (1e reeks ): 4.175.000 Euro
- SRP financiering (2e reeks – call gelanceerd in 2018): 3.000.000 Euro
In 2018 werd een oproep uitgeschreven voor nieuwe SRP-Onderzoekszwaartepunten en Groeifinanciering met beoogde ingang op 01.03.2019, op basis van het in 2017 herziene reglement (AR 04.12.2017 en AR 18.12.2017). Bij de kennisname van de 45 ingediende aanvragen werden 2 aanvragen onontvankelijk verklaard (OZR 04.07.2018). 43 aanvragen werden via internationale peer review geëvalueerd. Hiertoe werden de aanvragen door de Onderzoeksraad (OZR 11.04.2018) ingedeeld in drie panels volgens de grote domeinen Social Sciences & Humanities (16 aanvragen), Basic, Natural & Applied Sciences (14 aanvragen) en Biomedical Sciences (13 aanvragen). De coördinatoren van deze 43 aanvragen situeren zich binnen Letteren en wijsbegeerte (7 aanvragen), Recht en criminologie (2 aanvragen), Sociale wetenschappen en Solvay business school (2 aanvragen), Psychologie en educatiewetenschappen (3 aanvragen), Wetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen (10 aanvragen), Geneeskunde en farmacie (10 aanvragen), Lichamelijke opvoeding en kinesitherapie (2 aanvragen), Ingenieurswetenschappen (7 aanvragen). De toekenningen door de Onderzoeksraad zijn voorzien in 2019.
Strategic Research Programmes (SRPs) - Growth funding ID Name
SRP23 Bertels Inge Administrative Promotor
Wouters Ine Co-Promotor
SRP24 Celis Karen Administrative Promotor
Coene Gily Co-Promotor
Schandevyl Eva Co-Promotor
Woodward Alison Co-Promotor
28.02.2019 Construction history
28.02.2019 Gendering ethnicity & ethnicizing gender in politics & policy
SRP25 Jegers Marc Administrative Promotor 01.03.2014 28.02.2019 Organisation-employeevolunteer interactions in nonprofit organisations
Pepermans Roland Co-Promotor
SRP26 Theeboom Marc Administrative Promotor
De Bosscher Veerle Co-Promotor
Wylleman Paul Co-Promotor
De Knop Paul Co-Promotor
SRP27 Winter Anne Administrative Promotor
Buylaert Frederik Co-Promotor
SRP28 Zhu Chang Administrative Promotor
Vanwing Tom Co-Promotor
SRP29 Ballet Steven Administrative Promotor
Caveliers Vicky Co-Promotor
SRP30 Bossuyt Franky Administrative Promotor
Roelants Kim Co-Promotor
SRP31 Danckaert Jan Administrative Promotor
RAES Jeroen Co-Promotor
Verschaffelt Guy Co-Promotor
SRP32 De Malsche Wim Administrative Promotor
Ottevaere Heidi Co-Promotor
SRP33 De Meuter Wolfgang Administrative Promotor
Van Cutsem Tom Co-Promotor
SRP34 Messens Joris Administrative Promotor
Versées Wim Co-Promotor
SRP35 Bouwens Luc Administrative Promotor
Heimberg Henry Co-Promotor
SRP36 Brouns Raf Administrative Promotor
Putman Koen Co-Promotor
Dupont Alain Co-Promotor
SRP37 De Ridder Mark Administrative Promotor
De Mey Johan Co-Promotor
SRP38 Rogiers Vera Administrative Promotor
Vanhaecke Tamara Co-Promotor
Vinken Mathieu Co-Promotor
Gutermuth Jan Co-Promotor
SRP39 Smitz Johan Administrative Promotor
Anckaert Ellen Co-Promotor
01.03.2014 28.02.2019 Sport encounters. The personal and societal impact of grassroots and elite sport
01.03.2014 28.02.2019 The cradle of modernity? Social dynamics in the cities of Brabant and Flanders in a comparative and long-term perspective, 1350-1914
01.03.2014 28.02.2019 Socially inclusive ICT-based adult learning
01.03.2014 28.02.2019 Peptide modification for molecular imaging and therapy (PeptIT)
01.03.2014 28.02.2019 Evolutionary innovations in amphibians: from ecology to molecules
01.03.2014 28.02.2019 Applied physics and systems biology. Towards a cross-disciplinary complex systems center @ VUB
01.03.2014 28.02.2019 Polymer microfluidic devices for integrated (bio-)chemical separation and detection
01.03.2014 28.02.2019 Foundations of programming models for next-generation computing platforms
01.03.2014 28.02.2019 The far reaches of enzymology in health and disease - Kinetics along signal transduction pathways within complex systems
01.03.2014 28.02.2019 Regenerative therapy in diabetes
01.03.2014 28.02.2019 OPTIMUS - Optimization of stroke care
01.03.2014 28.02.2019 Translating biological tumor signatures into imageguided radiotherapy: towards personalized treatments in rectal and lung cancer
01.03.2014 28.02.2019 Liver-based in vitro models for toxicity testing, and translational aspects
01.03.2014 28.02.2019 Development of an in vitro testing strategy for epigenetic susceptibility of the oocyte: understanding long term effects on adult health
SRP40 Smolders Ilse Julia Administrative Promotor
Massie Ann Co-Promotor
SRP41 Vandendriessche Thierry Administrative Promotor
Chuah Marinee Co-Promotor
SRP42 Keymeulen Bart Administrative Promotor
Gorus Frans Co-Promotor
Strategic Research Programmes (SRPs) - Second term
ID Name Role
SRP2 Claeys Philippe Administrative Promotor
Gao Yue Co-Promotor
Elskens Marc Co-Promotor Kervyn Matthieu Co-Promotor Huybrechts Philippe Co-Promotor
SRP4 Deliens Luc Administrative Promotor
Cohen Joachim Co-Promotor Pardon Koen Co-Promotor
Van den Block Lieve Co-Promotor
SRP6 Desmet Gert Administrative Promotor
Denayer Joeri Co-Promotor
SRP7 De Vuyst Luc Administrative Promotor
Leroy Frédéric Co-Promotor
Weckx Stefan Co-Promotor
SRP8 D’Hondt Jorgen Administrative Promotor
van Eijndhoven Nick Co-Promotor
Craps Ben Co-Promotor
Buitink Stijn Co-Promotor
SRP9 De Proft Frank Administrative Promotor
Tielens Frederik Co-Promotor
SRP11 Schelkens Peter Administrative Promotor
Deligiannis Nikolaos Co-Promotor
Kuijk Maarten Co-Promotor
Jansen Bart Co-Promotor
Munteanu Adrian Co-Promotor
Sahli Hichem Co-Promotor
Steenhaut Kris Co-Promotor
Stiens Johan Co-Promotor
01.03.2014 28.02.2019 Unveiling the role of the cystine/glutamate antiporter (system xc-) in temporal lobe epilepsy, major depression and Parkinson's disease
01.03.2014 28.02.2019 Next-generation gene therapy by computational vector design and immune stealth nanotechnology
01.03.2014 28.02.2019 Biomarkers for staging diabetes and guiding its prevention and treatment
31.10.2022 Tracing and Modelling of Past and Present Global Changes
End-of-Life Care in Cancer and Non-Cancer Patients: Public Health, Health Services and Clinical Research. Addressing Present and Future Challenges in Palliative Care
31.10.2022 Exploiting the Advantages of Order and Geometrical Structure for a Greener Chemistry
Understanding the Competitiveness and Functional Role of Microorganisms in Fermented Food Ecosystems
31.10.2022 High-Energy Physics at the VUB
31.10.2022 Conceptual Density Functional Theory: Towards a General Treatment of Chemical Reactivity and Design of Molecules with Optimal Reactivity Properties
Processing of Large Scale Multi-Dimensional, MultiSpectral, Multi-Sensorial and Distributed Data (M³D²)
SRP13 Steyaert Jan Administrative Promotor
Loris Remy Co-Promotor
Remaut Han Co-Promotor
Efremov Rouslan Co-Promotor
SRP16 Vanroelen Christophe Administrative Promotor
Deboosere Patrick Co-Promotor
Gadeyne Sylvie Co-Promotor
Van Bavel Jan Co-Promotor
Vandenheede
Hadewijch Co-Promotor
Schnor Christine Co-Promotor
Verhaeghe Pieter-Paul Co-Promotor
SRP17 Meeusen Romain Administrative Promotor
Lefeber Dirk Co-Promotor
Vanderborght Bram Co-Promotor
SRP19 Vandersteen Gerd Administrative Promotor
Rolain Yves Co-Promotor
Wambacq Piet Co-Promotor
Kuijk Maarten Co-Promotor
SRP43 Deschouwer Kris Administrative Promotor
Oberthür Sebastian Co-Promotor
Celis Karen Co-Promotor
Coene Gily Co-Promotor
Adam Ilke Co-Promotor
SRP44 Snacken Sonja Administrative Promotor
Christiaens Jenneke Co-Promotor
Enhus Elisabeth Co-Promotor
Beyens Kristel Co-Promotor
De Kimpe Sofie Co-Promotor
Dumortier Els Co-Promotor
Melgaço Lucas Co-Promotor
SRP45 Ballon Pieter Administrative Promotor
Donders Karen Co-Promotor
SRP46 Guillaume Patrick Administrative Promotor
Vanlanduit Steve Co-Promotor
Aggelis Dimitrios Co-Promotor
SRP47 Lahoutte Tony Administrative Promotor
Van Ginderachter Jo Co-Promotor
SRP48 Thielemans Kris Administrative Promotor
Vanderkerken Karin Co-Promotor
Breckpot Karine Co-Promotor
31.10.2022 Structure and Dynamics of Macromolecular Complexes in Health and Disease
31.10.2022 Demographic challenges of the 21st century
31.10.2022 Exercise and the Brain in Health and Disease: The Added Value of HumanCentered Robotics
31.10.2022 Center for Model-Based System Improvement - From Computer-Aided Engineering to Model-Aided Engineering
Evaluating Democratic Governance in Europe (EDGE)
31.10.2022
Crime and Society: New Challenges
Exchange Value and Public Value of Content and Communication Services in Future Media Ecosystems
Smart Structural Health and Usage Monitoring Strategies for Key Technologies
Molecular Imaging and TARgeting of Macrophages in Inflammation (ITARMI)
Cancer Cell Targeting in Myeloma and Melanoma (MyMe)
SRP49 Smolders Ilse Administrative Promotor
De Keyser Jacques Co-Promotor Massie Ann Co-Promotor
Strategic Research Programmes (SRPs) - Phasing out
SRP15 Van Overwalle Frank Administrative Promotor
Vandekerckhove Marie Administrative Promotor
Mariën Peter † Co-Promotor
SRP22 Van Bendegem Jean Paul Administrative Promotor
Van Kerkhove Bart Co-Promotor
30.09.2022 Understanding Reciprocal Neuron-Glia Interactions in Health and Disease as a Basis for Innovative Neurological and Neuropsychopharmacological Therapies
31.10.2020 Social and Affective Brain
30.09.2020 Logic and Philosophy of Mathematical Practices
Het stimuleren van interdisciplinair onderzoek gebeurt via de Interdisciplinaire Research Programmes en Expertisecentra (IRP). Dit zijn discipline overstijgende thematische programma’s gericht op de uitbouw van duurzame, vernieuwende en multidisciplinaire netwerken gericht op maatschappelijke uitdagingen. Een IRP financiering wordt toegekend voor een periode van 5 jaar en is vernieuwbaar mits positieve evaluatie. In 2018 wordt volgend budget voorzien voor IRP financiering : - 450.000 Euro via BOF (nieuwe call 2018) - 1.066.000 Euro via defiscaliseringsmiddelen (lopende IRP’s)
Interdisciplinary Research Programmes (IRP)
ID Name
IRP11 Leroy Frédéric Administrative Promotor
Ryckbosch Wouter Co-Promotor
Brengman Malaika Co-Promotor
IRP12 Bautmans Ivan Administrative Promotor
Coene Gily Co-Promotor
IRP13 Winter Anne Administrative Promotor
Van Heur Bas Co-Promotor
De Melo Melgaço Lucas Co-Promotor
Verhaeghe Pieter-Paul Co-Promotor
Corijn ERIC Co-Promotor
Deboosere Patrick Co-Promotor
IRP6 Loots Gerrit Administrative Promotor
Christiaens Jenneke Co-Promotor
Engels Nadine Co-Promotor
Theeboom Marc Co-Promotor
Dumortier Els Co-Promotor
IRP7 Wouters Ine Administrative Promotor
Deneweth Heidi Co-Promotor
Ryckewaert Michael Co-Promotor
Scholliers Peter Co-Promotor
Sosnowska Philippe Co-Promotor
Van De Voorde Stephanie Co-Promotor
Van Heur Bas Co-Promotor
Verdonck Ann Co-Promotor
Bertels Inge Co-Promotor
01.01.2018 31.12.2022 Tradition and naturalness of animal products within a societal context of change
01.04.2018 31.03.2023 The Gerontopole Brussels, Centre of expertise of Gerontology at the Vrije Universiteit Brussel
01.04.2018 31.03.2023 Cities and Newcomers: Arrival infrastructure, multi-scalar statehood and professional intermediaries
01.07.2016 30.06.2021 Voicing youth at social risk
01.07.2016 30.06.2021 Building Brussels. Brussels city builders and the production of space, 1794‐2015
IRP8 Nowé Ann Administrative Promotor
Bonduelle MaryLouise Co-Promotor
Brugada Pedro Co-Promotor
Deschepper Reginald Co-Promotor
Lenaerts Tom Co-Promotor
Van Dooren Sonia Co-Promotor
De Asmundis Carlo Co-Promotor
Gidron Yori Co-Promotor
Bilsen Johan Co-Promotor
De Couck Marijke Co-Promotor
IRP9 De Grève Jacques Administrative Promotor
Ballet Steven Co-Promotor Gutierrez Gonzalez Gustavo Co-Promotor
01.07.2016 30.06.2021 IMAGica: an Integrative personalised Medical Approach for Genetic diseases, Inherited Cardiac Arrhythmias as a model
01.07.2016 30.06.2021 Interdisciplinary Network for Fundamental and Medical Research on Lung Cancer
Interdisciplinary Research Programmes / Centres of Excellence (IRPCOE)
OZR2526
Name
IRPCOE1 Coene Gily Administrative Promotor
De Metsenaere Machteld Co-Promotor Celis Karen Co-Promotor
OZR2595IRPCOE2 Van Heur Bas Administrative Promotor
De Corte Stefan Co-Promotor
IRPCOE3 Shahin Jamal Administrative Promotor
01.10.2014 30.09.2019 Centre of Expertise Gender
01.10.2014 30.09.2019 Brussels Centre for Urban Studies
01.07.2017 30.06.2022 The Contribution of 'regional' multistakeholders mechanisms in improving global Governance (GREMLIN: Global and REgional MuLtistakeholder INstitutions)
In 2018 werden twee IRP-verlengingsaanvragen ingediend, met beoogde ingang op 01.10.2019. De promotorenwoordvoerder van deze aanvragen situeren zich in de Letteren en wijsbegeerte en in de Wetenschappen en bioingenieurswetenschappen. De toekenningen door de Onderzoeksraad zijn voorzien in 2019. Daarnaast werd in 2018 een oproep uitgeschreven voor nieuwe IRP’s, met beoogde ingang op 01.11.2019. Als bijzonder element voor deze oproep worden aanvragen ingewacht gericht op thematische totaalexpertise binnen vijf thematische clusters: Health; Inclusive and secure society; Digital and industry; Climate, energy and mobility; Food and natural resources. De kadering in deze 5 thema’s is een stimulans voor het verwerven van toekomstige externe financiering op het hoogste niveau, en meer bepaald Horizon Europe - Framework Programme 9 (opvolger van Horizon 2020). De indiening van aanvragen en de toekenningen door de Onderzoeksraad zijn voorzien in 2019.
Vanaf 2018 wordt door de Onderzoeksraad een nieuwe financieringslijn ingevoerd voor de (co-)financiering van Core Facilities, aansluitend bij het nieuwe beleid dat hierrond werd opgestart. Volgende financiering werd hiervoor voorzien :
- 900.000 Euro via BOF
- 1.124.000 Euro via eigen middelen universiteit (OZR)
- 2.800.000 Euro éénmalige injectie vanuit eigen middelen universiteit voor de opstart van het beleid.
De Onderzoeksraad kent tweejaarlijks een prijs uit aan VUB ZAP leden voor hun bijzondere verdiensten inzake maatschappelijke valorisatie. De prijs 2018 en 2019 zal in de loop van 2019 toegekend worden. Door de OZR wordt hiervoor jaarlijks 150.000 Euro projectfinanciering voorzien.
2.3. Middelen voor interuniversitaire en internationale samenwerking
De Onderzoeksraad investeert BOF middelen in volgende vormen van interuniversitaire en internationale samenwerking :
- Internationale samenwerkingsakkoorden : 200.000 Euro
• Deze middelen werden in 2018 ingezet in het kader van lopende bilaterale samenwerkingsakkoorden met Cuba, UK (Kent), Nederland (Groningen) en Slovenië (Ljubliana)
- Joint Research Groups : 350.000 Euro
• De Joint Research Groups hebben tot doel om via een strategische samenwerking de positie van beide partners, elk binnen hun eigen competentiedomeinen, te versterken en disciplinaire of interdisciplinaire onderzoeksbijdragen te versterken. De VUB heeft drie soorten strategische samenwerkingsvormen in dit kader :
• Alliantieonderzoeksgroepen groeperen vorsers van de VUB en van de Universiteit Gent die actief zijn rond een gemeenschappelijke onderzoekslijn,
• ULB-VUB Joint Research Groups groeperen vorsers vanuit de ULB en de VUB die actief zijn rond een gemeenschappelijke onderzoekslijn,
• Internationale Joint Research Groups groeperen vorsers vanuit ten minste één niet-Belgische universiteit en vanuit VUB, die actief zijn rondom een gemeenschappelijke onderzoekslijn
- Joint PhD’s : 200.000 Euro
• De onderzoekers van de VUB begeleiden diverse doctorandi die een doctoraat voorbereiden onder begeleiding van twee of meer onderzoeksinstellingen. Hiertoe wordt bij de start van het doctoraat een joint PhD agreement opgesteld en de doctorandus ontvangt van de OZR een bench fee waarmee de mobiliteitskosten, verbonden aan het doctoraat, kunnen gedekt worden.
In 2018 werd tot slot ook nog 230.000 Euro voorzien voor de financiering van doctoraatsbeurzen in het kader van samenwerkingen met ontwikkelingslanden. Deze financieringslijn is in afbouw en wordt vanaf 2019 overgenomen door het vicerectoraat Internationalisering.
2.4. Middelen voor beheer van het onderzoek
Voor het beheer van het onderzoek worden volgende uitgaven voorzien :
- Bijdrage in de personeelskost R&D: 180.000 Euro
- Werking OZR (inclusief vergoeding evaluatoren en organisatiekost SRP evaluaties): 150.000 Euro
- Co-financiering overheidsdotatie Expertisecentra Wetenschapscommunicatie: 65.000 Euro
- Databeheer & Open Data, inclusief licentiekost CRIS, kost SCOPUS, ORCID: 160.000 Euro - Events en Trainingen ikv OZR beleid (vb. Ethiek, GDPR, …): 70.000 Euro
2.5. Prijzen en Beurzen vanuit de Onderzoeksraad
De onderzoeksraad van de VUB kende in 2018 de Prijs I. Vanderschueren (prijs voor beste doctoraatsonderzoek) toe aan Damya Laoui voor haar excellent en baanbrekend doctoraatswerk dat ruime internationale erkenning ontving.
Daarnaast kende de OZR de VUB Prijs Roger Van Geen (prijs voor grensverleggend en maatschappelijk relevant VUB onderzoek) toe aan Thierry Vandendriessche voor zijn internationaal erkend pionierswerk.
3. KWALITEITSZORG EN DE EVALUATIE VAN ONDERZOEK(ERS)
De wetenschappelijke kwaliteit van een ploeg, van een vorser en van een project is bij de meeste externe financieringskanalen (FWO, EU, Impulsprogramma’s, ...) hét doorslaggevende selectiecriterium. Het verzekeren van de kwaliteit van onze onderzoeksploegen is een belangrijke sleutel tot het vrijwaren van de financiering van onze onderzoeksactiviteit. Het evalueren en opvolgen van de wetenschappelijke kwaliteit van de onderzoeksploegen is een van de meest fundamentele taken van de Onderzoeksraad en blijft een van de belangrijkste peilers van het onderzoeksbeleid.
Aan de VUB situeert men het onderzoeksgebeuren en de daaraan geassocieerde financieringskanalen op 3 niveaus:
- Basisfinanciering voor vakgroepen ter ondersteuning van onderzoek op zaainiveau (nieuwe ideeën) en op incubatieniveau (reeds goed uitgebouwd onderzoek);
- Programmafinanciering op excellentieniveau voor onderzoek waarvan de internationale uitmuntendheid is aangetoond;
- Persoonsgebonden toekenningen als startfinanciering voor nieuwe professoren en ter ondersteuning bij verwerving van EU-financiering.
Met deze indeling beschikt de Onderzoeksraad over een instrumentarium waarmee alle onderzoeksploegen en specifieke onderzoeksprogramma’s kunnen worden gesitueerd en ondersteund, met een diepte en methode van evaluatie in overeenstemming met het financieringsniveau. Binnen de domeinen Humane Wetenschappen (HW), Basis-, Natuur- en Toegepaste Wetenschappen (BNTW), en Biomedische Wetenschappen (BMW) zorgen specifieke OZR-overlegplatformen voor een gecoördineerde adviesvoorbereiding.
De Onderzoeksraad hanteert sinds jaren het systeem van peer review bij evaluaties voor omvangrijke onderzoeksfinanciering (in het bijzonder langetermijnfinancieringen en Senior Research Fellowships), en bij disciplinegewijze onderzoeksevaluaties. Ook op het bredere associatieniveau wordt peer review gehanteerd voor de (tweejaarlijkse) evaluatie van aanvragen voor middelzware onderzoekinfrastructuur door de UAB-FWO commissie (voorheen de Hercules commissie). De ingewonnen reviews worden niet alleen gebruikt voor de selectie van aanvragen, maar zijn eveneens een bron van feedback voor aanvragers via mondelinge of schriftelijke debriefings. Een algemeen systematisch aandachtspunt in alle door de Onderzoeksraad georganiseerde peer review evaluaties is genderevenwicht (bij de opvraging van suggesties voor reviewers door aanvragers, bij de selectie van reviewers door de evaluatiecoördinatoren, bij de samenstelling van evaluatiepanels), breder dan verplichtingen dienaangaande via het BOFbesluit (i.h.b. Methusalemfinanciering).
Zowel de evaluaties ex ante (in aanvraagfase, via peer review of andere - bijkomende/ondersteunendeevaluatietechnieken), maar ook ex post (via outputmonitoring of evaluatie van verslagen of financieringskanalen) worden verder uitgebouwd én systematisch toegepast. De resultaten van deze evaluaties worden niet alleen in rekening gebracht bij de verdeling van de OZR- en BOF-onderzoekskredieten, maar verstrekken eveneens informatie die kan worden gebruikt bij promoties e.d.
Het huidige financieringsmodel voor onderzoek (RvB 24.05.2011) plaatst een jaarlijks automatisch toegekende basisfinanciering voor onderzoek naast een zichtbaarder zwaartepuntenbeleid op aanvraagbasis. Beide instrumenten samen moeten ervoor zorgen dat de universiteit zich duidelijk kan profileren rond een reeks excellente onderzoekspolen, ontstaan en gevoed vanuit een diverse en zich continu vernieuwende onderzoeksbodem.
Naast kwaliteitszorg via o.a. evaluatie zoals beschreven in dit hoofdstuk, ondersteunt het departement R&D de onderzoekers op verschillende vlakken met het oog op kwaliteitstoename: de Research & Grant Officers (RGO’s) ondersteunen diverse projectaanvragen, het Researcher Training & Development Office (RTDO) voorziet in training van vorsers in alle fases van hun carrière, en het Research Information & Data Management (RIDM)-team biedt ondersteuning in de vorm van datamanagement (zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer details).
3.1. Kwaliteitszorg via de OZR financieringsprogramma’s
De basisfinanciering voor onderzoek vertrekt vanuit een visie waarbij stimulansen vanuit het centrale onderzoeksbeleid worden doorgegeven aan de onderzoeksgemeenschap. Middelen en stimulansen worden rechtstreeks doorgegeven aan vakgroepen en vorsers. In een toelichtende nota werden de geselecteerde parameters uitvoerig gekaderd in een ruimer onderzoeksbeleid. De gehele vorsersgemeenschap wordt voorzien van een basisfinanciering gericht op het in stand houden van een breed scala aan onderzoeksdisciplines, als duurzame en multidisciplinaire voedingsbodem voor nieuwe ontwikkelingen. De basisfinanciering voor onderzoek moet enerzijds, via de gebruikte criteria, een systematische financiële stimulans vormen voor het stelselmatig verder uitbouwen van kwaliteitsvol onderzoek, en moet anderzijds voldoende continuïteit en stabiliteit bieden.
Publicaties en PhD’s zijn de basis voor een formulegebaseerde basisfinanciering voor vakgroepen. Om deze zo efficiënt mogelijk te kunnen aanwenden in de verscheiden domeinen, wordt zij toegekend als een vrij aanwendbare ‘lump sum’.
De prestatiestimulans die hiervan uitgaat moet bijdragen tot continu groeiende prestaties, reputatie en uitstraling van de onderzoeksteams en van de universiteit als geheel. De vakgroepen krijgen hiermee een expliciete verantwoordelijkheid op het vlak van onderzoeksbeleid, en ook de middelen om hun lokale onderzoeksstrategieën uit te bouwen en te ondersteunen. De formule voor de middelenverdeling combineert een zekere eenvoud met voldoende nuancering. De parameters blijven beperkt tot een set representatieve en strategische criteria.
Een reeks persoonsgebonden bonussen is erop gericht om onderzoekers te ondersteunen die sterke uitdagingen aangaan. Hier wordt gefocust op initiatieven die een grote inzet vergen in aanvraagfase, maar die eens toegewezen een sterke meerwaarde betekenen, zowel financieel als inzake uitstraling.
- De ZAP-startfinanciering toegekend aan een nieuw ZAP-lid (mits het een aanstelling van ten minste 80% als ZAP betreft) beoogt het internationaal aantrekken van vorsers via substantiële aanstellingen te bevorderen. Zoals voorzien in het Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 (OZR 26.06.2013, RvB 02.07.2013) werd de ZAP-startfinanciering uitgebreid (AR 09.11.2015) ten opzichte van de oorspronkelijke criteria, gezien de sterke vraag hiernaar vanuit de onderzoeksgemeenschap.
- Incentives voor het voorbereiden en verwerven van Europese onderzoeksfinanciering (kaderprogramma’s, ERC grants, ...) stimuleren het optimaal benutten van het groeiend Europees instrumentarium en het budget inzake onderzoeksfinanciering. Redenen waarom hier nog ruimte voor verbetering is, zijn zowel te vinden in de aard van de Europese kanalen zelf (complexiteit, hoge vereiste inzet, lage slaagkans) als bij de organisatie van de potentiële aanvragers (beperkte schaalgrootte en daaraan gekoppelde ondersteuningsmogelijkheden). Het budget hiervoor stond echter reeds van bij het begin onder druk, met een systematische overschrijding van het jaarbudget sinds
2013. Bovendien bleek de EU-bonus na een evaluatie in 2017 niet meer het gewenste incentive-effect te hebben. Daarom werd de bonusregeling in 2017 hervormd en ging ze in een hernieuwde vorm in op 1 juli 2018, met een overgangsregeling tot juni 2018. Voor vele groepen is het een welgekomen extraatje om een doctoraatsstudent een vierde jaar te kunnen aanstellen of ondersteuning voor projectmanagement in te huren. Sinds 2012 werden er zo al 101 bonussen uitgekeerd, of gemiddeld 17 per jaar, en de verwachting is dat dit aantal nog zal stijgen.
- Een bonus voor maatschappelijke valorisatie kan worden toegekend aan een ZAP-lid waarvan het onderzoek in de afgelopen 5 jaren bijzonder verdienstelijk aanleiding gaf tot maatschappelijke valorisatie in brede zin. Deze bonuscategorie stimuleert de aandacht van de vorsers voor maatschappelijke valorisatie, in overeenkomst met de verhoogde aandacht hiervoor op regionaal vlak, op internationale fora en in het Algemeen Strategisch Plan (ASP) van de universiteit. Daarnaast biedt de bonus een aanleiding om verwezenlijkingen op dit vlak in de schijnwerpers te zetten. In 2015 werd formeel een tweejaarlijkse periodiciteit ingesteld (AR 09.11.2015).
Via programmatorische langetermijn-financiering wordt excellent onderzoek ondersteund van een beperkt aantal zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken. De betreffende kanalen kregen ook een passende Engelstalige benaming (‘Strategic Research Programmes’ of SRP’s en ‘Interdisciplinary Research Programmes’ of IRP’s), ter bevordering van hun internationale herkenbaarheid, zichtbaarheid en uitstraling. Een betere zichtbaarheid van de geselecteerde zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken, onder meer via de website van de universiteit, moet bijdragen tot de reputatie en uitstraling van de universiteit en van de betrokken onderzoeksteams. De nadruk in de profilering van een SRP ligt op wetenschappelijke excellentie, terwijl deze voor een IRP ligt op maatschappelijke uitdagingen en thematische totaalexpertise1. SRP-Groeifinancieringen van 5 jaar zijn gericht op onafhankelijke, welafgebakende, unieke VUB onderzoeksniches, die nog niet aan de vereisten voor een SRP tegemoetkomen, maar die in de aanvraag aantonen dat zij over een strategie beschikken waarmee zij dit niveau binnen enkele jaren kunnen bereiken.
3.2. Systematische algemene monitoring in het kader van
interne kwaliteitszorg
Binnen het kader van het huidige financieringsmodel voor onderzoek wordt verder voldaan aan de decretale verplichtingen inzake kwaliteitszorg van de onderzoeksactiviteiten via een tweeledig systeem van:
- Systematische monitoring: De Onderzoeksraad bespreekt jaarlijks de “Strategische Beleidsfiches Onderzoek” en de “Prestatieprofielen” opgesteld in het kader van de basisfinanciering voor vakgroepen, die concrete informatie bevatten aangaande het onderzoeksbeleid en de onderzoeksprestaties binnen alle vakgroepen. Ook de evolutie van de verschillende parameters wordt weergegeven op het niveau van vakgroepen, faculteiten en de drie grote domeinen HW, BNTW en BMW. In 2018 werd door de Onderzoekraad bepaald dat de blz.-limiet voor het stramien voor de ‘Strategische Beleidsfiches Onderzoek’ strikt diende te worden gehanteerd, en werd bijkomend gevraagd naar een bijlage met ZAPleden per onderzoeksgroep, en naar de aanwending van saldi (OZR 31.01.2018).
- Punctuele disciplinegewijze onderzoeksevaluaties: De Onderzoeksraad actualiseert jaarlijks de indeling van alle vakgroepen en onderzoeksgroepen in disciplines voor een eventuele gerichte disciplinegewijze onderzoeksevaluatie. De resulterende rapporteringen aan de Onderzoeksraad geven de vertegenwoordigers van het wetenschappelijk onderzoek binnen de universiteit een duidelijk beeld van het eigen onderzoekspotentieel en leveren hen belangrijke informatie voor de uittekening en ondersteuning van het onderzoeksbeleid. De nazorg kan verschillen van evaluatie tot evaluatie, naargelang de aanbevelingen van de experts. Er wordt een remediërende werking verwacht via feedback aan de groepen zelf die -indien nodig- gestuurd wordt vanuit het Bureau van de Onderzoeksraad en de vicerector onderzoeksbeleid. Een volledige cyclus a rato van twee evaluatieprojecten per jaar werd beëindigd in 2010/2011. Hierna werd het instrument behouden om waar nodig gerichter in te zetten (niet toegepast sindsdien).
De Onderzoeksraad heeft steeds gesteld dat bibliometrische analyses op zich geen volledig beeld geven van de kwaliteit van het onderzoek en evalueert deze kwaliteit dan ook systematisch via peer review. Zonder hieraan afbreuk te doen kan echter niet worden voorbijgegaan aan de nadruk die internationaal op bibliometrische gegevens wordt gelegd. Het is belangrijk dat de universiteit over een goed beeld beschikt van haar bibliometrisch profiel — ter ondersteuning van het eigen beleid en de toelevering van informatie aan externe instanties. De Onderzoeksraad komt aan deze nood tegemoet via regelmatige ‘in house’ monitoring van bibliometrische data, wanneer wenselijk geacht aangevuld met punctuele externe uitbesteding van grondige bibliometrische studies aan internationaal erkende gespecialiseerde expertisecentra. Deze studies geven daarenboven een beter inzicht in de relatie bibliometrie versus kwaliteit, de bruikbaarheid van bibliometrie en de nood aan alternatieve indicatoren.
Jaarlijks worden naar aanleiding van de berekeningen voor de verdeling van de middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) over de Vlaamse universiteiten, de onderzoeksprestaties gemonitord die in de verdeelsleutel opgenomen zijn. Vanaf het begrotingsjaar 2003 wordt deze verdeelsleutel mee bepaald door de publicatie- en citatieaantallen van de universiteiten in de Web of Science (WoS), zoals bepaald in het BOF-besluit. Voor deze berekeningen worden het voorafgaande jaar telkens door het Expertisecentrum O&O Monitoring (ECOOM) per universiteit
(1) Een derde type zwaartepunten met nadruk op synergie met economische ontwikkelingen vindt financiering via het IOF.
het aantal publicaties en citaties geteld en de respectievelijke aandelen berekend. Het R&D departement van de VUB treedt hierbij op als contactpersoon voor de VUB, en staat in voor het nazicht van de door ECOOM verzamelde gegevens. Vanaf begrotingsjaar 2011 worden bijkomend publicaties uit de “Social Sciences” en de “Arts & Humanities” geteld die door de universiteit (via het R&D-departement) worden toegeleverd aan het daartoe opgerichte Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor de Sociale en Humane Wetenschappen (VABB-SHW). Hiertoe wordt een gecoördineerde planning opgezet, met input vanuit R&D, de dienst Administratieve Informatieverwerking (AIVE) en de vorsersgemeenschap. De data aanwezig in PURE worden geanalyseerd wat betreft de kwaliteit van de informatie en waar mogelijk vervolledigd volgens de vereisten voor het VABB-SHW.
3.3. Punctuele toetsing van ZAP-leden aan competentieprofielen - Luik onderzoek
Het betreft een set van kwantitatieve parameters ter ondersteuning van de evaluatie van dossiers van individuele vorsers. Het is de bedoeling om hiermee uniforme criteria en richtwaarden aan te bieden voor evaluaties op verschillende niveaus (faculteiten, onderzoeksraad, ...), gedifferentieerd volgens graad (evolutief traject) en volgens (groep van) discipline(s). Het onderzoeksluik vertrekt vanuit de bepalingen in het ZAP-reglement betreffende de verwachtingen per graad. Aan een beleidsmatig profiel werden concrete prestatie-indicatoren gekoppeld en waar mogelijk ook richtwaarden. Een globaal document dat de volledige ZAP-opdracht dekt, met een onderzoeksluik en een onderwijsluik, werd midden 2008 goedgekeurd door de Raad van Bestuur (RvB 01.07.2008). In 2015 werd het document omgevormd naar de huidige ZAPCompetentietoets, als bijlage van het ZAP-reglement (RvB 29.09.2015).
Op voorstel van de Onderzoeksraad werd verwijzend naar de competentieprofielen een toetsing ingevoerd van de leden van de Onderzoeksraad aan kwaliteitsvereisten (RvB 12.02.2008).
Vanaf 2009 wordt bij ZAP-evaluaties systematisch door het dept. R&D een toetsing uitgevoerd ten opzichte van een selectie van prestatie-indicatoren uitgaande van de competentieprofielen. Voor de identificatie van relevante indicatoren per discipline op onderzoeksvlak (publicatie- en projectgerelateerd) werd gebruik gemaakt van de resultaten van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties. Anderzijds komen de competentieprofielen ook tegemoet aan een aantal van de stelselmatig weerkerende opmerkingen gemaakt in het kader van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties. Verder worden waar mogelijk referentiewaarden aangereikt voor prestaties per vorser. In 2015 werd dit kwantitatief overzicht omgevormd en uitgebreid naar een breder dossier/portfolio, waarbinnen onderzoek een van de luiken is.
3.4. Bibliometrie als ‘research intelligence tool’
Een blijvende onderzoeksfocus is de uitdaging om indicatoren en technieken te ontwikkelen die geschikt zijn voor toepassing op het niveau van sterk gespecialiseerde onderzoeksdossiers, zoals die van individuele onderzoekers en onderzoeksteams. Hier vereisen kwantitative maten bijzondere voorzichtigheid, en dienen deze te worden geïnterpreteerd in de specifieke context van elke discipline. De zo opgebouwde expertise werd ingezet voor de ontwikkeling van een techniek die onder meer geschikt is voor het suggereren van peers op specialiteitsniveau. In 2018 werd het artikel dat de methode beschrijft gepubliceerd in een internationaal wetenschappelijk tijdschrift [10.1016/j.joi.2017.12.003], werd op een internationale conferentie gerapporteerd over testresultaten in een reële evaluatiecontext [http://hdl.handle. net/1887/65261], en werd de techniek officieel toegepast in het kader van de SRP-evaluatieprocedure.
4. ETHIEK EN INTEGRITEIT
Onderzoekers streven naar kwaliteitsvol onderzoek dat beantwoordt aan breed gedragen ethische beginselen en normen. De VUB vindt het essentieel dat onderzoekers op de hoogte zijn van deze beginselen en normen, opgenomen in het Charter van de onderzoeker, hun belang erkennen en ze ook toepassen in hun onderzoek.
Bij de voorbereiding van het onderzoek beoordeelt de onderzoeker de aanvaardbaarheid van het onderzoek in het licht van de Ethische Code voor Wetenschappelijk Onderzoeker in België en het Charter van de onderzoeker van de VUB. Rijst er twijfel over de ethische aanvaardbaarheid van het geplande onderzoek, is een advies wettelijk verplicht of wenselijk (bijv. voor publicatie, projectaanvraag of financiering), dan kan of moet de onderzoeker advies vragen bij de bevoegde ethische commissie van de VUB. De onderzoeksadministratie van de VUB (R&D) voorziet aanspreekpunten voor onderzoekers bij de ethische aanvragen. Deze zijn tevens liaison met het FWO voor deze materie en lid van de huidige drie ethische commissies aan de VUB: Ethische Commissie Humane Wetenschappen, Ethische Commissie Dierproeven en de Commissie Medische Ethiek. Op VLIR-niveau werd de werkgroep Wetenschappelijke Integriteit en Ethiek geformaliseerd, waar de R&D-liaisons deel van uitmaken. Alle informatie over de ethische commissies is tevens gebundeld op de nieuwe R&D-website. Bijkomende ethische checks bij mogelijk ‘Dual Use of Misuse’ van onderzoek, toepassing van het Nagoya Protocol en het feit dat onderzoekers ook binnen de humane wetenschappen steeds vaker een ethisch advies wordt gevraagd door tijdschriften, zorgt voor een toenemende belasting van de onderzoekers in hun administratieve opvolging van behaalde onderzoeksfinanciering. Deze toenemende administratie in ethische verplichtingen zorgt niet noodzakelijk voor meer ethische reflectie, gelet op de beperkte en reeds overbevraagde tijd van de onderzoeker.
Het lijkt vanzelfsprekend dat onderzoekers zekere deontologische regels in acht nemen bij hun onderzoeksactiviteiten en in hun relatie tot collega’s. Binnen de VUB is de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit (CWI) verantwoordelijk voor de behandeling van vermoedens van wetenschappelijk wangedrag.
5. OPEN SCIENCE & OPEN DATA
Zowel op universitair als op interuniversitair niveau werd in 2018 ingezet op het verder uitrollen van een open access/ open science en RDM beleid. Daarnaast wordt er door de cel RIDM binnen R&D permanent aandacht besteed aan het verbeteren van de PURE functionaliteiten, het tegemoetkomen aan de gebruikersnoden en het implementeren van diverse rapporteringen van data uit de CRIS systemen.
5.1. Research data management en Open Science
Met betrekking tot RDM en open science wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke interuniversitaire samenwerking, teneinde schaalvoordelen te realiseren in het licht van de grote uitdagingen waarvoor de instellingen worden gesteld. Zo moet er op vrij korte termijn een grondige professionalisering worden doorgevoerd op de diverse niveaus van het onderzoeksdatamanagement, gaande van operationele storage, archivering, metadatering, beveiliging en opmaak van data managementplannen, niet enkel ten behoeve van funders, maar ook om verifieerbaarheid en hergebruik van onderzoeksgegevens te bevorderen. Daarnaast dienen data meer en meer te worden ontsloten in open access volgens de FAIR principes en is op termijn afstemming vereist op de noden van de European Open Science Cloud (EOSC).
De gemeenschappelijke inspanningen worden gestructureerd in de VLIR werkgroep RDM/Open Science. Deze bracht in 2017 een white paper uit, die de situatie van de Vlaamse universiteiten in kaart bracht, resultante van een eerdere bevraging. Deze formuleerde de noden naar de Vlaamse overheid, meer bepaald aan investeringen in infrastructuur, opleiding en open science. De nota werd in 2018 aan diverse stakeholders voorgelegd, inclusief de WG 4 Europaplatform en FWO. Dit heeft geleid tot verdere consultatie naar een mogelijke beleidsstructuur voor open science in Vlaanderen, waarvoor vanaf 2019 specifieke middelen ter beschikking zullen worden gesteld, conditioneel aan een uitgewerkt plan tot operationalisering van een gemeenschappelijke infrastructuur en kennispool RDM/OS.
Intern werd een RDM beleidstekst voorgelegd en goedgekeurd door de OZR. Daarnaast was het een prioriteit om ondersteuning en opleiding van onderzoekers voor RDM te voorzien, niet enkel met betrekking tot data management plannen, maar data management in het algemeen. Het consortium DMPonline.be, een multi-stakeholdersplatform opgezet in 2017, werd verder uitgebreid en de online tool is ondertussen in gebruik door de onderzoekers. Er werd door RIDM ondersteuning aangeboden bij het opstellen en nakijken van de DMP’s verplicht door het FWO. Deze worden verder in 2019 actief uitgerold. Ook voor Horizon 2020 zijn data management en DMP’s voor Europese projecten op de voorgrond gekomen en werden ook daarvoor specifieke infosessies uitgewerkt.
Met betrekking tot open access van publicaties is er na een eerste consultatie met BOZ/OZR beslist tot het uitwerken van een nieuw open access beleid dat beter afgestemd is op de eisen die funders en overheden stellen en die de ambitie gestalte geeft om openheid te promoten als goede onderzoekspraktijk. Hiertoe is een voorstel opgemaakt tot deponeringsplicht van full tekst publicaties in PURE dat sequentieel voor diverse types wordt ingevoerd. Aan onderzoekers zal gevraagd worden om de publicaties in open access ter beschikking te stellen in alle gevallen waar dat juridisch kan. De beleidstekst omschrijft ook duidelijk de taken van diverse organisatorische eenheden. Zo zal ook de universitaire bibliotheek een grotere rol opnemen in de uitvoering van het beleid. De samenwerking tussen de bibliotheek en R&D werd in het licht daarvan geïntensifieerd. Er werd een workflow uitgetekend tot kwaliteitsvalidatie van de full tekst publicaties. Daarnaast werd geïnvesteerd in betere ontsluiting van de PURE gegevens door de bibliotheek via de VUB-institutional repository. Ten slotte wordt er continu gewerkt aan het versterken van de communicatie over open access. Dit gebeurt door middel van informatiesessies georganiseerd door de doctoral schools. Ook vormen de recent gelanceerde R&D intranet pagina’s een nieuw forum waarop ontwikkelingen in het open access landschap permanent zullen worden gecommuniceerd.
Via de VLIR WG RDM/OS werden ook met betrekking tot het open access beleid de krachten gebundeld. Zo werden adviezen geformuleerd naar aanleiding van nieuwe beleidsrichtlijnen in Europa, zoals Plan S, en werd expertise verenigd om actie te ondernemen tegen fenomenen die de uitbouw van open access hinderen, zoals predatory journals. Via de EUA expert group on Open Science, en de VLIR vertegenwoordiging daarin, werd specifieke aandacht besteed aan read and publish agreements, big deal contracten en text- en datamining. Ten slotte verzorgde de werkgroep van Belgische open access vertegenwoordigers de jaarlijkse open access week. Deze bestond uit de organisatie van een serie van webinars.
5.2. PURE
De Cel RIDM staat in voor het management van het research information system PURE, alsook de datakwaliteitszorg en training. Een in 2018 gerealiseerd project, samenwerking tussen R&D en D-ICT, was de integratie van het Universitaire ziekenhuis Brussel (UZB). Dit moet het mogelijk maken dat zowel UZ medewerkers kunnen inloggen zonder bijkomende VUB aanstelling, dat hun onderzoeksoutput op een eenduidige manier wordt geregistreerd alsook dat er als één entiteit kan gerapporteerd worden.
Om zowel artsen als administratief personeel te informeren over het gebruik van PURE werden opleidingssessies georganiseerd. Daarnaast is er ook een kennisdatabank uitgebouwd waar gebruikers terecht kunnen met vragen over PURE. Om in te zetten op maximale herbruikbaarheid van de PURE data is er voor een aantal specifieke onderzoeksgroepen rapportering op maat ontwikkeld.
PURE is bron voor diverse rapporteringen naar de overheid zoals VABB-SHW, FWO en FRIS (Flanders Research Information Space). Deze vragen periodieke aanpassingen in functie van de door de overheid gestelde noden. Eind 2018 werd door ECOOM Hasselt een nieuwe Vlaamse Disciplinecodelijst opgeleverd die de oude lijsten van VLIR, FWO en IWETO vervangt. Deze lijst werd geïmplementeerd in PURE en staat nu ter beschikking van onze onderzoekers om hun onderzoeksprojecten en persoonlijke expertise te definiëren. De go-live van het nieuwe FRIS portaal en het in passend formaat aanleveren van onderzoeksgegevens eisten van de academische instellingen een bijzonder grote inspanning, zowel inzake technische realisatie als inzake verhoging van de datakwaliteit. Dit was specifiek zo voor projecten, als met betrekking tot het optimaliseren van de opleidingsinformatie van de onderzoekers en hun personeelsgegevens. Aandacht voor de datakwaliteit is zondermeer een grote prioriteit voor RIDM. Alle publicaties die voor rapportering in aanmerking komen worden dagelijks gevalideerd. Dit ging in 2018 om ruim 3000 in totaal. Daarnaast worden ook tijdschriften als object in PURE beheerd.
Om de gebruikersnoden te aggregeren en positioneel als grotere klant te kunnen optreden heeft de VUB een samenwerking opgezet met de Dutch Pure User Group. Er werden themagroepen opgericht die het mogelijk moeten maken om in 2019 een aantal wijzingen te sturen op vlak van o.a. open access en de thesistemplate. Binnen het consortium van Electron vzw werd een gemeenschappelijke ORCID licentie aangekocht. Aan VUB werden in 2018 de reeds bestaande ORCID ID’s geïmplementeerd. Dit belangrijke project, dat aan onderzoekers een universele identifier toekent, zal verder worden uitgerold in 2019.
6. VORMING EN LOOPBAAN VAN DE ONDERZOEKER
Dit onderdeel beschrijft de ondernomen activiteiten en de genomen beleidsbeslissingen betreffende de doelstelling omtrent het verder uitbouwen en ontwikkelen van een internationale, interdisciplinaire en excellente onderzoeksomgeving in de vorm van training, en de doelstelling omtrent het verbeteren van het welzijn van student en personeel. Naast de investeringen die R&D hierin voorziet, wordt het budget aangevuld met een subsidie aan Vlaamse universiteiten in het kader van het programma “Omkadering Jonge Onderzoekers” , kortweg OJO.
De zorg voor de jonge vorsers en hun opleiding is reeds lange tijd een prioriteit voor de Vrije Universiteit Brussel. Reeds in 2008 heeft de Vrije Universiteit Brussel de eerste cruciale stap gezet in de ontwikkeling van een structurele omkadering voor junior onderzoekers door het oprichten van drie Doctoral Schools (hierna: DS), naast de reeds bestaande administratieve cel Centrale Doctoraatsbegeleiding. Deze laatste is ondertussen omgedoopt tot Researcher Training & Development Office, hierna: RTDO, omdat de focus niet langer enkel op doctorandi ligt, maar op onderzoekers in verschillende fases van hun academische carrières. Ze voorziet daarbij dus ook de nodige ondersteuning voor postdoctorale onderzoekers en promotoren in de vorm van training. Voor de laatste twee groepen is ook een specifiek ASP2030 project opgestart in mei 2018, waar in 6.5 dieper op wordt ingegaan.
De ondersteuning van jonge onderzoekers wordt aan de VUB hoofdzakelijk verzorgd door de drie DS en RTDO. Deze laatste is verbonden aan zowel het departement onderwijs als het departement onderzoek. De (visie over de) besteding van de subsidie wordt in overleg tussen deze spelers vastgelegd. Hiervoor zijn een aantal vaste overlegmomenten ingepland met de Stuurgroep DS, bestaande uit de directeurs van de DS, de coördinator en administratieve medewerker van RTDO, de vicerector onderzoeksbeleid, de vicerector en diensthoofd van onderwijs en studentenbeleid en het diensthoofd van R&D. De stuurgroep komt tweemaandelijks samen. De DS overleggen met de faculteiten via hun Doctoral School Raden (één per DS) die vier maal per jaar samenkomen en waarin jonge onderzoekers en promotoren zetelen. Daarnaast vinden ook verscheidene informele overlegmomenten plaats tussen één of meerdere directeur(s) en de cel RTDO. Om een zo kwaliteitsvol mogelijk aanbod te kunnen ontwikkelen worden er voor bepaalde luiken andere partners bij betrokken. Zo worden de loopbaanbegeleiding en de taalondersteuning gedeeltelijk uitbesteed aan andere interne afdelingen waar de respectievelijke expertise ligt2. De coördinatie van de middelen gebeurt door RTDO, onder toezicht van de Vicerector Onderzoek.
(2) Met name het VUB Career Center en het Academisch Centrum voor Taalonderwijs ACTO. Zie ‘Loopbaanbegeleiding en de carrière als onderzoeker’en ‘Taalondersteuning’
6.1. Doctoraatsopleiding
De doctoraatsopleiding aan de VUB is in principe niet verplicht. Dit past in ons beeld van doctorandi als redelijk eigenzinnige jonge onderzoekers die weliswaar begeleiding nodig hebben, maar het best zelf in overleg met hun promotor bepalen waar ze behoefte aan hebben tijdens hun doctoraatstraject. Op die manier beantwoordt de doctoraatsopleiding aan ieders eigen noden.
Sinds academiejaar 2017-2018 is de introdag wel verplicht te volgen voor nieuwe doctorandi. De introdag bestaat uit uitleg over de praktische werking van RTDO, de DS, en verschillende andere diensten (HR, Science Outreach Office, European Liaison Office, …), en bestaat daarnaast ook uit een introductie tot wetenschappelijke integriteit en ethiek. Het is eveneens een uitgelezen moment om mede startende onderzoekers te leren kennen uit verschillende disciplines.
Aanbod
Het aanbod bestaat o.a. uit verdiepende of verbredende opleidingen, masterclasses en seminars, geïnitieerd of ondersteund door één of meerdere DS en/of RTDO. Om te garanderen dat de vorming aansluit bij de noden van de onderzoekers kunnen doctorandi, postdocs en professoren permanent voorstellen formuleren voor nieuwe seminaries/ workshops. Aanvragen hieromtrent kunnen vijfmaal per jaar ingediend worden tijdens de ‘harvest momenten’ – hetgeen samenvalt met de aanvragen voor taalondersteuning en travel grants. Vooral bij Doctoral School of Human Sciences worden veel activiteiten bottom-up georganiseerd. Deze komen voor in verschillende formats: masterclasses, PhD presentatiedagen, inhoudelijke seminaries/workshops en interdisciplinaire hoorcolleges. Er wordt voorrang gegeven aan initiatieven die interdisciplinair en interuniversitair zijn.
Een aantal initiatieven zijn zo al een vaste waarde geworden in ons aanbod, zoals de jaarlijkse PhD day van Life Sciences & Medicine. Een team van jonge onderzoekers (pre- en postdocs) bokst elk jaar een interessant programma in mekaar waar meer dan 100 doctorandi op aanwezig zijn. Het is steeds een mengeling van korte workshops, eigen presentaties/ posters en een keynote spreker. Theory at Sea, ondersteund door NSE, is een initiatief waarbij verschillende groepen uit de theoretische en mathematische fysici samenkomen om te overleggen over onderzoeksplannen, verdere carrières en ontwikkelingen in het veld met onderzoekers van verschillende Vlaamse universiteiten. Daarnaast zijn er ook jaarlijks een aantal nieuwe initiatieven, oa.‘Intro to MAXQDA’; het colloquium ‘Language planning, maintenance and shift: Chinese & European perspectives’ georganiseerd vanuit de faculteit Letteren en Wijsbegeerte door prof. dr. Rik Vosters; Biotwist, een initiatief van Bionitiative, werd voor het eerst op de medische campus georganiseerd om de brug te slaan tussen de academische wereld en het werkveld.
Naast specialistische, bottom-up training, wordt er veel aandacht besteed aan vaardigheidstraining die disciplineoverschrijdend of ‘transferable’ is; cruciale vaardigheden die ook van toepassing zijn buiten de academische context en waarmee jonge onderzoekers zich polyvalenter kunnen ontwikkelen en breder inzetbaar zijn. Een aantal opleidingen zijn ondertussen onderdeel van een vast terugkerend cursusaanbod: Managing my PhD, Networking, Meeting skills, Non-violent communication, Personal effectiveness, Speedreading,… Daarnaast kan training m.b.t. het communiceren over de onderzoeksresultaten even goed aanzien worden als een transferable skill: kunnen synthetiseren, aan een specialistisch publiek duidelijk en bondig de essentie kunnen overbrengen is niet enkel in de academische wereld nuttig, maar ook ver daarbuiten. Verschillende lesgevers en methodes worden gebruikt om het communicatietalent van onze doctorandi naar boven te brengen. Dit gebeurt zowel door schrijfcursussen als door presentatietechnieken. Aan de VUB helpt het Science Outreach Office onderzoekers ook in deze opdracht. Dit doen ze door het geven van trainingen over hoe om te gaan met de media en het schrijven van persartikels in het Nederlands, maar ze geven ook één-op-één advies over het geven van interviews voor de pers of het opmaken van een artikel voor een breed publiek. In 2018 werd in samenwerking tussen RTDO en Science Outreach Office ook voor het eerst de VUB PhD Cup georganiseerd, naar analogie van de Vlaamse PhD Cup – het grootste verschil betreft dat het doctorandi die nog niet hebben verdedigd ook de kans geeft om hun onderzoek voor een breed publiek voor te stellen, en dat dit in het Engels gebeurt. Dit laatste is belangrijk om alle doctorandi de kans te geven aan de competitie deel te nemen – ongeveer de helft van de doctorandi is namelijk niet-Nederlandstalig. Preselecties werden georganiseerd per Doctoral School, de jury bestond telkens uit de directeur, 2x postdoc/ZAP, medewerker RTDO, medewerker Science Outreach Office. De finale vond plaats tijdens de tweejaarlijkse PhD Day.
De PhD Day 2018 stond in het teken van 10 jaar Doctoral Schools. Het vond plaats in Flagey op 9 Oktober 2018 en bestond uit een interactieve lunch waarbij deelnemers op voorhand werden ingedeeld aan verschillende tafels en discussieerden over verschillende uitdaging voor doctorandi en ook de doctoraatsopleiding. De eerste sessie bestond uit de finalisten voor de PhD day, gevolgd door de nominaties en laureaten voor de Excellent Supervision Award. Deze werd voor het eerst per Doctoral School uitgereikt, laureaten waren: Christophe Vanroelen (DSh), Lieve Van den Block (LSM) en Eric Jespers (NSE). Na een pauze werd een debat gehouden over de uitdagingen voor de doctoraatsopleiding en afgesloten werd er met de uitreiking van de VUB PhD Cup: deze viel te beurt aan Alexander Cruz (NSE – door de jury) en Aleks Murgaski (NSE – door het publiek).
Er worden ook specifieke trainingen voorzien omtrent gender en diversiteit. Zo was er het afgelopen jaar ‘Doing feminist research: dilemmas of power and inequality in the research relation’ een master class waarin Sara De Jong van Open
University (UK) jonge onderzoekers vraagt kritisch te reflecteren over dilemma’s die voortkomen uit machtsrelatieszowel gericht op gender, etniciteit, sociale klasse, leeftijd of seksuele geaardheid. In ‘Anthropology of Religion, Ethics and Commodification’ komen onderzoekers vanuit verschillende disciplines samen (sociologie, antropologie, filosofie, urban studies, …) om gedachten uit te wisselen over intersectionaliteit in religie met gender, seksualiteit en het ethisch leven in de hedendaagse samenleving. Ze worden hierin bijgestaan door experte Vineeta Sinah (Singapore University).
Het aanbod specifiek voor postdocs, blijft ook uitbreiden. Naast opleidingen over leidinggeven, coaching en conflict management, werd ook ‘Coalition building’ opgestart. Deze cursus omvat technieken om een betere samenwerking te bekomen, zowel binnen eigen departement als met niet-academische partners. Er was ook een netwerkevent georganiseerd met IUB: er werd een schrijfsessie gehouden met Europese partners en daarna een rondleiding van de ijskelders van Elsene.
Tot slot zijn er nog de trainingen voor promotoren. Voor dit aanbod wordt samengewerkt met ULB. Zo wordt een tweedaagse cursus dagen aangeboden waarin supervisors de mogelijkheid krijgen om te reflecteren over eigen patronen en aanpak, inzicht te verwerven in de kwaliteiten en valkuilen in project management en coaching van hun pupillen. Ze leren vanuit hun eigen persoonlijkheid en stijl hoe je duidelijk kunt communiceren met doctorandi. Er worden ook goede praktijken en tips en tricks uitgewisseld, waarbij het als meerwaarde wordt ervaren dit te kunnen delen met collega’s van een andere universiteit. Naast de tweedaagse training werd ook een Round Table on Supervision georganiseerd, gekoppeld aan een co-creatie sessie. Het thema van deze ronde tafel varieert, in 17-18 betrof dit het selecteren van (internationale) doctorandi, het thema in 18-19 is de rol van de promotor in carrièreontwikkeling. Het format is als volgt: er is een moderator die vragen voorlegt aan een panel van experten/supervisors, die vanuit ervaring spreken over het onderwerp. Vervolgens is er terugkoppeling en zijn verdere vragen van andere supervisors die in het publiek zetelen mogelijk. Ter afsluiting volgt in kleine groep een co-creatie sessie waarin er een vertaling gebeurt van hetgeen besproken werd naar een handig tips & tricks document, dewelke als leidraad kan gebruikt worden door andere supervisors. Er werden ook drie intervisie-sessies gehouden waarin supervisors concrete cases met elkaar kunnen bespreken onder leiding van een moderator.
Zoals aangegeven bij het onderdeel ‘personeel’ hierboven investeerde RTDO in 2018 in het aantrekken van een deeltijds medewerker die de coördinatie van loopbaanactiviteiten voor zich neemt. Met deze carrièrecoach en coördinator wensen we meer gerichte events op te zetten, zowel vakspecifiek als generiek, om jonge onderzoekers meer te sensibiliseren over hun carrièrepad en -kansen. De eerste events die werden uitgewerkt, werden georganiseerd vanaf academiejaar 1819, oa. Over social entrepreneurship, CV writing & een specifieke reeks over mogelijke carrières voor onderzoekers uit de Life Sciences & Medicine. Daarnaast zet deze coördinator zich ook in voor de ontwikkeling van een loopbaanbeleid voor onderzoekers en wisselt hierover van ideeën met collega’s uit andere Vlaamse en internationale instellingen.
In totaal werden in 2017-2018 177 workshops en events georganiseerd of mede ondersteund door RTDO/DS. 71 events hiervan waren interuniversitair.
Interuniversitaire samenwerking
Onder impuls van de OJO-subsidie werd de samenwerking op Vlaams niveau versterkt. Tweemaandelijks werd op de VLIR subwerkgroep Doctoraatsscholen overlegd over de grootschalige interuniversitaire initiatieven en andere kwesties die ons allemaal aanbelangen.
De samenwerking heeft geleid tot een aantal kwalitatief sterke en terugkerende events/netwerken.
- Het Flanders Training Network for Methodology and Statistics (FLAMES) heeft ondertussen aan bekendheid gewonnen. Voor VUB is de directeur van DS Human Sciences, Prof. Karen François, de contactpersoon en ondertussen ook voorzitter. Jaarlijks wordt er een twee-weken durende summer school ingericht met verschillende modules aan trainingen (met in dit academiejaar ook het eerst een echte ‘track’ voor kwalitatieve onderzoekstechnieken). Daarnaast is er jaarlijks ook de Flames Annual meeting waar ingespeeld wordt op maatschappelijke thema’s. Daarnaast, en mede op initiatief van Prof. dr. Karen François, wordt ook een interuniversitaire seminariereeks omtrent kwalitatieve onderzoeksmethoden georganiseerd (Nvivo, focusgroepen, narrative analysis, …), in samenwerking met zowel interne lesgevers als internationale experts.
- Het Flanders Training Network Life Sciences (F-Tales) biedt hoog aangeschreven workshops aan voor doctorandi en postdocs in de medische wetenschappen en life sciences. De steering committee, met representatieven van alle universiteiten, beslist over de samenstelling, implementering, het evalueren en aanpassen van het aanbod en kader.
- De Summerschool rond Wetenschapscommunicatie “Zeg ’t eens / Let’s Talk Science” vierde zijn zesde editie en ging door aan de KULeuven, maar steeds met input van de VUB en de andere universiteiten.
- Er zijn ook de samenwerkingen met lesgevers die ook aan minimum twee andere instellingen cursussen verzorgen. Voor VUB betreft dit de cursussen gegeven door Ann De Ron, Lucian Consulting (Josie Dixon), T.O.M. bvba (Tom Jacobs), Principiae, Somersault, Grow2Excel (Robin Lefebvre), the Floor is Yours (verschillende lesgevers) en Scriptorium.
Door het op punt stellen van ons online Portfolio waarin doctorandi hun onderzoeksactiviteiten kunnen bijhouden, is het nu mogelijk om een beter beeld te scheppen over hoeveel credits er worden behaald en voor welke (brede) onderdelen. Hoewel de doctoraatsopleiding niet verplicht is, merken we dat 85% van de onderzoekers die ondertussen hun doctoraat succesvol verdedigd hebben, minstens één credit heeft behaald. Voor 2017-2018 kan de VUB 157 (of ruim twee derde van alle doctoraathouders in 17-18) getuigschriften uitreiken. Nu het platform online staat, wordt de communicatie errond ook opgedreven en gaan we ervan uit dat deze cijfers nog zullen toenemen naar volgend academiejaar toe.
6.2. Samenwerking met VUB-diensten
Studentenadministratie
Ter verbetering van de inschrijvingsprocedure voor (internationale) doctorandi, werd een persoon binnen de studentenadministratie (OWSA) specifiek aangesteld om als brugfiguur te fungeren met zowel RTDO als M&O. Frank Ghijsen neemt die taak op zich en sinds zijn aanstelling verloopt de communicatie tussen RTDO en OWSA alsook in directe lijn met de getroffen doctorandi/promotoren veel vlotter. Zo werd ook het probleem van dubbele identiteiten voor doctorandi specifiek geïdentificeerd – dit ontstaat wanneer er verschillende informatie van éénzelfde doctorandus wordt toegevoegd in het studentenadministratiesysteem (CALI) en het systeem van M&O (EASYPAY). Bij verschillende informatie wordt een dubbele identiteit gecreëerd, en het meest vervelende gevolg voor de doctorandi is dat ze bepaalde functionaliteiten mislopen op die manier, zoals toegang tot Portfolio. Er wordt aan een oplossing gewerkt om de openstaande probleemgevallen op te lossen, alsook dergelijke gevallen in de toekomst te vermijden. Een piste hiervoor is één gezamenlijk document voor inschrijving en aanstelling van doctorandi.
Kenniscentrum/IT
In 2018 werden een aantal functionaliteiten toegevoegd aan Portfolio: zo is het mogelijk om ‘teaching’ activiteiten toe te voegen: wanneer je als doctorandus assisteert voor een BA/MA vak, of begeleiding hebt gegeven aan een MA/Manama student, kan je daar ook credits voor ontvangen. De belangrijkste nieuwe functionaliteit is de mogelijkheid om een getuigschrift/attest via Portfolio aan te vragen en in CALI het getuigschrift en supplement ook laten aanmaken. Voorheen werd dit door de administratieve medewerkers van RTDO manueel aangemaakt. Naast de mogelijkheid voor doctorandi om zelf hun getuigschrift aan te vragen, is het ook mogelijk na het afsluiten van het academiejaar voor iedereen die voldoet aan de criteria (60 credits, waarvan minimum 30 behaald via de doctoraatsopleiding) een getuigschrift te printen. Voor alle gedoctoeerden in 17-18 waren er 61% die voldoende credits hadden behaald om hun getuigschrift te ontvangen (N=157). In de voorgaande jaren werden maar een dertigtal getuigschriften per jaar afgeleverd, dus de stijging is aanzienlijk. Dit wil geenzins zeggen dat er gemiddeld genomen meer credits behaald worden, echter was het vroeger niet mogelijk om doctorandi te identificeren die voldoende credits hadden als ze zelf het getuigschrift niet aanvroegen. Er wordt verwacht dat dit % dus nog zal toenemen, gezien meer doctorandi van het Portfolio gebruik maken om hun voortgangsrapport te vervolledigen.
M&O
Met M&O werd in hoofdzaak samengewerkt aan het lanceren van VUB LRN, zie 6.6.
IRMO
Met IRMO wordt samengewerkt voor het afsluiten van raamakkoorden specifiek voor joint phd contracten, alsook voor het bijhouden en updaten van de topiclijst voor CSC-aanvragen. Deze lijst wordt tevens gebruikt voor internationale studenten die interesse hebben om een doctoraat aan de VUB te starten en op zoek zijn naar supervisors met relevante expertise in het domein van hun voorkeur.
6.3. Welzijn
Resultaten uit de studie van het Expertisecentrum Onderzoek en Ontwikkelingsmonitoring (ECOOM)3 omtrent het welbevinden van doctorandi hebben geleid tot vele parlementaire vragen en ongerustheid over de omstandigheden waarin doctorandi hun onderzoek uitvoeren. Aan de VUB heeft de studie ervoor gezorgd dat de huidige werking onder de loep werd genomen om na te gaan welke mechanismen reeds ingebouwd zijn om depressie en burn-out te vermijden en in welke mate er nieuwe initiatieven moesten worden opgezet om de mentale gezondheid van doctorandi te verbeteren en over het algemeen hen beter te ondersteunen gedurende het doctoraatstraject. Hoewel de VUB het welzijn van al zijn personeelsleden reeds voor de studie als één van de prioriteiten aanzag en reeds verschillende ondersteuningsmechanismen heeft ingebouwd, bleken er op verschillende fronten wel nog verbeterpunten te kunnen worden aangebracht. Eén van de belangrijkste verwezenlijkingen van vorig academiejaar was de uitwerking van een piloot PhD survey, die werd uitgevoerd bij drie faculteiten (ingenieurswetenschappen, psychologie en educatiewetenschappen, en lichamelijke opvoeding en kinesitherapie). De trekkers van dit initiatief waren de coördinator van RTDO en de directeur van de DS Natural Sciences & Engineering (NSE). In 17-18 werd deze survey uitgerold aan alle faculteiten.
(3) Levecque,K., Anseel,F., Gisle,L., Van der Heyden,J. & De Beuckelaer,A. (2017). Work organization and mental health problems in PhD students. Research Policy, 46 (4), 868-879.
De doelstellingen zijn nog steeds dezelfde:
1. Een zelf-evaluatie en reflectie bij doctorandi over het doctoraatstraject (oa. begeleiding door promotor, aanbod Doctoral Schools, twijfels over het behalen van het doctoraat,etc.)
2. Een vroege probleemdetectie door een forum aan te bieden om anoniem problemen te melden, en deze op te lossen met de hulp van facultaire representatieven of de ombudspersonen.
3. Een beleidsinstrument voor faculteiten, centrale doctoraatsbegeleiding en Doctoral Schools, alsook aan de personeelsdienst m.b.t. doctoraatsbegeleiding, -ondersteuning en -opleiding.
Figuur 1 geeft schematisch weer op welke manieren de enquête als feedbackmechanisme kan gebruikt worden: naar doctorandi zelf en naar hun begeleidingsnetwerk kan het inspireren a.d.h.v. goede voorbeelden, alsook kan het de mogelijkheid geven om de eigen situatie te relateren aan het gemiddelde binnen een faculteit of de universiteit in zijn geheel; het voorziet in ‘knipperlichten’ om probleemsituaties tijdig te detecteren en biedt de mogelijkheid om deze te remediëren, en het reikt gegevens aan die kunnen gebruikt worden in het beleid van de centrale doctoraatsbegeleiding en andere diensten binnen de VUB.

Gezien de privacy-gevoeligheid van de verzamelde data, werden verschillende mechanismen ingebouwd om confidentialiteit van de onderzoekers te waarborgen. Enkel in het geval zij zelf contact wensen met de ombudspersoon of facultaire representatieve, wordt hun naam kenbaar gemaakt, en dit enkel aan de ombudspersoon of respectievelijke facultaire verantwoordelijke. Slechts een beperkt aantal personen heeft toegang tot de individuele data, en iedereen die de data ontvangt, tekent een confidentialiteitsovereenkomst.
Net zoals het pilootproject, kon de faculteitsbrede editie op een hoge responsgraad rekenen: ongeveer de helft van de aangeschreven doctorandi beantwoordde de enquête. De resultaten toonden aan dat er in grote mate werktevredenheid heerst bij de VUB doctorandi: meer dan 70% vindt dat ze op het schema zitten met hun werkplan en achten de kans dat ze hun doctoraat behalen vrij reëel. Over het algemeen is ook maar een beperkt (maar niet te negeren) percentage niet tevreden over de begeleiding. Aan de hand van een latente clusteranalyse werden de doctorandi in verschillende groepen onderverdeeld. Er zijn twee groepen die vrijwel even groot zijn: de gezonde twijfelaars (29%) en de gemiddelde doctorandus (28%). De gezonde twijfelaar voelt een hoge tijdsdruk en twijfelt vooral aan zichzelf, maar is eerder tevreden over de supervisie en de werkomstandigheden. De gemiddelde doctorandus is vrij gemiddeld over alle factoren die werktevredenheid bepalen. De derde groep vormt het “lyrische type” (20%), voor wie het bekomen van een doctoraat een uitgemaakte zaak is. De laatste cluster is de groep die zich het minst goed begeleid en ondersteund voelt (23%). Het is de meest kwetsbare groep: ze vertoont een laag zelfvertrouwen, hoge werk-/tijdsdruk, en/of een lagere tevredenheid over de begeleiding. Er wordt verder onderzocht op welke manier deze doctorandi terug op de rails kunnen worden gezet om succesvol hun doctoraat te behalen.
Deze survey is een onderdeel van een VUB-breed beleid rond welzijn. Voor onderzoekers wordt verder nog op verschillende niveaus gewerkt aan een betere dienstverlening om doctorandi met problemen op te vangen en door te
verwijzen naar andere diensten waar nodig. Voor ernstige problemen tussen doctorandi en promotoren kan er beroep worden gedaan op de ombudspersoon voor doctorandi. Sinds 18-19 zijn het aantal ombudspersonen uitgebreid van twee naar drie: zo is er één ombudspersoon per groot wetenschapsdomein/Doctoral School. Er werd ook voor het eerst een specifieke opleiding voor ombudspersonen en facultaire coördinatoren voor de PhD survey voorzien, zodat ze op de hoogte zijn van de nieuwste reglementen aan de VUB en zich ook beter kunnen voorbereiden op het voeren van moeilijke gesprekken en hun mediërende rol.
Daarnaast biedt RTDO ondertussen voor het derde jaar op rij Mindfulness training aan – een training die steevast volzet is, met een wachtlijst, en doctorandi een aantal concrete tools aanbiedt om beter met stress en druk om te gaan. Er wordt verder samengewerkt met BRUCC om een specifieke training voor doctorandi uit te werken rond het beter omgaan met stress en meer resilient zijn tegenover tegenslagen. Deze zou in de loop van 2019 voor het eerst uitgerold kunnen worden.
Ondertussen werd ook tweemaal een Fuck Up Night georganiseerd. Fuck Up Nights is een beweging ontstaan in Mexico en ondertussen een wereldwijd succes – het wordt in meer dan 200 steden over 70 landen georganiseerd. Het format is zowel simpel als geniaal: 4 mensen vertellen elk in tien minuten met tien beelden/slides over hoe ze in hun professioneel leven een fuck-up hebben begaan en wat ze daaruit geleerd hebben. Voor jonge onderzoekers kan dit ook een eye-opener zijn, want falen hangt nog altijd in de taboesfeer in de academische wereld, terwijl een gefaald experiment, een misse berekening,… net een onderdeel is van goed onderzoek leren uitvoeren en immers iedereen wel overkomt. In de eerste editie stonden volgende personen op de planken: Kevin Smets (jonge academie, prof. Communicatiewetenschappen, VUB) over je anders voordoen dan je bent in kwalitatief onderzoek, Chris Van Schravendijk (Prof. Emeritus VUB) over hoe metingen in het labo helemaal iets anders maten dan ze dachten tijdens zijn doctoraatsonderzoek, Nevena Hristozova (doctoranda in de wetenschappen, VUB) over hoe haar berekeningen mislukten en ze ineens het licht zag en Carlo Annaratone (doctoraatstudent die gestopt is, KULeuven) over hoe stoppen aan zijn doctoraat een andere passie van hem mogelijk maakte. Stuk voor stuk mooie verhalen die zeer goed onthaald werden door het publiek. De evaluatie was dan ook enorm positief, en een tweede editie in het najaar van 2018 trok opnieuw veel volk aan. Onderzoekers die aan de tweede editie deelnamen: Edina Doci (professor psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam) over afgewezen artikels; Laurence Claeys (professor communicatiewetenschappen en deeltijds ondernemer) over onvoldoende publiceren en je een vreemde eend voelen in beide werelden (bedrijfswereld en universiteit); Kristina Loguinova (doctoraathouder in de rechten) over niet geloven in jezelf en Mathieu Vinken (professor in de medische wetenschappen) over het niet halen van een ERC consolidator grant – om aan te tonen dat onderzoekers in elke fase van hun carrière steken kunnen laten vallen.
Tot slot is er ook per Doctoral School een netwerk van doctorandi/postdocs actief die zowel sociale als inhoudelijke events organiseren. Zo organiseert PhD United jaarlijks een volledige PhD dag voor LSM met korte workshops, de mogelijkheid voor doctorandi om hun onderzoek aan peers te presenteren, en een keynote over een gedeeld onderwerp. Het NSE PhD network organiseert dan weer jaarlijks samen met studentenverenigingen van de wetenschappen en ingenieurs een specifieke jobbeurs voor afgestudeerde MA/PhD studenten waar verschillende bedrijven een standje hebben, en waar een expert uitleg komt geven over hoe je een goed CV kan samenstellen om je werkgever voor je te winnen. Het DSH PhD netwerk is nieuw sinds academiejaar 2017-2018, dus het is nog niet mogelijk een signatuur event van hen te identificeren, maar dit netwerk is aan het groeien, en doet veel moeite om verschillende disciplines (verspreid over vier faculteiten) dichter bij elkaar te brengen - wat zeer zinvol werk is.
6.4. Voortraject onderzoeksprofessionalisering
Voor een uitgebreide rapportering omtrent onderzoeksprofessionalisering verwijzen we door naar de specifieke rapportage voorzien voor alle ASP2030 projecten. De doelstelling van dit voortraject bestaat erin een coherent en gestructureerd trainingsaanbod te voorzien voor postdoctorale onderzoekers en ZAP vanuit de noden van het academisch personeel en gestoeld op best practices van andere instellingen. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan het verhogen van kennisuitwisseling en coaching tussen professoren onderling. Figuur 2 stelt schematisch de planning voor van afgelopen alsook komend jaar. In 2018 werd vooral gewerkt aan een behoeftenonderzoek, waarbij zowel diensten als academisch personeel werden bevraagd naar hun noden met betrekking tot onderzoek. Daarnaast werd ook ondersteuning geboden in het uittekenen en lanceren van het online platform ‘VUB LRN’ (in projectbrief nog gerefereerd als ‘VUB Academy’) om beschikbare opleidingen per personeelscategorie overzichtelijk weer te geven.
Figuur 5.2: Situering van twee fases aan ASP3-specifieke activiteiten (verdiepend) op de tijdslijn van het project (mei 2018 – eind april 2020): het behoeftenonderzoek en het uitwerken van opleidingsinitiatieven.

De belangrijkste lessen die reeds uit het behoeftenonderzoek naar voor komen, zijn:
- De noden bij centrale diensten en onderzoekers overlappen voor een groot deel (bijvoorbeeld, het inzetten op peer exchange is een vraag die boven komt drijven bij beide partijen). Voor die thema’s waar echter de centrale diensten of het beleid meer op willen inzetten, maar de onderzoekers zelf geen grote nood naar aangeven, zal het voornamelijk belangrijk zijn meer bewustwording te creëren (bijvoorbeeld, opleiding in wetenschappelijke integriteit zal vermoedelijk een hogere opbrengst hebben indien dit element (ook) vervat zit in andere opleidingen zoals rond academisch leiderschap).
- Uit het behoeftenonderzoek bij onderzoekers leren we dat de top 3 prioritaire thema’s waarin zij meer opleiding en ondersteuning wensen de volgende zijn:
o Academisch leiderschap en people management
o Project management en het bijhorende financial management
o Het verwerven van funding
Verder wensen zij meer stimulans te krijgen voor science outreach en interdisciplinair en intersectorieel samenwerken (bewustmaking, inspiratie, en platformen).
- Uit het behoeftenonderzoek bij onderzoekers komt sterk naar voor dat de inbedding van professionalisering in de VUB-brede context (link met tijdsbesteding, nood aan transparante verwachtingen aan takenverdeling, competenties en bevordering, …) zéér belangrijk is. In respons zal er, naast de inhoudelijke prioriteiten die zullen worden gelegd, vooral veel aandacht worden besteed aan hoe we professionalisering aanbieden. Tegen het eind van het ASP3-project streven we naar:
o 1 (algemeen aanvaarde) professionaliseringsweek voor ‘basis’ opleidingen voor bepaalde academische functies. Afstemming en samenwerking tussen onderzoeks- en onderwijsprofessionalisering zal hierbij belangrijk zijn.
o Inplannen van en communicatie over alle meerdaagse training aan het eind van het voorafgaande academiejaar
o een aantal online modules in samenwerking met R&D en VUB LRN collega’s
o een aanzet voor opvolgtrajecten en ondersteuning ‘op maat’ – met het verkennen van pistes rond mentoring en expert-contactpersonen (zoals nu bijvoorbeeld reeds good practice is bij ELO ter opvolging van ERC grants).
o Meer kans tot informele ontmoetingen en netwerken tussen onderzoekers – zoals bijvoorbeeld met de opstart van een postdoc community in samenwerking met de RGO’s
- Eveneens blijkt er voor onderzoekers er een groot tekort aan duidelijke flows en procedures met expertcontactpersonen, en ontbreekt er soms aan communicatie over de VUB beleidsvisie rond bepaalde topics. Dit alles zou moeten beschikbaar zijn op éénzelfde plaats – een ‘one-stop-shop’ (good practice is hier het recent gelanceerde “Intranet voor onderzoekers”, opgezet door R&D collega’s onder coördinatie van Jane Verlinden).
- Het behoeftenonderzoek bij organiserende diensten laat blijken dat samenwerkingen tussen diensten (voornamelijk met M&O en OS) zeer gewenst zijn voor het uitrollen van initiatieven, maar ook voor het uittekenen van een gezamenlijke visie en werkwijze4 rond opleiding.
7. MAATSCHAPPELIJKE VALORISATIE VAN ONDERZOEK
Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie (WECOM) heeft als doel de impact van het onderzoek aan de VUB te vergroten. Door middel van diverse acties en campagnes informeert WECOM het brede publiek in Brussel en Vlaanderen over het huidig onderzoek en wetenschap en innovatie in het algemeen. Een louter eenrichtingsverkeer is hierbij echter niet voldoende en het actief engageren van de burger bij onderzoek vormt dan ook een focus van het Expertisecentrum.
Het enthousiasmeren van jongeren voor wetenschap en onderzoek, met het oog op een verhoogde instroom tot wetenschappelijke richtingen, vormt een tweede doelstelling voor het expertisecentrum. Het uitwerken van projecten, evenementen en educatieve projecten in directe samenwerking met de vorsergemeenschap draagt hier in belangrijke mate toe bij. Het bereiken van meisjes en jongeren met een kansarme achtergrond blijven belangrijke aandachtspunten.
(4) Dat geldt bijvoorbeeld ook voor een gezamenlijke ‘VUB LRN’-werkwijze voor het uitvoeren van behoeftenonderzoeken - nu zijn collega’s van OS in het kader van hun intern toegekend project rond geavanceerde onderwijsprofessionalisering diegenen die de onderzoekers binnenkort nog eens moeten gaan bevragen. Dat is nadelig voor hen (misschien een lagere respons) en voor onze onderzoekers, die gevraagd worden zich weer voor iets anders in te zetten.
Om deze doelstellingen te bereiken zet WECOM in op het bekomen van synergieën tussen de verschillende wetenschapscommunicatie actoren en op het bekomen van een interne cultuur van wetenschapscommunicatie. De link met Brussel blijft een belangrijk gegeven.
7.1. Wetenschapspopularisering
Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie (WECOM) zet in op diverse projecten die de mogelijkheid bieden aan onderzoekers om in interactie te treden met het breed publiek en om onderzoek van de VUB een onderdeel van de stad te maken.
De populairwetenschappelijk website http://www.wtnschp.be kon in 2018 rekenen op 49.810 bezoekers, wat een stijging van 68,80% t.o.v. 2017 betekende. Deze gebruikers waren goed voor 57.628 sessies met 161.447 ‘paginaviews’. De website kende een gemiddelde ‘bounce rate’ van 4,28%. Onderzoekers en docenten van VUB en EhB publiceerden 48 artikels op de blogpagina. Naast ‘losse’ artikels werden er in 2018 ook enkele dossiers rond een bepaalde thematiek (ecologie, geowetenschappen en paleontologie, …) gepubliceerd. Om de investering van onderzoekers en docenten te bestendigen, werden de artikels zo veel mogelijk naar relevante organisaties en pers gestuurd.
Onderzoekers die schrijven voor Wtnschp.be doen dat niet zomaar. Ze worden persoonlijk opgevolgd door een redacteur van het team. Daarbij krijgen ze voor ze starten met schrijven tips en tricks over hoe een vulgariserende blog te schrijven. Tijdens het schrijven wordt er met de onderzoekers overlegd en worden ze gecoacht in hun schrijfproces.
Met 3.638 volgers op de verschillende sociale media kanalen zien we een lichte verhoging t.o.v. 2017.
Doorheen het jaar werden er twee typen nieuwsbrieven verstuurd naar een verschillende doelgroep. Enerzijds werd er twee maal een nieuwsbrief naar leerkrachten lager- en secundair onderwijs uitgestuurd ter promotie van onze activiteiten gericht tot deze doelgroep. Anderzijds werd er in 2018 driemaandelijks een nieuwsbrief uitgestuurd die een selectie van nieuwe artikels en een aantal activiteiten gericht naar het brede publiek voorstelden. Het bereik van deze laatste nieuwsbrief is in 2018 verlaagd t.o.v. 2017. Dit enerzijds als direct gevolg van de nieuwe GDPR-regelgeving. Anderzijds doordat we het ratio verlaagd hebben ten voordele van de implementatie van een nieuw systeem. Dit systeem, de zogenaamde ‘RSS-feed’, maakt het mogelijk geautomatiseerde berichten te versturen naar de abonnees bij de publicatie van een nieuw artikel. Deze praktijk komt sterker tegemoet aan de hedendaagse verwachtingen van het doelpubliek.
Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie zetelde in 2018 in de redactieraad van Henri. De bijdrage aan het magazine bestond uit onderzoeksinput en de rubriek “Things We Discovered”. WECOM nam ook deel aan de nieuw ingericht perscel R&D.
WECOM zetelt samen met de VUB persdienst eveneens in de redactieraad van de Universiteit van Vlaanderen. De bijdrage bestaat erin om interessant en relevant VUB onderzoek onder aandacht van de redactieraad te brengen en om de VUB-filmpjes via de eigen kanalen te verspreiden.
In 2018 organiseerde WECOM i.s.m. Redelijk Eigenzinnig een ‘afterwork’ wetenschapscafé met als thema (re)designing live rond de vooruitgang op het gebied van biotechnologie. Daarnaast werd in het voorjaar een editie van Bright Club Brussels georganiseerd. Binnen dit succesvolle concept volgden 6 onderzoekers een intensieve training om vervolgens als een echte stand-upcomedian het podium te betreden onder begeleiding van professionele komieken.
Pint of Science is een van oorsprong Brits concept dat in korte tijd op veel bijval kan rekenen in verschillende landen en ook in België. Lokale groepen van vrijwilligers richten, onder de paraplu van een landelijke coördinator, een reeks van informele ontmoetingsmomenten in tussen onderzoeker en burger. Gezien de sterke link met het concept van de wetenschapscafés en een enthousiaste vrijwilligerswerking binnen Brussel werden in 2018 de eerste stappen gezet tot een samenwerking ter voorbereiding van de editie van 2019.
Op zondag 25 november organiseerde VUB en EhB, ism. Odisee, KU Leuven campus Architectuur en Muntpunt, voor de tweede maal op rij het Wetenschapsfestival Brussel. Dit evenement brengt onderzoek en innovatie naar het centrum van Brussel en kadert binnen de Dag van de Wetenschap. De bezoekers konden in contact komen met onderzoekers uit de verschillende domeinen en deelnemen aan workshops, (kinder)lezingen, speeddates met onderzoekers, interactieve opstellingen en veel meer. 1500 bezoekers vonden hun weg naar het festival. VUB verzorgde 27 van de 65 activiteiten.
VUB en WECOM namen actief deel aan het I Love Science Festival dat afgelopen jaar voor de eerste maal werd georganiseerd in de gebouwen van Tours & Taxis te Brussel. Dit gratis festival kwam er op het initiatief van Innoviris en heeft als doel wetenschap en innovatie naar het publiek te brengen. 25.000 bezoekers bezochten tijdens de drie dagen het evenement. De vakgroep Architectuur bouwde een aanlokkelijke, interactieve stand uit en stelde demo’s en workshops rond architectuur, publieke ruimte en duurzame materialen voor aan het publiek. WECOM ondersteunde dit evenement door de oproep van Innoviris te verspreiden binnen de VUB-gemeenschap en door onderzoeksgroepen te
ondersteunen in hun projectaanvraag. Daarnaast is WECOM medeorganisator van Science Expo dat vanaf 2018 onder de paraplu van het I Love Science Festival werd georganiseerd.
In het kader van de herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog werd in samenwerking met het rectoraat, historica Sophie De Schaepdrijver, de VUB lerarenopleiding, de vakgroep architectuur en het BSI het project Molem’back to the Future uitgewerkt. Dit project werd onderverdeeld in 6 luiken, die werden ondersteund door de ontwikkeling van een website een communicatieplan. Het project keek terug naar de ontwikkelingen en gebeurtenissen aan het einde van de Eerste Wereldoorlog in Brussel, en specifieker binnen de gemeente Molenbeek, en hoe dit zich verhoudt met de hedendaagse situatie. De luiken betroffen: een tentoonstelling in het gemeentehuis van Sint-Jans-Molenbeek, een boekvoorstelling, een wetenschappelijk salon, een lezing op de Dag van de wetenschap, de uitwerking van een gratis stadsspel voor de smartphone en een educatief pakket. Beide laatste luiken blijven ook na het aflopen van het project behouden en blijven aangeboden aan het doelpubliek.
De uitreiking van de Scriptieprijs en PhDCup roteert elk jaar naar een andere studentenstad. In 2018 was Leuven aan de beurt. Vanuit de Scriptieprijs werd in 2016 ook de PhDCup opgestart. Het Expertisecentrum promoot intern mee deze initiatieven en biedt coaching aan de deelnemers. Computerwetenschapper en fysica Hannah Pinson (VUB) werd de winnaar van de Agoriaprijs 2018. In 2018 startte de centrale doctoraatsbegeleiding een interne PhD Cup op, bestaand uit 3 voorrondes (één per doctoral School) en een finale. WECOM ondersteunde dit initiatief door in de jury te zetelen en de abstracts van de laureaten onder de loep te nemen.
Op initiatief van de Vlaamse Overheid werd in 2018 het project ‘de Vlaamse Wetenschapsagenda’ in het leven geroepen. Onder de vleugels van het FWO werd - in navolging van het Nederlandse voorbeeld – een grootschalige bevraging opgestart. In deze bevraging werd de burger gevraagd naar zijn of haar ‘vragen voor de wetenschap’. WECOM volgde dit project mee op en zetelde in klankbordgroep van het project. In samenwerking met de interdisciplinaire onderzoeksgroep Brubotics en in aanwezigheid van Philippe Muyters, werd de persconferentie rond de lancering van het project georganiseerd op de campus van VUB.
In 2018 vierde het FWO haar 90ste verjaardag met het event FWO Kennismakers. WECOM ondersteunde dit evenement. Dit in de eerste plaats door contact te houden met de organisatie en door onderzoeksgroepen binnen de VUB aan te schrijven met het oog op het aanbieden van een sessie op dit prestigieuze evenement. Het voorstel van Prof. Ann Nowé van het AI-LAB werd geselecteerd door het FWO. Vervolgens werd in samenwerking met de onderzoeksgroep B-Phot een stand ingericht die het onderzoek van VUB onder de aandacht bracht tijdens het evenement.
7.2. Jongeren sensibiliseren voor wetenschap en STEM
Jongeren sensibiliseren voor wetenschap en hun warm maken voor hogere studies blijft een belangrijk aandachtspunt voor het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie. Het verhogen van de instroom binnen de STEM-opleidingen (Science Technology Engineering and Mathematics) en het bereiken van meisjes en van jongeren uit een kansarme omgeving vormen binnen deze doelstelling specifieke objectieven. Deze doelstellingen worden nagestreefd door het opzetten van diverse projecten en evenementen gericht naar kinderen, jongeren, organisaties en scholen.
In samenwerking met Technopolis en verschillende partners uit het hoger onderwijs, werd de 10de editie van de populaire roboticawedstrijd ‘Robocup Junior’ georganiseerd. Voor deze editie bereiden 80 teams zich voor op de wedstrijddag in Technopolis te Mechelen. De wedstrijd is toegankelijk voor teams die zich zowel binnen als buiten schoolverband registreren. Tientallen onderzoekers en docenten uit de verschillende partnerinstellingen leiden het gebeuren in goede banen en geven vanuit hun kennisdomein directe feedback aan de deelnemers.
VUB nam voor de vierde maal deel aan het grootschalige evenement ScienceExpo in Tour & Taxis en dit in samenwerking met Jeunesse Scientifique. Dit jaar presenteerden 250 jongeren en leerkrachten uit het lager- en secundair onderwijs hun wetenschappelijk project. 5 onderzoekers van VUB werden betrokken bij het juryproces. In 2017 werd het concept van de WetenschapsExpo opnieuw uitgedacht en vernieuwd. De wijzigingen binnen zowel het uiterlijk als de inhoud van het project werden vanaf 2018 geïmplementeerd. Deze editie werd voor de eerste maal georganiseerd onder de paraplu van het I Love Science festival geïnitieerd door Innoviris.
Het Expertisecentrum Wetenchapscommunicatie biedt een aantal online educatieve pakketten aan ter ondersteuning van leerkrachten uit het lager- en secundair onderwijs: Hazagora, het geo-gevarenspel, Luchtruim, Climate Challenge, Kwantum Revolutie & Hoogvliegers
Hoogvliegers is een educatief project met een focus op STEM dat zich richt tot de 3de graad lager onderwijs en de 1ste graad secundair onderwijs. In 2017 en 2018 werden 13 makkelijk instapbare workshops uitgewerkt en aangeboden via een toegankelijke website. Kinderen binnen- en buiten schoolverband konden met het materiaal aan de slag. Daarnaast werden 3 workshops verder uitgewerkt om door VUB studenten, in een klassikale omgeving enerzijds of tijdens een
evenement anderzijds, te worden gegeven. Workshops werden ingericht voor het Irisfeest, De Dag van de Wetenschap, het Wetenschapskamp aan VUB en tijdens de boekenmaand. Voor dit laatste workshops werden vijf workshops aangeboden aan Brusselse kinderen, die deelnamen binnen de lokale bibliotheken. Twee workshops waren expliciet voorbehouden voor klassen of groepjes met een kansarme achtergrond, zoals jonge vluchtelingen begeleid door het Rode Kruis.
Elk jaar, tijdens de Physics Masterclasses, zakken in 37 verschillende landen 10.000 leerlingen af naar de universiteit in hun buurt om zich een dag lang te verdiepen in de kwantumfysica. Lezingen door fysicaprofessoren leiden de deelnemers in in de onderwerpen en methodes van de deeltjesfysica. Daarna gaan de leerlingen zelf aan het werk met metingen en data van de echte experimenten met elementaire deeltjes. De dag wordt afgesloten met een internationale videoconferentie waarin alle verschillende onderzoeksresultaten gecombineerd worden. Aan de VUB werden in februari en maart twee workshops georganiseerd. Goed voor respectievelijk 60 en 33 kinderen. 6 onderzoekers van VUB zetten hun schouders mee onder dit initiatief.
Jaarlijks organiseert Wetenschapscommunicatie in samenwerking met JCW een wetenschapskamp met een wetenschappelijke insteek op de VUB-campus te Etterbeek. Het thema van 2018 was ‘Van aap tot robot’. 25 kinderen van 8 tot 12 namen deel onder begeleiding van 5 monitoren van JCW. Een bezoek aan het labo van de onderzoeksgroep MECH en een workshop Lego Mindstorms werd door 2 doctoraatstudenten aangeboden. WECOM voorzag in een ‘Hoogvlieger’-workshop.
De VUB Kinderuniversiteit werd in 2018 ontwikkeld van een concept tot een succesvol pilootproject. In de eerste plaats werd de aanpak uitgewerkt en werden in samenwerking met VUB Foundation de noodzakelijke financiële middelen gezocht om het project op te kunnen starten. Daarnaast werd er voor dit project sterk ingezet op de draagkracht binnen de instelling en werden - in samenwerking met de ‘Doctoral Schools’ - voornamelijk jonge onderzoekers warm gemaakt om zich te engageren voor het project. VUB Kinderuniversiteit richt zich tot de 3de graad van het Nederlandstalig lager onderwijs binnen Brussel. Door ons in de eerste plaats te richten op deze afgebakende doelgroep willen we leerkrachten lager onderwijs ondersteunen en bereiken we kinderen uit een grootstedelijke context.
VUB Kinderuniversiteit voorzag in de nodige begeleiding van de onderzoeker door het aanbieden van 2 workshops van een halve dag. Daarnaast werd er in directe ondersteuning voorzien door de projectcoördinator. In mei 2018 werd de eerste kick off gelanceerd en in het najaar volgde een reeks van ‘losse’ workshops voor de klassen. In 2018 werden 8 workshops ontwikkeld door 9 onderzoekers. De workshops werden een aantal maal aangeboden tijdens de ‘Kick Off’ in de lente en een workshopreeks in de herfst. In totaal konden 304 kinderen en 25 leerkrachten deelnemen. Dit overtrof de gestelde doelstelling voor 2018 ruimschoots. Het project werd voorgesteld op het ‘Congres over onderwijs van de toekomst’ in Technopolis.
In 2017 werd een STEM steunpunt binnen de UAB opgericht om samen met leerkrachten het interdisciplinaire STEMonderwijs verder ontwikkelen en/of implementeren. Het beoogt o.a. STEM-gerichte professionalisering van de leerkrachten van STEM-vakken. Vanuit Wecom is er een afgevaardigde in de stuurgroep.
7.3.
Participatief & maatschappij gestuurd onderzoek
Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie Brussel heeft als coördinator van de Wetenschapswinkel in Vlaanderen sinds lang een trekkersrol op het vlak van maatschappelijk verantwoord onderzoek. In 2018 werkten 17 studenten binnen hun eindwerk aan een onderzoeksvraag van de Wetenschapswinkel. De opleiding ‘Bachelor in de Geschiedenis’ en de interuniversitaire master ‘Gender en Diversiteit’ werkten voor het eerst samen met de Wetenschapswinkel.
In 2017 werden 3 projecten ingediend en goedgekeurd waarin de Wetenschapswinkel een belangrijke rol speelt. Deze projecten werden in 2018 succesvol opgestart en breidde in belangrijke mate het bereik van de Wetenschapswinkel uit.
Community Based University (CBU) is een strategisch project binnen ASP 2030 en is verbonden met het Erasmus+ project EnTRANCE. Binnen deze projecten werd in de eerste fase een evaluatie bij de verschillende stakeholders uitgevoerd (non-profit, VUB-promotoren en studenten). In een tweede fase werd de huidige databank geëvalueerd en werd in samenwerking met Universiteit Antwerpen gestart met de ontwikkeling van een vernieuwde versie die voldoet aan de hedendaagse verwachtingen van de gebruikers. Een budgetplan werd opgesteld en na een offerteronde werd een bedrijf geselecteerd voor de technische uitwerking van de databank. De vernieuwde databank zal in de lente van 2019 opgeleverd worden. Vanaf juni 2018 werd in het kader van dit project een VUB Living Lab opgericht. 8 VUBentiteiten dienden 31 onderzoeksvragen in. 14 hiervan worden momenteel al beantwoord door VUB-studenten via eindwerken, projecten of groepswerken. De openstaande onderzoeksvragen binnen de Wetenschapswinkel werden intensief gepromoot. Dit maakte dat er op dit ogenblik 150 à 200 studenten binnen hun lessen aan de onderwerpen uit de databank werken.
WECOM is partner binnen het ASP2030-project UNIVER.CITY, waarbij VUB haar onderwijsaanbod wil afstemmen op de opportuniteiten en uitdagingen binnen Brussel, door een universiteitsbreed ‘service-learning programma’ uit te werken. In 2018 werd een aantal pilootprojecten geselecteerd en werd een stappenplan ontwikkeld voor de verschillende geselecteerde projecten. Verder werd voorzien in een aantal ondersteuningsmomenten en 2 gemeenschappelijke inspiratiemomenten ter ondersteuning van de leergemeenschap. Verder werd een CANVAS-omgeving uitgewerkt die in een later stadium als professionaliseringsomgeving kan fungeren.
In 2018 werd het H2020 project Enhancing Responsible Research and Innovation through Curricula in Higher Education (EnRRICH) afgerond. Dit grootschalig project, bestaande uit een consortium van 13 partners, zette de VUB niet alleen in Vlaanderen maar in heel Europa op de kaart als pionier in maatschappelijk verantwoord onderzoek. In het kader van EnRRICH werkte het Expertisecentrum samen met het interdisciplinaire vak Redelijk Eigenzinnig. Er werd meegewerkt aan en gecommuniceerd over het vak en haar bijhorende events. In januari 2018 werd een policy event georganiseerd in het Europese Parlement met het oog op de verspreiding van projectresultaten.
De website http://www.ikhebeenvraag.be biedt het brede publiek de mogelijkheid om vragen te stellen die beantwoord worden door wetenschappers en docenten verbonden aan de verschillende Vlaamse onderzoeksinstellingen. VUB en EhB ondersteunen dit project.
In 2018 werd WECOM partner binnen het project ‘Oog voor Diabetes’. Dit project werd mee vormgegeven door WECOM en ingediend binnen de oproep ‘Citizen Science’ van EWI. Dit burgerwetenschapsproject willen de burger betrekken in onderzoek naar diabetische retinopathie te ondersteunen. In 2018 werd het projectvoorstel goedgekeurd en werd er vervolgens van start gegaan met het project. Begin 2019 zal het project volledig ontplooid worden.
In 2018 werd het tweede thema ‘Homo Roboticus’ binnen het kader van de VUB denktank Pointcarré opgestart. Academici van de VUB uit diverse faculteiten behandelen op interactieve manier de mogelijke impact van de robotisering op onze toekomst en onderzoeken hoe de humanistische waarden rond gelijkheid, vrijheid en verbondenheid overeind blijven in een gerobotiseerde /AI wereld. De resultaten van dit denkwerk worden in 2019 gebundeld in een boek en worden voorgesteld op een event waar robots en mens het podium met elkaar delen.
7.4. Ondersteuning van de academische gemeenschap
Binnen de instelling heeft het Expertisecentrum ook dit jaar het nut en belang van wetenschapscommunicatie verder bekend gemaakt. Dit niet alleen door te sensibiliseren binnen de onderzoekgemeenschap, maar ook door hen nog meer in hun maatschappelijke dienstverlening te ondersteunen.
Via de populairwetenschappelijke blog www.wtnschp.be krijgen onderzoekers persoonlijke coaching bij het schrijven van een populairwetenschappelijk artikel. Binnen dit online platform werd ook de www.community.wtnschp.be opgericht. Community.wtnschp.be fungeert als community luik van wtnschp.be. Onderzoekers en docenten kunnen hier terecht voor tips & tricks over wetenschapscommunicatie. Daarnaast vormt het sinds 2017 een kanaal waar interne en externe oproepen worden verzameld. In 2018 werd een communicatieactie opgezet om onderzoekers binnen VUB en EhB bekend te maken met onze werking door specifiek een aantal projecten in de kijker te zetten. Deze actie wil onderzoekers naar de community pagina leiden en de drempel tot ‘outreach’ activiteiten verlagen. De doelstelling is om vanaf 2019 twee maal per jaar een interne communicatieactie te lanceren.
Verder worden er opleidingen en directe ondersteuning geboden binnen enkele specifieke projecten. Zo volgen de deelnemers aan Bright Club een intensieve workshop ‘stand up comedy’ met als doel hun onderzoek of het leven als onderzoeker te vertalen in een korte komische set up. Binnen VUB Kinderuniversiteit worden de deelnemers enerzijds begeleid door de projectcoördinator en kunnen ze anderzijds deelnemen aan 2 opeenvolgende workshops van een halve dag. Binnen het project ‘EnTRANCE’ werd een training rond Community Based Learning aan Wageningen Universiteit georganiseerd. 5 VUB-onderzoekers uit verschillende disciplines namen deel.
In 2013 startte het Expertisecentrum samen met de centrale doctoraatsbegeleiding de eerste interassociatieve summerschool over wetenschapscommunicatie ‘Zeg’t eens’ op de campus van de VUB. Sindsdien wordt deze summerschool jaarlijks georganiseerd. In 2018 vond de summerschool plaats in Gent. Honderden onderzoekers uit heel Vlaanderen werden ondergedompeld in een tweedaags communicatiebad. Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie presenteert - op vraag van de vakgroepen en interne diensten –regelmatig haar werking. Zo presenteerden WECOM in 2018 onder meer haar werking aan nieuwe PhD-studenten tijdens de PhD-introdag. Daarnaast zetelt een medewerker van Wetenschapscommunicatie in de PR-commissies van bijna elke faculteit.
In het kader van de eigen professionalisering werd binnen het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie deelgenomen aan een aantal conferenties, workshops en opleidingstrajecten. Zo werd er binnen het team onder
meer deelgenomen aan een training ‘Online and Media writing’, werd er een cursus ‘copywriting’ gevolgd en werd er deelgenomen aan een wintercourse rond ‘Societal Impact’. Deelname aan internationale conferenties in het kader van door WECOM gecoördineerde projecten binnen Erasmus+ en Horizon 2020 helpen in de uitbouw en het behoud van een internationaal netwerk met een focus op interactie tussen onderzoek en maatschappij en maatschappelijk verantwoord onderzoek.
8. EU BELEID EN RESULTATEN
Met nog 3 jaar te gaan, is het Europese Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie ‘Horizon 2020’ (2014-2020) voorbij de helft. De VUB onderzoeksgemeenschap vindt haar weg steeds vlotter naar het financieringsprogramma, daarvan getuigt de opwaartse trend in aantal indieningen. Van 188 aanvragen in 2017 groeide VUB naar 219 in 2018. Hiervan waren er 35 succesvol en nog eens 10 belandden op de reservelijst. Nog steeds zien we dezelfde ‘grote’ onderzoeksgroepen het grootste stuk van de EU taart binnenhalen. Om ook de minder actieve groepen te bereiken, zal de European Liaison Office R&D (ELO) in 2019 stelselmatig overschakelen van een actieve naar proactieve strategie.
De ‘Excellent Science’ pijler blijft ook dit jaar de populairste binnen H2020 met 116 van de 219 aanvragen, verspreid over 4 programma’s. Het aantal indieningen voor European Research Council (20 in totaal) lag in lijn met 2017: 10 Starting Grants, 5 Consolidator Grants, 4 Advanced Grants en één Proof of Concept Grant. VUB haalde een Starting Grant van de 2017 call binnen, een tweede 2017 StG aanvraag kreeg een ongefinancierde A-score.
De intensieve MSCA ondersteuning van het TechTransfer EU team vertaalde zich in een merkbare stijging van het aantal MSCA indieningen: 36 Individual Fellowships, 45 Innovative Training Networks en 2 Research and Innovation Staff Exchanges. De resultaten waren beter dan in 2017: VUB mocht drie IF’s en vier ITN projecten verwelkomen. In het kader van de European University Networks nam VUB in 2018 voor de eerste maal deel aan een collaboratieve MSCA COFUND aanvraag met EUN partners Warwick University en Université de Cergy-Pontois. De aanvraag werd niet gehonoreerd maar zal in 2019 opnieuw ingediend worden.
Op het Future and Emerging Technologies-front viel positief nieuws te melden: maar liefst vier projecten werden gehonoreerd, waarvan één door VUB gecoördineerd. Deze resultaten zijn opmerkelijk gezien de extreem lage slaagkansen binnen dit programma.
De H2020 projecten die in 2018 van start gingen, zijn samen goed voor zo’n €7.521.737,5. Dit relatief lage bedrag is voornamelijk te wijten aan enkele grote projecten die hun startdatum uitstelden naar 2019, zodat de EU financiering aan VUB voor 2019 al op €15.602.804 staat.
De nauwere samenwerking met de EU teams van TechTransfer en IRMO resulteerde in enkele gezamenlijke infosessies, alsook een vlotte opvolging van aanvraag- en projectdossiers, die op basis van expertise aan de teams werden toegekend. Eind 2018 beslisten de vice-rectoren Onderzoek, Innovatie & Internationalisatie in samenspraak om de verdeling van EU diensten binnen R&D (ELO) en TechTransfer (ERIS) te herzien. Vanaf 1/01/2019 draagt R&D de verantwoordelijkheid over de fundamentele projectaanvragen (H2020 pilaar 1, COST, DG Justice, ERA-NET FWO), TechTransfer fungeert als aanspreekpunt voor de toegepaste projectaanvragen (H2020 pilaar 2 & 3, INTERREG, DG Action Grants). De Europese projecten goedgekeurd tem 31/12/2018 blijven onder de verantwoordelijkheid van R&D. In navolging van de herstructurering zal ELO zich in 2019 intensief toeleggen op het ondersteunen van ERC en MSCA aanvragen, alsook actief deelname aan ERA-NET promoten.
In 2018 verankerde ELO zijn positie binnen het UNICA (sectie Research Managers) en UniLion netwerk via deelname aan Werkgroepen om kort op de bal te kunnen spelen wat betreft het EU onderzoeksbeleid.
9. RAPPORTERING BINNENGEHAALDE ONDERZOEKSMIDDELEN: OVERZICHTSTABELLEN
Hieronder volgen de financiële en personele middelen voor onderzoek, exclusief de inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie. Deze worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Ook de inkomsten van het VIB, bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen.
9.1. Personele Middelen
Voor personele middelen verwijzen wij naar het jaarverslag personeel 2018.
9.2. Financiële Middelen
Hieronder volgen de financiële middelen voor onderzoek, exclusief de inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie. Deze worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Ook de inkomsten van het VIB bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen. Voor IMEC zijn de inkomsten van het geassocieerde laboratorium niet opgenomen.
9.2.1. Eerste geldstroom, financieel
Definitie: eigen onderzoeksmiddelen, toegekend via de Onderzoeksraad (inclusief BOF)
Centrale allocatie van middelen voor onderzoek per projectsoort Cijfers uitgedrukt in EUR Begrotingsposten
OZR-kredieten
Opvangmandaten toegekend via de Onderzoeksraad
Totaal toegewezen opvangmandaten per discipline
BOF-projectfinanciering
OZR/BOF: exclusief de investeringskredieten voor Zware Wetenschappelijke Apparatuur
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Begroting DEFISCALISERING 2017 - beschikbaar in 2018
9.2.2. Tweede geldstroom, financieel
Definitie: Overheidsmiddelen voor Fundamenteel Onderzoek
toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Fonds voor Wetenschappelijke Onderzoek (FWO)-Vlaanderen
FWO-mandaten 2018-2019 (mandaathouders in functie 1/10/2018)
ASP: Aspirant, PDO: Postdoctoraal Onderzoeker, FWOSB: Strategische Onderzoeksbeurzen, Pegasus2: MSCA Fellowship FWO, FKM: Fundamenteel Klinisch Mandaat, KLDB: Klinische Doctoraatsbeurs, BZDB: Bijzondere Doctoraatsbeurs.
FWO-projecten (FWO, FWOTM, FWOSB, FGWO, IIKW, Nationale Loterij)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Historische wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
* De slaagkans van een 1ste termijn FWOSB was in 2018 voor de VUB 29.68% (19 op 64 beursaanvragen werden toegekend); voor een 2de termijn 100% (21 op 21 beursverlengingen werden toegekend).
FWO Apparatuurkredieten (voormalig Hercules)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
(inclusief tandheelkunde)
Totaal tweede geldstroom, projecten, financieel
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Opvoeding en Kinesitherapie
9.2.3. Derde geldstroom, financieel
Definitie: Overheidsmiddelen voor Basis- en Toegepast Onderzoek (inclusief beleidsvoorbereidend onderzoek en impulsprogramma’s) – Overheidsmiddelen ter financiering van interuniversitaire en internationale wetenschappelijke samenwerking.
Ministeries Federale Overheid
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
(inclusief criminologie en notariaat)
Andere internationale instellingen
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Diverse stichtingen en fondsen met wetenschappelijk oogmerk
Ministeries Vlaamse Overheid Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
(inclusief criminologie en notariaat)
Europese Unie (EU)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
WETENSCHAPSDISCIPLINE
Aardwetenschappen en aardrijkskunde
ruimtelijke ordening en stedebouw
en elektrotechniek
Geneeskunde (inclusief tandheelkunde)
Informatica (inclusief toegepaste informatica)
en communicatietechnologie
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Opvoeding en Kinesitherapie
en didactiek
Rechtswetenschappen (inclusief criminologie en notariaat)
Brussels Hoofdstedelijke Gewest
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
WETENSCHAPSDISCIPLI
Aardwetenschappen en aardrijkskunde
ruimtelijke ordening en stedebouw
en toegepaste economie, VUB : Economie
(inclusief toegepaste
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
WETENSCHAPSDISCIPLINE
(inclusief tandheelkunde)
Informatica (inclusief toegepaste informatica)
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Industrieel Onderzoeksfonds (IOF)
Totaal toegewezen
VLAIO - projecten
Totaal derde geldstroom, financieel
(inclusief tandheelkunde)
Historische wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
9.2.4. Vierde geldstroom, financieel
Definitie: inkomsten uit samenwerking met de privé-sector, inclusief dienstverlening.
Inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Inkomsten van het VIB, bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen.
9.2.5. Totaal geldstromen, financieel
Hierna volgen de overzichtstabellen van het totaal aandeel onderzoeksmiddelen, enerzijds uitgedrukt per financieringsgroep en anderzijds per wetenschapsdiscipline. De tabellen vermelden de onderzoekskredieten en –mandaten die werden toegekend aan de VUB exclusief de mandaten van het FWO-Vlaanderen.
Cijfers uitgedrukt in EUR
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per financieringsgroep
10. WETENSCHAPPELIJKE OUTPUT
10.1. Het aantal afgeleverde diploma’s doctoraten 2017-2018
10.2. Het
aantal doctoraatsproefschriften in voorbereiding,
2017-2018 (inclusief verdedigde doctoraten)
11. RAPPORTERING DOCTORAATSOUTPUT EN PUBLICATIE OUTPUT (OVERZICHTSTABELLEN)
Tabel: Aantal verdedigde doctoraten naar wetenschapsdomein en faculteit van 2013-2014 t.e.m.
(5) In totaal waren van alle gedoctoreerden er 32 met een joint phd contract, 17 met een Vlaamse universiteit, 3 met een niet-Vlaamse Belgische universiteit en 12 met een buitenlandse universiteit.
Tabel: Aantal verdedigde doctoraten in 2017-2018 naar geslacht, rijpercentages per faculteit
Tabel: Aantal actieve doctorandi in 2017-2018 naar wetenschapsdomein en faculteit en geslacht, rijpercentages per wetenschapsdomein en faculteit
en communicatiewetenschappen
communicatiewetenschappen:
Tabel: Aantal afgesloten joint phd contracten6

(6) Het aantal joint phd contracten is iets afgenomen tegenover vorig jaar, echter het aandeel niet-Belgische contracten is toegenomen en maakt nu 43% van het totale aantal contracten uit. Deze vergen doorgaans veel intensievere onderhandelingen dan de contracten met Belgische, en zeker Vlaamse universiteiten, waar een standaard template voor bestaat.
WoS en VABB publicatietellingen
WoS publicaties 2017 per categorie (gevalideerd in 2018) aantal
Aantal SCIE-publicaties
(document types Article, Letter, Note, Review): 1865
Aantal SSCI-publicaties
(document types Article, Letter, Note, Review, excl. SCIE-overlap): 199
Aantal AHCI-publicaties
(document types Article, Letter, Note, Review, excl. SCIE- and SSCI-overlap): 14
Aantal CPCI-S and CPCI-SSH publicaties
(document types Article, Letter, Note, Review, Proceedings paper, excl. SCIE-, SSCI- & AHCI-overlap): 525 Totaal
VABB-SHW VII publicaties 2016 per categorie (gevalideerd in 2018)
VABB-1: artikelen in tijdschriften
VABB-2: boeken als auteur
VABB-3: boeken als editor
VABB-4: hoofdstukken in boeken
proceedingsbijdragen
WoS publicaties per indexjaar
Aandeel in definitief aantal publicaties t.g.v. bijvalideringen in nazichtsronde 2018 (2016 tevens aangevuld in vorige nazichtsronde 2017)
I. Samenvatting
Voorliggend verslag van het Vicerectoraat Innovatie en Valorisatie en van de ondersteunende dienst VUB TechTransfer, is het vierde verslag na de opstart van het vicerectoraat sinds het academiejaar 2015-2016. Met haar industrieel/ maatschappelijk gericht onderzoek wil de VUB een reële impactcreatie nastreven en aldus kennis- en technologie transfer en valorisatie-opportuniteiten verder uitbouwen en strategisch implementeren. Door meer middelen te genereren die opnieuw in onderzoek en valorisatie kunnen geïnvesteerd worden, wil de VUB als geheel groeien.
Met deze visie wil de VUB haar positie als één van de belangrijke Vlaamse en Europese universiteiten op het gebied van valorisatie van onderzoek verstevigen en innoverende bijdragen leveren die de samenleving kunnen verbeteren (cf Reuters ranking van innovatieve universiteiten, VUB op plaats 47 in 2018). Samenwerking met bedrijven en creatie van nieuwe economische activiteiten onder de vorm van spin-off’s, blijven de voor de hand liggende manieren om dit te realiseren, maar ook andere vormen van maatschappelijke valorisatie worden geëxploreerd en gestimuleerd.
Samenwerking met de andere Vlaamse universiteiten en onderzoeksinstellingen blijft deel uitmaken van onze missie -net zoals het partnership met de ULB- maar de VUB zal zich ook verder internationaal profileren als een instelling waar innovatie en valorisatie in de cultuur is ingebed.
Dit houdt in dat de onderzoeksgroepen van de universitaire gemeenschap dienen gesensibiliseerd, gemotiveerd en begeleid te worden bij het verwerven van middelen voor strategisch en toegepast onderzoek, met het oog op de opbouw van transfereerbare kennis. De inbedding van de VUB in netwerken is daarbij cruciaal. Zowel onderzoek uit de exacte en toegepaste wetenschappen -inclusief medisch onderzoek- als onderzoek uit de humane en sociale wetenschappen, komen in aanmerking om gevaloriseerd te worden, via de creatie van nieuwe producten, processen of diensten ten gunste van de maatschappij in haar geheel.
Met de middelen van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) kunnen excellentiegroepen in toegepast onderzoek financieel worden versterkt zodat ze verder kunnen uitgroeien. Hier is de maatstaf de bijdrage die deze excellentiegroepen kunnen leveren in de IOF output-parameters, op basis waarvan de IOF middelen tussen de Vlaamse instellingen verdeeld worden.
In 2018 besliste de IOF raad 5 nieuwe GEAR programma’s (Groups of Expertise of Applied Research) te selecteren voor financiering (Mensgerichte Digitale Innovatie- SMIT; Fluorescentie-levensduur beeldvorming met Nanobodies- ETRO, BEFY; μFlow -μFlow Cel DBIT, DRC; RAINboW-Artificiële Intelligentie- DINF, DIMA, BUTO; Gentherapie platform voor erfelijke degeneratieve spierziekten-GTRM).
In 2018 werden tevens 4 nieuwe Proof-of-Concept projecten gefinancierd, elk met 50.000 Euro, voor een periode van minimium 1 jaar.
Een call voor Accelerator-financiering, waarop lopende GEAR programma’s konden kandideren, werd geopend en 6 GEAR-programma’s ontvingen een éénmalige Accelerator-financiering in 2018.
In 2018 doorliep het IOF en de Interfacewerking een 5-jaarlijkse externe audit, zoals het betreffende Besluit voorziet. De werking zoals ze aan deze instelling is georganiseerd, kreeg een positieve beoordeling, waarbij de bijzondere IOF-organisatie in programma’s werd aangestipt en het feit dat de VUB groepen sterk presteren in de Strategische onderzoekscentra en Speerpuntclusters, ondanks de relatief kleinere schaal. Ook het inzetten op het bereiken van heel diverse doelgroepen (zowel interne -alle onderzoekers- als externe actoren, de industrie als de hogeschool) zijn positief gescoord evenals de expertise van de TechTransfer medewerkers. De stijging in absolute termen van de contractinkomsten en de Europese inkomsten over de laatste 5 jaar werden opgemerkt en de meting van het hefboomeffect dat het IOF hierop heeft werd als ‘good practice’ betitteld. Knelpunten zoals niet-gelinkte databanken (projectdatabank- financiële gegevens) werden vermeld, en aanbevelingen zoals betere monitoring van de IOF-mandaathouders zullen worden opgenomen.
Het afsluiten van onderzoekscontracten en licentie-overeenkomsten met derden zorgt voor een inkomstenstroom vanuit de industrie en andere maatschappelijke actoren, waarmee tegelijkertijd lange termijn samenwerkingsverbanden kunnen worden uitgebouwd. Maatschappelijke valorisatie van kennis blijft hierbij aan belang winnen, naarmate de specifieke financieringskanalen door de overheid verder worden uitgebouwd, in Vlaanderen én in Brussel.
De verkoop van Ablynx aandelen via het VIB (overname van het bedrijf door Sanofi) en een upfront betaling van een licentie deal met een belangrijke farma-partner leveren in 2018 éénmalige inkomsten op van 17 Miljoen €. De groei die sinds 2010 werd genoteerd voor de inkomsten uit samenwerking met bedrijven wordt hierdoor in 2018 spectaculair overtroffen, met een toename van de inkomsten van 12,2 Miljoen € naar 30,4 Miljoen €. Los van deze belangrijke éénmalige inkomsten, kan ook een toename van de overige contractinkomsten worden genoteerd van 12,2 Miljoen naar 13,4 Miljoen €.
Onder de derde geldstroom is TechTransfer actief in de sensibilisering, begeleiding en coaching van projecten in Vlaanderen (VLAIO en FWO-toegepast onderzoek), in Brussel (Innoviris) en in Europa (H2020). VUB onderzoeksgroepen behaalden in 2018 een goed resultaat in de financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, met een totaal toegekend VUB budget in deze kanalen van 7,28 Miljoen €. Eveneens prima zijn de resultaten voor de toegepaste onderzoeksprojecten in Brussel met een totaal budget van 6,4 Miljoen €.
Tot slot en belangrijk: de curve voor de EU projecten blijft stijgend. In 2018 worden 17,7 Miljoen € aan inkomsten genoteerd ten opzichte van 16,7 Miljoen € in 2017. Uit de detailanalyse blijkt dat de programma’s met toegepaste finaliteit hiervoor instaan.
Er werden 38 uitvindingen aangemeld in 2018, terwijl 23 nieuwe octrooien werden ingediend door de VUB. De totale VUB-octrooiportfolio omvat 142 actieve octrooifamilies. Octrooiaanvragen ingediend door bedrijven op basis van uitvindingen door VUB-onderzoekers zijn hierin niet meegeteld. 5 octrooien waarvoor een nationale aanvraag werd ingediend, zijn reeds in licentie gegeven aan een derde partij. Stopzettingen van de octrooiprocedure dienen telkens afgewogen te worden om de kosten te beheersen. Dit gebeurt voornamelijk wanneer er geen marktpotentieel blijkt te zijn of het octrooidossier niet sterk genoeg is.
Door de oprichting van spin-off bedrijven kan de VUB resultaten van onderzoek maatschappelijk en economisch valoriseren en een return naar de VUB en haar onderzoeksgroepen realiseren. In 2018 werden 2 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs Fertiga en Gulliver Biomed (gezamenlijke VUB/UGent spin off). De VUB telt hiermee 36 actieve spin-off’s.
Niettegenstaande spin-off bedrijven verder groeien en de band met de universiteit op termijn minder sterk wordt, is het toch vermeldenswaard dat enkele van de VUB spin-offs in 2018 schitterende resultaten neerlegden, wat in bepaalde gevallen ook een financiële return voor VUB betekende: Aelin Therapeutics -27 Miljoen € Series A financing; PharmaFluidics -haalt 7,3 Miljoen € op voor uitbreiding van de commercialisering van een nieuw micro-chip-apparaat voor biomarker-, diagnostische en geneesmiddelen-ontwikkelingstoepassingen; Camel-IDS -rondt 37 Miljoen € Series A financiering af; Sanofi neemt Ablynx over voor 3,9 Miljard €; Collibra (Jan 2019)- 100 Miljoen $ Series-E-financieringsronde, geleid door CapitalG, het groeimaatschappij-investeringsfonds van Alphabet. Dit brengt de post-geldwaardering op meer dan $ 1 Miljard. Collibra krijgt hiermee de mythische status van eerste Belgische tech-start up ‘unicorn’.
Een nieuw ASP2030 project werd in 2018 opgestart ‘Valorisatie van onderzoek in de humane en sociale wetenschappen’ en de eerste resultaten kunnen voorgelegd worden, gespreid over alle financieringskanalen.
Het iCityBRU project (ULB, VUB en Sirris), waarin TechTransfer de rol van valorisatiecoach voor de VUB projecten opneemt, ging het derde jaar in. In de onderzoeksprojecten die uit dit EFRO programma worden gefinancierd, kan nu naar een valorisatiefinaliteit worden toegewerkt.
Met de uitbouw van de activiteiten van de Foundation, worden bijkomende middelen via filantropische fondsenwerving bekomen die in specifieke projecten of grote infrastructuurvernieuwing worden geïnvesteerd. Daarnaast wordt via de oprichting van leerstoelen de financiering van facultaire activiteiten mogelijk, die het onderwijs- en onderzoekspotentieel van de VUB verbreden.
Met de legaten (die onvoorzienbaar zijn) buiten beschouwing, zijn de inkomsten voor 2018 iets lager dan in 2017, omdat in 2017 uitzonderlijke inkomsten werden genoteerd voor de renovatie van het zwembad. Er werden 5 fondsen opgericht en er is een stijging in de giften. De inkomsten via de leerstoelen blijven stabiel, volgend jaar zal hierop nog sterker worden ingezet. De procentuele kost van de fondsenwerving blijft lager dan de 17% (overhead conform het overhead reglement) op de totale inkomsten, met name 15,5%.
Door de erkenning van Fellows werkt de VUB aan uitstraling in externe netwerken en kan ze beroep doen op experten voor onderwijs-, onderzoeks- en beleidsaangelegenheden. Er werden in 2018 37 nieuwe fellows benoemd aan de VUB. De bijdrage van de Fellows - inzet op het vlak van onderwijs, onderzoek, events, beleid en/of fondsenwerving – wordt hoog ingeschat, de meerwaarde voor de VUB is duidelijk.
Het Crosstalks netwerk staat borg voor originele invalshoeken om stakeholders uit alle maatschappelijke geledingen te engageren in open en constructieve dialogen. Zowel over acute uitdagingen als met het oog op langetermijnvisies. Interdisciplinair, intersectorieel en duurzaam. In 2018 werden 24 projecten en events door het Crosstalks team in handen genomen, naast betrokkenheid in een reeks activiteiten zoals ondermeer Konekt, La réligion et la cité (festival ism ULB en Flagey), Difference Day (sinds 2013), de transversale lessenreeks Redelijk Eigenzinnig, Duurzame Dinsdag en de genderweek. Crosstalks is hierbij ‘self-supporting’ voor meer dan 50% via externe financiering: industriële samenwerking, overheidssubsidies voor specifieke projecten en activiteiten in opdracht van culturele organisaties en een reeks projecten op vraag van VUB onderzoekers.
II. Vicerectoraat en ondersteunende dienst
II.1 VICERECTORAAT INNOVATIE EN VALORISATIE
Bij de start van het Academiejaar 2015-2016 werd het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie geïnstalleerd met prof. Hugo Thienpont als eerste vicerector voor dit beleidsdomein. De nieuwe rector, prof. Caroline Pauwels, herbenoemde de vicerector I&V een jaar later in deze functie.
Het Organiek Statuut bepaalt dat de vicerector Innovatie en Valorisatie als academisch verantwoordelijke belast is met het innovatie- en valorisatiebeleid. Dit houdt in dat vierjaarlijks een beleidsplan ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Academische Raad, na advies te hebben verkregen van de Innovatie-en Valorisatieraad. Dit beleidsplan kan jaarlijks worden geactualiseerd. Eind 2017 werd een nieuw beleidskader voorgesteld en goedgekeurd door het beleid.
De Innovatie- en Valorisatieraad heeft bevoegdheid over de toewijzing van de middelen voor het innovatie- en valorisatiebeleid, de opstart en stopzetting van octrooidossiers, deelname in rechtspersonen (met onderzoeks- of valorisatiefinaliteit) en de beslissingen aangaande leerstoelen, giften, legaten en sponsoringdossiers.
Inzetten op de valorisatie van onderzoek en de verhoging van de verworven middelen hieruit en uit filantropische fondsenwerving, is de ambitie voor vandaag én voor de toekomst. De VUB TechTransfer en de Foundation kunnen daarin een sturende en ondersteunende rol opnemen, de realisatie ervan ligt evenwel bij de onderzoekers die vrij zijn om hier al dan niet op in te zetten. VUB TechTransfer wil hen wel alle informatie en tools aanreiken, zodat ze hun keuze oordeelkundig kunnen maken.
In het plan voor 2018-2021 werden nieuwe concrete actiepunten voorgesteld die voortbouwen op de ingeslagen weg van het vorige beleidsplan. Deze kaderen –blijvend- in de prioriteit “gezond financieel beheer en netwerking”, maar krijgen nu een dimensie bij, daar de VUB in zijn geheel wil inzetten op een warme instelling, die verbindend, lerend en open wil zijn Het innovatie- en valorisatiebeleid moet duurzaam worden en de structuren die worden gecreëerd dienen een constante instroom aan middelen te garanderen, zodat de investeringen zichzelf terugverdienen. We streven ernaar dat de hele universitaire gemeenschap de meerwaarde van deze activiteiten inziet en zich hierachter kan scharen om deze doelstelling mee te helpen realiseren.
Het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie tekent het beleid rond toegepast onderzoek en valorisatie uit, waarbij de Vicerector wordt geadviseerd door de Innovatie- en Valorisatieraad en door de IOF-raad. Alle vormen van maatschappelijke valorisatie, dus niet enkel industriële, waartegenover een financiële vergoeding staat die opnieuw in excellent onderzoek dient geïnvesteerd te worden, vallen onder dit beleid. De VUB TechTransfer is de administratieve dienst die dit beleid ondersteunt en de verschillende operationele taken opneemt.
II.2 VUB TECHTRANSFER
Om dit te realiseren werd de reeds sinds 1998 bestaande Interface cel in 2015 losgemaakt van het R&D-departement en als autonome ondersteunende dienst toegevoegd aan het vicerectoraat innovatie en valorisatie. Bij het in voege treden van het nieuwe merkenbeleid VUB (2016) werd de naam van de dienst VUB TechTransfer. Hieronder wordt begrepen dat de dienst instaat voor de valorisatie van alle vormen van kennis die aan de universiteit ontwikkeld worden (met uitzondering van outreach en wetenschapscommunicatie-activiteiten).
II. 2.1 Missie en organisatie VUB TechTransfer
VUB TechTransfer is de operationele dienst aan de VUB die de uitwerking van het Innovatie- en valorisatiebeleid ondersteunt. Sinds 2003 is de opdracht uitgebreid tot de EhB en ook met het UZ zijn er afspraken gemaakt om valorisatiedossiers te begeleiden.
II.2.2 Missie
VUB TechTransfer stelt zich als doel wetenschappelijke onderzoeksresultaten te valoriseren – in samenwerking met de onderzoekers - om zo een innoverende bijdrage te leveren aan de maatschappij, waarna de inkomsten door de universiteit terug kunnen geïnvesteerd worden, in de eerste plaats in onderzoek en innovatie. Het luik filantropische fondsenwerving dat sinds 2012 werd opgenomen, beoogt eveneens de verwerving van bijkomende externe middelen ten behoeve van strategisch en toegepast onderzoek.
II. 2.3 Waarden
• Constructief meedenken: samen voor de juiste strategische oplossing kiezen.
• Betrouwbaar: engagementen nakomen, finale keuzes respecteren
• Eerlijkheid: deontologisch handelen, correcte administratieve en financiële afhandeling
• Klantgerichtheid: luisteren en meedenken, zorgen voor resultaatgerichte tussenkomsten
• Innovatie: ‘out-of-the-box’ denken zodat de juiste oplossingen gekozen worden
• Team werk: samen werken, samen slagen
II.2.4 Organisatiestructuur
In 2017 werd het organogram aangepast bij de invoering van het VUB Functiehuis. Het heeft in 2018 nog dezelfde vorm, maar dient in 2019 opnieuw aangepast te worden, daar de dienst verder groeit en de bevoegdheden inmiddels anders worden verdeeld.
VUB TechTransfer is georganiseerd in 3 ‘business units’ en 2 semi-autonome cellen:
• BU Business development, waaronder ook de projectenbegeleiding en spin-off management en entrepreneursopleiding valt
• BU Legal, de juridische cel van TechTransfer
• BU EU Research & Innovation Support (ERIS), voor EU projecten met valorisatiefinaliteit
• cel Foundation (filantropische fondsenwerving en Fellows)
• cel Crosstalks – netwerk
Ondersteunend zijn ‘Communicatie en events’ en ‘Secretariaat en administratief contractbeheer’.
Personeel nominatief (1.1.2018)
Directeur VUB TechTransfer Sonja Haesen
BU Business development
TT Officer/IP Management & Licensing
TT Officer/IOF beheer en Vlaamse innovatieprojecten
TT Officer/Bedrijven (incl KMO)
TT Officer/Spin-off management
TTOfficer/ Brusselse innovatieprojecten
BU Legal
Legal Councel/ spin-off & innovation contracts (coördinatie)
Legal Advisor/contracten
Legal Advisor/contracten
BU EU Research & Innovation Support (ERIS)
European Research & Innovation Support (coördinatie)
European Research & Innovation Support
Social Sciences, Humanities & the Arts
Communicatie en events
Senior communicatie medewerker (coördinatie)
Communicatiemedewerker
Secretariaat en Administratief contractbeheer
Management Assistant (coördinatie)
Secretariaatsmedewerker
Contract Management (coördinatie)
Contractbeheerder
Octrooibeheer
ICity BRU project (EFRO/FEDER)
Onderzoeks- en valorisatieproject Ism BUTO (promotor T. Crispeels)
Hugo Loosvelt
Veerle Hellemans
Liesbeth Bosman
Jacky Boonen
Qing Cai
Kristel Mommaerts
Mariana Moreira
Twyla Quéva
Philippe Westbroek
Anneke Geyzen
Alena Aga
Lisa Van Reepingen
Tania Bauwens
Natasja De Landtsheer
Wesley Verbeke
Sophie Cammaerts
Marsyas Coene
Geoffrey Aerts (*)
Fundraising Officer
Legal Councel
Fellowship program
Foundation en Fellowship
Liesbeth
Elisabeth Rabaey (interim Mulongo DimonekeneVanneste)
Hanan Belaraj
Cummunicatiemedewerker
Erkut Gultekin
Directeur Fundraising & Fellowship Isabelle Marneffe
Fundraising Officer Mats Walschaers
Fundraising Officer Liesbeth Plovie
CROSSTALKS
Legal Councel
Directeur CROSSTALKS (consultant)
Marleen Wynants
Elisabeth Rabaey (interim Mulongo Dimonekene- Vanneste)
Projectmanager
Goedele Nuyttens
Fellowship program Hanan Belaraj
Cummunicatiemedewerker Erkut Gultekin
CROSSTALKS
Communicatiemedewerker
Ine De Bock
Directeur CROSSTALKS (consultant) Marleen Wynants
Projectmanager Goedele Nuyttens
Communicatiemedewerker Ine De Bock
VUB TechTransfer telt op 31 december 2018 29 medewerkers: 25,6 VTE en 1 consultant (Crosstalks coördinator: op extern verworven middelen). Er worden 14 VTE betaald op middelen VUB, 7,2 VTE op de overeenkomsten met de Vlaamse overheid en 4,4 VTE op de overeenkomsten met de Brusselse overheid. Het TechTransfer team is sinds het autonoom werd in 2015 sterk gegroeid, dankzij bijkomende externe inkomsten en projecten van VUB (zoals ASP2030) waarmee in personeel wordt geïnvesteerd. Ten opzichte van 2017 werd het team versterkt met 6 medewerkers.
VUB TechTransfer telt op 31 december 2018 29 medewerkers: 25,6 VTE en 1 consultant (Crosstalks coördinator: op extern verworven middelen). Er worden 14 VTE betaald op middelen VUB, 7,2 VTE op de overeenkomsten met de Vlaamse overheid en 4,4 VTE op de overeenkomsten met de Brusselse overheid. Het TechTransfer team is sinds het autonoom werd in 2015 sterk gegroeid, dankzij bijkomende externe inkomsten en projecten van VUB (zoals ASP2030) waarmee in personeel wordt geïnvesteerd. Ten opzichte van 2017 werd het team versterkt met 6 medewerkers.
(*) Via het iCity BRU project, werden middelen ter beschikking gesteld voor een onderzoeker/ valorisatiemedewerker. Hierop werd postdoc Geoffrey Aerts aangesteld, onder het promotorschap van prof. Thomas Crispeels (niet meegeteld in bovenstaande cijfers).
(*) Via het iCity BRU project, werden middelen ter beschikking gesteld voor een onderzoeker/ valorisatiemedewerker. Hierop werd postdoc Geoffrey Aerts aangesteld, onder het promotorschap van prof. Thomas Crispeels (niet meegeteld in bovenstaande cijfers).
VUB TechTransfer dient ook beroep te doen op externe experten op consultancy basis (juristen, IP bureaus, markt analysten enz), gefinancierd vanuit de Interfacesubsidies en het octrooifonds VUB.
VUB TechTransfer dient ook beroep te doen op externe experten op consultancy basis (juristen, IP bureaus, markt analysten enz), gefinancierd vanuit de Interfacesubsidies en het octrooifonds VUB.
II.2.5 Kernopdrachten
Uit de strategische en operationele doelstellingen kunnen de kernopdrachten van VUB TechTransfer als volgt samengevat worden. Dit omvat ook de acties gericht naar EhB en UZBrussel, maar zonder Crosstalks en Foundation, dit wordt verder in de tekst behandeld.
• operationele werking die de vicerector Innovatie en Valorisatie ondersteunt in het ontwikkelen en implementeren van zijn beleid;
• onderzoekers sensibiliseren en ondersteunen bij de indiening van onderzoeksprojecten ‘strategisch basisonderzoek en
toegepast onderzoek’ die in competitie verworven kunnen worden, via gerichte acties, informatiesessies, website en persoonlijke begeleiding;
• pro-actief scouten van bedrijven (waaronder KMO’s) die interesse hebben in onderzoekssamenwerkingen, via deelname in netwerken, organisatie van contactdagen, verspreiding van onderzoeksinformatie (website, brochures, publicaties);
• begeleiding geven bij het opstellen van onderzoeksvoorstellen door advies over personeel en budgetering, freedom-to-operate analyse, invullen valorisatieluik;
• pro-actief scouten van onderzoeksgroepen die Europese projecten met toegepaste finaliteit wensen in te dienen/kunnen participeren, begeleiden bij de indiening van projectvoorstellen, begeleiden bij de samenstelling van de consortia via deelname in netwerken (Vlaanderen, Brussel, internationaal) volgens het i-ISO concept;
• juridisch advies over en opstellen van overeenkomsten, juridische screening van onderzoeksvoorstellen van derden en hulp bij de negotiatie van onderzoekscontracten;
• administratief contractbeheer van de door TechTransfer beheerde dossiers (inbreng in de databank ter aansturing financiële dienst en personeelsdienst), inclusief indienen van tenders en oplossen van administratieve problemen;
• screening/ opstellen van de IP clausules in onderzoeksvoorstellen met het oog op de vrijwaring van de freedom-to-operate;
• sensibilisering van onderzoekers mbt de bescherming van intellectuele eigendom, via opleidingen, gerichte acties, website en informatiebrochure (ook: geven van cursussen rond IP in reguliere onderwijscurricula) ;
• begeleiding bij het opstellen van een record of invention en van een octrooi-aanvraag, eerste octrooi searches en begeleiding bij grondige searches, indiening van aanvragen via octrooibureaus en inhoudelijke opvolging octrooiprocedure, financiële opvolging;
• organisatie van de IOF-raden, uitwerken van reglementen en oproepen, organisatie van de selectieprocedures, financieel beheer, verslaggeving en opvolging;
• begeleiden van de IOF groepen en –mandatarissen; ondersteuning en advies bij de uitvoering van de IOF programma’s;
• scouting van spin-off opportuniteiten, begeleiding bij het opstellen van het business en financiëel plan, coaching van het ondernemersteam;
• juridische ondersteuning bij vennootschapsrechtelijke aangelegenheden (aandeel-houdersovereenkomsten, statuten) inclusief het opstellen (en voorbrengen) van participaties in spin-off’s op de innovatie- en valorisatieraad;
• begeleiden van de spin-off dossiers naar financiering (VC’s, eigen fondsen BI3 en QBIC I en II);
• deelname voor VUB in raden van bestuur van spin-off bedrijven;
• medebeheer van het startkapitaalfonds BI3, actieve begeleiding van dossiers voor QBIC I en II, deelname in de managementcomités;
• stimuleren van ondernemerschap via de organisatie van startersseminaries (organisatorisch en als lesgever) advanced courses en gerichte coaching;
• medebeheer van researchpark Zellik en incubatoren IICB en ICAB, organisatie van matchmaking events;
• partner in het Crosstalks netwerk (self-supporting), advies en overleg mbt de activiteiten van het netwerk;
• deelname voor VUB in onderzoeksgerelateerde vzw’s, opvolging van de dossiers van de Strategische onderzoekscentra en Strategische Speerpuntclusters, deelname aan werkgroepen en fora zoals VLIR, VOKA, Impulse.be, FWO/ VLAIO werkgroepen, Flanders Smart Hub, Innoviris, enz, inclusief lobbying voor VUB thema’s;
• opstellen en verdedigen van strategische (meerjaren)plannen en rapporten voor financierende overheden (TechTransfer-financiering: Vlaamse en Brusselse overheid);
• opvolging en organisatie van deelnames aan beurzen , ondermeer in het kader van TTO Flanders
• ontwikkelen van promotietools voor het toegepast onderzoek en de IOF groepen -in het kader van de opdrachten van de Brusselse en Vlaamse overheid met het oog op de stimulering van samenwerking met het bedrijfsleven- via website VUB TechTransfer, website TTO-Flanders, brochures, posters en campagnes; monitoring van de impact ervan;
• ondersteuning bij de ontwikkeling van de Foundation en het Fellowship
III. Sector Innovatie en valorisatie
III.1. Decreten en reglementen
Wetenschappelijke dienstverlening wordt in de Codex Hoger Onderwijs van 20 december 2013 beschreven als één van de drie basisopdrachten van de universiteit, naast academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. In de praktijk wordt hiermee alle onderzoek in opdracht van derden bedoeld, evenals de valorisatie van onderzoeksresultaten
Het decreet van de Vlaamse Gemeenschap d.d. 22. 02. 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening schiep hiervoor het wettelijk kader en is nu opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs van 20 december 2013, Deel 4, Titel 2. De Codex Hoger Onderwijs bepaalt bovendien dat de vermogensrechten op vindingen in het kader van onderzoek, toebehoren aan de Universiteit.
De Vrije Universiteit Brussel was één van de eerste Vlaamse universiteiten die een eigen valorisatiereglement uitwerkte met bepalingen van return naar uitvinders en onderzoeksploegen. Dit valorisatiereglement dateert van 17 maart 1998 en
was een aanvulling van het VUB-reglement op de wetenschappelijke en maatschappelijke dienstbetoonactiviteiten dd. 28 maart 1995. Het valorisatieregelement is, conform het Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingreglement van de UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie (beslissing UAB RvB d.d. 18/12/2008). Het dienstbetoonreglement is, eveneens conform het Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingreglement van de UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie (beslissing RvB UAB d.d. 18/06/2007). Conform Art.101bis van het Decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs (nu opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs) diende de Associatie Brussel dit Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingsreglement vast te leggen, waar het dienstbetoon- en valorisatiereglement deel van uitmaakt. Binnen de Vrije Universiteit Brussel bestond reeds een voor valorisatie bevoegde dienst, de toenmalige Technology Transfer Interface, nu VUB TechTransfer, en derhalve werd de taak van deze dienst uitgebreid tot het geheel van de Associatie.
Concreet betekent dit dat de VUB TechTransfer de valorisatie van onderzoek van het geheel van de Universitaire Associatie Brussel behartigt, maar enkel op vraag van de EhB advies geeft over dossiers.
III.2 Het concept valorisatie
In de afgelopen 20 jaar heeft de ‘valorisatie van onderzoeksresultaten’ enorm aan belang gewonnen. De financiële ondersteuning die de Vlaamse en Brusselse overheden voorzien om toegepast onderzoek verder te brengen tot op het niveau van toepassingen (hogere TRL niveaus), is sterk toegenomen. Zo investeerde de Vlaamse regering de afgelopen jaren steeds meer in gericht onderzoek. Ook wordt veel belang gehecht aan de output (onderzoekssamenwerkingen, octrooien, spin-off’s,..) die de universiteiten en hogescholen kunnen voorleggen omdat dit een belangrijke kernindicator is voor de regionale innovatiegraad (waarin Vlaanderen bij de koplopers hoort), maar ook omdat dit een (on)rechtstreekse weerslag heeft op de innovatiegraad van ondernemingen, uitvoer en tewerkstelling, maw parameters die de economische situatie van een regio in belangrijke mate bepalen.
De financiering van ondersteunende diensten binnen de universiteiten die dit proces dienen te begeleiden, heeft ertoe geleid dat nu in elke universiteit een expertisecel is uitgebouwd die de onderzoekers in deze materie kan ondersteunen. Binnen VUB is de dienst TechTransfer hiervoor verantwoordelijk. Hierdoor is er ook binnen de kennisinstellingen een graduele mentaliteitsverandering opgetreden: de onderzoeker vandaag wenst nog steeds een expert te zijn in de fundamentele aspecten van zijn vakgebied, maar zij of hij heeft ook meer belangstelling ontwikkeld voor de toepassing van het onderzoek. De beschikbaarheid van nieuwe onderzoekskanalen om deze uitdaging op te nemen, de kans om binnen een onderzoeksgroep nieuwe profielen van onderzoekers te ontwikkelen/ aan te trekken en de mogelijkheden om hiermee ook meer middelen te verwerven, hebben dit bewerkstelligd. De vertaling van het onderzoek naar de samenleving is een rol die nu elke onderzoeker ter harte neemt, daarin geholpen door het nieuwe kader dat de universiteit aanbiedt.
De VUB kan hierdoor ook een belangrijke plaats innemen in het gezelschap van andere innovatieve universiteiten, gemeten aan de hand van ingediende, goedgekeurde en geciteerde octrooien: in de Reuters top 100 van de meest innovatieve universiteiten in Europa steeg de VUB opnieuw een plaats naar rang 47.
III.3 Maatschappelijke en economische aspecten
Het Onderzoeksbeleidsplan en Algemeen Strategisch Plan van de Vrije Universiteit Brussel definieerde de verschillende vormen van wetenschappelijk onderzoek, waarbij wordt aangegeven dat enerzijds alle wetenschappelijke onderzoektypes worden ondersteund (verantwoordelijkheid bij onderzoeksbeleid), evenals de trajecten gaande van de wetenschappelijke ontdekking, de uitvinding tot en met de ontwikkelings- en ontplooiingsfasen ervan (verantwoordelijkheid van het innovatiebeleid, i.e. bijvoorbeeld de implementatie van demonstratoren en prototypes, eindrapporteringen, beleidsaanbevelingen leidend tot kennis en/of technologie overdracht naar de socio-economische actoren zoals de overheid, de industrie, de non-profit sector).
Het innovatie-en valorisatiebeleid omvat het beleid met betrekking tot economische, commerciële en maatschappelijke valorisatie evenals het beleid inzake leerstoelen en sponsoring. Maatschappelijke valorisatie als onderdeel van het beleidsdomein ‘Innovatie- en valorisatie’ wordt daarbij gedefinieerd als ‘elke vorm van valorisatie met een economische, commerciële en financiële valorisatiefinaliteit’. Andere vormen van maatschappelijke valorisatie, vb. wetenschapspopulariserende initiatieven, sociale innovatie zonder economische, commerciele en financiële finaliteit, enz… -samen te vatten als ‘outreach activiteiten’- vallen onder het beleidsdomein ‘onderzoek’.
III.4 Belang voor de universiteit vandaag en in de toekomst
Valorisatie van onderzoek en de verhoging van de verworven middelen hieruit, heeft in het vorige Algemeen Strategisch Plan van de VUB een prominente plaats gekregen. Een gezond financieel beheer en uitbreiding van de netwerken blijven evenwel prioriteiten met als uiteindelijke doelstelling de VUB meer onafhankelijk te maken van overheidsmiddelen, door efficiënter privé- en projectmiddelen voor onderzoek en ontwikkeling aan te trekken.
De Vlaamse overheid zet sterk in op toegepast onderzoek en kennis-en technologie-overdracht: “economie” en “innovatie” behoren tot de bevoegdheden van éénzelfde minister en voor 2019 werden aanzienlijke bijkomende middelen voor onderzoek en ontwikkeling vrijgemaakt met nadruk op versterking van de Vlaamse industrie.
Ook in Brussel vormt het Gewestelijk Innovatieplan 2016-2020 het referentie-kader van het onderzoeksbeleid als hefboom voor socio- economische ontwikkeling.
“Valorisatie van onderzoek” moet dus binnen de universiteit blijvend de volle aandacht krijgen, willen we onze rol in dat landschap kunnen opnemen.
IV. Innovatie- en valorisatieraad
IV.1 Bevoegdheden- Organiek Statuut
Het Organiek statuut van de VUB (6.11.2014 en aangepast) bepaalt dat de Innovatie- en Valorisatieraad beslissingen kan nemen inzake volgende aangelegenheden:
1. De verdeling en de toewijzing van middelen voor het innovatie-en valorisatie-beleid;
2. De opstart en stopzetting van octrooidossiers;
3. De deelname in verenigingen en rechtspersonen inzoverre dit betrekking heeft op onderzoeks- en/of valorisatie-activiteiten;
4. De installatie van leerstoelen en de aanduiding van de leerstoel-houder, na advies te hebben bekomen van de Onderwijsraad en/of de Onderzoeksraad;
5. De aanvaarding van giften en legaten;
6. De aanvaarding van sponsoring.
De Innovatie- en Valorisatieraad kan, binnen de voorwaarden en grenzen die hij bepaalt, de bevoegdheden delegeren aan De Innovatie- en Valorisatieraad kan, binnen de voorwaarden en grenzen die hij bepaalt, de bevoegdheden delegeren aan de vicerector innovatie- en valorisatiebeleid. De Innovatie- en Valorisatieraad brengt de Academische Raad en de Raad van Bestuur hiervan op de hoogte.
De Innovatie- en Valorisatieraad formuleert voorstellen en verleent advies aan de Academische Raad inzake het strategisch innovatie- en valorisatiebeleid, met name de economische, commerciële en financiële valorisatie van wetenschappelijk onderzoek.
De Innovatie- en Valorisatieraad stelt jaarlijks een ontwerpdeel-begroting en een ontwerpjaarrekening op voor het beleidsdomein Innovatie en Valorisatie, en maakt deze over aan het Directiecomité.
Telkens wanneer hij daartoe wordt verzocht, verstrekt de Innovatie- en Valorisatieraad advies aan de Universiteitsraad, de Raad van Bestuur, de Academische Raad, de rector of de vicerector Innovatie- en valorisatie.
IV.2 Samenstelling I&V raad
De samenstelling van de Raad voor Innovatie en Valorisatie werd in 2018 gewijzigd (goedgekeurd door de Academische raad). In de raad zetelen leden die door de voorzitter werden voorgesteld omwille van hun expertise en betrokkenheid in het valorisatiegebeuren.
Leden die ook in de IOF raad zetelen
*Hugo Thienpont, voorzitter vicerector innovatie en valorisatie IR
*Karin Vanderkerken vicerector onderzoek GF
*Peter Schelkens IR
*Pieter Ballon ES
*Viviane Jonckers WE
*Thomas Crispeels ES
*Dominique Maes WE
*Romain Meeusen LK
*Tony Lahoutte GF/ UZ (raadgevend)
Dominique Verté PE
Alex Housen LW
Fabienne Brison RC
Samenstelling: 12 leden
Gender: 4 dames, 8 heren
(* Leden die ook in de IOF raad zetelen)
IV.3 Vergaderingen I&V raad
In 2018 werden 11 vergaderingen ingepland (één per maand behalve tijdens de maand juli). Eén vergadering werd afgelast wegens te beperkte agenda (augustus), de agenda werd toegevoegd aan de volgende meeting. In de mate van het mogelijke wordt afwisselend een plenaire raad en een schriftelijke raad voorzien doch dit kan herzien worden afhankelijk van de geagendeerde materie. Dossiers die een grondige bespreking behoeven, worden immers steeds geagendeerd op
de plenaire vergadering.
De belangrijkste dossiers betroffen:
TechTransfer en innovatie-en valorisatiebeleid
• toelichting van de VUB-Imec raamovereenkomst
• voorstelling en bespreking van de kandidaat Fellows 2018
• return uit de verkoop van aandelen
• jaarverslag VUB TechTransfer 2017
• bespreking U-square incubator
• toelichting en bespreking Green Energy Park project
• toetreding UZ Brussel tot QBIC II
• goedkeuring exclusieve licenties (spin-off dossiers)
Valorisatiedossiers
• toetredingen netwerken en betalingen lidgelden
Foundation
• bespreking filantropische fondsenwerving VUB – gedragscode en financieel beheer
• aanvaarding van legaten
• bespreking kandidaten Fellows en Ere-fellows 2017
• verlengingen en oprichtingen nieuwe leerstoelen
Crosstalks
• Project 2018-2021 Shake the Disease met VUB Kick off
• STAL Sciences Technologies Arts Lab – joint project VUB, ULB, Bozar
V. Industrieel Onderzoeksfonds
V.1 IOF programma’s
De IOF-raad van de VUB stelde in 2005 een reglement op: de IOF-middelen die door de Vlaamse overheid ter beschikking worden gesteld (Besluit van de Vlaamse regering betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap), dienden de ‘zwaartepunten’ en ‘groeiers’ van toegepast onderzoek te versterken via programmafinanciering van 5 jaar, omdat daaruit de grootste valorisatieoutput kon verwacht worden. De calls liepen gefaseerd over verschillende jaren, zodat elk jaar een aantal nieuwe groepen kunnen instromen.
Zwaartepunten ontvingen financiering voor 5 jaar, in principe 220.000 Euro per jaar; Groeiers ontvingen 110.000 Euro per jaar voor 5 jaar.
In 2010 werd dit beleid herzien en werd overgegaan naar calls voor projecten van 3 jaar, met een meer directe toepasbaarheid (GEAR-projecten). Dit werd vooral ingegeven door het feit dat het aandeel van de VUB in de IOF-middelen niet meer groeide en er dus voorzichtig met de middelen moest omgesprongen worden.
Vanaf 2014 (na een opmerking van de bevoegde Minister dat de financiering niet mag versnipperd worden) werd evenwel terug overgegaan op programma-financiering van 5 jaar, met een jaarlijks bedrag van 170.000 Euro (kan afwijken binnen een vork van 120.000 – 220.000 Euro).
Conform met het betreffende Besluit, moet de gefinancierde onderzoeksgroep een IOF-mandaathouder aanstellen op de middelen. Deze persoon heeft een post-doc profiel of evenwaardige expertise. De overige middelen (max 70%) zijn werkingsmiddelen die de mandaathouder in staat moeten stellen om de valorisatieprojecten van de groep te realiseren.
Daarnaast worden middelen voorzien voor Proof-of-Concept projecten: “De PoC-financiering gaat naar projecten die in een overgangsfase zitten van proof-of-principle naar proof-of-concept. Alle mogelijke activiteiten die tot doel hebben het valorisatietraject te versnellen kunnen middels deze PoC-financiering bekostigd worden (bv. prototypeontwikkeling, bijkomende resultaten verzamelen ter voorbereiding en ter verderzetting van een octrooi, preklinische experimenten, uitschrijven business-plan, inhuren van consultants, marktonderzoek,...).“ Budget: 50.000 per project, looptijd minimum 1 jaar.
V.2 Raad voor het Industrieel Onderzoeksfonds
Samenstelling:
De IOF-raad bestaat ten minste uit 12 leden en is onderverdeeld in 3 geledingen. De samenstelling van de IOFraad werd in 2018 herzien
- Geleding 1: personeelsleden van de universiteit waarvan ten minste een vierde en ten hoogste de helft tegelijkertijd lid van de OZR is:
Hugo THIENPONT, Voorzitter (Vicerector Innovatie en Valorisatie)
Karin VANDERKERKEN (Vicerector Onderzoek)
Romain MEEUSEN (Vicerector Internationalisering)
Peter SCHELKENS
Viviane JONCKERS WE
Thomas CRISPEELS
Pieter BALLON ES ES
Dominique MAES WE
Tony LAHOUTTE GF/UZ
- Geleding 2: personeelsleden van de hogescholen bij de associatie:
- Geleding 3: vertegenwoordigers van het bedrijfsleven:
Pascale REDIG (Life sciences) J&J
Rene DE KEYZER (Material sciences) Synergism10
Ingrid VAN DE VOORDE (ICT) Bell Labs
Line ALDERWEIRELD (Chemical engineering) Jacobs engineering
Dit geeft 6 dames en 9 heren op total 15 leden. TechTransfer-leden nemen deel met raadgevende stem
V.3 Vijfjaarlijkse audit IOF en Interfacewerking
In 2018 doorliep het IOF en de Interfacewerking een 5-jaarlijkse externe audit, zoals het betreffende Besluit voorziet. De werking zoals ze aan deze instelling is georganiseerd, kreeg een positieve beoordeling, waarbij de bijzondere IOF-organisatie in programma’s werd aangestipt en het feit dat de VUB-groepen sterk presteren in de Strategische OnderzoeksCentra en Speerpuntclusters, ondanks de relatief kleinere schaal.
Ook het inzetten op het bereiken van heel diverse doelgroepen (zowel interne -alle onderzoekers- als externe actoren, de industrie als de hogeschool) zijn positief gescoord evenals de expertise van de TechTransfer medewerkers. De stijging in absolute termen van de contractinkomsten en de Europese inkomsten over de laatste 5 jaar werden opgemerkt en de meting van het hefboomeffect dat het IOF hierop heeft, werd als ‘good practice’ betitteld.
Knelpunten zoals niet-gelinkte databanken (projectdatabank- financiële gegevens) werden vermeld, en aanbevelingen zoals betere monitoring van de IOF-mandaathouders zullen worden opgenomen.
V.4 Selectie IOF-programma’s 2018
In 2018 (start in december 2018) selecteerde de IOF raad 5 projecten voor IOF GEAR financiering. Het programma Rainbow werd succesvol verlengd met 3 jaar en 4 nieuwe GEAR programma’s werden goedgekeurd.
Titel IOF GEAR
Titel IOF GEAR
Human Centric Digital Innovation SMIT
NLite
mFlow Cell
ICMI & ETRO
D-BIT & DRC
RAINboW AI Lab, DIMA, en Data Analytics Lab
Regenerate GTRM
Tevens werden 4 Proof-of-Concept projecten gesteund. Tot slot werd er in 2018 een éénmalige oproep voor Accelerator projecten gelanceerd. Deze projecten voorzien in een éénmalige injectie van 150.000 EUR in lopende GEAR programma’s om een substantiële versnelling te realiseren bovenop de reeds gerealiseerde multiplicator in de IOF parameters. De IOF raad kende Accelerator financiering toe aan 6 GEAR programma’s.
Overzicht van alle IOF programma’s/ projecten:
VUB code aard vakgroep promotor Start-einde bedrag
IOF142 Zwaartepunt 1° TONA Thienpont
IOF242 Zwaartepunt 1° ETRO Cornelis
IOF342 Zwaartepunt 1° IMDO De Vuyst
IOF442
IOF542 Groeier (ETEC) SURF Deconinck
IOF542 Zwaartepunt SURF (opname Groeier ETEC)
IOF642 Zwaartepunt CHIS Desmet
IOF342 Zwaartepunt 2° IMDO De Vuyst
IOF242 Zwaartepunt 2° ETRO Cornelis
IOF1542
IOF2042
(1° j 170.000 + rest 220.000/j)
(1° j 170.000 + rest 220.000/j)
(110.000/j)
IOF2142 GEAR Versch vak-groepen
BRUBOTICS
Lefeber/Vanderborght/ Meeusen/Nowé/Van Ham/ Jansen/Jacobs/ Verté/De Donder
IOF2342
IOF3004 GEAR SMIT Ballon 2019-2023
IOF3005 GEAR ICMI, ETRO Lahoute, Kuijk
IOF3006 GEAR DBIT, DRC De Malsche, Hellemans 2019-2023
IOF3007 GEAR AI-LAB, DIMA, Data Analytics Lab Nowé, Dooms, Verbeke 2019-2021
IOF3008 GEAR GTRM VandenDriesche- Chuah 2019-2023
(150.000/j)
(160.000/j)
(170.000/j)
VI. Resultaten valorisatie
VI.1 Inkomsten uit samenwerkingen met de privésector (vierde geldstroom)
VI. Resultaten valorisatie van onderzoek
VI.1 Inkomsten uit samenwerkingen met de privésector (vierde geldstroom)
De VUB kende tot 2008 een vrij regelmatige groei van de onderzoeksinkomsten die uit de ‘privésector’ komen. Dit zijn inkomsten uit bilateraal contractonderzoek (profit/non profit), contractonderzoek met de privésector met overheidssteun en valorisatieinkomsten. In 2010 werd een lichte terugval vastgesteld. Mogelijk was de economische situatie hiervan de oorzaak.
De VUB kende tot 2008 een vrij regelmatige groei van de onderzoeksinkomsten die uit de ‘privésector’ komen. Dit zijn inkomsten uit bilateraal contractonderzoek (profit/non profit), contractonderzoek met de privésector met overheidssteun en valorisatieinkomsten. In 2010 werd een lichte terugval vastgesteld. Mogelijk was de economische situatie hiervan de oorzaak.
De positieve groeicurve die sindsdien werd genoteerd –met een mooi jaar 2015- wordt in 2018 spectaculair overtroffen, met een toename van de inkomsten van 12,2 mio € naar 30,4 miljoen € De verkoop van Ablynx aandelen via het VIB (overname van het bedrijf door Sanofi) en een upfront betaling van een licentie deal met een belangrijke farma-partner zijn goed voor 17 miljoen éénmalige inkomsten en het is belangrijk dit voor ogen te houden als volgend jaar de cijfers worden beoordeeld. Los van deze belangrijke éénmalige inkomsten, kan ook een toename van de projectinkomsten worden genoteerd van 12,2 naar 13,4 miljoen €.
De positieve groeicurve die sindsdien werd genoteerd –met een mooi jaar 2015- wordt in 2018 spectaculair overtroffen, met een toename van de inkomsten van 12,2 mio € naar 30,4 miljoen €. De verkoop van Ablynx aandelen via het VIB (overname van het bedrijf door Sanofi) en een upfront betaling van een licentie deal met een belangrijke farma-partner zijn goed voor 17 miljoen éénmalige inkomsten en het is belangrijk dit voor ogen te houden als volgend jaar de cijfers worden beoordeeld. Los van deze belangrijke éénmalige inkomsten, kan ook een toename van de projectinkomsten worden genoteerd van 12,2 naar 13,4 miljoen €.
Inkomsten samenwerkingen privé sector 2018 (4°geldstroom)
Verschillende constructieve factoren werken wellicht samen om dit resultaat te geven:
Verschillende constructieve factoren werken wellicht samen om dit resultaat te geven:
1) beleidskeuzes vanuit eerdere (vice-)rectoraten en aanstelling van een aparte mandaathouder en later vice-rector Innovatie en Valorisatie, wat een duidelijker ‘gezicht’ geeft aan Innovatie op VUB;
1) beleidskeuzes vanuit eerdere (vice-)rectoraten en aanstelling van een aparte mandaathouder en later vice-rector Innovatie en Valorisatie, wat een duidelijker 'gezicht' geeft aan Innovatie op VUB;
2) het ontstaan van nieuwe geldstromen en een duidelijkere profilering van innovatie in financieringsmechanismen (SBO, O&O, EU...) doordat de overheid prominenter inzet op innovatie;
2) het ontstaan van nieuwe geldstromen en een duidelijkere profilering van innovatie in financieringsmechanismen (SBO, O&O, EU...) doordat de overheid prominenter inzet op innovatie; 3) ontwikkeling van verschillende mature groepen op de VUB die “at the right time and on the right topic” zitten met “the right leadership”; 4) het IOF dat werd ingevoerd in 2005 en waarvan het hefboomeffect zich langzaam lazat voelen, daar er prestatie- en KPI-gericht wordt gewerkt.
3) ontwikkeling van verschillende mature groepen op de VUB die "at the right time and on the right topic" zitten met "the right leadership"; 4) het IOF dat werd ingevoerd in 2005 en waarvan het hefboomeffect zich langzaam lazat voelen, daar er prestatie- en KPI-gericht wordt gewerkt.
Niet alleen de grootte van het totaalbudget neemt toe, ook het aantal contracten neemt jaar na jaar toe, zoals gemeten kan worden aan het aantal nieuwe dossiers die in de databank worden geregistreerd. Onderstaande grafieken betreffen enkel de projecten ‘toegepast onderzoek- vierde geldstroom’ (WDV: wetenschappelijk dienstbetoon valorisatie; WDCO: wetenschappelijk dienstbetoon opleidingen en cursussen; WDGO: wetenschappelijk dienstbetoon projecten, MTA: material transfer agreements; NDA: non disclosure agreements).
jaar na jaar toe, zoals gemeten kan worden aan het aantal nieuwe dossiers die in de databank worden geregistreerd. Onderstaande grafieken betreffen enkel de projecten 'toegepast onderzoek- vierde geldstroom' (WDV: wetenschappelijk dienstbetoon valorisatie; WDCO: wetenschappelijk dienstbetoon opleidingen en cursussen; WDGO: wetenschappelijk dienstbetoon projecten, MTA: material transfer agreements; NDA: non disclosure agreements).
# IDFiches PURE 2018
Daarnaast zijn er ook de inkomsten (exclusief de dotatie) die gerealiseerd worden door de universitiaire groepen die aan de Strategische onderzoekscentra zijn verbonden (imec, VIB, iMinds, Flanders Make en VITO). Deze middelen komen (afhankelijk van SOC tot SOC) niet altijd op een VUB rekening, maar staan wel ter beschikking van de betrokken onderzoeksgroepen. Deze inkomsten worden meegeteld in de IOF verdeelsleutel.
Daarnaast zijn er ook de inkomsten (exclusief de dotatie) die gerealiseerd worden door de universitiaire groepen die aan de Strategische onderzoekscentra zijn verbonden (imec, VIB, iMinds, Flanders Make en VITO). Deze middelen komen (afhankelijk van SOC tot SOC) niet altijd op een VUB rekening, maar staan wel ter beschikking van de betrokken onderzoeksgroepen. Deze inkomsten worden meegeteld in de IOF verdeelsleutel.
VI.2 Overheidsmiddelen voor strategisch en toegepast onderzoek (Derde geldstroom)
VI.2 Overheidsmiddelen voor strategisch en toegepast onderzoek (Derde geldstroom)
Men dient ook te kijken naar de evoluties in de derde geldstroom om de cijfers van de vierde geldstroom te kunnen kaderen. De laatste jaren zijn er flink wat middelen door de Vlaamse en Brusselse overheid ter beschikking gesteld voor toegepast onderzoek, al of niet in samenwerking met bedrijven. Sommige onderzoekers kandideren liever voor projecten waarin de onderzoekscomponent nog ruimer is, dan in een bilateraal contract te stappen waar de financierende partner ‘deliverables’ verwacht.
Onder het I&V beleid en de TechTransfer begeleiding vallen eveneens de volgende in competitie te verwerven overheidsmiddelen voor toegepast onderzoek:
Men dient ook te kijken naar de evoluties in de derde geldstroom om de cijfers van de vierde geldstroom te kunnen kaderen. De laatste jaren zijn er flink wat middelen door de Vlaamse en Brusselse overheid ter beschikking gesteld voor toegepast onderzoek, al of niet in samenwerking met bedrijven. Sommige onderzoekers kandideren liever voor projecten waarin de onderzoekscomponent nog ruimer is, dan in een bilateraal contract te stappen waar de financierende partner ‘deliverables’ verwacht.
Onder het I&V beleid en de TechTransfer begeleiding vallen eveneens de volgende in competitie te verwerven overheidsmiddelen voor toegepast onderzoek:
• FWO-financiering voor toegepast strategisch onderzoek (geen beurzen): Strategisch Basisonderzoek (SBO) en Toegepast Biomedisch onderzoek (TBM)
• VLAIO financiering voor toegepast onderzoek:
• FWO-financiering voor toegepast strategisch onderzoek (geen beurzen):
• Ontwikkelingsprojecten, onderzoeksprojecten, Baekelandmandaten, Innovatie-mandaten, Financiering voor O&O&I in een internationaal consortium,
Strategisch Basisonderzoek (SBO) en Toegepast Biomedisch onderzoek (TBM)
• VLAIO financiering voor toegepast onderzoek:
• Nieuwe financieringskanalen die door VLAIO werden opgestart in 2018 zijn: Ontwikkelingsprojecten op pilootschaal en COOCK-projecten (Collectief O&O en collectieve kennisverspreiding). De modaliteiten voor deze programma’s werden in de loop van 2018 opgesteld en worden nu herbekeken omwille van de weinig aantrekkelijke voorwaarden voor kennisinstellingen enerzijds (slechts gedeeltelijk gesubsidieerd) en de bedrijven anderzijds (zeer beperkte transfer van kennis en IP naar de bedrijven toe).
• Ontwikkelingsprojecten, onderzoeksprojecten, Baekelandmandaten, Innovatie-mandaten, Financiering voor O&O&I in een internationaal consortium,
• Brusselse innovatie- en impulsfinanciering voor toegepast onderzoek (geen onderzoekbeurzen of –mandaten): Co-create (Impulsprogramma’s), Bridge (Strategische platformen), Launch (Spin-off in Brussels), Doctiris, Connect (Internationale samenwerking), Test-it Living Labs, Team-Up, Connect, POC – Evaluate, Explore, Shape
• andere (internationale) overheden of organisaties (stichtingen, fondsen): financiering voor toegepaste projecten met valorisatiepotentieel.
• projecten in het kader van de SOC’s en de Speerpuntclusters (ondermeer ICON)
• EU-projecten met economische valorisatie-gerichtheid
• Nieuwe financieringskanalen die door VLAIO werden opgestart in 2018 zijn: Ontwikkelingsprojecten op pilootschaal en COOCK-projecten (Collectief O&O en collectieve kennisverspreiding). De modaliteiten voor deze programma’s werden in de loop van 2018 opgesteld en worden nu herbekeken omwille van de weinig aantrekkelijke voorwaarden voor kennisinstellingen enerzijds (slechts gedeeltelijk gesubsidieerd) en de
financiering voor toegepaste projecten met valorisatiepotentieel.
• projecten in het kader van de SOC’s en de Speerpuntclusters (ondermeer ICON)
• EU-projecten met economische valorisatie-gerichtheid
VI.2.1 Vlaamse financiering voor strategisch basisonderzoek
VI.2.1 Vlaamse financiering voor strategisch basisonderzoek
VUB behaalde in 2018 een prima resultaat in de financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, met een totaal toegekend VUB budget in deze kanalen van 7.28 Mio €. In de volgende paragrafen en figuren worden de resultaten per kanaal in meer detail besproken.
VUB behaalde in 2018 een prima resultaat in de financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, met een totaal toegekend VUB budget in deze kanalen van 7.28 Mio €. In de volgende paragrafen en figuren worden de resultaten per kanaal in meer detail besproken.


Fonds Wetenschappelijk Onderzoek
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek
Strategisch Basisonderzoek (SBO)
Strategisch Basisonderzoek (SBO)
Het programma Strategisch BasisOnderzoek (SBO) betreft vernieuwend onderzoek dat in geval van wetenschappelijk succes een vooruitzicht biedt voor latere economische of maatschappelijke toepassingen (onder de vorm van een nieuwe generatie van producten, processen en/of diensten).
• SBO-projecten met economische finaliteit: In 2018 diende VUB 15 aanvragen in, 5 projecten werden goedgekeurd (2 coördinator en 3 mede-aanvrager), goed voor 3.8M EUR of 11.2% van het totale SBO-E budget.
Het programma Strategisch BasisOnderzoek (SBO) betreft vernieuwend onderzoek dat in geval van wetenschappelijk succes een vooruitzicht biedt voor latere economische of maatschappelijke toepassingen (onder de vorm van een nieuwe generatie van producten, processen en/of diensten).
• SBO-projecten met economische finaliteit: In 2018 diende VUB 15 aanvragen in, 5 projecten werden goedgekeurd (2 coördinator en 3 medeaanvrager), goed voor 3.8M EUR of 11.2% van het totale SBO-E budget.
• SBO-projecten met maatschappelijke finaliteit: In 2018 werden 10 aanvragen ingediend, 2 projecten werden goedgekeurd (1 coördinator en 1 mede-aanvrager), corresponderend met een totaal budget van 1,8M EUR of 9.1% van het totale SBO-M budget.
• De slaagpercentages van VUB in zowel het SBO-E als het SBO-M financieringskanaalvlagen in 2018 hoger dan het globale gemiddelde van deze kanalen.
• SBO-projecten met maatschappelijke finaliteit: In 2018 werden 10 aanvragen ingediend, 2 projecten werden goedgekeurd (1 coördinator en 1 medeaanvrager), corresponderend met een totaal budget van 1,8M EUR of 9.1% van het totale SBO-M budget.
• De slaagpercentages van VUB in zowel het SBO-E als het SBO-M financieringskanaalvlagen in 2018 hoger dan het globale gemiddelde van deze kanalen.
aanvragen ingediend, 2 projecten werden goedgekeurd (1 coördinator en 1 medeaanvrager), corresponderend met een totaal budget van 1,8M EUR of 9.1% van het totale SBO-M budget.
• De slaagpercentages van VUB in zowel het SBO-E als het SBO-M financieringskanaalvlagen in 2018 hoger dan het globale gemiddelde van deze kanalen.

Toegepast Biomedisch Onderzoek (TBM)
Het TBM programma beoogt op lange termijn bij te dragen aan de implementatie van (nieuwe) therapieën, diagnosetechnieken en preventiemethoden, die -ten gevolge van een gebrek aan industriële interesse- zonder overheidsfinanciering niet tot bij de patiënt zouden geraken. Het betreft m.a.w. een niche van het biomedisch onderzoek waarvoor slechts een beperkt aantal onderzoeksgroepen in aanmerking kan komen.
• In 2018 werden 4 projecten door VUB ingediend, waarvan er geen werd goedgekeurd.
• VUB TechTransfer zet in op de promotie van het TBM-kanaal onder de VUB onderzoekers en organiseert sinds 2016 infosessie’s op VUB Health Campus.
• In 2015 scoorde VUB uitzonderlijk goed in het TBM kanaal, waardoor wellicht de lagere deelname (en geen toekenningen) in 2016 kunnen verklaard worden (zelfde beperkt doelpubliek).
Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO)
Onderzoeksprojecten en ontwikkelingsprojecten (O&O-projecten): Begin 2018 werd het financieringskanaal van O&O-projecten hervormd binnen VLAIO waarbij een duidelijk onderscheid werd gemaakt tussen Onderzoeksprojecten en Ontwikkelingsprojecten, waarbij het financieringspercentage aan bedrijven duidelijk werd vastgelegd.
• Onderzoeksprojecten: de subsidies voor onderzoeksprojecten ondersteunen de onderneming bij het uitvoeren van grensverleggend onderzoek, met een intrinsiek hoog risico, dat op termijn kan leiden tot een belangrijke positieve impact voor het bedrijf én voor Vlaanderen.
• Ontwikkelingsprojecten: dit type project omvat de ontwikkeling van een volledig nieuw of beduidend vernieuwend (verbeterd) product, proces, dienst of concept, en het resultaat heeft een belangrijke impact op de prestaties van het bedrijf. Die impact situeert zich eerder op korte termijn.
• In 2018 werden samenwerkingen ten bedrage van 1.1 M EUR tot stand gebracht
Baekeland- en Innovatiemandaten:
Dit zijn industriële mandaten op respectievelijk doctoraal en post-doctoraal niveau.
• Sinds 2015 wordt sterk ingezet op het verder bekend maken van deze financieringskanalen en op de actieve ondersteuning van de kandidaat-mandatarissen. Dit gebeurt onder andere onder de vorm van:
• Organisatie jaarlijkse infosessie
• Trainingssessie voor de verdediging van de kandidaat bij het Agentschap, met gepersonaliseerde feedback
• Desgewenst, feedback op het valorisatieluik van de aanvraag.
• In 2018 werden er 3 Baekelandmandaten aangevraagd door VUB en 3 goedgekeurd, goed voor 0.5 M EUR. Er werd 1 innovatiemandaat aangevraagd met spin-off finaliteit, wat niet werd goedgekeurd.
• In 2018 werd er een terugval in het aantal aanvragen geconstateerd. De communicatie rond deze financieringskanalen zal daarom geïntensifieerd worden in 2019.

Landbouw (LA)trajecten:
Landbouw (LA)trajecten:
Het doel binnen deze projecten is om vanuit een concrete probleemstelling of vraag-gedreven opportuniteit innovatieve oplossingen aan te bieden die op korte termijn toepasbaar zijn én resulteren in zichtbare veranderingen met een duidelijke (economische) meerwaarde voor de primaire land- en tuinbouwsector.
Het doel binnen deze projecten is om vanuit een concrete probleemstelling of vraaggedreven opportuniteit innovatieve oplossingen aan te bieden die op korte termijn toepasbaar zijn én resulteren in zichtbare veranderingen met een duidelijke (economische) meerwaarde voor de primaire land- en tuinbouwsector.
• Historisch is VUB ondervertegenwoordigd binnen dit financieringskanaal
• Historisch is VUB ondervertegenwoordigd binnen dit financieringskanaal
• Voor 2019 is er een intensievere communicatie rond dit kanaal gepland, om het financieringskanaal beter gekend te maken gezien projecten gefinancierd binnen dit kanaal een bredere opbouw van kennis toelaten dan louter plantenteelt.
• Voor 2019 is er een intensievere communicatie rond dit kanaal gepland, om het financieringskanaal beter gekend te maken gezien projecten gefinancierd binnen dit kanaal een bredere opbouw van kennis toelaten dan louter plantenteelt.
Tetra projecten:
Tetra projecten:
Deze projecten worden aangevraagd door een hogeschool of geïntegreerde opleidingen aan de universiteit met als belangrijkste voorwaarde dat 2/3 van het budget bestemd is voor de hogescholen of geïntegreerde opleiding.
Deze projecten worden aangevraagd door een hogeschool of geïntegreerde opleidingen aan de universiteit met als belangrijkste voorwaarde dat 2/3 van het budget bestemd is voor de hogescholen of geïntegreerde opleiding.
• In 2018 werd 1 project met VUB als partner aangevraagd (onder het CORNET-programma), wat niet werd goedgekeurd.
• In 2018 werd 1 project met VUB als partner aangevraagd (onder het CORNETprogramma), wat niet werd goedgekeurd.
• Geplande acties voor 2019 zijn:
• Geplande acties voor 2019 zijn:
• Intensifiëring communicatie bij de ingenieursopleidingen
• Intensifiëring communicatie bij de ingenieursopleidingen
• Stimuleren van samenwerking met EhB
• Stimuleren van samenwerking met EhB
Ontwikkelingsprojecten op pilootschaal en COOCK-projecten
Ontwikkelingsprojecten op pilootschaal en COOCK-projecten
Dit zijn financierings-kanalen die nieuw werden ontwikkeld door VLAIO en waarvan de modaliteiten in de loop van 2018 werden vastgelegd. Voor de COOCK-projecten worden de modaliteiten door VLAIO op dit moment herbekeken gezien er enerzijds slechts 60% financiering voor de kennisinstellingen is voorzien en anderzijds er geen/beperkte transfer van kennis naar de bedrijven toe is.
Dit zijn financierings-kanalen die nieuw werden ontwikkeld door VLAIO en waarvan de modaliteiten in de loop van 2018 werden vastgelegd. Voor de COOCK-projecten worden de modaliteiten door VLAIO op dit moment herbekeken gezien er enerzijds slechts 60% financiering voor de kennisinstellingen is voorzien en anderzijds er geen/beperkte transfer van kennis naar de bedrijven toe is.
• In 2018 werden er geen aanvragen ingediend binnen deze kanalen gezien de modaliteiten niet voldoende gekend waren voor deze programma’s.
• In 2018 werden er geen aanvragen ingediend binnen deze kanalen gezien de modaliteiten niet voldoende gekend waren voor deze programma’s.
Financiering door de speerpuntclusters:
Financiering door de speerpuntclusters:
Clusterorganisaties faciliteren een netwerk van bedrijven - actief in een bepaald domein die door middel van onderlinge samenwerking en samenwerking met kennisinstellingen hun competitiviteit wensen te verhogen.
Clusterorganisaties faciliteren een netwerk van bedrijven - actief in een bepaald domein die door middel van onderlinge samenwerking en samenwerking met kennisinstellingen hun competitiviteit wensen te verhogen.
Clusterorganisaties kunnen voor de uitvoering van hun rol als facilitator financieel onder-steund worden door de Vlaamse overheid.
Met een steunpercentage van 50% dienen de bedrijven jaarlijks een equivalent bedrag aan cofinanciering te verzamelen voor de werking van de clusterorganisatie.
Clusterorganisaties kunnen voor de uitvoering van hun rol als facilitator financieel ondersteund worden door de Vlaamse overheid.
Met een steunpercentage van 50% dienen de bedrijven jaarlijks een equivalent bedrag aan cofinanciering te verzamelen voor de werking van de clusterorganisatie.
• In 2018 werden de financieringsmogelijkheden voor de clusters uitgebreid met cluster SBO-projecten en ICON-projecten.
• Hier werd door verschillende onderzoeksgroepen op ingezet.
• In 2018 werden de financieringsmogelijkheden voor de clusters uitgebreid met cluster SBO-projecten en ICON-projecten.
• Hier werd door verschillende onderzoeksgroepen op ingezet.
• ClusterSBO: 3 SBO-projecten werden ingediend en goedgekeurd (1.7 M EUR)
• ClusterSBO: 3 SBO-projecten werden ingediend en goedgekeurd (1.7 M EUR)
• ICON: 4 ICON-projecten werden finaal goedgekeurd (3.7 M EUR)
• 6 O&O projecten onder de vorm van haalbaarheidsstudies werden goedgekeurd (131 k€)
• ICON: 4 ICON-projecten werden finaal goedgekeurd (3.7 M EUR)
• 6 O&O projecten onder de vorm van haalbaarheidsstudies werden goedgekeurd (131 k€)

• De acties gepland in 2019 beogen een intensifiëring van de samenwerking met de clusterorganisaties door:
• De acties gepland in 2019 beogen een intensifiëring van de samenwerking met de clusterorganisaties door:
• Participatie tijdens overlegmomenten en aanwezigheid op events
• Participatie tijdens overlegmomenten en aanwezigheid op events
• Stimuleren van onderzoeksgroepen om deel te nemen aan de clusterwerking/project calls
• Stimuleren van onderzoeksgroepen om deel te nemen aan de clusterwerking/project calls
VI.2.2 Strategische Onderzoekscentra
Strategische onderzoekscentra (SOC’s) zijn ontstaan dankzij de excellente én relevante resultaten van het academisch wetenschappelijk onderzoek op de brede wetenschapsdomeinen van micro- en nano-elektronica (imec), biotechnologie (VIB), breedbandtechnologie (iMinds) en technologisch onderzoek (VITO). Met het oog op economische en maatschappelijke valorisatie wordt gestreefd naar een gepaste verhouding tussen het gerichte en het niet-gerichte onderzoek en zo vervullen de SOC’s een brugfunctie tussen het fundamenteel en het toegepast onderzoek. De SOC’s spelen dan ook een belangrijke rol in de transformatie van de Vlaamse economie. Het vermarkten van hun kennis via de (mede) oprichting van spin-offs vormt hiervan een onderdeel.
In 2016 werd de integratie van iMinds in IMEC voorbereid, een proces dat afgerond werd begin 2018 met het totstandkomen van een nieuwe raamovereenkomst VUB-imec. Ook met het VIB werd in 2017 een nieuwe raamovereenkomst onderhandeld.
Het strategisch onderzoeksinstituut FLANDERS MAKE is gestart in oktober 2014.
De resultaten van de deelname van VUB in de SOC’s iMinds,imec, VITO, VIB en Flanders make zijn nog niet volledig bekend op het moment van het opstellen van dit jaarverslag. De cijfers worden in de loop van april aangeleverd aan de VUB TechTransfer en worden dan meegenomen in de berekening van de IOF sleutel. Er dient evenwel opgemerkt te worden dat de cijfers nooit twee keer kunnen geteld worden en dus niet voorkomen in de outputcijfers van de universiteit, wat uiteraard een vertekend beeld kan geven van de VUB prestaties, bijvoorbeeld in internationale rankings.
VI.2.3 Projectfinanciering Brussels Gewest
Interfacefinanciering
VUB TechTransfer ontvangt subsidies van de Brusselse overheid, de Vlaamse overheid, de universiteit zelf en uit kleinere opdrachten. De Brusselse financiering- die belangrijk is- is evenwel te beperkt om een opsplitsing te kunnen maken tussen mensen die in het kader van de conventie met het Brussels Gewest werken en andere TT-medewerkers. Door de pooling van de expertise van alle leden in het team, wordt een TT office gecreëerd met de nodige kritische massa en een breed aanbod aan expertise. VUB TechTransfer werkt in teamverband, de dossiers worden steeds door verschillende mensen behandeld. Op die manier kan het Brussels Gewest gebruik maken van de uiteenlopende wetenschappelijke, juridische en bedrijfskundige expertise die in het geheel van de interface cel aanwezig zijn, zonder dat al deze mensen fulltime op de overeenkomst kunnen worden geïmputeerd (hetzelfde geldt mbt de opdracht die we van de Vlaamse overheid krijgen). Op de overeenkomst met het Brussels Gewest zijn 4,4 VTE geïmputeerd.
Twee keer per jaar rapporteert TechTransfer over zijn activiteiten aan Innoviris. Het TechTransfer-team gaat voor een persoonlijke aanpak, een nauwe opvolging én samenwerking met de VUB onderzoekers. Vragen van onze vorsers voor Innoviris worden indien mogelijk vanuit VUB TechTransfer zelf gesteld, zodat we bij wederkerende vragen het antwoord zelf kunnen geven zonder Innoviris hierbij te betrekken.
In 2018 plukken we nog steeds de vruchten van een persoonlijke en toegewijde aanpak met betrekking tot de begeleiding
en maakt het mogelijk om extra visibiliteit te creëren naar de onderzoekers toe. Het organiseren van info-sessies is hier een mooi voorbeeld van.
iCityBRU project
van de Innoviris-oproepen. Sommige onderzoekers weten hun weg goed te vinden richting Innoviris via VUB TechTransfer, wat zich vertaalt in een hoog aantal indieningen. Daarom werd er in 2018 een extra teamlid aangesteld voor het opvolgen van de Innoviris-projecten. Sinds juni 2018 vormt Qing Cai samen met Jacky Boonen een tandem aangaande de projecten gerelateerd aan het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Dit garandeert ook een continue bemanning van de Innoviris cel en maakt het mogelijk om extra visibiliteit te creëren naar de onderzoekers toe. Het organiseren van info-sessies is hier een mooi voorbeeld van.
De Brusselse overheid kende via Innoviris in december 2016 een budget van 463.650 € toe aan de VUB TechTransfer, as co-financiering bij het EFRO/FEDER ICITY-RDI.BRU project, een project dat op initiatief van ULB en ism VUB werd ingediend en dat naast een toegepast onderzoeksluik, ondermeer ook een valorisatieluik omvat.
iCityBRU project
Het budget dient om een business developer binnen Techtransfer aan te stellen (over de looptijd van het project- 5 jaar), die voor de begeleiding van de valorisatie van de interuniversitaire onderzoeksprojecten instaat.
De Brusselse overheid kende via Innoviris in december 2016 een budget van 463.650 € toe aan de VUB TechTransfer, as co-financiering bij het EFRO/FEDER ICITY-RDI.BRU project, een project dat op initiatief van ULB en ism VUB werd ingediend en dat naast een toegepast onderzoeksluik, ondermeer ook een valorisatieluik omvat.
In samenwerking met Prof Thomas Crispeels van BUTO, werd een onderzoeksproject uitgeschreven en vanaf 1 januari 2018 is dr Geoffrey Aerts actief op het project waarin een academische opdracht en een business development luik vervat zitten. In de onderzoeksprojecten die uit dit EFRO programma worden gefinancierd, kan nu naar een valorisatiefinaliteit worden toegewerkt.
Het budget dient om een business developer binnen Techtransfer aan te stellen (over de looptijd van het project- 5 jaar), die voor de begeleiding van de valorisatie van de interuniversitaire onderzoeksprojecten instaat.
In samenwerking met Prof Thomas Crispeels van BUTO, werd een onderzoeksproject uitgeschreven en vanaf 1 januari 2018 is dr Geoffrey Aerts actief op het project waarin een academische opdracht en een business development luik vervat zitten. In de onderzoeksprojecten die uit dit EFRO programma worden gefinancierd, kan nu naar een valorisatiefinaliteit worden toegewerkt.
Projectfinanciering
Projectfinanciering
Een totaal budget van 6,46 Miljoen € werd in 2018 toegekend via Innoviris voor toegepaste onderzoeksprojecten met een valorisatiefinaliteit in het Brussels Gewest. Dit budget ligt lager in vergelijking met 2017, waarbij er 7,7 Miljoen € werd toegekend. Dit komt door de zeer succesvolle Team-Up projectoproep van 2017, waarbij er 12 projecten werden goedgekeurd. Een deel (8) hiervan werd gebudgetteerd in 2017, de overige (4) werden in 2018 gebudgetteerd.
Een totaal budget van 6,46 Miljoen € werd in 2018 toegekend via Innoviris voor toegepaste onderzoeksprojecten met een valorisatiefinaliteit in het Brussels Gewest. Dit budget ligt lager in vergelijking met 2017, waarbij er 7,7 Miljoen € werd toegekend. Dit komt door de zeer succesvolle Team-Up projectoproep van 2017, waarbij er 12 projecten werden goedgekeurd. Een deel (8) hiervan werd gebudgetteerd in 2017, de overige (4) werden in 2018 gebudgetteerd.

Figuur : Goedgekeurde Innoviris-budgetten voor 2018
Figuur : Goedgekeurde Innoviris-budgetten voor 2018
Hieronder volgt een overzicht van alle indieningen van 2018 en waar mogelijk het uiteindelijk resultaat. Sommige goedgekeurde indieningen werden opgenomen in het
Hieronder volgt een overzicht van alle indieningen van 2018 en waar mogelijk het uiteindelijk resultaat. Sommige goedgekeurde indieningen werden opgenomen in het budget van 2018, aangezien Innoviris dit budget in hetzelfde jaar had vrijgemaakt. Dit is niet het geval voor alle in 2018 goedgekeurde indieningen.
Doctiris – University & Industry
Het Doctiris-programma financiert doctoraatsprojecten in toegepast onderzoek die uitgevoerd worden in samenwerking met een industriële partner (bedrijfsdoctoraat). Een nieuwigheid in het Doctiris-programma is de mogelijkheid om een publieke instelling als partner te nemen.
Er werden zeven projecten ingediend voor de Doctirisoproep (doctoraten met economische finaliteit). Waarvan vier mochten worden verdedigd voor een jury van experts. Van de ingediende projecten werd één project aanvaard: “Economische activiteit van zelfstandige ondernemers in Brussel sinds 1984: Modellering, robuuste statistische technieken en empirische analyse op basis van de eClipz databank” van Ewoud Heyndels met promoter prof. Kris Boudt.
Doctiris – University & Industry hernieuwing
Een lopend project werd hernieuwd: “Architects’ houses in Brussels. Strategies for valorisation” van Linsy Raaffels met promotor prof. Inge Bertels en prof. Stephanie Van de Voorde.
Launch - Brusselse spin-off
De actie Launch stimuleert de oprichting van nieuwe ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Launch projecten krijgen de kans om een vernieuwend product, proces of dienst op de markt te zetten gebaseerd op voorgaande onderzoeksresultaten en om de industriële en commerciële exploitatievoorwaarden hiervan te onderzoeken met het oog op de ontwikkeling van een nieuwe economische activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Er werden twee projecten ingediend. Geen van deze ingediende projecten werd er aanvaard.
Launch – Brusselse spin-offs verlengingen
Een lopend project werd hernieuwd: “OASIS: Opinion Advice and Study bureau through Internet Surveys” van Joeri Minnen met een extra periode van 7 maanden.
Bridge – Strategic platforms
Het Bridge-programma is voornamelijk gericht op onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd via interuniversitaire samenwerkingen. Een consortium wordt samengesteld met minstens twee onderzoeksunits van universiteiten en/of hogescholen die voornamelijk afkomstig zijn uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en over genoeg complementaire competenties beschikken. Bovendien moeten er intentiebrieven van Brusselse ondernemingen worden toegevoegd om aan te tonen dat er interesse is voor het voorstel uit de bedrijfswereld. Voor de editie van 2018 focuste Bridge op “Green Chemistry”. Het indieningsproces verloopt in drie fasen: eerst een selectie op basis van een intentieverklaring (“expression of interest” of EOI) van de projectpartners, vervolgens een selectie op basis van een volledig voorstel en tot slot een mondelinge verdediging van het project.
VUB was betrokken bij vier EOIs. Deze vier aanvragen werden effectief aanvaard voor het uitschrijven van het volledig projectvoorstel en werden ook ingediend. Alle vier de projectvoorstellen werden geselecteerd voor financiering: COLORES, CCC-MEP, Sublimus en FUSE.
Project
COLORES
Promoters
Goedgekeurd voor financiering
Wim De Malsche, Guy Van Assche, Heidi Ottevaere ja CCC-MEP Joeri Denayer ja Sublimus Marc Elskens, Philippe Claeys ja FUSE Noshin Omar, Annick Hubin ja
Tabel :Overzicht van de indieningen voor het Bridge-programma
Team-Up - Collaboration
Het doel van Team Up is de samenwerking tussen academici en ondernemers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan te moedigen. De tweede editie van Team Up had als thema “Distributed and Decentralised Systems”. Het indieningsproces verloopt gelijkaardig zoals bij de Bridge-projectoproep. Innoviris geeft de projectpartners nog een extra mogelijkheid om een subsidie (Connect) aan te vragen om een deel van de kosten te dekken voor het schrijven van een volledig voorstel.
Helaas is de kans bij Team-Up projecten groot dat bedrijven afhaken na de EOI-fase, aangezien de verwachtingen van bedrijven soms niet overeenstemmen met die van het project. Dit wordt pas duidelijk tijdens de voorbereiding van het volledig voorstel, omdat dan pas dieper wordt in gegaan op de mogelijkheden of beperkingen van het project.
VUB was betrokken bij negen EOIs, hiervan werden er zeven geselecteerd. Drie projecten werden vroegtijdig stopgezet, waardoor slechts vier volledige voorstellen werden ingediend. Deze worden in de loop van 2019 verdedigd. De uitslag van
deze ronde is bijgevolg nog niet gekend. Enkel projecten die een volledig voorstel hebben ingediend maken aanspraak op het Connect-budget.
Tabel: Overzicht van de geselecteerde indieningen van het Team-Up-programma. De uitslag hiervan zal in de loop van februari 2019 bekend gemaakt worden.
Project
ROADMAP
Understanding Privacy Economics using agentbased modelling and the theory contextual integrity
CAsK
Promoter(s)
Johan Stiens
Nikolaos Deligiannis ja
Geselecteerd indiening
Ann Nowé Johan Loeckx ja
Ann Nowé Johan Loeckx ja DrIvING
Co-create – Urban resiliance
Munteanu Adrian ja
Innoviris ondersteunt, via de actie Co-Create, onderzoek en ontwikkeling voor stedelijke veerkracht, dit met verschillende onderzoeksinstellingen, verenigingen en bedrijven uit Brussel. Doel is te experimenteren met en te zoeken naar innovatieve oplossingen om het hoofd te kunnen bieden aan de maatschappelijke uitdagingen die hen aangaan. Dit programma is ideaal voor de sociale en humane onderzoeksgroepen om hun kennis in de praktijk te brengen. Ook hier geeft Innoviris de projectpartners de mogelijkheid om een subsidie (Connect) aan te vragen om een deel van de kosten te dekken voor het schrijven van een volledig voorstel.
Vier voorstellen werden ingediend (één als coördinator). Twee projecten werden goedgekeurd voor het indienen van een volledig projectvoorstel. Voorlopig is de uitslag hiervan nog niet gekend.
Dankzij de versterking van VUB TechTransfer met een specifiek team-lid voor sociale en humane wetenschappen (ASP2030 project) zal er meer ingezet kunnen worden in de sociale en humane wetenschappen.
Tabel: Overzicht van de geselecteerde indieningen voor de Co-create-oproep. De geselecteerde projecten worden nog mondeling verdedigd in 2019 tegenover een jury van experts en niet-experts.
Project
MaN’AiGE
Diver-city VillAge 360°
Test-it - Living Labs
Liesbeth De Donder ja
Dominique Verté Deborah Lambotte ja
Via de actie Test-it wil Innoviris innovatoren de kans geven hun producten, oplossingen en concepten te ontwikkelen, uit te proberen en te testen met de eindgebruikers. Deze projecten hebben betrekking op toegepast onderzoek en innovatie en worden uitgevoerd in living labs, waarbij onderzoekers en gebruikers betrokken zijn. Ook bij deze actie is het mogelijk om een Connect aan te vragen.
Deze oproep werd voor het eerst gelanceerd in 2018. Er werden zeven projecten ingediend, waarbij er vijf mochten doorgaan naar de volgende ronde. Van die vijf werden er drie projecten geselecteerd voor financiering.
Project Promoters Goedgekeurd voor financiering
BC-Klet
ASSUZB
BCCC
Cathy Macharis ja
Cédric De Cauwer
Wim Vanobberghen ja
Cathy Macharis ja
Tabel: Overzicht van de goedgekeurde indieningen voor de Test-It Living labs actie
Andere projecten
Evaluate - Proof-of-concept
Het programma Evaluate financiert de demonstratie van de haalbaarheid en de economische levensvatbaarheid van een innovatieve technologie, methode of idee afkomstig van voorafgaand wetenschappelijk onderzoek.
Er werden in 2018 twee proof-of-concept projecten ingediend bij Innoviris én allebei goedgekeurd.
Project
MICRODROP-Large scale droplet generator for sub 100 μm monodisperse microsphere production
D-STReaM
Promoter(s)
Wim De Malsche ja
Johan Stiens ja
Tabel: Overzicht van de ingediende proof-of-concept-projecten (Evaluate)
Explore – Industrial Research
Goedgekeurd voor financiering
Via de actie Explore financiert Innoviris industriële onderzoeksprojecten. Industrieel onderzoek is het geheel van acties, kritisch onderzoek en gepland werk dat leidt tot nieuwe handelingen en wetenschappelijke kennis. De resultaten van industrieel onderzoek worden gebruikt om een product, proces of dienst te perfectioneren.
Er werd één Explore-aanvraag ingediend, deze werd goedgekeurd: “SBB: Solid Electrolytes for high energy lithium battery” van promoter prof. Noshin Omar.
Shape – Experimental development
Innoviris financiert experimentele ontwikkelingsprojecten via de Shape actie, waarbij resultaten van industrieel onderzoek omgezet worden in prototypes van producten, processen of diensten die niet worden gecommercialiseerd voor het einde van het project.
Ook hier was er één aanvraag en deze werd goedgekeurd: “eTailor: accurate AI-enhanced 3D body en garment scanning” van promoter prof. Adrian Munteanu.
Ecsel
ECSEL is een financieringsprogramma voor de OOI-sector in het domein van elektronische systemen en onderdelen. Het programma wordt gefinancierd door de Europese Unie en de nationale financieringsinstellingen (waaronder Innoviris).
ECSEL moet binnen de sector een kritieke massa creëren om de Europese expertise en het concurrentievermogen van Europese ondernemingen op de internationale elektronicamarkt te versterken.
Het programma sluit zich aan bij het Europese Kaderprogramma Horizon 2020 en past dezelfde procedure en voorschriften toe. Door de samenwerking tussen de overheids-en privésector zijn zowel de lidstaten als de Europese bedrijfsorganisaties van de sector betrokken bij het bestuur van het programma en de financiering van de projecten.
Er werd één Ecsel-aanvraag ingediend, deze werd goedgekeurd: “HiPERFORM: High performant Wide Band Gap Power Electronics for Reliable, energy efficient drivetrains and Optimization thRough Multi-physics simulation” van promoter prof. Omar Hegazy.
VI.2.4 EU financiering met toegepaste finaliteit
Het concept i-ISO
In 2015 introduceerde TechTransfer i-ISO voor de ondersteuning van Europese projectaanvragen. Het concept bestaat uit 4 stappen:
1. i van identificeren: het in kaart brengen van alle mogelijke Europese financieringskanalen die relevant zijn voor VUB.
2. I van Informeren: het informeren van onderzoeksgroepen over de geïdentificeerde Europese financieringskanalen a.d.h.v. de EU Roadmap en 1/1-communicatie.
3. S van Stimuleren: het stimuleren van onderzoeksgroepen om deel te nemen aan Europese oproepen.
4. O van Ondersteunen: het ondersteunen van onderzoeksgroepen bij het schrijven en indienen van Europese projectaanvragen.
4. O van Ondersteunen: het ondersteunen van onderzoeksgroepen bij het schrijven en indienen van Europese projectaanvragen.
Na de succesvolle toepassing van i-ISO op STEM-onderwerpen, implementeerde TechTransfer het concept ook voor de HSW (Humane en Sociale Wetenschappen). Het resultaat is de stijgende aandacht van de HSW-gemeenschap voor Europese financieringsmogelijkheden, een toename van het aantal indieningen vanuit HSWfaculteiten en een toename van het aantal goedgekeurde projecten voor HSWonderzoeksgroepen (zie toelichting hieronder).
Na de succesvolle toepassing van i-ISO op STEM-onderwerpen, implementeerde TechTransfer het concept ook voor de HSW (Humane en Sociale Wetenschappen). Het resultaat is de stijgende aandacht van de HSW-gemeenschap voor Europese financieringsmogelijkheden, een toename van het aantal indieningen vanuit HSW-faculteiten en een toename van het aantal goedgekeurde projecten voor HSW-onderzoeksgroepen (zie toelichting hieronder).
VUB en Horizon 2020
VUB en Horizon 2020
In het jaarverslag van 2017 werd reeds aangegeven dat 2018 een succesjaar zou worden voor Europese financiering. In de jaarrekening worden voor 2018 17,7 Miljoen € aan inkomsten genoteerd ten opzichte van 16,7 Miljoen € in 2017.
In het jaarverslag van 2017 werd reeds aangegeven dat 2018 een succesjaar zou worden voor Europese financiering. In de jaarrekening worden voor 2018 17,7 Miljoen € aan inkomsten genoteerd ten opzichte van 16,7 Miljoen € in 2017.
Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de totaalinkomsten voor de periode 2000-2023.
Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de totaalinkomsten voor de periode 20002023.
Real time approved budgets from EU projects at VUB based on the CORDIS database, PURE and own knowledge of approved projects. Update 07.02.2019 by ERIS- TechTransfer
FP5
FP6

FP7
H2020ongoing H2020approved
Start i - ISO
TechTransfer spitst zich toe op projecten met toegepaste finaliteit. Wanneer we geen rekening houden met de inkomsten uit ERC (fundamenteel onderzoeksprogramma dat in bovenstaande grafiek werd opgenomen), zien we een duidelijke sterkere groei (bijna € 2M per jaar) in vergelijking tot de algemene groei. Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de inkomsten uit programma’s met toegepaste finaliteit voor de periode 2000-2023, en dus de focusprogramma’s van TechTransfer.
rekening houden met de inkomsten uit ERC (fundamenteel onderzoeksprogramma dat in bovenstaande grafiek werd opgenomen), zien we een duidelijke sterkere groei (bijna € 2M per jaar) in vergelijking tot de algemene groei. Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de inkomsten uit programma’s met toegepaste finaliteit voor de periode 2000-2023, en dus de focusprogramma’s van TechTransfer.
Real time approved budgets from non - academic sector involved EU projects at VUB based on the CORDIS database, PURE and own knowledge of approved projects.
Update 07.02.2019 by ERIS- TechTransfer
FP5
FP6

FP7
VUB en Horizon 2020 in 2018
VUB en Horizon 2020 in 2018
In 2018 werden in totaal 198 toepassingsgerichte projectvoorstellen met economische en/of maatschappelijke finaliteit ingediend, met 93 projecten in Pillar I, 23 projecten in Pillar II, 75 projecten in Pillar III en 7 projecten in de Horizontal Pillar. De teller met goedgekeurde projecten staat voorlopig op 34 (slaagpercentage 15,4%); van 59 projecten werden de resultaten nog niet bekend gemaakt.
In 2018 werden in totaal 198 toepassingsgerichte projectvoorstellen met economische en/of maatschappelijke finaliteit ingediend, met 93 projecten in Pillar I, 23 projecten in Pillar II, 75 projecten in Pillar III en 7 projecten in de Horizontal Pillar. De teller met goedgekeurde projecten staat voorlopig op 34 (slaagpercentage 15,4%); van 59 projecten werden de resultaten nog niet bekend gemaakt.
Van de 198 ingediende voorstellen, kregen 77 aanvragen (38,8%) toegewijde ondersteuning op basis van i-ISO, terwijl 17 van deze aanvragen werden goedgekeurd. Dit resulteert in een succes rate van 22%, welke net zoals vorig jaar significant hoger ligt ten opzichte van het slaagpercentage voor alle indieningen versus goedkeuringen.
Van de 198 ingediende voorstellen, kregen 77 aanvragen (38,8%) toegewijde ondersteuning op basis van i-ISO, terwijl 17 van deze aanvragen werden goedgekeurd. Dit resulteert in een succes rate van 22%, welke net zoals vorig jaar significant hoger ligt ten opzichte van het slaagpercentage voor alle indieningen versus goedkeuringen. Het aantal projectaanvragen met toegewijde ondersteuning en de daarmee verbonden goedkeuringen is substantieel gestegen in vergelijking met 2017 (van 37 naar 77 ingediende projecten waarvan 17 in 2018 tegenover 8 in 2017 werden goedgekeurd) wat voortvloeit uit de succesvolle implementatie van i-ISO en de versterking van het team met Anneke Geyzen die zich op Humane en Sociale Wetenschappen (HSW) toelegt.
Concrete resultaten
Het aantal projectaanvragen met toegewijde ondersteuning en de daarmee verbonden goedkeuringen is substantieel gestegen in vergelijking met 2017 (van 37 naar 77 ingediende projecten waarvan 17 in 2018 tegenover 8 in 2017 werden goedgekeurd) wat voortvloeit uit de succesvolle implementatie van i-ISO en de versterking van het team met Anneke Geyzen die zich op Humane en Sociale Wetenschappen (HSW) toelegt.
EU Roadmaps
Met de EU Roadmap lanceerde TechTransfer een iniatief om onderzoeksgroepen op doortastende wijze in te lichten over Europese financieringskanalen. Onderstaande grafiek geeft een vergelijking van het aantal EU Roadmaps voor Work Programme 2016-2017 en Work Programme 2018-2020, en toont de intensifiëring van i-ISO aan – vooral bij HSW-onderzoeksgroepen.
EU Roadmaps
Met de EU Roadmap lanceerde TechTransfer een iniatief om onderzoeksgroepen op doortastende wijze in te lichten over Europese financieringskanalen. Onderstaande grafiek geeft een vergelijking van het aantal EU Roadmaps voor Work Programme 20162017 en Work Programme 2018-2020, en toont de intensifiëring van i-ISO aan – vooral bij HSW-onderzoeksgroepen.
Met de EU Roadmap lanceerde TechTransfer een iniatief om onderzoeksgroepen op doortastende wijze in te lichten over Europese financieringskanalen. Onderstaande grafiek geeft een vergelijking van het aantal EU Roadmaps voor Work Programme 20162017 en Work Programme 2018-2020, en toont de intensifiëring van i-ISO aan – vooral bij HSW-onderzoeksgroepen.

Innoviris CONNECT
Innoviris CONNECT
Innoviris CONNECT
Innoviris stelt financiering ter beschikking om de voorbereiding van Europese projectaanvragen te faciliteren, het zogenaamde CONNECT-programma. In 2018 werkte TechTransfer 10 CONNECT-aanvragen uit die allemaal werden goedgekeurd en verwezenlijkte aldus een budget van € 151 000. De budgetten boven de balken (in onderstaande figuur) tonen de VUB-budgetten van de goedgekeurde Europese projectaanvragen die ook Innoviris CONNECT-financiering genoten. Het is duidelijk dat VUB voor het derde jaar op rij een prachtige return on investment kan voorleggen voor Innoviris en meewerkt aan het succes van het CONNECT-programma in Brussel.
Innoviris stelt financiering ter beschikking om de voorbereiding van Europese projectaanvragen te faciliteren, het zogenaamde CONNECT-programma. In 2018 werkte TechTransfer 10 CONNECT-aanvragen uit die allemaal werden goedgekeurd en verwezenlijkte aldus een budget van € 151 000. De budgetten boven de balken (in onderstaande figuur) tonen de VUB-budgetten van de goedgekeurde Europese projectaanvragen die ook Innoviris CONNECT-financiering genoten. Het is duidelijk dat VUB voor het derde jaar op rij een prachtige return on investment kan voorleggen voor Innoviris en meewerkt aan het succes van het CONNECT-programma in Brussel.
Innoviris stelt financiering ter beschikking om de voorbereiding van Europese projectaanvragen te faciliteren, het zogenaamde CONNECT-programma. In 2018 werkte TechTransfer 10 CONNECT-aanvragen uit die allemaal werden goedgekeurd en verwezenlijkte aldus een budget van € 151.000. De budgetten boven de balken (in onderstaande figuur) tonen de VUB-budgetten van de goedgekeurde Europese projectaanvragen die ook Innoviris CONNECT-financiering genoten. Het is duidelijk dat VUB voor het derde jaar op rij een prachtige return on investment kan voorleggen voor Innoviris en meewerkt aan het succes van het CONNECT-programma in Brussel.

Horizon 2020 MSCA-ITN-2018
De MSCA Innovative Training Networks behoren tot Pillar I van Horizon 2020 en werken met een jaarlijks weerkerende call voor voorstellen waarin onderzoeksprogramma’s worden gekoppeld aan trainingsprogramma’s en waarvan een deel van de score op valorisatie staat. Het jaarverslag van 2017 toonde reeds aan dat dit kanaal onderbenut bleef tot 2015, maar met de implementatie van i-ISO een significante groei kende. Mede dankzij de toepassing van het toegewijde ondersteuningsconcept op de HSW, slaagden de VUB onderzoekers erin om in 2018 andermaal groei te verwezenlijken. In de call MSCA-ITN-2018 werden 45 projecten ingediend, waarvan 33 intensief begeleid, 12 ingediend als coördinator en 10 met HSW-signatuur. Ter vergelijking: in 2017 werden 35 projecten ingediend waarvan 18 intensief begeleid en 5 met HSW-inslag. In de call MSCA-ITN-2018 werden 4 projecten aanvaard (waarvan 2 uit HSW), goed voor €1,75M; 8 projecten kregen een score hoger dan 90%.
Voor de call MSCA-ITN-2019 werden eveneens 45 projecten ingediend, waarvan 37 intensief begeleid, 13 ingediend als coördinator en 12 met HSW-signatuur. De resultaten worden bekend gemaakt in mei/juni 2019.
INNOVIRIS CONNECT Income en return on nvestment update 23.12.2018 by ERIS-TechTransfer
projecten ingediend waarvan 18 intensief begeleid en 5 met HSW-inslag. In de call MSCA-ITN-2018 werden 4 projecten aanvaard (waarvan 2 uit HSW), goed voor €1,75M; 8 projecten kregen een score hoger dan 90%.
Voor de call MSCA-ITN-2019 werden eveneens 45 projecten ingediend, waarvan 37 intensief begeleid, 13 ingediend als coördinator en 12 met HSW-signatuur. De resultaten worden bekend gemaakt in mei/juni 2019.
Deze cijfers tonen aan dat i-ISO werkt: binnen de ITN-calls zorgt het concept voor meer aanvragen, meer goedkeuringen en meer budget.
Deze cijfers tonen aan dat i-ISO werkt: binnen de ITN-calls zorgt het concept voor meer aanvragen, meer goedkeuringen en meer budget.

Horizon 2020 MSCA-IF-2018
Horizon 2020 MSCA-IF-2018
De MSCA Individual Fellowships behoren eveneens tot Pillar I van Horizon 2020 en financieren postdoctorale onderzoekers binnen het kader van internationale mobiliteit. i-ISO werd ook toegepast op de call MSCA-IF-2018. In 2016 en 2017 was het aantal ingediende aanvragen eerder beperkt, wat ERIS-TechTransfer deed besluiten een vernieuwend initiatief te lanceren en aldus het aantal voorstellen de hoogte in te krijgen: 1) dankzij intensieve contacten met PIs en onderzoeksgroepen aan VUB werden kandidaten geïdentificeerd en gestimuleerd, 2) dankzij de specifiek hiervoor ontwikkelde VUB-EU website werden 26 oproepen tot samenwerking in STEM- en HSW-disciplines gelanceerd 3) dankzij aankondiging op EURAXESS werd de zichtbaarheid voor dit initiatief gemaximaliseerd.
De MSCA Individual Fellowships behoren eveneens tot Pillar I van Horizon 2020 en financieren postdoctorale onderzoekers binnen het kader van internationale mobiliteit. i-ISO werd ook toegepast op de call MSCA-IF-2018. In 2016 en 2017 was het aantal ingediende aanvragen eerder beperkt, wat ERIS-TechTransfer deed besluiten een vernieuwend initiatief te lanceren en aldus het aantal voorstellen de hoogte in te krijgen: 1) dankzij intensieve contacten met PIs en onderzoeksgroepen aan VUB werden kandidaten geïdentificeerd en gestimuleerd, 2) dankzij de specifiek hiervoor ontwikkelde VUB-EU website werden 26 oproepen tot samenwerking in STEM- en HSW-disciplines gelanceerd 3) dankzij aankondiging op EURAXESS werd de zichtbaarheid voor dit initiatief gemaximaliseerd. In totaal werden 37 aanvragen ingediend, waarvan 32 intensief begeleid en waarvan 24 met HSW-signatuur. Er werden 3 projecten goedgekeurd en nog eens 3 projecten staan op de reservelijst. Dankzij de genomen acties zitten we dus terug op niveau op vlak van goedkeuringen en kan er verder worden gebouwd aan groeicijfers.
In totaal werden 37 aanvragen ingediend, waarvan 32 intensief begeleid en waarvan 24 met HSW-signatuur. Er werden 3 projecten goedgekeurd en nog eens 3 projecten staan op de reservelijst. Dankzij de genomen acties zitten we dus terug op niveau op vlak van goedkeuringen en kan er verder worden gebouwd aan groeicijfers.

! submitted proposals ! approved proposals
Horizon 2020 Future & Emerging Technologies
Horizon 2020 Future & Emerging Technologies
Het FET-programma wordt het crazy ideas programme in Horizon 2020 genoemd en is buitengewoon competitief (een slaagkans van <5%). Na drie jaar implementatie van i-ISO, het blijvend stimuleren van onderzoekers en het blijvend inhoudelijk ondersteunen van de onderzoeksvoorstellen, boekte de VUB dankzij de ondersteuning van TechTransfer eveneens een groot succes in FETOPEN in 2018. Als enige universiteit in België/Vlaanderen, was VUB succesvol in deze call. We verzilverden maar liefst 3 op de 5 ingediende projecten, ter waarde van € 2,1 miljoen. In deze call werden slechts 3 projecten met een Belgische partner gehonoreerd: telkens een VUB partner! De langetermijn inspanning werd beloond in dit uiterst competitief programma.
FETOPEN at VUB
Het FET-programma wordt het crazy ideas programme in Horizon 2020 genoemd en is buitengewoon competitief (een slaagkans van <5%). Na drie jaar implementatie van iISO, het blijvend stimuleren van onderzoekers en het blijvend inhoudelijk ondersteunen van de onderzoeksvoorstellen, boekte de VUB dankzij de ondersteuning van TechTransfer eveneens een groot succes in FETOPEN in 2018. Als enige universiteit in België/Vlaanderen, was VUB succesvol in deze call. We verzilverden maar liefst 3 op de 5 ingediende projecten, ter waarde van € 2,1 miljoen. In deze call werden slechts 3 projecten met een Belgische partner gehonoreerd: telkens een VUB partner! De langetermijn inspanning werd beloond in dit uiterst competitief programma.

SUBMITTED APPROVED
VI.3 Octrooien
Situatie 1 januari 2019
Er werden 38 uitvindingen aangemeld in 2018, terwijl 23 nieuwe octrooien werden ingediend door de VUB. De totale VUB-octrooiportfolio omvat 142 actieve octrooifamilies. Octrooiaanvragen ingediend door bedrijven op basis van uitvindingen door VUBonderzoekers zijn hierin niet meegeteld.
VI.3 Octrooien
Situatie 1 januari 2019
Er werden 38 uitvindingen aangemeld in 2018, terwijl 23 nieuwe octrooien werden ingediend door de VUB. De totale VUB-octrooiportfolio omvat 142 actieve octrooifamilies. Octrooiaanvragen ingediend door bedrijven op basis van uitvindingen door VUB-onderzoekers zijn hierin niet meegeteld.
Vandaag beheert de VUB 39 actieve octrooifamilies in volledig eigen beheer. 42 actieve octrooifamilies worden beheerd in samenwerking met VIB; 30 in samenwerking met IMEC. De overige actieve octrooifamilies worden beheerd door of in samenwerking met andere partijen dan de genoemde kennisinstellingen.
12 Octrooiaanvragen werden verlengd tot de PCT-fase, waarvan er 8 gedeeltelijk of volledig door VUB worden gefinancierd. In 2018 werden 21 octrooifamilies verlengd tot de nationale fase, waarvan 13 van deze octrooifamilies deels of volledig door VUB gefinancierd worden.
5 octrooien waarvoor een nationale aanvraag werd ingediend, zijn reeds in licentie gegeven aan een derde partij. De overige 8 families worden gefinancierd door IMEC of VIB.
In 2018 werden 28 octrooien toegekend in Europa en de Verenigde Staten, waarvan voor 7 octrooien de uitvinding louter vanuit de VUB (als enige aanvrager) tot stand is gekomen.
Stopzettingen van de octrooiprocedure dienen telkens afgewogen te worden om de kosten te beheersen. Dit gebeurt voornamelijk wanneer er geen marktpotentieel blijkt te zijn of het octrooidossier niet sterk genoeg is.





VI.4 Licenties
Via licenties op onderzoeksresultaten kunnen eveneens inkomsten worden gegenereerd en kunnen tevens structurele samenwerkingen worden uitgebouwd. Het onderhouden van een octrooiportefeuille impliceert dat actief naar licentienemers of overnemers van de octrooien wordt gezocht.
De inkomsten uit licenties en aanverwante activiteiten schommelen van jaar tot jaar. Dit is het gevolg van bijvoorbeeld een eenmalige vergoeding bij de verkoop van een licentie of de overname van een bedrijf. Naast deze inkomsten, zijn er ook vergoedingen voor intellectuele eigendom die vervat zitten in onderzoekscontracten. Deze inkomsten worden hier niet meegerekend, ze zitten vervat in de resultaten ‘vierde geldstroom’.
Ook hier moet erop gewezen worden dat er geen continuïteit in de cijfers kan ‘gegarandeerd’ worden.
• 2011 1.455.095 Euro
• 2012 985.341 Euro
• 2013 1.361.279 Euro
• 2014 1.138.685 Euro
• 2015 1.367.343 Euro
• 2016 1.306.536 Euro
• 2017 1.303.798 Euro
• 2018 6.121.213 Euro (excl overhead, excl BTW)
De sterke stijging van de licentieinkomsten in 2018 is te danken aan de afsluiting van een mooie deal met een belangrijk farmaceutisch bedrijf.
Wat het aantal licentie-deals betreft noteerden we voor
• 2012 6 licentieovereenkomsten
• 2013 8 licentieovereenkomsten waarvan 3 met een tegenpartij gevestigd in het BHG.
• 2014 5 licentieovereenkomsten
• 2015 3 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs
• 2016 3 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs
• 2017 1 nieuwe exclusieve licentieovereenkomst en 1 inbreng in vennootschap met/in VUB spin offs, 1 licen tie via VIB
• 2018 2 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs
Fertiga en Gulliver Biomed (gezamenlijke VUB/UGent spin off) alsook een licentieovereenkomst met een belangrijk farmabedrijf.
VI.5 Spin-off’s
VUB TechTransfer speelt een belangrijke rol in de identificatie, opvolging, ontwikkeling en beoordeling van de verschillende spin-off dossiers van de VUB. Om de overlevingskansen van de uiteindelijk opgerichte start-ups te maximaliseren, wordt er vanaf het begin de nodige aandacht besteed aan die factoren, naast de technologie, die nodig zijn om tot een succesverhaal te komen. Deze zijn, o.m., een duidelijke geïdentificeerde marktbehoefte (of een doelgerichte strategie om die te creëren), een welomschreven value proposition die hieraan voldoet en een complementair team.


actieve spin-offs (=spinoff portefeuille)
aantal actieve spin-offs (=spinoff portefeuille)
# meldingen: 13
# meldingen: 13
1. # meldingen: 13
2. # nieuw gestarte: 2, Fertiga en Gulliver Biomed (met UGent)
3. # kapitaalverhogingen via BI3: investeringen afgesloten.
5. # stopgezette/ overgenomen bedrijven of grote kapitaalinjecties:
4. # actieve: 36
• Aelin Therapeutics : 27 M€ Series A financing
5. # stopgezette/ overgenomen bedrijven of grote kapitaalinjecties:
• Aelin Therapeutics : 27 M€ Series A financing
• PharmaFluidics : haalt 7,3 M€ op voor uitbreiding van de commercialisering van een nieuw micro-chip-apparaat voor biomarker-, diagnostische en geneesmiddelenontwikkelingstoepassingen.
• PharmaFluidics : haalt 7,3 M€ op voor uitbreiding van de commercialisering van een nieuw micro-chip-apparaat voor biomarker-, diagnostische en geneesmiddelenontwikkelingstoepassingen.
• Camel-IDS: sluit 37M € Serie A financiering af .
• Camel-IDS: sluit 37M € Serie A financiering af .
• Sanofi neemt Ablynx over voor € 3,9 miljard.
stopgezette/ overgenomen bedrijven of grote kapitaalinjecties:
• Sanofi neemt Ablynx over voor € 3,9 miljard.
• Aelin Therapeutics : 27 M€ Series A financing
• PharmaFluidics : haalt 7,3 M€ op voor uitbreiding van de commercialisering van een nieuw micro-chip-apparaat voor biomarker-, diagnostische en geneesmiddelenontwikkelingstoepassingen.
• Collibra (Jan 2019): $ 100 miljoen Series-E-financieringsronde, geleid door CapitalG, het groeimaatschappij-investeringsfonds van Alphabet. Dit brengt de post-geldwaardering op meer dan $ 1 miljard. Collibra krijgt de mythische status van ‘unicorn’, de eerste Belgische start-up met dergelijke waardering.
• Collibra (Jan 2019): $ 100 miljoen Series-E-financieringsronde, geleid door CapitalG, het groeimaatschappij-investeringsfonds van Alphabet. Dit brengt de post-geldwaardering op meer dan $ 1 miljard. Collibra krijgt de mythische status van 'unicorn', de eerste Belgische start-up met dergelijke waardering.
• Camel-IDS: sluit 37M € Serie A financiering af
• Sanofi neemt Ablynx over voor € 3,9 miljard.
5. # stopgezette/ overgenomen bedrijven of grote kapitaalinjecties:
• Aelin Therapeutics : 27 M€ Series A financing
• Collibra (Jan 2019): $ 100 miljoen Series-E-financieringsronde, geleid door CapitalG, het groeimaatschappij-investeringsfonds van Alphabet. Dit brengt de post-geldwaardering op meer dan $ 1 miljard. Collibra krijgt de mythische status van 'unicorn', de eerste Belgische start-up met dergelijke waardering.
• PharmaFluidics : haalt 7,3 M€ op voor uitbreiding van de commercialisering van een nieuw micro-chip-apparaat voor biomarker-, diagnostische en geneesmiddelenontwikkelingstoepassingen.
• Camel-IDS: sluit 37M € Serie A financiering af
• Sanofi neemt Ablynx over voor € 3,9 miljard.
Spin-off indicatoren
• Collibra (Jan 2019): $ 100 miljoen Series-E-financieringsronde, geleid door CapitalG, het groeimaatschappij-investeringsfonds van Alphabet. Dit brengt de post-geldwaardering op meer dan $ 1 miljard. Collibra krijgt de mythische status van 'unicorn', de eerste Belgische start-up met dergelijke waardering.
Spin-off indicatoren
Spin-off indicatoren
aantal meldingen potentiële spin-offs
aantal nieuw gestarte spin-offs
aantal meldingen potentiële spin-offs
aantal nieuw gestarte spin-offs
aantal kapitaalsverhogingen (via BI3/Qbic)
aantal kapitaalsverhogingen (via BI3/Qbic)
aantal actieve spin-offs (see spin-offs tab)
aantal actieve spin-offs (see spin-offs tab)
Nieuwe spin-off’s 2018:
Nieuwe spin-off’s 2018:

ntwikkelt een corona-assay die de beste kwaliteit oöcyt voorspelt in IVF-
aantal meldingen potentiële spin-offs
aantal nieuw gestarte spin-offs
aantal kapitaalsverhogingen (via BI3/Qbic)
aantal actieve spin-offs (see spin-offs tab)
Fertiga ontwikkelt een corona-assay die de beste kwaliteit oöcyt voorspelt in IVF-procedures.
Fertiga ontwikkelt een corona-assay die de beste kwaliteit oöcyt voorspelt in IVFprocedures.

Biomed is ontwikkeld op de verworven expertise op het gebied van immunomodulatie. Zij streven ernaar nanobody-onderzoek in het algemeen te bevorderen en deze krachtige hulpmiddelen beschikbaar te stellen voor de wetenschappelijke gemeenschap en de particuliere industrie in het algemeen
Biomed is ontwikkeld op de verworven expertise op het gebied van modulatie. Zij streven ernaar nanobody-onderzoek in het algemeen te bevorderen en deze krachtige hulpmiddelen beschikbaar te stellen voor de wetenschappelijke gemeenschap en de particuliere industrie in het algemeen
Gulliver Biomed is ontwikkeld op de verworven expertise op het gebied van immunomodulatie. Zij streven ernaar nanobody-onderzoek in het algemeen te bevorderen en deze krachtige hulpmiddelen beschikbaar te stellen voor de wetenschappelijke gemeenschap en de particuliere industrie in het algemeen.
Gulliver Biomed is ontwikkeld op de verworven expertise op het gebied van immunomodulatie. Zij streven ernaar nanobody-onderzoek in het algemeen te bevorderen en deze krachtige hulpmiddelen beschikbaar te stellen voor de wetenschappelijke gemeenschap en de particuliere industrie in het algemeen
Nieuwe
VI.6 Startkapitaalfonds
VI.6.1 BI3 Fund
Om haar valorisatiebeleid, en meer bepaald de ondersteuning van spin-off bedrijven, kracht bij te zetten, richtte de Vrije Universiteit Brussel in 2002 een startersfonds op, genaamd BI3 Fund, zoals dit ook reeds bestond en bestaat aan andere Vlaamse universiteiten (bijv. destijds het Baekeland-fonds bij UGent en Gemma-Frisius-fonds bij KU Leuven). De missie van BI3 Fund NV bestond in het verschaffen van zaai- en groeikapitaal aan spin-offs van de Vrije Universiteit Brussel.
Het BI3 Fund is een risicokapitaalfonds waarin KBC Private Equity NV, Paribas Fortis Private Equity Belgium NV, Ethias NV, de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (GIMB) via Brustart NV en de Vrije Universiteit Brussel participeren.
BI3 staat voor Brussels Imagination, Incubation & Innovation. Het BI3 fonds werd opgezet als een gesloten fonds van 6 miljoen EUR. Aanvankelijke aandeelhouder Mercator NV verkocht zijn aandelen aan de overige aandeelhouders waarbij het kapitaal van het BI³ Fund evenredig werd verminderd.
Het BI3 Fund wordt definitief vereffend op 14 februari 2019 en wordt afgesloten met een zeer mooie return on investment, wat een bijzondere prestatie kan worden genoemd in het domein van de early seed investment funds. Het goede resultaat van het BI3 Fund is in grote mate te danken aan de schitterende evolutie van één van haar portfoliobedrijven, met name Collibra NV, dat recent volop de pers haalde doordat het als eerste de status van “unicorn” verwierf als Belgisch high tech start-upbedrijf en dus voortaan als “one billion company” aan haar verdere, sterke groei blijft werken.
*In 2003 nam het BI3 Fund twee participaties in VUB spin-offs:
- NV ElsyCa (22/10/2003)
- NV BruCells (25/3/2003)
*In 2004: - NV Symbion (29/10/2004)
*In 2005: - NV Eggcentris (14/10/2005)
*In 2007: - NV Brucells (20/03/2007)
- NV NMDG Engineering (27/09/2007)
*In 2008: - NV ElsyCa (13/11/2008) verstrekken obligatielening
- NV Collibra (21/08/2008) participatie bij oprichting
- NV EggCentris (10/07/2008) kapitaalverhoging
*In 2009: - NV Brucells (07/04/09) opvraging kapitaal 2de schijf
- NV Eqcologic (06/05/09) participatie in kapitaal
- NV BetaCell: voorwaardelijke beslissing tot participatie
- NV Collibra: voorwaardelijke beslissing tot participatie
*In 2010: - NV Brucells: opvraging kapitaal 3e schijf (01/01/2010)
- NV Eqcologic: deelname in kapitaalverhoging (23/11/2010)
- NV Collibra: obligatielening (19/01/2010)
- NV Elsyca: obligatielening (01/03/2010)
*In 2011: - NV Collibra: opvraging eerste schijf van obligatielening (50.000 EUR) (17/03/2011)
- NV EggCentris: kapitaalverhoging (30.000 EUR) (20/05/2011)
- NV Collibra: opvraging tweede schijf van obligatielening (50.000 EUR) (19/09/2011)
*In 2012: - NV Collibra: conversie obligatielening ter waarde van EUR 650.000 op 17 april 2012
- NV Eggcentris: verkoop aan NV Life Sciences op 1 juni 2012: geen opbrengst voor BI³
- NV Brucells: vereffening op 20 december 2012
- NV Eqcologic: inschrijving op converteerbare lening van EUR 12.000 op 25 oktober 2012
- NV NMDG: verkoop participatie aan National Instruments einde december 2012: opbrengst voor BI3: EUR 80.000
*In 2013: - NV Collibra: eind 2013 bijkomende investering van EUR 107.441
- exit NV Ecqologic, overname door Amerikaans bedrijf Microchip Technology Inc
Het BI3 Fund heeft de vereffening geopend op 8 mei 2014. Definitieve afsluiting van de vereffening zal dus plaatsvinden in februari 2019.
De aandacht ging in de vereffeningsperiode hoofdzakelijk naar de opvolging van de resterende participaties en het begeleiden van exits.
De relatief lange vereffeningsperiode heeft te maken met de omstandigheid dat nog verschillende belangrijke kapitaalrondes werden doorgemaakt in portefeuille-maatschappij Collibra en het meest opportune moment werd afgewacht om met succes een goede exit en multiple te realiseren. Veel aandacht werd eveneens besteed aan de realisatie van de exit uit een andere portefeuillemaatschappij en volledige afbetaling van een lening door datzelfde bedrijf.
VI.6.2 Qbic I Fund
Begin 2010 werden gesprekken opgestart met de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, de drie universitaire ziekenhuizen en een aantal hogescholen uit de betreffende associaties waaronder de Erasmushogeschool Brussel om een nieuw fonds op te richten. De officiële lancering van het Qbic Fund vond plaats in mei 2012. In juni 2012 werd het nieuwe Qbic I Fund operationeel. Het Qbic I Fund was het eerste interuniversitaire zaaikapitaalfonds in Brussel en Vlaanderen. Zowel spin-off bedrijven in Vlaanderen als in Brussel konden beroep doen op de middelen van dit fonds.
Er zijn 3 VUB spin-offs waarin Qbic 1 investeerde: AgroSavfe NV in 2013, PharmaFluidics NV in 2014 en 2017, Confotherapeutics NV (via VIB). Qbic investeerde in 2015 ook in Sentiance NV dat ondermeer gebruik maakt van technologie ontwikkeld aan de VUB in de context van een Baekelandmandaat.
De investeringsperiode van Qbic I is intussen afgelopen en in de portfoliobedrijven van Qbic I (waaronder 4 VUB spin-off bedrijven) kan enkel nog in opvolgfinanciering worden voorzien. Nieuwe spin-off intitiatieven kunnen dus geen beroep meer doen op het Qbic I fonds. Gezien de bestaande samenwerking met Qbic I en de positieve financiële vooruitzichten, werd voorgesteld aan de deelnemende universiteiten om het project verder te zetten in een opvolgfonds, Qbic II.
VI.6.3
Qbic II Fund
Einde 2016 werd tussen de betrokken universiteiten, Qbic II en de overige aandeelhouders, overeenstemming bereikt aangaande de aandeelhouders-overeenkomst en werd met Qbic II een werkmethode afgesproken om nieuwe spin off initiatieven voor te leggen. Deze afspraken zijn vervat in een “Shareholders and Subscription Agreement” en een “Right to preview – Working Method” die omstandig werden toegelicht op de I&V Raad (15 februari 2017).
In deze eerste closing van einde 2016 werd met dezelfde aandeelhouders van Qbic I (en bijkomende private financiers uit de bedrijfswereld) een kapitaal opgehaald van 40,4 miljoen EUR : de VUB bracht 500.000 in, UGent en UA brachten respectievelijk 1,5 miljoen euro en 500.000 euro in. Ook VITO bracht 500.000 in. ARKimedes-Fonds II (Participatiemaatschappij Vlaanderen) en FPIM (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij), de banken KBC, BNP Paribas Fortis en ING hebben ook opnieuw geïnvesteerd. ULiège en imec zijn intussen als partners-investeerders toegetreden tot QbicII en de eerstelijnskennisinstellingen UGent, VUB, UA hebben een bijkomende inbreng gerealiseerd van respectievelijk 250.000 EUR, 150.000 EUR en 150.000 EUR. VITO heeft niet bijkomend geïnvesteerd.
De Shareholders Advisory Board is de adviesraad van aandeelhouders waarin vicerector Hugo Thienpont de VUB vertegenwoordigt. Het Strategic Committee bestaat uit vertegenwoordigers van UA, UGent, VUB en VITO (research partners) en waarin Jan Cornelis (pro-vicerector) zetelt voor VUB. Het management vaardigt twee waarnemende leden af. Voor het management van het fonds werden twee nieuwe ervaren managing partners aangetrokken, nl. Sofie Baeten (general manager) en Jean Van Nuwenborg. Ze managen samen met Martin De Prycker het Qbic II fonds.
Het QBIC II fonds heeft een aantal dossiers van VUB geanalyseerd en de eerste participaties worden in 2019 verwacht.
VI.7 Incubatoren en
researchparken
VI.7.1 Incubatiecentra
Een bijkomend instrument in het repertorium van basisstructuren ter ondersteuning van het economisch valorisatiebeleid van de VUB zijn de incubatiecentra. Naast het reeds gevestigde incubatiecentrum op het Researchpark van Zellik (Vlaanderen), dat een maximale bezetting kent, werd op 19 januari 2010 de Incubator Arsenaal (kort ICAB) ingehuldigd op de site Arsenaal, vlakbij de campus. De bezetting evolueerde zeer positief: begin 2014 was ICAB reeds quasi volledig volzet, wat een beter resultaat is dan in het Businessplan werd vooropgesteld.
Vanaf mei 2006 is de NV ICAB onafhankelijk operationeel maar TechTransfer ondersteunt de promotie van ICAB, vooral op logistiek vlak: ICAB wordt waar opportuun telkens vermeld op beurzen, in promotiemateriaal, enz. Nauwe samenwerking tussen ICAB en TechTransfer is verder uitgebouwd.
In 2018 werd verder mee nagedacht over de invulling van de nieuwe incubator op de site Arsenaal (U Square), waarin ICAB en EEBIC (ULB incubator) zullen samenwerken. Participatie van de VUB in het kapitaal wordt overwogen. De U Square incubator zal zich richten op spin-off initiatieven in de ruime context van Industry 4.0.
VI.7.2 Researchparken
De VUB voert het medebeheer van het Researchpark Zellik in Vlaams Brabant. De voorwaarden voor vestiging zijn gekoppeld aan de researchactiviteiten die de bedrijven wensen uit te bouwen met de universiteit. De VUB streeft ernaar van in het begin de samenwerkingen concreet op te zetten en verder op te volgen.
In 2018 werd verder gewerkt aan nieuwe samenwerkingen met de bedrijven op het park, aangezien de aankoop van de gronden door de bedrijven nu mogelijk is en een onderzoeksactiviteit of -samenwerking hiervoor een voorwaarde is. Er is door TechTransfer actief meegewerkt aan een nieuwe project ‘Green Energy Campus’ dat in samenwerking met het UZ Brussel en prive-partners moet worden uitgerold. Het thema van deze proeftuin omvat energie-, mobiliteit- en medisch-technische innovaties.
VI. 7.3 ASP2030 - Student ondernemingen
Sinds begin 2018 financiert de VUB via het Algemeen Strategisch Plan 2030 de werking van Start.VUB, een incubator voor student-ondernemingen. Ook werd een statuut student-ondernemer in het leven geroepen. De belangstelling is groot bij de studenten: in een survey antwoordden 85 studenten dat ze concrete plannen hadden om een bedrijf op te starten. Heden zijn reeds 30 student-ondernemers actief in 20 verschillende projecten. Het project staat onder de leiding van Thomas Crispeels (Faculteit ES) en Marc Goldchstein (TechTransfer); de operationele werking is in handen van Alexis Valenzuela. Er is tevens een samenwerking met het VUB FabLab en het ULB programma rond student-ondernemerschap StartLAB. Start.VUB is gevestigd in Usquare, de voormalige militaire site die nu ontwikkeld wordt door VUB en ULB.
VI.8 Samenwerking EhB
Met het oog op de stimulering van onderzoeksvalorisatie aan de hogeschool, worden de onderzoekers van de EhB uitgenodigd op informatiesessies van TechTransfer, op de startersseminaries en ook op de opleidingssessies die de cel onderzoeksbeleid organiseert (FWO, BAEF, …) die meer gericht zijn naar fundamenteel onderzoek. Hugo Loosvelt (IP manager TechTransfer) geeft -op uitnodiging- ook elk jaar les over IP en kennisbescherming in opleidingen van de EhB, naast ad hoc opleiding en advies.
Inmiddels hebben verschillende groepen vanuit EhB gekandideerd voor projecten van fundamenteel en toegepast onderzoek en waar nodig en gevraagd heeft TechTransfer deze projecten ondersteund. In 2014 werden ontmoetingsdagen tussen de verschillende departementen en de TechTransfer medewerkers georganiseerd. Op die manier ontstaat een beter zicht op waar de mogelijke samenwerkingen en ondersteuning zich kan situeren. Als concreet resultaat nemen de business developers van TechTransfer het aanbod van Ehb mee in gesprekken met bedrijven mbt samenwerkingsprojecten. Zij nemen ook deel aan de PWO commissie van EhB. EhB onderzoekers kunnen bij TechTransfer steeds terecht voor vragen die gerelateerd zijn aan de valorisatie van onderzoek.
VI.9 Startersseminaries
Sinds 1995 organiseert VUB TechTransfer (twee)jaarlijks een seminariereeks voor (technologische) starters om bij te dragen aan het creëren van een ondernemersdynamiek zowel binnen als buiten de universiteit.
Sinds academiejaar 2008-2009 bundelen TechTransfer en Marc Goldchstein van de vakgroep Business Technology & Operations (BUTO - faculteit Economische en Sociale Wetenschappen en Solvay Business School) -eveneens Technology Transfer Officer/Entrepreneurship Education bij VUB TechTransfer- hun krachten om een inhoudelijk vernieuwde en kwalitatief hoogstaande startersseminariereeks aan te bieden. Thema’s zoals industriële dynamieken, finance, marketing, strategie, human resources en management komen aan bod, en worden opgehangen aan een aantal ‘real life cases’. Naast Marc Goldchstein zelf als voornaamste lesgever, komen de sprekers zowel uit VUB als uit het bedrijfsleven en zijn zij expert in het domein waarover ze les geven.
In 2010 werd deze vernieuwde seminariereeks voor een eerste maal in het Engels aangeboden (voordien uitsluitend in het Nederlands) met de intentie om het aangesproken publiek te verbreden naar de meer en meer internationaal georiënteerde vorsers- en studentenpopulatie. Op basis van een enquête bij de deelnemers werd de basiscursus in 2014 aangevuld met een vervolgtraject, nl. een reeks Advanced Starter Seminars. Dit laat een betere follow-up toe van deelnemers met concrete start-up plannen. Er wordt dieper ingegaan op bepaalde aspecten van business economics & management. Uit een enquête bij de deelnemers nadien bleek dat deze nieuwe reeks zeer enthousiast onthaald werd.
Sinds 2015 werd het thema ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ in de cursus geïntegreerd en kregen de deelnemers de mogelijkheid om hun project te ‘pitchen’. In 2016 werd een speciale sessie georganiseerd i.s.m. Crosstalks met als thema ‘Crowdfunding: a financial paradigm?’. Dit thema werd in 2017 geïntegreerd in het programma. Sinds 2017 werd het seminarie ‘Academic entrepreneurship in practice: testimonials and Q&A’ opengesteld voor deelnemers van beide reeksen. Ondernemers getuigen over de opstartfase en evolutie van een aantal VUB spin-offs (in 2018 waren dit Camel-IDS en SoftKinetic (nu Sony)).
In 2018 werd een extra lezing over scaleups ingelast met Roland Siebelink als spreker. Niet enkel de deelnemers van de starterseminaries waren welkom, maar ook derden. Meer dan 80 mensen schreven zich hiervoor in. De Advanced reeks werd uitgebreid met een workshop ‘How to pitch’. Nieuw in 2018 was ook de mogelijkheid om via teleclassing de seminaries te volgen in Jette, omdat het voor studenten en onderzoekers van de medische campus moeilijk is om tijdig in Etterbeek te geraken. Van de 10 inschrijvingen, vnl. doctorandi, heeft bijna iedereen de volledige reeks gevolgd.
De promotie voor de startersseminaries is in de loop van de jaren enorm uitgebouwd via direct mailing en allerhande elektronische communicatiekanalen. Ook de samenwerking met de Doctorals Schools zorgt voor een goede inschrijvingsgraad van (post)doc’s. In 2018 waren er 63 inschrijvingen voor de Starter Seminars en 16 voor de Advanced. Ook de opkomst was zeer goed. Er werden respectievelijk 38 en 11 Certificates of Participation uitgereikt op basis van regelmatige aanwezigheid. Beide groepen namen ook actief deel aan de seminaries.
Zoals steeds werden de reeksen voorafgegaan door een Launch Event waarop o.a. de dienstverlening van VUB TechTransfer wordt toegelicht, het programma van de starterseminaries wordt verduidelijkt en een aantal VUB spin-offs getuigen over hun opstartfase. In 2018 waren dat Pharmafluidics en Double Pass. Beide reeksen werden afgesloten met een seminarie met opnieuw testimonials van spin-offs -Camel-IDS en het vroegere SoftKinetic nu Sony Depthsensing Solutions- en een networking drink.
Op het einde van de seminariereeksen wordt telkens een enquête uitgevoerd onder de deelnemers om de kwaliteit te kunnen beoordelen en inhoudelijk te kunnen inspelen op nieuwe behoeftes en trends.
Op de VUB TechTransfer Entrepreneurship community op LinkedIn, waarop alle deelnemers, sprekers en VUBTechTransfer medewerkers kunnen inschrijven, worden actuele posts geplaatst over entrepreneurship issues, workshops, organisaties, wedstrijden,… . Dit zorgt tevens voor een follow-up van de deelnemers nadat de seminaries afgelopen zijn. Eind 2018 volgen 161 (ex-)deelnemers deze groep.
Een volledig verslag van de (Advanced) Starter Seminars 2018 kan worden opgevraagd. De taak van VUB TechTransfer bestaat uit:
• het geven en organiseren van de seminaries: inhoudelijk, bepalen van het programma, zelf als spreker optreden of zoeken naar sprekers;
• organisatorisch: logistiek, mailingslist, uitnodigingen, auditoria, cursusmateriaal;
• financieelverslag en evaluatie (op basis van de vragenlijst die door de deelnemers wordt ingevuld).
VI.10 VUB TechTransfer Communicatie & Events
In 2012 is VUB TechTransfer gestart met een aparte communicatieactiviteit, aangezien de continue sensibilisering van de onderzoekers voor de aspecten van valorisatie noodzakelijk is en om de expertise van VUB naar buiten te brengen. Omdat de nodige ondersteuning vanuit de centrale MarCom dienst voor deze aspecten ontbreekt, heeft VUB TechTransfer op eigen middelen personeel en werking voorzien voor een website, brochures en ander communicatiemateriaal en het organiseren van events. Half oktober 2017 werd VUB TT’s Communication & Events team versterkt met een VTE, Lisa Van Reepingen, die Alena Aga ondersteunt.
In 2016 werden volgens de centrale MarCom richtlijnen voor de nieuwe huisstijl zowel de website en newsletter als allerhande promotiemateriaal gerestyled. In 2017 werd verder gewerkt aan promotiemateriaal in de nieuwe huisstijl. In 2018 werd opgestart met de voorbereiding van een volledig nieuwe website waarbij uiteindelijk werd geopteerd voor de webdeveloper waarmee ook VUB MarCom samenwerkt.
TTO Flanders
In het kader van de VLIR-TTO werkgroep wordt op regelmatige tijdstippen overleg gepleegd en worden activiteiten gepland onder de noemer TTO Flanders, waarbij de TTO’s van de 5 Vlaamse universiteiten als 1 platform naar buiten treden. De VUBTechTransfercommunicatiecelmaakt deel uit van de TTO Flanders’ communicatie-werkgroep, die o.a. instaat voor de communicatiekanalen, events en beursdeelnames. De praktische coördinatie van TTO Flanders wordt jaarlijks afwisselend gedragen door UGent, KU Leuven en UAntwerpen-UHasselt-VUB. In 2018 was het de beurt aan UGent. Er wordt tevens een jaarlijks TTO-event georganiseerd rond actuele topics en met uitwisseling van best practices. Sinds 2017 wordt dit samen met het IOF-event georganiseerd op dezelfde dag. In 2018 waren KULeuven en UGent organisator.
De portaalsite ttoflanders.be wordt doorlopend aangevuld met het technologieaanbod van de universiteiten en met nieuws en evenementen rond technologietransfer en ondernemerschap. Via een email-loket (knop ‘Stel uw vraag/Ask your question’) kunnen derden de 5 universiteiten tegelijk bereiken.
TTO Flanders was met een gezamenlijke stand aanwezig op Knowledge for Growth 2018 (17 mei) en op SuperNova (2730 sept) in Antwerpen. VUB zette op KfG het innovatieve onderzoek van de In Vitro Toxicology and Dermato-cosmetology (IVTD) onderzoeksgroep in de kijker. Op SuperNova was VUB TechTransfer aanwezig met 2 standen. Op de TTO Flanders stand werden 2 technologieën getoond: de werking van fotonica door B-PHOT, Brussels Photonics, en datavisualisatie bij neurochirurgie door VUB Electronics & Informatics (ETRO). Op de aparte VUB stand kwamen interactieve toepassingen aan bod van de onderzoeksgroepen BruBotics, AI Lab en B-PHOT. Er werd gezorgd voor standmateriaal, promotiemateriaal zoals flyers en goodies, bedrukking van panelen, … evenals aanwezigheid en ondersteuning op de standen tijdens beide beurzen.
Een overzicht van de communicatietools:
Printuitgaven en realisaties 2018:
• De nieuwe VUB TechTransfer’s ‘For companies’ brochure werd in 2017 geactualiseerd en opgemaakt in een frissere A5-look. De inhoud werd herwerkt vanuit het perspectief van bedrijven op zoek naar samenwerking met de universiteit. Deze brochure werd in 2018 nogmaals herwerkt en herdrukt met actuele cijfers en nieuwe afbeeldingen zodat de brochure up-to-date is.
• In 2018 werd opnieuw een ‘Annual Report Vice Rectorate Innovation & Industry Relations’ opgemaakt, waarin de activiteiten voor 2017 van VUB TechTransfer, Foundation en Crosstalks toegelicht werden, geïllustreerd met tal van cases en cijfers.
Online communicatie:
• Centrale plaats waar alle info te vinden is: www.vubtechtransfer.be met een inschrijfbutton voor de wekelijkse elektronische nieuwsbrief.
• Licensing Opportunities op de website en op de TTO Flanders website: jaarlijkse update in april/mei 2018 in functie van Knowledge for Growth. Ook via website verkrijgbaar als printable pdf. Nieuw kanaal sinds 2017 voor het zoeken naar partnering met bedrijven in de pharma, biotech en medtech: Advance Partnerships.
• De innovatiewebpagina’s op de VUB website: http://www.vub.ac.be/innovatie/ en http://www.vub.ac.be/en/innovate. Hier wordt op verschillende plaatsen doorgelinkt naar de eigen VUB TechTransfer website.
• In afwachting van de vernieuwde Fundwijzer op de VUB intranet site (R&D ism met de betrokken diensten) werd een aparte pagina op de website aangemaakt voor de projectoproepen ‘Recent calls’.
• Website Research Park Zellik: VUB levert wanneer nodig info aan, Quares (beheerder researchpark) zorgt voor
de opvolging en backoffice. www.researchparkzellik.be
• Website TTO Flanders ttoflanders.be van de interfacediensten van de vijf Vlaamse universiteiten. Relevante news items & events worden hier gepost.
• Samenwerking met VUB Marcom voor webpagina’s Innovate, VUB Today, persberichten, HENRI,…
• LinkedIn ‘VUB TechTransfer entrepreneurship community’ met 161 members.
• VUB TechTransfer news: Op 1 oktober 2017 werd overgeschakeld op een nieuw elektronisch newslettersysteem (standaard inschrijfbutton voor op website verkrijgbaar).
In 2018 werden er 51 nieuwsbrieven verstuurd naar 2962 geadresseerden. De openingsgraad bleef constant en schommelde rond de 30%, met een gemiddelde click rate van 8%. In september verstuurden we een newsflash naar het VUB personeel (ongeveer 4000 adressen) om zich in te schrijven voor TT news. Zo hebben we enkele nieuwe abonnees gegenereerd (+6%), een aantal personen hebben zich echter ook uitgeschreven. Zo werken we verder aan een mailinglijst waarvan de meerderheid daadwerkelijk de nieuwsbrief opent/leest en interesse heeft.
In 2018 verschenen er 144 nieuwsberichten en 74 kalenderberichten op onze website. Er werden 32 persartikels gepubliceerd omtrent innovatief onderzoek aan de VUB en onze spin-offs.
• In mei 2018 gingen we van start met een nieuw online communicatiekanaal: Twitter. Ons doel is om het excellent onderzoek aan de universiteit kenbaar te maken bij een professioneel publiek. Via dit kanaal kunnen we ook snel(ler) nieuws oppikken over onze spin-offs en onderzoeksgroepen.
• In december 2018 bereikten we 149 volgers en hadden we in totaal 191 tweets (waarvan ook retweets) uitgestuurd. Over een periode van 8 maanden kregen we ongeveer 200 impressies (hoe vaak onze tweets werden bekeken) per dag en de engagement rate (het aantal interacties op een tweet) was gemiddeld 0.8%.
Deelname beurzen/organisatie events :
• 18 januari 2018: organisatie Launch Event Green Energy Park project – U-residence. Minister Tommelein hield afsluitende speech.
• 17 mei 2018: Knowledge for Growth – ICC Gent: stand TTO Flanders. Voor VUB werd de technologie van de onderzoeksgroep In Vitro Toxicology and Dermato-cosmetology (IVTD) in de kijker gezet.
• 17 september 2018: Green Energy Park event in Zellik, medegeorganiseerd door VUB TechTransfer (trekker Speerpuntcluster FLUX50).
• 27 t.e.m. 30 september 2018: SuperNova in Antwerpen waar VUB aanwezig was met twee standen; TTO Flanders stand met VUB ETRO en B-PHOT en een aparte VUB stand waar drie onderzoeksgroepen (BruBotics, B-PHOT & Artificial Intelligence) hun technologieën hebben gedemonstreerd.
• 2 oktober 2018: Launch Event (Advanced) Starter Seminars met testimonials van spin-offs PharmaFluidics en Double Pass.
• 1e semester 2018-2019: organisatie van de Starters en Advanced Starter Seminars in Etterbeek, met teleclassing in Jette.
• 18 oktober 2018: IOF-TTO event in Leuven, georganiseerd door KULeuven en UGent.
• 20 december 2018: slotevent (Advanced) Starter Seminars met testimonials van spin-offs Camel-IDS en SoftKinetic, nu Sony Depthsensing Solutions.
VII. Foundation
VII.1 Fellowship
Het principe achter het Fellowship is ‘Academia meets society’. In de afgelopen 7 jaren heeft de VUB een netwerk opgebouwd van niet minder dan 159 Fellows uit het bedrijfsleven, kaderleden, academici, beleidsmakers, journalisten en andere maatschappelijk betekenisvolle personen die zich inzetten als ambassadeurs van de VUB.
Dankzij de Fellows is er een meer gestructureerde samenwerking met het corporate en maatschappelijk veld en is de uitstraling van de VUB, haar faculteiten en haar diensten nog versterkt.
De VUB besteedt met het Fellowship extra aandacht aan diversiteit en gender. Het is belangrijk om met de Fellows het actuele debat rond diversiteit en gender te blijven voeren.
Van de Fellows wordt verwacht dat ze zich minstens 3 jaar op vrijwillige basis inzetten voor het onderwijs, het onderzoek, de internationalisering, en de innovatie en valorisatie aan de universiteit. De samenwerking met Fellows heeft ook de financiering van leerstoelen mogelijk gemaakt.
De centrale organisatie van het Fellowship gebeurt door het Fellowship Office onder leiding van de Vicerector Innovatie en Valorisatie Hugo Thienpont die Universitaire Fellowship Coördinator (UFC) is, de Directeur van de VUB Foundation Isabelle Marneffe die Universitaire Fellowship Manager (UFM) is en de coördinator Hanan Belaraj die de praktische uitvoering van het Fellowship in goede banen leidt.
VII.1.2 Activiteiten 2018 en vooruitzichten
In 2018 zijn er 37 nieuwe Fellows ingehuldigd tijdens de officiële inhuldigingsceremonie op 21 juni in de Concert Noble. Rector Caroline Pauwels hield het welkomstwoord en Vicerector Innovatie en Valorisatie Hugo Thienpont heeft bij de genodigden het belang van het Fellows netwerk onderlijnd. De keynote werd gebracht door Minister van Financiën, Budget en Externe relaties, Guy Vanhengel. De Minister sprak over de stad Brussel, als grootste studentenstad van België en de uitdagingen hiervan. Het geheel werd muzikaal ondersteund door VUB studente Aurélie Boffé en pianist Franck Heymans. Na het officiële programma was er gelegenheid om te netwerken tijdens een walking dinner.
De jaarlijkse Fellowship networking cocktail vond plaats op 26 maart 2018. De organisatie lag in handen van Fellow David Steegen, Head Communication, RSCA Media Platform & Fan Engagement. Het thema van de avond was “De kracht van het mediaplatform van RSC Anderlecht”. Meer dan 100 gasten hebben deelgenomen aan deze netwerkavond.
Sinds 2018 zijn de werkingsmiddelen voor het Fellowship structureel voorzien in de begroting van de VUB. Er worden dus geen valorisatietabellen meer voorzien om de bijdrage van de Fellows te “waarderen”, maar om op de hoogte te blijven van hun activiteiten, wordt er aan de FFC’s en proximi gevraagd om het Fellowship Office hierover te informeren.
De brochure over het Fellowship die was voorzien in 2018, zal pas in 2019 gepubliceerd worden bij gebrek aan voldoende informatie over deze activiteiten. Deze publicatie zal een erkenning betekenen voor de Fellows zelf evenals een motivatie voor toekomstige Fellows.
De Fellowship website is aan vernieuwing toe en zal in samenwerking met de dienst Marketing communicatie worden aangepast in 2019.
Tot slot zal in 2019 het Fellowship reglement aangepast worden aan het nieuwe Organiek Statuut.
VII.1.3 Fellows 2018
Faculteit Aanhef Naam
Letteren en Wijsbegeerte (LW) De heer Dirk Brossé
Letteren en Wijsbegeerte (LW) De heer Kader Abdolah
Bedrijf/organisatie Functie
The Chamber Orchestra of Philadelphia Componist en dirigent
Uitgeverij Prometheus Schrijver
Letteren en Wijsbegeerte (LW) Mevrouw Ilke Froyen Passa Porta Algemeen directeur
Letteren en Wijsbegeerte (LW) Mevrouw Claire Tillekaerts Flanders Investment and Trade CEO
Kurt Lewin (PE) De heer Fons Leroy
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB)
Gedelegeerd Bestuurder
Kurt Lewin (PE) De heer Piet Goddaer Ozark Henry Artiest
Kurt Lewin (PE) Mevrouw Goedele Liekens
Kurt Lewin (PE) Mevrouw Hilde Crevits
Movement and rehabilitation VUB Fellow (LK) Mevrouw
Harriët Jager-Wittenaar
Televisie presentator, pyscholoog en sexuoloog
Vlaams minister van Onderwijs en viceminister-president van de Vlaamse Regering
Hanze Hogeschool Groningen Lector Clinical Malnutrition and Healthy Ageing
Movement and rehabilitation VUB Fellow (LK) De heer Jo Vander Schueren Securelink Algemeen directeur
UMC(GF) Mevrouw Margot Cloet Zorgnet-Icuro CEO
UMC(GF) De heer Pedro Facon Federale Overheidsdienst Volksgezondheid
UMC(GF) De heer Frank Robben
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid/ eHealth-platform
Directeur-generaal Gezondheidszorg
Algemeen beheerder CBSS
UMC(GF) Mevrouw Martine Huybrechts Huisarts
UMC(GF) De heer Leo Neels Itinera
Algemeen directeur en directielid van het Itinera Institute sinds 2014
Ingenieurswetenschappen (IR) Mevrouw Anneke Hunninck Eriks Divisiemanager
Ingenieurswetenschappen (IR) De heer Sven Vandeputte OCAS
Ingenieurswetenschappen (IR) De heer
Steven Dewitte Koninklijk Meteorologisch Instituut België
Gedelegeerd bestuurder
Hoofd van de wetenschappelijke afdeling Waarnemingen
Ingenieurswetenschappen (IR) Mevrouw Fauzaya Talhaoui FDM Invest CEO
Ingenieurswetenschappen (IR) Dhr. Marc Demarche NIRAS/ONDRAF Directeur generaal
Ingenieurswetenschappen (IR)
Solvay (ES)
Solvay (ES)
Mevrouw Hilde Crevits
Vlaams minister van Onderwijs en viceminister-president van de Vlaamse Regering
Mevrouw Shada Islam Friends of Europe Beleidsdirecteur
Mevrouw Daniëlle Jacobs BELTUG, INTUG
Solvay (ES) Mevrouw An De Pauw D'Ieteren
Algemeen directeur BELTUG Voorzitter INTUG
Electric & Low Emission Manager
Solvay (ES) Mevrouw Ann Caluwaerts Telenet Group Chief Corporate Affairs
Solvay (ES) De heer Lars Bové De Tijd (Mediafin)
Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen (WE) De heer
Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen (WE)
Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen (WE)
Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen (WE)
De heer
James Gitundu Kairo
Marc Ceusters
Mevrouw Aglaée Degros
Mevrouw
VII.2.1 Fondsenwerving voor projecten
Kenya Marine and Fisheries Research Institute, Mombasa
Janssen Pharmaceutica
Institut für Städtebau
Technische Universiteit Graz
Françoise Chombar Melexis
Redacteur en coördinator onderszoeksjournalistiek
Senior wetenschapper
Teamleider samenstellingsontwikkeling
Profesor and head of Institute of Urbanism at Graz University of Technology
CEO Melexis & voorzitter STEM-platform
Nadat in 2017 vier projecten werden geselecteerd voor fondsenwerving en een eerste telethon werd georganiseerd voor 3 van de 4 projecten (niet voor Buiteninfrastructuur op de campus omdat dit project nog opgestart moet worden), werd afgelopen jaar voor deze projecten een specifieke strategie ontwikkeld. Op vraag van het rectoraat werd er nog een project aan toegevoegd, met name de renovatie van het Braem gebouw.
1) FabLab (Faculteit Ingenieurswetenschappen)
Het eerste project om bedrijven warm te maken voor het FabLab was het Win- Win(d)turbineproject. De prototype windturbines die werden gebouwd door studenten 2de bachelor industrieel ingenieur in het kader van hun examen werden op het dak van het Braem gebouw geplaatst om hun effectieve werking te testen. Dit initiatief werd goed door de pers opgepikt en werkte vooral sensibiliserend, zowel naar bedrijven toe als intern.
De verhuizing van het FabLab van Anderlecht naar Usquare nam de hele zomer in beslag zodat pas nadien diverse bedrijven (Audi Brussels, Altran, Melexis, Hilti, Eoly) en belangenorganisaties (Febiac, Agoria) uitgenodigd konden worden om het FabLab te bezoeken. Een sponsordossier werd aan al deze potentiële partners overhandigd. Tot op heden is de Foundation in overleg met deze bedrijven en organisaties om te bekijken welke partnerships aangegaan kunnen worden.
Het Fablab maakte opnieuw deel uit van de telethon in 2018.
In totaal werden voor de telethon 4897 alumni geselecteerd waarvan de studenten er 1581 effectief konden spreken. 2818 alumni konden niet bereikt worden of wensten meer info en ontvingen een postmailing. Bij 498 alumni was het postadres niet gekend. Uiteindelijk droegen 73 alumni 6900 euro bij.
Voor het FabLab werd reeds 22.247 euro opgehaald, waarvan 13.355 euro afgelopen jaar.
2) VUB Kinderuniversiteit (Wetenschapscommunicatie-Dienst R&D)
De telethon campagne eind 2017, en toelagen van het Fonds Ernest Solvay (€7500) en het Fonds Immobel (€25000) van de Koning Boudewijnstichting in 2018 zorgden voor voldoende financiering voor dit project. Op 8 maanden tijd werd 55.129 euro opgehaald voor de kinderuniversiteit, waarvan €22.629 euro aan giften via de telethon in 2017, de website en DM.
3) Arabische taallessen voor kinderen (Dienst International Relations and Mobility Office)
Dit project loopt al sinds 2016 en wordt operationeel mede ondersteund door scholengroep Brussel van het GO. Op woensdag, zaterdag en zondag volgen ondertussen 300 kinderen (250 in 2017) extra-curriculaire lessen Arabisch op 5 locaties in Brussel. Het project ontving in 2018 steun vanuit de Koning Boudewijnstichting (€15.000) en van de ambassade van Koeweit (€15.000).
Daarnaast werd in samenwerking met radio Arabel getracht mensen met een Arabische achtergrond te sensibiliseren om het project te steunen. Dit gebeurde via interviews en een radiospot. Er werd ook een folder gemaakt in vier talen voor de ouders van ingeschreven kinderen. Deze initiatieven hebben niet geleid tot de verwachte resultaten. Omdat tijdens de telethon van 2017 werd vastgesteld dat de resultaten ondermaats waren (47 donateurs gaven €3175), werd dit project niet meegenomen in de telethon van 2018. Er wordt aan een andere strategie gewerkt om alsnog sympathie voor het project tot stand te brengen en fondsen te werven.
Eind 2018 stond de teller op 28.770 euro voor de Arabische taallessen (Er moet nog 7000 euro van de KBS komen).
4) Buiteninfrastructuur op de campus (Dienst Onderwijs-en Studentenbeleid en Dienst Infrastructuur)
Ondanks het feit dat de fondsenwerving voor dit project nog niet werd opgestart door het gemis aan een opdrachtgever bij Infrastructuur, werden heel wat voorbereidingen getroffen in samenwerking met prof. Niels De Temmerman en Sofie De Smet (studentenbeleid). In het kader van een ontwerpopdracht bij prof. De Temmerman ontwierpen 1e masterstudenten architectuur concepten die volgens hen op de campus zouden passen. De VUB Foundation werd na die creatieve denkoefening uitgenodigd om in de jury te zetelen. Nadien werd een gunning georganiseerd voor een architectenbureau dat de studenten zou betrekken. De keuze viel op Hexastructures, een onderneming die gespecialiseerd is in de bouw van innovatieve, semipermanente structuren op diverse locaties. Op basis van de ontwerpen gingen zij aan de slag om drie voorstellen te doen. Tijdens een vergadering in aanwezigheid van de rector, de vice-rector onderwijs-en studentenbeleid en de algemeen beheerder werd er gekozen voor één structuur die aan het amfitheater voor gebouw D zou komen te staan.
Begin 2019 werd er een projectmanager bij Infrastructuur aangesteld en kunnen de onderhandelingen van start gaan. Daarnaast moet er door de opdrachtgevers beslist worden of er met de uitwerking van het project gewacht wordt totdat voldoende fondsen zijn opgehaald of dat er op voorhand door de universiteit wordt geïnvesteerd.
5) Renovatie Braem gebouw (rectoraat)
De renovatie van rectoraatsgebouw is een nieuw bijkomend project waarvoor eerst werd geïnvesteerd in de communicatie (website, mapje met postkaarten, brochure, roll up, bic). Het project werd reeds meegenomen in de telethon van 2018 en in 2019 zal een strategie uitgestippeld worden voor de verschillende doelgroepen die bereikt zouden moeten worden.
De renovatie van de tekeningen van Braem kon op de steun van 269 alumni rekenen die 22.626 euro doneerden.
VII.2.2 Evaluatie telethon
Van 26 november tot 11 december 2018 vond de jaarlijkse telethon opnieuw plaats in het callcenter van IPG. Deze partner sponsorde zoals in 2017 (twv €20.000) de telefonische actie door zijn expertise en infrastructuur gedurende 14 dagen ten dienste te stellen van de Foundation en 12 VUB studenten. Er werden dit jaar 11.926 alumni geselecteerd voor twee projecten (renovatie Braem gebouw en FabLab). De alumni werden niet zomaar ad random uit de CRM-database gehaald. Per project werd nagegaan wat het profiel zou zijn van potentiele donateurs en werd er een uniek profiel opgemaakt waaraan de alumni dienden te voldoen om geselecteerd te worden. Zo werden voor de renovatie van het Braem gebouw ook alumni geselecteerd die afstudeerden in het jaar waarin het gebouw werd opgeleverd (186 alumni afgestudeerd in 1976).
In totaal werden 7029 alumni geselecteerd voor het Braem-project met een heel diverse achtergrond aangezien het gebouw een nostalgisch gevoel oproept bij vele alumni. 4897 alumni met een ingenieurs of economische achtergrond werden geselecteerd voor het FabLab-project.
Op aanraden van IPG werd er dit jaar geëxperimenteerd met een nieuwe manier om de alumni te contacteren, de voiceblast. In dit proces werden 3175 alumni (1471 voor het Braem gebouw en 1748 voor het Fablab) in één keer gebeld met de opname van een boodschap van de rector. Hierbij konden ze een toets indrukken om teruggebeld te worden. 1862 alumni haakten meteen in. 1247 alumni werden na twee belpogingen door het systeem niet bereikt. Slecht 66 Alumni konden aangesproken worden (2,1%) en 5 ervan deden een gift. Fondsenwerving via een voiceblast is dus niet meteen voor herhaling vatbaar.
De resterende 8751 alumni werden opgenomen in de reguliere telethon. 4993 alumni (Braem 3412, FabLab 1581) werden bereikt.
1192 alumni gaven tijdens het gesprek aan interesse te hebben voor het project dat hen werd voorgesteld. Deze kregen een mail met een link via dewelke ze meteen konden betalen.
Alumni die niet meteen overtuigd waren en zelf vroegen om meer informatie werden via een mailing aangeschreven. Er werden 5917 brieven verstuurd (Braem 3097, FabLab 2820).
Tot eind januari 2019 deden 342 alumni een gift.
In totaal werd er 29.526 euro opgehaald (€6900 voor het FabLab en € 22.626 voor het Braem gebouw). Er zijn 145 meer donateurs dan in 2017 (197 donateurs) en de giften stijgen met 84,5% ten opzichte van 2017.
VII.2.3 ‘In kind’ steun aan de universiteit
In 2018 werden, behalve met IPG (20.000 euro), twee bijkomende in kind sponsoring overeenkomsten afgesloten. In het kader van de concessie van het nieuwe Kultuurkafé engageerde Duvel Moortgat zich om, naast een maandelijks bedrag voor de uitbating, over te gaan tot een jaarlijkse in kind sponsoring van drie evenementen. Het gaat daarbij om de academische opening, de doctor honoris causa ceremonie en LK Generations. Deze sponsoring wordt gewaardeerd aan €8000/jaar gedurende 12 jaar
Afgelopen jaar sponsorde de Association Vinçotte Nucléaire (AVN) het Brussels RadioTheranostics Platform, een gezamenlijk project van de VUB en het Institut Jules Bordet. Dit project wordt langs de zijde van de VUB getrokken door Prof. dr. Tony Lahoutte. AVN financierde onderzoeksinfrastructuur die gebruikt wordt in oncologisch onderzoek. De VUB verwierf daarvoor een Vector R&D unit en een Alpha therapy lab ter waarde van 3.324.596 euro
VII.2.4
Leerstoelen
Leerstoelen vormen een belangrijk en duurzaam middel om onderzoek en onderwijs aan de VUB te ondersteunen met externe financiering, onder de vorm van een gift of sponsoring.
In 2018 werden grote inspanningen geleverd om de communicatie omtrent leerstoelen zowel intern als extern te optimaliseren. Enerzijds door de opmaak van een leerstoelenbrochure, anderzijds door de pagina’s op de website te vernieuwen. De nieuwe leerstoelenbrochure bevat meer uitleg over de principes en voorwaarden van een leerstoel evenals over het verschil tussen de oprichting van een leerstoel en contractonderzoek. De publicatie omvat een waaier aan voorbeelden van bestaande leerstoelen aan de VUB bij alle faculteiten en de volledige lijst van de leerstoelen. Deze lijst evolueert constant en van de brochure wordt dus een regelmatige herdruk voorzien. De leerstoelenbrochure werd intern verstuurd naar alle faculteitssecretariaten, secretariaten van de diensten Tech Transfer, Marketing & Communicatie, R&D, Onderwijs, IRMO, het rectoraat, en de vicerectoraten. Ook alle leerstoelhouders hebben een exemplaar ontvangen. Begin 2019 wordt aan alle ZAP-leden een exemplaar bezorgd.
Eind 2018 telde de VUB in totaal 32 actieve leerstoelen (in 2017, 33), waarvan 6 VUB leerstoelen op naam en 3 Ereleerstoelen op naam die niet door de Foundation worden opgevolgd. In 2018 werden 5 (in 2017, 3) nieuwe leerstoelen opgericht:
-de leerstoel Andullation Care Research met Home Health Products bvba als partner, -de VBO-FEB VUB-ULB Chair Transitioning Belgian companies into Circularity met het Verbond van Belgische Ondernemingen als partner, -de Chair Asia-Pacific Studies met Aviation Education Foundation als partner, Chair Data Protection On The Ground met partner BNP Paribas Fortis en ten slotte -de leerstoel Human Resources Data Analytics met partner Acerta Consult nv.
Deze leerstoelen samen hadden in 2018 een waarde van € 1.645.690 Eind 2018 is er volgens het financieel overzicht effectief €1.365.185 bij de VUB binnen gekomen voor leerstoelen. Het verschil in beide bedragen is te wijten aan het feit dat sommige partners éénmalig een betaling uitvoeren voor de volledige duur van de leerstoel of een aangepast betalingsplan volgen dat het financieel boekjaar niet volgt.
In 2018 werd 1 leerstoel effectief verlengd (Chair International and European Data Privacy and Security Law) en werden 3 verlengingen van leerstoelen goedgekeurd die zich in 2019 en 2020 zullen voltrekken (de leerstoel Mireille Aerens voor alternatieve onderzoeksmethoden zonder proefdieren, de leerstoel De Berekuyl Exercise Immunology & Chronic Fatigue in Health and Disease en Chair on Smart Cities). Er werden ook 6 onderhandelingen/gesprekken opgezet voor de opstart van een nieuwe leerstoel. Twee hiervan staan begin 2019 op het punt opgericht te worden, met name de leerstoel Infrastructure Asset Management & Life Cycle Planning in Belgium met partners van ORI vzw, met name Antea Group
Belgium, Arcadis Belgium, Sweco Belgium en Tractebel Engie (reeds goedgekeurd door IVR 22/01/19) en de leerstoel Personalisation, trust and sustainable media. Offering quality content in the best possible way met Roularta Media Group als partner (positief advies BOZ 16/01/19). Zes leerstoelen werden na de einddatum in 2018 niet verlengd.
VII.2.5 Overzicht actieve leerstoelen op 1/1/2019
• SOMT Leerstoel Klinische Anatomie - SOMT-Stichting Opleiding Manuele Therapie (NL) - Prof. dr. Erik Cattrysse
• Nobel Biocare Chair – Nobel Biocare nv - Prof. dr. Jan Cosyn
• Chair of Social Entrepreneurship - Wolters Kluwer nv, Euroclear nv, Stichting Close The Gap, BNP Paribas Fortisnv - Prof. dr. Nikolay Dentchev
• Leerstoel Human Resources Data Analytics - Acerta Consult cvba - Prof. dr. Wouter Verbeke
• Medtronic Chair – Medtronic Belgium nv - Prof. dr. Carlo de Asmundis
• Leerstoel Thermo-Mechanical Innovation for Fluid Machinery - Atlas Copco Airpower nv - Prof. dr. ir. Björn Verrelst
• Chair on Smart Cities – Joyn Belgium nv, Thanksys nv, Belfius nv, Immobel nv - Prof. dr. Pieter Ballon
• Chair Fundamental Rights and the Digital Transformation – Microsoft Corporation - Prof. dr. Joris Van Hoboken
• Leerstoel Waardig Levenseinde – deMens.nu - Prof. dr. Wim Distelmans
• Leerstoel Andullation Care Research – Home Health Products bvba - Prof. dr. Nele Adriaenssens
• VBO-FEB VUB-ULB Chair: Transitioning Belgian companies into Circularity – Verbond van Belgische Ondernemingen - Prof. dr. Cathy Macharis
• Chair Asia-Pacific Studies - Aviation Education Foundation (AEF) - Prof. dr. Kim Van der Borght
• Leerstoel Mireille Aerens voor alternatieve onderzoeksmethoden zonder proefdieren – Mireille Aerens - Em. prof. dr. Vera Rogiers
• Leerstoel Bedrijven en duurzame mobiliteit – Acerta cvba, BFFMM, Belgische Leasingvereniging vzw, FEGARBEL, vzw Koninklijke Belgische Touring Club, Traxio, VAB, Febiac vzw, Solvay Alumni asbl, Renta Solutions nvProf. dr. Joost Vaesen (Brussels Studies Institute)
• Leerstoel Bevordering Active Ageing – Stichting leerstoel Bevordering Active Ageing - Prof. dr. Dominique Verté
• Leerstoel Casterman & Hamers: History and Philosophy of Science – Prof. em. Cécile Casterman & Prof. em. Raymond Hamers - Em. prof. dr. Jean-Paul Van Bendegem
• Leerstoel De Berekuyl - Exercise Immunology & Chronic Fatigue in Health and Disease – De Berekuyl, European College for Decongestive Lymphatic Therapy (ECDLT) - Prof. dr. Jo Nijs
• Leerstoel Fatima Mernissi – Vlaams Minister voor Cultuur, Media, Jeugd en Brussel (Sven Gatz), Darna vzwProf. dr. Iman Lechkar
• Huawei Chair for Contemporary China Studies at the Brussels Academy for China and European Studies (BACES) – Huawei Technologies (Netherlands) B.V – Belgium Branch - Prof. dr. Romain Meeusen
• Leerstoel Infrabel spoorwegtechnologie - INFRABEL - Prof. dr. ir. Philippe Lataire
• Chair International and European Data Privacy and Security Law – Google - Prof. dr. Christopher Kuner
• Leerstoel Klinische ouderenpsychologie – Stichting Mondriaan - Prof. dr. Bas Van Alphen
• Chair Data Protection on The Ground - BNP Paribas Fortis – Prof. dr. Jo Pierson
Naast leerstoelen met externe partners zijn er aan de VUB ook leerstoelen onder de vorm van lessenreeksen over een bepaald thema. Hierbij wordt ofwel door de VUB (VUB leerstoel op naam) ofwel door derden (Ereleerstoel op naam) een leerstoel toegekend aan een (gast)professor.
VUB leerstoelen op naam: leerstoel Emile Lorand, leerstoel Gommaar van Oosterwyck, leerstoel Willy Callewaert, leerstoel Emile Verhaeren, leerstoel Vloeberghs, leerstoel VUB. Ereleerstoelen op naam: leerstoel Francqui, leerstoel UNESCO - Cultureel Erfgoed, Leerstoel UNESCO - Volwasseneducatie.
VII.2.6 Fondsen
In 2018 werden voor het eerst fondsen dankzij de Foundation opgericht.
Het VUB Yamina Krossa Fonds voor borstkankeronderzoek werd opgericht door Yamina Krossa, de oprichtster van de vzw Benetiet. Zij besloot de resterende middelen van de opgeheven vzw ter beschikking te stellen van een fonds dat het fundamenteel onderzoek naar een kankervaccin van prof. Damya Laoui zal financieren. De voorzitter van het fonds is prof. Jo Vanginderachter. Het startkapitaal van het fonds was 39.000 euro. Eind 2018 was dit bedrag toegenomen tot 56.518 euro dankzij blijvende inspanningen van de Foundation en Yamina Krossa zelf.
Het VUB-UZB Paul De Knop Fonds voor immunotherapie is het eerste gezamenlijke fonds met het UZ en is een initiatief van prorector Paul De Knop, die als patiënt met melanoomkanker, blijvende inspanningen wil doen om zowel klinisch als fundamenteel onderzoek op het vlak van immunotherapie te steunen. De voorzitter van het fonds is Dr Bart Neyns. Eind 2018 was er 88.815 euro opgehaald dankzij inspanningen van Paul zelf, de VUB Foundation en het VUB Wetenschappelijk Steunfonds.
Het VUB Luc Bucquoye Fonds voor literatuur werd opgericht door de heer Bucquoye (alumnus universiteit Gent), een liefhebber van literatuur, met een startkapitaal van 10.000 euro. De voorzitter van het Fonds is prof. Wim Vandenbussche. De bedoeling is om jaarlijks een prijs uit te reiken aan een auteur die uitblinkt door Nederlandstalig werk dat van een redelijke eigenzinnigheid getuigt, onder andere door vrijheid van denken, engagement, tegendraadsheid en het stimuleren van emotie en intellect. De laureaat van 2018 was Pjeroo Robjee, pseudoniem van Dirk De Vilder. De uitreiking van de prijs zal in 2019 plaatsvinden.
De heer Bucquoye voorziet zijn fonds te doen groeien.
Het VUB AVN Fonds voor onderzoek binnen het domein nucleaire veiligheid en stralingsbescherming is een initiatief van de Association Vinçotte Nuclear (AVN). Het doel is het toekennen van beurzen en het financieren van onderzoeksprojecten binnen het domein nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Het startkapitaal is €200.000 maar er zullen bijkomende middelen ter beschikking gesteld worden. De voorzitter van het Fonds is de heer Jean Vereecken, voorzitter van AVN.
Tot slot besloot Franz Bingen verscheidene giften aan de VUB van hem en wijlen mevrouw Bingen met als doel het financieren van thesisprijzen en beurzen voor uitwisselingsstudenten onder te brengen in het VUB Andrée en Franz Bingen Fonds. De uitreiking van de prijzen en beurzen gebeurt via het Vesalius College sinds 2000. Dankzij de oprichting van het fonds is het behoud en beheer van de uitreiking ervan op lange termijn gegarandeerd. Het is de bedoeling van de oprichter van het Fonds om het reeds gestort kapitaal aan te vullen met toekomstige giften en een legaat (95.527 euro eind 2018) Franz Bingen is voorzitter van zijn Fonds.
VII.2.7 Legaten
Er werd in 2018 vanuit de analyse van het huidige legatenbeheer en van alle opengevallen testamenten, verder werk gemaakt van een beleidsplan voor de aanvaarding en de aanwending van legaten aan de VUB. Hierin worden een aantal principes van goed bestuur opgenomen evenals procedures voor de interne toekenning van de gelden in functie van de bestemming van de legaten.
Het beleidsplan is nog niet goedgekeurd door de Academische raad omdat er eind 2018 besloten werd dat er een overkoepelend beleidsplan moest komen dat zowel de VUB- als de UZ-aanpak weergeeft. Gehoopt wordt dit te kunnen finaliseren in de eerste helft van 2019.
Eind 2018 bedroeg de legatenportefeuille 8.369.852 euro (beurswaarde: €10.218.080). Vanuit deze portefeuille werd slechts 187.723 euro opgenomen en toegekend voor prijzen, beurzen en toelagen. 85.000 euro werd opgenomen van het legaat Lottin voor kankeronderzoek, zodat voor het team van Dr Bart Neyns een prodigy toestel (160.000 euro) kon aangekocht worden. Dit toestel haalt het bloed uit het lichaam van patiënten en maakt de dendritische cellen die de kanker zullen bestrijden klaar in een gesloten circuit. De rest van de nodige fondsen voor dit toestel werd opgehaald dankzij initiatieven van Paul De Knop, de Foundation en het wetenschappelijk steunfonds. In 2018 kwam er een deel van het legaat Gerard Willems voor wetenschappelijk onderzoek in de faculteit GF binnen (464.733 euro). Dit zal aangewend worden voor de hernieuwing van het animalarium. Er werden ook twee restanten van de eindverrekeningen van de legaten Lutgart Mergaert voor Diabetes Research Center (1.117 euro) en Jeannine Cooleman voor kankeronderzoek (1.786 euro) betaald. Deze beide legaten werden al aangewend. Verder werden er afgelopen jaar in het kader van de samenwerking met de wealth managementafdeling van Belfius 2 voorontwerpen van testamenten voor cliënten van de bank gemaakt. 2 vrouwen, 1 man en een koppel lieten spontaan aan de Foundation weten de ze de VUB gingen opnemen in hun testament. Er vond een overleg plaats met één van de twee vrouwen, met de man en met het koppel.
Via testament.be vroegen 48 particulieren naar meer informatie.11 van deze vroegen enkel aan de VUB meer informatie (de andere geïnteresseerden vroegen informatie aan meerdere goede doelen). Een testament werd ten voordele van de VUB en de diabetesliga gemaakt.
Via verschillende kanalen wordt het potentieel van de universiteit als op te nemen ‘goed doel’ in testamenten gepromoot. Zo wordt de legatenbrochure van de Foundation gericht uitgedeeld of opgestuurd naar notarissen, Alumni en geïnteresseerden. De VUB is ook prominent aanwezig in de Gids voor Giften en Legaten 2018 en in ‘Goed geregeld Goed gegeven’ 2017/2018. Afgelopen jaar werd er een advertentie geplaatst in de Gids woon-zorgcentra en assistentiewoningen, een bijlage van Plus magazine.
VII.2.8 Resultaten 2018 en vooruitzichten
Afgelopen jaar werd de gestructureerde manier van werken geconsolideerd met een team waarvan elke collega duidelijk afgebakende verantwoordelijkheden heeft. Mats Walschaers die in 2017 werd aangenomen als fundraising officer is verantwoordelijk voor het Alumnibeleid en de fondsenwerving voor de projecten en werkt nauw samen met Liesbeth Plovie. Zij begon in 2016 als communication en fundraising officer en is verantwoordelijk voor de communicatie, de direct mailing
campagnes en de leerstoelen. De ploeg werd in 2018 verrijkt met legal officer Elisabeth Rabaey, die alle overeenkomsten opvolgt en met de directeur van de Foundation, Isabelle Marneffe, de legaten en de fondsen opvolgt. Hanan Belaraj is, behalve coördinator van het Fellowship, ook assistente van Isabelle Marneffe. Eind februari 2019 verlaat Liesbeth Plovie de Foundation. Zij zal voorlopig door Erkut Gultekin vervangen worden. Het vertrek van Liesbeth Plovie zal namelijk door I. Marneffe aangewend worden om de verdeling van de taken opnieuw te bekijken, de lacunes te evalueren en een voorstel te formuleren voor de toekomstige werking aan Vicerector Hugo Thienpont en Sonja Haesen, directeur Tech Transfer.
Als we de legaten die onvoorzienbaar zijn buiten beschouwing laten, zijn de jaarlijkse inkomsten lager dan in 2017, ondanks de oprichting van de 5 fondsen. Dit heeft te maken met het bijzonder hoge bedrag in 2017 voor de renovatie van het zwembad dat 700.000 euro omvat van uitzonderlijke overeenkomsten met Swimove (700.000 euro) en de International School of Brussel (200.000 euro) die over verschillende jaren lopen. Als we deze overeenkomsten even wegdenken, zien we een stijging in de giften. Behalve dat er een duidelijke stijging is in het aantal giften, moet ook vermeld worden dat er een grote gift gedaan werd van 100.000 euro door een alumna van de VUB voor de openstelling van de Solvay archieven voor fysica en chemie.
De inkomsten via de leerstoelen blijven stabiel, maar een grotere inzet op dit vlak wordt meegenomen in het voorstel voor de volgende jaren. De nieuwe brochure over de leerstoelen zal zeker bijdragen tot het beter bekend maken van het principe van leerstoelen, zowel intern als bij (potentiële) partners van de VUB, maar er kunnen vanuit de Foundation wellicht nog grotere inspanningen gedaan worden om het aantal leerstoelen te doen toenemen.
Op het vlak van fondsen zijn er grote successen geboekt en er zullen verdere inspanningen gedaan worden om het Yamina Krossa Fonds en het Paul De Knop Fonds verder te doen groeien. In 2019 zal tenslotte werk gemaakt worden van een reglement voor de externe fondsenwerving.
De procentuele kost van de fondsenwerving blijft lager dan de 17% (overhead conform het overhead reglement) op de totale inkomsten, met name 15,5%. Er is echter een stijging van deze kosten waar te nemen ten opzichte van de vorige jaren. Deze is te wijten aan: de bijdrage tot een alumnicampagne in samenwerking met de dienst Marketing & Communicatie om contact te leggen met Alumni en hun gegevens te actualiseren in het kader van de GDPR-wetgeving (56.265 euro), de kosten voor de lancering van het Paul De Knop Fonds en het Yamina Krossa Fonds en de investering in de communicatie, en de kosten voor een interimaris ter vervanging van de legal officer tijdens haar zwangerschapsverlof.
De procentuele kost ligt natuurlijk veel lager als men de ‘in kind’ sponsoring, waar ook veel tijd naar toe gaat, in rekening zou nemen.
(*) in kind sponsoring voor een waarde van €20.000 van IPG niet meegerekend (**)in kind sponsoring voor een waarde van €20.000 van IPG, €8.000 van Duvel Moortgat en €3.324.596 van AVN niet meegerekend
VII.2.8 Resultaten 2018 en vooruitzichten
Jaarlijkse reële inkomsten leerstoelen (niet boekhoudkundig)
Jaarlijkse reële inkomsten leerstoelen (niet boekhoudkundig)
VIII. Crosstalks
VIII.1 Missie
Sinds 2003 biedt Crosstalks een transdisciplinair en intersectorieel platform voor een open en constructieve kennisuitwisseling. Door haar originele invalshoeken en thematische projectwerking bouwde Crosstalks zich uit tot een uniek instrument voor VUB-onderzoekers en andere deelnemers. Het Crosstalks-team is inmiddels een steeds meer gevraagde inhoudelijke meedenker, zowel bij VUB zelf als bij externe organisaties.
In een snel evoluerende samenleving zijn duurzame langetermijnvisies noodzakelijk. De kortetermijnagenda’s van politici en leidinggevenden in de meeste sectoren verhinderen evenwel gemeenschappelijke sociale, ecologische en economische perspectieven. En precies op dat vlak wil Crosstalks een verschil maken.
Crosstalks beoogt nieuwe inzichten en uitvalswegen weg van een samenleving gedreven door winst en verdeeld door macht, inkomens, ras, gender, onderwijs en leeftijd.
Projecten en activiteiten gaan van kleinschalige workshops naar grote publieksevenementen. Altijd uitgaande van open en constructieve dialogen tussen academische en bedrijfsonderzoekers, filosofen, kunstenaars, ontwerpers, beleidsmensen en burgers. Crosstalks bekleedt nog steeds een unieke plaats in de Belgische en zelfs Europese universiteitswereld. De ontwikkeling van thematische meerjarenprojecten, gefinancierd door externe partners blijft de kernopdracht van Crosstalks.
Zowel voor die langetermijnprojecten (Equal Access to Health and Medical Care en de Leerstoel Casterman-Hamers History and Philosophy of Sciences) als voor ad-hoc initiatieven is er strategisch overleg met het TechnologyTransfer team en met de vicerector Innovatie en Valorisatie.
VIII.2 Objectieven
Precies door haar open formats en haar publicaties is Crosstalks een grensverleggende motor voor creativiteit en vernieuwing. Tegelijk verbindt Crosstalks uiteenlopende maatschappelijke actoren over verschillende disciplines, sectoren en leeftijden heen. Cruciaal in elk initiatief is een open en disruptieve invalshoek, zowel voor kleinschalige professionele workshops als voor grotere publieksseminaries.
De kerntaken van Crosstalks zijn:
1. VUB-onderzoekers een platform geven waar ze hun onderzoek en resultaten kunnen voorstellen aan een nieuw publiek, vaak in een niet-academische context ,
2. het stimuleren van kruisbestuivingen en nieuwe inzichten door het samenbrengen van onderzoekers, kunstenaars, ontwerpers, architecten, non-profitorganisaties en bedrijfsleiders.
De doelgroep van Crosstalks bestaat uit VUB-onderzoekers, personeelsleden en studenten maar ook sleutelfiguren uit
binnenlandse en buitenlandse academische en corporate onderzoekswereld, ondernemers in de non-profit en socio-economische organisaties, beleidsmensen, kunstenaars, designers en architecten.
Sinds 2003 evolueerde de project- en eventwerking van Crosstalks van niets naar 27 (2012), 32 (2014), 33 (2017) en 24 in 2018. Het Crosstalks team – Marleen Wynants en Goedele Nuyttens - werd in juni 2018 versterkt met Ine De Bock als communicatiemedewerkster. Dit om de impact van Crosstalks mee uit te bouwen en te verstevigen.
Voor de VUB is Crosstalks een strategisch verbindend instrument
• Voor VUB intern, de Campussen Etterbeek en Jette vanuit het nieuwe Shake the Disease project;
• Voor VUB intern met Erasmus Hogeschool Brussel (Ritcs en Conservatorium)
• Voor VUB met andere onderzoeksinstellingen in België en internationaal;
• Voor VUB met de bedrijfswereld;
• Voor VUB met de cultuurwereld.
Crosstalks werd ook in 2018 betrokken bij centrale VUB projecten waaronder U-square, Konekt, La réligion et la cité (festival ism ULB en Flagey), Difference Day (sinds 2013), de transversale lessenreeks Redelijk Eigenzinnig, Duurzame Dinsdag en de genderweek.
De meeste Crosstalks-activiteiten komen tot stand dankzij de externe middelen en in samenwerking met VUB-onderzoekers. Enerzijds wordt Crosstalks ingeschakeld op vraag van VUB-vakgroepen, anderzijds worden vakgroepen en onderzoekers op vraag van Crosstalks betrokken bij externe projecten en evenementen.
De interacties van Crosstalks en VUB Tech Transfer – waaronder de VUB Foundation – zorgt voor: (1) een versterkende netwerking zowel binnen als buiten de universiteit, (2) een gemeenschappelijk gedragen uitwisselingsplatform voor bedrijven en academici, onderzoekers, kunstenaars,fellows en alumni.
Voor externe partners – culturele en socioculturele – is Crosstalks een veelgevraagde partner met het oog op bovenvermelde originele invalshoeken, gekoppeld aan de intergenerationele en sectoroverschrijdende verbindende rol.
Gezien haar flexibele inzetmodus en actieradius, kan Crosstalks perfect inspelen op het alsmaar belangrijker wordend kruispunt van wetenschappen, kunsten en cultuur en de breed-maatschappelijke uitdagingen op economisch, ecologisch en politiek vlak.
VIII.3 Financiering
Crosstalks wordt voor >50 % extern gefinancierd (industriële samenwerking, overheidssubsidies voor specifieke projecten en activiteiten in opdracht van culturele organisaties).
Door co-producties met Bozar en het STAL-project (VUB, ULB en Bozar) en de daarmee gepaard gaande verdeling van de kosten, werden de uitgaven van een aantal evenementen – vooral in het kader van de Leerstoel Hamers en Equal Access – beperkt.
In de functie van directeur concipieert en ontwikkelt Marleen Wynants de thema’s en projecten, in samenwerking met Goedele Nuyttens die vanaf 2018 niet langer geïmputeerd werd op het TechTransfer-budget maar werkt op VUB middelen.
Marleen Wynants combineerde in 2018 de coördinatie van STAL en van Crosstalks waardoor Crosstalks voor 2/3 minder uitgaven had aan erelonen.
De ademruimte voor Crosstalks lag in 2018 niet zozeer aan meer middelen, dan wel aan minder uitgaven en minder evenementen; en sterkere inzet op communicatie en co-producties.
De inkomsten anno 2018 bedragen 197.200 euro:
• 80.000 Euro van de leerstoel Equal Access
• 50.000 Euro van de leerstoel Casterman-Hamers
• de VUB-opdrachten zijn samen goed voor 32.200 Euro (20K van R&D voor de Viering Maatschappelijke Valorisatie Prijs/Entr’Acte, 5K voor redactie e-book, 3,6K van de Leerstoel Mernissi, en 3,6K voor de Duurzame Dinsdag)
• Bozar Occupied was goed voor 5.000 Euro
• TechTransfer draagt bij voor een budget van 30.000 Euro

VIII.4 Evolutie Crosstalks activiteiten 2003-2017
VIII.4 Evolutie Crosstalks activiteiten 2003-2017
De activiteiten van Crosstalks ontwikkelden zich geleidelijk aan sinds 2003, waarbij om de twee jaar of jaarlijks de productie en de release van publicaties: How Open is the Future?(2005), Brave New Interfaces (2007), In Sickness and in Health(2009), The Boiling Frog (2009), We Can Change the Weather(2010), Welvaren Zonder Groei(2011) en Behoorlijk Duurzaam(2011). Vanaf 2011 werd de productie van de publicaties breder gespreid met meer tijd voor het uitbouwen van het netwerk en de activiteiten met AGE, From the anatomy of life to the architecture of living in 2016 en Roger Casterman – Topographe en Congo 1926-1936 in 2017.
De activiteiten van Crosstalks ontwikkelden zich geleidelijk aan sinds 2003, waarbij om de twee jaar of jaarlijks de productie en de release van publicaties: How Open is the Future?(2005), Brave New Interfaces (2007), In Sickness and in Health(2009), The Boiling Frog (2009), We Can Change the Weather(2010), Welvaren Zonder Groei(2011) en Behoorlijk Duurzaam(2011). Vanaf 2011 werd de productie van de publicaties breder gespreid met meer tijd voor het uitbouwen van het netwerk en de activiteiten met AGE, From the anatomy of life to the architecture of living in 2016 en Roger Casterman – Topographe en Congo 1926-1936 in 2017.
Sinds 2017 is Crosstalks ook partner van de transversale lessenreeks Redelijk Eigenzinnig van VUB, en in januari 2017 lanceerde Crosstalks samen met RHEA – Expertisecentrum gender, diversiteit en intersectionaliteit – de Fatima Mernissi Leerstoel.
Sinds 2017 is Crosstalks ook partner van de transversale lessenreeks Redelijk Eigenzinnig van VUB, en in januari 2017 lanceerde Crosstalks samen met RHEA –Expertisecentrum gender, diversiteit en intersectionaliteit – de Fatima Mernissi Leerstoel.
De piek in activiteiten in 2015 vindt haar oorzaak in de samenwerking met Brussels Academy en BRAL voor een serie van 11 lunchseminaries – ‘Exploring the Commons in Brussels’. In 2018 deed Crosstalks de interviews en eindredactie van het e-book over kritisch denken in opdracht van VUB Marcom en Foundation. Titel e-book: VUB kraakt kritische noten.
De piek in activiteiten in 2015 vindt haar oorzaak in de samenwerking met Brussels Academy en BRAL voor een serie van 11 lunchseminaries – ‘Exploring the Commons in Brussels’. In 2018 deed Crosstalks de interviews en eindredactie van het e-book over kritisch denken in opdracht van VUB Marcom en Foundation. Titel e-book: VUB kraakt kritische noten
De publicatie van het AGE boek in 2016 leidde in 2018 tot een serie interacties met het Koninklijk Paleis waarbij een persoonlijke audiëntie van Marleen Wynants met Koning Philippe, en deelname aan internationale vrouwendag lunch in Laken. Twee portfolios in het AGE boek – over Huis Perrekes en de voorstelling Tornar van Seppe Baeyens – leidden tot het officieel bezoek van het koningspaar aan Huis Perrekes in Oosterlo en het bezoek van het Belgisch koningspaar en het Franse presidentspaar Macron aan kunstencentrum La Vallée in Molenbeek, in aanwezigheid van Seppe Baeyens.
Koninklijk Paleis waarbij een persoonlijke audiëntie van Marleen Wynants met Koning Philippe, en deelname aan internationale vrouwendag lunch in Laken. Twee portfolios in het AGE boek – over Huis Perrekes en de voorstelling Tornar van Seppe Baeyens – leidden tot het officieel bezoek van het koningspaar aan Huis Perrekes in Oosterlo en het bezoek van het Belgisch koningspaar en het Franse presidentspaar Macron aan kunstencentrum La Vallée in Molenbeek, in aanwezigheid van Seppe Baeyens.

CROSSTALKS Project en Partner Events 2018
CROSSTALKS Project en Partner Events 2018
• 25/01 – In het kader van CPDP Expo + Social Event:Watching You Watching me
• 06/02 – Project Equal Access: Stamina or stress?
• 17/02 – Actiedag met participatietafels One Alarm, Many Voices
• 25/01 – In het kader van CPDP Expo + Social Event:Watching You Watching me
• 25/02 – Cafuné – KAAP Salon met Barbara Raes
• 06/02 – Project Equal Access: Stamina or stress?
• 06/03 – Fatima Mernissi Boekenkaravaan i.s.m. RoSa
• 17/02 – Actiedag met participatietafels One Alarm, Many Voices
• 08/03 – Ronde tafel Koninklijk Paleis Laken Internationale Vrouwendag
• 25/02 – Cafuné – KAAP Salon met Barbara Raes
• 20/03 – Redelijk Eigenzinnig: Robert Riener lecture
• 06/03 – Fatima Mernissi Boekenkaravaan i.s.m. RoSa
• 20/03 – Redelijk Eigenzinnig: Dolores Bouckaert: Galop
• 08/03 – Ronde tafel Koninklijk Paleis Laken Internationale Vrouwendag
• 27/04 – Leerstoel Casterman-Hamers: Coping with Complexity (Exhale – Laurence Malstaff)
• 20/03 – Redelijk Eigenzinnig: Robert Riener lecture
• 03/05 – Difference Day: Voices of resistance – Living Library
• 17/05 – Entr’acte Luc De Vuyst
• 20/03 – Redelijk Eigenzinnig: Dolores Bouckaert: Galop
• 25/05 – Seminarie Perrekes met o.a. Gehrard Jaeger n.a.v. officiële opening Villa Perrekes
• 27/04 – Leerstoel Casterman-Hamers: Coping with Complexity (Exhale – Laurence Malstaff)
• 28/05 – 09/06 – Bozar Occupied ism Bral e.a.
• 03/05 – Difference Day: Voices of resistance – Living Library
• 17/05 – Entr’acte Luc De Vuyst
• 01/06 – Fatima Mernissi Boekenkaravaan ism Imelda Instituut
• 25/06 – EA Cyborgs by necessity, not by choice
• 25/05 – Seminarie Perrekes met o.a. Gehrard Jaeger n.a.v. officiële opening Villa Perrekes
• 28/05 – 09/06 – Bozar Occupied ism Bral e.a.
• 19/09 – Bootcamp: Ademruimte ism Cel Duurzaamheid/Cathy Macharis
• 16/10 – RE Just Peace: Gertudis Van de Vijver: On Kant’s ‘To Perpetual Peace’
• 01/06 – Fatima Mernissi Boekenkaravaan ism Imelda Instituut
• 30/10 – RE Just Peace: Joes Segal: Art and Crisis
• 25/06 – EA Cyborgs by necessity, not by choice
• 09/11 - EA Workshop Architecture, Design and Health bij Perrekes
• 19/09 – Bootcamp: Ademruimte ism Cel Duurzaamheid/Cathy Macharis
• 18/11 - Symposium Complexity of Rhythms, CBK, A’dam (aanzet UNICA symposium in 2019)
• 25/11 – Ecopolis
• 16/10 – RE Just Peace: Gertudis Van de Vijver: On Kant’s ‘To Perpetual Peace’
• 27/11 – RE Just Peace: Sophie De Schaepdrijver
• 30/10 – RE Just Peace: Joes Segal: Art and Crisis
• 09/11 - EA Workshop Architecture, Design and Health bij Perrekes
• 29/11 – Fatima Mernissi Boekenkaravaan: literaire hommage aan Fattima Mernissi
• 07/12 – Signal Kanal (rondetafels ism RE)
• 18/11 - Symposium Complexity of Rhythms, CBK, A’dam (aanzet UNICA symposium in 2019)
• 25/11 – Ecopolis
• 11/12 – RE Just Peace: Nils Duquet
• 27/11 – RE Just Peace: Sophie De Schaepdrijver
• 29/11 – Fatima Mernissi Boekenkaravaan: literaire hommage aan Fattima Mernissi
• 07/12 – Signal Kanal (rondetafels ism RE)
• 11/12 – RE Just Peace: Nils Duquet
RUBRIEK 6 MENS & ORGANISATIE PERSONEELSVERSLAG
I. ALGEMEEN
Naar aanleiding van het deelbeleidsplan van de Dienst Personeel werd de dienst in 2015 voorzien van een nieuwe naam, Mens&Organisatie. De missie werd als volgt omschreven:
M&O ondersteunt als strategische partner de kerntaken door de verwachtingen van mens en universiteit op elkaar af te stemmen
Dit personeelsverslag bestaat vooral uit tabellen met gegevens over het personeelsbestand zoals ze werd opgesteld door de Vlaamse Interuniversitaire Raad op datum van 1/2/2018. Deze werkwijze voorziet in een betere vergelijkbaarheid over de jaren heen en tussen de verschillende universiteiten.
Het wordt aangevuld met het verslag over “het personeelsbeleid voor academisch personeel en de effecten ervan”, wat in hoofdzaak een beschrijvend karakter vertoont.
II. Personeelstabellen
a.
5. Administratief en technisch personeel
4. Wetenschappelijk personeel buiten
werkingsuitk.
3.
2. Integratiekader
(buiten)gewoon
ZAP
1. Zelfstandig academisch personeel
VUB personeelstabel uittreksel van de VLIR-personeelstabellen met de gegevens op 1 februari
Een verdere uitsplitsing op basis van categorie, wetenschappelijke discipline, geslacht, leeftijd, nationaliteit en anciënniteit kan teruggevonden worden in de publicatie ‘Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten’.1
De bijkomende data (bv nationaliteiten) en alle tabellen zijn in Excel te verkrijgen op het VLIR-secretariaat.
Tevens willen we verwijzen naar de verslagen over de evolutie van de financiële toestand en het personeelsbestand van het hoger onderwijs – sector universiteiten van het College van Regeringscommissarissen.2 Dit referentiewerk bevat de nodige inlichtingen inzake personeel en financiering.
III. PERSONEELSBELEID VOOR ACADEMISCH PERSONEEL EN
I. BELEIDSDOELEN: RETROSPECTIEF EN PROSPECTIEF
De bijeengebrachte cijfergegevens van de VLIR laten toe na te gaan welke impact beleidsmaatregelen hebben op de personeelsbezetting en hoe de genderverhoudingen evolueren binnen de verschillende personeelscategorieën. De evolutietabellen tonen de ontwikkeling van de verschillende data in de periode 1996-2018.
De beleidsdoelen inzake academisch personeel liggen sinds een tiental jaren vervat in de combinatie van de beheersing van de loonkosten met het oog op het behoud van het begrotingsevenwicht aan de ene kant en de versterking van het aanwezige potentieel aan de andere kant.3
a) ZAP-formatie
- De ZAP-formatie kent na een stijging in 2017 met 5% een stagnatie in 2018.
- In het licht van de veralgemening van de aanwezigheid van docenten in het tenure trackstelsel en de daardoor noodzakelijk geworden ‘inhaaloperatie’ ten aanzien van de reeds in dienst zijnde docenten, wordt het bevorderingsbeleid met ingang van 2015 lichtjes bijgestuurd volgens de lijnen uitgezet door de Raad van Bestuur in zijn zitting van 1 april 2014.
- Het genderevenwicht blijft hetzelfde als in 2017. Extra maatregelen werden genomen om dit te verbeteren (gelijkheidsplan).
b) AAP-formatie
- Het aantal assistenten daalt met 5% VTE t.a.v. 2017.
- De autonomie van de faculteiten die vastgelegd werd in het Organiek Statuut legt een grotere inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid bij de faculteiten. Het aantal doctor-assistenten in de AAP-formatie is dan wel niet meer gebonden aan vooraf vastgestelde normen of contigenten maar wordt door de faculteiten ingevuld op grond van noden, opportuniteiten en budgettaire mogelijkheden.
Met de goedkeuring van het Reglement voor het zelfstandig academisch personeel, de gastprofessoren en de vervangers (Raad van Bestuur 29 september 2015) werd een verdere stap gezet in de responsabilisering van de faculteiten, die tegelijkertijd instaan voor het goede beheer van de hen toegewezen financiële middelen alsook de kwaliteitscontrole bij het uitvoeren van het academisch personeelsbeleid (instroom – doorstroom – uitstroom).
II. BEVORDERINGS- EN SELECTIEBELEID
De grondslagen van dit beleid liggen vast in het reglement inzake het zelfstandig academisch personeel en wel doorheen de procedures inzake aanwervingen, evaluatie en bevorderingen.
Uitgangspunt daarbij is het verschuiven van de initiële verantwoordelijkheid over aanwerving, evaluatie en bevordering van de centrale academische overheid naar de faculteiten. Dit vereist o.a. een verdere professionalisering van de facultaire selectiecommissies en Evaluatie- en Bevorderingscommissies (EBC), met inbegrip van opleiding en begeleiding van de leden van deze commissies inzake HR-beleid.
1 http://www.vlir.be/media/docs/VLIR_Personeelsstatistieken%202018_rapport.pdf
2 https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/rapporten-van-het-college
3 VLIR-statistieken, p. 123
Ook de totstandkoming van de ZAP-competentietoetsen, en de tools die daarbij worden ontwikkeld dragen bij tot de verdere professionalisering van het personeelsbeleid inzake selectie, evaluatie en bevordering.
Rond de evaluatie van het ZAP is o.l.v. de vice-rector Onderwijs- en Studentenbeleid een oefening gestart om de studentenfeedback te valoriseren. Aangezien studenten belangrijke belanghebbenden bij het onderwijs zijn, wordt hen expliciet om hun mening over dat onderwijs gevraagd. Eén van de instrumenten aan de hand waarvan dat gebeurt, is de enquête waarmee naar de studentenfeedback wordt gepeild. Alle bachelor- en masteropleidingen, alsook de specifieke lerarenopleiding en de schakel- en voorbereidingsprogramma’s, worden jaarlijks door middel van deze enquête door de studenten geëvalueerd.
Deze enquête heeft een meervoudig doel. De resultaten bieden inzicht in de mate waarin studenten tevreden zijn over de kwaliteit van het onderwijs. De feedback van studenten kan de docenten, de opleidingsraden en de instelling helpen om te reflecteren over de kwaliteit van het onderwijs, eventuele problemen te detecteren en bij te sturen en het onderwijs verder te optimaliseren. De kwantitatieve feedback wordt bovendien door de instelling gebruikt voor rapporteringsdoeleinden en kwaliteitsborging. De kwalitatieve feedback wordt in eerste instantie door de docenten gebruikt met het oog op kwaliteitsverbetering.
Daarnaast behoren de resultaten van de enquête tot de elementen die worden opgenomen in het academisch dossier van het ZAP om te worden betrokken bij de evaluatie- en bevorderingsprocedure van het ZAP.
III. PRESTATIEBELONING - CORYFEEENTOESLAG
Voor een goed begrip der zaken dient duidelijk gesteld wat onder beide begrippen moet verstaan worden.
De coryfeëentoeslag slaat op de premie die het universiteitsbestuur op grond van artikel V.39 Codex Hoger onderwijs jaarlijks kan toekennen na evaluatie van de geleverde prestaties van de leden van het academisch personeel. Tot op heden werd van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Als reden daarvoor kan onder meer de beperktheid van de budgettaire marges naar voor gebracht worden. Het verlenen van coryfeëenpremies wordt door het universiteitsbestuur alleszins ondergeschikt geacht aan het voeren van een billijk bevorderingsbeleid waarvoor slechts een krappe enveloppe uitgetrokken wordt. Anderzijds dient het toekennen van dergelijke premies onderworpen te zijn aan een strikt voorwaardenbeleid. De modaliteiten daarvan zijn evenwel nog niet vastgesteld.
Prestatiebeloning: sedert 2012 zijn andere vormen van variabele beloning goedgekeurd:
- Bijkomende vergoedingen voor beleidstaken en administratieve projecten (rector, vicerectoren, opdrachthouders), goedgekeurd door de Raad van Bestuur 3 juli 2012.
- Bijkomende vergoeding voor beleidstaken voor decanen, goedgekeurd door de Raad van Bestuur 9 oktober 2012.
- Persoonlijke vergoedingen in het kader van wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening en vergoedingen in het kader van postacademische vorming, goedgekeurd door de Raad van Bestuur 3 juli 2012.
IV. OPVOLGING VAN DE PERSONEELSEVALUATIE - VORMING VAN DE PERSONEELSLEDEN (ONDERWIJSKUNDIGE KWALIFICATIES, DOCENTENTRAINING, OM- EN BIJSCHOLINGEN)
De informatie over deze activiteiten is terug te vinden in het onderwijsverslag.
V. VERHOUDING ONDERZOEKS-/ONDERWIJSACTIVITEITEN
Actueel bevat noch het personeelssysteem noch het CALI-bestand voldoende informatie om hierop een gedetailleerd antwoord te verstrekken. Elementen van antwoord zijn wel terug te vinden in het onderzoeks- en het onderwijsverslag zelf.
VI. SAMENWERKING MET ANDERE UNIVERSITEITEN EN HOGESCHOLEN
Zie hiervoor het hoofdstuk “Universitaire Associatie Brussel”. Voor het overige komt dit onderwerp ook uitgebreid aan bod in het onderwijsverslag en het onderzoeksverslag.
VII. PERCENTAGE FACULTAIRE MEDEWERKERS MET EEN BEPAALD AANTAL JAREN BUITEN DE HUIDIGE INSTELLING
Bij de huidige stand van zaken kan deze informatie niet gedistilleerd worden uit het personeelssysteem. Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat dit in de toekomst gemakkelijk zal kunnen aangeleverd worden.
VIII. REGLEMENTERINGEN
Naar aanleiding van de invoering van een nieuw Organiek Statuut met ingang van het academiejaar 2015-16 worden alle bestaande personeelsreglementen aangepast. Tevens maken we van deze gelegenheid gebruik om de kwaliteit van de procedures te verhogen en de planlast te verlagen.
Naast de procedurele aanpassingen (nieuwe universitaire beslissingsorganen) worden een aantal grondige wijzigingen ingevoerd, waaronder de volgende:
• alle ZAP-aanstellingen met een omvang van minder dan 50% worden voortaan door het bestuur (d.w.z. de faculteiten, resp. IDLO, IES en VECO-Board) beslist. Dit kadert in een doorgedreven autonomie aan de faculteiten die een centrale rol zullen spelen in het beleid inzake academisch personeel. Benoeming en bevordering (ongeacht de omvang ervan) en ZAP-aanstellingen met een omvang van 50% VTE en meer worden door de academische raad beslist;
• de beschikbaarheid van academisch personeel tijdens en na de examens wordt geregeld;
• de samenstelling van de EBC en de selectiecommissie wordt herzien;
• naar analogie met het ZAP-reglement, en in het kader van de uitgebreide beslissingsbevoegdheden van de faculteiten, worden alle beslissingen inzake AAP-dossiers (aanstelling, hernieuwing, uitbreiding, herleiding enz.) voortaan door de faculteit genomen, met uitzondering van de aanstelling van doctor-assistenten met een opdracht van 50% VTE en meer. Deze laatste worden door de academische raad beslist;
• de invoering van een reglement voor het wetenschappelijk en pedagogisch personeel, dat van toepassing zal zijn op wetenschappelijke medewerkers, pedagogische medewerkers, postdoctorale wetenschappelijke medewerkers en onderzoeksleiders.
• de aanpassing van het reglement voor de rangschikking van leden van het onderwijzend personeel van groep 3 van de academische hogeschoolopleidingen in het universitaire ZAP-kader
• de invoering van een richtlijn voor onbezoldigde medewerkers.
IX. EVALUATIE ZAP
De procedure met betrekking tot de evaluatie van ZAP-leden onderging een grondige wijziging door de inwerkingtreding van het reglement voor het zelfstandig academisch personeel, de gastprofessoren en de vervangers op 1 oktober 2015.
Deze werd niet aangepast in 2018.
RUBRIEK 7 STUDENTENVOORZIENINGEN
1. INLEIDING
We enten dit jaarverslag, dat het academiejaar 2017-2018 bespreekt, op het beleidsplan studentenvoorzieningen 20142018 zoals goedgekeurd op 3 oktober 2013. Het jaarverslag is gestructureerd volgens de werkvelden beschreven in de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, zoals gewijzigd.
Het besluit van de Vlaamse regering houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap van 4 februari 1997 is verouderd. De volgens het uitvoeringsbesluit voorgestelde structuur is niet meer aangepast aan de recente decreetgeving. Dat impliceert dat we in dit jaarverslag, binnen de structuur opgelegd door de Codex Hoger Onderwijs, de gegevens rapporteren waarover de universiteit moet rapporteren volgens het uitvoeringsbesluit. Voor de rapportage over de ombudspersoon, studieadvies en studentenbegeleiding (in de context van studiebegeleiding) verwijzen we naar het onderwijsverslag van de VUB.
Studentenzaken neemt de beleidsvoorbereiding Studentenvoorzieningen op. Dit departement behoort tot het rectoraat en bevindt zich onder de academische verantwoordelijkheid van de vicerector Onderwijs- en Studentenbeleid.
De Studentenraad heeft door het bestuur gedelegeerde beslissingsbevoegdheden met betrekking tot de studentenvoorzieningen. De Stuvoraadwerking aan de VUB beperkt zich dan ook tot de adviesbevoegdheden die het decreet strikt oplegt. De Studentenraad en de Raad van Bestuur kiezen ervoor om de samenstelling van de Studentenraad en de Stuvoraad zoveel mogelijk gelijk te houden. Om te voldoen aan de decretaal opgelegde samenstellingsvoorwaarden voor de Stuvoraad, zijn we soms genoodzaakt een extra lid met het te weinig vertegenwoordigde geslacht toe te voegen aan de Stuvoraad
De VUB ontvangt van de Vlaamse Overheid jaarlijks meer dan 2 miljoen euro middelen voor studentenvoorzieningen (€2.147.132 in 2018).
De Vlaamse Overheid subsidieert in principe niet voor studenten die geen onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte (EER). Behalve wanneer die studenten voldoen aan bepaalde voorwaarden of voor zover hun aandeel niet meer dan twee procent van het totale aantal studiepunten bedraagt die voor de subsidieberekening in aanmerking worden genomen. Dat betekent dat initiatieven specifiek voor niet-EER-studenten of studenten die geen initiële opleiding volgen enkel gerealiseerd kunnen worden voor zover de beschikbare budgetten het toelaten.
De Vrije Universiteit Brussel investeert jaarlijks via eigen middelen – bijvoorbeeld circa €332.000 via inkomsten van de studiegelden – in (studenten)voorzieningen. De inkomsten van uitbating van het studentenrestaurant en de studentenhuisvesting – respectievelijk meer dan twee miljoen euro en meer dan vier miljoen euro - zetten we systematisch in voor studentenvoorzieningen.
De werking van verschillende studentgerichte diensten bekostigen we verder via andere overheidssubsidies of via publiek-private samenwerkingen
Naar aanleiding van de integratie van de academiserende hogeschoolopleidingen in de universiteit hebben we, conform de decretale bepaling, een protocol studentenvoorzieningen met de Erasmushogeschool Brussel (EhB). Tijdens de looptijd van deze overeenkomst organiseert de EhB de studentenvoorzieningen voor de groep studenten Industriële Wetenschappen. Voor deze dienstverlening betaalt de VUB €95 per student. Maar de studenten Industriële Wetenschappen hebben steeds minder les op de Brussels Technology Campus. De eerstejaarsstudenten Industriële Wetenschappen bevinden zich al minstens één dag per week op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Ze vertoeven er steeds meer, zeker naarmate hun opleiding vordert. De Studentenraad heeft expliciet de wens uitgesproken om deze overeenkomst op korte termijn stop te zetten. De Studentenraad motiveert dat de VUB-studentenvoorzieningen voor de betrokken studenten gunstiger zijn dan die van de EhB.
De Vrije Universiteit Brussel ontwikkelt activiteiten op elk decretaal bepaald werkveld studentenvoorzieningen.
Principieel is de toegang tot de studentenvoorzieningen voor alle VUB-studenten open, onafhankelijk van het type van inschrijvingscontract, het verblijfsstatuut of het aantal studiepunten dat studenten volgen. Hiermee hanteren we een bredere toegang dan wat artikels II.338 en II.340 van de Codex Hoger Onderwijs opleggen.
De toekenning van concrete studentenvoorzieningen (zie artikel II.339 van de Codex Hoger Onderwijs) kan aan specifieke voorwaarden verbonden zijn. Concreet gaat het over het kunnen huren van een studentenkamer en over de toekenning van financiële ondersteuning aan studenten. Gezien de schaarste en/of de kostprijs werkt de Vrije Universiteit Brussel respectievelijk met een prioriteitenbeleid en/of selectieve toekenningscriteria.
Op 8 november 2018 keurde de Studentenraad een beleidsplan studentenvoorzieningen voor de volgende beleidsperiode (2019-2023) goed. Dit jaarverslag is dus het afsluitende verslag voor de vorige beleidsperiode (2014-2018).
2. ALGEMENE (WERKVELDOVERSCHRIJDENDE) STRATEGISCHE EN OPERATIONELE DOELSTELLINGEN
Algemene doelstellingen situeren zich in de eerste plaats op:
De uitvoering van werkveldoverschrijdende decretale verplichtingen
Gezond management
Veiligheid
Daarnaast spitsen onze algemene doelstellingen zich toe op de uitvoering van flankerend beleid, zoals:
Internationalisering
Gelijke kansen
Duurzaamheid
Onderwijsbeleid
Als laatste zijn er algemene doelstellingen die streven naar een implementatie van maatschappelijke waarden. Verschillende van de vermelde algemene werkveldoverschrijdende doelstellingen concretiseren we verder in dit verslag per werkveld.
We enten ons met studentenvoorzieningen op het inclusief diversiteitsbeleid van de Vrije Universiteit Brussel en de beleidsdoelstellingen van het vroegere aanmoedigingsfonds. Daarbij passen we het “design for all”-principe toe. Dat betekent dat we voor onze dienstverlening liever vertrekken vanuit de brede nodeninschatting van alle studenten, dan enkel vanuit een doelgroepenbeleid. We willen ook bewust het stigmarisico indijken.
Dat neemt niet weg dat focus op de specifieke noden van doelgroepen nodig kan zijn. Voor twee doelgroepen nemen we vanuit studentenvoorzieningen expliciet de leiding in de beleidsondersteuning: studenten met een financiële nood en kotstudenten. Niet toevallig doelgroepen waarvan de kenmerken nauwelijks onderwijsbeleidsimpact hebben, maar waarvan de noden raken aan de randvoorwaarden om te kunnen studeren. De dienstverlening aan deze beide doelgroepen beschrijven we later in dit jaarverslag in detail.
Ook de noden van sommige groepen internationale studenten kunnen hoog zijn. De Vlaamse Overheid geeft geen expliciete subsidiëring voor studentenvoorzieningen van niet-Europese studenten. Daarom kunnen we slechts zeer beperkt budgetten studentenvoorzieningen uittrekken voor specifieke begeleiding van deze studentengroep. We garanderen wel dat deze groep studenten toegang heeft tot alle universele studentenvoorzieningen. Verder stemmen we voor deze internationale doelgroepen af op het internationaliseringsbeleid
Nieuw in 2018
Er zijn inspanningen geleverd om de internationale studenten beter bij het beleid te betrekken. Ook de Studentenraad toont een hoge betrokkenheid bij het internationaal beleid. Voor de Studentenraad 2017-2018 werd voor het eerst een internationale student verkozen die geen Nederlands spreekt, noch begrijpt. Om haar participatiekansen aan de Studentenraad te maximaliseren, voorzag het vicerectoraat Onderwijs- en Studentenbeleid tijdens de plenaire vergaderingen fluistertolken.
Het International Student Platform organiseerde in februari 2018 een eerste editie van de VUB-studentenconferentie. De deelnemers, zowel Belgische als internationale studenten, wisselden er tijdens focusgroepen en een plenaire sessie met het bestuur van de universiteit van gedachten over onder andere volgende thema’s:
De rol van studenten binnen internationalisering;
Manieren waarop lokale en internationale studenten met elkaar in interactie kunnen gaan buiten de lesuren;
Het versterken van het leiderschap en engagement van studenten aan de VUB;
De integratie van vluchtelingen-student en migratiestudenten aan de VUB.
In april 2018 startten aan de VUB de inschrijvingen voor InCAMPUS. Dit is een voorbereidend programma dat 20 student-vluchtelingen de benodigde taal- en studievaardigheden wil bijbrengen om een universitaire opleiding succesvol af te ronden. In aanloop naar de start van het programma organiseerde de VUB samen met BON (het Brusselse onthaalbureau) een reeks dialoogtafels rond het thema ‘universitair leven in Brussel’. Tijdens die tafels brachten we de VUB-vluchtelingenstudenten die deel zullen uitmaken van het InCAMPUS-programma samen met lokale studenten, academici en andere VUB-medewerkers. Bedoeling was om elkaar op die manier te leren kennen en van elkaar te leren.
We streven er steeds meer naar om in al onze studentgerichte activiteiten expliciet rekening te houden met welzijn en gezondheid van de studenten. Deze doelstelling werd eind 2017 opgenomen in het algemeen strategisch plan van onze instelling. We gaven het in 2018 een doorvertaling in het beleidsplan studentenvoorzieningen 2019-2023.
In de lente van 2018 startte het vicerectoraat onderwijs- en studentenbeleid het beleidsvoorbereidend onderzoek “klankbordgroepen”. Met het onderzoek willen we de stem van kwetsbare groepen binnen onze studentenpopulatie aan boord halen: studenten met een migratie achtergrond en/of met financiële noden, studenten die zij-instromers zijn, studenten met een een functiebeperking en LGBTQ+ studenten. We brengen in kaart welke ondersteuningsbehoeften deze studenten in het algemeen op de VUB hebben, maar ook op meer specifieke domeinen: studieloopbaan, mobiliteit en infrastructuur, studentenleven/welzijn en studentenparticipatie. We verwachten de resultaten van het onderzoek tegen de zomer van 2019. Op basis daarvan willen we aanbevelingen formuleren voor het herzien van ons studentenbeleid.
instromers zijn, studenten met een een functiebeperking en LGBTQ+ studenten. We brengen in kaart welke ondersteuningsbehoeften deze studenten in het algemeen op de VUB hebben, maar ook op meer specifieke domeinen: studieloopbaan, mobiliteit en infrastructuur, studentenleven/welzijn en studentenparticipatie. We verwachten de resultaten van het onderzoek tegen de zomer van 2019. Op basis daarvan willen we aanbevelingen formuleren voor het herzien van ons studentenbeleid.
Kengetallen en trends
Kengetallen en trends






Evolutie studentenaantallen
















Totaal aantal studenten
aantal studenten in DHO
aantal studenten in basisopleiding
aantal doctoraatstudenten
aantal niet-EU-studenten (in DHO)
aantal gaststudenten








Figuur 1: Aantal studenten aan de VUB sinds academiejaar 2013-2014. We ontvangen enkel subsidies voor studenten, geregistreerd in de databank Hoger Onderwijs (DHO) met een inschrijving in een basisopleiding.1
De subsidiëring echter blijft, ondanks het sterk toenemend aantal studenten en de sterk toenemende diversiteit binnen de studentenpopulatie, min of meer stabiel.
Personeel
We stelden geen centrale personeelsleden voor werkveldoverschrijdende taken aan op afdeling III. Alle werkzaamheden worden verricht door personeel aangesteld via werkings- of patrimoniumgelden.
Resultaten en betoelaging
Zie resultaten 2018.
1 Niet-EER-studenten zijn afkomstig uit een land dat geen lid is van de Europese Unie, noch IJsland of Noorwegen.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische werkveldoverschrijdende doelstellingen VUB
We voeren het studentenvoorzieningen van 29 juni 2012 uit.
Operationele doelstellingen
Indicatoren
We stemmen de werking van de Stuvoraad af met deze van de Studentenraad vanaf 2013-2014.
We implementeren de integratie van de geacademiseerde opleidingen op vlak van studentenvoorzieningen.
De reglementen van de Stuvoraad zijn goedgekeurd en afgestemd met reglementen van de Studentenraad (2014).
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018).
Projectleider
Evaluatie 2018
Vicerector studentenbeleid Uitgevoerd
Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd - De Studentenraad heeft ondertussen principieel beslist de denkpiste uit te werken om de overeenkomst met EhB op te zeggen vanaf 2017-2018. Hieraan zijn praktische en diplomatieke obstakels verbonden. Uitvoering moet nog gebeuren. Een gedeelte van de loonkost voor studentenvoorzieningen Erasmushogeschool Brussel wordt geïmputeerd op de begroting afdeling III (2014-2018).
Stafmedewerker begroting Uitgevoerd
We volgen de uitvoering van het beleidsplan studentenvoorzieningen op.
We consolideren de begroting afdeling III om transparant te kunnen rapporteren m.b.t. verschillende decretale werkvelden studentenvoorzieningen.
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag met formulering van aandachtspunten voor de toekomstige werking (2014-2018).
Transparante financiële rapportering per decretaal werkveld studentenvoorzieningen (2014-2018).
Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd
Stafmedewerker begroting Uitgevoerd
Transparante rapportering van personeelskader en personeelskost per decretaal werkveld studentenvoorzieningen (2014-2018).
Directeur personeel Uitgevoerd
We bouwen een rechtvaardig en financieel duurzaam beleid studentenvoorzieningen uit.
We bouwen studentenvoorzieningen maximaal universeel uit.
Transparant aanbod van studentenvoorzieningen (2014-2018).
Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd - Het beleidsplan en jaarverslag creëert transparantie voor het management, het bestuur en de overheid; - Het studentenportaal student. vub.be biedt transparantie aan de gehele studentenpopulatie.
We kennen studentenkamers VUB en financiële ondersteuning van studenten toe volgens specifieke voorwaarden of prioriteiten.
We evolueren naar maximaal cashless betalen.
Transparante bepaling van de prijs voor de verschillende studentenvoorzieningen (ten laatste in 2018).
Selectiecriteria zijn duidelijk zowel voor de studenten als voor de verschillende diensten van de VUB.
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018).
Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd - De prijzen worden jaarlijks geïndexeerd volgens de consumptie index.
Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd
- De selectiecriteria zijn duidelijk via het beleidsplan en de beleidsbeslissingen van de Stuvoraad;
- De selectiecriteria zijn voor studenten duidelijk via het studentenportaal STUDENT. VUB.BE. We maximaliseren de veiligheid van de financiële verrichtingen
Jaarlijkse verbetering van de verhouding cash/ cashless betalingen (2014-2018).
Afdelingshoofd studentenbeleid Deels uitgevoerd
- In 2017 werd een initiatief opgestart om te kunnen betalen via smartphone (= Payconiq). Dit sloeg/slaat echter niet aan.
- Met de mobiele app van Bancontact is het voortaan mogelijk om contactloos met je smartphone te betalen.
- Alle technische mogelijkheden worden vandaag nog niet optimaal benut.
We volgen het gelijkekansenbeleid op en sluiten erbij aan m.b.t. het domein studentenvoorzieningen.
We zijn betrokken bij het opstellen van het beleid aanmoedigingsfonds.
Beleid aanmoedigingsfonds goedgekeurd op Studentenraad in 2014.
Diensthoofd studentenwerking
- Niet uitgevoerd, als gevolg van de beslissing van de Vlaamse Overheid om het aanmoedigingsfonds stop te zetten.
- We blijven betrokken bij het gelijkekansenbeleid, in het bijzonder voor wat studenten met financiële noden betreft.
- In 2017 ontvingen we VUB-projectgelden voor klankbordinput door groepen van kwetsbare studenten. Het project, aangestuurd door studentenzaken en Studiebegeleiding is gestart in 2018.
We stellen een beroepsprocedure op m.b.t. beslissingen selectieve voorzieningen.
Beroepsprocedure bepaald in 2014.
Jaarlijkse opvolging in het jaarverslag (20142018).
We zorgen ervoor dat studenten van alle culturen zich welkom voelen op de universiteit.
Dienstverlening vanuit een inclusieve visie, maximaal toegankelijk voor elke student (20142018).
Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd
- Er zijn geen beroepen behandeld in de periode 2015 -2018.
- De beroepsprocedure is in 2018 verruimd naar het volledige gebied studentenvoorzieningen én in een reglement gegoten.
Afdelingshoofd studentenbeleid We blijven zoeken naar een evenwicht
- Traditioneel kritische, taboedoorbrekende en folkloristische studentikoziteit lokt soms ongewild onbegrip uit bij sommige studenten met een ander waardenpatroon. Dit onbegrip botst af en toe met de waardencultuur binnen de traditioneel studentikoze studentengemeenschap die expliciet gebruik maakt van het recht op vrije meningsuiting en regelmatig bewust provoceert. - BSGgtgv en de Studentenraad blijven werken aan best-practices.
We gaan niet in op vragen vanuit levensbeschouwelijke hoek. We baseren ons op het beginsel van Vrij Onderzoek ten bate van de vooruitgang van de mensheid. Dit houdt de verwerping in van elk louter gezagsargument en de waarborg van vrije oordeelsvorming.
Geen louter levensbeschouwelijk geïnspireerde beperkingen of voordelen2 (2014-2018).
Afdelingshoofd studentenbeleid Uitgevoerd - We realiseerden dit binnen het beleidsplan 2014-2018; - We hebben sinds 2014 geen nieuwe, formele vragen voor aanpassingen in functie van levensbeschouwing ontvangen. Al weten we wel dat deze vragen bij sommige moslimstudenten leven, in het bijzonder wat halalvoeding en gebedsruimten betreft.
We volgen het internationaliseringsbeleid op en sluiten erbij aan m.b.t. het domein studentenvoorzieningen.
We nemen deel aan de Raad Internationaal Beleid en het International Student Platform.
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018).
Diensthoofd studentenwerking Uitgevoerd
2 Bijvoorbeeld geen investering in gebedsruimtes of door geloofsovertuiging voorgeschreven voedingsaanbod, …
We volgen het duurzaamheidsbeleid op en sluiten erbij aan m.b.t. domein studentenvoorzieningen
We nemen deel aan de stuurgroep duurzame ontwikkeling
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018
Diensthoofd studentenwerking
Deels uitgevoerd
- We zijn geen lid meer van de commissie duurzaamheid, maar participeren meer dan ooit in andere initiatieven via samenwerking met de dienst preventie en milieu;
- De fietswerkgroep is niet samen gekomen in 2017 (maar is weer operationeel vanaf begin 2018);
We professionaliseren de communicatie m.b.t. studentenvoorzieningen.
We publiceren de informatie m.b.t. studentenvoorzieningen op het studentenportaal MY. VUB en op de externe website.
Informatie voor studenten wordt gepubliceerd op MY.VUB (2014-2018) in het Nederlands en het Engels.
Diensthoofd Infopunt Studenten Uitgevoerd
We ondersteunen studenten om zich te ontwikkelen tot kritische wereldburgers, die bereid en bekwaam zijn tot constructief denken en handelen in de samenleving.
We stimuleren en ondersteunen extra curriculair engagement bij studenten.
Informatie voor potentiele studenten wordt gepubliceerd op www.vub. ac.be in het Nederlands en het Engels (20142018).
Studentenvertegenwoordigers en andere studenten die engagement opnemen kunnen flexibiliteitsmaatregelen genieten en worden praktisch en inhoudelijk ondersteund (2014-2018).
Extra curriculaire activiteiten worden aangemoedigd door goede communicatie van mogelijkheden naar studenten, bekendmaking van eventueel vrijwilligerswerk, ondersteuning van studentenkringen actief op sociaal en maatschappelijk vlak (2014-2018).
Directeur Marcom Uitgevoerd
Diensthoofd studentenwerking Uitgevoerd - Dit is structureel opgenomen in het Onderwijs- en Examenreglement en in het Participatiereglement.
Diensthoofd studentenwerking
Uitgevoerd
- We communiceren systematisch via nieuws op student. vub.be;
- Het aanbieden van vrijwilligerswerk loopt nu via https:// www.vub.ac.be/careercenter/ vrijwilligerswerk en http://www. vub.ac.be/en/careercenter/ volunteering
We stimuleren onze studenten om interculturele competenties te verwerven.
Minimum 3 activiteiten die gericht zijn op de dubbele doelgroep (Vlaamse en internationale studenten).
Afdelingshoofd internationaal beleid
Uitgevoerd
- We realiseerden diverse activiteiten en projecten met een dubbele doelgroep (Vlaamse en internationale studenten):
o Taaltafels in 6 talen;
o Buddysysteem en buddyactiviteiten;
o Kick Off the Campus-activiteiten;
o Welcome Week-activiteiten van ESN VUB-EhB Brussel.
- The International Student Platform organiseerde activiteiten, zoals the International Games op 9/5/2017. Internationale en Vlaamse studenten konden op het sportveld samen internationale sporten beleven.
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
Opportuniteiten en bedreigingen
We moeten bewaken dat voldoende aandacht van de vicerector Onderwijs- en Studentenzaken kan gaan naar het beleid studentenzaken.
Het Fablab is verhuisd van Brussels Technology Campus naar de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Dat biedt opportuniteiten om de samenwerkingsovereenkomst met de EhB over de studentenvoorzieningen voor de studenten uit de geacademiseerde opleiding Industriële Wetenschappen op de Brussels Technology Campus te beëindigen.
Er bestaat een spanningsveld tussen de rol van de staf Studentenzaken als inhoudelijke ondersteuner en beleidsvoorbereider enerzijds, en als secretaris van de Studentenraad en de Stuvoraad anderzijds. Die functie bestrijkt – atypisch in vergelijking met de andere organen van de VUB – een heel breed aandachtsveld van dossiers. Daardoor is er vaak nog heel wat afstemwerk vlak voor de agendering van vergaderdocumenten nodig.
3. VOEDING
De VUB-campussen bieden een ruim aanbod aan cateringfaciliteiten:
Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus:
o Studentenrestaurant en cafetaria in eigen uitbating;
o Diverse eet- en drankgelegenheden uitgebaat door concessiehouders (Complex, KultuurKaffee3 en Opinio).
Brussels Health Campus:
o Studentenrestaurant en cafetaria uitbesteed aan de facilitaire dienst van het UZ Brussel;
o Personeelsrestaurant van het UZ Brussel (in perioden dat het studentenrestaurant gesloten is);
o Cafetaria De Link uitgebaat door de Erasmushogeschool Brussel;
o Studentencafé Tempus uitgebaat door studenten.
Brussels Technology Campus:
o Catering verzorgd door de Erasmushogeschool Brussel.
Andere cateringmogelijkheden op de campussen:
o Levering van broodjes en dranken voor studentenactiviteiten, materiaalverhuur, enzovoort;
o Automaten met warme en koude dranken, versnaperingen, fruit, brood, enzovoort.
Rond de campussen en in Brussel zelf zijn er verder nog tal van eet- en drankgelegenheden.
Tot vóór 2017 was er jaarlijks een gestage toename van het aantal studenten dat een maaltijd gebruikt in de studentenrestaurants. In die mate dat het restaurant op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus tijdens de piekmomenten kampt met een steeds acuter gebrek aan zitplaatsen. Maar de klantentevredenheid over de restaurants op de campussen is hoog
We passen zowel voor de VUB-studenten als studenten van andere hoger onderwijsinstellingen een universele prijsvermindering toe.
Nieuw in 2018
In 2017 stelden we voor het eerst sinds jaren een daling vast in het aantal door studenten verbruikte maaltijden. Daartegenover stond een sterkere stijging van het aantal geserveerde personeelsmaaltijden. In 2018 merken we een zelfde evolutie op. Voor die evolutie zijn een aantal hypotheses mogelijk. Het kan gaan om een verschuiving als gevolg van een beleidsbeslissing van de Studentenraad om, sinds 2016, de studentenprijzen in het restaurant jaarlijks te indexeren. Daardoor zijn de gemiddelde studentenprijzen in het restaurant ondertussen hoger dan de prijzen voor personeel die niet geïndexeerd worden. Dat artefact leidt ertoe dat doctorandi, die zowel een studenten- als personeelskaart bezitten, hun personeelskaart tonen in het studentenrestaurant. Zo genieten ze van een goedkoper maaltijdtarief. Naast deze hypothese kan de daling in de studentenmaaltijden ook te maken hebben met het plaatsgebrek in het studentenrestaurant, de enorme stijging van de broodjesverkoop in de cafetaria of de beschikbaarheid van goedkope(re) maaltijden en voeding via de supermarkten.
Om de bediening te optimaliseren, reorganiseerden we de restaurant- en cafetariatogen van het studentenrestaurant op de Brussels Health Campus
In het restaurant op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus maakten we, op vraag van de internationale studenten, alle bancontact-toestellen compatibel met Maestro-betaalkaarten. Op de Brussels Health Campus was dat al het geval.
In het XY-nieuwbouwproject zal een nieuwe culturele horeca-aangelegenheid uitgebaat worden. De onderhandelingsprocedure voor het toewijzen van de concessie ervan startte in het voorjaar van 2018. We nodigden de coördinator studentenvoorzieningen van de studentenraad en de internationale studenten via het International Student Platform uit om input te geven over de wensen van de studenten voor wat openingsdagen, -uren, aanbod en inrichting betreft. De verzamelde suggesties namen we mee in de marktbevraging die werd gelanceerd. Ondertussen is de concessie toegewezen aan de nv Duvel-Moortgat met uitbating door de uitbaters van het Muntpunt Grand Café in Brussel. Het horecaconcept van de toekomstige uitbaters legt sterk de nadruk op duurzaamheid, betaalbaarheid en gezelligheid. De uitbaters zullen zich engageren om gezonde voeding en dranken aan te bieden en om te streven naar zero waste. Ze reiken, binnen het XY-gebouw waarin ze gehuisvest zullen zijn, bovendien de hand naar de cultuurwerking en naar de studentenverenigingen om waar mogelijk en wenselijk samen te werken. De opening van de horecagelegenheid is voorzien bij de start van het academiejaar 2019-202.
Aan de start van het academiejaar 2018-2019 voerde de studentenraad een enquête uit bij de studentengemeenschap. Daaruit kwam de vraag naar een uitbreiding van de openingsuren van de cafetaria en het studentenrestaurant prominent naar voor. Ook via andere kanalen werd de uitdrukkelijke wens voor avondopening van het studentenrestaurant op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus geuit. Aan dit idee zijn een aantal opportuniteiten te verbinden. Een avondopening kan een oplossing zijn voor diegenen die ’s avonds op de campus nog les hebben, studeren, werken of vertoeven en nog een maaltijd wensen te verbruiken. Op die manier zouden we het aantal restaurantgebruikers meer kunnen spreiden over de middag en avond. Dat zou de druk op de eetruimtes tijdens de middag kunnen verlagen. Een avondopening biedt ook mogelijkheden voor buurtbewoners en alumni om in het studentenrestaurant te komen eten. We leggen hier de link met onze taak als universiteit om maatschappelijke dienstverlening en een alumniwerking uit te bouwen. Het sluit ook naadloos aan bij het WeKonekt.brussels-verhaal. Om het draagvlak van de vragen uit de VUB-gemeenschap en de concrete financiële implicaties ervan na te gaan, zullen we een testperiode voor de avondopening organiseren tijdens het eerste semester van het academiejaar 2019 – 2020. We opteren voor een mock-up; het organiseren van enkel een bevraging is immers onvoldoende voorspellend voor het effectief gebruikmaken van het restaurant door de gebruikers. Het organiseren van deze test wordt ook opgenomen in het beleidsplan Studentenvoorzieningen 2019 –2023.
Kengetallen en trends
Aantal zitplaatsen in de studentenrestaurants
Restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus:
Studentenrestaurant: 1.250 zitplaatsen
Cafetaria: 480 zitplaatsen
Restaurant Brussels Health Campus:
Studentenrestaurant: 330 zitplaatsen
3 Het Kultuurkaffee werd gesloten en gesloopt in 2015 omwille van grote infrastructuurwerken. In nieuwbouwproject XY komt er nieuwe culturele horecazaak.
Prijzen middagmaal
Student4
Vegetarisch
Dagmenu’s + Vegetarisch Pasta Bar Wok Koude schotels
Student4 € 5,20
€ 5,20
Gast € 10,00
Gast € 10,00
€ 5.00
€ 5.00
€ 10,00
€ 10,00
€ 4,90
€ 4,90
€ 10,00
€ 10,00
€ 4.90
€ 4.90
€ 10,00
€ 10,00
Tabel 1: Prijzen middagmalen voor het academiejaar 2017-2018. Elk menu bestaat steeds uit soep, hoofdschotel en dessert.
Tabel 1: Prijzen middagmalen voor het academiejaar 2016-2017. Elk menu bestaat steeds uit soep, hoofdschotel en dessert.
Prijzen cafetaria
Prijzen cafetaria
! Assortiment broodjes: van €1,30 tot €3,30
Assortiment broodjes: van €1,30 tot €3,30
! Koffiekoeken en gebak: van €1,00 tot €1,80
! Water en frisdranken: van €1,00 tot €1,60
Koffiekoeken en gebak: van €1,00 tot €1,80
Water en frisdranken: van €1,00 tot €1,60
! Warme dranken: van €1,10 tot €1,60
Warme dranken: van €1,10 tot €1,60
Prijzen catering
Prijzen catering
Koffiepauzes: van €2,50 tot €5,00
! Koffiepauzes: van €2,60 tot €5,00
Broodjeslunches: van €7,00 tot €10,50
All-in lunch met soep, salad bar, hoofdgerecht, drank en dessert + voorbehouden tafels: €11,50
! Broodjeslunches: van €7,00 tot €10,50
! All-in lunch met soep, salad bar, hoofdgerecht, drank en dessert + voorbehouden tafels: €11,50
Verbruik en omzet
Verbruik en omzet
Verbruik middagmalen studenten en personeel

Studenten
Personeel
Figuur 2: Aantal middagmalen van studenten en personeelsleden per jaar. Het totaal aantal maaltijden daalde in 2018 met 0,5%. Ten opzichte van 2017 gaat het om 4,4% minder studentenmaaltijden en 3,6% meer personeelsmaaltijden. Deze daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact omdat personen die student én personeel zijn wellicht hun personeelskaart voorleggen om hun maaltijd te kopen. Maaltijden voor personeel zijn immers goedkoper als gevolg van de niet-indexering van middagmaaltarieven voor personeel, terwijl dat voor studenten sinds september 2016 wel gebeurt. Dat heeft ertoe geleid dat studenten tijdens het academiejaar 2017-2018 gemiddeld €5,30 betalen voor een middagmaal, ten opzichte van €5,00 voor personeelsleden.
Figuur 2: Aantal middagmalen van studenten en personeelsleden per jaar. Het totaal aantal maaltijden daalde in 2018 met 0,5%. Ten opzichte van 2017 gaat het om 4,4% minder studentenmaaltijden en 3,6% meer personeelsmaaltijden. Deze daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact omdat personen die student én personeel zijn wellicht hun personeelskaart voorleggen om hun maaltijd te kopen. Maaltijden voor personeel zijn immers goedkoper als gevolg van de niet-indexering van middagmaaltarieven voor personeel, terwijl dat voor studenten sinds september 2016 wel gebeurt. Dat heeft ertoe geleid dat studenten tijdens het academiejaar 2017-2018 gemiddeld €5,30 betalen voor een middagmaal, ten opzichte van €5,00 voor personeelsleden.
Gemiddeld middagmaalverbruik per maand

Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2018, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste en tweede semester.
Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2018, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste en tweede semester.
4 Studenten van de Vrije Universiteit Brussel, Erasmushogeschool Brussel, Vesalius College, University of Kent. Ook studenten van andere Hoger Onderwijsinstellingen (die als toevallige bezoekers op onze campussen vertoeven). Doctoraatsstudenten die ook personeel zijn, worden tegelijk ook beschouwd als personeel.
Verbruik middagmalen restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
4 Studenten van de Vrije Universiteit Brussel, Erasmushogeschool Brussel, Vesalius College, University of Kent. Ook studenten van andere Hoger Onderwijsinstellingen (die als toevallige bezoekers op onze campussen vertoeven). Doctoraatsstudenten die ook personeel zijn, worden tegelijk ook beschouwd als personeel.
Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2018, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste en tweede semester.
Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2018, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste en tweede semester.
Verbruik middagmalen restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Verbruik middagmalen restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus

Studenten
Personeel
Bezoekers
Figuur 4: Evolutie van het aantal middagmalen in het studentenrestaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per jaar. Op deze campus bleef het totale aantal maaltijden in 2018 ongeveer constant tegenover 2017 (-0,2%). Het aantal studentenmaaltijden daalde echter met 3,9%. Het aantal personeelsmaaltijden nam dan weer toe met 3,3%. Deze plotse daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact dat te maken heeft met de niet-indexering van de personeelsprijzen en de indexering voor de studentenprijzen. Dat heeft ertoe geleid dat studenten nu gemiddeld € 0,30 meer betalen dan personeelsleden.
Figuur 4: Evolutie van het aantal middagmalen in het studentenrestaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per jaar. Op deze campus bleef het totale aantal maaltijden in 2018 ongeveer constant tegenover 2017 (-0,2%). Het aantal studentenmaaltijden daalde echter met 3,9%. Het aantal personeelsmaaltijden nam dan weer toe met 3,3%. Deze plotse daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact dat te maken heeft met de niet-indexering van de personeelsprijzen en de indexering voor de studentenprijzen. Dat heeft ertoe geleid dat studenten nu gemiddeld € 0,30 meer betalen dan personeelsleden.
Figuur 4: Evolutie van het aantal middagmalen in het studentenrestaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per jaar. Op deze campus bleef het totale aantal maaltijden in 2018 ongeveer constant tegenover 2017 (-0,2%). Het aantal studentenmaaltijden daalde echter met 3,9%. Het aantal personeelsmaaltijden nam dan weer toe met 3,3%. Deze plotse daling en stijging van respectievelijk studenten- en personeelsmaaltijden is wellicht een artefact dat te maken heeft met de niet-indexering van de personeelsprijzen en de indexering voor de studentenprijzen. Dat heeft ertoe geleid dat studenten nu gemiddeld € 0,30 meer betalen dan personeelsleden.
Verbruik middagmalen studentenrestaurant Brussels Health Campus

Studenten
Personeel
middagmalen studentenrestaurant Brussels Health Campus Studenten
Personeel
Figuur 5: Evolutie van het verbruik middagmalen in het studentenrestaurant op Brussels Health Campus. Op deze campus is voor 2018 een daling van 2,6% van het totale aantal maaltijden merkbaar. Opgesplitst naar studenten en personeel gaat het om 7,6% minder studentenmaaltijden en 6,1% meer personeelsmaaltijden dan in 2017.
Figuur 5: Evolutie van het verbruik middagmalen in het studentenrestaurant op Brussels Health Campus. Op deze campus is voor 2018 een daling van 2,6% van het totale aantal maaltijden merkbaar. Opgesplitst naar studenten en personeel gaat het om 7,6% minder studentenmaaltijden en 6,1% meer personeelsmaaltijden dan in 2017.
Figuur 5: Evolutie van het verbruik middagmalen in het studentenrestaurant op Brussels Health Campus. Op deze campus is voor 2018 een daling van 2,6% van het totale aantal maaltijden merkbaar. Opgesplitst naar studenten en personeel gaat het om 7,6% minder studentenmaaltijden en 6,1% meer personeelsmaaltijden dan in 2017.
Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:
Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:
Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:
de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 4.685 maaltijden of 3,5% van het totaal aantal studentenmaaltijden;
de EhB-studenten, goed voor 1.219 maaltijden. Dit aantal bedraagt 0,9% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 6,8% van het aantal studentenmaaltijden op de Brussels Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.
! de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 4.685 maaltijden of 3,5% van het totaal aantal studentenmaaltijden; ! de EhB-studenten, goed voor 1.219 maaltijden. Dit aantal bedraagt 0,9% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 6,8% van het aantal studentenmaaltijden op de Brussels Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.
Verbruik middagmalen 2018 - per
middagmalen 2018 - per menusoort
Pastabar 10% Wok 6%
Figuur 6: Verbruik middagmalen in 2018 per menusoort op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. ! de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 4.685 maaltijden of 3,5% van het totaal aantal studentenmaaltijden; ! de EhB-studenten, goed voor 1.219 maaltijden. Dit aantal bedraagt 0,9% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 6,8% van het aantal studentenmaaltijden op de Brussels Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.
Dagmenu's 52%

Vis 16% Veggie 16%
Figuur 6: Verbruik middagmalen in 2018 per menusoort op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Figuur 6: Verbruik middagmalen in 2018 per menusoort op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Verbruik middagmalen Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus per tijdsblok
Verbruik middagmalen Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus per tijdsblok
11:30 - 11:45
11:30 - 11:45
11:45 - 12:00
11:45 - 12:00
12:00 - 12:15
12:00 - 12:15
12:15 - 12:30
12:15 - 12:30
12:30 - 12:45
12:30 - 12:45
12:45 - 13:00
12:45 - 13:00
13:00 - 13:15
13:00 - 13:15
13:15 - 13:30
13:15 - 13:30
13:30 - 13:45
13:30 - 13:45
Figuur 7: middagmaalverbruik, per tijdsblok van 15 min, op een normale dag in oktober 2018. Opvallend is dat de hoogste pieken zich situeren tussen 12u00 en 12u45 (gemiddeld 50% van het totaal verbruik over een openingstijd van 2u15). Vooral tussen 12u en 12.30u ontstaan er capaciteitsproblemen die zich zowel situeren op het vlak van productie, distributie als van het beschikbare aantal zitplaatsen. Het hoge aantal gebruikers dat na 12.30u het restaurant verlaat, zorgt dan weer voor problemen bij de afruim; dienbladentransportband en vaatwasinstallaties zijn sterk onder gedimensioneerd.
Figuur 7: middagmaalverbruik, per tijdsblok van 15 min, op een normale dag in oktober 2018. Opvallend is dat de hoogste pieken zich situeren tussen 12u00 en 12u45 (gemiddeld 50% van het totaal verbruik over een openingstijd van 2u15). Vooral tussen 12u en 12.30u ontstaan er capaciteitsproblemen die zich zowel situeren op het vlak van productie, distributie als van het beschikbare aantal zitplaatsen. Het hoge aantal gebruikers dat na 12.30u het restaurant verlaat, zorgt dan weer voor problemen bij de afruim; dienbladentransportband en vaatwasinstallaties zijn sterk onder gedimensioneerd. Dagmenu's
Figuur 7: middagmaalverbruik, per tijdsblok van 15 min, op een normale dag in oktober 2018. Opvallend is dat de hoogste pieken zich situeren tussen 12u00 en 12u45 (gemiddeld 50% van het totaal verbruik over een openingstijd van 2u15). Vooral tussen 12u en 12.30u ontstaan er capaciteitsproblemen die zich zowel situeren op het vlak van productie, distributie als van het beschikbare aantal zitplaatsen. Het hoge aantal gebruikers dat na 12.30u het restaurant verlaat, zorgt dan weer voor problemen bij de afruim; dienbladentransportband en vaatwasinstallaties zijn sterk onder gedimensioneerd.
Evolutie omzet cafetaria Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
[WAARDE] [WAARDE] [WAARDE] [WAARDE] [WAARDE] [WAARDE] [WAARDE] €
[WAARDE]
Figuur 8: Evolutie van het verbruik van de cafetaria op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. De inkomsten stegen in 2018 met 5,8%. We stellen sinds 2 jaar een sterke toename vast van het cafetariaverbruik – meer bepaald de verkoop van belegde broodjes. Dit kan mogelijk deels gelinkt zijn aan de stijging van de tarieven van de middagmalen. De broodjesprijzen zijn de laatste jaren amper gestegen; dat kan studenten ertoe aanzetten om ’s middags opnieuw te opteren voor een broodje.
Figuur 8: Evolutie van het verbruik van de cafetaria op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. De inkomsten stegen in 2018 met 5,8%. We stellen sinds 2 jaar een sterke toename vast van het cafetariaverbruik – meer bepaald de verkoop van belegde broodjes. Dit kan mogelijk deels gelinkt zijn aan de stijging van de tarieven van de middagmalen. De broodjesprijzen zijn de laatste jaren amper gestegen; dat kan studenten ertoe aanzetten om ’s middags opnieuw te opteren voor een broodje.
Personeel
Personeel
De VUB-restaurants tellen 24 VTE personeelscapaciteit. Die is als volgt verdeeld:
! 12,2 VTE graad 2
! 5,8 VTE graad 3
De VUB-restaurants tellen 24 VTE personeelscapaciteit. Die is als volgt verdeeld:
• 12,2 VTE graad 2
! 3 VTE graad 4
• 5,8 VTE graad 3
! 1 VTE graad 6
• 3 VTE graad 4
! 1 VTE graad 7
• 1 VTE graad 6
! 1 VTE graad 9
• 1 VTE graad 7
Resultaten en betoelaging
• 1 VTE graad 9
De resultaten wijken niet significant af van de begroting 2018.
Resultaten en betoelaging
De financiële tussenkomsten die vanuit studentenvoorzieningen naar de restaurants vloeien zijn hoog. We zoeken naar mogelijkheden om het aandeel van deze subsidies te verminderen.
De resultaten wijken niet significant af van de begroting 2018. De financiële tussenkomsten die vanuit studentenvoorzieningen naar de restaurants vloeien zijn hoog. We zoeken naar mogelijkheden om het aandeel van deze subsidies te verminderen.
We evalueren en herzien indien nodig:
! Onze huidige dienstverlening en volgens welke principes deze wordt toegepast;
We evalueren en herzien indien nodig:
! De huidige berekeningswijze van de kosten, verkoopsprijzen en de all-in menustructuur van onze maaltijden;
• Onze huidige dienstverlening en volgens welke principes deze wordt toegepast;
• De huidige berekeningswijze van de kosten, verkoopsprijzen en de all-in menustructuur van onze maaltijden;
! De bepaling van een universele korting voor studenten en het beleid met betrekking tot studenten uit andere hoger onderwijsinstellingen;
• De bepaling van een universele korting voor studenten en het beleid met betrekking tot studenten uit andere hoger onderwijsinstellingen;
! De kostprijsstructuur van maaltijden op Brussels Health Campus en Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus;
• De kostprijsstructuur van maaltijden op Brussels Health Campus en Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus;
! De prijszetting voor andere interne cateringfaciliteiten zoals cafetaria en lunches. Hierbij hanteren we ten minste een full costing principe.
• De prijszetting voor andere interne cateringfaciliteiten zoals cafetaria en lunches. Hierbij hanteren we ten minste een full costing principe.
Leningen
Leningen
Een aantal historische leningen – vaak gemengd voor studentenhuisvesting en restaurant - lopen nog voort:
Een aantal historische leningen – vaak gemengd voor studentenhuisvesting en restaurant - lopen nog voort:
• Huisvesting van de Van der Meeren-wijk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, de Brussels Health Campus en Nieuwelaan;
! Huisvesting van de Van der Meeren-wijk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, de Brussels Health Campus en Nieuwelaan;
• De studentenrestaurants op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health Campus.
! De studentenrestaurants op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health Campus.
Deze leningen komen voor als volgt (aflossingen 2016):
• 165 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2018 – jaarlijkse aflossing van €106.000deel restaurant = €29.000;
• 264 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2020 – jaarlijkse aflossing van €174.000 - ` deel restaurant = €50.000.
Volgende interne lening loopt nog voor het studentenrestaurant op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus:
• 57,6 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2023 – jaarlijkse aflossing van €118.000.
Tot 2015 was er een centrale VUB-tussenkomst voor renovatie en groot onderhoud (€62.000). Sinds 2015 wordt deze tussenkomst niet langer toegekend, maar gedragen via de exploitatiebegroting van het restaurant.
Evaluatie en doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen VUB per werkveld
We renoveren het restaurant en voorzien een capaciteitsuitbreiding5
Operationele doelstellingen van de afdeling
We realiseren een capaciteitsuitbreiding van de zitruimtes.
We versterken de vaatwasfaciliteiten.
Indicatoren
- 200 extra zitplaatsen op korte termijn (tijdelijke refter-containerruimte) (2014-2018);
- 500 extra zitplaatsen op middellange termijn (ten laatste in 2018).
Extra vaatwaslokaal op niveau cafetaria gerealiseerd ten laatste in 2018.
Projectleider
Directeur infrastructuur
We passen de bedieningsinfrastructuur aan in functie van de capaciteitsuitbreiding.
We zorgen voor een grondige renovatie van het restaurant.
- Extra bedieningstoog gerealiseerd ten laatste in 2018;
- Huidige cafetariatoog wordt vervangen door een free flow ten laatste in 2018.
- Tochtvrij gebouw;
- Aangepaste dakconstructie;
- Aangename zitruimte, ten laatste in 2018.
Diensthoofd restaurant
Evaluatie 2018
Nog niet uitgevoerd - Er is een studie voor capaciteitsuitbreiding aangevraagd. De directie Infrastructuur bereidt die momenteel voor.
Deels uitgevoerd - Er werd een pottenwasmachine aangekocht. Daardoor worden de andere vaatwasmachines meer ontlast en valt de afruimband minder stil;
- De vernieuwing van de vaatwasfaciliteiten is mee opgenomen in de aangevraagde studie over de capaciteitsuitbreiding van het studentenrestaurant.
Diensthoofd restaurant
Directeur infrastructuur
Nog niet uitgevoerd
5 €900.000 is reeds dedicated in de investeringsbegroting. Verdere financiering moet nog worden uitgewerkt.
Deels uitgevoerd
- Er is een renovatieaanvraag voor een nieuwe inkomsas ingediend.
We bieden gezonde en kwaliteitsvolle voeding aan.
We blijven kwaliteitsreferentie in Vlaanderen.
We zorgen dagelijks voor gezonde menu’s.
We richten ons ook naar gebruikers met voedselallergieën.
We bekijken de mogelijkheden om het aanbod catering aan werkstudenten te faciliteren.
Een ruim en gediversifieerd aanbod aan kwaliteitsmaaltijden (20142018).
Ruim aanbod aan gezonde en evenwichtige menu’s (2014-2018).
Persoonlijke begeleiding van gebruikers die gevoelig zijn voor allergenen (2014-2018).
Een basisaanbod catering aan kostprijs voor werkstudenten is voorzien (vanaf 2015).
Diensthoofd restaurant Uitgevoerd
Diensthoofd restaurant Uitgevoerd
Diensthoofd restaurant Uitgevoerd
Diensthoofd restaurant Deels uitgevoerd
- Werkstudenten kunnen terecht bij andere cateraars op de campussen;
- We wachten op de realisatie van het nieuwe XY-bouwproject en het daarin terug op te starten Kultuurkaffee om te bekijken welke cateringmogelijkheden we kunnen bij creëren.
- Voor het 1ste semester van het academiejaar 2019-2020 wordt een testperiode met avondopening van het studentenrestaurant gepland.
We doen een full costing analyse. We vergelijken de kostprijs van maaltijden in Jette en Etterbeek.
We evalueren de berekeningswijze van de kosten die in rekening gebracht worden voor de berekening van de maaltijdprijzen.
We herzien indien nodig de kostprijsberekening.
We herzien indien nodig de universele korting op de maaltijdprijs voor studenten (en personeel).
Kostprijs per maaltijd Jette en Etterbeek is transparant (vanaf 2014).
Evaluatie formule berekeningswijze is gerealiseerd (ten laatste in 2017).
De formule van de berekeningswijze wordt indien nodig bijgestuurd (ten laatste in 2017).
De universele korting voor de maaltijdprijs wordt indien nodig herzien (ten laatste in 2018).
Diensthoofd restaurant Uitgevoerd
Diensthoofd restaurant Uitgevoerd
Diensthoofd restaurant Uitgevoerd
- We stelden een nieuw kostenallocatie-model op.
Diensthoofd restaurant
De restaurantprijzen worden, sinds september 2016, jaarlijks geïndexeerd. We baseren ons daarvoor op de evolutie van de algemene consumptieprijsindex. Er was geen draagvlak om de universele korting op de menuprijzen te herzien.
We gaan duurzaam om met voeding. We organiseren de food processing zo duurzaam mogelijk.
Het aanbod aan vegetarische en seizoensgebonden maaltijden is toegenomen in 2015.
Duurzame productiemethodes worden gehanteerd (2014-2018).
Diensthoofd restaurant Uitgevoerd
- We breidden het vegetarisch aanbod uit met veganistische gerechten.
Diensthoofd restaurant Uitgevoerd
- We verbeterden de selectieve afvalsortering aan de afruimband.
- Het organisch afval wordt opgehaald en vergist tot biogas, een hernieuwbare energiebron.
We brengen het cateringaanbod door privéuitbaters op en rond de campussen in kaart.
We gebruiken het restaurant polyvalent.
We grijpen de catering aan om studenten bewust te maken van de noodzaak van duurzaamheid.
We diversifiëren de menu-samenstelling (= ASP2 doelstelling).
We communiceren (en stemmen af) met de Exploitatie sporthotel, Opinio, KultuurKaffee, De Link, cafetaria UZ Brussel.
Samen met de Bibliotheek en het Studiebegeleidingscentrum (SBC) zorgen we voor studieruimtes tijdens massablokperiodes.
We promoten het duurzame aspect van onze maaltijden en geven regelmatig feedback over de vermindering van onze ecologische voetafdruk (2014-2018).
De mogelijkheden om bepaalde menucomponenten (cfr. soep-dessert) los te koppelen van het menu is geëvalueerd (ten laatste in 2016).
Studenten worden duidelijk geïnformeerd over de eet- en drinkgelegenheden die op onze campussen aanwezig zijn (2014-2018).
Bepaalde delen van het restaurant worden tijdens blokperiodes ter beschikking van studenten gesteld (2014-2018).
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
Bedreigingen
Diensthoofd preventie en milieu
Diensthoofd restaurant
Uitgevoerd
- We breidden het vegetarisch aanbod uit met veganistische gerechten.
Uitgevoerd - Hier is voorlopig geen vraag naar.
Diensthoofd restaurant
Diensthoofd restaurant
Uitgevoerd - De restaurant-webpagina op student.vub.be zorgt voor duidelijke informatie over eet- en drinkgelegenheden op en rond de campussen.
Uitgevoerd
- De zaal Stoa fungeert als extra blokruimte. We stellen ze ook in het weekend en tijdens de wintervakantie (sluitingsperiode campus) ter beschikking.
Onvoldoende capaciteit en onderdimensionering van de installaties bedreigen meer dan ooit de goede werking van de studentenrestaurants.
De evolutie van het aantal studenten die een warme maaltijd in het restaurant gebruiken moet opgevolgd worden. De daling die we vandaag in Etterbeek zien is waarschijnlijk kunstmatig omdat personen die personeel én student zijn steeds vaker hun personeelskaart, en niet hun studentenkaart, voorleggen om een maaltijd te kopen. In vergelijking tot de personeelsprijzen zijn de prijzen voor studentenmaaltijden in het restaurant immers relatief hoog. We vermoeden dat we in werkelijkheid dezelfde mensen bedienen en dan gaat het enkel om een verschuiving van studenten naar personeel op basis van registratie van de gebruikte kaart. Niettemin kunnen ook andere factoren aan de basis liggen van een daling van het aantal studenten dat een warme maaltijd gebruikt: toenemende consumptie van cafetaria-artikelen, meer thuis of op kot eten, goedkope kant-en-klaar-maaltijden beschikbaar via de supermarkten of aan-huis-levering, gebrek aan zitplaatsen in het restaurant op piekmomenten.
Het is afwachten of de te testen avondopening van het studentenrestaurant een positieve impact kan hebben op de spreiding van de restaurantgebruikers. Dit project is alvast meegenomen in het beleidsplan studentenvoorzieningen 2019-2023.
Bijstuurpunten na evaluatie afgelopen jaar
De capaciteitsproblematiek en de hieraan gekoppelde infrastructuurinvesteringen blijven een belangrijk aandachtspunt. Deze moeten worden opgenomen in het volgende masterplan. De directie Infrastructuur bereidt een studie voor vernieuwing en capaciteitsuitbreiding van het studentenrestaurant op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus voor.
Een algemeen beleid rond voeding- en drankautomaten op de campussen zou ondersteunend kunnen werken voor duurzaamheids- en gezondheidspreventiedoelstellingen.
Naar aanleiding van concrete vragen op VUB.Engage, het online participatief platform van de VUB, zullen we onderzoeken of het studentenrestaurant take-away wok en pasta kan aanbieden. We besteden daarbij bijzondere aandacht aan de impact op de duurzaamheidsdoelstellingen van het restaurant.
4. HUISVESTING
We schatten dat ongeveer 30% van onze VUB-studenten op kot verblijft. De studie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot studentenhuisvesting in Brussel (Doulkeridis, 2013) bevestigt dat 30% een realistische norm is.
De synthese van de ATO-enquête “Het Studentenleven in Brussel: stedelijke praktijken en omgang met de stad” van 2016 geeft aan dat 51% van de studenten in een studentenwoning of eigen woning verblijft, versus 49% bij de ouders. Deze cijfers lijken onwaarschijnlijk hoog te liggen. Toch kunnen we veronderstellen dat – mede onder invloed van internationalisering en grote aantallen werkstudenten – steeds meer studenten niet meer de hele week bij hun ouders wonen.
De Vrije Universiteit Brussel heeft 5 studentenhuizen of –wijken in eigendom. In totaal levert dat 1.189 plaatsen op.
Plaatsen (bedden) Kamers (1 persoon)
Studio’s (1 persoon) Flats (2 personen)
Tabel 2: Aantal bedden, kamers, studio’s en flats in eigendom van de VUB. De VUB beschikt over 1.189 bedden, waarvan 78 in tweepersoonsflats, verdeeld over de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus (943 bedden) en de Brussels Health Campus (246 bedden). Zes kamers zijn aangepast voor studenten met een rolstoel.
Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus verloren we tijdelijk een aantal plaatsen: 48 plaatsen omwille van de uitbreiding en renovatie van het zwembad, 20 plaatsen door de installatie van de elektronenmicroscoop en 8 plaatsen door het BAMB-project.
Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus bouwen we momenteel, ter vervanging van de huidige studentenwijk, aan een nieuwe studentenwijk. Deze zal 650 kamers tellen; dat zijn 351 kamers meer dan de huidige capaciteit in de Van der Meeren-koten. Het is de bedoeling de nieuwe studentenkamers in gebruik te nemen vanaf het academiejaar 2019-2020.
Covas NV neemt de uitbating van U-Residence op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus op zich. Het is een residentie met 95 studio’s. 64 studio’s zijn voor studenten in lang- en kortverblijf en kunnen worden bewoond door één of twee personen. Het zijn vooral internationale studenten die in deze studio’s verblijven. Daarnaast beschikt U-Residence over 31 kamers met hotelfunctie waarbinnen ook een mid stay-verblijf van enkele maanden mogelijk is.
Op Brussels Technology Campus is er geen studentenhuis in eigendom van de universiteit aanwezig.
Samenwerkingsverbanden
De Vrije Universiteit Brussel is lid in de vzw BRIK. Brik biedt volgende dienstverlening aan studenten van de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen in Brussel:
• Het aanbieden van kamers: Brik beschikt over een 400-tal kamers die het in eigen beheer heeft. Daarnaast zijn er
meer dan 4.500 studentenkamers via particulieren ter beschikking. Het gaat zowel om kamers die op jaarbasis verhuurd kunnen worden, als om kamers in kortverblijf. Kamers in kortverblijf worden vooral aan internationale studenten aangeboden;
• Het ondersteunen van (internationale) studenten in het zoeken naar een studentenkamer in Brussel;
• Het organiseren van kwaliteitscontrole op de aangeboden kamers;
• Het bemiddelen tussen studenten en verhuurders over de huisvestingsvoorwaarden.
De VUB heeft daarnaast een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Brik vzw. Deze regelt onder andere de dienstverlening van de VUB-Studentenhuisvesting aan de Brik-werkzaamheden voor wat het aanbod privé-studentenkamers betreft.
De VUB heeft twee overeenkomsten met NV Upgrade Estate, die twee studentenhuizen in de buurt van onze campussen managen:
• Studentenhuis Bru Upkot in Elsene, operationeel sinds september 2016. Het studentenhuis telt 216 plaatsen. Voor de helft van die plaatsen hebben VUB-studenten voorrang. Tijdens academiejaren 2016-2017 en 2017-2018 hadden respectievelijk 104 en 102 VUB-studenten er een jaarcontract;
• Studentenhuis Jet Upkot in Jette, in gebruik sinds september 2017. Voor 91 van de 143 kamers hebben VUB-studenten voorrang. Daarvan zijn er tijdens academiejaar 2017-2018 63 effectief bezet via een jaarcontract.
Het sociaal verhuurkantoor voor studenten is sedert het begin academiejaar 2018-2019 echt operationeel en richt zich uitsluitend tot studenten met financiële noden.
Met Covas NV heeft de VUB een overeenkomst die bepaalt dat de helft van de 64 long stay-studio’s (16 single en 16 double kamers, telkens verhuurd voor één semester) wordt voorbehouden voor VUB-studenten en door de VUB aangeduide studenten, goed voor in totaal 48 beschikbare plaatsen. Dit contingent is jaarlijks, gedurende beide semester, volledig bezet door voornamelijk studenten op uitwisseling aan de VUB. De resterende kamers mogen, behoudens toestemming van de VUB, enkel verhuurd worden aan VUB- en EhB-studenten en studenten van het Vesalius College.
Omwille van het risico op huisjesmelkerij en de ontbrekende kwaliteitsbewaking, raden we studenten expliciet af om privé-studentenkamers te zoeken buiten het netwerk van onze officiële partners (BRIK, Covas NV, Upgrade Estate NV, Sociaal Verhuurkantoor voor studenten, EhB). Zo nodig kunnen studenten terecht bij CAW Brussel voor juridische bijstand tussen huurder en huisbaas.
Toegang
De studentenkamers van de VUB staan in principe open voor alle VUB-studenten. Maar de vraag is groter dan het aanbod; we kennen kamers daarom volgens een strikte prioriteitenregeling6 toe aan studenten. De regeling vertrekt van volgend basisprincipe: studenten die voltijds ingeschreven zijn in een basisopleiding onder diplomacontract krijgen voorrang op studenten die niet aan deze voorwaarden voldoen.
Een contingent van 65 kamers behouden we voor aan internationale studenten met een beurs ontwikkelingssamenwerking
Vervolgens zijn volgende studenten absoluut prioritair in het toekennen van een kamer:
studenten met het statuut van topsporter;
generatiestudenten geneeskunde;
studenten voor wie het hebben van een VUB-kamer essentieel is om de studies te kunnen aanvatten of tot een goed einde te kunnen brengen. Voor deze laatste groep hanteert het team studentenstatuut & studiefinanciering een bijzondere procedure gebaseerd op het principe van de billijkheidsclausule (cfr. hoofdstuk sociale dienstverlening).
De financiële situatie van de student speelt geen rol bij het toekennen van een kamer. Studenten met financiële noden kunnen voor financiële ondersteuning aankloppen bij Studentenstatuut & studiefinanciering.
Studenten kunnen in principe hun VUB-kamer blijven doorhuren tijdens de zomervakantiemaanden, weliswaar op voorwaarde dat ze voor 12 maanden huren
6 Voor de huidige gedetailleerde prioriteitenregeling die geldt vanaf het academiejaar 2018-2019 zie https://student.vub.be/op-kot-aan-de-vub#prioriteitenlijst
kamer. Studenten met financiële noden kunnen voor financiële ondersteuning aankloppen bij Studentenstatuut & studiefinanciering.
Studenten kunnen in principe hun VUB-kamer blijven doorhuren tijdens de zomervakantiemaanden, weliswaar op voorwaarde dat ze voor 12 maanden huren
Kengetallen en trends
Kengetallen en trends
Aanbod en prijzen
Aanbod en prijzen
De maandelijkse huurprijzen voor het academiejaar 2017-2018 bedroegen:
De maandelijkse huurprijzen voor het academiejaar 2017-2018 bedroegen:
! Eénpersoonskamer: €302,90
! Eénpersoonsstudio: €378,60
! Tweepersoonsflat: €454,40
Eénpersoonskamer: €302,9 Eénpersoonsstudio: €378,60 Tweepersoonsflat: €454,40
aantal bedden
Studentenhuis Triomflaan
Studentenhuis Schoofslaan
Brussels Health Campus
Studentenhuis Nieuwelaan
Figuur 9: Evolutie van het aantal bedden. Het studentenhuis op de Brussels Health Campus renoveerden we in 2007, het studentenhuis Nieuwelaan in 2008. De studentenwijk op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vervangen we vanaf academiejaar 2018-2019 door een nieuwbouw. Renovatie van de studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan is gepland voor respectievelijk 2026 en 2030.
Figuur 9: Evolutie van het aantal bedden. Het studentenhuis op de Brussels Health Campus renoveerden we in 2007, het studentenhuis Nieuwelaan in 2008. De studentenwijk op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vervangen we vanaf academiejaar 2018-2019 door een nieuwbouw. Renovatie van de studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan is gepland voor respectievelijk 2026 en 2030.
Bezetting
In principe zijn de kamers steeds voor 100% bezet.
Bezetting
In principe zijn de kamers steeds voor 100% bezet.
Evolutie doelgroepen







































Generatiestudenten
studenten met buitenlandse nationaliteit
DGOS-bursalen
Bijzondere Procedure (prioritair)
Kort verblijvende studenten
Topsport studenten




















Figuur 10: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep. Voor het academiejaar 2017-2018 dienden 347 generatiestudenten een aanvraag in. Voor het academiejaar 2018-2019 waren dat al 460 generatiestudenten. Hiervan zitten effectief 332 generatiestudenten op kot, 137 studenten hebben hun toewijzing geannuleerd. 21% van de studenten op VUB-kot heeft de buitenlandse nationaliteit (249). De belangrijkste groepen zijn Indiërs (13), Chinezen (13) en Nederlanders (28).
Figuur 10: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep. Voor het academiejaar 2017-2018 dienden 347 generatiestudenten een aanvraag in. Voor het academiejaar 2018-2019 waren dat al 460 generatiestudenten. Hiervan zitten effectief 332 generatiestudenten op kot, 137 studenten hebben hun toewijzing geannuleerd. 21% van de studenten op VUB-kot heeft de buitenlandse nationaliteit (249). De belangrijkste groepen zijn Indiërs (13), Chinezen (13) en Nederlanders (28).
VUB-studenten met een jaarcontract bij Bru Upkot
Bru Upkot - Elsene
Bru Upkot - Jette
Evolutie
Figuur 10: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep. Voor het academiejaar 2017-2018 dienden 347 generatiestudenten een aanvraag in. Voor het academiejaar 2018-2019 waren dat al 460 generatiestudenten. Hiervan zitten effectief 332 generatiestudenten op kot, 137 studenten hebben hun toewijzing geannuleerd. 21% van de studenten op VUB-kot heeft de buitenlandse nationaliteit (249). De belangrijkste groepen zijn Indiërs (13), Chinezen (13) en Nederlanders (28).
VUB-studenten met een jaarcontract bij Bru Upkot
Figuur 11: Bru Upkot-Elsene – eigendom van NV Upgrade Estate – behoudt 108 van haar kamers voor aan VUBstudenten. Die zijn sinds de start van het studentenhuis quasi volledig bezet. Bij Bru Upkot-Jette is er nog veel marge in de capaciteitsbezetting; sinds de start van het studentenhuis in 2017-2018 zijn 63 van de 91 voor VUB-studenten voorbehouden kamers ingenomen.
Figuur 11: Bru Upkot-Elsene – eigendom van NV Upgrade Estate – behoudt 108 van haar kamers voor aan VUB-studenten. Die zijn sinds de start van het studentenhuis quasi volledig bezet. Bij Bru Upkot-Jette is er nog veel marge in de capaciteitsbezetting; sinds de start van het studentenhuis in 2017-2018 zijn 63 van de 91 voor VUB-studenten voorbehouden kamers ingenomen.
Nieuw in 2018
Nieuw in 2018
Om het aanbod studentenkamers in Brussel-centrum te vergroten, werken we samen met Candor. Deze projectontwikkelaar realiseerde in het centrum (1000 Brussel) ondertussen al twee studentenhuizen: Brusello met 84 kamers/studio’s en Studeopolis met een capaciteit van 196 kamers/studio’s. Momenteel is Candor doende met de realisatie van een nieuw studentenhuis op de Kroonlaan: Brusello XL.
Om het aanbod studentenkamers in Brussel-centrum te vergroten, werken we samen met Candor. Deze projectontwikkelaar realiseerde in het centrum (1000 Brussel) ondertussen al twee studentenhuizen: Brusello met 84 kamers/studio’s en Studeopolis met een capaciteit van 196 kamers/studio’s. Momenteel is Candor doende met de realisatie van een nieuw studentenhuis op de Kroonlaan: Brusello XL.
Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) konden de VUB en de ULB samen €11,8 miljoen aan subsidies verwerven voor de verdere ontwikkeling van het project USquare.Brussels7. Dit project is gesitueerd op de kazernesite “Fritz Toussaint” aan de Generaal Jacqueslaan, vlakbij de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Het project kreeg in 2017 verder vorm. Het zal plaats bieden aan onder andere ruim 600 woningen voor studenten, onderzoekers en gastdocenten, 200 gezinswoningen, een Internationaal Huis, een Fablab, een incubator voor student-ondernemers en een onderzoeksincubator. Op de site zullen er ook verschillende stedelijke voorzieningen ingepland worden: winkels, een markthal, een bibliotheek, culturele ruimtes en een kwaliteitsvolle openbare ruimte.
Het informatiesysteem CALI leidt tot heel wat administratieve moeilijkheden bij het behandelen van aanvragen van studentenkamers. In 2018 hebben we hierbij toch gevoelige vooruitgang geboekt.
Personeel
Op het domein huisvesting zijn 12,8 VTE actief. Deze zijn als volgt verdeeld:
• 3,0 VTE graad 2
• 0,8 VTE graad 3
• 3,8 VTE graad 4
• 1,0 VTE graad 5
• 2,6 VTE graad 6
• 0,8 VTE graad 9
Resultaten en betoelaging
De vooropgestelde begrotingscijfers werden behaald.
Historische leningen
Een aantal historische leningen – vaak gemengd voor studentenhuisvesting en restaurant - lopen nog voort:
• Huisvesting van de Van der Meeren-wijk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus,
7 Meer informatie over het project is beschikbaar via http://usquare.brussels
de Brussels Health Campus en Nieuwelaan;
• De studentenrestaurants op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health Campus.
Deze leningen komen voor als volgt (aflossingen 2018):
• 165 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2018 – jaarlijkse aflossing van €104.000 - deel huisvesting = €76.000;
• 264 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2020 – jaarlijkse aflossing van €170.000 - deel huisvesting = €121.000.
Interne leningen
Studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan:
• 157 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2026 – jaarlijkse aflossing van €146.000;
• 94 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2030 – jaarlijkse aflossing van €59.000.
Renovatieleningen
Studentenwijk Brussels Health Campus en studentenhuis Nieuwelaan:
• 2,4 miljoen euro met vervaldatum 2022 – jaarlijkse aflossing van €188.000;
• 6,5 miljoen euro met vervaldatum 2023 – jaarlijkse aflossing van €531.000.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen VUB per werkveld
We breiden ons aanbod studentenkamers uit8
Operationele doelstellingen van de afdeling
We realiseren een nieuwe studentenwijk met 650 kamers op campus Etterbeek ter vervanging van studentenwijk campus Etterbeek.
Indicatoren
Het gebouw is gerealiseerd met een netto extra capaciteit van 220 kamers.
Projectleider
Projectleider studentenwijk
We volgen de studentenaantallen in Jette op de voet op9 om de noodzaak van extra studentenkamers te kunnen inschatten.
De kamers van de nieuwe studentenwijk worden verhuurd vanaf 2016-2017.
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2014-2018).
Diensthoofd Studentenhuisvesting
Directeur strategie en beleid
Evaluatie 2018
Nog niet gerealiseerd
- Er is vertraging op de planning; de helft van de kamers wordt in gebruik genomen vanaf februari 2019; - Bij oplevering zullen er 351 extra studentenkamers bovenop de huidige capaciteit ter beschikking zijn.
Nog niet gerealiseerd
- We plannen de ingebruikname van de volledige nieuwe studentenwijk bij de start van het academiejaar 2018-2019.
Uitgevoerd - Er is nog geen beleidsbeslissing met betrekking tot de verhuis van de kinesitherapieopleiding naar de Brussels Health Campus; - Er is een gunstiger afspraak rond het huren van kamers in het studentenhuis van de EhB op Brussels Health Campus: VUB-studenten huren aan dezelfde prijs als de EhB-studenten; - Het studentenhuis Bru Upkot Jette, via onze externe partner Upgrade Estate, is in gebruik genomen vanaf academiejaar 2017-2018.
8 Aangezien de lokalisatie van de opleiding Industriële Wetenschappen op Brussels Technology Campus wellicht een tijdelijke situatie is worden daar geen investeringen gepland.
9 Concreet op te volgen zijn: aantal Duitse studenten, eventuele verhuis van de opleiding kinesitherapie naar Jette, groei van de faculteit GF.
We monitoren de uitbating van het studentenhuis U-Residence met hotelfunctie voor internationale (eventueel kortverblijvende) studenten op campus Etterbeek.
Er is een contingent van minimum 32 kamers voor internationale studenten (2014-2018).
Afdelingshoofd internationaal beleid
Uitgevoerd
- Bij het studentenhuis U-Residence zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen:
o Het gebrek aan kookgelegenheid maakt U-Residence minder geschikt voor internationale studenten;
o De vraag naar kamers is groter dan het contingent;
o De bewoners waren ontevreden over de communicatie op de website en het management van U-Residence. Er is ondertussen een nieuw management aangesteld.
We werken samen met het Brussels Gewest inzake instellingsoverkoepelende studentenhuisvesting.
Eventueel toekomstige actieplannen worden uitgevoerd (2014-2018).
Diensthoofd Studentenhuisvesting
We actualiseren de prioriteitencriteria voor het huren van een studentenkamer.
We stimuleren duurzaam wonen.
We houden rekening met de evolutie van (de samenstelling van) de studentenpopulatie, met het nieuw aanbod studentenkamers, met internationalisering.
We stimuleren energiebewustzijn en sensibiliseren m.b.t. afval sorteren.
We rusten de nieuwe studentenwijk uit met energiebesparende technologie.
De prioriteitencriteria zijn geactualiseerd in 2014.
Afdelingshoofd studentenbeleid
Uitgevoerd
- Dit overleg gebeurt in samenwerking met Brik vzw;
- Het Brussels Gewest richtte in 2015 een sociale verhuurmaatschappij voor studentenhuisvesting op. Na een moeilijke start zijn er in 2017 enkele kamers in verhuur genomen. Website en communicatie naar studenten moeten nog uit de startblokken komen - Op langere termijn worden in het project Usquare.Brussels studentenkamers voorzien, onder andere voor VUB-studenten.
Uitgevoerd
- De prioriteitencriteria zijn geactualiseerd met ingang van academiejaar 2018-2019.
1 actie per jaar naar studenten (20142018).
Concrete maatregelen uitgevoerd vanaf 2016.
Diensthoofd preventie en milieu
Directeur infrastructuur
Uitgevoerd
- We stimuleren gesorteerd ophalen van afval.
Uitgevoerd
- We hebben rendabele investeringen opgenomen in het aanbestedingsdossier.
We voeren een financieel gezond beleid. De dienst huisvesting functioneert als een uitbatingsdienst.
We bepalen een huurgeldenbeleid.
We evalueren de energievoorzieningen op campus Jette10
We herorganiseren de energievoorzieningen op campus Jette.
Kosten en baten zijn in evenwicht (2014-2018).
Het huurgeldenbeleid is duidelijk over: de omvang van een eventuele huurprijskorting voor alle studenten; het al dan niet differentiëren van de huurprijzen over de verschillende studentengroepen heen (vanaf 20162017); het al dan niet differentiëren van de huurprijzen over de verschillende studentenhuizen en –wijken heen.
Een evaluatieverslag is beschikbaar in 2014.
De energievoorzieningen voor studentenwijk campus Jette zijn bijgestuurd in 2018.
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
Diensthoofd Studentenhuisvesting
Afdelingshoofd studentenbeleid
Uitgevoerd
- We behaalden de begrotingsdoelstellingen.
Uitgevoerd
- We kunnen het huidige huurprijzenbeleid (zonder universele korting) aanhouden bij ingebruikname van de 650 nieuwe studentenkamers op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. We draaien daarmee break even; - De huurprijzen worden niet gedifferentieerd, niet over de verschillende studentengroepen heen, niet over de verschillende studentenhuizen heen; - Studenten met financiële nood kunnen een huurtoelage verkrijgen via Studentenstatuut & studiefinanciering.
Directeur infrastructuur Uitgevoerd
Directeur infrastructuur
Uitgevoerd - In de zomer van 2018 werd de nieuwe gasinstallatie in gebruik genomen.
De realisatie en ingebruikname van de nieuwbouw XY, met inbegrip van de nieuwe studentenkamers, vergt heel wat aandacht.
We zetten de evaluatie en opvolging van het toewijzingsbeleid verder. Bij die oefening houden we rekening met de studentenkamers die beschikbaar zijn via externe partners. In het bijzonder volgen we de huisvesting van internationale studenten op, zowel wat het aantal kamers als de uitrusting van de beschikbare kamers betreft. De extra capaciteit dankzij de ingebruikname van het nieuwbouw studentenhuis biedt hierbij nieuwe perspectieven.
In de samenwerking met externe actoren (Brik vzw, het sociaal verhuurkantoor voor studenten van het Brussels Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, Upgrade Estate NV, Candor, COVAS NV die de U-Residence uitbaat, de Université Libre de Bruxelles, Brussels University Alliance, de Erasmushogeschool Brussel, de Universitaire Associatie Brussel) spelen steeds meer complexe evenwichten. Het is zoeken naar een evenwicht tussen ieders doelen en belangen.
Vanuit de universiteit klinkt onder andere als huisvestingsoplossing voor summer schools de vraag naar short stay verblijven tijdens de zomermaanden. Zowel op financieel vlak als op vlak van werking moeten we die piste grondig onderzoeken op haalbaarheid, al dan niet binnen de studentenkamers van de VUB.
Ook al is het aanbod aan studentenhuisvesting de afgelopen vijf jaar aanzienlijk toegenomen door gezamenlijke inspanningen van het Gewest, de universiteiten en publieke en private partners, toch blijft het aanbod aan betaalbare kwalitatieve huisvesting te beperkt. Bovendien – zo toont het recente onderzoek “Studenten maken Stad” aan – is de huidige gewestelijke regelgeving onvoldoende flexibel om de bouw van betaalbare, kwaliteitsvolle kamers met een minimale oppervlakte en maximale collectiviteit te stimuleren. In 2018 werd de nieuwe huurwetgeving ingevoerd met o.a. de studentenhuurovereenkomst en het kwaliteitslabel voor studentenkamers. Deze wetgeving brengt een aantal moeilijkheden en aandachtspunten met zich mee voor de universiteit als eigenaar en beheerder van een groot aantal studentenkamers.
Een grondige evaluatie van deze huurwetgeving in overleg met betrokken stedelijke & universitaire actoren dringt zich op: • Herziening van de gewestelijke oppervlaktenormen (GSV) zoals ook aangegeven in het verkennend onderzoek “Studenten maken Stad” (2019)* en de uitwerking van een gewestelijk kader (“een kotenordonnantie”) met meer
10 Te veel energie gaat verloren bij transport tussen UZ Brussel en de studentenwijk.
haalbare kwaliteitsvereisten en lastenboekeisen, met oog op het stimuleren van kwaliteit, collectiviteit en betaalbaarheid in studentenhuisvestingsprojecten
• De uitwerking van een flexibel kader voor de verhuur van studentenkamers binnen een bewoonde particuliere gezinswoning naar model van de Leuvense “kotmadamformule”
• De Brusselse Huisvestingscode van 2018 is onvoldoende afgestemd met andere wet- en regelgeving. Ze legt o.a. op dat studenten hun studentenkamer enkel als studieverblijf mogen bestemmen waardoor de meeste verhuurders van studentenkamers dit ook contractueel opleggen. De vreemdelingenwetgeving gebiedt echter veel internationale studenten om een verblijfsadres te registreren. Ook zelfstandige studenten zijn soms in de feiten verplicht om een domicilieadres op kot te nemen. Deze incoherentie en ambivalentie veroorzaakt regelmatig stress bij de betrokken studenten en op de betrokken loketten van betrokken studentgerichte diensten. De oplossing situeert zich op niveau aanpassing van de regelgeving, rekening houdend met beide hiervoor beschreven studentendoelgroepen.
5. SOCIALE DIENSTVERLENING
Het aandeel beursstudenten is een goede indicator voor het aandeel studenten met een financiële nood. Ongeveer 17% van de studenten die in een initiële opleiding of een specifieke lerarenopleiding zijn ingeschreven, zijn beursstudent.
De laatste jaren schommelen de cijfers van aandelen beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten relatief sterk; dat geldt ook voor de VUB. Tussen de Vlaamse universiteiten bevinden we ons vandaag in het middensegment11
Meer dan één op tien studenten aan de VUB is werkstudent, goed voor circa 1.500. Alleen al omwille van de omvang zijn deze studenten een niet te verwaarlozen doelgroep. Maar ook omwille van hun behoeften aan informatie met betrekking tot het sociaal-financieel en sociaaljuridisch statuut als (werk)student.
Internationale studenten maken ongeveer een vijfde uit van de VUB-studentenpopulatie. 24% van de bachelorstudenten en 38% van de masterstudenten zijn buitenlanders. Iets meer dan de helft van de internationale studenten is afkomstig uit de Europese Economische Ruimte (EER)12. Niet-Europese studenten zijn voornamelijk afkomstig uit China, Turkije, India, Iran en Vietnam13.
Studentenstatuut & studiefinanciering verstrekt de studenten informatie en advies op sociaaljuridisch en sociaal-financieel vlak. In het kader van inkomende en uitgaande internationale mobiliteit bieden we deze dienstverlening ook aan internationale (werk)studenten en vluchtelingen.
Studentenstatuut & studiefinanciering biedt individuele financiële ondersteuning aan (werk)studenten met een financiele nood die hen belet hun studiekosten – inclusief kosten verbonden aan uitgaande mobiliteit – te betalen. We werken daarbij aanvullend op de bestaande overheidsondersteuning14. Concreet bieden we volgende formules van financiële ondersteuning aan:
Huurtoelage
Studenten komen hiervoor in aanmerking als de studietoelage voor een kotstudent ontoereikend is om alle studiekosten te betalen. Of indien de kotstudent geen recht heeft op een studietoelage, maar wel een duidelijke financiële nood heeft;
Sociale toelage
Studenten komen hiervoor in aanmerking wanneer ze een duidelijke financiële nood hebben en/of de eventuele huurtoelage niet volstaat om de financiële nood te ledigen;
Externe beurs
Een student kan een externe beurs verkrijgen als hij of zij een financiële nood ervaart en voldoet aan de voorwaarden die de externe beursverstrekker en Studentenstatuut & studiefinanciering voorschrijven;
Buitenlandtoelage
Een student kan een buitenlandtoelage aanvragen indien de kosten van een internationale mobiliteit te zwaar doorwegen en tot een financiële nood leiden;
Renteloze leningen op korte en lange termijn
Leningen zijn bedoeld voor studenten die een tijdelijk tekort – bijvoorbeeld bij betaling van het studiegeld of in afwachting van de studietoelage van de Vlaamse Overheid – willen overbruggen. Of voor studenten die kampen met een structurele financiële nood.
Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus biedt Studentenstatuut & studiefinanciering, omwille van het grote aantal bezoekende studenten, dagelijkse permanenties aan. Op de Brussels Health Campus biedt de dienst een regelmatige permanentie van een halve dag per week aan.
11 Indicatieve voorlopige cijfers 2015-2016: Universiteit Hasselt 22%, Universiteit Antwerpen 17%, Vrije Universiteit Brussel 17%, Universiteit Gent 14%, Katholieke Universiteit Leuven 13%.
12 De top-5 van herkomstlanden van EER-studenten zijn Nederland, Duitsland, Italië, Spanje en Roemenië.
13 http://www.vub.ac.be/sites/vub/files/2018-02-08-factsfigures.pdf
14 De Studentenraad keurde op 24 mei 2012 het basisbeleid hieromtrent goed.
Studenten kunnen op beide campussen een afspraak maken met het team. Aangezien internationale studenten vooral op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vertoeven, maken zij vooral op die campus van deze dienstverlening gebruik.
Op de Brussels Technology Campus bedienen de studentenvoorzieningen van de Erasmushogeschool Brussel de studenten met financiële vragen en noden. De dienstverlening gebeurt er op afspraak.
We verwijzen studenten, indien nodig of relevant, door naar interne of externe diensten. Denk aan de afdeling School- en Studietoelagen van de Vlaamse Overheid of de kinderbijslagfondsen. Indien nodig treedt Studentenstatuut & studiefinanciering ook bemiddelend op tussen student en externe instanties.
Het team studentenjobs van de VUB leidt VUB- en EhB-studenten via een databank toe naar een ruim en gevarieerd aanbod van studentenjobs. Het jobaanbod is vandaag groter dan de vraag. Studenten met financiële noden kunnen we actief attenderen op nieuwe vacatures voor VUB-jobs die hun passen en hun financieel zouden kunnen verder helpen.
Voor de verzekering van de buitenlandse studenten heeft de Vrije Universiteit Brussel een aantal samenwerkingen afgesloten. Op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus15 is er met PARTENA een samenwerking afgesloten. Er zijn verder samenwerkingen met verschillende andere verzekeringsmaatschappijen zoals Via, makelaar March, A&V Consult voor bijvoorbeeld repatriërings-, (aanvullende) ziekte- en brandverzekeringen.
De universiteit organiseert kinderopvang voor de studenten. Op zowel de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de Brussels Health Campus is er een kinderdagverblijf. Beiden zijn vergund en gesubsidieerd16 door Kind & Gezin.
Toegang
Informatie, advies en begeleiding met betrekking tot de sociaal-financiële situatie en het sociaaljuridisch statuut en toeleiding naar een studentenjob is een voor alle studenten beschikbare dienstverlening.
Het verlenen van individuele financiële ondersteuning is voorbehouden17 aan studenten met financiële noden die aantonen dat ze:
• Moeilijkheden hebben om de studiekosten te betalen;
• Inspanningen leveren om inkomsten te verwerven18;
• Nog geen masterdiploma verworven hebben19;
• Voldoende studievoortgang hebben;
• Voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarden om in aanmerking te komen voor een studietoelage van de Vlaamse Overheid;
• Eerder aangegane verbintenissen met Studentenstatuut & studiefinanciering nakomen.
In uitzonderlijke situaties kan Studentenstatuut & studiefinanciering het billijkheidsprincipe toepassen. Dat kan gebeuren wanneer het team van oordeel is dat de voorwaarden voor de student in kwestie te hard zijn. In dat geval kan het team, om billijkheidsredenen en in het voordeel van de student, afwijken van de criteria.
Studentenstatuut & studiefinanciering behoudt haar financiële tussenkomsten in principe voor aan studenten die voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarden zoals bepaald door de afdeling School- en Studietoelagen van de Vlaamse Overheid: een duurzaam verblijf in België en/of werken in België. Voor niet-EER-studenten voorziet de Vlaamse Overheid geen financiering van studentenvoorzieningen20. Deze studenten zijn verplicht om voldoende financiële middelen aan te tonen om een geldige verblijfsvergunning in België te kunnen krijgen. Tot slot zijn geen objectieve parameters beschikbaar om de financiële status van een student met buitenlandse inkomsten te evalueren. Dat impliceert dat studentenstatuut & studiefinanciering enkel in uitzonderlijke omstandigheden – in geval van een tijdelijk financieel tekort – financieel zal ondersteunen bij buitenlandse studenten met financiële noden.
Alle studenten kunnen met hun baby’s en peuters voor opvang terecht in de kinderdagverblijven van de VUB. De Vlaamse Overheid verwacht dat we minstens 20% van de erkende opvangplaatsen prioritair toekennen aan kwetsbare groepen. Dit zijn bijvoorbeeld gezinnen met een laag inkomen en alleenstaande ouders. Studenten vallen meestal in deze categorie.
15 In de gemeente Jette is een PARTENA-kantoor aanwezig.
16 In de regelgeving (dd. 1/4/2014) ‘vergunde’ kinderopvang genoemd.
17 De huidige voorwaarden zijn in detail te lezen op https://student.vub.be/studiefinanciering#voorwaarden-ondersteuning.
18 Niet-voltijdse studenten worden verondersteld inkomsten te verwerven via een (studenten)job.
19 Uitzondering: studenten met een masterdiploma kunnen nog in aanmerking komen voor een renteloze lening, maar niet meer voor een toelage.
20 Niet-EER-studenten moeten, wanneer ze zich inschrijven aan een Vlaamse onderwijsinstelling, verklaren dat ze ‘self-supported’ zijn. Dat betekent dat ze over voldoende financiële middelen beschikken om zelf hun studiekosten te betalen. Verder is het bij internationale studenten, wanneer ze een financiële nood zouden ervaren, onmogelijk om een sociaal-financieel onderzoek te voeren. Er kan immers geen correcte en objectieve inschatting van de sociaal-financiële situatie gemaakt kan worden (ander belastingsysteem, onvolledige verklaringen, …).
Nieuw in 2018
Nog nooit besteedden we een zo hoog bedrag aan renteloze leningen (op korte termijn) als in 2018. In totaal ging het over een bedrag van €449.662. Voor deze stijging zien we een aantal mogelijke verklaringen:
Sinds academiejaar 2014-2015 volgt de Onderwijs- en Studentenadministratie de betaling van de studiegelden strakker op. Daardoor worden studenten verplicht hun studiegeldfactuur sneller te betalen, wat ertoe leidt dat ze ook sneller aankloppen voor een renteloze lening;
Sinds het academiejaar 2015-2016 zijn de studiegelden verhoogd. Sommige studenten hebben het daardoor moeilijker om het verschuldigde studiegeld in één keer te betalen;
De toename van het aantal studenten.
Het is onze ambitie om de operationele werking van Studentenstatuut & studiefinanciering verder te optimaliseren en te moderniseren. In 2018 hebben we daartoe al volgende stappen gezet:
We genereerden, rechtstreeks vanuit het studentenadministratiesysteem CALI, correcte uitbetalingstemplates voor alle types dienstverlening. Die templates kunnen rechtstreeks en zonder manuele aanpassingen naar de financiële administratie worden doorgestuurd voor uitbetaling. Hiermee vermijden we onnodige administratieve werkprocessen;
We registreren de sociaaleconomische achtergrond van de student voor alle types dienstverlening. Dat laat ons toe om voortaan ook te rapporteren over het sociaaleconomisch profiel van studenten die beroep doen op een dienstverlening van Studentenstatuut en studiefinanciering. Verdere aanpassingen en toevoegingen blijven evenwel nodig; daar gaan we in 2019 verder mee aan de slag. Zo willen we onder andere de dienstverlening van de buitenlandtoelage nog integreren in CALI.
In 2018 keurde de VUB een beleid voor de aanstelling van jobstudenten goed. Dankzij dit aanstellingsbeleid willen we ervoor zorgen dat VUB-diensten maximaal gebruik maken van de jobdatabank die studentenjobs bundelt. Bovendien willen we met dit aanstellingsbeleid inspelen op actuele noden, bijvoorbeeld wanneer de publicatie van een studentenjob na een bepaalde periode geen bruikbare kandidaat oplevert. In dat geval kunnen VUB-diensten beroep doen op hun ruimere netwerk – privé en professioneel – om de vacature voor een studentenjob in te vullen.
De Belgische Overheid aanvaardt steeds minder de tot voor kort gangbare wijze voor het aanvragen van studentenvisa voor selfsupporting studenten – studenten die niet over een studiebeurs beschikken – om hun bestaansmiddelen aan te tonen: een garant die de verbintenis tot ten lastenneming van de student ondertekent. Dit heeft te maken met het verhogen van het minimuminkomen waarover de garant moet beschikken en de moeilijkheid van garanten om een regelmatig inkomen aan te tonen via drie recente loonfiches. Dat leidde tot signalementen van professoren dat ze studenten verloren wier visum geweigerd werd wegens het niet kunnen aantonen van voldoende financiële middelen.
In het verleden hanteerde de VUB sporadisch de werkwijze om, als bewijs van solvabiliteit, geld te blokkeren op een rekening van de universiteit. Dit gebeurde voornamelijk voor die studenten wier beurs afliep nog vóór zij hun programma konden afwerken en die hun verblijfsvergunning moesten verlengen. Vanop de geblokkeerde rekening kreeg de student maandelijks een toelage uitbetaald.
De dienst Vreemdelingenzaken en de ambassades – die garanties willen dat de student steeds over voldoende financiële middelen beschikt gedurende de ganse duur van zijn of haar studieverblijf - drongen steeds meer aan op het veralgemeend hanteren van deze procedure voor het afleveren van een studentenvisum aan selfsupporting studenten. Tijdens het academiejaar 2017-2018 startte de VUB bij wijze van experiment met het aanbieden van de mogelijkheid voor alle buitenlandse studenten om geld te storten op een geblokkeerde VUB-rekening. Deze procedure impliceert een forse administratieve inspanning: het innen van het geld, het opmaken van de solvabiliteitsattesten voor de visumaanvragen en het maandelijks uitbetalen van de toelagen. Voor het academiejaar 2017-2018 ontvingen we 214 aanvragen. 130 dossiers zijn in behandeling. In één geval gaat het om een uitgaande student die voldoende financiële middelen moest aantonen om een visum voor de Verenigde Staten te bekomen.
In 2016 lanceerde de Studentenraad het idee om een beurs voor studentenvertegenwoordigers in te voeren. De achterliggende idee is dat studenten omwille van financiële redenen niet ontmoedigd mogen worden om een engagement als studentenvertegenwoordiger op te nemen. De tijd die in dat engagement wordt gestoken, kan een student immers niet besteden aan een studentenjob. De Studentenraad werkte het voorstel in 2017 verder uit en keurde het goed. De eerste beurzen voor studentenvertegenwoordigers zijn ondertussen voor het academiejaar 2018-2019 aangevraagd: zes aanvragen liepen binnen. Maar geen enkele student-aanvrager kwam in aanmerking voor deze externe beurs. Wellicht omdat deze externe beurs enkel door studentenvertegenwoordigers uit de studentenraad, de faculteitsraad, het faculteitsbestuur of het International Student Platform kan worden aangevraagd.
In 2018 was Studentenstatuut en studiefinanciering voor het eerst fysiek ingebed in het VUB-inschrijvingsgebeuren Van 13 augustus tot en met 21 september was er dagelijks een medewerker van Studentenstatuut en studiefinanciering bij de inschrijvingen aanwezig. De medewerker informeerde de toekomstige studenten (en hun ouder(s)) over de moge-
lijkheden van studietoelagen, begeleidde bij de aanvraag van zo’n studietoelage, informeerde over de studiekosten en -gelden en welke financiële ondersteuningsvormen er vanuit de VUB mogelijk zijn. Met dit initiatief hopen we studenten te stimuleren om hun studietoelage zo vroeg als mogelijk aan te vragen. Want hebben studenten op 1 mei van het betrokken academiejaar nog geen beslissing over hun studietoelageaanvraag ontvangen, dan zullen ze het volledige studiegeldtarief moeten bijbetalen21. Die bijkomende betaling levert veel extra administratieve belasting op voor zowel de student als de VUB. We hopen die dankzij onze ondersteuning bij inschrijving te vermijden. We ontvingen zowel van Onderwijs- en Studentenadministratie, de studenten als hun ouders positieve feedback op dit initiatief. We zullen het daarom herhalen in 2019.
De zesde staatshervorming en de regeerakkoorden van 2014 brengen heel wat regelgevende evoluties met zich mee. De impact voor de sociale dienstverlening aan studenten zal betekenisvol zijn. In 2018 werden de krijtlijnen voor de wijzigingen aangaande de kinderbijslag, het betaald educatief verlof en de werkvergunningen C alvast bekend. De wijzigingen in de kinderbijslag zijn voor Vlaanderen in werking getreden op 1 januari 2019. Voor Brussel gaan de wijzigingen pas in op 1 januari 2020. Voor het betaald educatief verlof wijzigt de regelgeving in Vlaanderen vanaf 1 september 2019. Voor Brussel is er nog geen concrete datum bekend. Tot slot is op 1 januari 2019 de aanvraagprocedure voor een werkvergunning C gewijzigd.
Voor zowel studenten als personeel is het niet altijd duidelijk wat de concrete impact zal zijn van de wijzigingen. Dat is veelal te wijten aan inconsequenties of onduidelijke interpretaties in de huidige beleidsontwikkelingen. Tevens moeten ook inspanningen geleverd worden om correcte informatie aan studenten, ouders en personeel te kunnen geven. Door het gebrek aan informatie en het niet op elkaar afgestemd zijn van de informatie, is dit niet altijd een even gemakkelijke opdracht.
Kengetallen en trends
Cijfers over studietoelagen zijn beschikbaar op http://www.ond.vlaanderen.be/studietoelagen/beleidsinfo/
Sinds 2018 beschikken we over een reeks nieuwe cijfers:
• Het taalprofiel van vacatures op de jobdatabank;
• De plaats van tewerkstelling voor vacatures via de jobdatabank;
• De specifieke karakteristieken van studenten (werkstudent, leefloonstudent, enzovoort);
• Het socio-economisch profiel van de student.
Evolutie beursstudenten



























Aantal studenten aan Vlaamse universiteiten
Aantal beursstudenten aan Vlaamse universiteiten
Aantal studenten aan VUB









Aantal beursstudenten aan VUB
Figuur 12: Evolutie beursstudenten en aantal studenten die in een opleiding zijn ingeschreven waarvoor een studietoelage kan toegekend worden aan de VUB én aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2016-2017. Het aantal beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten lijkt lichtjes te dalen, terwijl dit aantal aan de VUB lichtjes toeneemt. Vanaf 2010-2011 stijgt de studentenpopulatie relatief sterker dan de stijging van het aantal beursstudenten. Het aandeel beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten vermindert terwijl dit aandeel aan de VUB stijgt; in 2016-2017 nog 14,6% in Vlaanderen, ten opzichte van 18% aan de VUB. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar.
Figuur 12: Evolutie beursstudenten en aantal studenten die in een opleiding zijn ingeschreven waarvoor een studietoelage kan toegekend worden aan de VUB én aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2016-2017. Het aantal beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten lijkt lichtjes te dalen, terwijl dit aantal aan de VUB lichtjes toeneemt. Vanaf 2010-2011 stijgt de studentenpopulatie relatief sterker dan de stijging van het aantal beursstudenten. Het aandeel beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten vermindert terwijl dit aandeel aan de VUB stijgt; in 2016-2017 nog 14,6% in Vlaanderen, ten opzichte van 18% aan de VUB. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar.
21 Studenten krijgen hun bijbetaling terug mocht na 1 mei blijken dat ze toch nog een positieve beslissing over de toekenning van studietoelagen hebben ontvangen.
Figuur 12: Evolutie beursstudenten en aantal studenten die in een opleiding zijn ingeschreven waarvoor een studietoelage kan toegekend worden aan de VUB én aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2016-2017. Het aantal beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten lijkt lichtjes te dalen, terwijl dit aantal aan de VUB lichtjes toeneemt. Vanaf 2010-2011 stijgt de studentenpopulatie relatief sterker dan de stijging van het aantal beursstudenten. Het aandeel beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten vermindert terwijl dit aandeel aan de VUB stijgt; in 2016-2017 nog 14,6% in Vlaanderen, ten opzichte van 18% aan de VUB. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar.
Gemiddeld toegekend studietoelagebedrag






































Figuur 13: Evolutie van het gemiddeld toegekend studietoelagebedrag van beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2015-2016. Tot 2014-2015 hadden beursstudenten aan de VUB doorgaans het hoogste studietoelagebedrag in vergelijking met hun medestudenten aan de andere Vlaamse universiteiten; VUB-studenten lijken dus financieel kwetsbaarder te zijn. Vanaf 2015-2016 lijkt daarin een kentering te komen. Meer recente cijfers zijn evenwel niet beschikbaar. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar.
Figuur 13: Evolutie van het gemiddeld toegekend studietoelagebedrag van beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2015-2016. Tot 2014-2015 hadden beursstudenten aan de VUB doorgaans het hoogste studietoelagebedrag in vergelijking met hun medestudenten aan de andere Vlaamse universiteiten; VUB-studenten lijken dus financieel kwetsbaarder te zijn. Vanaf 2015-2016 lijkt daarin een kentering te komen. Meer recente cijfers zijn evenwel niet beschikbaar. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar.
Percentage kostudenten met een maximale studietoelage












































KULeuven
UAntwerpen
UGent
UHasselt
VUB
Figuur 14: Het percentage van beursstudenten op kot met een maximum studietoelage binnen de groep beursstudenten die op kot zitten in de periode 2008-2009 tot 2016-2017 is aan de VUB het hoogst van alle Vlaamse universiteiten. De VUB trekt dus een relatief opvallend hoog aantal kotstudenten met ernstige financiële noden aan. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar.
Figuur 14: Het percentage van beursstudenten op kot met een maximum studietoelage binnen de groep beursstudenten die op kot zitten in de periode 2008-2009 tot 2016-2017 is aan de VUB het hoogst van alle Vlaamse universiteiten. De VUB trekt dus een relatief opvallend hoog aantal kotstudenten met ernstige financiële noden aan. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar.
Financiële ondersteuning aan studenten
Aantal unieke studenten met aanvra(a)g(en)
Aantal unieke studenten met toekenning(en)
Figuur 14: Het percentage van beursstudenten op kot met een maximum studietoelage binnen de groep beursstudenten die op kot zitten in de periode 2008-2009 tot 2016-2017 is aan de VUB het hoogst van alle Vlaamse universiteiten. De VUB trekt dus een relatief opvallend hoog aantal kotstudenten met ernstige financiële noden aan. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar.
Financiële ondersteuning aan studenten
Aantal unieke studenten met aanvra(a)g(en)
Aantal unieke studenten met toekenning(en)
Figuur 15: Aantal studenten dat in de periode 2014-2018 één of meer aanvragen voor een (financiële) ondersteuning(en) heeft ingediend bij Studentenstatuut & studiefinanciering versus het aantal studenten dat één of meer (financiële) ondersteuning(en) heeft gekregen. We merken dat deze cijfers steeds verder in stijgende lijn gaan: we ondersteunen dus steeds meer (financieel kwetsbare) studenten. De cijfers over het jaarlijks besteedde budget geven eenzelfde stijging weer.
Figuur 15: Aantal studenten dat in de periode 2014-2018 één of meer aanvragen voor een (financiële) ondersteuning(en) heeft ingediend bij Studentenstatuut & studiefinanciering versus het aantal studenten dat één of meer (financiële) ondersteuning(en) heeft gekregen. We merken dat deze cijfers steeds verder in stijgende lijn gaan: we ondersteunen dus steeds meer (financieel kwetsbare) studenten. De cijfers over het jaarlijks besteedde budget geven eenzelfde stijging weer.
Tabel 3: aantal in 2018 uitgekeerde toelagen en leningen aan studenten, inclusief de range en mediaan van de uitgekeerde bedragen. Huurtoelagen worden in theorie toegekend voor 12 maanden. Maar er zijn ook studenten die voor een kortere periode een huurtoelage ontvangen (bijvoorbeeld in geval van laattijdige aanvraag of vroegtijdige opzeg van het huurcontract).
Tabel 3: aantal in 2018 uitgekeerde toelagen en leningen aan studenten, inclusief de range en mediaan van de uitgekeerde bedragen. Huurtoelagen worden in theorie toegekend voor 12 maanden. Maar er zijn ook studenten die voor een kortere periode een huurtoelage ontvangen (bijvoorbeeld in geval van laattijdige aanvraag of vroegtijdige opzeg van het huurcontract).
Gespendeerd budget financiële ondersteuning

























Externe beurzen
Sociale toelage







Renteloze leningen
Huurtoelagen
Buitenlandtoelage






Figuur 16: Door Studentenstatuut & studiefinanciering gespendeerd budget aan financiële ondersteuning voor studenten in de periode 2010-2018. Opvallend en onverwacht is de daling van de budgetten besteed aan huurtoelagen in de periode 2010-2014. We vermoeden dat de sterke daling niet enkel het resultaat kan zijn van de kleine beleidswijzigingen die zich hebben voorgedaan. De wijziging in het proces van aanvragen van een huurtoelage (sinds enkele jaren is het aanvraagformulier huurtoelagen niet meer opgenomen in de gedrukte brochure met betrekking tot het aanvragen van een VUB-kamer) zou ook een effect kunnen hebben. Ook het om ICT-technische redenen niet kunnen opvolgen in 2013-2014 van achterstallige betalingen van huurgelden kan een rol hebben gespeeld; studenten met financiële noden werden zo niet vroeg genoeg geconfronteerd met een betalingsachterstand. Een andere mogelijke verklaring is het groter aantal (beurs)studenten dat niet langer op kot gaat omwille van ontoereikende financiële middelen. De laatste drie jaren stabiliseert het budget huurtoelagen rond de €425.000, al merken we nu voor 2018 een stijging: dit komt door een toename in het aantal toegekende huurtoelagen en de verhoging van de bedragen van de huurtoelage met €10/maand. 2015 gaf een piek-beeld omdat de VUBhuurtoelagen van het eerste deel van het academiejaar 2015-2016 al op het budget van 2015 werden geboekt, daar waar dit voorheen in het daaropvolgende jaar werd ingeboekt. Vanaf 2016 geven de cijfers de uitgaven per kalenderjaar weer.
Figuur 16: Door Studentenstatuut & studiefinanciering gespendeerd budget aan financiële ondersteuning voor studenten in de periode 2010-2018. Opvallend en onverwacht is de daling van de budgetten besteed aan huurtoelagen in de periode 2010-2014. We vermoeden dat de sterke daling niet enkel het resultaat kan zijn van de kleine beleidswijzigingen die zich hebben voorgedaan. De wijziging in het proces van aanvragen van een huurtoelage (sinds enkele jaren is het aanvraagformulier huurtoelagen niet meer opgenomen in de gedrukte brochure met betrekking tot het aanvragen van een VUB-kamer) zou ook een effect kunnen hebben. Ook het om ICT-technische redenen niet kunnen opvolgen in 2013-2014 van achterstallige betalingen van huurgelden kan een rol hebben gespeeld; studenten met financiële noden werden zo niet vroeg genoeg geconfronteerd met een betalingsachterstand. Een andere mogelijke verklaring is het groter aantal (beurs)studenten dat niet langer op kot gaat omwille van ontoereikende financiële middelen. De laatste drie jaren stabiliseert het budget huurtoelagen rond de €425.000, al merken we nu voor 2018 een stijging: dit komt door een toename in het aantal toegekende huurtoelagen en de verhoging van de bedragen van de huurtoelage met €10/maand. 2015 gaf een piek-beeld omdat de VUB-huurtoelagen van het eerste deel van het academiejaar 2015-2016 al op het budget van 2015 werden geboekt, daar waar dit voorheen in het daaropvolgende jaar werd ingeboekt. Vanaf 2016 geven de cijfers de uitgaven per kalenderjaar weer.
We zien dat het budget sociale toelagen de afgelopen jaren wel licht toeneemt, al zeker de voorbije twee jaar. Maar niet in dezelfde mate als de mate waarmee het budget huurtoelagen afneemt. Voor 2018 is er een daling is het gespendeerde bedrag sociale toelagen, ondanks het feit dat we in 2018 nooit eerder zoveel aanvragen sociale toelagen hebben ontvangen. Door het niet kunnen uitwerken van een aanzienlijk deel sociale toelagen in 2018, heeft dit ook een gevolg in het totaal gespendeerd bedrag sociale toelagen (daling van het bedrag).
Het valt op dat het budget gespendeerd aan renteloze studieleningen de laatste jaren enorm toegenomen is. Dit is te verklaren door het grotere aantal renteloze studieleningen die werden toegekend voor betaling van het studiegeld (het studiegeld gespreid kunnen betalen zou een elegante oplossing bieden voor de meeste van deze studenten). In 2018 werden minder renteloze leningen toegekend, maar toch steeg het totaal gespendeerde bedrag, wat betekent dat de bedragen van de toegekende renteloze leningen gestegen zijn.
We zien dat het budget sociale toelagen de afgelopen jaren wel licht toeneemt, al zeker de voorbije twee jaar. Maar niet in dezelfde mate als de mate waarmee het budget huurtoelagen afneemt. Voor 2018 is er een daling is het gespendeerde bedrag sociale toelagen, ondanks het feit dat we in 2018 nooit eerder zoveel aanvragen sociale toelagen hebben ontvangen. Door het niet kunnen uitwerken van een aanzienlijk deel sociale toelagen in 2018, heeft dit ook een gevolg in het totaal gespendeerd bedrag sociale toelagen (daling van het bedrag). Het valt op dat het budget gespendeerd aan renteloze studieleningen de laatste jaren enorm toegenomen is. Dit is te verklaren door het grotere aantal renteloze studieleningen die werden toegekend voor betaling van het studiegeld (het studiegeld gespreid kunnen betalen zou een elegante oplossing bieden voor de meeste van deze studenten). In 2018 werden minder renteloze leningen toegekend, maar toch steeg het totaal gespendeerde bedrag, wat betekent dat de bedragen van de toegekende renteloze leningen gestegen zijn.
Verdeling huurtoelage
Figuur 17: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2018. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen gemiddeld genomen rond een 80-20-verdeling.
Figuur 17: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2018. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen gemiddeld genomen rond een 80-20-verdeling.
Figuur 17: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2018. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen gemiddeld genomen rond een 80-20-verdeling.
Aanvragen en uitbetalingen buitenlandtoelage
Aanvragen en uitbetalingen buitenlandtoelage
aantal aanvragen aantal aanvragen die voldeden aan de voorwaarden aantal uitbetalingen
Figuur 18: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een buitenlandtoelage sinds de invoering voor het academiejaar 2017-2018. De cijfers voor 2018 liggen hoger aangezien 2018 het eerste volledige kalenderjaar is waarin huurtoelagen konden aangevraagd en uitbetaald worden.
Figuur 18: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een buitenlandtoelage sinds de invoering voor het academiejaar 20172018. De cijfers voor 2018 liggen hoger aangezien 2018 het eerste volledige kalenderjaar is waarin huurtoelagen konden aangevraagd en uitbetaald worden.
Figuur 18: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een buitenlandtoelage sinds de invoering voor het academiejaar 2017-2018. De cijfers voor 2018 liggen hoger aangezien 2018 het eerste volledige kalenderjaar is waarin huurtoelagen konden aangevraagd en uitbetaald worden.
contacten
Aantal contacten
Figuur 19: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in de periode 2015-2018. De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face.
Figuur 19: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in de periode 2015-2018. De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face.
aantal aanvragen aantal aanvragen die voldeden aan de voorwaarden aantal uitbetalingen
Figuur 18: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een buitenlandtoelage sinds de invoering voor het academiejaar 2017-2018. De cijfers voor 2018 liggen hoger aangezien 2018 het eerste volledige kalenderjaar is waarin huurtoelagen konden aangevraagd en uitbetaald worden.
Figuur 19: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in de periode 2015-2018. De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face.
Figuur 19: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in de periode 2015-2018. De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face. We merken wel een aanzienlijke daling in het aantal contacten in het algemeen. Dit is deels te verklaren door het nieuwe systeem dat in gebruik werd genomen voor de aanstelling jobstudenten aan de VUB enerzijds en anderzijds door het in gebruik nemen van een nieuwe vacaturedatabank. Tot en met 2017 moesten studenten persoonlijk langskomen bij Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs om hun studentencontract te ondertekenen, wanneer zij als jobstudent op de VUB werkten. Dit was jaarlijks goed voor zo’n 2.250 contacten. Vanaf oktober 2017 is dit immers niet meer het geval en ondertekent de student zijn/haar contract op de VUB-dienst zelf waar hij/zij gaat werken. Daarnaast kunnen VUB-studenten vanaf heden ook rechtstreeks de VUB-dienst die een vacature voor een jobstudent heeft, contacteren om te solliciteren. Voorheen moesten studenten hiervoor via e-mail contact opnemen met Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs. Hierdoor zijn er ook zo’n 1.000 e-mailcontacten minder.
We merken wel een aanzienlijke daling in het aantal contacten in het algemeen. Dit is deels te verklaren door het nieuwe systeem dat in gebruik werd genomen voor de aanstelling jobstudenten aan de VUB enerzijds en anderzijds door het in gebruik nemen van een nieuwe vacaturedatabank. Tot en met 2017 moesten studenten persoonlijk langskomen bij Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs om hun studentencontract te ondertekenen, wanneer zij als jobstudent op de VUB werkten. Dit was jaarlijks goed voor zo’n 2.250 contacten. Vanaf oktober 2017 is dit immers niet meer het geval en ondertekent de student zijn/haar contract op de VUBdienst zelf waar hij/zij gaat werken. Daarnaast kunnen VUB-studenten vanaf heden ook rechtstreeks de VUBdienst die een vacature voor een jobstudent heeft, contacteren om te solliciteren. Voorheen moesten studenten hiervoor via e-mail contact opnemen met Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs. Hierdoor zijn er ook zo’n 1.000 e-mailcontacten minder.
Contacten per maand















































Figuur 20: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs per maand in de periode 2015-2018. Een duidelijke piek is merkbaar rond de start van het academiejaar. In 2018 is de meerderheid van de contacten (75%) met studenten. 7% van de contacten is met collega’s. De andere 18% is met externen (8%), ouder(s) van studenten (5%), toekomstige studenten (4%) of ex-studenten (2%). Het merendeel van de contactvragen in 2018 gaat over de financiële dienstverlening/ondersteuning van Studentenstatuut & studiefinanciering (33%). Daarna volgen vragen over de dienstverlening aangaande studentenjobs (21%), sociaalfinanciële problemen/thema’s (20%), studietoelagen (19%), sociaaljuridische problemen/thema’s (4%) en psychosociale thema’s of andere vragen22 (3%).
Figuur 20: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs per maand in de periode 2015-2018. Een duidelijke piek is merkbaar rond de start van het academiejaar. In 2018 is de meerderheid van de contacten (75%) met studenten. 7% van de contacten is met collega’s. De andere 18% is met externen (8%), ouder(s) van studenten (5%), toekomstige studenten (4%) of ex-studenten (2%). Het merendeel van de contactvragen in 2018 gaat over de financiële dienstverlening/ondersteuning van Studentenstatuut & studiefinanciering (33%). Daarna volgen vragen over de dienstverlening aangaande studentenjobs (21%), sociaalfinanciële problemen/thema’s (20%), studietoelagen (19%), sociaaljuridische problemen/thema’s (4%) en psychosociale thema’s of andere vragen22(3%).
22 ‘Andere vragen’ heeft betrekking op: probleem uitbetalen kinderbijslag, info/advies curriculum, info/advies inschrijvingen, info/advies op
attesten
In 2018 is de meerderheid van de contacten (75%) met studenten. 7% van de contacten is met collega’s. De andere 18% is met externen (8%), ouder(s) van studenten (5%), toekomstige studenten (4%) of ex-studenten (2%). Het merendeel van de contactvragen in 2018 gaat over de financiële dienstverlening/ondersteuning van Studentenstatuut & studiefinanciering (33%). Daarna volgen vragen over de dienstverlening aangaande studentenjobs (21%), sociaalfinanciële problemen/thema’s (20%), studietoelagen (19%), sociaaljuridische problemen/thema’s (4%) en psychosociale thema’s of andere vragen22 (3%).
Aantal studentenjobs op VUB-jobdatabank
VUB-jobs externe jobs
Figuur 21: Aantal vacatures voor studentenjob tijdens het academiejaar en vakantieperioden - opgesplitst naar gepubliceerde vacatures van de VUB en bij externe werkgevers (buiten de VUB) - dat gepubliceerd werd op de jobdatabank in de periode 2015-201823.
Figuur 21: Aantal vacatures voor studentenjob tijdens het academiejaar en vakantieperioden - opgesplitst naar gepubliceerde vacatures van de VUB en bij externe werkgevers (buiten de VUB) - dat gepubliceerd werd op de jobdatabank in de periode 2015-201823 .
Uit oudere cijfers kunnen we afleiden dat tussen 1998 en 2014 het aantal studentenjobs, uitgevoerd door VUB-studenten (op basis van ramingen van aantal gepubliceerde studentenjobs), ongeveer verdriedubbeld is.
Uit oudere cijfers kunnen we afleiden dat tussen 1998 en 2014 het aantal studentenjobs, uitgevoerd door VUBstudenten (op basis van ramingen van aantal gepubliceerde studentenjobs), ongeveer verdriedubbeld is.
22 ‘Andere vragen’ heeft betrekking op: probleem uitbetalen kinderbijslag, info/advies curriculum, info/advies inschrijvingen, info/advies op kot gaan, invullen attesten
Voor 2018 kunnen de cijfers als volgt opgesplitst worden: VUB-jobs: 27%; jobs bij bedrijven en organisaties (buiten VUB): 53%; jobs bij particulieren als babysitter/oppashulp: 4%; jobs bij particulieren als bijlesgever/huiswerkbegeleider: 16%.
Voor 2018 kunnen de cijfers als volgt opgesplitst worden: VUB-jobs: 27%; jobs bij bedrijven en organisaties (buiten VUB): 53%; jobs bij particulieren als babysitter/oppashulp: 4%; jobs bij particulieren als bijlesgever/huiswerkbegeleider: 16%.
23 Het aandeel VUB-jobs lijkt erg beperkt in vergelijking met de externe jobs. Dit komt omdat niet alle VUB-jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen op een
Aantal arbeidsovereenkomsten VUB-jobs
Figuur 22: Aantal arbeidsovereenkomsten voor jobstudenten aan de VUB in de periode 2007 tot 2018. Arbeidsovereenkomsten worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven: maximum een maand, nooit maandoverschrijdend (bv. werken van 15/1 tot 15/2 resulteert in 2 contracten), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job.
Figuur 22: Aantal arbeidsovereenkomsten voor jobstudenten aan de VUB in de periode 2007 tot 2018. Arbeidsovereenkomsten worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven: maximum een maand, nooit maandoverschrijdend (bv. werken van 15/1 tot 15/2 resulteert in 2 contracten), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job.
Totaal aantal gepresteerde uren door VUB-studenten voor VUB-jobs
Figuur 23: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2018. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren, ondanks een daling in 2018, een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ongeveer 50% in de periode 20102018).
23 Het aandeel VUB-jobs lijkt erg beperkt in vergelijking met de externe jobs. Dit komt omdat niet alle VUB-jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen op een VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
Totaal aantal tewerkgestelde studenten voor VUB-jobs
Figuur 22: Aantal arbeidsovereenkomsten voor jobstudenten aan de VUB in de periode 2007 tot 2018. Arbeidsovereenkomsten worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven: maximum een maand, nooit maandoverschrijdend (bv. werken van 15/1 tot 15/2 resulteert in 2 contracten), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job.
Figuur 22: Aantal arbeidsovereenkomsten voor jobstudenten aan de VUB in de periode 2007 tot 2018. Arbeidsovereenkomsten worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven: maximum een maand, nooit maandoverschrijdend (bv. werken van 15/1 tot 15/2 resulteert in 2 contracten), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job.
Totaal aantal gepresteerde uren door VUB-studenten voor VUB-jobs
Totaal aantal gepresteerde uren door VUB-studenten voor VUB-jobs
Figuur 23: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2018. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren, ondanks een daling in 2018, een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ongeveer 50% in de periode 20102018).
Figuur 23: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2018. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren, ondanks een daling in 2018, een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ongeveer 50% in de periode 2010-2018).
Figuur 23: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2018. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren, ondanks een daling in 2018, een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ongeveer 50% in de periode 20102018).
Totaal aantal tewerkgestelde studenten voor VUB-jobs
Totaal aantal tewerkgestelde studenten voor VUB-jobs
Figuur 24: Totale aantal tewerkgestelde studenten op VUB-diensten in de periode 2007-2018. Deze cijfers tonen een duidelijk stijgende trend, (toename van het aantal tewerkgestelde studenten van ongeveer 55% in de periode 2007-2018). Het is nog niet duidelijk of de daling in 2018 een kentering inzet.
Figuur 24: Totale aantal tewerkgestelde studenten op VUB-diensten in de periode 2007-2018. Deze cijfers tonen een duidelijk stijgende trend, (toename van het aantal tewerkgestelde studenten van ongeveer 55% in de periode 2007-2018). Het is nog niet duidelijk of de daling in 2018 een kentering inzet.
Figuur 24: Totale aantal tewerkgestelde studenten op VUB-diensten in de periode 2007-2018. Deze cijfers tonen een duidelijk stijgende trend, (toename van het aantal tewerkgestelde studenten van ongeveer 55% in de periode 2007-2018). Het is nog niet duidelijk of de daling in 2018 een kentering inzet.
VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
Aantal kinderen in kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Aantal kinderen in kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
kinderen van VUBstudenten # kinderen van VUBstudenten in Bachelor of Master
Figuur 25: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.
Figuur 25: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.Figuur 25: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.
Aantal kinderen in kinderdagverblijf Brussels Health Campus
Aantal kinderen in kinderdagverblijf Brussels Health Campus
Figuur 26: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Health Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.
Figuur 26: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Health Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.
Resultaten en betoelaging
Figuur 26: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Health Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten.
Resultaten en betoelaging
Resultaten en betoelaging
In 2018 hebben we 101% van het bedrag begroot voor financiële ondersteuning van studenten uitgegeven. Dankzij toegekende overgedragen vastleggingen was dat mogelijk.
In 2018 hebben we 101% van het bedrag begroot voor financiële ondersteuning van studenten uitgegeven. Dankzij toegekende overgedragen vastleggingen was dat mogelijk.
We hanteren bij het opstellen van de begroting een voorzichtigheidsbeleid. Zo kunnen we, in een externe context die voortdurend aan wijzigingen en besparingen onderhevig is, de risico’s voor de zeer kwetsbare groep van studenten met financiële noden beperken.
In 2018 hebben we 101% van het bedrag begroot voor financiële ondersteuning van studenten uitgegeven. Dankzij toegekende overgedragen vastleggingen was dat mogelijk.
We hanteren bij het opstellen van de begroting een voorzichtigheidsbeleid. Zo kunnen we, in een externe context die voortdurend aan wijzigingen en besparingen onderhevig is, de risico’s voor de zeer kwetsbare groep van studenten met financiële noden beperken.
We hanteren bij het opstellen van de begroting een voorzichtigheidsbeleid. Zo kunnen we, in een externe context die voortdurend aan wijzigingen en besparingen onderhevig is, de risico’s voor de zeer kwetsbare groep van studenten met financiële noden beperken.
De laatste jaren daalden de uitgegeven sommen aan financiële ondersteuning. In 2015 was er met een status quo een kentering. Voor 2018 merken we, net zoals in 2016 en 2017, een verdere lichte toename. Die is het gevolg van een verdere stijging van de uitgekeerde sociale toelagen.
De laatste jaren daalden de uitgegeven sommen aan financiële ondersteuning. In 2015 was er met een status quo een kentering. Voor 2018 merken we, net zoals in 2016 en 2017, een verdere lichte toename. Die is het gevolg van een verdere stijging van de uitgekeerde sociale toelagen.
De laatste jaren daalden de uitgegeven sommen aan financiële ondersteuning. In 2015 was er met een status quo een kentering. Voor 2018 merken we, net zoals in 2016 en 2017, een verdere lichte toename. Die is het gevolg van een verdere stijging van de uitgekeerde sociale toelagen.
Bij de renteloze leningen – die houden we buiten begroting omdat de geleende bedragen worden terugbetaald – stellen we sinds 2013 een duidelijke stijging vast van de uitgeleende bedragen. Nooit eerder werd een zo groot bedrag aan renteloze studieleningen besteed als in 2018.
We blijven deze evoluties opvolgen. Zo nodig moeten we de begrote budgetten aanpassen.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen VUB per werkveld
We consolideren ons huidig beleid sociale dienstverlening en jobdienst.
Operationele doelstellingen
We zetten onze huidige dienstverlening verder.
We evalueren jaarlijks de dienstverlening op (sociale) rechtvaardigheid, aanbod, transparantie, laagdrempeligheid, coherentie en administratieve eenvoud.
Indicatoren
De huidige dienstverlening wordt niet afgebouwd (20142018).
De huidige dienstverlening wordt indien nuttig bijgestuurd (accentwijzigingen) na evaluatie (2014-2018).
Projectleider
Evaluatie 2018
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd - De Stuvoraad heeft het beleid huurtoelagen bijgestuurd vanaf 20142015 omwille van coherentie met het toewijzingsbeleid studentenkamers en de criteria van de afdeling School- en Studietoelagen; - We namen initiatief om een spreiding van betaling van het studiegeld in het studentenadministratiesysteem mogelijk te maken. Dit in het licht van de verhoogde studiegelden en de toename van het aantal renteloze leningen voor het studiegeld.
We breiden ons beleid sociale/financiele dienstverlening verder uit.
We voeren een objectieve budgetstandaard in bij het sociaal-financieel onderzoek in het kader van de financiële ondersteuning aan studenten.
We toetsen de studievoortgangsbeoordelingscriteria verder af met onderwijsbeleid en de dienst huisvesting en verfijnen ze indien nodig.
Er wordt een objectieve budgetstandaard gebruikt in de beoordeling van een dossier sociale toelagen/lening lange termijn/externe beurzen (20142018).
Duidelijke studievoortgangscriteria, gelijk voor de toekenning van een kamer in een VUB-studentenhuis en de toekenning van financiële ondersteuning, zijn beschikbaar vanaf 2014-2015.
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd - Sinds de zomer van 2015 hebben we een geoptimaliseerde versie van de webapplicatie STUfi in gebruik genomen. We gebruiken deze webapplicatie sinds augustus volwaardig.
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Deels uitgevoerd - De Stuvoraad heeft het beleid huurtoelagen geactualiseerd en afgestemd; - De toekenningscriteria omtrent studievoortgang bij sociale toelagen kunnen verder geoptimaliseerd worden. Overleg met onderwijsbeleid lijkt aangewezen; - Overleg met studiebegeleiding omtrent studievoortgangscriteria heeft in 2018 plaats gevonden. Op basis daarvan werd een eerste conceptnota opgesteld. Dit wordt verder uitgewerkt in 2019.
We verbreden onze focus naar werkstudenten en naar studenten in uitgaande internationale mobiliteit.
We breiden de informatie- en adviesverlening uit met sociaal-juridische informatie specifiek voor werkstudenten: Betaald Educatief Verlof, Onthaalen Vormingsverlof, tijdskrediet, loopbaanonderbreking, VDAB-tussenkomsten en tegemoetkomingen voor werkzoekenden.
Informatie over het sociaal-juridisch statuut, specifiek voor werkstudenten, is beschikbaar op MY.VUB en/of via publicaties (2014-2018).
Vragen over het sociaal-juridisch statuut, specifiek voor werkstudenten, worden door het Team Studentenstatuut & Studiefinanciering adequaat beantwoord (2014-2018).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd - De brochure “Werken en studeren” geven we niet meer uit. Alle informatie is nu beschikbaar via een specifieke webpagina op student. vub.be
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd
We informeren studenten die in het buitenland wensen te studeren, proactief over de mogelijkheden tot individuele financiële ondersteuning.
Informatie over individuele financiele ondersteuning is beschikbaar op MY.VUB (20142015).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd - Deelname aan de Go Abroad Week hebben we sinds 2015 gerealiseerd, in samenspraak met IRMO; - Er is specifieke informatie over beurzen beschikbaar op student. vub.be, met een expliciete link naar de dienstverlening van het team studentenstatuut & studiefinanciering; - In 2017 keurde de Studentenraad het invoeren van een buitenlandtoelage voor studenten die naar het buitenland gaan in het kader van hun studies goed.
De kostenpijler internationale mobiliteit is opgenomen in het aanvraagformulier voor een sociale toelage (2014-2015).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd
We optimaliseren en professionaliseren de operationele werking van de Sociale Dienst Studenten en de Jobdienst.
We zorgen voor een coherent, geïntegreerd en geautomatiseerd dossierbeheer via een informatiesysteem24
De registratie van de sociaal-financiele dienstverlening gebeurt via één elektronisch dossier per student (2014-2018).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten
Deels uitgevoerd - Voor de renteloze studieleningen, voorschotten op de studietoelage, huurtoelagen, bijzondere procedures, verminderingen van het studiegeld, sociale toelagen en externe beurzen kunnen sinds 2017 alle aanvragen in CALI geregistreerd worden; - De nieuwe types financiële ondersteuning aan studenten (bv. de buitenlandtoelage) zijn nog niet geïnformatiseerd; deze kunnen nog niet in CALI worden geregistreerd. Dit is evenwel de bedoeling en de nodige stappen zijn hiervoor al gezet.
We onderzoeken de mogelijkheden om een elektronische aanvraag financiële ondersteuning in te voeren waarbij papieren dossiers op termijn verdwijnen.
De opvolging van de leningendossiers gebeurt op automatische wijze (2014-2018).
De papieren communicatie naar de student wordt vervangen door een globale elektronische communicatie via e-mail (20142018).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Nog niet gestart - Dit is voorlopig niet haalbaar binnen het studentenadministratiesysteem ( CALI).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Deels uitgevoerd - Voor de huurtoelagen, verminderingen in het studiegeld, bijzondere procedures, externe beurzen en sociale toelagen is dit in orde; - Voor de opvolging van de renteloze studieleningen en voorschotten op de studietoelage is deze elektronische communicatie nog niet in orde (dit komt ook omdat een volledige automatische opvolging van de leningendossiers nog niet mogelijk is).
Beslissing over het al dan niet implementeren van een applicatie voor elektronische aanvraag van financiële ondersteuning door studenten (20142018).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Nog niet gestart - Dit heeft te maken met andere ICT-prioriteiten.
24 Afhankelijk van de mogelijkheden binnen de ICT- & CALI-planning.
We onderzoeken de mogelijkheden om per kalenderjaar het aantal contacten op de Sociale Dienst Studenten en de Jobdienst te registeren: telefoon, e-mail, face-to-face.
We voeren een verdere instellingsbrede bekendmaking van de Sociale Dienst Studenten in. Informatie over de werking van de Sociale Dienst Studenten wordt op een transparante en duidelijke manier bekend gemaakt.
Beslissing over het al dan niet implementeren van een applicatie voor elektronische registratie (2014-2018).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd
We fuseren de Sociale Dienst Studenten en het team studentenjobs25.
Informatie over de dienstverlening van de Sociale Dienst Studenten wordt jaarlijks geactualiseerd op het intranet voor personeel (2014-2018).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Nog niet uitgevoerd - We wachten op een beleidsbeslissing met betrekking tot intranet personeel; - Het vicerectoraat Onderwijs- en studentenbeleid heeft een eigen webpagina aangemaakt met specifieke informatie voor VUB-personeel. Ook de dienstverlening van Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs is hierin opgenomen.
Contactgegevens van de Sociale
Dienst Studenten zijn vermeld op alle facturen die naar studenten verstuurd worden (2014-2018).
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten
Deels uitgevoerd
- De vorderingen met betrekking tot studiegeld vanuit dede Onderwijs- en Studentenadministratie vermelden sinds 2014 de contactgegevens van het team studentenstatuut & studiefinanciering. Hetzelfde gebeurt voor de facturen vanuit Studentenhuisvesting naar studenten met een huurachterstand;
- Aan de Faculteitssecretarissen hebben we gevraagd om bij de kostprijs van extra curriculaire activiteiten steeds de contactgegevens van Studentenstatuut & studiefinanciering te vermelden, in geval van betalingsmoeilijkheden;
- Voor alle andere facturen naar studenten (bibliotheek, faculteiten) is verdere afstemming met de betrokken diensten nodig.
De Sociale Dienst Studenten en de Jobdienst zijn op 1 januari 2016 in perfect operationele setting gefuseerd.
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd
25 Na pensionering van Martine Truyens op 31 december 2015.
We versterken en formaliseren de samenwerking tussen EhB en VUB m.b.t. de Jobdienst en de Sociale Dienst Studenten.
We stemmen af tussen beide Sociale Diensten Studenten op het concrete dienstverleningsniveau.
Meer convergentie m.b.t. de beoordeling van studievoortgang in de beoordeling van toelagendossiers, de toekenningscriteria voor financiële ondersteuning, het gebruik van de budgetstandaard en de registratie van studentencontacten (ten laatste in 2018)26.
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten
Deels uitgevoerd
- We realiseerden dit voor de registratie van studentencontacten; - Andere mogelijke samenwerkingen worden voorlopig niet gedragen door de EhB.
We stemmen af tussen beide jobdiensten op het concrete dienstverleningsniveau.
Eenzelfde promotie van sociaal-juridisch advies over studentenarbeid op alle campussen van VUB en EhB, vertaling van de gemeenschappelijke jobdatabank in het Engels en het gemeenschappelijk plaatsen van vacatures in de jobdatabank (ten laatste in 2018)27
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten
Deels uitgevoerd
- We hebben de eerste gesprekken hierover gevoerd met de directeur Stuvo van de EhB. De ideeën worden verder onderzocht en uitgewerkt;
- We realiseerden de vertaling van de gemeenschappelijke jobdatabank in het Engels;
- Aangezien alle informatie in de gemeenschappelijke brochure sinds 2016 op MY.VUB (sinds 2017 overgenomen door student.vub.be) vermeld staat, is het voor VUB niet meer nodig een gemeenschappelijke brochure te drukken;
- In 2017 hebben we een nieuwe VUB-vacaturedatabank in gebruik genomen waarmee we minder afhankelijk zijn van EhB.
Een permanentie van de Jobdienst op campus Jette is voorzien ten laatste in 2016.
Diensthoofd Sociale Dienst Studenten Uitgevoerd
We investeren in een vernieuwde infrastructuur van het kinderdagverblijf in functie van noodzakelijke capaciteitsuitbreiding en actuele en te verwachten kwaliteitseisen28
We stellen een masterplan op voor het kinderdagverblijf te Jette in overleg met Kind & Gezin, het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA), de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het UZ Brussel.
We bouwen het concept “Huis van het Kind” uit zoals voorzien in het nieuwe decreet (met nadruk op samenwerkingsverbanden tussen verschillende actoren in het kader van preventieve gezinsondersteuning).
We gaan na of het mogelijk is CAW Brussel in te passen in het project nieuwbouw kinderdagverblijf én “Huis van het Kind” te Jette.
Projectplanning gerealiseerd volgens op te stellen masterplan (2018).
Diensthoofd kinderdagverblijven Uitgevoerd - De Vlaamse Gemeenschap heeft in 2014 principieel ingestemd om dit masterplan te subsidiëren. Het subsidiedossier is in december 2014 ingediend op Vlaams niveau (VIPA).
Het Masterplan voor het nieuwe kinderdagverblijf zit intussen vervat in een breed concept met de nieuwbouw van een school, CAW-lokalen en scoutswerking; - Op 16 juli is er op basis van een wedstrijd een opdracht toegekend aan een architectenbureau.
Het concept “Huis van het Kind” voorziet een integratie van de decretale functies van het “Huis van het Kind” in de nieuwe infrastructuur van het kinderdagverblijf Jette (2018).
Diensthoofd kinderdagverblijven Uitgevoerd - Het Huis van het Kind Jette maakt deel uit van de Brusselbrede erkenning Huis van het Kind Brussel. Een samenwerkingsakkoord is gerealiseerd.
Beslissing genomen (2014-2018).
Diensthoofd kinderdagverblijven In uitvoering
28 Decreet Kinderopvang van 20 april 2012 en de nog te verwachten uitvoeringsbesluiten en het Decreet Preventieve gezinsondersteuning (nog in voorbereiding).
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
In 2016 maakten we een vergelijkende analyse van de beursstudenten aan de Vlaamse Universiteiten29. We vulden deze cijfers in 2017 en 2018 verder aan met de cijfergegevens voor de academiejaren tot en met 2016-2017. Deze analyse wijst uit dat VUB-beursstudenten gemiddeld genomen vaker recht hebben op:
• een hoger bedrag studietoelage30;
• een maximale studietoelage (als kot- en pendelstudent);
• een studietoelage als alleenstaand, gehuwd of zelfstandig student.
We concluderen daaruit dat VUB-beursstudenten financieel kwetsbaarder lijken te zijn dan hun collega-studenten aan de andere Vlaamse universiteiten. Dat betekent dat we geconfronteerd worden met een aanzienlijke groep studenten die het financieel niet gemakkelijk heeft.
VUB-beursstudenten hebben ook vaker recht op een studietoelage voor een lager aantal (opgenomen) studiepunten met een inzet van jokerkrediet. Dit duidt op een minder goede studievoortgang in vergelijking met beursstudenten aan de andere Vlaamse universiteiten.
De afgelopen jaren merken we een toename van internationale studenten die langskomen bij Studentenstatuut & studiefinanciering en het team studentenjobs. Veel meer dan vroeger worden gesprekken met studenten ook in het Engels gevoerd. Hieruit leiden we af dat de huidige opdeling tussen een dienstverlening voor ‘Belgische’ studenten via Studentenstatuut & studiefinanciering en een dienstverlening voor internationale studenten via IRMO te artificieel is. Dit aanvoelen wordt gesteund door de regelgeving die ook niet altijd een onderscheid maakt tussen ‘Belgische’ en ‘internationale’ studenten. Maar verder zijn er ook praktische argumenten voor dit aanvoelen:
• Omwille van het Welcome Student Refugee-Program komen er steeds meer student-vluchtelingen langs bij Studentenstatuut & studiefinanciering (cf. ook buiten dit programma is er een groep student-vluchtelingen aan de VUB);
• Internationale studenten komen, omwille van hun zoektocht naar studentenjobs, sowieso al langs bij Studentenjobs;
• Internationale studenten komen steeds vaker bij Studentenstatuut & studiefinanciering terecht voor sociaaljuridisch advies. Vele studenten met buitenlandse nationaliteit verblijven overigens duurzaam in België.
• De toekenning van een financiële ondersteuning voor internationale studenten in het kader van het noodfonds gebeurt nu al in samenwerking tussen de sociale dienst buitenlandse studenten en Studentenstatuut & studiefinanciering.
Vanaf 2019 willen we één geïntegreerd loket voor sociale dienstverlening (Studentenstatuut & studiefinanciering) op beide belangrijkste campussen, toegankelijk voor alle studenten en niet gesegmenteerd per studentendoelgroep of nationaliteit. Aansluitend willen we het personeelskader vergroten. Integratie is nodig om efficiënte en integrale dienstverlening te kunnen garanderen, om voor studenten transparant te kunnen maken op welk loket ze moeten zijn, om te kunnen voldoen aan de discretiebehoefte van de student aansluitend bij het beroepsgeheim van de medewerkers en om een gelijkwaardige en goed bereikbare loketfunctie voor internationale studenten te kunnen realiseren. Daarnaast is een brede visie- en expertiseontwikkeling noodzakelijk om de complexiteit van de verschillende regelgevingen (internationaal, Europees, Belgisch, Vlaams, Brussels, VUB) te kunnen vatten en om te kunnen zetten in duidelijke informatie en volledig advies aan studenten. De recente regionalisering van de bevoegdheden over kinderbijslag en betaald educatief verlof zal de complexiteit nog doen toenemen.
Een duurzaam beleid met betrekking tot de dienstverlening aan studenten (inkomende en uitgaande) die hun solvabiliteit moeten bewijzen dringt zich op. In het kader van het vernieuwen van verblijfsvergunningen voor niet-EER-studenten blijft verdere opvolging van het beleid en overleg met de dienst Vreemdelingenzaken noodzakelijk.
In 2018 was het voor VUB-studenten de eerste keer mogelijk een externe beurs voor studentenvertegenwoordigers aan te vragen. Een klein aantal studenten diende een aanvraag in, maar geen enkele student-aanvrager kwam ervoor in aanmerking. Om ervoor te zorgen dat deze externe beurs haar doel niet voorbij gaat en de voorziene budgetten31 wel degelijk besteed worden, lijkt het aangewezen om de doelgroep van studentenvertegenwoordigers voor deze externe beurs in de toekomst uit te breiden.
De regelgevende evoluties als gevolg van de zesde staatshervorming en de regeerakkoorden van 2014 - sommigen daarvan kunnen een belangrijke impact hebben op de sociale dienstverlening aan studenten - blijven we van dichtbij opvolgen. Dat is nodig om het VUB-beleid erop af te stemmen. Maar ook om een correcte informatie- en adviesverlening aan zowel studenten als personeel te kunnen garanderen. Concreet gaat het over de kinderbijslagregelgeving, het betaald educatief verlof, het studeren met een vrijstelling (als uitkeringsgerechtigd werkzoekende) en de werkvergunningen C.
Omwille van een verhoging van de studiegelden voor niet-beursstudenten is studeren sinds het academiejaar 2015-2016 duurder. Omdat Studentenstatuut & studiefinanciering de afgelopen jaren geconfronteerd werd met een explosieve toe-
29 Vergelijking op basis van aangeleverde cijfers vanuit de afdeling School- en Studietoelagen in de periode 2008-2009 tot 2014-2015 tussen de KU Leuven, UGent, UA, UHasselt en de VUB.
30 Vanaf 2015-2016 lijkt daarin een kentering te komen: het is niet meer de VUB maar wel de KUL waar de beursstudent het gemiddeld genomen hoogste bedrag studietoelage ontvangt. Het verschil is evenwel niet zo groot.
31 Voor academiejaar 2018-2019 werden 26 externe beurzen van €500 EUR voorzien, goed voor in totaal €13.000.
name van het aantal renteloze leningen voor het studiegeld (in 2016, 2017 en 2018 respectievelijk 562, 578 en 561 leningen, ten opzichte van 377 in 2015) blijven we verder inzetten op de invoering van een mogelijkheid om de betaling van het studiegeld te spreiden voor studenten met financiële noden.
We willen de operationele werking van Studentenstatuut & studiefinanciering nog verder optimaliseren en moderniseren. Dit moet zich vertalen in minder administratieve processen, een betere dossieropvolging, een betere studentvriendelijkheid, gemakkelijke rapportering, enzovoort. Daarvoor is het belangrijk dat we aan de slag kunnen met één volledig elektronisch dossierbeheer per student, geïntegreerd in het studentenadministratiesysteem CALI. De basis is gelegd in 2017. In 2019 zetten we het verbetertraject verder met bijkomende aanpassingen en toevoegingen.
Studentenjobs aan de VUB zijn - zowel aan de zijde van werkverlenende VUB-diensten als aan de zijde van de jobstudenten zelf - heel populair. Dat gaat ten koste van de populariteit van jobs buiten de VUB; daar is minder vraag naar. Maar we beschikken niet over een goede indicator om te monitoren hoeveel aangeboden externe vacatures er effectief ingevuld worden. Zolang dit ontbreekt, kunnen we geen betrouwbare beleidsconclusies trekken.
Voor de kinderdagverblijven blijft het belangrijk om buitenlandse studenten met kinderen voldoende te informeren over de taalsituatie in Brussel. Willen buitenlandse studenten dat hun kind bij doorstroom naar het kleuteronderwijs aanspraak kan maken op een plaats in een Nederlandstalige school, dan moet minstens één ouder een kennisniveau 3.1 van de Nederlandse taal hebben.
6. MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE DIENSTVERLENING
Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus zijn er verschillende medische of paramedische diensten aanwezig:
Een verzelfstandigde medische groepspraktijk. Naast klassieke huisartsengeneeskunde is één van de huisartsen gespecialiseerd in gynaecologische raadplegingen;
Een tandartskabinet;
Consultaties specialistische geneeskunde dermatologie en urologie;
De Nederlandstalige ‘zittende’ huisartsenwachtdienst Terranova voor Brussel
Een zelfstandige kinesitherapiepraktijk, bvba Kinetiek;
Het Brussels Labo voor Inspanning en TopSport (BLITS). Het is een erkend keuringscentrum voor topsporters. Ook studenten kunnen bij de sportartsen terecht voor een inspanningstest of een sportmedisch onderzoek;
Sjerp-Dilemma, een centrum voor begeleiding van ongeplande zwangerschap en abortus. De overheid zorgt, vooral via RIZIV-tussenkomsten, voor de betoelaging van het centrum. De dienstverlening van het centrum past in de traditie van onze universiteit, die altijd een voortrekkersrol heeft gespeeld in het maatschappelijk debat over ongewenste zwangerschap.
een Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag
Op zowel de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de Brussels Health Campus is het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Brussel (CAW) actief. Het centrum is toegankelijk voor iedereen met uiteenlopende welzijnsvragen en -problemen.
Op de Brussels Health Campus neemt het Universitair Ziekenhuis Brussel een prominente plaats in. We verwijzen studenten naar het ziekenhuis wanneer tweedelijns medische hulp aangewezen is.
Toegang
Al onze medische en paramedische dienstverlening is toegankelijk voor alle studenten van de VUB en EhB, minstens in het Nederlands en in het Engels (en bijna altijd ook in het Frans), onafhankelijk van op welke campus ze les hebben. De dienstverlening staat ook open voor externen.
Nieuw in 2018
Na de pensionering van het voormalige diensthoofd ging er in 2018 een nieuwe leidinggevende voor het team van Sjerp-Dilemma aan de slag: Nausikaä Martens. Zij zal onder andere inzetten op het moderniseren en structureren van de dagelijkse werking. Daarnaast zet ze ook in op de uitstraling en bekendmaking van de werking.
Sjerp-Dilemma lanceerde in 2018 een nieuw, duidelijk logo dat in lijn is met de VUB-huisstijl. Er is ook gestart met de herwerking van de webpagina
Sjerp-Dilemma blijft zich, naast de dagelijkse werking, inzetten voor het doorgeven van kennis en ervaring aan studen-
ten op vlak van de begeleiding van ongepland zwangere vrouwen. Eén van de medewerkers van het centrum gaf aan de studenten van de opleiding verpleegkunde van de Erasmus Hogeschool Brussel een gastcollege. We merken dat dat bij studenten leidt tot een groeiende interesse voor Sjerp-Dilemma als stageplek; drie studenten verpleegkunde liepen er hun stage. Eén van deze stagiairs ging in de zomervakantie in het centrum aan de slag als werkstudent, wat nog leidde tot een verruiming van zijn ervaring.
In samenwerking met Luna, de koepel van de meeste Vlaamse abortuscentra, organiseerde Sjerp-Dilemma aan de VUB een forumdag. Deze stond in het teken van het thema privacy. Voor de namiddagsessie werden een aantal VUB-medewerkers met een achtergrond in beleid rond gender en campusvoorzieningen uitgenodigd.
Op 28 september, naar aanleiding van ‘world safe abortion day’, deelde Sjerp-Dilemma aan de studenten flyers uit. Met die flyers wilden we de aandacht van studenten vestigen op de problematiek van illegale (en dus onveilige) abortus. Ook op de studenten kick-off verspreidde het centrum deze flyers. Het flyeren gaf ons de gelegenheid om met verschillende studenten te spreken over het taboe en stigma rond abortus.
Na afloop van de pilootfase, implementeerden we het Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag binnen CAW Brussel. In 2018 heeft het meldpunt samen met alle relevante partners binnen de VUB (denk aan vertrouwenspersonen, studiebegeleiding, dienst Mens & Organisatie en de dienst Preventie & Milieu) verder ingezet op de bekendmaking van het meldpunt en een verdere optimalisering van de procedures
Binnen het opleidingsonderdeel ‘Redelijk Eigenzinnig’ werd het project “wangedrag in cyberspace” succesvol beëindigd. Het project leverde bruikbare tools voor de hulpverleningspraktijk op: een sociale kaart en tips in geval van situaties met cyberpesten. We hebben dit materiaal verspreid onder de medewerkers van CAW Brussel.
Eerder zetten CAW Brussel en de dienst Centrale Doctoraatsbegeleiding samen hun schouders onder de ontwikkeling van een welzijnskaart voor doctoraatsstudenten. Afgelopen academiejaar vulden ze de bestaande website voor doctorandi aan met informatie, onder andere over de mogelijke doorverwijsmogelijkheden. Deze website werd ook vertaald naar het Engels
In het kader van de opleiding interdisciplinaire samenwerking, ontving CAW Brussel 56 VUB-studenten huisartsgeneeskunde en EhB-studenten verpleegkunde. Het CAW organiseerde voor de studenten twee groepssessies en/of bezoeken aan acht specifieke werkingen. Op die manier konden de studenten kennismaken met het ruimte CAW-aanbod: onthaal, schuldbemiddeling, outreach, psychologische hulpverlening, scheidingsbemiddeling, bezoekruimtes, preventiewerk, enzovoort. Dergelijke initiatieven bieden het CAW de gelegenheid om samen met de studenten steeds meer de brug te slaan tussen gezondheid en welzijn.
Af en toe krijgt onze universiteit binnen haar gemeenschap te maken met schokkende gebeurtenissen. Opdat we adequaat zouden kunnen reageren op zo’n situaties, organiseerden studiebegeleiding en CAW Brussel samen een vorming over deze thematiek. In het verlengde van de vorming optimaliseerden we de te volgen aanpak in geval van schokkende gebeurtenissen binnen de VUB.
De zelfstandige huisartsenpraktijk, de tandartsen en met regelmaat aanwezige specialisten uit het UZ Brussel zetten hun werking in de lokalen van de universiteit verder. In 2018 zette de groepspraktijk onder andere in op enkele administratieve vernieuwingen: de ingebruikname van een nieuw systeem voor elektronische dossiers en de voorbereiding van de installatie van een nieuwe telefooncentrale. Dat betekent dat vanaf 2019 telefonische vragen via een verbeterde dienstverlening zullen kunnen beantwoord worden.
Kengetallen en trends Kengetallen en trends
Kengetallen en trends
Evolutie aantal vooronderzoeken en abortussen (aspiratie en medicamenteus)


Evolutie aantal vooronderzoeken en abortussen (aspiratie en medicamenteus)














Sjerp-Dilemma-VUB
Sjerp-Dilemma-VUB
























vooronderzoeken abortusingrepen
vooronderzoeken
abortusingrepen
Figuur 27: Evolutie van het aantal vooronderzoeken en abortussen sinds 1999. In 2018 kwamen 801 vrouwen op gesprek om hun ongeplande zwangerschap te bespreken. 688 van de 801 vrouwen kozen ervoor om de zwangerschap af te breken.
Figuur 27: Evolutie van het aantal vooronderzoeken en abortussen sinds 1999. In 2018 kwamen 801 vrouwen op gesprek om hun ongeplande zwangerschap te bespreken. 688 van de 801 vrouwen kozen ervoor om de zwangerschap af te breken.
Figuur 27: Evolutie van het aantal vooronderzoeken en abortussen sinds 1999. In 2018 kwamen 801 vrouwen op gesprek om hun ongeplande zwangerschap te bespreken. 688 van de 801 vrouwen kozen ervoor om de zwangerschap af te breken.
Sjerp-Dilemma-VUB: aantal vooronderzoeken studenten en leerlingen
Sjerp-Dilemma-VUB: aantal vooronderzoeken studenten en leerlingen
























VUB-studenten
VUB-studenten
leerlingen secundair onderwijs
leerlingen secundair onderwijs
totaal vooronderzoeken studenten hoger onderwijs (inclusief VUB)
totaal vooronderzoeken studenten hoger onderwijs (inclusief VUB)
Figuur 28: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op VUB-Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap. We zien een daling van deze doelgroep: in 2017 zagen we 138 studenten secundair en hoger onderwijs, in 2018 waren dat er nog 107.
Figuur 28: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op VUB-Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap. We zien een daling van deze doelgroep: in 2017 zagen we 138 studenten secundair en hoger onderwijs, in 2018 waren dat er nog 107.
Het aantal studenten uit hoger onderwijs dat beroep deed op Dilemma daalt licht. Het aantal VUB-studenten dat op raadpleging kwam, blijft stabiel (20). Daarnaast is er een duidelijke daling van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs. De daling in het aantal vooronderzoeken binnen de specifieke doelgroep studenten en leerlingen is dan ook vooral te verklaren door de daling in leerlingen uit het secundair onderwijs.
Figuur 28: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op VUB-Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap. We zien een daling van deze doelgroep: in 2017 zagen we 138 studenten secundair en hoger onderwijs, in 2018 waren dat er nog 107. Het aantal studenten uit hoger onderwijs dat beroep deed op Dilemma daalt licht. Het aantal VUB-studenten dat op raadpleging kwam, blijft stabiel (20). Daarnaast is er een duidelijke daling van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs. De daling in het aantal vooronderzoeken binnen de specifieke doelgroep studenten en leerlingen is dan ook vooral te verklaren door de daling in leerlingen uit het secundair onderwijs.
Het aantal studenten uit hoger onderwijs dat beroep deed op Dilemma daalt licht. Het aantal VUB-studenten dat op raadpleging kwam, blijft stabiel (20). Daarnaast is er een duidelijke daling van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs. De daling in het aantal vooronderzoeken binnen de specifieke doelgroep studenten en leerlingen is dan ook vooral te verklaren door de daling in leerlingen uit het secundair onderwijs.
CAW Brussel: type problematiek bij VUB-studenten
CAW Brussel: type problematiek bij VUB-studenten
juridische problemen relatieproblemen gezinsproblemen individuele problemen
Figuur 29: In 2018 merken we een daling van het aantal consultaties door VUB-studenten. Dit heeft te maken met minder aanbod van consultatie-uren voor studenten binnen het CAW, wegens personeelswissels.
Figuur 29: In 2018 merken we een daling
daling van deze doelgroep: in 2017 zagen we 138 studenten secundair en hoger onderwijs, in 2018 waren dat er nog 107.
Het aantal studenten uit hoger onderwijs dat beroep deed op Dilemma daalt licht. Het aantal VUB-studenten dat op raadpleging kwam, blijft stabiel (20). Daarnaast is er een duidelijke daling van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs. De daling in het aantal vooronderzoeken binnen de specifieke doelgroep studenten en leerlingen is dan ook vooral te verklaren door de daling in leerlingen uit het secundair onderwijs.
CAW Brussel: type problematiek bij VUB-studenten
Figuur 29: In 2018 merken we een daling van het aantal consultaties door VUB-studenten. Dit heeft te maken met minder aanbod van consultatie-uren voor studenten binnen het CAW, wegens personeelswissels.
Figuur 29: In 2018 merken we een daling van het aantal consultaties door VUB-studenten. Dit heeft te maken met minder aanbod van consultatie-uren voor studenten binnen het CAW, wegens personeelswissels. Voor studenten voor wie een begeleiding werd opgestart, zien we een daling met betrekking tot individuele problemen. Niettemin blijft dit de grootse peiler waarvoor studenten consulteren. We zien hier vooral vragen rond angsten, studieproblemen en depressieve klachten.
Bij het Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag meldden studenten vooral verbaal en fysiek grensoverschrijdend gedrag. Slechts enkele meldingen handelden over pesten of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een aantal meldingen hadden betrekking op studentikoze activiteiten, racisme en discriminatie. Meldingen zijn afkomstig uit alle faculteiten. Sommige meldingen vroegen verdere psychologische begeleiding binnen CAW Brussel of een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg.
Personeel
4,2 VTE-personeelsleden van de VUB werken in een uitdovend scenario voor CAW Brussel. Zij worden gedeeltelijk betaald via de subsidie-enveloppe van CAW Brussel en gedeeltelijk via de begroting van de VUB. De bijdrage vanuit afdeling III-studentenvoorzieningen werd vanaf 2018 opgetrokken tot 84.545 euro. Vanuit de toelage studentenvoorzieningen (afdeling III) van de VUB betalen we sinds 2018 een bijdrage van 15.750 euro om het Meldpunt Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag te kunnen bemannen.
Resultaten en betoelaging
Sjerp-Dilemma-VUB behaalde ondanks investeringen een begrotingsoverschot. Dit vermoedelijk dankzij een optimalisatie van de werking en het zien van meer vrouwen.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen VUB per werkveld
We continueren het aanbod medische en psychologische dienstverlening.
Operationele doelstellingen van de afdeling
Indicatoren
Het aanbod is in 2018 even uitgebreid als in 2013.
Duidelijke informatie op het studentenportaal MY.VUB (20142018).
Projectleider
Afdelingshoofd studentenbeleid
Diensthoofd Infopunt Studenten
We benaderen de medische en psychologische dienstverlening aan studenten op brede, integrale wijze.
We stemmen af tussen de verschillende dienstverleners (medische groepspraktijk, Dilemma, CAW Mozaïek, UZ Brussel, Kinetiek, BLITS, …)
Duidelijke afspraken over welke dienst welke dienstverlening aanbiedt (2014-2018).
Afdelingshoofd studentenbeleid
Evaluatie 2018
Uitgevoerd
Uitgevoerd
- Uitgevoerd - CAW Brussel en Brussels University Consultation Center stemden in 2017 met elkaar af rond het aanbod psychologische begeleiding. In 2018 werd het overleg verdergezet in functie van afstemming en bekendmaking van het aanbod.
- Ook in 2017 was
We organiseren expertise-uitwisseling tussen de verschillende betrokken diensten en instanties.
Jaarlijkse overlegvergadering (2014-2018).
Afdelingshoofd studentenbeleid
- In uitvoering
- In overleg met de betrokken diensten stellen we voor de toekomst een tweejaarlijks overleg voor;
- Verder lassen we ad hoc overlegmomenten in.
We organiseren een actieve en studentondersteunende doorverwijzing.
Jaarlijkse evaluatie in het decretaal verplicht jaarverslag(2014-2018).
Afdelingshoofd studentenbeleid
- Uitgevoerd
- Studenten kunnen met hun hulpvraag snel terecht bij het team onthaal, elke werkdag, zowel op vestiging van CAW Brussel op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de vestiging van CAW Brussel in het centrum van de stad. Is verdere begeleiding nodig, dan verwijst het onthaalteam studenten door naar het team begeleiding;
We zoeken aansluiting met bestaande huisartsenpraktijken rond campus Jette om onze studenten beter te kunnen bedienen.
Het is duidelijk voor de studenten van campus Jette waar ze een huisarts kunnen consulteren (2014-2018).
Afdelingshoofd studentenbeleid
Nog niet uitgevoerd
We zorgen voor een geschikte locatie voor de universitaire groepspraktijk en SJERP-Dilemma.
We kijken uit naar een nieuwe locatie voor CAW Mozaïek (of opvolger) op campus Jette.
We verhuizen naar de Schoofslaan. De universitaire groepspraktijk en SJERP-Dilemma zijn in 2014 verhuisd naar de Schoofslaan.
We onderhandelen met potentiële stakeholders op vlak van welzijn om een nieuwe locatie te kunnen vinden en bekostigen.
Een antenne van CAW Mozaïek (of opvolger) blijft gelokaliseerd op campus Jette (20142018).
Directeur infrastructuur
Uitgevoerd
Diensthoofd CAW Brussel - Uitgevoerd - De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft zich principieel akkoord verklaard om de verhuis van CAW Brussel naar het Huis van het Kind Jette (op campus Jette) te financieren.
We actualiseren de samenwerkingsafspraken met CAW Mozaïek in de context van de decretaal verplichte fusiebeweging tussen de 2 Brusselse CAW’s. We onderhandelen met CAW Mozaïek en met CAW Archipel over de nieuwe samenwerkingsovereenkomst.
Geactualiseerde samenwerkingsovereenkomst beschikbaar in 2014.
Afdelingshoofd studentenbeleid
Uitgevoerd
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
Sjerp-Dilemma wil een continue werking van het onthaal garanderen. Ook streeft het centrum ernaar om de patiëntenwerking in zijn geheel te optimaliseren. Om die ambities waar te maken, is de aanwerving van een bijkomende halftijdse sociaal verpleegkundige noodzakelijk. Om patiënten vlotter naar elkaar te kunnen doorverwijzen én om in geval van noodsituaties elkaar efficiënt te kunnen bijspringen, wil Sjerp-Dilemma een samenwerking met de medische groepspraktijk uitbouwen.
Sjerp-Dilemma zal inzetten op het onderzoeken van alternatieve financieringsbronnen zoals fondsenwerving, gesubsidieerde projecten of de verhuur van leegstaande ruimtes. Bijkomende financiering kan ingezet worden ten dienste van preventieprojecten bij de studentenpopulatie, bijvoorbeeld met betrekking tot ongewenste zwangerschap of seksueel overdraagbare aandoeningen. Tot slot zullen we in 2019 de website van het centrum vernieuwen en inbedden in de VUB-huisstijl.
Op de Brussels Health Campus is de verdere projectopvolging van de bouw van basisschool “Theodoortje” nodig. In het modulaire schoolgebouw krijgt het Huis van het Kind een plek. Ook het antennepunt van CAW Brussel in Jette zal er zijn definitieve huisvesting krijgen. In afwachting daarvan, verhuist het antennepunt in 2019 tijdelijk van het UZ Brussel naar een woonunit van één van de studentenhuizen op de Brussels Health Campus. Zodra de verhuis naar de tijdelijke woonunit een feit is, zal het CAW Brussel er starten met een onthaalpermanentie. Studenten zullen er dan met elke welzijnsvraag terecht kunnen, ook zonder afspraak.
Het Meldpunt Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag vraagt een verdere uitbouw. Aandachtspunten daarbij zijn het inzetten op bekendheid en laagdrempeligheid. De te volgen procedures in geval van een melding vragen om een optimalisatie
7. VERVOER
De dienst Preventie en Milieu ondersteunt de VUB bij het realiseren van twee ambities:
• het bereikbaar houden van de VUB-campussen;
• het implementeren van een duurzamer verplaatsingspatroon van de VUB-gemeenschap.
In functie daarvan blijven we overheden en vervoersmaatschappijen (pro)actief attent maken op het belang van goedkope abonnementsformules. We bieden hierbij ook beleidsondersteuning aan.
Het Infopunt Studenten biedt proactief informatie aan studenten over alle vervoersmogelijkheden om te pendelen van en naar de campussen, maar ook om zich te verplaatsen binnen de stad.
Ook op het domein ‘vervoer’ werkt de VUB nauw samen met Brik vzw. Via deze samenwerking trachten we vooral het gebruik van de fiets bij studenten sterker te promoten.
Tot slot blijven we overheden en vervoersmaatschappijen (pro)actief attent maken op het belang van goedkope abonnementsformules
Toegang
Op het domein ‘vervoer’ zijn onze inspanningen universeel, gericht op alle studenten.
Nieuw in 2018
Sinds 1 januari 2018 is de lage emissiezone van kracht op het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat betekent dat ook studenten die zich naar onze campussen verplaatsen met een voertuig dat behoort tot de meest vervuilende – dit zijn vooral oudere dieselwagens – niet meer in Brussel mogen rijden.
Op 2 september 2018 reed voor het eerst de nieuwe tramlijn 9 tussen Simonis en de Brussels Health Campus uit. In functie van het bedienen van nieuwe wijken is het traject van de buslijnen in de buurt van de nieuwe tramlijn ook herzien. Met de komst van de sneltram is dus ook de bereikbaarheid van de Brussels Health Campus verbeterd.
Het verhuursysteem van de BrikBike kende ten opzichte van het academiejaar 2016-2017 een kleine groei. Die groei hangt samen met een optimalisatie van het verhuursysteem: uitgebreidere uitleentermijnen, flexibelere opstartdata voor een huurcontract en een gebruiksvriendelijkere afhaalprocedure. Omdat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de subsidiëring van BrikBike heeft beëindigd, is Brik ondertussen gestopt met zijn fietsverhuursysteem. Op dat moment heeft Swapfiets, een commerciële speler, zijn intrede gemaakt op de Brusselse markt van huurfietssystemen. Swapfiets biedt een service die gelijkaardig is aan die van Brikbike: studenten betalen een (gereduceerde) abonnementsprijs van €15 per maand. In die prijs zijn inbegrepen: een fiets met zeven versnellingen uitgerust met een dubbel slot en verlichting, een diefstalverzekering en reparaties allerhande zolang het abonnement loopt.
De Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus staat voor veel ruimtelijke, ecologische en maatschappelijke uitdagingen. Ook op vlak van mobiliteit. Om een duurzaam antwoord te bieden, is de VUB gestart met de ontwikkeling van een strategisch ruimtelijk toekomstplan voor deze campus. Om een goed inzicht te krijgen in het reilen en zeilen op de campus, organiseerden we in de lente van 2018 vier workshops met studenten, onderzoekers, docenten en werknemers die onze campus dagelijks bevolken, maar ook met professionals die de campus kennen in de brede Brusselse context. Het ontwerpteam leverde eind 2018 een definitieve ontwikkelingsvisie voor de campus af. Die visie moet een kader bieden voor alle ruimtelijke ontwikkelingen op en rond de campus. Begin 2019 zullen we de visie campusbreed communiceren
Brik vzw organiseerde bij de Brusselse studenten een survey naar hun mobiliteitsgedrag. Het onderzoek gebeurde zowel in het Nederlands als het Engels. Aan het onderzoek namen uiteindelijk 147 studenten deel, waarvan 30 VUB-studenten. Dat aantal is niet voldoende representatief en laat ons niet toe om er veralgemeende conclusies uit te trekken.
Van 9 tot en met 12 april organiseerde de VUB een driedaagse sustainability bootcamp. Academici, professionals en studenten wisselden er, in een multidisciplinair kader, expertise en ervaringen met betrekking tot duurzaamheid uit. Eén van de lezingen stond in het teken van ‘sustainable mobility and logistics’. De bootcamp werd afgesloten met een fietstoer door Brussel, mee ondersteund door Pro Velo.
Op zowel de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de Brussels Health Campus kampen we met hinderlijk foutparkeren. Onder andere met de bedoeling om dit probleem terug te dringen, is op beide campussen de aanpak van dit foutparkeren prioritair opgenomen bij uitvoering van het project ‘toegangscontrole’. In dat project implementeren we nieuwe hard- en software om toegang te krijgen tot de gebouwen en campussen van onze universiteit.
Op 3 mei 2018 organiseerde de fietswerkgroep van de VUB samen met het Green Team op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus een kleine mobiliteitsmarkt. Studenten en personeel konden er terecht voor informatie over alle vervoersmogelijkheden in Brussel. De fietswerkgroep trachtte de VUB-gemeenschap te enthousiasmeren voor fietsverplaatsingen van en naar de campus. De fietshersteller van het fietspunt graveerde er fietsen en voerde kleine herstellingen uit. Op de kick-off van 4 oktober was de fietshersteller opnieuw van de partij.
De VUB organiseerde voor haar studenten en personeel een groepsaankoop voor fietsen. Via een samenwerking met Cycle Valley konden (elektrische) stadsfietsen, (elektrische) vouwfietsen, speed pedelecs en elektrische steps tegen een aanzienlijke korting aangeschaft worden. Cyclevalley was op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus (op 26 april en 3 mei) en de Brussels Health Campus (op 24 april en 7 mei) aanwezig om informatie te geven over de beschikbare fietsen. Geïnteresseerden konden er de fietsen ook uittesten. De eerste 25 personen die via de groepsaankoop een fiets aanschaften, kregen een fietsslot cadeau van de VUB.
We hebben de capaciteit van de fietsenstalling aan gebouw K op de Brussels Humanities, Sciences en Engineering uitgebreid naar 60 plaatsen. De stalling is toegankelijk gemaakt voor zowel studenten als personeel. In 2019 komt er nieuwe fietsinfrastructuur rond het nieuwbouwproject XY, maar ook bij de studentenhuisvesting op de Brussels Health Campus.
Mobiliteit en luchtkwaliteit hangen nauw met elkaar samen. De VUB zet sterk in op onderzoek naar luchtkwaliteit. Recent ontstaan er steeds meer burgerinitiatieven die ijveren voor meer schone lucht in de stad. Om de kruisbestuiving tussen onderzoekers en burgerinitiatieven te stimuleren, ging op 19 september 2018 de druk bijgewoonde bootcamp ‘Ademruimte’ door. Verschillende sprekers bespraken er vanuit hun expertise de luchtkwaliteit in Brussel. De bootcamp werd afgesloten met een geanimeerd politiek debat met Brusselse beleidsmakers.
Kengetallen
en trends
Kengetallen en trends
Kengetallen en trends
De laatste mobiliteitsenquête bij de VUB-studenten had plaats in 2016. Voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus konden we een representatief aantal deelnemende studenten verzamelen. Voor de Brussels Health Campus slaagden we daar – met slechts 78 ingevulde enquêtes – niet in. Over het mobiliteitsgedrag van studenten van de Brussels Health Campus kunnen we – ook in vergelijking tot de studenten van de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus - dus geen valide en betrouwbare uitspraken formuleren.
De laatste mobiliteitsenquête bij de VUB-studenten had plaats in 2016. Voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus konden we een representatief aantal deelnemende studenten verzamelen. Voor de Brussels Health Campus slaagden we daar – met slechts 78 ingevulde enquêtes – niet in. Over het mobiliteitsgedrag van studenten van de Brussels Health Campus kunnen we – ook in vergelijking tot de studenten van de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus - dus geen valide en betrouwbare uitspraken formuleren.
De laatste mobiliteitsenquête bij de VUB-studenten had plaats in 2016. Voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus konden we een representatief aantal deelnemende studenten verzamelen. Voor de Brussels Health Campus slaagden we daar – met slechts 78 ingevulde enquêtes – niet in. Over het mobiliteitsgedrag van studenten van de Brussels Health Campus kunnen we – ook in vergelijking tot de studenten van de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus - dus geen valide en betrouwbare uitspraken formuleren.
Vervoer naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Figuur 30: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.
Figuur 30: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.
Figuur 30: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.
Vervoer naar Brussels Health Campus
Figuur 31: Vervoer van studenten naar Brussels Health Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. In 2016 was het aantal deelnemende studenten niet representatief. In vergelijking tot 2013 kunnen we dus enkel veronderstellingen maken die wellicht niet te veralgemenen zijn naar de ganse populatie. In 2016 zien we een aantal verschuivingen: studenten ruilen de auto meer in voor de fiets, carpooling en het openbaar vervoer. Als deze veronderstelling zouden kloppen, dan heeft dat wellicht te maken met de verkeershinder en moeilijke bereikbaarheid van de campus als gevolg van de aanleg van sneltram 9.
Figuur 31: Vervoer van studenten naar Brussels Health Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. In 2016 was het aantal deelnemende studenten niet representatief. In vergelijking tot 2013 kunnen we dus enkel veronderstellingen maken die wellicht niet te veralgemenen zijn naar de ganse populatie.
Figuur 31: Vervoer van studenten naar Brussels Health Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. In 2016 was het aantal deelnemende studenten niet representatief. In vergelijking tot 2013 kunnen we dus enkel veronderstellingen maken die wellicht niet te veralgemenen zijn naar de ganse populatie.
In 2016 zien we een aantal verschuivingen: studenten ruilen de auto meer in voor de fiets, carpooling en het openbaar vervoer. Als deze veronderstelling zouden kloppen, dan heeft dat wellicht te maken met de verkeershinder en moeilijke bereikbaarheid van de campus als gevolg van de aanleg van sneltram 9.
In 2016 zien we een aantal verschuivingen: studenten ruilen de auto meer in voor de fiets, carpooling en het openbaar vervoer. Als deze veronderstelling zouden kloppen, dan heeft dat wellicht te maken met de verkeershinder en moeilijke bereikbaarheid van de campus als gevolg van de aanleg van sneltram 9.
Gebruik Brikbike
Gebruik Brikbike
Figuur 32: aantal gehuurde Brikbikes tijdens het academiejaar 2016-2017, het academiejaar 2017-2018 en het eerste semester van het academiejaar 2018-2019.
Figuur 32: aantal gehuurde Brikbikes tijdens het academiejaar 2016-2017, het academiejaar 2017-2018 en het eerste semester van het academiejaar 2018-2019.
Figuur 32: aantal gehuurde Brikbikes tijdens het academiejaar 2016-2017, het academiejaar 2017-2018 en het eerste semester van het academiejaar 2018-2019. Tijdens het academiejaar 2017-2018 zagen we een toename van de verhuur. Dat heeft te maken met het verbeteren van de dienstverlening voor studenten die een Brikbike wensten te huren: de uitleentermijnen waren flexibeler, het aantal data voor het starten van een huurcontract was vergroot en de afhaalmodaliteiten waren gebruiksvriendelijker. Ondertussen is Brikbike, omwille van de beëindiging van de subsidie, gestopt met zijn fietsverhuursysteem.
Tijdens het academiejaar 2017-2018 zagen we een toename van de verhuur. Dat heeft te maken met het verbeteren van de dienstverlening voor studenten die een Brikbike wensten te huren: de uitleentermijnen waren flexibeler, het aantal data voor het starten van een huurcontract was vergroot en de afhaalmodaliteiten waren gebruiksvriendelijker. Ondertussen is Brikbike, omwille van de beëindiging van de subsidie, gestopt met zijn fietsverhuursysteem.
Tijdens het academiejaar 2017-2018 zagen we een toename van de verhuur. Dat heeft te maken met het verbeteren van de dienstverlening voor studenten die een Brikbike wensten te huren: de uitleentermijnen waren flexibeler, het aantal data voor het starten van een huurcontract was vergroot en de afhaalmodaliteiten waren gebruiksvriendelijker. Ondertussen is Brikbike, omwille van de beëindiging van de subsidie, gestopt met zijn fietsverhuursysteem.
Meest frequent gebruikt vervoersmiddel om naar de les te gaan
Figuur 33: vervoersmiddelen die de 147 bevraagde studenten in Brussel, volgens de Brik-survey in 2018, het meest gebruiken om naar de les te gaan.
Figuur 33: vervoersmiddelen die de 147 bevraagde studenten in Brussel, volgens de Brik-survey in 2018, het meest gebruiken om naar de les te gaan.
Figuur 33: vervoersmiddelen die de 147 bevraagde studenten in Brussel, volgens de Brik-survey in 2018, het meest gebruiken om naar de les te gaan.
motieven waarom studenten niet fietsen in of naar Brussel
niet met de fiets buiten Brussel gaan
niet graag zweten fiets eerder al gestolen niet met de fiets buiten Brussel gaan motieven waarom studenten niet
niet graag zweten fiets eerder al gestolen
niet graag fietsen
niet graag fietsen
Brussel is te heuvelachtig andere afstanden zijn te groot
Brussel is te heuvelachtig andere afstanden zijn te groot
geen deftige fietspaden in Brussel te onveilig
geen deftige fietspaden in Brussel te onveilig
geen fiets nodig
geen fiets nodig
Meest frequent gebruikt vervoersmiddel om naar de les te gaan 0 5 10 15 20 25 30
Figuur 34: uit de mobiliteitssurvey van Brik (2018) blijkt dat de bevraagde Brusselse studenten vooral ontmoedigd zijn om te fietsen door het gebrek aan degelijke fietsinfrastructuur en het daarmee
Figuur 34: uit de mobiliteitssurvey van Brik (2018) blijkt dat de bevraagde Brusselse studenten vooral ontmoedigd zijn om te fietsen door het gebrek aan degelijke fietsinfrastructuur en het daarmee samenhangende onveiligheidsgevoel.
KULeuven Sint-Lucas Brussel Overigen (ULB, ICHEC, …)
VUB Brussels Health Campus EhB
Odissee LUCA
KULeuven Sint-Lucas Brussel Overigen (ULB, ICHEC, …)
Figuur 33: vervoersmiddelen die de 147 bevraagde studenten in Brussel, volgens de Brik-survey in 2018, het meest gebruiken om naar de les te gaan.
motieven waarom studenten niet fietsen in of naar Brussel
niet met de fiets buiten Brussel gaan
fiets eerder al gestolen
niet graag zweten
niet graag fietsen
afstanden zijn te groot
Brussel is te heuvelachtig andere
geen deftige fietspaden in Brussel te onveilig
geen fiets nodig
0 5 10 15 20 25 30 35
Figuur 34: uit de mobiliteitssurvey van Brik (2018) blijkt dat de bevraagde Brusselse studenten vooral ontmoedigd zijn om te fietsen door het gebrek aan degelijke fietsinfrastructuur en het daarmee samenhangende onveiligheidsgevoel.
Figuur 34: uit de mobiliteitssurvey van Brik (2018) blijkt dat de bevraagde Brusselse studenten vooral ontmoedigd zijn om te fietsen door het gebrek aan degelijke fietsinfrastructuur en het daarmee samenhangende onveiligheidsgevoel.
motieven voor het gebruik van openbaar vervoer
snel goedkoop geen andere optie beschikbaar logisch comfortabel ecologisch verantwoord geen auto hebben geen fiets hebben andere
Figuur 35: de snelheid en goedkope prijs blijken volgens de deelnemers uit de Brik-survey de meest doorslaggevende argumenten om het openbaar vervoer te gebruiken.
Figuur 35: de snelheid en goedkope prijs blijken volgens de deelnemers uit de Brik-survey de meest doorslaggevende argumenten om het openbaar vervoer te gebruiken.
Vertrouwdheid met voordelige mobiliteitsformules
Blue-bike
Brikbike
Buzzy Pazz
Campus Card NMBS
MIVB-studentenabonnement
al gebruikt niet van op de hoogte op de hoogte van
Figuur 36: de meeste studenten zijn vertrouwd met één of meer voordelige ticket- of abonnementsformules om zich door en naar Brussel te verplaatsen. Toch valt er uit de Brik-survey uit 2018 op dat er nog een grote onbekendheid is met de meeste formules.
Personeel
Voor het domein ‘vervoer’ is er geen personeel begroot op afdeling III.
Figuur 35: de snelheid en goedkope prijs blijken volgens de deelnemers uit de Brik-survey de meest doorslaggevende argumenten om het openbaar vervoer te gebruiken.
Vertrouwdheid met voordelige mobiliteitsformules
Blue-bike
Brikbike
Buzzy Pazz
Campus Card NMBS
MIVB-studentenabonnement
al gebruikt niet van op de hoogte op de hoogte van
Figuur 36: de meeste studenten zijn vertrouwd met één of meer voordelige ticket- of abonnementsformules om zich door en naar Brussel te verplaatsen. Toch valt er uit de Brik-survey uit 2018 op dat er nog een grote onbekendheid is met de meeste formules.
Figuur 36: de meeste studenten zijn vertrouwd met één of meer voordelige ticket- of abonnementsformules om zich door en naar Brussel te verplaatsen. Toch valt er uit de Brik-survey uit 2018 op dat er nog een grote onbekendheid is met de meeste formules.
Personeel
Personeel
Voor het domein ‘vervoer’ is er geen personeel begroot op afdeling III.
Resultaten en betoelaging
Voor het domein ‘vervoer’ is er geen personeel begroot op afdeling III.
Er zijn voor het domein ‘vervoer’ geen bijzonderheden te melden.
Resultaten en betoelaging
Er zijn voor het domein ‘vervoer’ geen bijzonderheden te melden.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen
We professionaliseren de wijze waarop informatie over de verschillende vervoersmogelijkheden wordt aangeboden aan studenten.
Operationele doelstellingen
We bieden geactualiseerde informatie via het studentenportaal.
Indicatoren Projectleider Evaluatie 2018
Concrete aanwezigheid op het studentenportaal van informatie (ev. via links) over de vervoersmogelijkheden van en naar Brussel (2014-2018).
Concrete aanwezigheid op het studentenportaal van informatie (eventueel via links) over de vervoersmogelijkheden binnen Brussel en tussen de campussen (2014-2018).
Diensthoofd Infopunt Studenten - Uitgevoerd - Deze informatie wordt constant verbeterd volgens noden en evoluties in het Brusselse mobiliteitsaanbod.
Diensthoofd Infopunt Studenten - Uitgevoerd - We ondersteunden communicatief zeer actief de initiatieven vanuit Brik (BrikBike, Villo-abonnementen voor studenten, Marché Vélo, …) en de mobiliteitscoördinator, hoofdzakelijk met betrekking tot het stimuleren van fietsen in Brussel.
We sensibiliseren studenten om zich te verplaatsen op duurzame wijze.
We bevragen onze studenten m.b.t. mobiliteit.
Bevraging m.b.t. mobiliteit gerealiseerd in 2014.
Mobiliteitscoördinator - Uitgevoerd
- In 2013-2014 hebben studenten een onderzoek gevoerd onder leiding van Prof. Macharis;
- In het vierde kwartaal van 2016 vond een nieuwe bevraging naar het mobiliteitsgedrag bij studenten plaats. De resultaten zijn verwerkt. Voor de studenten van de Brussels Health Campus kon er geen representatieve groep respondenten verzameld worden;
- Brik voerde in 2017 bij studenten een enquête naar mobiliteit. Studenten die het opleidingsonderdeel “Sustainable mobility and logistics” volgden, werkten hieraan mee. De VUB riep haar studenten op om deel te nemen aan het onderzoek.
- Brik analyseerde de resultaten van haar survey in 2018.
We stellen een vervoerplan op voor de VUB-studenten.
Goedkeuring door de Stuvoraad van het bedrijfsvervoerplan waarbinnen ook een luik m.b.t. mobiliteit van studenten wordt voorzien met modal split per vervoersmiddel (2015).
Mobiliteitscoördinator - Deels uitgevoerd - De grote mobiliteitsdossiers werden teruggekoppeld naar de Studentenraad;
- Er is in 2018 gestart met de uitwerking van een campusmasterplan voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Het herzien van de mobiliteitssituatie op de campus wordt daarin meegenomen. Dit zal leiden tot een actieplan 2018-2020 voor het verbeteren van de verplaatsingen op de campus. De goedkeuring van de Stuvoraad zal daarover ook ingewonnen worden.
We attenderen overheden en vervoersmaatschappijen op het belang van het organiseren van goedkope abonnementsformules voor studenten.
We attenderen actief op het belang van goedkoop intercampus- en interinstellingenvervoer.
In de memoranda van de VUB, van Brik, van VLOR en van VLIR wordt aandacht besteed aan het belang van goedkope abonnementsformules voor intercampus- en interinstellingenvervoer.
Afdelingshoofd studentenbeleid
- Uitgevoerd
- In 2016 verlegde de Studentenraad het debat ook naar nachtvervoer in de stad.
- In 2017 bezorgde de Studentenraad een advies over nachtelijk openbaar vervoer aan Brussels minister van mobiliteit en openbare werken, Pascal Smet. Naar aanleiding van dit advies rijdt sinds november 2017 op elke donderdag nachtbus 71.
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
De VUB-campussen liggen op relatief moeilijk bereikbare plaatsen. Om de bereikbaarheid te optimaliseren, blijven we kort op de bal communiceren met alle actoren van het openbaar vervoer. Er zijn alvast een aantal mobiliteitsknelpunten die extra aandacht vragen:
• Het verder uitwerken van het Gewestelijk ExpresNet;
• Een beperkte treinverbinding tussen de Brusselse treinstations en het station van Etterbeek (met maar twee treinen per uur) zorgt, door een gebrek aan stiptheid en het missen van overstappen, voor te lange reistijden;
• het beter op elkaar afstemmen van de dienstregelingen van de verschillende openbaar vervoersmaatschappijen;
• het verbeteren van de verbinding van de VUB-campussen met de Brusselse randgemeenten;
• het voorzien van parkings en/of Park & Ride-faciliteiten aan de eindstations van de trams en metro’s.
We brengen het gebrek aan toegankelijkheid van het station van Etterbeek voor minder mobiele personen – onder andere omwille van de steile, smalle trappen - op de agenda van de NMBS. Het station is ook niet geschikt om grote stromen reizigers op te vangen tijdens de spitsuren.
Met het oog op het promoten van de fiets, zetten we in op meer beveiligde fietsenstallingen op de campussen. Om de fietsveiligheid te vergroten, blijven we pleiten voor fietspaden rond de campus en in Brussel die gescheiden zijn van de autowegen en voetpaden. Bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dringen we aan op een beleidskader dat dient als leidraad voor de verschillende aanbieders van deelfietsen, deelsteps of andere deelsystemen. Zo’n kader zal de stabiliteit bieden die nodig is om met één of meer van deze partners in zee te gaan. Tot slot krijgen we van aanbieders van mobiliteitssystemen geregeld de vraag om de VUB community te gebruiken als testpanel voor het uitrollen van hun aanbod in Brussel. We moeten werk maken van een kader om die toenemende vragen systematisch en gecoördineerd te beantwoorden.
We benutten de resultaten van de mobiliteitsenquête 2016 bij studenten, de survey van Brik uit 2018, de recente mobiliteitsenquête 2017 bij personeel en de insteken uit de workshops voor het nieuwe campusmasterplan om nieuwe mobiliteitsuitdagingen verder bloot te leggen en aan te grijpen voor meer gerichte acties en nieuwe projecten. Die zullen onder andere hun neerslag vinden in het actieplan 2018-2020 voor verplaatsingen op de campus.
8. STUDENTENWERKING
De Vrije Universiteit Brussel organiseert en ondersteunt veel initiatieven voor en/of van studenten. Het gaat zowel om individuele evenementen als structurele activiteitenprogramma’s. Waar nodig hebben deze events een sensibiliserend of preventief karakter. Voor de meeste acties werken we samen met studentenorganisaties of externe partners. We rapporteren over onze werking voor studenten verdeeld over vier actiepunten:
• Verenigingsleven, beleving en engagement
• Beweging en sport
• Cultuurbeleving
• Ecologisch bewustzijn
Verenigingsleven, beleving en engagement
Het verenigingsleven op onze campussen omvat zowel de traditionele studentenfolklore als de meer maatschappelijke studentenorganisaties. De beleving en het engagement gaan zowel over de campussen, als over Brussel als studentenstad.
Kenmerkend voor onze studentenwerking is dat we als universiteit niet zelf organiseren, maar studenteninitiatieven ondersteunen, actieve participatie en engagement stimuleren en aansluiting zoeken bij bredere initiatieven in de stad.
Het studentenverenigingsleven op de VUB stoelt op drie pijlers:
• De eerste pijler vat de studentenverenigingen die erkend zijn door de Studentenraad op advies van de koepelvereniging, het Brussels Studentengenootschap Geen Taal Geen Vrijheid (BSGgtgv).
Deze verenigingen organiseren heel wat studentikoze en inhoudelijke activiteiten. Daarmee dragen ze in belangrijke mate bij aan het sociale weefsel binnen de VUB-studentengemeenschap. BSGgtgv is, voor wat het studentikoze leven betreft, het aanspreekpunt voor de universiteit en de studentenorganisaties. De koepelorganisatie adviseert de Studentenraad over de reglementering van het studentenleven. Ze verdeelt de subsidies die de universiteit toekent onder haar leden. BSGgtgv organiseert de overkoepelende verenigingsactiviteiten zoals het Vrijzinnig Zangfeest, de massacantus en de openings- en slotTD. Tot slot organiseert BSGgtgv, samen met zustervereniging l’ Association des Cercles des Étudiants van de ULB, de jaarlijkse Sint-Verhaegen-stoet.
De vzw’s BSG-AS en BOJ zijn verantwoordelijk voor het beheer van de fuifzalen op respectievelijk de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health campus.
• De tweede pijler vat de studentenorganisaties buiten de BSGgtgv-koepel die vanouds de hele VUB-studentengemeenschap als doelpubliek hebben. Concreet gaat het om Studiekring Vrij Onderzoek en de studentenpers, De Moeial. De Studentenraad zorgt voor de financiële ondersteuning van deze verenigingen.
• De derde pijler vat individuele studenten of andere verenigingen zonder erkenning. We begeleiden deze studenten of verenigingen in de erkenningsprocedure. Of we bieden ze meer ad hoc advies en faciliteiten voor het opzetten van activiteiten en initiatieven. Voor hun individuele initiatieven kunnen ze beroep doen op de kleinere subsidielijn ‘projectsubsidies’.
De ondersteuning van het studentenleven verloopt sinds eind 2016 vanuit het Infopunt Studenten. Deze ondersteuning is vooral van morele en administratieve aard, soms logistiek. Maar het Infopunt Studenten zet vooral in op het bekend maken van het studentenengagement bij de studentengemeenschap, en dit via verschillende communicatiekanalen.
De Kick-off, aan het begin van het academiejaar, groeit steeds verder uit tot een participatief evenement waar ook de studentenorganisaties hun werking voorstellen aan de studentengemeenschap.
Beweging en sport
De dienst Beweging en Sport (BS) ondersteunt het subwerkveld sport. De dienst staat in de eerste plaats in voor het promoten, zelf organiseren en coördineren van sportactiviteiten voor studenten. Daarnaast neemt de dienst Sport en Beweging een belangrijke stimulerende taak op.
Cultuurbeleving
De dienst Cultuur neemt, in nauwe samenwerking met de vzw Trefcentrum Y’, het voortouw in het subwerkveld ‘cultuur’ Er is een werking die openstaat voor studenten die individuele kunstbeoefenaars zijn, koren, ensembles, orkesten, toneelverenigingen, enzovoort.
Ecologisch bewustzijn
Het Green Team is een studenteninitiatief dat milieubewustzijn en duurzaamheid op de campussen en bij voltallige universiteitsgemeenschap promoot. De dienst Preventie en Milieu staat dit studententeam bij en werkt samen met hen de initiatieven uit.
Samenwerkingsverbanden
De VUB werkt op verschillende van de vermelde subwerkvelden regelmatig samen met andere Brusselse hoger onderwijsinstellingen, voornamelijk de Nederlandstalige. Die samenwerking verloopt via het Brik-platform. We halen ook de banden aan met de vlakbij gelegen zusterinstelling, de Université Libre de Bruxelles (ULB). Allemaal samen hebben we één gemeenschappelijke ambitie: Brussel als studentenstad op de kaart zetten. We willen vooral de focus van het studentenleven verbreden dankzij de vele opportuniteiten die Brussel biedt.
De dienst Beweging en Sport organiseert per academiejaar, onder de noemer Studenten Sport Brussel, volgende associatieoverschrijdende activiteiten:
• Deelname aan de 20 kilometer van Brussel;
• Deelname aan de Canal Run;
• De Strong Student Run;
• Foot a Five, het vriendschappelijke zaalvoetbaltornooi;
• De -20% clubsport.
Brik vzw fungeert als moderator en zorgt voor de promotie van de activiteiten, onder andere via de daartoe bestemde website www.studentensportbrussel.be.
Samen met Brik vzw organiseert de dienst Cultuur een jaarlijkse Rockrace of DJ contest. Deze muziekwedstrijd staat open voor muziekgroepen of dj’s die gelieerd zijn aan de VUB, EhB of aan een Brusselse campus van Odisee, LUCA of KULeuven.
Brik vzw geeft met Brussel Brost elk jaar de aftrap aan een nieuw academiejaar. Het is een info- en muziekfestival aan de Brusselse kaaien. Het richt zich vooral op de eerstejaarsstudenten.
We werken al jaren samen met CJP, nu Publiq. Daardoor genieten studenten zowel nationaal (BILL) als internationaal (EYCA) van een aantal cultuurvoordelen.
Binnen de Universitaire Associatie Brussel zijn er binnen het werkveld ‘studentenwerking’ twee domeinen waarop er actief wordt samengewerkt: cultuur en sport.
• Voor culturele activiteiten is er binnen de associatie een goede samenwerking met het RITS Café;
• Het sportaanbod voor studenten plannen we binnen de associatie strategisch. Het Vlaams decreet van 3 april 2009 voor de uitbouw, de coördinatie en de promotie van het sportaanbod van de studentenvoorzieningen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen dient als leidraad. Sport Vlaanderen zorgt op associatieniveau voor subsidies.
Binnen de Brussels University Alliance willen de VUB en de ULB samen een aantal synergieën, transversale activiteiten of gezamenlijke projecten realiseren, ook wat studentenwerking betreft.
De dienst Beweging en Sport participeert actief in de samenwerking tussen VUB en ULB om Elsene als ‘quartier universitaire’ te promoten. De dienst Cultuur werkt eveneens nauwer dan voordien samen met zijn ULB-partner ‘ULB Culture’.
Binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) werken onze diensten samen rond twee velden van de studentenwerking: cultuur en sport.
De dienst Beweging en Sport heeft een goede samenwerkingsrelatie met de Sportdienst van de VGC. Die samenwerking biedt opportuniteiten met betrekking tot het aanbieden van een zo ruim mogelijke waaier aan sportieve activiteiten op en
rond de campussen. De VGC heeft in het verleden, in ruil voor korting op de huurprijs, al verschillende keren mee geïnvesteerd in renovatie van VUB-sportinfrastructuur zoals kleedkamers, sportvloer of openluchtvelden.
De VGC subsidieert, vanuit haar bevoegdheid voor Jeugd, deels de structurele werking van de dienst Cultuur. De dienst Cultuur is eveneens lid van de Brusselse Jeugdraad.
Sinds 2017 biedt de VGC extra subsidiemogelijkheden voor studenten(verenigingen) met frisse en creatieve initiatieven, die samenwerking en uitwisseling tussen studenten aanmoedigen en/of die Brussel en het leven in de stad willen promoten:
• Kom uit je Kot;
• A fonds;
• Bruss-it.
Ook de Paspartoe-vrijetijdspas, zowel individueel als voor verenigingen, is een mooie stimulans om studenten te laten deelnemen aan het culturele leven in de hoofdstad.
Basic Fit baat zowel op de Brussels Health Campus als de Brussels Humanities, Sciences and Engineering Campus een fitnessclub uit. Dit gebeurt via de formule van een publiek private samenwerking tussen Basic Fit en de VUB. Dankzij die formule genieten VUB-studenten van een korting op het jaarlidmaatschap.
De dienst Beweging en Sport werkt in de praktijk nauw samen met de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie van de VUB. De dienst is een erkende stageplaats voor studenten van verschillende vakgroepen van de faculteit.
Toegang
Universeel, voor alle studenten.
Nieuw in 2018
Verenigingsleven, beleving en engagement
De loungeruimte op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus groeide verder aan populariteit. In 2018 telden we 233 reservatieaanvragen, ten opzichte van 136 keer in 2017. Maar het uitbatingsmodel bleek nog steeds verlieslatend. Daarom keurde de studentenraad een nieuw businessplan goed. Dat impliceerde een verhoging van de huurprijzen: voor publieke evenementen €50 en voor privé-evenementen €150. Het nieuwe businessplan houdt ook in dat de studentenraad niet langer een zelf te verrekenen basis drankvoorraad aanbiedt.
Op de Brussels Health Campus is er de loungeruimte in de ontvangstruimte van de Basic Fit. Sinds 2018 gebeuren de reservaties van de kelderruimtes van Basic Fit – die dienen als vergader- en opslaglokaal voor alle verenigingen die actief zijn op de campus – niet langer via hetzelfde reservatieformulier als de loungeruimte. De reservaties van de kelderruimtes worden voortaan gecoördineerd door BOJ vzw. Het aantal reservaties van de Basic Fit Lounge 1090 is gedaald van 34 tijdens academiejaar 2016-2017, naar 11 over het gehele jaar 2018.
Op 22 februari 2018, tijdens de Week van de Student, organiseerde de studentenraad de tweede editie van VUBrusselt. Ditmaal in La Tentation, in het hartje van Brussel. Met het event wil de studentenraad de band tussen Brussel en de studenten versterken. Het programma bestond uit een stadsspel, een after work drink voor studenten en personeel, een aantal inspirerende TED-talks en een fuif.
In 2018 hebben we de integratie van Studentenwerking in het Infopunt Studenten verdergezet. Dankzij die integratie kunnen we nog meer de directe aansluiting tussen het VUB-studentenleven en de algemene communicatie van de universiteit stimuleren, zowel in het onlineverhaal als in concrete initiatieven. Vanuit die verdergezette integratie ondernamen we onder andere volgende nieuwe acties ter ondersteuning van initiatieven vanuit het studentenleven:
• De studentenwebsite www.student.vub.be hebben we verder uitgebreid met extra landingspagina’s, pagina’s voor doelgroepen en voor de faculteiten. De website MY.VUB kon daardoor eind maart definitief verdwijnen;
• In mei organiseerden we op een zondagavond een “soirée engagée”. We boden voor de nieuw verkozen besturen van de verenigingen een zestal ‘how to’-sessies. Ondanks het aantrekkelijke programma konden we maar een beperkte publieksopkomst realiseren;
• Tijdens één van de sessies van “soirée engagée” maakten we onze studentenverenigingen attent op het implementeren van de Europese richtlijn “GDPR” in hun werking;
• In september 2018 organiseerden we de derde editie van het “Redelijk Ongeregeld?!”-congres voor actieve studenten. Via het congres willen we studenten concrete vaardigheden en tools aanreiken om op de VUB zelf initiatieven of evenementen te organiseren, te financieren en erover te communiceren. Deze editie trok opvallend minder deelnemers dan de voorgaande jaren.
In het pand op de Triomflaan 35 waren de Overkoepelende Studentendienst (OSD), de regionale kringen, de Moeial en Studiekring Vrij Onderzoek gehuisvest. Door de verkoop van dit pand en in afwachting van de oplevering van de lokalen voor verenigingen in de nieuwbouw van het XY-project, hebben we deze organisaties tijdelijk op andere plaatsen gehuisvest. OSD kon terecht in de voormalige Oxfam-ruimte in het studentenrestaurant en kreeg bijkomend een berging ter beschikking. De regionale kringen, de Moeial en Vrij Onderzoek verblijven tijdelijk in een leegstaande unit van de Willy Van der Meeren-koten.
De richtlijnen voor de jaarverslagen van studiekring Vrij Onderzoek, de Moeial en BSGgtgv dateerden al van 1998. De studentenraad actualiseerde de richtlijnen en integreerde deze in de Codex Studentenleven.
We ondersteunden BILL tijdens een ontbijtactie op de campus. Dit resulteerde in opvallend meer activeringen van de BILL-app dan in 2017.
Het Infopunt Studenten participeerde in de Orientation Week, de onthaalactiviteiten voor buitenlandse studenten
Het International Student Platform organiseerde op 21 februari een eerste editie van the VUB Student Conference. De conferentie stond in het teken van het thema internationalisering
De internationale studentengemeenschap toont zich ook in het verenigingsleven: er zijn twee nieuwe Engelstalige studentenverenigingen opgericht. De eerste is BABE, een ondertussen al erkende vereniging voor studenten uit de bachelor Business Economics. De tweede is LASCOM: de Latin American Students Community, die nog niet erkend is.
In de maanden maart en september keurde de Studentenraad een aantal wijzigingen aan de Codex Studentenleven goed. Belangrijkste waren:
- het vereenvoudigen van de statuten van de Moeial en Studiekring Vrij Onderzoek; - de prioriteitsregels voor het gebruik van (gedeelde) lokalen door de verenigingen;
- een vereenvoudiging van de regels voor projectsubsidies;
- een duidelijk en richtinggevend kader om binnen het verenigingsleven respect voor diversiteit aan te moedigen en discriminatie uit te sluiten.
In het verlengde van de nieuwe regelgevende normen voor het verspreiden van versterkt geluid door de Brusselse regering, implementeerden we in de feestzalen een aantal concrete, geluidsbeperkende en sensibiliserende maatregelen. We legden deze ook vast in de Codex Studentenleven. Naast meet- en registratieapparatuur kochten we drie geluidsbegrenzers
Een aantal erkende verenigingen kon in het verleden werken met interne VUB-rekeningen, de zogenaamde VOPA’s. Ze konden die inzetten voor het betalen van VUB-diensten zoals catering of huurwagens van de VUB. Maar dit systeem vergde heel wat administratieve opvolging. We hebben het daarom vereenvoudigd. We creëerden één centrale PKC-rekening voor VUB-diensten die de verenigingen via het BSGgtgv kunnen inzetten.
We willen het engagement van studenten graag valoriseren. Daarom reikten we voor de start van het academiejaar 20182019 vijf “engagement awards” uit aan zeer verdienstelijke studenten. Deze award is een attest ondertekend door de vicerector onderwijs en studentenzaken en een grote litho van het VUB-moment ‘de denker in alle staten’.
BSG AS, de vzw die de BSG-zaal beheert, nam het initiatief voor de gefaseerde ingebruikname van herbruikbare bekers in de BSG-zaal. Aan de ingang van de zaal moet elke bezoeker één euro waarborg betalen voor een stevige beker met VUB-logo. Aan de bar kunnen bezoekers pas een gevulde beker kopen nadat ze een lege beker hebben afgegeven. Bij teruggave van de beker aan de kassa wordt de waarborg terugbetaald.
De bekers komen er uit maatschappelijk engagement: de bekers zijn duurzamer en zorgen voor minder afval. Verder moeten ze leiden tot minder verspilling van drank en minder overmatig drinken.
BSG AS zorgde voor de aankoop van 20.000 herbruikbare bekers, de stockage van de bekers en de aanstelling van een jobstudent die instaat voor de schoonmaak van de bekers. Met goedkeuring van de studentenraad werd de bijhorende vaatwasmachine in de loungebar geplaatst. Voor de financiering van de vaatwasmachine loopt nog een subsidiedossier bij Leefmilieu Brussel.
Cultuurbeleving
In oktober 2018 organiseerden de dienst Cultuur, het KultuurKaffee, VOLTA en BAGASH samen de eerste editie van het tweedaagse SON/TON-festival in Studio Citygate. Het is een muziekfestival dat de grenzen van haar discipline opzoekt. Kunstenaars en muzikanten uit verschillende landen zorgen samen voor een multidisciplinair programma van performatieve concerten, muzikale installaties en scenografische performances.
De dienst Cultuur ondersteunde een reeks tentoonstellingen:
- Colors of Rebellion – Dalit History Month, een tentoonstelling van het werk van vier Dalit-kunstenaars, in samenwerking met het RHEA-center;
- De fototentoonstelling ‘Hope in Brussels’ van Veronica Aris;
- De tentoonstelling ’50 for Freedom’, in samenwerking met Amy Weatherburn en MARCOM;
- De fototentoonstelling ‘Braem’; - De expositie met wandtapijten in de Ravenstein Galerij in Brussel, in samenwerking met de directie Infrastructuur en We.Konekt.brussels.
De dienst Cultuur ondersteunde logistiek, communicatief of op een andere manier een reeks studentenactiviteiten. Dit gebeurde voor het jaarlijks terugkerende Citybeats van de studenten agogische wetenschappen, de VUB players met de musical ‘back to Hogwarts’, het VUBrusselt-event van de studentenraad in La Tentation en de architectuurweek van de studenten ingenieurswetenschappen-architectuur. De dienst Cultuur werkte met studentenverenigingen MixOmnia, ESN, CSAB, AISEC, UAB Sport en het International Student Platform samen voor de organisatie van ‘the international hunter games’. De dienst cultuur zorgde er voor het muzikale luik van de avond.
Om de start van het nieuwe academiejaar te vieren, organiseerde de dienst Cultuur samen met MARCOM en de Erasmushogeschool Brussel de eerste en zeer geslaagde editie van Apéro Warande. Op het openluchtconcert stonden verschillende artiesten geprogrammeerd.
Op de afterparty van de cultureel-academische samenwerking Mindblowers organiseerde de dienst Cultuur een silent disco, wat bij de studenten sterk aansloeg.
Tot slot organiseerde de dienst Cultuur via VUB.Engage, het online participatieplatform van de VUB, een campagne waar studenten input konden geven over de toekomstige activiteiten van de dienst Cultuur en de eventuele naamsverandering van het KultuurKaffee. Over de toekomstige werking van het vernieuwde Kultuurkaffee organiseerden we een brainstorm met studenten en alumni. Al deze input hebben we meegenomen in het ondertussen goedgekeurde beleidsplan 20192023 van het KultuurKaffee. Dit beleidsplan focust op:
- Het presenteren van een aanbod dat inzet op de kruisbestuiving tussen kunst en wetenschap;
- Het organiseren van culturele activiteiten in co-creatie met jongeren;
- Het aanbieden van creatieruimtes voor Brusselse ontluikende kunstenaars;
- Het stimuleren van cultureel ondernemerschap bij jongeren.
Beweging en sport
Op 2 februari 2018 opende de VUB plechtig haar nieuwe zwembad op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Dit gebeurde in aanwezigheid van alle donoren, partners en vertegenwoordigers van de verschillende subsidiërende instanties die dit project mee mogelijk hebben gemaakt. Zwemmers kunnen sindsdien terecht in twee zwembaden: een groot bad van 25 meter lang en een klein bad van 13 meter lang en een beweegbare bodem. Het nieuwe zwembad is een toonbeeld van duurzaamheid. Dankzij betere isolatie, luchtverdeling en beheer van temperatuur en water is het het zuinigste zwembad in België.
Dankzij het nieuwe zwembad konden we het aanbod aan verschillende aquafitness activiteiten uitbreiden. Het zwembad huisvest nu ook onze eigen, nieuwe zwemschool SwiMove, een initiatief van de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie.
De informatie over het aanbod van de dienst Beweging en Sport verhuisden we van de UAB-sport website naar de VUB-website
Ecologisch bewustzijn
In november 2017 lanceerde de VUB haar eigen Green Impact project. Dit is een project waarbij studenten en medewerkers samenwerken om de ecologische voetafdruk van de universiteit te verkleinen. VUB is de eerste universiteit buiten Groot-Brittannië die meedoet aan dit bekroonde programma. Studenten worden hierbij opgeleid tot ware milieu-experts en treden in vriendelijke competitie met anderen.
In mei 2018 organiseerde het Green Team een Clean Campus Walk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Met het initiatief wil het team de studenten uitnodigen om hun steentje bij te dragen aan het proper houden van de campus.
van de universiteit te verkleinen. VUB is de eerste universiteit buiten Groot-Brittannië die meedoet aan dit bekroonde programma. Studenten worden hierbij opgeleid tot ware milieu-experts en treden in vriendelijke competitie met anderen.
In mei 2018 organiseerde het Green Team een Clean Campus Walk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Met het initiatief wil het team de studenten uitnodigen om hun steentje bij te dragen aan het proper houden van de campus.
Kengetallen en trends
Kengetallen en trends
Cultuurbeleving
Cultuurbeleving
Evolutie inkomsten ticketverkoop dienst Cultuur
Figuur 37: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor concerten georganiseerd door de dienst Cultuur.
Figuur 37: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor concerten georganiseerd door de dienst Cultuur.
Sinds de start van de bouwperiode van het XY-project – de vernieuwde en gemoderniseerde concertzaal en gallery Y die het Kultuurkaffee zal vervangenorganiseert de dienst Cultuur het multidisciplinaire reizende kunstenfestival BANG!
Sinds de start van de bouwperiode van het XY-project – de vernieuwde en gemoderniseerde concertzaal en gallery Y die het Kultuurkaffee zal vervangen - organiseert de dienst Cultuur het multidisciplinaire reizende kunstenfestival BANG!
Evolutie ticketinkomsten BANG! festival







Figuur 38: evolutie ticketinkomsten BANG!-festival. In 2018 stegen de inkomsten licht ten opzichte van 2016, het meest recente jaar waarin twee edities van het BANG!-festival plaatsvonden.
Figuur 38: evolutie ticketinkomsten BANG!-festival. In 2018 stegen de inkomsten licht ten opzichte van 2016, het meest recente jaar waarin twee edities van het BANG!-festival plaatsvonden.
Bezoekers BANG! festival Verhouding student - niet-student
aantal niet-studenten aantal studenten
Figuur 38: evolutie ticketinkomsten BANG!-festival. In 2018 stegen de inkomsten licht ten opzichte van 2016, het meest recente jaar waarin twee edities van het BANG!-festival plaatsvonden.
Figuur 38: evolutie ticketinkomsten BANG!-festival. In 2018 stegen de inkomsten licht ten opzichte van 2016, het meest recente jaar waarin twee edities van het BANG!-festival plaatsvonden.
Bezoekers BANG! festival Verhouding student - niet-student
Bezoekers BANG! festival Verhouding student - niet-student aantal niet-studenten
Editie 1 (2015) Editie 2 (2015 Editie 3 (2016) Editie 4 (2016) Editie 5 (2017) Edite 6 (2018) Editie 7 (2018
Figuur 39: verhouding van bezoekers die deelnamen aan het BANG!-festival.
Figuur 39: verhouding van bezoekers die deelnamen aan het BANG!-festival.
Figuur 39: verhouding van bezoekers die deelnamen aan het BANG!-festival.
Verhoudingen binnen het studentenpubliek per discipline

Concerten Expo's Performances/Dans Studentenprojecten Overige
Figuur 40: Concerten zijn veruit het meest populair. In 2018 participeerden studenten in totaal 2.975 keer aan het aanbod van de dienst Cultuur. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2017, toen er 2.653 keer werd geparticipeerd.
Figuur 40: Concerten zijn veruit het meest populair. In 2018 participeerden studenten in totaal 2.975 keer aan het aanbod van de dienst Cultuur. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2017, toen er 2.653 keer werd geparticipeerd.
Figuur 40: Concerten zijn veruit het meest populair. In 2018 participeerden studenten in totaal 2.975 keer aan het aanbod van de dienst Cultuur. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2017, toen er 2.653 keer werd geparticipeerd.
Beweging
en sport
Beweging en sport
Evolu&e Sportpar&cipa&e
VUB-leden BASIC FIT
VUB-student
ZWEMKAART
VUB-student
JOGKAART
VUB-student
SPORTKNIP
VUB-student SPORTKAART
Figuur 41: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, en de evolutie daarin. Op vlak van actieve sportkaarten eindigen we voor het eerst in jaren terug boven onze doelstelling van 30% participatie. De opening van het zwembad zorgde niet alleen voor nieuwe klanten. Maar door een wijziging in type kaartlezer aan de toegang, moesten ook alle bestaande sportkaarthouders die nog zwembeurten op de oude kaart hadden omschakelen naar een nieuwe sportkaart. De forse piek in sportkaarten zal dan ook eenmalig zijn.
Figuur 41: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, en de evolutie daarin. Op vlak van actieve sportkaarten eindigen we voor het eerst in jaren terug boven onze doelstelling van 30% participatie. De opening van het zwembad zorgde niet alleen voor nieuwe klanten. Maar door een wijziging in type kaartlezer aan de toegang, moesten ook alle bestaande sportkaarthouders die nog zwembeurten op de oude kaart hadden omschakelen naar een nieuwe sportkaart. De forse piek in sportkaarten zal dan ook eenmalig zijn.
De opening van het zwembad kende een goede start: 879 studenten kochten een beurtenkaart. Meer dan 1.000 studenten hebben via een individueel ticket minstens één keer van het zwembad gebruik gemaakt.
2018 was voor de verkoop aan sportknips, wat overeenkomt met het aantal deelnemers aan de Sport!Mix, een succes. Voor het eerst sinds de invoering van dit aanbod overschrijden we de kaap van 1.000 knips.
Voor het eerst in jaren kunnen we in 2018 een stijging in de verkoop van joggingkaarten optekenen. De maatregelen om het zwartgebruik van de atletiekpiste te voorkomen, renderen stilaan.
De opening van het zwembad kende een goede start: 879 studenten kochten een beurtenkaart. Meer dan 1.000 studenten hebben via een individueel ticket minstens één keer van het zwembad gebruik gemaakt. 2018 was voor de verkoop aan sportknips, wat overeenkomt met het aantal deelnemers aan de Sport!Mix, een succes. Voor het eerst sinds de invoering van dit aanbod overschrijden we de kaap van 1.000 knips. Voor het eerst in jaren kunnen we in 2018 een stijging in de verkoop van joggingkaarten optekenen. De maatregelen om het zwartgebruik van de atletiekpiste te voorkomen, renderen stilaan
In 2018 steeg het aantal Basic Fit VUB-abonnementen met korting. Uit steekproefonderzoek onder de leden in de clubs op de Brussels Health Campus en de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus is gebleken dat 4% van de VUB’ers geen gebruik maakt van het PPS-lidmaatschap, maar van een regulier Basic Fit-abonnement.
In 2018 steeg het aantal Basic Fit VUB-abonnementen met korting. Uit steekproefonderzoek onder de leden in de clubs op de Brussels Health Campus en de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus is gebleken dat 4% van de VUB’ers geen gebruik maakt van het PPS-lidmaatschap, maar van een regulier Basic Fitabonnement.
Meer uitgebreide cijfers over sportparticipatie door studenten en een meer gedetailleerde analyse zijn terug te vinden in het Jaarverslag UAB-Sport 2018.
Meer uitgebreide cijfers over sportparticipatie door studenten en een meer gedetailleerde analyse zijn terug te vinden in het Jaarverslag UAB-Sport 2018
Verenigingsleven, beleving en engagement
Aantal erkende studentenverenigingen functioneel erkend gewoon erkend
Figuur 42: aantal door BSGgtgv erkende studentenverenigingen (totaal in 2018: 46). Het ledenaantal van de verenigingen varieert van 22 tot 220 personen.
In 2018 steeg het aantal Basic Fit VUB-abonnementen met korting. Uit steekproefonderzoek onder de leden in de clubs op de Brussels Health Campus en de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus is gebleken dat 4% van de VUB’ers geen gebruik maakt van het PPS-lidmaatschap, maar van een regulier Basic Fitabonnement.
Meer uitgebreide cijfers over sportparticipatie door studenten en een meer gedetailleerde analyse zijn terug te vinden in het Jaarverslag UAB-Sport 2018
Verenigingsleven, beleving en engagement
Verenigingsleven, beleving en engagement
Aantal erkende studentenverenigingen functioneel erkend gewoon erkend
Figuur 42: aantal door BSGgtgv erkende studentenverenigingen (totaal in 2018: 46). Het ledenaantal van de verenigingen varieert van 22 tot 220 personen.
Figuur 42: aantal door BSGgtgv erkende studentenverenigingen (totaal in 2018: 46). Het ledenaantal van de verenigingen varieert van 22 tot 220 personen.
In 2018 verkregen drie al langer bestaande organisaties het statuut van ‘gewoon erkende vereniging’: Inisol, BEST en IAESTE vzw. ESN VUB-EhB Brussels was al langer een functioneel erkende vereniging, maar evolueerde nu naar het statuut van gewoon erkende vereniging. Twee verenigingen verloren hun erkenning: Jong Groen StuBXL en ECAB. Een overzicht van alle erkende en niet-erkende verenigingen is terug te vinden op https://student.vub.be/studentenorganisaties#studentenorganisaties.
Personeel
Het personeel voor studentenwerking wordt niet aangesteld op het personeelskader van begrotinsgafdeling III-studentenvoorzieningen. Er is wel een verrekeningen van 133.237 euro zichtbaar in deze begroting.
De tussenkomst voor de dienst Cultuur bedraagt 63.105 euro als bijdrage voor de hoge personeelskosten.
Resultaten en betoelaging
De begroting werd uitgevoerd.
De structurele subsidies via het Kunstendecreet (2017-2021) konden we niet verkrijgen.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen
We hebben een spilfunctie in het faciliteren en managen van het niet-onderwijsgebonden studentenleven. We coördineren en stemmen de verschillende initiatieven inzake “studentenwerking” af.
Operationele doelstellingen
We bouwen een transparant erkenningsmodel voor alle studentenkringen en -organisaties.
Indicatoren
Universiteitoverschrijdend erkenningsmodel goedgekeurd door de Stuvoraad (ook voor niet-studentikoze en internationale studentenkringen, generiek betiteld als ‘functionele verenigingen’) in 2014.
Projectleider
Diensthoofd Studentenwerking
We bouwen een transparant subsidiëringsmodel voor alle studentenkringen en -organisaties.
Subsidiëringsmodel goedgekeurd door de Stuvoraad in 2014.
We bouwen een performant management studentenwerking uit en expliciteren de relatie Stuvoraad– BSG – studentenbeleid.
Leidraad voor jaarlijkse rapportering van erkende studentenkringen aan de Stuvoraad goedgekeurd door Stuvoraad in 2015.
Snelle, efficiënte en transparante berekening van de subsidiëring van de erkende studentenkringen wordt opgesteld door BSG in 2015.
Snelle uitvoering van de uitkering van de subsidiëring door studentenbeleid in 2015.
Evaluatie 2018
Uitgevoerd - Na een beslissing van de Studentenraad in oktober 2017, realiseerden we in de Codex Studentenleven voor een sterke vereenvoudiging van het erkenningsmodel tot 3 categorieën: erkend, niet-erkend, en functioneel erkend; - Het ‘functionele’ statuut laat sinds eind 2013 toe dat externe verenigingen hun werking ook zonder structurele subsidies kunnen ontplooien aan de VUB. Ad hoc ondersteuning via de projectsubsidies en het recht op het gebruik van infrastructuur zitten wel in dit statuut; - Sinds 2017 subsidiëren we de kosten verbonden aan het vzw-statuut.
Diensthoofd Studentenwerking Uitgevoerd
- Subsidies aan kringen keren we uit aan de hand van een allocatiemodel. De organisatie van sportieve, culturele, Brusselse, internationale, ecologische en educatieve activiteiten krijgt een duwtje in de rug;
- Niet-erkende organisaties doen beroep op een projectsubsidies van de Studentenraad, eveneens opgenomen in de Codex Studentenleven sinds december 2016; - Er werden structurele subsidies voor internationale projecten opengesteld met medewerking van het International Relations Office.
Diensthoofd Studentenwerking
Uitgevoerd - In juli 2017 keurde de Studentenraad de sjablonen en richtlijnen van BSGgtgv goed die dienen als leidraad voor de jaarlijkse rapportering door de verenigingen. Deze zijn te bundelen in één enkel jaarverslag, met uitzondering van een financieel- en activiteitenverslag dat tweemaal per jaar gerapporteerd moet worden; - In 2018 uniformiseerden we de rapportering van het BSGgtgv, de Studiekring Vrij Onderzoek en de Moeial.
Diensthoofd Studentenwerking Uitgevoerd - De subsidiëring van de erkende verenigingen is geïntegreerd in de goedgekeurde Codex Studentenleven
Diensthoofd Studentenwerking Uitgevoerd
Strategische doelstellingen
We bestendigen succesrijke acties en structuren, inspireren, faciliteren en moedigen nieuwe door de studenten zelf gedragen initiatieven aan.
Operationele doelstellingen
We zorgen voor een performant facility management ter ondersteuning van studentenactiviteiten.
Indicatoren
Service Level Agreement (SLA) met de dienst Facility Management is afgesloten in 2014.
Projectleider
Hoofd Faciity Mangement
Evaluatie 2018
Deels Uitgevoerd
- Sinds 2016 presenteert Infradesk jaarlijks op het studentencongres “Redelijk Ongeregeld?!” de facility management-regels die studenten moeten volgens wanneer ze initiatieven wensen te nemen.
- Deze regels zijn ook grotendeels opgenomen in de Codex Studentenleven en zijn te raadplegen via student.vub.be;
- Reservaties voor lokalen kunnen sinds 2017 rechtstreeks via Infradesk gebeuren;
- Voor de aanvraag van esplanadeactiviteiten is er sinds 2017 een verkorte procedure via het Infopunt Studenten. In 2018 hadden er maar 117 esplanade-activiteiten plaats, ten opzichte van 152 in 2017;
- In 2017 en 2018 is een meer specifiek Service Level Agreement uitgeschreven dat eerstdaags ondertekend wordt.
Handleiding best practices beschikaar in 2015.
Diensthoofd Studentenwerking.
Uitgevoerd
- Zowel voor de erkende, niet-erkende als individuele studenten bundelt en verduidelijkt de Codex Studentenleven de regels voor het organiseren van initiatieven;
- Sinds 2016 organiseren het Infopunt Studenten, BSGgtgv en de Studentenraad aan het begin van het academiejaar ‘congres voor de actieve student’;
- Op de studentenwebsite vinden studenten alle essentiële procedures onder de tab “zelf organiseren”.
We zorgen ervoor dat de rechten en plichten m.b.t. het gebruik van “eigen” lokalen door studentenkringen duidelijk zijn.
Door de Stuvoraad goedgekeurd beleid lokalentoewijzing (2015).
Diensthoofd studentenwerking
Uitgevoerd
- In 2015 is de beleidsvisie rond lokalentoewijzing goedgekeurd. De concrete toepassing voor de toekomstige, nieuw beschikbare lokalen staat nu op de agenda;
- In 2016 besliste het directiecomité om het gebrek aan voldoende ‘eigen’ lokalen te verhelpen via het inrichten van een polyvalente ruimte. Deze beslissing heeft nog geen uitvoering gekregen;
- Op de Brussels Health Campus bood het gedeeld gebruik van de kelderruimte van de Basic FitLounge een oplossing voor het lokalentekort;
- Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus kwam en de Brussels Health Campus kwam er een loungebar. Studenten kunnen er tegen zeer democratische voorwaarden terecht om er publieke activiteiten te organiseren;
- In juli 2017 keurde de Studentenraad een prioriteitenbeleid goed voor toewijzing van te delen lokalen. Dit beleid werd in oktober 2017 opgenomen in de vereenvoudigde Codex Studentenleven. Over de rechten en plichten van verenigingen die een lokaal krijgen toegewezen, onderhandelen BSGgtgv en de Studentenraad nog verder;
- In 2018 werd het prioriteitenbeleid verfijnd en kregen alle erkende verenigingen een (te delen) lokaal toegewezen.
Strategische doelstellingen
We ondersteunen verder het folkloristische studentenleven in haar Brusselse verschijningsvorm zoals dit sinds 1834 bestaat.
Operationele doelstellingen
We integreren de studentenverenigingen gekoppeld aan de geacademiseerde opleidingen op campus Nijverheidskaai en Etterbeek in de BSG-werking.
We besteden extra aandacht aan veiligheid en vermindering van overlast.
Indicatoren
De studentenverenigingen vanuit de academiserende hogeschoolopleidingen zijn helemaal geïntegreerd (2018).
Minder medische en politionele interventies bij massa-manifestaties.
Projectleider
Diensthoofd studentenwerking
Diensthoofd studentenwerking
Evaluatie 2018
Uitgevoerd - Met uitzondering voor ’t VAT, een regionale Brabantse vereniging (EhB-VUB-KMS) die ervoor koos om aangesloten te blijven bij het Brusselse SeniorenKonvent (EhB/KMS).
Uitgevoerd
- Saint Vé verliep ook in 2018 zonder vrachtwagens, maar wel met twee pick-ups. Dit is een hele stap vooruit inzake veiligheid. Maar BSGgtgv kon zich hier maar matig mee verzoenen;
- Op Saint Vé sponsorden we light bier-varianten,
- Om tijdens Saint Vé de extra veiligheidsmaatregelen te bekostigen, verdubbelden we de betreffende begrotingslijn van €5.000 naar €10.000;
- In functie van gehoorbescherming lanceerden we, op initiatief van de Studentenraad, een gehoorbeschermingscampagne. Dat omvatte het gratis ter beschikking stellen van oordopjes voor TD’s. In 2017 kochten we ook nieuwe begrenzingsapparatuur voor de fuifzalen aan;
- Tijdens de doopweek sponsorden we toiletten en volgende we enkele meldingen over overlast op;
- We stimuleerden open en transparante communicatie over de studentikoze initiatierituelen. We namen of ondersteunden enkel initiatieven binnen de actuele debatten binnen het studentenleven;
We besteden extra aandacht aan het betrekken van de internationale studenten.
Hogere deelname van de internationale studentenpopulatie.
Diensthoofd internationaal beleid
Uitgevoerd
- Om internationale initiatieven – of toch minstens de Engelstalige communicatie errond – aantrekkelijker te maken, hebben we de projectsubsidies en BSG-subsidieregeling aangepast;
- De deelname van internationale studenten aan het folkloristische studentenleven blijft beperkt, maar neemt wel toe. In 2018 konden we opnieuw een aantal Engelstalige verenigingen erkennen;
- Het International Student Platform maakt beleidsmatig de liaison tussen de internationale studenten en de Studentenraad;
- Een medewerker binnen het Infopunt Studenten kreeg een speciale taak binnen de internationale studentenrelaties;
- We bewaakten de internationale dimensie bij storytelling over het studentenleven;
- Het dubbele loketsysteem werkt integratie niet in de hand;
- Anderzijds kregen de erkende Engelstalige verenigingen een lokaal toegewezen dat ze delen met Nederlandstalige verenigingen.
We zorgen dat de twee fuifzalen belangeloos en evenwichtig worden uitgebaat.
We onderzoeken of we het vrijwillig engagement van onze studenten kunnen aanmoedigen, liefst in samenwerking met de internationale studenten.
Jaarverslagen en financiële rapportering BOJ en BSGas vzw’s worden geëvalueerd (20142018).
Framework ter stimulering, erkenning en/of valorisatie van vrijwillig engagement is beschikbaar vanaf 2018.
Diensthoofd studentenwerking
Uitgevoerd
Diensthoofd studentenwerking
Uitgevoerd
- Sinds 2016 organiseren we aan het begin van het academiejaar het “redelijk ongeregeld?!”-congres voor actieve studenten”. We bieden er geïnteresseerde studenten concrete tools en vaardigheden aan om op de VUB initiatieven en evenementen te organiseren en erover te communiceren;
- Op student.vub.be kwam er een herwerkt informatieluik over vrijwilligerswerk;
- We lanceerden de “Student Engagement Award”
Strategische doelstellingen
Operationele doelstellingen
We bewaken dat de studentenmedia een leerschool voor kritische journalistiek zijn.
Indicatoren
Deze media rapporteren kritisch over alles wat de studenten beweegt, op de VUB-campus en in de wereld.
Projectleider
Diensthoofd studentenwerking
We zorgen dat de studenten vaardigheden kunnen ontwikkelen m.b.t. de verdediging van democratische principes via de politiek-maatschappelijke kringen.
Er zijn op de campus debatten over maatschappelijke kwesties.
Diensthoofd studentenwerking
Evaluatie 2018
Uitgevoerd
- De Moeial levert kwaliteit van de bovenste plank. De studentenpers neemt zijn kritische, journalisitieke rol in het campusleven op.
- Studenten participeren in VUB-sociale media, vooral via Instagram.
Uitgevoerd
- Op de campussen vinden wekelijks politieke of maatschappelijke debatten plaats. Er zijn ook heel wat geëngageerde esplanadeacties tijdens de middag;
- Er is samenwerking tussen de politiek actieve kringen van verschillende ideologieën, onder andere over het kalendermatig afstemmen van openingsdebatten;
- De Studentenraad keurde bij herhaling één erkenningsaanvraag van een nieuwe politieke studentenvereniging af;
- In 2017 werd een door een studentenvereniging georganiseerde lezing van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken belet door voornamelijk externe actievoerders. Op 15 mei 2018 nodigde de rector Theo Francken opnieuw uit; de VUB staat immers voor open debat, woord en wederwoord. De universiteit riep de studenten op om aanwezig te zijn op de lezing en kritisch in discussie te gaan met de staatssecretaris, zonder de lezing te beletten.
Strategische doelstellingen
We maximaliseren de participatie aan beweging en sport.
Operationele doelstellingen
We sporen studentenkringen aan tot het zelf organiseren van regelmatige sportactiviteiten, zowel recreatief als competitief, door hen te helpen bij het oprichten van studentensportclubs.
We stemmen de programmatie van sportieve events af tussen EhB en VUB.
Indicatoren
Minimaal 4 tot optimaal 12 studentensportclubs tegen 2017.
Projectleider
Diensthoofd beweging & sport
Evaluatie 2018
Uitgevoerd
Geen overlappende programmatie (2014-2018).
Diensthoofd beweging & sport
Uitgevoerd - In het kader van UAB Sport stemden we net als de vorige jaren het sportaanbod voor EhB- en VUB-studenten maximaal op elkaar af; - Alle activiteiten in organisatie van de dienst Beweging en Sport van de VUB staan open voor zowel de VUB- als de EhB- studenten.
We promoten “levenslang” bewegen en sporten, o.a. door aanbod sportprogramma.
Minimum 33 % van VUB studenten zijn sportief actief (2014-2018).
Diensthoofd beweging & sport
Uitgevoerd
- In de marges van de campagnes ‘Studeer je niet vet’ en ‘Sport je slim’ en in aanloop naar de opmaak van een nieuw sportbeleidsplan 2017-2020 werden op het jaareinde van 2015 en 2016 meer dan 500 studenten bevraagd over hun beweeg- en sportgewoonten. Meer dan de helft van de bevraagde studenten – het gaat om een representatieve groep – gaf aan regelmatig aan sport te doen: minstens drie keer per week, gedurende telkens één uur;
- Aan het begin van het academiejaar organiseerde de dienst Beweging en Sport, samen met de collega’s van de ULB, de tweede editie van de Brussels University Roller Parade. Een 250-tal studenten en personeel namen er aan deel, voornamelijk met inline skates, skateboard of fiets.
We investeren in renovatie van het zwembad op campus Etterbeek.
Nieuw zwembad op campus Etterbeek gerealiseerd in 2018.
Diensthoofd beweging & sport
Uitgevoerd
- In juni 2016 is de renovatie en innovatie van het zwembad gestart. Het nieuwe zwembad opened de deuren in februari 2018.
Strategische doelstellingen
We organiseren en/ of ondersteunen initiatieven van en voor studenten op vlak van milieuzorg.
Operationele doelstellingen
We stimuleren de studenten om milieuprojecten te coördineren via projectsubsidie.
Indicatoren
3 projecten per jaar gerealiseerd door studenten (20142018).
Projectleider
Milieuzorg-coördinator
Evaluatie 2018
Uitgevoerd - Zes projecten werden gerealiseerd:
1. Aanleg bloemenweide op campus;
2. Sensibilisering rond biodiversiteit en het belang van bijen + uitdelen inheemse zaadmengsels;
3. Sensibilisering rond Fair Trade koffie;
4. Green Team stelde op de website MyVUB een pagina rond milieu en duurzaamheid samen; 5. Introductie herbruikbare bekers: voorstudie;
6. Duurzame vis-week; - Sinds academiejaar 2014-2015 is een Green Team aangesteld op de VUB. Dat zet het hele jaar activiteiten en projecten rond duurzame ontwikkeling op. Looptijd tot 16-17. Alle activiteiten zijn gebundeld in hun jaarverslag (per academiejaar).
We voorzien in een professioneel cultureel aanbod met bovenregionale uitstraling en we stimuleren studenten tot participatie.
We organiseren regelmatig concerten, lezingen, comedy, … (met uitbreiding naar andere podiumkunsten vanaf 2017 i.f.v. mogelijkheden die de nieuwbouw biedt).
Meertalige en bovenregionale communicatie (via Uit in Vlaanderen, BILL, Muntpunt, Deze week in Brussel, …) (2014-2018).
Diensthoofd cultuur Uitgevoerd
- We organiseerden voor het vierde jaar op rij 2 edities (6de en 7de) van het reizend kunstenfestival BANG! De dienst Cultuur ging daarvoor samenwerkingen aan met het Brusselse culturele veld: VK Concerts, C12, Beursschouwburg, RITCS Café, Studio Citygate, Koekelbergse Alliantie voor Knutselaars, enzovoort. Tijdens de 6de editie van BANG! kozen we voor twee jonge Vlaamse kunstenaars Tina Herbots en Laurens Mariën. Tijdens de 7de editie van BANG! kozen we bewust voor drie Brusselse kunstenaars/ artiesten: Arne Huysmans, Karlien Torfs en Alex Deforce. Ze stelden een multidisciplinair (zelfs crossover) programma samen met zowel nationale als internationale artiesten.
- Ook tijdens het tweedaagse festival SON/TON dat de dienst Cultuur organiseerde in samenwerking met VOLTA en BAGASH (een culturele partner uit Oostenrijk) passeerden zowel nationale als internationale artiesten de revue.
We bieden een gratis lidmaatschap Cultureel Jongeren Paspoort, alias BILL (of gelijkwaardig) aan alle studenten
Registratie van aantallen studenten die gebruik maken van het Cultureel Jongeren Paspoort of gelijkaardige bundel vanaf 2014.
Diensthoofd cultuur Uitgevoerd
- Academiejaar 2013-2014: 14.266;
- Academiejaar 2014-2015: 12.922. Lager getal dan in 2014 omwille van het tijdstip van telling en het aantal “opt-outers “;
- Academiejaar 2015-2016: 9.736. Lager getal omdat 26+ niet mee geteld werd;
- Academiejaar 2016-2017: 11.459. Opnieuw een hoger getal, omdat de leeftijdsgrens werd opgetrokken tot 30 jaar. Daardoor zijn +26-jarigen opnieuw geïncludeerd;
- Academiejaar 2017-2018: 10.664. Voor de daling hebben we niet meteen een verklaring.
- Let wel: dit is steeds het aantal studenten voor wie we betaalden en die dus allemaal het EYCA-logo op hun studentenkaart kregen, niet het aantal studenten dat zich registreerde of zijn/haar code activeerde.
We stemmen de programmatie af met EhB, inclusief publieksuitwisseling.
Organisatie van minstens 2 gezamenlijke activiteiten per jaar (20142018).
Diensthoofd cultuur Uitgevoerd
- BXL Student DJ contest onder de vlag van Brik vzw werd georganiseerd in samenwerking met Ehb; - Het event ‘Apéro Warande’ was een constructieve samenwerking met EhB, onder de noemer we.KONEKT. brussels.
We investeren in nieuwe cultuurinfrastructuur gekoppeld aan de bouw van de nieuwe studentenwijk op campus Etterbeek.
We versterken de samenwerking met partner EhB.
Nieuwe cultuurinfrastructuur gerealiseerd in 2018.
Diensthoofd cultuur - De werkzaamheden aan de nieuwe infrastructuur liepen vertraging op. In het voorjaar van 2019 worden de afwerking, oplevering en (audiovisuele) inrichting voorzien. De ingebruikname staat gepland bij de start van het academiejaar 20192020.
Geen tegenprogrammering (20142018).
Diensthoofd cultuur Uitgevoerd
- Om overlap te vermijden worden de culturele programma’s optimaal op elkaar afgestemd (programmering op dezelfde dag indien mogelijk vermijden). De werkgroep studentenleven van BRIK speelt hierin ook een rol.
We voorzien in een laboratoriumfunctie met betrekking tot cultuur, zowel voor beginnende kunstenaars als voor VUB/ EhB-studenten.
We betrekken studenten bij de organisatie en de uitbouw van het cultureel aanbod, vertrekkend vanuit de behoeften van de studenten en de opleidingen.
Een concreet aanbod van stageplaatsen op dienst Cultuur gepubliceerd op MY.VUB (2014-2018).
Diensthoofd cultuur Uitgevoerd
- We bezorgen vacatures rechtstreeks aan de verantwoordelijke docenten van relevante hogescholen;
- Intern op de VUB verlopen de contacten eveneens rechtstreeks met de stageverantwoordelijken;
- In 2018 liep 1 EhB-student stage bij de organisatie van het BANG! Festival en de dagelijkse werking. We schakelden ook jobstudenten uit de opleiding Podiumtechnieken van Ehb in bij de productie van de twee edities van het BANG! Festival;
- In mei 2018 organiseerden we een brainstorm met studenten VUB omtrent de toekomstige werking en aanbod van de dienst.
Jaarlijks is er minstens één samenwerking vanuit een academische of hogeschoolopleiding met dienst Cultuur (2015).
Diensthoofd cultuur Uitgevoerd
- Samenwerking met opleiding Agogische Wetenschappen leidt elk jaar tot realisatie van de cultuurweek ‘CityBeats’;
- We ondersteunen de Architectuurweek die vanuit de faculteit Ingenieurswetenschappen (vakgroep ARCH) wordt georganiseerd, samen met studentenvereniging Bru:tecture.
We ondersteunen studenteninitiatieven binnen de eigen infrastructuur.
Programmatie van minstens 2 activiteiten per jaar waarbij studenten het initiatief hebben genomen (vanaf 2014).
Diensthoofd cultuur Uitgevoerd
- We ondersteunen Café Laté, VUB-orkest en de voorstellingen die daaruit voortvloeien;
- We ondersteunen VUBrusselt, een initiatief van de Studentenraad om studenten de stad te laten intrekken.
Strategische doelstellingen
Dienst Cultuur optimaliseert externe financiering en eigen inkomsten.
Operationele doelstellingen
Dienst Cultuur poogt subsidiëring bij verschillende (overheids)instellingen te bestendigen en verder uit te breiden: Vlaamse Overheid, Vlaamse Gemeenschapscommissie, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Europa, gemeenten, Huis van de Mens.
Indicatoren
Tijdig ingediende en goedgekeurde subsidiedossiers die leiden naar (nieuwe) sponsors (2014-2018).
Projectleider
Evaluatie 2018
Diensthoofd cultuur Deels gerealiseerd
- We dienden op tijd subsidiedossiers in. In 2018 leidde dat tot toekenning van volgende subsidies: Vlaamse Gemeenschapscommissie: €62.500 via de convenant Jeugdhuis Trefcentrum Y’;
- Ook dienden we samen met de vakgroep EDWE een dossier in bij de Vlaamse Overheid – Innovatieve Partnerprojecten. Dit dossier kreeg geen positieve beslissing;
- Bij de Mens.nu werd een subsidiedossier ingediend. Op het moment van de opmaak van dit jaarverslag hebben we nog geen definitieve beslissing ontvangen.
We verhogen onze inkomsten om meer kwaliteit te kunnen bieden.
Eigen inkomsten via ticketverkoop worden verder opgedreven.
Diensthoofd cultuur Uitgevoerd
- In 2018 stegen de inkomsten uit ticketverkoop van €3.211 in 2017 naar €7.729 in 2018.
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
Verenigingsleven, beleving en engagement
In onze algemene organisatie en werking willen we onze visie sterker naar voor brengen. Daarmee bedoelen we:
1. Dat het studentenleven studentgeïnitieerd voor en door studenten moet blijven. Tegelijk nemen we een meer proactieve rol aan op volgende domeinen:
• In de promotie van studentenengagement;
• In de ondersteuning van het studentenleven;
• In het faciliteren van actuele debatten, uitdagingen en maatschappelijke ontwikkelingen.
2. Dat het doel blijft om vaste netwerken binnen het sociale weefsel te overstijgen. Denk daarbij aan de integratie tussen Belgische en internationale studenten, of het realiseren van verbinding tussen studenten in de universiteit en de stad, de kot- en pendelstudenten, de zij-instromers en werkstudenten, enzovoort.
In onze initiatieven en evenementen vanuit de universiteit kiezen we een duidelijke lijn van coaching, ondersteuning en vorming van de actieve studenten en studentenorganisaties. Vanuit Studentenwerking willen we duidelijker onze rol opnemen binnen koepelevenementen die kunnen dienen als verbindende fora voor studentenengagementen. Denk aan evenementen zoals de Kick-off, de Warmste Week of de Off Campus Week in het kader van We.Konekt.Brussels.
In de vieringen rond het 50-jarig bestaan van de VUB moeten we de functie en de meerwaarde van het studentenleven voor onze universiteit mee in de schijnwerpers plaatsen.
Het studentencongres “Redelijk Ongeregeld?!” willen we integreren in de welkomstweek voor eerstejaars studenten. We onderzoeken of een gebalde avondversie van het initiatief gewenst en gedragen is voor nieuwe bestuurders. Ook het regelmatig herhalen van de ontmoeting rond studentikoziteit tussen de oude en nieuwe generatie studenten is een must.
Studenteninitiatieven blijven we sowieso actief promoten via onze kanalen. Via actieve storytelling in verschillende VUB-media moeten we verder inzetten op het bewust maken van studenten van het aanbod en de voordelen van engagement buiten het onderwijscurriculum.
Vanuit Studentenwerking omarmen we de focus op Brussel als studentenstad en het internationale karakter van onze campussen. Het vrijetijdsleven tijdens het weekend is daarbij een belangrijk aandachtspunt!
De ‘winkel’ met ondersteuningsaanbod voor studenteninitiatieven moet nog meer ingang vinden bij het brede studentenpubliek, in het bijzonder bij studenten die op zoek zijn naar ondersteuning. Middelen die daartoe verkend moeten worden: een creatieve naam, een doeltreffender click pad, goed gekende ‘openingsuren’, enzovoort.
Met de ‘winkel’ moeten we ook inspelen op de trend van studenten tot kortere engagementen: een loket voor studenteninitiatief buiten het traditionele verenigingsleven. Maar even goed moeten we met de ‘winkel’ de historisch gegroeide administratieve procedures lichter maken en de rolverdeling met BSGgtgv uitpuren en verduidelijken.
We hebben de indruk dat we studentenorganisaties nog meer moeten stimuleren om het vzw-statuut aan te nemen. Daarnaast is er nood aan concrete, duidelijk afgelijnde afspraken over het voeren van financiële administratie. Dit geldt zeker voor de ‘sui generis’ organisaties BSGgtgv, studiekring Vrij Onderzoek en de Moeial. Daarbij moeten we ook oog hebben voor een vereenvoudiging, en dit zowel in het belang van de VUB-administratie als de studentenorganisaties.
We moeten de werking van de studentenlounges en de ideeën tot eventuele oprichting van een fakbar verder opvolgen en ondersteunen.
Er komen zeven nieuwe lokalen en een aantal kleinere opslagruimtes extra beschikbaar voor de studentenverenigingen. Die zijn voor gedeeld gebruik ondertussen toegewezen aan een aantal verenigingen. We zullen dat gedeeld gebruik op een billijke en transparante wijze moeten organiseren. We zullen het functioneren van de verenigingen in een gedeeld lokaal moeten opvolgen en daarnaast werk maken van een evaluatiebeleid van het lokalengebruik. Dat moet ertoe leiden dat de verenigingen die het meest een uitgesproken infrastructuurnood ervaren, ook de beste uitrusting verkrijgen.
Het project rond de herbestemming van de Van der Meeren-studentenwijk kan door groepering van een aantal gerelateerde functies opportuniteiten bieden voor een levendig studentenleven op de Brussels Health Campus. Ook de U-Square-site biedt mogelijk opportuniteiten voor het studentenleven. Beide projecten vragen om nauw betrokken opvolging.
Het nieuwe Brusselse besluit over versterkt geluid bepaalt dat instellingen zelf het geluidsniveau van activiteiten met versterkt geluid moeten normeren en onder controle houden. We moeten de naleving ervan in het oog houden.
Beweging en sport
Wat sportparticipatie betreft, moeten we studenten blijven stimuleren om deel te nemen aan georganiseerde sportactiviteiten. Maar ook om “gewoon meer te bewegen” in het algemeen. Om de steeds evoluerende trends op de voet te kunnen monitoren en in functie daarvan te kunnen handelen, is de ontwikkeling van nieuwe, efficiënte en betrouwbare meetinstrumenten door de dienst Beweging en Sport een must.
We willen studenten ten volle betrekken bij de mogelijkheden van het nieuwe zwembad en de verschillende zwemactiviteiten. In functie daarvan moeten we het beleid rond en de werking van het nieuwe zwembad regelmatig en gericht evalueren
Brede communicatie rond voordelige jaarlidmaatschappen bij Basic Fit – in vergelijking tot reguliere abonnementen –blijft voor de VUB-studentengemeenschap een aandachtspunt.
Cultuurbeleving
De start van het nieuwe cultuurgebouw XY vormt een unieke opportuniteit om studenten te stimuleren om te participeren aan het cultuuraanbod. In 2019 starten we met de voorbereidingen van de ingebruikname van het nieuwe cultuurgebouw. De opening zal een kentering betekenen voor de culturele werking, met opnieuw een stijgend aantal activiteiten en een nieuw inkomstenmodel (ticketverkoop, verhuur zaal, drankinkomsten, sponsoring, enzovoort). De voorbereiding en opstart van deze nieuwe werking vormen ongetwijfeld de grootste uitdaging van de dienst Cultuur. De krijtlijnen van de nieuwe werking hebben we vastgelegd in het cultuurbeleidsplan 2019-2023. Het realiseren van de ambities die erin vervat zitten, zal alleszins bijkomend personeel vragen.
RUBRIEK 8 SYNTHESE JAARREKENING
1. BALANS
I. Oprichtingskosten
III. Materiële vaste activa
A. Terreinen en gebouwen
B. Installaties, machines en uitrusting
C. Meubilair en rollend materieel
D. Vaste activa in
E. Andere materiële vaste
F. Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen
IV. Financiële vaste
B. Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
C. Andere financiële vaste
2. Vorderingen en borgtochten in contanten
VII.
VIII.
IV. Aangelegde
VII. Voorzieningen voor risico's en kosten
A. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen
B. Belastingen
C. Grote herstellingen en onderhoudswerken
D. Sociaal Passief
E. Veiligheid en milieuverplichtingen
F. Overige risico's en kosten
VIII. Schulden op meer dan
1. Achtergestelde leningen
2. Niet achtergestelde obligatieleningen
3. Leasingschulden en soortgelijke schulden
4.
IX. Schulden op ten hoogste een jaar
A. Schulden op >1j die binnen het jaar vervallen
B. Financiële schulden
Kredietinstellingen
Overige leningen
C. Handelsschulden
D. Ontvangen vooruitbetalingen op projecten
E. Schulden mbt belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
1. Belastingen
2. Bezoldigingen en sociale lasten
F. Overige schulden
X. Overlopende rekeningen
2. RESULTATENREKENING
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1.
A.1.4.
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek
Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4.
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
-
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1.
- vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1.
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector
A.5.4. Opbrengsten
A.5.5.
B. Waardewijziging projecten in uitvoering
C. Geproduceerde vaste activa
D. Giften, schenkingen
E.
2. RESULTATENREKENING
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.4. Gastprofessoren
C.5.
C.6.
C.7. Bursalen onderworpen
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemeningen -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemeningen -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële
(+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V.
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere
kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijv. en waardevermind. op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+) A.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
XI.
2. RESULTATENREKENING
Resultaatverwerking
A. Te bestemmen overschot (te verwerken tekort)
1. Te bestemmen overschot van het boekjaar
2. Te verwerken tekort van het boekjaar
3. Overgedragen overschot van het vorige boekjaar
4. Overgedragen tekort van het vorige boekjaar
B. Onttrekking aan de eigen middelen
1. Aan het gevormd vermogen (onttrekking aan de eigen middelen (+))
2. Aan de aangelegde fondsen (onttrekking aan de eigen middelen (+))
C. Toevoeging aan de eigen middelen
1. Aan het gevormd vermogen (toevoeging aan de eigen middelen (-))
2. Aan de aangelegde fondsen (toevoeging aan de eigen middelen (-))
D.
2. Resultatenrekening afdeling I Werking
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1.4.
A.1.5.
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1. BOF
A.2.2.
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3.
A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants
A.5.5.
C.7.
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
III.
G. Andere bedrijfskosten
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +,
G. Andere bedrijfskosten
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
V.
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toel XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B. Overschrijvingen 3.815.784,08
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling II Investeringen
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.4.
A.1.5.
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1.
A.2.2.
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderz met de privé-sector en wetensch dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderz-vennootsch
A.4.1.2.2. Contractonderz-vennootsch-klinische trials-pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderz-vennootsch-klinische trials-fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderz-vennootsch-klinische trials-fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1.
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3.
A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants
A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen
A.5.6.
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.2.
C.3.
C.4. Gastprofessoren
C.5. Contractueel AP
C.6. Contractueel ATP
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardevermind op voorraden en handelsvord (toev +, terug -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toel XI, A3 en C)
G. Andere
III. Bedrijfsoverschot
Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlott activa andere dan bedoeld onder IIE (toevoeg +, terugn -) (toel XII,D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B. Overschrijvingen
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling III Sociale Sektor Studenten
(1ste
A.1.4.
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1.
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch 703011
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3.
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2.
A.5.4.
A.5.5.
(toelichting
C.4.
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terug -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toel XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
B. Waardeverm. op vlott activa andere dan bedoeld onder IIE (toevoeg +, terugn -) (toel XII,D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI.
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
V.
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlott activa andere dan bedoeld onder IIE (toevoeg +, terugn -) (toel XII,D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI.
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
B. Overschrijvingen
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling IV.1 BOF I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1.
A.1.4.
A.1.5.
(specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3.
A.5.5.
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.6.
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +,
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI.
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschr en waardevermind. op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling IV2 Andere onderzoeksfondsen
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en
A.1.4.
A.1.5.
- basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.2.1.
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek
A.3.2.4. Andere Vlaamse
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.4.2.
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de
- vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials -
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen -
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1.
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit
B. Opbrengsten uit vlottende
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B.
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
IV.
Andere
opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
B. Overschrijvingen
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling V Patrimonium
aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1.4.
(2de geldstroom)
(specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2.
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4.
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3.
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4.
-
-
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase
A.4.2. Contractonderzoek
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1.
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3.
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.1.
C.5.
C.6. Contractueel
C.7. Bursalen
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële
B. Waardeverm.
VII.
C. Terugneming
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling VI Voor Orde
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.3. Investeringsuitkeringen
A.1.4. Sociale toelagen
A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1. BOF
A.2.2. IUAP
A.2.3.
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen -
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2. Andere
A.5.5.
- fase III & IV
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.6.
C.7.
onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
B. Opbrengsten uit vlottende
C. Andere
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V.
kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en
A.1.4.
- basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4.
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
Contractonderzoek - non profit organisaties
Contractonderzoek
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2.
A.5.4.
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.6.
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI.
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op
vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
B. Overschrijvingen
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
RUBRIEK 9 INTERNATIONALISERINGSVERSLAG
1. INTERNATIONALISERINGSBELEID EN CENTRALE ORGANEN
1.1. Organogram

1.2. Aansturing en advisering Internationaliseringsbeleid
Internationalisering is een belangrijk aandachtspunt sinds ASP 1 en 2, maar is tegelijk een vrij recent beleidsdomein binnen de VUB. Internationalisering doorsnijdt alle activiteiten en diensten van de universiteit en bepaalt bijgevolg vele agenda’s waardoor een afbakening van de respectievelijke bevoegdheden niet evident is. Het deelbeleidsplan Internationalisering stippelt een beleid uit dat zich afspeelt op de verschillende hoofdtaken van de universiteit, nl. onderwijs, onderzoek, en maatschappelijke dienstverlening, maar vooral met focus op onderwijs en mobiliteit.
Het deelbeleidsplan is in uitvoering volgens plan. Binnen het ASP2030 strategisch fonds werden drie projecten ingediend waarvan er twee werden gehonoreerd, nl. ‘Social & Academic Inclusion’ en ‘Data-governance’. Deze projecten zijn gestart in januari 2018 en worden 6-maandelijks uitvoerig gerapporteerd binnen de ASP2030-cyclus. Het is de bedoeling om deze projecten duurzaam te maken na afloop van de projectfinanciering.
In september 2018 gaf Vicerector Sonja Snacken haar ontslag en in oktober werd prof. Romain Meeusen de Vicerector voor Internationalisering. Terzelfdertijd werd een opdrachthouder aangesteld met als opdracht o.a. de samensmelting van IES-VECO te begeleiden en de uitwerking van een ‘EU-university network’ binnen een pilootoproep van de EU te beheren, wat initieel was opgenomen in het deelbeleidsplan Internationalisering onder bevoegdheid van de Vicerector.
In 2018 werd de samenwerking met China onder de loep genomen, zowel ongefundeerd door de media als via een interne geplande evaluatie gevolgd door een extra externe evaluatie. De resultaten van deze evaluaties waren positief en vormen de basis voor de opmaak van een risico-analyse die in het voorjaar 2019 wordt voorgesteld. Een SWOT en een uitgebreid verslag over het Confucius Instituut zal hier worden aangehecht.
Het ethisch dossier wint aan belangrijkheid, gestuurd vanuit veranderende externe omgevingsfactoren en interne gewaarwording en reflectie. Gestart in 2018 zal dit dossier een belangrijk werkpakket uitmaken in 2019.
De centrale organen Raad Internationaal Beleid en het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking, worden verder toegelicht in 1.4.
1.3. Rankings
Internationale rankings zijn wereldwijd bekend geworden met de publicatie van de Shanghai Academic Ranking of World Universities (ARWU) in 2003. Vanwege hun populariteit worden ze door verschillende actoren, zowel binnen de academische wereld als daarbuiten, gebruikt voor een breed scala aan doeleinden. Ogenschijnlijk spreekt de herleiding van de kwaliteit en complexiteit van een universiteit tot een eenvoudig rangnummer het grote publiek aan. Tegelijkertijd is deze
herleiding tot een nummer de basis voor kritiek, met als gevolg de opkomst van een grote verscheidenheid aan universitaire rankings die verschillen in gebruikte methodologie, verzamelde data en vele andere factoren. Hoewel de verzamelde data op het eerste zicht vergelijkbaar zijn, worden vaak zeer algemene termen gebruikt met heel vage of zelfs andere definities. Ook durft de gebruikte methodologie van jaar tot jaar te veranderen zodat zelfs voor een en dezelfde ranking geen vergelijking mogelijk is over de jaren heen. Alhoewel het heel belangrijk is om voldoende accurate gegevens door te geven, wordt dit bemoeilijkt doordat voor de VUB niet alle gevraagde gegevens beschikbaar zijn, doordat de gegevens beschikbaar zijn per faculteit terwijl de rankings werken met studiedomeinen.
Het International Relations Office levert i.s.m. het Departement Strategie en Beleid (STBE) de gegevens voor de QS World University Rankings (QS WUR), Times Higher Education World University Rankings (THE WUR) en U-Multirank aan. Voor Shanghai Academic Ranking of World Universities (ARWU) worden geen gegevens aangeleverd vermits dit voorbehouden is voor de universiteiten uit de Top100.
U-Multirank is een nieuwe gebruiker-georiënteerde, meerdimensionale internationale ranglijst van universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs. In tegenstelling tot andere rankings geeft UMR geen rangorde aan de universiteiten maar visualiseert door middel van een sun-burst-voorstelling verschillende aspecten en dimensies van de prestatie van universiteiten in 5 domeinen: onderwijs en leren, onderzoek, kennisoverdracht, internationale oriëntatie en regionaal engagement. Voor de scores berekent UMR ratio’s en percentages op basis van door de instellingen toegeleverde data en op basis van de voor hen toegankelijke databanken vb. voor patenten en publicaties. Voor internationale oriëntatie scoort de VUB in 2018, zoals ze ook deed in 2017, zeer goed voor internationale academische staf, internationale joint publicaties en internationale PhD’s, en scoort ze goed voor anderstalige masterprogramma’s en studentenmobiliteit.
1.4. Centrale organen
1.4.1. Raad Internationaal Beleid (RIB)
De Raad Internationaal Beleid (RIB), welke beslissings- en adviesbevoegdheden heeft in toepassing van het Organiek Statuut, is samengesteld uit interne leden. Deze zijn: de voorzitters van de facultaire organen voor internationalisering (Facir) of gelijkgestelde, een vertegenwoordiger uit elke faculteit die betrokken is bij het beleid, twee vertegenwoordigers van de Studentenraad en een aantal leden met raadgevende stem, nl. van de Departementen Onderwijs- en Studentenbeleid, Onderzoeksbeleid, Internationaliseringsbeleid, Technology Transfer Interface, Marketing en Communicatie, Vesalius College en het Institute for European Studies. Het secretariaat wordt waargenomen door het International Relations Office. De Raad vergaderde 7 maal in 2018.
1.4.2. Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking (BAOW)
Het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking rapporteert aan de Raad Internationaal Beleid en is samengesteld uit de Vicerector Internationalisering die tevens voorzitter is, twee leden van het zelfstandig academisch personeel per domein van humane wetenschappen, toegepaste en exacte wetenschappen, en life sciences. De VUB-afgevaardigde in het Bureau VLIR-UOS is afgevaardigde van het wetenschapsdomein waartoe hij/zij behoort.
Aan het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking worden leden met raadgevende stem toegevoegd: een afgevaardigde van de Erasmushogeschool Brussel, een afgevaardigde van het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS), de directeur en leden van het International Relations Office belast met dossiers inzake universitaire ontwikkelingssamenwerking. De nominatieve samenstelling wordt jaarlijks door de Raad Internationaal Beleid vastgelegd.
Het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking geniet voorstel- en adviesbevoegdheid ten aanzien van de Raad Internationaal Beleid m.b.t. universitaire ontwikkelingssamenwerking. Adviezen kunnen gevraagd worden over:
- het formuleren van beleidsadviezen, zowel voor interne als externe dossiers
- selecties van projecten en beurzentoekenningen, wanneer een interne selectie opgenomen is in de overeenkomst tussen de VUB en de financierder, vb. de projecten in het kader van Global Minds
- selecties in het kader van eigen VUB-initiatieven
2. INTERNATIONAL RELATIONS OFFICE (IRMO)
2.1.
Onthaal en informatiebalie
De begeleiding van (internationale) studenten, onderzoekers en docenten (in/uit) is één van de taken van het International Relations Office. Ondersteuning wordt gegeven bij o.a. het afsluiten van een ziekte- en repatriëringsverzekering, informatie en afspraken bij de gemeente betreffende verblijfsvergunningen, gezinshereniging, visumaanpassingen, invullen belastingaangiften, begeleiding bij het vinden van een geschikt verblijf, vertalen van huurcontracten, opstellen van uitnodigingsbrieven voor kort verblijf aan de VUB en dergelijke meer. Er wordt ondersteunend gewerkt bij vragen die het gevolg zijn van het niet vertrouwd zijn met administratie en bureaucratie, communicatieproblemen, gebrek aan taalkennis, cultuurshock. Wanneer gespecialiseerde hulp (medisch, psychologisch, juridisch etc.) noodzakelijk blijkt, wordt doorverwezen naar diensten uit de hulpverleningssector. Deze ondersteuning wordt geboden voor zowel studenten als gasten die komen op uitnodiging van de faculteiten of centrale diensten.
Studenten uit niet-EER landen die naar VUB komen dienen bij hun visumaanvraag een beursattest, of een bewijs van garantstelling (annex 32) voor te leggen. Wanneer voor de betrokkene geen van beide opties tot de mogelijkheden behoren, kan de universiteit toestaan dat de student een bepaalde som geld deponeert op een geblokkeerde VUB-rekening waarbij vervolgens maandelijks het gestorte bedrag in schijven als “toelage” uitgekeerd wordt. Voor een single (= komt alleen aan in België) bedraagt dit € 10.200 voor twaalf maanden met een maandelijkse toelage van € 850. Bezoekers die hun partner of een familielid meenemen naar België storten € 18.000 en krijgen hiervan een maandelijkse toelage van € 1.500. Als voorwaarde om dergelijke geblokkeerde rekening te openen wordt het afsluiten van een ziekteverzekering (SIP-polis en mutualiteit) voor medische kosten, repatriëring… als voorwaarde gesteld.
Het gebruik van deze geblokkeerde VUB-rekening was slechts in wel omschreven situaties toegestaan:
- Studenten toelaten hun programma af te werken na het aflopen van de beurs
- Andere ad hoc gemotiveerde uitzonderingen
In 2017 werd beslist om gedurende het academiejaar 2017-2018 een pilootproject op te zetten waarbij alle aanvragen voor een geblokkeerde rekening geëvalueerd zullen worden en aanvaard indien aan alle voorwaarden is voldaan. Voor 124 aanvragers, op een totaal van 217 aanvragen, werden geblokkeerde rekeningen aangemaakt. Aan 107 studenten wordt een maandelijkse toelage gestort, aan 17 aanvragers werd het gestorte geld terugbetaald.
De financiële ondersteuning van studenten aan de VUB is geënt op een aantal decretaal bepaalde voorwaarden. Momenteel beperkt de ondersteuning zich tot studenten met financiële noden die aan de nationaliteitsvoorwaarden voor Vlaamse studiefinanciering voldoen, waardoor vele internationale studenten niet in aanmerking komen. Daarom wordt er door Onderwijs – en Studentenbeleid een bedrag van 5.000 EUR per jaar voorzien als financiële ondersteuning voor crisissituaties van internationale studenten. In het academiejaar 2017-2018 werd echter geen financiële steun toegekend daar er geen ontvankelijke dossiers werden ingediend.
Bij de start van het academiejaar worden een ‘Orientation Week’ en ‘Kick Off The Campus’ georganiseerd. Tijdens deze ‘Orientation week’ krijgen de internationale studenten informatie rond registratie aan de VUB, registratie bij de gemeente, huisvesting, openen van een bankrekening, gebruik van openbaar vervoer, informatie over het studeren en/of wat te doen indien ze niet slagen. Aan inkomende exchange studenten wordt ook info gegeven over de administratieve verplichtingen van hun beurs. Tijdens de “Kick Off The Campus” worden talrijke sociale-culturele activiteiten o.a. in samenwerking met Erasmus Student Network (ESN) georganiseerd. In de loop van het academiejaar vinden regelmatig activiteiten plaats die enerzijds de internationale student betrekken bij het VUB-gebeuren en anderzijds ook de VUB-gemeenschap warm maken om andere culturen te ontdekken.
Het centrale aanspreekpunt voor de internationale student is de onthaal- en informatiebalie van het International Relations Office, gelokaliseerd op Pleinlaan 5.
Openingsuren:
Maandag
09u00-12u30 13u30-16u30
Dinsdag 09u00-12u30 13u30-16u30
Woensdag 09u00-12u30
Donderdag 09u00-12u30
Vrijdag 09u00-12u30 13u30-16u30
Zaterdag + Zondag gesloten
Tijdens de instroomperiodes (september - oktober & februari) is de balie elke weekdag open tussen 09u00 – 12u00 & 13u30 – 16u30.
Aan de balie worden geregistreerd:
- Aantal bezoekers (EU en niet-EU)
- De inkomende e-mails op [email protected]
Bezoekers onthaal- en informatiebalie academiejaar 2017 – 2018
Ten opzichte van het voorgaande academiejaar kreeg de onthaal- en infobalie 468 bezoekers meer over de vloer. Een stijging van 15,48%.
Het grootste aantal vragen betreft informatie over de administratieve verplichtingen in het kader van de beurzenprogramma’s, info over registratie bij de gemeente en afsluiten van een ziekteverzekering.
Voor de bursalengroepen Erasmus+, VLIR-UOS, China Scholarship Council (CSC), Organization of American States (OAS), worden de inkomende studenten ontvangen in groep en krijgen ze alle nodige informatie. Deze aantallen zijn niet inbegrepen in bovenstaande tabel. Het betreft een 300-tal studenten.
Voor algemene informatie kan men het International Relations Office bereiken via het e-mailadres [email protected].
OTRS mail 2017 – 2018: statistieken [email protected]
[email protected] 2017 - 2018 September 391 Oktober
Februari
Het International Relations Office beschikt verder over een aantal andere e-mailadressen waarbij mails rechtstreeks terecht komen bij een medewerker van de backoffice om zo een snellere en vooral meer persoonlijke service te bewerkstelligen: [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Volgende informatiebrochures zijn beschikbaar voor bezoekers:
- “Study in Brussels”: Engelstalige brochure met een overzicht van de Engelstalige opleidingen.
- “Brussels Diplomatic Academy”: specifieke brochure met het aanbod van de BDA.
- “Estudia en Bruselas”: Spaanstalige infofiche voor rekrutering in Latijns-Amerika.
- “Corporate brochure”: met vermelding facts & figures VUB.
- “Arabic Language Classes”: brochure met info rond het taalproject Arabisch.
- “Exchange Brochure”: nuttige info rond uitwisselingsmogelijkheden van de VUB.
- “BACES”: flyer met intro over BACES
Stimuleren van uitgaande mobiliteit:
Aan het begin van het academiejaar organiseert de VUB een Kick-Off the Campus. IRMO nam ook in 2018 deel aan deze infomarkt gehouden op de Humanities, Sciences and Engineering Campus om studeren in het buitenland, en in het bijzonder de Go Abroad Fair en Latin America Day te promoten.
Op 17 oktober 2018 organiseerde IRMO opnieuw de jaarlijkse Go Abroad Fair met infosessies, inclusief financieringsmogelijkheden, en informatiestanden over studeren in het buitenland. Op de Humanities, Sciences and Engineering campus opende het SBC dit jaar voor het eerst zijn deuren om dit event te ontvangen. Onder andere BAEF, Fulbright, ESN, Bouworde, Go Strange, UCOS, Wegwijzer, Bill en WEP hadden er een infostand en/of gaven een infosessie. Het Erasmus+ programma wordt samen met andere door VUB beheerde beurzenprogramma’s (Erasmus+ KA107, Priority Country Programme, Washington Center, Generieke beurzen, Erasmus Belgica, Memoranda of Understanding voor specifieke VUB-opleidingen) en externe initiatieven op de fair gepromoot.
Op 28 november 2018 gaven vertegenwoordigers van het Washington Center for Internships and Academic Seminars voor alle geïnteresseerde studenten een uiteenzetting over de mogelijkheden tot uitwisseling.
Eind oktober en begin november werden in de faculteiten en/of opleidingen infosessies voor studenten georganiseerd. Tijdens deze sessies wordt een overzicht gegeven van wie op uitwisseling kan gaan, alle uitwisselingsmogelijkheden, -bestemmingen en selectieprocedures voor het daaropvolgende academiejaar worden toegelicht. Enkele studenten die het voorafgaande academiejaar een internationale ervaring achter de rug hebben zorgen voor testimonia. Deze sessies zijn gericht op studenten met interesse om naar het buitenland te gaan.
Op 8 mei 2018 organiseerde IRMO de jaarlijkse Exchange Take Off infosessie voor studenten die genomineerd werden om tijdens het academiejaar 2018-2019 op uitwisseling te gaan. Informatie over de administratieve verplichtingen voor de VUB en voor de verschillende beurzenprogramma’s worden meegedeeld, alsook tips en tricks om hun verblijf in het buitenland zo goed mogelijk voor te bereiden. Een meer informeel moment voor genomineerde studenten, over de verschillende opleidingen heen, wordt ook opgezet en dit naargelang de bestemming van hun uitwisseling.
Voor de studenten die naar een ontwikkelingsland gaan, worden voorbereidingsdagen en terugkomsessies georganiseerd i.s.m. UCOS vzw.
2.2. Inter-institutionele akkoorden
Het International Relations Office beheert de Memoranda of Understanding (MoU), samenwerkingsakkoorden en inter-institutionele akkoorden voor beurzenprogramma’s en begeleidt de initiatiefnemers bij het opzetten van nieuwe contracten. Het beheer van de contracten en de keuze van de partners verloopt met het oog op het creëren van synergie tussen acties ondernomen binnen de context van één contract en acties ondernomen in de bredere context van de universiteit. Er wordt gestreefd naar een actieve samenwerking tussen alle betrokken partijen. Een aanvraag voor een nieuw MoU dient voldoende informatie te bevatten m.b.t. de beoogde samenwerking en output, de meerwaarde voor de VUB en de mogelijke multiplicator effecten. Op basis hiervan wordt de aanvraag al dan niet goedgekeurd door de Raad Internationaal Beleid. Voor de verlenging van een MoU is een gelijkaardige procedure opgezet waarbij de output van een afgelopen of nog bestaande MoU aangetoond moet worden.
In 2018 waren er 156 MoU’s & samenwerkingsakkoorden en 369 Erasmus uitwisselingsakkoorden in beheer bij het International Relations Office.
In het kader van de verdere ontwikkeling van kwaliteitsvolle, strategische partnerschappen en het verhogen van het cijfer voor uitgaande mobiliteit moeten nieuwe aanvragen voor bilaterale uitwisselingsakkoorden voldoen aan het kwaliteitskader met criteria inzake servicegarantie (o.a. onthaal en begeleiding aan de gastinstelling), inhoudsgarantie (o.a. aangeboden curriculum) en het internationaliseringsbeleid van de VUB (o.a. preferentiële partners voor samenwerking).
Nieuwe of verlengde institutionele MoU’s 2018:
LAND REF
Verenigde Arabische Emiraten
Argentinië
STAD
2018-AE-235 Sharjah
2018-AR-249 Santa Fe
Bolivië 2018-BO-253 La Paz
Bolivië 2018-BO-259 El Alto
Brazilië 2013-BR-106 (Ext.) Sao Paolo
Brazilië
2018-BR-244 Paraíba
Brazilië 2018-BR-237 Recife
Brazilië 2018-BR-242 Santa Maria
Brazilië
Bulgarije
2018-BR-256 Parana
2014-BG-118 Sofia
Chili 2018-CL-248 Santiago
China 2011-CN-CAFA (Ext.) Beijing
UNIVERSITEIT
University of Sharjah
Universidad Nacional del Litoral
El Comité Ejecutivo de la Universidad Boliviana
Universidad Publica del Alto (UPEA)
Universidade de Sao Paulo
Universidade Federal de Campina Grande
Universidade Federal Pernambuco
Universidade Federal De Santa Maria
State University of Parana (UNIOESTE)
University of National and World Economy
Universidad Bernardo O’Higgins
Chinese Academy for Fine Arts
China 2014-CN-117 Shanghai Shanghai University of Sports
China 2015-CN-146(Ext.) Beijing Beijing Normal University
China 2014-CN-137-05 Beijing
China 2018-CN-103-01 Xi’an
China 2018-CN-223 Beijing
China 2018-CN-223-01 Beijing
China 2018-CN-233 Wuhan
China 2013-CN-100(Ext) Xi'an
BACES en Sofia University
Northwest University
Capital University of Economics and Business
Collaboration Agreement Capital University Economics and Business
China University of Geosciences
Northwestern Polytechnical University
China 2018-CN-254 Nanjing Nanjing University of Chinese Medicine
China 2018-CN-246 Beijing
Academy of opto-electronics of the Chinese Academy of Sciences (CAS)
China 2018-CN-257 Beijing Communication University of China
Ecuador 2018-EC-250 Guayaquil Escuela Superior Politénica del Litoral
Ecuador 2018-EC-231 Quito
Frankrijk 2018-FR-236 Parijs
Frankrijk 2018-FR-230-01 Rouen
Gambia 2018-GM-232 Banjul
Universidad Central del Ecuador
Université Paris Seine
International Cooperation Agreement University of Rouen
University of the Gambia
Iran 2018-IR-228 Sanandaj
Italië 2018-IT-238 Milaan
Italië 2018-IT-239 Rome
Italië 2018-IT-247 Rome
Italië 2018-IT-251 Milaan
Japan 2018-JP-220 Kyoto
Mexico 2018-MX-214 Monterrey
Oeganda 2018-UG-225 Fort Portal
Palestina 2018-PS-240 Birzeit
Polen 2018-PO-227 Warshau
Portugal 2018-PT-245 Lissabon
Roemenië 2018-RO-206 Boekarest
Taiwan 2018-TW-243 Taipei
Taiwan 2018-TW-226 Taipei
Taiwan 2018-TW-234 Shoufeng
Verenigd Koninkrijk 2018-UK-224 Warwick
Verenigd Koninkrijk 2018-UK-224-01 Warwick
Verenigde Staten van Amerika 2018-US-229 Texas
University of Kurdistan
Ospedale è Università San Raffaele
Instituto di Ricovero e Cura a Carratere Scientifico Fondazione Santa Lucia
Universita degli Studi Roma Tre
Universita degli Studi di Milano
Kyoto University
Instituto Tecnologico Estudios Superiores Monterrey
Mountains of the moon
Birzeit University
Warsaw University Of Life Sciences
Universidade Nova de Lisboa
Polytechnical University of Bucharest
Taiwan Institute for Economic Research (TIER)
National Chenchi University
National Dong Hwa University
University of Warwick
University of Warwick
Texas A&M University
Verenigde Staten van Amerika 2018-US-252 Elon Elon University
Verenigde Staten van Amerika 2018-US-255 Ohio
Vietnam 2018-VN-222 Hanoi
The TAOS Institute
Vietnam National University of Science
Zuid-Afrika 2014-SA-134 Bloemfontein Central University of Technology
Zuid-Korea 2018-KR-241 Seoul
Nieuwe of verlengde bilaterale uitwisselingsakkoorden 2018:
Land Faculteit Stad
Duitsland ES Berlijn
Turkije ES Izmir
Nederland ES Nijmegen
Ierland ES Dublin
University of Seoul
Universiteit
Freie Universität Berlin
Izmir University of Economics
Radboud University Nijmegen
Dublin City University
Nederland ES Utrecht Utrecht University
Spanje ES Madrid
Universidad Complutense de Madrid
Nederland ES Amsterdam Universiteit van Amsterdam
Spanje ES Barcelona Universitat Pompeu Fabra
Armenië IR Yerevan Yerevan State University (YSU)
Armenië IR Yerevan National Polytechnic University of Armenia (NPUA)
Armenië IR Yerevan Russian-Armenian University (RAU)
Oostenrijk LK Linz FH Gesundheitsberufe OOE
Zweden LK Göteburg University of Gothenburg, The Sahlgrenska Academy
Spanje LW Sevilla Universidad de Sevilla
Spanje PE Barcelona University Autònoma de Barcelona
Frankrijk PE Parijs Université Paris Nanterre
Spanje RC Alicante University of Alicante
Estland RC Talinn
Tallinn University of Technology School of Business and Governance
Portugal RC Porto Universidade do Porto
Italië RC Napels Università degli Studi di Napoli "Federico II"
China VUB Xi’an Northwest University
China VUB Chongqing Southwest University
China VUB Xi’an Northwestern Polytechnical University
China VUB Beijing Renmin University of China
China VUB Chengdu Sichuan University
China VUB Shanghai Fudan University
Gambia VUB Sere Kunda University of The Gambia
Palestina VUB Nablus An-Najah National University
Palestina VUB Abu Dis, al-Bireh Al-Quds University
Palestina VUB Bir Zeit Bir Zeit University
Tsjechië WE Praag Charles University
Frankrijk WE Parijs Université de Cergy-Pontoise
2.3. Ontvangst van delegaties
Via een aanvraagformulier kunnen buitenlandse delegaties hun interesse voor een bezoek aan VUB te kennen geven. In het formulier geven zij aan welke diensten of faculteiten ze wensen te bezoeken. Er wordt ook gevraagd naar informatie over de uitbouw van hun internationalisering, o.a. het aantal internationale studenten, aantal programma’s in het Engels, speerpunten, … Op basis van dit document wordt beslist, i.s.m. de betrokken faculteiten of diensten, om de delegatie al dan niet te ontvangen.
Het is een efficiënte manier om met andere instellingen in contact te komen en stapsgewijs een bredere vorm van samenwerking op te zetten.
IRMO INKOMENDE DELEGATIES 2018
Datum bezoek Instelling
05/02/2018 Zhejiang Agriculture and Forest University
23/02/2018 Sichuan Provincial People’s Government and the Chengdu University of Technology
23/03/2018 Beijing Language and culture university
Land Bezoeker
P.R. China
P.R. China
P.R. China
19/04/2018 Universidad Central de Ecuador Ecuador
Mr Shen Xi, President
Daniel Verheyden (Brussels International)+ Chinese delegatie
Xilian CUI, former president + delegatie
Dr Fernando Sempértegui, Rector
23/05/2018 China University of Geosciences
05/06/2018 Warwick University, Université Paris Seine en Aalto University
07/06/2018 Sichuan University
08/06/2018 Shanghai University of International Studies
P.R. China
UK, Frankrijk en Finland
P.R. China
P.R. China
28/06/2018 Shanxi Province and Universities P.R. China
02-06/07/2018 University of the Gambia Gambia
09/10/2018 Universidad de Oriente Cuba
19/11/2018 Communication University of China
26/11/2018 National Dong Hwa University
P.R. China
Taiwan
Prof. Yongsheng Liu, Vice President
Nicky Muckle, Director of European Strategy University of Warwcik ; Alexis François, Chef de Cabinet Présidence Université de Cergy-Pontoise; Hely Kilpeläinen, Assistant to the President of Aalto University
Zhuyu LI, Vice Director & Academic Coordinator of Centre for European studies
Prof. CAO Deming, Director Centre for EU Studies
Peliang ZHANG, Director General Dpt Education Shanxi Province
Chaudhry Faqir Muhammad Anjum, Vice Chancellor
Marta Mesa Valenciano, eerste vice-minister van Hoger Onderwijs; Diana Sedal Yanes, rector; Israel Caldering Calzadilla, raadgever van de rector
Wang Dapin, Vice Chairman of University Council
Prof. Chin-peng Chu, Vice president + delegatie
2.4. Ondersteuning VUB-delegaties naar het buitenland
Het International Relations office onderneemt zelf zendingen en tracht delegaties van VUB-professoren naar het buitenland mee te begeleiden, voor zover dit mogelijk en wenselijk is. Op deze manier wordt het waarschijnlijker dat dergelijke acties passen in een centraal beleid en centrale prioriteiten, met bottom-up interesse. Het maakt tevens de opvolging gemakkelijker.
Professoren kunnen “VUB international ambassador” zijn en de VUB voorstellen op institutioneel niveau van de partner instelling. Ze werken mee aan het onderhouden van het internationaal netwerk van de VUB door bv. hun trip met een dag te verlengen en een strategische partner in de regio te bezoeken. IRMO komt beperkt tussen in de reiskosten, zolang de invulling van de zending in lijn is met het internationaliseringsbeleid. Om deze activiteit te ondersteunen is er nood aan een algemeen informatiepakket (brochures, algemene VUB-PPT, promofilm).
In 2018 konden professoren en ATP-leden opnieuw een beroep doen op Global Minds financiering om een exploratiemissie te ondernemen naar één van de 20 landen op de VLIR-UOS lijst (ontwikkelingslanden).
IRMO UITGAANDE DELEGATIES 2018
Instelling Land
11/3/2018 –17/3/2018 Staatsmissie Canada
14/4/2018 –21/4/2018
24/4/2018 –27/4/2018
12/10/2018 –23/10/2018
Mountains of the Moon University
Mbarara University of Science and Technology (MUST)
Makarere University
Kyambogo University
Belgische ambassade
Scholars at Risk Conference Berlin
Northwestern Polytechnical University
Northwest University
Fudan University
Shanghai International Studies University
Shanghai University of Sports
Beijing Sport University
Sichuan University
Confucius Institute Board Meeting (Sichuan University, Renmin University en VUB)
Tshingua University (School of Journalism and Communication)
Belgische ambassade
Oeganda - VUB missie met IRMO deelname
Duitsland - IRMO deelname
P.R. China - IRMO missie
2/11/2018 –9/11/2018
24/11/2018 –1/12/ 2018
Consejo Nacional de Ciencia y Tecnología (CONACYT)
Agencia Mexicana de Cooperación Internacional para el Desarrollo (AMEXCID)
Belgische Ambassade
Instituto Mora
Universidad Nacional Autonoma de Mexico
Instituto Tecnologico Estudios Superiores Monyerrey
Red Nacional de Consejos y Organismos Estatales de Ciencia y Tecnologia A.C. (REDNACECYT)
Elon University
University of Southern California
Thunderbird School of Global Management
Harvard John A. Paulson School of Engineering and Applied Sciences
Belgische - Amerikaanse Kamer van Koophandel
Consulate General
2.5. Communicatie
Mexico - IRMO missie
Verenigde Staten van Amerika - VUB missie met IRMO deelname
Het International Relations Office beheert de internationale communicatie (in het Engels) i.s.m. Marcom, faculteiten, departementen en externe partners.
In maart 2017 kreeg het International Relations Office het beheer van de pagina’s “International” op de Engelstalige website. Deze datum wordt gehanteerd als benchmark voor de jaarlijkse metingen. Sindsdien steeg het aantal page views. Een overzicht:
Periode 1 maart 2017 (benchmark) Van 1 maart 2017 tot eind 2017 Van 1 maart 2017 tot eind
tijd
17
De internationale Facebook-pagina, die officieel gelanceerd werd in oktober 2017, heeft sindsdien 1.916 “likes” en 2011 “follows”. De inhoud op de facebookpagina is uitsluitend in het Engels en heeft betrekking op een brede waaier aan onderwerpen in verband met het positioneren van de Vrije Universiteit Brussel als internationale speler van kwaliteitsvol onderwijs en onderzoek.
Een Engelstalige “International Newsletter” wordt trimestrieel verspreid. In 2018 gebeurde dit op 28 maart, 16 juli, 10 oktober en 20 december. Deze nieuwsbrief bevat artikels geschreven door het International Relations Office en interessante artikels met internationale betekenis uit VUB Today, die vertaald worden naar het Engels. De nieuwsbrief wordt verstuurd naar alle contactpersonen van het International Relations Office, waaronder buitenlandse ambassades in Brussel, diverse regeringsinstanties in het buitenland, partnerinstellingen over de hele wereld en de UNICA-partners.
In december 2018 werd, in samenspraak met Marcom’s alumni officer, de internationale newsletter gecombineerd met de internationale alumni newsletter omdat bleek dat er te veel overlap was tussen beide nieuwsbrieven. De internationale newsletter werd verstuurd naar 7.317 contactpersonen, had een opening rate van 47.55 % en een click-through rate van 3.88%, wat een goed bereik aantoont.
Daarnaast wordt op regelmatige basis input geleverd voor de nieuwsbrief voor studenten (zowel de Nederlandstalige als Engelstalige), worden Engelstalige artikels aangeleverd voor het VUB Magazine HENRI en worden Engelstalige artikels gepost op VUB Today.
In 2018 heeft het International Relations Office een 26-tal artikels aangeleverd t.o.v. 20 in 2017.
Het IRMO foto-booklet van 2018 had 50 % meer “reach” dan in 2017 nl. 870 views en 741 readers en dient als tool om een overzicht te geven van de activiteiten tijdens het afgelopen jaar van het International Relations Office.
Er werd communicatiesteun (aankondiging, korte artikels, folders, posters, flyers, social media campagnes,….) verleend aan kleine en grote projecten zoals o.a. Orientation Week, Arabische taallessen voor kinderen, Go Abroad Fair, Latin America Day, International Fairs (vb. Mexico, China, Duitsland), de UNHCR campagne #withrefugees, het Rohingya debat en de InCAMPUS animatie. Communicatiesteun was er ook voor (internationale) VUB projecten waarbij er raakvlakken zijn
tussen het International Relations Office en de faculteiten, onderzoeksgroepen, programma’s: vb. de Oceans & Lakes video voor het VLIR-UOS event, artikels m.b.t. onderzoekprojecten in het kader van VLIR-UOS, het UCOS event “Entrepreneurship in Africa: who really profits?”, de eendagsconferentie van het departement agogiek omtrent “Worldviews and health-related stigma”. Ook wordt er geregeld ondersteuning gegeven aan het Confucius Instituut en de Biotech Summer School.
Tot slot worden er internationale menu’s uitgewerkt samen met het VUB-restaurant op dagen die samenvallen met internationale projecten of speciale dagen vb. Belgische menu’s tijdens de Orientation Week, Latijns-Amerikaans menu tijdens de Latin America Day en worden taaltafels georganiseerd samen met het restaurant, ACTO en TALK.
2.6. U-Residence
De huurmogelijkheden zijn verdeeld in 3 types: short, middle & long stay. Korte verblijven omvatten de hotelfunctie van U-Residence. Reservaties hiervoor gebeuren uitsluitend via de website. Middle stays zijn verblijven van 1 tot 4 maanden, onder long stay verstaat men boekingen van langer dan 4 maanden.
Het International Relations Office heeft 141 vouchers afgeleverd in 2018 voor de kamers met hotelfunctie en is tevens het contact voor de boekingen van de middle en long stay kamers binnen het verkregen contingent
2.7. Beheer (beurzen)programma’s
In 2018 werden volgende (beurzen) programma’s beheerd door het International Relations Office: VUB:
- Bolivië PhD beurzen
- Cuba Joint PhD beurzen
Europese financiering:
- Erasmus+ Key Action 1 (beurzen voor uitwisseling)
- Erasmus Mundus Action 2 (beurzen voor uitwisseling, diplomastudenten en onderzoekers)
Departement Onderwijs en Vorming (operationeel orgaan is Flanders Knowledge Area):
- ASEM DUO
- The Washington Center for Internships and Academic Seminars
- Priority Country Programme
- Generieke beurzen (mobiliteit niet-EER)
- Master Mind Scholarships Fellowship Programme for Excellent Students
VLIR-Universitaire Ontwikkelingssamenwerking:
- master en PhD-beurzen (beurzenprogramma en mobiliteit op projecten)
- Vlaamse doctoraatsbeurzen (VLADOC) – uitdovend project sinds 2017
- Global Minds programma: reisbeurzen voor studenten (Bachelor – Master – Master na Master –Lerarenopleiding), stafmobiliteitsbeurzen, joint PhD en post-doc beurzen.
Vlaamse overheid (beurzen in het kader van een bilateraal akkoord tussen overheden):
- China Duo
Prins Filip Fonds:
- Erasmus Belgica: mobiliteit tussen de Belgische gemeenschappen (studeren en stages)
Buitenlandse overheden/instellingen:
- Swiss-European Mobility Programme (SEMP)
- China Scholarship Council (Master – PhD, mobiliteit van en naar China)
- Organization of American States (OAS)
- Student Exchange Programme (SEP)
De geboden ondersteuning is afhankelijk van de overeenkomst met de financierende instantie en de afgesproken verdeling van taken tussen deze instantie en de VUB. Taken dit tot het pakket kunnen behoren zijn:
- Volledig dossier- en beursbeheer
- Boeken van tickets, opstellen van visumaanvragen, hulp bij openen van een bankrekening en het vinden van huisvesting, aansluiting bij ziekenfonds en verzekeraar ACE/SIP, opstellen schadeclaims voor verzekeringen, repatriëring
- Organiseren van ‘summer travel’ tussen het 1e en 2e jaar van studies - Voorbereiding van de terugkeer na het afstuderen (reservatie van vliegtuigtickets, afsluiten beursdossier,….)
- Nominatie van studenten voor een beurs en administratieve opvolging
Hieronder volgt meer toelichting per programma:
2.7.1. VUB beurzen
Bolivië PhD
Aan 2 studenten van de Universidad Catolica de Bolivia werd een beurs toegekend voor hun PhD.
Cuba Joint PhD
In het academiejaar 2017-2018 waren er 8 (sandwich) PhD beurzen lopende in het kader van de raamovereenkomst tussen de VUB en de Cubaanse Nationale Commissie voor Wetenschappelijke Graden.
2.7.2. In het kader van EU-programma’s
Het Erasmus+ programma promoot de Europese en transnationale dimensies van onderwijs, training, jeugd en sport en wenst de kwaliteit hiervan te bevorderen via samenwerking met andere landen en instellingen binnen de Europese Unie en daarbuiten (programma- en partnerlanden). Het programma consolideert de verschillende vroegere acties (Erasmus LLP, Erasmus Mundus, Tempus, etc.) in drie nieuwe pijlers: Key Action 1 (individuele leermobiliteit); Key Action 2 (strategische partnerschappen en kennisallianties) en Key Action 3 (beleidsondersteunende projecten).
Erasmus + Key Action 1 - Individuele leermobiliteit
Het Erasmus+ studentenuitwisselingsprogramma, voor studies en stages, met de programmalanden (EER, Turkije, FYROM), blijft aan de VUB het populairste en grootste mobiliteitsprogramma.
De concrete samenwerking binnen deze actie steunt op het afsluiten van inter-institutionele akkoorden tussen partnerinstellingen voor specifieke disciplines. De VUB beheerde 350 inter-institutionele contracten in 2018.
Tijdens het academiejaar 2017-2018 heeft de VUB 198 inkomende Erasmus+ studenten verwelkomd en 185 studenten uitgestuurd.
Naast het Erasmus programma binnen Europa vertrokken in het academiejaar 2017-2018 nog eens 8 studenten in het kader van het Erasmus Belgica programma. De VUB heeft 19 inter-universitarie akkoorden met Belgische Franstalige universiteiten. 15 inkomende studenten verbleven aan de VUB met een Erasmus Belgica beurs.
Gelet op de situatie in Turkije, besloot de VUB om, uit veiligheidsoverwegingen, ook in 2018 geen studentenmobiliteit naar Turkije toe te staan.
90 studenten gingen naar een niet-EER gastinstelling via centrale (IRMO) of departementale uitwisselingsakkoorden.
Niettegenstaande een kleine meerderheid van de inter-institutionele akkoorden docentenmobiliteit toelaat, is de inkomende en uitgaande mobiliteit op dit niveau gering. Voor uitgaande docentenmobiliteit zijn het beperkt aantal toelages vanuit de overheid hier onder andere een reden voor. In 2017-2018 waren 9 VUB docenten mobiel, 5 voor onderwijs en 4 voor training.
In het academiejaar 2017-2018 vatte de mobiliteit aan in het kader van de 6 Erasmus+ projecten die de VUB succesvol indiende nl. naar niet-EER partnerinstellingen in China (29 beurzen), Cuba (10 beurzen) en Marokko (8 beurzen). Alle projecten voorzien inkomende mobiliteit van studenten, onderzoekers en staf. In de projecten met China en Cuba is de uitgaande mobiliteit van de VUB naar de partnerlanden beperkt tot onderzoekers en docenten. In- en uitgaande mobiliteitsmogelijkheden zijn immers verschillend per regio of land, zoals vastgelegd in de Erasmus+ regelgeving.
In 2017 werden opnieuw 2 Erasmus+ projecten met niet-EU landen nl. China (16 beurzen), Cuba (8 beurzen), Marokko (18 beurzen) en Rusland (7 beurzen) aan de VUB toegewezen. Mobiliteit in het kader van deze projecten ging van start in september 2018.
In 2018 kreeg de VUB Erasmus+ KA107 projecten toegewezen voor mobiliteit met Armenië (4 beurzen), China (14 beurzen), Gambia (13 beurzen) en Palestina (23 beurzen). Mobiliteit in het kader van deze projecten start in september 2019.
Erasmus+ Key Action 1 – stage na afstuderen
Het Reconfirm-project is ontstaan uit de nood om internationale stagemobiliteit en de financiële ondersteuning ervan toegankelijker te maken voor studenten, afgestudeerden en bedrijven. Met Europese financiering en de inzet van project- en lokale partners werden regionale consortia opgericht. Voor Vlaanderen treedt Flanders Knowlegde Area op als consortium.
Na afstuderen kan een student minimaal 60 dagen en maximaal 12 maanden op Erasmus+ stage. 14 VUB alumni namen in 2018 deel aan een Stage Na Afstuderen.
Erasmus Mundus Action 2
Erasmus Mundus Action 2 (EMA2) is een EU-beurzenprogramma, waarin voor verschillende geografische regio’s buiten Europa een beurzenpakket voor academische mobiliteit voorzien wordt. Deze mobiliteit vindt plaats op alle niveaus (bachelor, master, doctoraat, postdoc en personeel) en in 2 richtingen (minimum 70% niet-EU naar EU en maximum 30% EU naar niet-EU). Dit programma is uitdovend.
Er is nog slechts één lopend partnerproject in 2018 nl. het Lotus+ project, gecoördineerd door Uppsala University, dat een vijfde verderzetting was van het Lotus consortium.
Lopende projecten
Project Titel
VUB partner of coördinator
Erasmus Mundus Action 2 Lotus+ Partner
2.7.3. Programma’s via Flanders Knowledge Area
Duur van het project (van tot en met)
Van 14-07-2014 tot 14- 07-2018
Stages via the Washington Center Jaarlijks geeft de Vlaamse overheid een 12 tal Merit Scholarships voor een uitwisseling van een 15 tal weken naar het Washington Center. Het “Washington Center for Internships and Academic Seminars” is een onafhankelijke organisatie die aan geselecteerde studenten uit verschillende landen de opportuniteit biedt om een werk- en leerervaring op te doen in de Washington regio (VS). Deze uitwisseling bestaat vooral uit een stage maar er zijn ook een aantal academic courses en policy dialogues te volgen. Voor deze uitwisseling moet de student met de programmaverantwoordelijke overeenkomen dat hij/zij 30 ECTS uit het studiecurriculum kan vervangen door deze stage. Tijdens het academiejaar 2017-2018 ontving 1 studente uit de opleiding Communicatiewetenschappen een beurs, uitbetaald door de Vlaamse overheid.
Priority Country Programme
Het Priority Country Programma is de opvolger van het Transition Fellowship Programme, dat in 2013 door de Vlaamse overheid gelanceerd werd. Dit programma beoogt de uitwisseling van studenten tussen Vlaanderen en negen, voor de Vlaamse overheid, prioritaire landen nl. Brazilië, Chili, Japan, Marokko, Mexico, Rusland, Turkije, Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Inkomende mobiliteit is echter enkel mogelijk in zogenaamde duo-projecten. De mobiliteit varieert van minimum 1 maand tot maximum 2 semesters, met een uitzondering voor Turkije waar de mobiliteit maximum 2 maanden is. Een samenwerkingsakkoord tussen de VUB en de buitenlandse universiteit is vereist.
In het kader van dit programma vertrokken 3 VUB-studenten tijdens het academiejaar 2017-2018 voor een semester naar Mexico.
Generieke beurzen
De generieke beurzen voor uitgaande mobiliteit ondersteunen een studie of stage, in een land dat geen deel uitmaakt van de Erasmus+ programmalanden. De VUB dient centraal of departementaal een bestaand akkoord te hebben met de gastinstelling. In 2017-2018 ontving de VUB financiering voor 9 studenten (Bolivië, Canada en Zuid-Korea).
ASEM Duo
Het ASEM-Duo programma werd gelanceerd in 2011 en heeft de promotie van studentenuitwisseling tussen Vlaanderen en 4 landen in Azië, nl. China, Indië, Vietnam en Zuid-Korea tot doel. Onder dit programma is er enkel uitwisseling van twee studenten in het kader van een duo-project mogelijk en moet er een samenwerkingsakkoord zijn tussen de Vrije Universiteit Brussel en de buitenlandse universiteit. Voor het academiejaar 2017-2018 werden geen aanvraagdossiers ingediend.
Master Mind Scholarships Fellowship Programme for Excellent Students Eind 2014 lanceerde de Vlaamse overheid het Master Mind Scholarship - Fellowship Programme for Excellent Students. Via dit beurzenprogramma wil het Departement Onderwijs en Vorming een bijdrage leveren aan de versterking van het internationaal klimaat in het Vlaams hoger onderwijs door het aantrekken van internationale topstudenten voor een masteropleiding aan een Vlaamse Hoger Onderwijsinstelling. Waar tot en met het academiejaar 2016-2017 enkel laatstejaarsstudenten uit partnerinstellingen een beurs konden aanvragen, besliste de Vlaamse overheid om vanaf het academiejaar 2017-2018 het beurzenprogramma open te stellen voor iedereen. Dit resulteerde in een toevloed aan aanvragen, terwijl de Vrije Universiteit Brussel maar 20 studenten mocht nomineren voor een beurs. Selectie vond plaats op basis van ‘academic credentials’. Vijf studenten ontvingen een beurs om een masterstudie te starten aan VUB. Daarnaast kregen nog drie studenten uit de cohorte 2016-2017 een beurs voor hun tweede masterjaar.
2.7.4. Beurzen in het kader van een bilateraal akkoord tussen overheden
China Duo
In het kader van een bilateraal akkoord tussen de China en Vlaanderen, ondertekend door de ministers van onderwijs, worden er duo-beurzen aangeboden aan Vlaamse en Chinese studenten. De uitwisseling van studenten gebeurt in het kader van een duo-project, ondersteund door een samenwerkingsakkoord tussen de Vrije Universiteit Brussel en de Chinese universiteit. Voor het academiejaar 2017-2018 werden geen aanvraagdossiers ingediend daar een een-op-een uitwisseling moeilijk te bewerkstelligen is.
2.7.5. In het kader van VLIR-UOS
Project VUB academisch contact-persoon Duur (van tot en met) budget + aantal bursalen
VLIR-bursalen ikv het beurzentoekenningsprogramma: beurzen voor ICP/ITP–studenten, ICP-PhD
Vlaamse Reisbeurzen voor studenten naar een ontwikkelingsland (Global Minds)
Doctoraatsbeurzen voor Vlaamse studenten die doctoreren op een ontwikkelings-relevant thema (VLADOC – uitdovend).
Joint PhD (Global Minds) beurzen voor 6 maanden, financiële ondersteuning (ticket, allowance).
IRMO als administratief verantwoorde-lijke
IRMO als administratief verant- woordelijke
01/01/2018 –31/12/2018
01/01/2018 –31/12/2018
IRMO als administratief verant- woordelijke
IRMO als administratief verant- woordelijke
2.7.6. Programma’s van buitenlandse overheden/instellingen
Swiss-European Mobility Programme (SEMP)
01/01/2018 –31/12/2018
01/01/2018 –31/12/2018
€ 1.179.636
43 ICP Masterstudenten (12 1e jaars en 28 2e jaars) + 3 ICP-PhD bursalen
€ 35 000 35 beurzen Aantal beurzen wordt jaarlijks berekend volgens de VLIR-UOS verdeelsleutel.
€ 165.214 2 VLADOC beurzen lopende
€ 60.000 6 beurzen voor 6 maanden
Zwitserse hogeronderwijsinstellingen kunnen een aanvraag voor beurzen voor studentenmobiliteit indienen bij het SEMP-programma. De hogeronderwijsinstellingen die financiering ontvangen van de overheid, kunnen zowel aan hun uitgaande als inkomende uitwisselingsstudenten een mobiliteitsbeurs toekennen. Verschillende VUB-faculteiten hebben een bilateraal uitwisselingsakkoord met een Zwitserse instelling om deze mobiliteit te faciliteren. In het academiejaar 2017-2018 gingen 15 VUB-studenten op uitwisseling in het kader van dit programma.
China Scholarship Council
De China Scholarship Council (CSC) is een non-profit organisatie verbonden aan het Chinese Ministerie van Onderwijs. CSC verleent beurzen aan Chinese studenten om in het buitenland te studeren en aan buitenlandse studenten om in China te studeren.
Tijdens het academiejaar 2017-2018 verbleven 48 Chinese CSC studenten aan de VUB, waarvan 23 Master studenten en 25 PhD studenten.
Organization of American States
In het kader van de samenwerking tussen de Organization of American States en de Vrije Universiteit Brussel wordt aan maximum 15 studenten een vrijstelling van de aanmeldingskost en het jaarlijks studiegeld verleend, binnen een overeenkomst voor 40 studenten. Na de 3e oproep, die liep tot januari 2017, werden de dossiers van 13 studenten positief geëvalueerd door de faculteiten. Uiteindelijk hebben in het kader van de 3e oproep voor dit programma 3 studenten hun studies aangevat in het academiejaar 2017-2018.
Student Exchange Programme (SEP)
Het Student Exchange Programme is een uitwisselingsprogramma van het Bureau de coopération interuniversitaire (BCI). Het BCI, voorheen Crepuq, is een interuniversitaire samenwerking van Québecse universiteiten. De VUB heeft een akkoord met het BCI dat studentenmobiliteit faciliteert in het kader van dit programma. VUB-uitwisselingsstudenten krijgen geen beurs maar zijn vrijgesteld van inschrijvingsgeld. In het academiejaar 2017-2018 gingen 6 VUB studenten naar 2 verschillende Canadese instellingen nl. Université du Québec à Montreal (UQAM) en Université Laval.
2.8. Administratieve ondersteuning van onderwijs-, mobiliteits- en ontwikkelingssamenwerkingsprojecten
Het International Relations Office verleent advies aan promotoren die een projectvoorstel uitschrijven voor indiening bij externe donoren, voornamelijk VLIR-UOS en EU-mobiliteits- en onderwijsprojecten. Dit gebeurt indien nodig in samenwerking met andere centrale diensten.
Kandidaat-promotoren krijgen toelichting omtrent de belangrijkste modaliteiten op vlak van indiening van voorstellen, toepassing van donorspecifieke richtlijnen en formaten, alsook omtrent financiële regelgevingen. Voor de indiening bij de donororganisatie worden projectvoorstellen gescreend op volledigheid, toepassing van het gevraagde formaat en (financiële) richtlijnen en, indien van toepassing, op het gebruik van de Project Cycle Management (PCM) methodologie. Specifieke trainingen worden georganiseerd door de verschillende entiteiten binnen IRMO.
De VLIR-UOS Institutionele Universitaire Samenwerkingsprojecten (IUS) hebben in hun activiteitenplan steeds een onderzoeks-, onderwijs- en transversaal institutioneel luik. Deze projecten worden administratief ondersteund door het International Relations Office.
2.8.1. In het kader van EU-programma’s
Erasmus+ Key Action 1 – Erasmus Mundus Joint Masters VUB is coordinator van het Erasmus+ Key Action 1 – Erasmus Mundus Joint Master Project “4 Cities”. In 2018 werd een vervolgproject toegekend: “4Cities+”. Daarnaast is de VUB partner in de Joint Master projecten “TROPIMUNDO” gecoördineerd door ULB, “DC Lead” gecoördineerd door de Paris-Lodron University in Salzburg en “EGEI” gecoördineerd door de Universiteit Antwerpen. In 2018 werd er ook een vervolgprogramma toegekend voor DC Lead. De projecten geselecteerd in 2013 behoren tot het vorige kaderprogramma Erasmus Mundus (Action 1). In 2014 werden deze gecontinueerd in Erasmus+ als Erasmus Mundus Joint Masters. De berekening van de financiering van deze projecten is op jaarbasis. Voor projecten geselecteerd vanaf 2014 is er wel een volledige financiering beschikbaar.
Project Titel
Erasmus Mundus
Joint Master 4Cities
Erasmus Mundus
Joint Master TROPIMUNDO
Erasmus Mundus Joint Master DC
Erasmus Mundus
Joint Master EGEI
Erasmus Mundus
Joint Master DC Lead (vervolgprogramma)
Erasmus Mundus
Joint Master 4Cities+
VUB partner of coördinator
Coördinator: B. Van Heur
Partner: F.Dadhouh Guebas, L. Triest
J. Loisen, J. Pierson
Duur van het project (van tot en met)
Partner: P. Claeys 2013-2018
Partner: J. Loisen, J. Pierson
Coördinator: B. Van Heur
Budget
2018-2023
2018-2023 € 4.081.000
Erasmus + Key Action 2 Capaciteitsopbouw De “capacity building” projecten hebben als doel om de modernisering en toegankelijkheid van het hoger onderwijs in niet-EER landen te bevorderen. In 2018 werd de VUB geselecteerd voor 4 “Capacity Building” projecten. Daarenboven zijn er nog lopende projecten van vorige rondes nl. 4 gecoördineerde projecten en 7 partner projecten. Het MAGIC partnerproject werd stopgezet op initiatief van de Europese Commissie wegens ontoereikende resultaten, voornamelijk omwille onvoldoende inspanningen van de coördinerende instelling. Jaarlijks kan een instelling maximaal 3 nieuwe projecten coördineren volgens EU-richtlijnen. Voor VUB worden alle projecten ingediend. Er is geen preselectie op VUB.
Nieuwe projecten (geselecteerd in 2018)
Project Titel
Capacity Building LEAD 2
Capacity
Lopende projecten:
Project Titel
VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)
Coödinator: C. Vanroelen
Coördinator: C. Zhu
VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)
Coördinator: G. Lauwers
Coördinator: T. Crispeels
EUCA-INVEST Partner: J. De Schampheleire & J. Vilrokx
*: project werd stopgezet door de Europese Commissie – zie hoger
Erasmus+ Key Action 2 – Strategische partnerschappen Transnationale strategische partnerschappen beogen de ontwikkeling, overdracht en/of toepassing van innovatieve praktijken te bevorderen tussen de verschillende types van organisaties betrokken bij onderwijs, vorming en jeugdzaken.
Nieuwe projecten
Project Titel
VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met) Budget
Strategic Partnership GBL & CLIL in a Mathematical context Partner: J. Surmont 1/11/2018 –31/07/2021 € 50.300 (VUB aandeel)
Strategic Partnership Hydroinformatics for water resources and water related hazards management in Europe / WaterEurope
Strategic Partnership Beyond apparent stereotypes
Lopende projecten:
Project Titel
Partner: A. Van Griensven
01/09/2018 –31/08/2021 € 52.401 (VUB aandeel)
Partner: D. Kavadias 01/09/2018 –31/08/2021 € 38.730 (VUB aandeel)
VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)
Strategic Partnership ENtRANCE Coördinator: J. De Marree
Strategic Partnership SLIDEShow Coördinator: K. Lombaerts
Strategic Partnership PAC Partner: L. De Donder
Strategic Partnership PACI Partner: K. Kerremans
Strategic Partnership TechCare Partner: E. Mantovani
Erasmus + Key Action 3
€ 48.060 (VUB aandeel)
€ 230.382 (VUB aandeel: € 85.388)
€ 58.270 (VUB aandeel)
Onder de sub-actie “Forward-Looking Projects” (ontwikkeling van innovatieve systemen in onderwijs, training en jeugdwerking, ter voorbereiding en ondersteuning van beleid) is VUB partner in twee projecten:
Project Titel VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)
Forward Looking Project SocialErasmus+ Partner: IRMO
Totaal budget EUR
Forward Looking Project ECP Partner: K. Lombaerts 2018-2020 € 459.243
Erasmus + Sport
De acties op het vlak van Sport: - samenwerkingspartnerschappen: deze beogen het aanpakken van bedreigingen van de integriteit van sport, het bevorderen en ondersteunen van goed bestuur op sportgebied en duale loopbanen van sporters, het bevorderen van sociale integratie, gelijke kansen en het besef van het belang van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging door een grotere deelname aan en gelijke toegang tot sport voor iedereen. - Europese sportevenementen zonder winstoogmerk.
De faculteit LK is als coördinator of partner betrokken bij een aantal projecten. Nieuw projecten:
Project Titel
VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)
Sport Collaborative Partnership Monitor Coördinator: M. Theeboom 01/01/2018 –31/12/2020
Sport Collaborative Partnership
ECO DC Partner: P. Wylleman 01/01/2018 –31/12/2019
Totaalbudget EUR
€ 383.306 (VUB aandeel: € 212.714)
€ 372.542 (VUB aandeel: € 52.456)
Sport Collaborative Partnership Mind the Gap
Sport Collaborative Partnership GETZ
Lopend Project
Project Titel
Partner: P. Wylleman
Partner: I. Derom
01/01/2018 –30/06/2020
01/01/2018 –31/12/2020
€ 400.000 (VUB aandeel: € 55.668)
VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met) Totaalbudget EUR
Sport Collaborative Partnership B-WIZER Coördinator: P. Wylleman 01/01/2017 –31/12/2018 € 400.000
Erasmus + Jean Monnet
Jean Monnet acties hebben tot doel excellent onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese studies wereldwijd te stimuleren. De acties ondersteunen: - de implementatie van academische modules, leerstoelen, expertisecentra met het oog op het verdiepen van studies in het Europese integratieproces, alsook het uitvoeren, monitoren en superviseren van onderzoek over EU-onderwerpen - het stimuleren, aanmoedigen van dialoog tussen de academische wereld en beleidsmakers door netwerken en projecten - verenigingen en instellingen die zich richten op onderwijs in en onderzoek naar EU-onderwerpen.
In 2018 werden 2 nieuwe projecten toegewezen.
Project Titel VUB partner of coördinator
Duur van het project (van tot en met)
Jean Monnet GOTVRAN Coördinator: IES 01/09/2018 –31/08/2021
Jean Monnet Network OPEN EU DEBATE Partner: IES 01/09/2018 –31/08/2021
Lopende projecten:
Project Titel VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)
Jean Monnet rECOncile Coördinator: IES 2016-2019
Jean Monnet Europe Explained Coördinator: IES 2016-2019
Jean Monnet (Chair) EXACT Coördinator: IES 01/09/2017 –31/08/2020
Jean Monnet VOWED Coördinator: IES 01/09/2017 –31/08/2020
2.8.2. In het kader
van VLIR-UOS
Totaalbudget EUR
€ 299.957,81
€ 229.417
€ 45.045
€ 30.000
€ 50.000
€ 100.000
Vanaf 2017 wordt er gewerkt met een 5-jaren begroting, gelijklopend met het nieuwe vijfjarenprogramma. Dit moet de flexibiliteit van de budgetten vergroten. In navolging van de besparingen in 2017, werd er ook in 2018 bespaard, zei het in termen van budget doorschuiving. In 2018 en 2019 zal er telkens 12, 5 % van het Global Minds, de Organisatiekost en het Beurzenprogramma budget doorgeschoven worden naar respectievelijk 2020 en 2021. Op de andere projecten werd er niet bespaard.
Binnen het programma Global Minds, waarvoor elke Vlaamse universiteit een eigen budget ontvangt volgens een verdeelsleutel, om de capaciteitsopbouw op het vlak van universitaire ontwikkelingssamenwerking te versterken, schreef
VUB in 2018 vijf interne oproepen uit voor: Stafmobiliteit (XREI), Small Great Projects, Joint PhD’s, Post Docs, en Reisbeurzen (voor studenten).
Het Zuid portfolio van VLIR-UOS omvatte in 2018 oproepen voor TEAM, ZI en het nieuwe JOINT.
Hieronder is een lijst van de verschillende projecten 2018. De verschillende projecttypes worden uitgebreid beschreven op: http://www.vliruos.be/nl/projectfinanciering/overzicht-van-programma’s/ Gebruikte afkortingen:
TEAM: nieuwe benaming voor Eigen Initiatief
ICP: International Course Programme
IUS: Institutionele Universitaire Samenwerking
ZI: Zuid-Initiatief
NSS: North-South-South-Initiatief (uitdovend)
RIP: Research Initiatives Programme
JOINT: nieuwe benaming voor NSS
GM: Global Minds
ORG: Organisatiekosten
Projecten:
Pro-ject Titel
ZI Co-creating new knowledge through joint learning of the life systems for adapting territorial development plans
ZI Sexual and Genderbased violence in a protracted refugee situation in Nakivale Refugee settlement, Southwestern Uganda
TEAM A combined omics and bioinformatics research approach to improved spontaneous Ecuadorian cacoa bean fermentation processes
TEAM Optimizing the valorization of water and rock resources for improved livelihoods in the Arusha volcanic region
TEAM Smart Water Management to protect the Oasis areas of Morocco based on integrated modeling systems (WASIS)
TEAM Quality control and therapeutic valorization of Moroccan Argan oils: the impact of the sustainability of the human development
ZI Enhancing community-based natural resources and hazard management in Rwenzori Mountains
TEAM SMART-ET: sustainable management of natural resources by reducing Evapo-Transpiration in cultivated African catchments
VUB partner of coördi-nator VUB academisch contact-persoon
Duur van het project (van tot en met)
Coördinator T. Vanwing 01/01/2018 –31/12/2019
Coördinator G. Coene 01/01/2018 –31/12/2019
Coördinator S. Weckx 01/01/2018 –31/12/2021
Coördinator M. Kervyn 01/01/2017 –31/12/2020 € 299.992
Coördinator M. Huysmans 01/01/2017 –31/12/2020 € 297.026
Coördinator Y. Vander Heyden 01/01/2017 –31/12/2020 € 299.940
Coördinator M. Kervyn 01/01/2017 –31/12/2018 € 74.991
Coördinator A. Van Griensven 01/03/2016 –31/12/2019 € 298.498
TEAM TRANS-COASR: transboundary coastal processes and human resource utilization patterns as a basis for a Kenya-Tanzania conservation area initiative
RIP Genome editing for crop improvement in Musa sppp
GM Global Minds
ORG Organisatiekosten
ICP Interuniversity Programme Physical Land ResourcesPHYLARES (2015-2016) ism UG.
Coördinator N. Koedam 01/03/201631/12/2019
Coördinator G. Angenon 13/03/201631/12/2019
Coördinator IRMO, geen academisch verantwoordelijke 01/01/2017 –31/12/2021
NVT IRMO, geen academisch verantwoordelijke 01/03/2016 –31/12/2019 118 947,00
Partner M. Huysmans 01/10-2017 –30/09/2018
ICP Interuniversity Programme in Water Resources Engineering - IUPWARE (2015-2016) ism KUL Partner A. Van Griensven 01/10-2017 –30/09/2018
ICP Master of Marine and Lacustrine Science and Management - Oceans and Lakes: (2015-2016).
ICP Interuniversitair Programma (ICP) Moleculaire Biologie" (2015-2016).
ICP Master of Human Ecology and Master of Advanced Studies in Human Ecology (2015-2016)
IUS IUS: Phase out (jaar 2 van 2)
Institutionele Universitaire Samenwerking tussen VUB en Moi University Kenya
IUS IUS: Fase I (jaar 6 partnerprogramma 2013-2018) voor
Institutionele Universitaire Samenwerking tussen Universidad de Oriente (Sede Mella) - Cuba en de Vlaamse universiteiten
IUS IUS : Fase I (jaar 2 partnerprogramma 2017 – 2022) voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen VUB en Universidad Católica Boliviana “San Pablo” (UCB)
NETWORK NETWORK Fase I ‘ICT’ Programme (2013-2018)voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen Universidad Central ‘Marta Abreu’ de Las Villas - Cuba en de Vlaamse universiteiten
Co- ördinator N. Koedam 01/10-2017 –30/09/2018
Co- ördinator G. Angenon 01/10-2017 –30/09/2018 € 221.538
Co- ördinator L. Triest 01/10-2017 –30/09/2018 € 151.517
Co- ördinator B. Manderick 01/01/2017 –28/02/2018 € 155.000 voor de 2 jaren
Co- ördinator H. Sahli 01/04/2018 –31/12/2018 € 570.000
Co-ördinator G. Loots 01/01/201831/12/2018 € 570.000
Co- ördinator G. Eisendrath 01/01/2018 –31/12/2018 € 250.000
IUS Université du Burundi, Burundi Partner L. Van Biesen 01/01/2018 –31/12/2018
IUS University of Limpopo, Zuid-Afrika
IUS University Eduardo Mondlane, Mozambique
Partner E. Van Driessche 01/01/2018 –31/12/2018
Partner G. Coene 01/01/2018 –31/12/2018
IUS Mzumbe University,Tanzania Partner C. Zhu 01/01/2018 –31/12/2018
IUS NM-AIST, Tanzania Partner A. Van Griensven 01/01/2018 –31/12/2018
IUS Mountains of the Moon University, Uganda
IUS Hue University, Vietnam
Partner C. Zhu 01/01/2018 –31/12/2018
Partner L. Triest 01/01/2018 –31/12/2018
2.9. Internationale Marketing en Rekrutering
Het project “Internationale Marketing en Rekrutering” tracht een duurzame strategie te ontwikkelen voor de VUB. Het doel is om buitenlandse studenten aan te trekken voor de Engelstalige opleidingen, meer kwaliteitsvolle applicaties en meer toelatingen te bewerkstelligen. Aan deze core activiteit werd in de VUB begroting 2018 geen budget toegekend. Activiteiten werden georganiseerd via IRMO-restbudgetten.
Het strategisch plan m.b.t. de internationale marketing en rekrutering geeft zowel een volledig overzicht van de diverse kanalen die gebruikt worden voor rekrutering als een overzicht van de “return on investment” metingen en KPI-monitoring.
In vergelijking met het vorige academiejaar is er in 2017-2018 geen significante verhoging van het aantal internationale studenten, ingeschreven in de Engelstalige masteropleidingen, alhoewel er 43% meer internationale studenten toegelaten werden.
Voor de Engelstalige Bachelor in Social Sciences, die voor het eerst aangeboden werd in 2016-2017, schreven zich voor 2017-2018 61% meer internationale studenten in.
In het academiejaar 2017-2018 hadden 70% van alle internationale studenten, ingeschreven in een Engelstalige opleiding, een niet-EER nationaliteit.
Bachelor Social Sciences 2017-2018
Niet-Belgische Studenten

Engelstalige Masters 2016-2017
Niet-Belgische Studenten

(Source: query V_AT_004, CALI)
Actieve agenten in 2016-2017: Naam agent Land Actief sinds Aanvragen Toegelaten
Bij de Chinese partnerinstellingen werd promotie gemaakt voor het Engelstalig studieaanbod en de diverse beursmogelijkheden. 73 studenten van onze partnerinstellingen schreven zich uiteindelijk in, waaronder 25 PhD’s en 7 exchange studenten. Ook de specifieke programma’s in samenwerking met onze partnerinstellingen zijn succesvol. Tijdens het academiejaar 2017-2018 schreven zich 10 studenten in voor het 3+2 programma en 22 studenten voor het 1+1+0,5 programma.
Deelname aan internationale onderwijsbeurzen
Beurs Stad Land Datum
Romanian International University Fair Boekarest Roemenië Maart 2018
Bachelor-and-More Fair
Master- and More Fair
IGSF Fair
Düsseldorf Duitsland Mei 2018
Düsseldorf Duitsland Mei 2018
Beijing, Xi’an, Shanghai China Oktober 2018
Campus Promotion tour (partner universities) Beijing, Shanghai, Chengdu, Xi’an China Oktober 2018
European Education Fair Taipei Taiwan Oktober 2018
Europosgrados
Mexico DF, Monterrey Mexico November 2018
Campus promotion UPEAP (partner university) Puebla Mexico November 2018
Andere activiteiten:
o Op een selectie van online “advertising portals” werd ingetekend ter promotie van Engelstalige VUB-programma’s: bachelorportal.eu, mastersportal.eu, masterstudies.com, findamasters.com, eudcations.com, studyoverseas.com, internationalgraduate.net
o Op een selectie van online “advertising portals” werd ingetekend ter promotie van Nederlandstalige VUB programma’s in Duitsland: bachelor-and-more.de, psychologie-studieren.de
o Verschillende analyses van studentenpopulaties werden gedaan ter ondersteuning van de uitwerking van een rekruteringsstrategie (achtergrond van de studenten, internationale benchmarking, quality assurance, criteria voor de selectie van partneruniversiteiten, hoe studenten de VUB hebben leren kennen).
o Uitwerken van rekruteringsmateriaal in het Chinees, nieuws over de VUB, getuigenissen van huidige studenten en alumni, informatie over het VUB- studieaanbod, een praktische gids voor nieuwe studenten. Verspreiden van informatie over beursmogelijkheden, de creatie van een sociaal media forum via We Chat binnen het VUB China Alumni Association.
2.10. Integratie van internationale studenten
Om een betere interactie te bevorderen tussen Vlaamse en internationale studenten worden activiteiten ingericht en worden initiatieven van studenten en studentenverenigingen ondersteund.
Onderstaande activiteiten werden in 2017-2018 georganiseerd of ondersteund door het International Relations Office:
o Buddy programma: sociale en praktische integratie van internationale studenten door Vlaamse en internationale buddy’s
o Taaltafels: organisatie van wekelijkse taaltafels (6 talen) voor studenten en personeel tijdens de lesweken
o International meals: viering van internationale feestdagen in het restaurant van de Humanities, Science & Engineering campus met een traditioneel gerecht van het land
o Event ter gelegenheid van het Chinese Nieuwjaar op de Humanities, Sciences & Engineering Campus in samenwerking met de Chinese Students Association of Brussels
o Studentenraad en studentenverenigingen: om de belangen van de internationale studenten te bevorderen zetelt een stafmedewerker van het International Relations Office in de Studentenraad als adviseur
o Opvolging en coördinatie van het International Student Platform
o Orientation Week & Day: tijdens de Orientation Week die in de week voor de start van het academiejaar georganiseerd wordt voor nieuwe inkomende internationale studenten, voorzien lokale studenten campus tours, zijn er activiteiten van ESN VUB-EhB en geeft BSG ook informatie over de deelname in het studentenleven op de campus. Bij de start van het tweede semester wordt een Orientation Day georganiseerd voor tweede semester uitwisselingsstudenten naar analogie en met hetzelfde doel als de Orientation Week.
o Deelname aan “Kick off the Campus” activiteiten
2.11. Brussels Diplomatic Academy (BDA)
2018 was voor de Brussels Diplomatic Academy een belangrijk jaar in die zin dat de onderzoekspijler versterkt werd met de onderzoeksleerstoel ‘Chair in Asia-Pacific Studies’. Meteen is dit het startschot van de uitbouw van regionale expertise waarbij de focus op economische diplomatie en internationaal ondernemen regionaal wordt toegepast.
De drie BDA-postgraduaten werden ingericht met een stabiel aantal inschrijvingen.
Naar het professionele doelpubliek toe werden o.a. volgende initiatieven georganiseerd:
- Diplomatic Causerie
- Ambassador Lunches
- Guest Lectures
- Distinguished Lecture Series
- China Lecture Series
- Executive Training on Sanctions and Export Control
- Economic Diplomacy Conference
De Diplomatic Causerie had als thema ‘Trade and Investment Opportunities with South Korea’ en was in samenwerking met de International Club of Flanders.
Voor de Ambassador Lunches welke samen met Voka – Kamer van Koophandel Vlaams-Brabant en Voka Metropolitan worden georganiseerd, kwamen de ambassadeurs van Zuid-Korea, Rusland, Bulgarije, Frankrijk en Canada aan bod. De Distinguished Lecture Series bieden een platform aan experten in de domeinen economische diplomatie en/of internationaal ondernemen.
De Economic Diplomacy Conference is BDA’s uithangbord naar het professionele publiek toe. De tweede editie van dit jaarlijks event vond plaats op 6 december 2018 en had als thema ‘Safeguarding our Economic Security’. Keynote speaker was Michèle Barones Coninxs, Assistant Secretary-General and Executive Director of the United Nations Security Council, Counter-Terrorism Committee Executive Directorate (CTED). Met 106 deelnemers werd een mooie opkomst opgetekend.
2018 was ook het eerste jaar waarin BDA een VUB-fellow heeft voorgedragen, met name mevrouw Claire Tillekaerts, CEO van Flanders Investment and Trade.
Tenslotte is BDA, samen met UNICA, partner in de DEAC-missies (Diplomatic, Economic, Academic and Cultural) van de Cercle International Diplomatique et Consulaire (CIDIC). Het betreft missies naar het land dat Voorzitter is van de Europese Unie. Zo werden in 2018 Bulgarije en Oostenrijk aangedaan.
2.12. Confucius Institute at VUB
Het Confucius Instituut is ingebed in de VUB als interne knowledge hub en heeft tijdens het academiejaar 2017-2018 een waaier aan activiteiten georganiseerd, die geordend kunnen worden in drie domeinen, nl. activiteiten, onderwijs en onderzoek.
Activiteiten worden georganiseerd in samenwerking met partners van het Confucius Instituut en kunnen zowel een cultureel als een academisch karakter hebben. Enkele voorbeelden:
o Chinees Nieuwjaar i.s.m. de Chinese Students Association of Brussels
o Een workshop over 15 years of EU-China Comprehensive Strategic Partnership i.s.m. het Egmontpaleis
o Een workshop over Domestic and External Impacts of China’s 40 Years Reform and Open-up, i.s.m. Belgium China Studies Network
o Zomerkamp i.s.m. Renmin University of China en Sichuan University.
Inzake onderwijs worden volgende lessenreeksen aangeboden:
- Chinese taallessen worden georganiseerd in semester-modules met gemiddeld 8 modules per semester. De modules worden ondersteund door een app, ontwikkeld door het Confucius Instituut. Er worden regelmatig conversatietafels gehouden waarin studenten hun spreekvaardigheid kunnen oefenen.
- Het Confucius Instituut richt i.s.m. de faculteit LW een minor “Chinees” in, dat gegeven wordt in het 2e en 3e jaar van de Bachelor in Toegepaste Taalkunde en de Bachelor Taal- en Letterkunde. Een module omvat 30 ECTS.
- Tai Chi lessen op zowel de Humanities, Science & Engineering campus als de Health Campus
- In 2018 werden een aantal open courses ingericht nl. “Belt and Road Initiative and its Narrative”, “Introduction to Modern Chinese History since 1840” en lessenreeksen over economie en een lessenreeks met verschillende onderwerpen.
- Samenwerking met de basisscholen Voskenslaan en de Wijze Boom in Gent: meer dan 300 leerlingen uit het lager onderwijs volgden Chinese les.
Het Confucius Instituut ondersteunde 6 lopende onderzoeksprojecten.
Project Titel
CI research Chinese Academic Entrepreneurs: Who Are They?
Contactpersoon Duur HANBAN Budget 2018
Thomas Crispeels 24 maanden € 14.721,79
CI research Visibility, Awareness and Dialogue: Alternative Representations Marc Jacobs 14 maanden € 22.483,86
CI research Moral Constraints on War: European and Chinese Perspectives
CI research China Young Cultural and Creative Talents Nurturing
CI research Internationalising the Chinese Martial Arts: The Development of a Wushu Teaching Method for Children in Europe
CI research Intercultural Pragmatic Competence and Awareness in Second Language Learners
Bruno Coppieters 24 maanden € 13.186,81
Katja Segers 24 maanden € 18.637,71
Marc Theeboom 24 maanden € 18.533,05
Ann Peeters 24 maanden € 18.751,09
2.13. Brussels Academy for China and European Studies (BACES)
De “Brussels Academy for China and European Studies” (BACES) is een kritische think-tank in het kader van de High-Level People-to-People Dialogue (HPPD) opgericht door Renmin University, Sichuan University, Fudan University en de Vrije Universiteit Brussel (VUB). BACES geniet een Huawei Chair 2015-2019. BACES heeft de ambitie om een sterk netwerk te vormen dat via gezamenlijke inzet en expertise een grotere slagkracht heeft in het bekomen van extern gefinancierde projecten. Het netwerk vormt een basis voor academische samenwerking en is een platform voor strategische uitwisseling van informatie. BACES biedt de opportuniteit om via de reeds gelegde contacten in direct contact te komen met belangrijke stakeholders in Europa en China. In 2018 werd het consortium uitgebreid met Sofia University. Andere partners zijn Gent Universiteit en University of Lancaster. Contacten werden gelegd met Boekarest University.
2.14. Overige initiatieven
2.14.1. Zomer-, Herfst- of Wintercampus
In 2018 werden de reeds bestaande zomercampussen uitgebreid met een herfst- en een wintercampus.
- International Winter School Explore Europe in Brussels – “Go Green” Study Tour 29/1 – 2/02/2018: 17 deelnemers
- BIOTECH 06/08-10/08/2018: 17 deelnemers
- Explore EU in Brussels 09/07 – 26/07/2018: 31 deelnemers
- PhD summer school: Europe-China Dialogue – Media and Communication Studies 09/07-18/07/2018: 26 deelnemers
- Master summer school: VUB-CUC (Communication University of China) – Integration, Communication & Media in the European Union 16/07-17/07: 22 deelnemers
- International Autumn School – Civil Engineering & European Culture 19/11-24/11/2017: 18 deelnemers
BIOTECH is een initiatief van de Faculteit WE met ondersteuning van het International Relations Office. De Biotech Summer School kende in 2018 17 inschrijvingen op een maximum van 20 plaatsen, en kreeg positieve feedback van de deelnemende studenten. De zomercampus in Communication Studies en de herfstcampus in Civil Engineering werden georganiseerd in samenwerking met respectievelijk de faculteit ES en IR.
2.14.2. Up front financiering
De VUB verleent ter ondersteuning van de internationalisering financiële steun aan opstartende, anderstalige opleidingen of afstudeerrichtingen om de decalage in de financiering van een opleiding te overbruggen, eventueel in co-financiering met de faculteit, en/of steun voor het verwezenlijken van een grotere studenteninstroom met aangepaste capaciteit van de opleiding t.o.v. het oorspronkelijke goedgekeurde capaciteitsplan bij opstart en de daarbij horende kosten-baten analyse. De centrale gelden voor opstart- en/of groeifinanciering worden toegekend in de vorm van personeel. Het bedrag is afhankelijk van het project. Het personeel dat met de gelden uit het opstartfonds wordt aangeworven is van tijdelijke aard (deeltijds ZAP of deeltijds/voltijds OAP/ATP) en na het bereiken van het break-even punt komt het personeel binnen het personeelskader van de faculteit.
Programma’s die Up front middelen toegekend krijgen, moeten volgens het Up front financieringsreglement jaarlijks geevalueerd worden. In 2018 werden er 5 programma’s geëvalueerd op basis van het behalen van hun doelstellingen, zoals gedefinieerd in hun verzoek om financiering nl.
- MSc Biology (5 Engelstalige specialisaties; geselecteerd voor Upfront financiering in 2014, 3e evaluatie)
- MSc Electrical Engineering (geselecteerd in 2016, 1e evaluatie)
- MSc Applied Computer Sciences (geselecteerd in 2016, 1e evaluatie)
- Multilingual Master in Literary Studies and Linguistics (geselecteerd in 2016, 1e evaluatie)
- TAOS PhD programma (geselecteerd in 2013, 3e evaluatie)
De Academische Raad besliste om voor de hierna volgende programma’s de adviezen van de evaluatiecommissie goed te keuren, als volgt:
- MSc Biology: de doelstellingen zijn bereikt, de Upfront financiering stopt en de faculteit wordt gevraagd om de kost van de 2 OAP’s over te nemen.
- MSc Electrical Engineering: voor academiejaar 2018-2019 de geplande financiering van 2 OAP’s voor het bedrag van € 130.000 verder te zetten
- MSc Applied Computer Sciences: de voorziene financiering van 1 ZAP, 0,5 OAP en 0,3 ATP verder te zetten in 2018-2019
- Multilingual Master: de financiering met 3 OAP verder te zetten in 2018-2019
- TAOS PhD programma: voor academiejaar 2018-2019 de financiering verder te zetten, voor het bedrag van € 68.820, en daarna de kost over te dragen aan de faculteit.
2.14.3. Taallessen Arabisch voor kinderen 6-15 jaar in Brussel
Onderwijs dat individuele ontwikkeling, kritische zin en verantwoordelijkheidsgevoel stimuleert kan een individu leren een onafhankelijke houding aan te nemen, buiten de grenzen die religie oplegt. Religie domineert dan niet langer het denken en men voelt zich verantwoordelijk voor eigen genomen beslissingen. Enkel op deze wijze kan een individu zich aanpassen aan wijzigende omstandigheden en het zoeken naar juiste oplossingen, die leiden naar economisch en sociaal succes. Voor kinderen, de meest kwetsbare en beïnvloedbare groep, ontbreekt momenteel een aanbod aan Arabische taalles, vrij van religieuze overtuiging.
Dit project voorziet in Arabisch taalonderwijs voor kinderen van 6 tot 15 jaar in Brussel, in een neutrale schoolse omgeving, vrij van religie en ondersteund door taalexperts van de VUB. Een nieuw, uniek curriculum, afgestemd op 8 taalniveau’s en leeftijd wordt ontwikkeld als onderdeel van dit project. Eind 2018 waren twee niveau’s (lesboek, oefenboek, lerarenboek, flash cards) van de acht klaar voor druk.
Deze lessen worden extra-curriculair aangeboden in samenwerking met de Go! Scholengroep Brussel op vier locaties binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nl. Anderlecht, Brussel, Laken en Schaarbeek. Wekelijks krijgt een kind 4 uur les, op woensdagnamiddag, zaterdag voor- of namiddag of op zondagvoormiddag. Voor het academiejaar 2017-2018 waren er 300 deelnemers, de maximum capaciteit, en stonden evenveel kinderen op de wachtlijst.
De leerkrachten zijn vluchtelingen met een pedagogische achtergrond in het Arabische taalonderwijs, en de lesmethode legt de nadruk op zowel de mondelinge als de schriftelijke taalvaardigheden, gezien de noodzaak om de vaak reeds aanwezige maar beperkte gesproken competentie uit de thuiscontext aan te vullen met lees- en schrijfonderwijs. Geïntegreerd in het taalonderwijs worden bovendien ook bredere culturele thema’s behandeld, dit in een neutrale omgeving.
Extra activiteiten:
- wekelijks programma met taaltips op Radio Arabel om het project visibiliteit te geven onder de Arabisch sprekende gemeenschappen.
- op 20 oktober 2018 werd een voorstelling van het project gegeven tijdens een evenement ter promotie van Arabische boeken van de VGC bibliotheken.
- op 1 november 2018 werd een opendeurdag georganiseerd in de scholen.
- op 27 november werd een poster gepresenteerd tijdens het Social Entrepreneurship evenement op VUB.
- een abstract werd ingediend voor de EAIE 2019, selectie is gaande.
- op 16 november 2018 heeft Koeweit een donatie gedaan van 15.000USD.
Het project maakt deel uit van het ASP2030 strategisch fonds en wordt in dit kader meer in detail gerapporteerd.
2.14.4. In Campus
Het InCampus programma, dat kadert in het ASP2030, heeft tot doel om aan 20 tot 25 erkende vluchtelingen, reeds toegelaten door een faculteit voor een opleiding, een aantal vaardigheden aan te reiken zodat zij hun VUB-opleiding optimaal kunnen aanvatten.
Voorbeelden van de sessies die georganiseerd worden, zijn:
- Taalonderwijs (B2 niveau) i.s.m. ACTO
- twee opleidingsonderdelen uit de toekomstige Bachelor- of Masteropleiding
- psychologische ondersteuning
- culturele oriëntatie i.s.m. het Agentschap Integratie en Inburgering – Bon Brussel - workshops studievaardigheden, studiemethode en – planning, VUB online tools,… - infosessies over VUB diensten o.a. Studieadvies, Sociale Dienst, Infopunt, Bibliotheek,…
Tijdens het 2e semester van het academiejaar 2017-2018 volgden 21 studenten de eerste en beperkte editie van het InCampus programma, 8 extra studenten volgden enkel de taallessen. Vermits de eerste editie enkel een semester betrof, zijn alle interventies in een compacte tijd moeten geprogrammeerd worden. De Nederlandse taaltesten hebben moeten plaatsvinden over de korte periode van 2,5 maanden, wat weinig meerwaarde gaf in het behalen van het B2 niveau. In de Engelstalige groep behaalden 2 studenten een B2 niveau. Vanaf oktober 2018 wordt het INCampus programma uitgerold over een volledig academiejaar zoals gepland in ASP2030.
De feedback, verzameld tijdens dit pilootsemester, zal gebruikt worden als hoeksteen om een meer duurzaam project uit te werken, een project dat zo goed mogelijk aansluit bij de behoeften van de student-vluchteling. De behoeften betreffen voornamelijk meer taalverwerving. Verbeteringen m.b.t. aanbod, administratie en dienstverlening werden geïmplementeerd voor het academiejaar 2018-2019.
RUBRIEK 10 DUURZAAMHEIDSVERSLAG
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2018
1 . VOORNAAMSTE VERWEZENLIJKINGEN IN 2018
• Van 21 tot 23 maart vond de 8e UNICA Green Workshop plaats op de VUB. We ontvingen 72 deelnemers van 33 hoger onderwijsinstituten uit 14 landen. De interactieve driedaagse workshop behandelde de implementatie van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) in hoger onderwijs en voorzag de mogelijkheid om inspirerende voorbeelden uit te wisselen, struikelblokken te delen en duurzaamheidscollega’s te ontmoeten.
• Het Sustainability bootcamp (9 - 12 april) bundelde academische duurzaamheidsexpertise van de VUB met externe experten uit verschillende disciplines in een intense vierdaagse lezingenreeks. Deze multidisciplinariteit verbindt de verschillende aspecten van duurzaamheid en inspireert tot innovatie. Een ideale omgeving om collega’s in een open sfeer te ontmoeten en state of the art in duurzaamheid te worden.
• Op 19 september organiseerden Crosstalks en de Kerngroep Duurzaamheid het bootcamp “Ademruimte”, deze vond plaats in een bomvolle U-residence zaal. Het werd een stimulerende, multidisciplinaire kruisbestuiving tussen onderzoekers en burgerinitiatieven over de luchtkwaliteit in Brussel, aangevuld met een geanimeerd politiek debat.
• De 2e editie van Green Impact aan de VUB bracht 8 teams op de been in academiejaar 2017-2018. De teams vormen een (amicale) competitie om duurzaamheid maximaal te integreren in hun omgeving. Elke actie levert punten op en de teams kunnen online hun score raadplegen. Deze punten resulteren op het einde van het academiejaar in een bronzen, zilveren of gouden award. De 2e editie leverde 221 acties af, goed voor een besparing van 20 ton CO2!
• Het campus masterplan Etterbeek heeft, inclusief een participatief traject met vier themaworkshops, vorm gekregen in 2018. Het is een plan dat zowel ruimtelijk uitspraken als ambities scherpstelt en daarmee organisatorische suggesties geeft die ruimtelijke transitie mogelijk moeten maken. Het is een dynamisch plan dat steeds zal moeten worden bijgesteld in tijd en de bepaalde noden van die tijd.
• In oktober 2018 kreeg Prof. Dr. Waldo Galle het mandaat om als secretaris van de VUB Duurzaamheidsraad en Kerngroep duurzaamheid de komende twee jaar samen een strategie uit te werken met het oog op de implementatie van de duurzaamheidsvisie aan onze universiteit.
• Op 25 november vond de installatievergadering van de VUB Duurzaamheidsraad plaats. De Duurzaamheidsraad zal driemaandelijks samenkomen en is een adviesorgaan met een afvaardiging van alle universitaire geledingen en externen. Met de vinger aan de pols van wat beweegt binnen en buiten de Vrije Universiteit Brussel, stuurt de raad het duurzaamheidstraject van onze universiteit.
2. VOORUITZICHTEN 2019
• In 2019 vindt een 2e meting van de koolstofvoetafdruk van de VUB plaats. De meting van de carbon footprint in 2018 laat toe om vergelijking te maken met de nulmeting van 2016, acties te evalueren en verdere maatregelen te ontwikkelen om onze klimaatimpact de verkleinen.
• Met de steun van het Federaal instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO) worden de aard en omvang van de maatschappelijke impact van VUB-activiteiten ingeschat door verschillende stakeholders, met de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) als referentiekader. De analyse van deze gegevens resulteert in een ‘SDG-materialiteitsmatrix’, een overzicht van significante onderwerpen en opportuniteiten voor de VUB.
• Het ABC-principe voor een nieuw dienstreizenbeleid werd onlangs goedgekeurd door de Academische Raad en Raad van Bestuur: Avoid, Book an alternative, and Compensate. De VUB maakt zich op voor de praktische implementatie en het actief informeren van alle betrokkenen.
• Prof. Dr. Waldo Galle en Prof. Dr. Cathy Macharis zijn titularis van het nieuw in te richten vak ‘Sustainability, an interdisciplinary approach’ waarmee zij participeren in de ASP3-projecten rond community service learning en inter- en transdisciplinariteit.
• De Kerngroep duurzaamheid, Duurzaamheidsraad en betrokken VUB-diensten werken samen aan een roadmap naar een duurzame universiteit. Hierbij gebruiken we transitiepaden op volgende domeinen: onderwijs, onderzoek, outreach en bedrijfsvoering (waaronder welzijn, voeding, mobiliteit, energie, aankopen en campusomgeving).
klimaat en anderzijds het oproepen voor een krachtig klimaatbeleid. Momenteel is er sprake van deelname aan de klimaatmars, een klimaatlesmarathon, een tweedaagse bootcamp klimaat, een alumni summit over het klimaat en een klimaatdebat.
3. Duurzaamheidsbeleid
3.1. Duurzaamheid verankerd in ASP3
• Naast de interne transitie naar een duurzame universiteit zullen er heel wat klimaatacties plaatsvinden aan de VUB. Enerzijds door het verspreiden van academische kennis over het klimaat en anderzijds het oproepen voor een krachtig klimaatbeleid. Momenteel is er sprake van deelname aan de klimaatmars, een klimaatlesmarathon, een tweedaagse bootcamp klimaat, een alumni summit over het klimaat en een klimaatdebat.
3. DUURZAAMHEIDSBELEID
3.1. Duurzaamheid verankerd in ASP3
In het Algemeen Strategisch Plan 2030 (ASP2030), Toekomstplan 2018-2021, heeft de VUB Radicaal Duurzaam opgenomen als één van de vier transversale beleidsassen die dwars door de instelling lopen. VUB heeft vanuit haar humanistisch waardenkader een belangrijke voorbeeldrol te vervullen en wil de katalysator zijn van oplossingen die democratisch, ecologisch, sociaal en economisch verantwoord zijn.
In het Algemeen Strategisch Plan 2030 (ASP2030), Toekomstplan 2018-2021, heeft de VUB Radicaal Duurzaam opgenomen als één van de vier transversale beleidsassen die dwars door de instelling lopen. VUB heeft vanuit haar humanistisch waardenkader een belangrijke voorbeeldrol te vervullen en wil de katalysator zijn van oplossingen die democratisch, ecologisch, sociaal en economisch verantwoord zijn.
Duurzaamheid als kernwaarde in de universiteit van de 21e eeuw uitte zich in de voorbije strategische cyclus via een evolutie van ad hoc initiatieven naar een meer structurele aanpak. Dit betekent dat VUB in haar activiteiten rekening houdt met de consequenties op korte en lange termijn, op lokaal en globaal niveau. Studeren, wonen en werken aan een universiteit die haar duurzaamheidsvisie in de
Duurzaamheid als kernwaarde in de universiteit van de 21e eeuw uitte zich in de voorbije strategische cyclus via een evolutie van ad hoc initiatieven naar een meer structurele aanpak. Dit betekent dat VUB in haar activiteiten rekening houdt met de consequenties op korte en lange termijn, op lokaal en globaal niveau. Studeren, wonen en werken aan een universiteit die haar duurzaamheidsvisie in de praktijk waarmaakt, laat toe duurzame competenties voor het leven te ontwikkelen.
Het duurzaamheidsbeleid is transversaal met prioriteiten op vier assen. Acties omtrent duurzame ontwikkeling in het onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering en outreach versterken elkaar. Een geïntegreerde, holistische aanpak en een maximale betrokkenheid van de VUB-community zijn hierbij cruciaal. praktijk waarmaakt, laat toe duurzame competenties voor het leven te ontwikkelen. Het duurzaamheidsbeleid is transversaal met prioriteiten op vier assen. Acties omtrent duurzame ontwikkeling in het onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering en outreach versterken elkaar. Een geïntegreerde, holistische aanpak en een maximale betrokkenheid van de VUB-community zijn hierbij cruciaal.


Whole Institution Approach
De Kerngroep duurzaamheid, Duurzaamheidsraad en betrokken VUB -diensten werken samen aan een roadmap naar een duurzame universiteit. Hierbij gebruiken we transitiepaden op volgende domeinen: onderwijs, onderzoek, outreach, en bedrijfsvoering
De Kerngroep duurzaamheid, Duurzaamheidsraad en betrokken VUB-diensten werken samen aan een roadmap naar een duurzame universiteit. Hierbij gebruiken we transitiepaden op volgende domeinen: onderwijs, onderzoek, outreach, en bedrijfsvoering.
De stapsgewijze horizontale inbedding van het duurzaamheidsbeleid in de faculteiten en diensten is een must. Op dit moment zijn de Duurzaamheidsraad, Kerngroep duurzaamheid en het GreenTeam de voortrekkers van het gevoerde beleid, maar in de toekomst zal duurzaamheid een reflex van elke VUB-er zijn
De stapsgewijze horizontale inbedding van het duurzaamheidsbeleid in de faculteiten en diensten is een must. Op dit moment zijn de Duurzaamheidsraad, Kerngroep duurzaamheid en het GreenTeam de voortrekkers van het gevoerde beleid, maar in de toekomst zal duurzaamheid een reflex van elke VUB-er zijn.
3.2. Duurzaamheidsraad
3.2. Duurzaamheidsraad
De VUB Duurzaamheidsraad bewaakt de duurzaamheidsvisie en -beleid van de Vrije Universiteit Brussel. Als adviesorgaan voor de Academische Raad en de Raad van Bestuur fungeert de VUB Duurzaamheidsraad als denk- en doetank om de transitie naar een werkelijk duurzame universiteit te versnellen. Met de vinger aan de pols van wat beweegt binnen en buiten de VUB, sturen de leden van de VUB Duurzaamheidsraad het duurzaamheidstraject van onze universiteit. In de idee van Whole Community Approach is de VUB Duurzaamheidsraad een brede afvaardiging van zowel studenten, beleidsmedewerkers en docenten, als van internen en externen.
De VUB Duurzaamheidsraad bewaakt de duurzaamheidsvisie en -beleid van de Vrije Universiteit Brussel. Als adviesorgaan voor de Academische Raad en de Raad van Bestuur fungeert de VUB Duurzaamheidsraad als denk- en doetank om de transitie naar een werkelijk duurzame universiteit te versnellen Met de vinger aan de pols van wat beweegt binnen en buiten de VUB, sturen de leden van de VUB Duurzaamheidsraad het duurzaamheidstraject van onze universiteit. In de idee van Whole Community Approach is de VUB Duurzaamheidsraad een brede afvaardiging van zowel studenten, beleidsmedewerkers en docenten, als van internen en externen.
De actuele samenstelling kan geraadpleegd worden via www.vub.be/duurzaamheid.
De actuele samenstelling kan geraadpleegd worden via www.vub.be/duurzaamheid.
3.3. Kerngroep Duurzaamheid

3.3. Kerngroep Duurzaamheid
De VUB Kerngroep duurzaamheid is de voortrekker van het gevoerde duurzaamheidsbeleid. De leden komen tweewekelijks samen, volgen proactief het duurzaamheidstraject aan de VUB op en overzien het geheel van duurzame projecten en thematische werkgroepen. De VUB Kerngroep Duurzaamheid wordt momenteel gevormd door Prof. Dr. Cathy Macharis, Prof. Dr. Waldo Galle, Algemeen Beheerder Nic Van Craen, Prof. Dr. Hubert Rahier, Rebecca Lefevere, Jeroen Willems, Maarten Ipers en Lisa Wouters. Zij bereiden de agenda voor de plenaire vergaderingen van de VUB Duurzaamheidsraad voor en beheren samen [email protected] en [email protected]
De VUB Kerngroep duurzaamheid is de voortrekker van het gevoerde duurzaamheidsbeleid. De leden komen tweewekelijks samen, volgen proactief het duurzaamheidstraject aan de VUB op en overzien het geheel van duurzame projecten en thematische werkgroepen. De VUB Kerngroep Duurzaamheid wordt momenteel gevormd door Prof. Dr. Cathy Macharis, Prof. Dr. Waldo Galle, Algemeen Beheerder Nic Van Craen, Prof. Dr. Hubert Rahier, Rebecca Lefevere, Jeroen Willems, Maarten Ipers en Lisa Wouters. Zij bereiden de agenda voor de plenaire vergaderingen van de VUB Duurzaamheidsraad voor en beheren samen [email protected] en [email protected].
3.4. GreenTeam
3.4. GreenTeam
Het GreenTeam concretiseert de duurzaamheidsvisie van de VUB voor studenten en personeel. Dit vast team van jobstudenten zet projecten op en neemt initiatieven om van de VUB een duurzamere plek te maken en is gericht op een interactieve samenwerking met, door en voor de stad Brussel.
Het GreenTeam concretiseert de duurzaamheidsvisie van de VUB voor studenten en personeel. Dit vast team van jobstudenten zet projecten op en neemt initiatieven om van de VUB een duurzamere plek te maken en is gericht op een interactieve samenwerking met, door en voor de stad Brussel.
GREEN IMPACT
JAAROVERZICHT GREENTEAM 2018
JAAROVERZICHT GREENTEAM 2018
GREEN IMPACT
• 2e editie 2017-2018 met 8 VUB-teams
• 2e editie 2017-2018 met 8 VUB-teams
• Een bottom-up duurzaamheidsprogramma: verduurzamen werk- en studeeromgeving d.m.v. duurzaamheidsacties
• Een bottom -up duurzaamheidsprogramma: verduurzamen werk- en studeeromgeving d.m.v. duurzaamheidsacties
• Begeleiden van deelnemende teams
• Organiseren van workshops en webinars
• Planten, posters en sorteerbakken voorzien
• Begeleiden van deelnemende teams
SENSIBILISERING VOEDING
SENSIBILISERING
VOEDING
• Afsluitende award ceremony
• Organiseren van workshops en webinars
• Planten, posters en sorteerbakken voorzien
• Afsluitende award ceremony
• Overschotten personeelsbarbecue inzamelen en doneren aan goede doel (Poverello)
• Flyer ontworpen voor het VUB-resto met informatie over duurzame voeding
• Aan de afruimband van het restaurant staan om mensen juist te laten afruimen
• Overschotten personeelsbarbecue inzamelen en doneren aan goede doel (Poverello)
• Flyer ontworpen voor het VUB-resto met informatie over duurzame voeding
• Aan de afruimband van het restaurant staan om mensen juist te laten afruimen
SENSIBILISERING AFVAL
SENSIBILISERING MOBILITEIT
BUURDERIJ
OUTREACH
• Schrijfmateriaal ophalen voor Terracycle: wordt gesorteerd en brengt geld op voor het goede doel. Extra aandacht hiervoor tijdens de blok- en examenperiodes.
• Verzamelen van kurken ten voordele van recycork, in samenwerking met het Crazy Copy Center.
• Out of Use samenwerking: inzameling kapotte elektronica, veilige data verwijdering, in samenwerking met natuurpunt.
• Opstart brainstorm Compostproject campus Jette, ontstaan door vraag op VOX, wordt verder uitgewerkt.
• Herbruikbare bekers voor activiteiten in samenwerking met BSG.
• Organiseren van een ‘Clean the campus walk’
• Introduceren van herbruikbare koffiebekers op de campus.
• Organiseren Recupel Cafe: o Herstellingen elektronische artikelen o Het sorteerspel met bezoekers
• Fietspakketten voorzien voor fietsende studenten en personeel: fluoriserend materiaal, tips over fietsen, Brussel fietskaart, …
• Mobiliteitsmarkt
• Info en try-out van fiets groepsaankoop-mogelijkheden.
• Promoten nieuwe tram 9 vanuit Jette
• Fietstocht organiseren in samenwerking met Brik om studenten die tussen de twee campussen pendelen een alternatieve route aan te bieden.
• Wekelijkse Boeren en Buren op dinsdag/woensdag.
• Online shop met producten van lokale landbouwers.
• Ecologisch, korte keten en eerlijke prijs!
• 4x hebben we ook een officieel proevertjesmoment gehouden.
• 24 uur van infopunt: fair en vegan theekransje
• Voorstellen GreenTeam en Green Office Movement op het colloquium voor geëngageerde studenten in aanwezigheid van koningin Mathilde.
• Ondersteunen van de organisatie van driedaagse Unica Green Workshop op de vub.
• VUB GEEFT, organisatie van recuperatie van meubels uit gebouw M door studenten/ personeel.
• Ondersteuning van bootcamp over luchtkwaliteit.
• Deelname en promotie Claim the Climate.
• GreenTeam-stand op Kick-Off in Etterbeek: met sorteeroefening, fietsherstellingen, vegan gebak en lifestyle tips.
• Deelnemen aan 4-daagse ‘green office summit’ te Gent. Samekomst Green Offices om ideeën uit te wisselen en te netwerken.
• Tijdens de blok yoga sessies organiseren.
• Opzetten interdisciplinaire les met agogen en ingenieurs.
• 1000ste liker op facebook in de bloemetjes gezet.
• Ontvangen en informeren van internationale delegaties uit Zuid-Korea, Taiwan en Zuid-Amerika.
4. ONDERZOEK
De VUB heeft een uitgebreid probleem- en oplossingsgericht onderzoeksportfolio dat typisch maatschappelijk relevant is. Ook in 2018 werkten verschillende vak- en onderzoeksgroepen aan kennis en inzicht rond duurzaamheidsvraagstukken, aan duurzame innovatie en aan hefbomen voor de bijhorende transitie. Een steeds groeiende lijst van onderzoeksgroepen die zich richten op duurzame ontwikkeling, is te vinden via www.vub.be/duurzaamheid#onderzoek.
Naast hun onderzoek, namen VUB-onderzoekers het afgelopen jaar zelf verschillende initiatieven om duurzaamheidsvraagstukken onder de aandacht te brengen, oplossingen voor te stellen, en hun eigen impact of die van hun onderzoeksgroep te verkleinen. Zo vertelde prof. Kobe Boussauw in VUB-tijdschrift Henri hoe hij per schip, en niet met het vliegtuig, op congres gaat (Herni 13, p37). Hij, en met hem vele collega’s, tonen dat er niet alleen een groeiend bewustzijn en verantwoordelijkheidszin bij VUB-onderzoekers en -medewerkers is, maar ook dat er een steeds grotere actiebereidheid ontstaat voor klimaat- andere duurzaamheidsmaatregelen.
Onderzoekers communiceren ook steeds actiever over hun onderzoeksplannen en -resultaten, en worden daarbij ondersteund door de VUB-diensten met expertise in (wetenschaps)communicatie. Enkele voorbeelden die het afgelopen jaar en recent nog heel wat aandacht kregen zijn:
• 18/01/2018
press.vub.ac.be/europas-grootste-proeftuin-voor-smart-grid-technologie-gelanceerd
• 27/03/2018
vubtoday.be/nl/content/nieuwe-economie-duurzaam-circulair-inclusief
• 24/05/2018
press.vub.ac.be/iconisch-vub-rectoraatsgebouw-krijgt-windturbines-op-dak
• 28/06/2018
vubtoday.be/nl/content/debat-duurzaam-ondernemen-ontwikkelingslanden
• 06/09/2018
press.vub.ac.be/nieuwe-leerstoel-ontwikkelt-bedrijfsstrategieen-voor-circulaire-economie
• 13/09/2018
press.vub.ac.be/luchtkwaliteit-in-brussel-vub-expertenlijst
• 16/11/18
press.vub.ac.be/vub-onderzoekt-innovatieve-ombouw-van-engie-kolencentrale-in-rotterdam-naar-biomassacentrale
• 29/11/2018
press.vub.ac.be/de-klimaatconferentie-door-de-bril-van-vlaamse-klimaatexperten
• 06/12/2018
press.vub.ac.be/vub-verwelkomt-gencomm-conferentie-waterstof-als-energiedrager
• 15/01/2019
press.vub.ac.be/vub-studie-biedt-nieuwe-inzichten-in-de-strijd-tegen-luchtvervuiling-in-brussel
• 21/01/2019
press.vub.ac.be/democratie-verkiezingen-en-privacy-centraal-op-cpdp2019-conferentie
• 28/01/2019
press.vub.ac.be/sint-pieters-woluwe-maakt-de-tongen-los-met-een-aparte-bar-fiets-van-de-vub
• 01/02/2019
press.vub.ac.be/vub-studie-brengt-voor-het-eerst-verspreidingspatronen-van-mangrovebossen-in-kaart
• 07/02/2019
press.vub.ac.be/57-vubers-bundelen-nieuwste-inzichten-over-robot-en-mens-in-homo-roboticus
• 11/02/2019
press.vub.ac.be/burgerwetenschappers-trainen-artificiele-intelligentie-om-oogziekte-op-te-sporen
• 18/02/2019
vubtoday.be/nl/content/vub-wetenschapper-op-internationale-antarctica-expeditie
• 19/02/2019
vubtoday.be/nl/content/ja-die-subsidies-zijn-hypocriet-als-je-het-klimaatakkoord-van-parijs-tekende
• 19/02/2019
press.vub.ac.be/koning-bezoekt-duurzame-vub-start-up
Eén ding is duidelijk, duurzaamheidsvraagstukken zullen niet worden beantwoord door onderzoekers die de wereld van op hun bureau bestuderen. De VUB benadrukt daarom het belang multidisciplinaire kruisbestuiving, interdisciplinaire samenwerking en een transdisciplinaire samenwerking met beleidsmakers, bedrijven en burgers waardoor vraagstukken structureel kunnen worden aangepakt. Tot op vandaag bestaat daarvoor nog geen ondersteunde structuur, noch een gedeelde methode. Daarom hebben heel wat docenten onder impuls van prof. Cathy Macharis en prof. Hubert Rahier de krachten verzameld en hun schouders gezet onder een SRP- (Strategic Research Programmes, 2018) en een IRP-aanvraag (Interdisciplinary Research Programmes, 2019). In dit groeiende netwerk participeerden op het moment van de aanvraag, volgende docenten en onderzoekgroepen:
• Cathy Macharis ES ‘Business Technology and Operations’
• Hubert Rahier IR ‘Physical Chemistry and Polymer science’
• Julien Blondeau IR ‘Mechanical Engineering / FLOW’
• Francesco Contino IR ‘Mechanical Engineering / FLOW’
• Mark Runacres IR ‘Engineering Technology / FLOW’
• Wim Thiery IR ‘Hydrology and hydraulic engineering’
• Ann Van Griensven IR ‘Hydrology and hydraulic engineering’
• Niels De Temmerman IR ‘Architectural Engineering’
• Elvira Haezendock ES ‘Business, Research Unit Management and Strategy’
• Nikolay Dentchev ES ‘Business, Research Unit Management and Strategy’
• Koen Lombaerts PE ‘Educational science / LOCI’
• Sebastian Oberthür ‘Institute for European Studies’
• Bas de Geus LK ‘Human Physiology’
• Nico Koedam WE ‘Ecology & Biodiversity /APNA’
• Joeri Denayer IR ‘Chemical Engineering’
• Philippe Huybrecht WE ‘Geography / FARD’
Daarnaast was het mogelijk om dankzij het stroomlijnen door de VUB Duuzaamheidsraad en volgens de idee van de Whole Community approach, 3 VUB-projectvoorstellen in te dienen voor de projectoproep van de Vlaamse Overheid “Living Lab: klimaatvriendelijke hogeronderwijsinstellingen”:
• Energie (coördinatie: Jeroen Willems)
• Mobiliteit (coördinatie: Cathy Macharis)
• Water (coördinatie: Rebecca Lefevere)
Deze samenwerking tussen VUB-onderzoekers en administratie, maar ook private en publieke sectoren kenmerkt heel 2018. In januari werd bijvoorbeeld het “Green Energy Park” voorgesteld: het grootste CO2-neutrale smart grid van Europa. Het Green Energy Park zal gerealiseerd worden op het researchpark van Zellik, in de gemeente Asse. Het is een gezamenlijk project van het Universitair Ziekenhuis Brussel (UZ Brussel), de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en Flux50, de Vlaamse Energiecluster. In september werd de VBO-Leerstoel “Transitioning Belgian Companies into Circularity” ingeluid, een initiatief van Vrije Universiteit Brussel en Université libre de Bruxelles samen met het Verbond van Belgische Ondernemingen. De leerstoelhouders Cathy Macharis (VUB) en Wouter Achten (ULB) ontwikkelen binnen hun opdracht een multidimensionaal evaluatiemodel voor de mogelijkheden die de circulaire economie ondernemingen biedt.
Uitdaging voor 2019 is het bestendigen van de relaties in excellent onderzoek, werkelijk duurzame innovatie, en een blijvende kennisuitwisseling en samenwerking tussen alle geledingen van de universiteit en maatschappelijke vierhoek. Daarom zullen actief leerlessen en beleidsaanbevelingen uit de samenwerkingen getrokken worden.
5. ONDERWIJS
Voortbouwend op de visietekst over duurzaamheid in het onderwijs (2014) en de doelstellingen geformuleerd in het deelbeleidsplan van het Vicerectoraat Onderwijs en Studentenbeleid (2017) werden tal van acties ondernomen. Duurzaamheid maakt immers deel uit van het onderwijsaanbod van de toekomst, dat gekenmerkt wordt door interdisciplinariteit, het verwerven van brede professionele competenties en het stimuleren van engagement. De VUB streeft ernaar dat alle studenten competenties over en voor duurzaamheid verwerven en dat ze zich inzetten voor een duurzame humanistische maatschappij.
Zo werd in 2018 voor de eerste keer een “Sustainability Bootcamp” georganiseerd, een 4-daags interdisciplinair seminarie waaraan een 40-tal bedrijfsleiders, studenten, personeelsleden en beleidsmedewerkers deelnamen. In 2019 staat er weer een bootcamp op het programma (extra curriculair).
Parrallel hiermee werd de oprichting van een nieuw vak over duurzaamheid voorbereid, een opleidingsonderdeel ingebed in de Faculteit Economische en Sociale Wetenschappen maar breed toegankelijk voor studenten uit andere disciplines. Via deelname aan het Univer.city project dat community service learning aan de VUB stimuleert (ASP 2030), werd het geplande vak inhoudelijk verder uitgewerkt. Docenten uit verschillende faculteiten worden ingeschakeld voor een multidisciplinaire verkenning van duurzaamheidsthema’s en studenten zullen een praktijkopdracht uitvoeren waarbij een duurzaamheidscase wordt geanalyseerd. Het vak gaat van start in het academiejaar 2019-20, onder de naam “Sustainability, an interdisciplinary approach”.
Daarnaast participeert de VUB sinds 2017 aan een interuniversitair project onder begeleiding van Ecocampus (programma van de Vlaamse Overheid), nl. het vormgeven van een docentenprofessionaliseringstraject met online educatieve modules over duurzaamheid in het onderwijs. In 2018 boog een werkgroep met VUB-experten zich over de concrete uitwerking van twee modules; deze over interdisciplinariteit en over de Whole Institution Approach. In 2019 is het online lessenpakket klaar voor gebruik.
Tot slot werd er binnen de economische opleidingen een screening opgestart m.b.t. duurzaamheidsaspecten in de respectievelijke opleidingsonderdelen.
6. OPERATIONS
De klimaatimpact van haar dagdagelijkse werking meet de VUB via haar koolstofvoetafdruk. In 2019 vindt de carbon footprint meting van 2018 plaats. Hierbij volgt een vergelijking met de nulmeting van 2016, de evaluatie van acties en het ontwikkelen van verdere maatregelen om onze klimaatimpact te verkleinen.
Daarnaast focust onze bedrijfsvoering op welzijn en diversiteit van personeel en studenten, campusomgeving en biodiversiteit en verantwoord ondernemen
6.1. Carbon Footprint
De nulmeting van de VUB-koolstofvoetafdruk geeft een overzicht van de klimaatimpact van de Vrije Universiteit Brussel. De koolstofvoetafdruk meet de uitstoot van broeikasgassen, deze gassen worden uitgedrukt in CO2-equivalenten op basis van hun broeikaseffect. De som van de VUB-uitstoot van broeikasgassen is de koolstofvoetafdruk uitgedrukt in CO2e per jaar en geeft de klimaatimpact van de Vrije Universiteit Brussel weer.
De VUB-koolstofvoetafdruk in 2016 bedroeg 34.871 ton CO2e, in 2019 volgt er een 2e meting van de carbon footprint. Bij de nulmeting werden alle VUB-activiteiten en infrastructuur op campus Etterbeek en Jette in beschouwing genomen. Voor de gedetailleerde scope, dataverzameling en berekening kan u het volledige rapport raadplegen.
Meer dan de helft (55%) van de totale voetafdruk is vanwege personentransport (woon-werk, dienstreizen en studentenmobiliteit), 27% is afkomstig van direct energieverbruik (elektriciteit en verwarming) en 12% van kapitaalgoederen (infrastructuur, meubelen, wagens, ICT-apparatuur).
Uit vergelijking met andere Belgische universiteiten blijkt dat de totale pendelafstand afgelegd door VUB’ers hoger is, maar de modal split is duurzamer (afstand met openbaar vervoer is 4x hoger dan afstand met de auto). Daartegenover is er ruimte voor verbetering om afval te sorteren aan de VUB ten opzichte van de andere universiteiten.
Op basis van de metingen van de VUB-koolstofvoetafdruk wordt een ambitieuze visie opgesteld inclusief de monitoring van de reële impact van maatregelen.
6.1.1.
6.1.1. Mobiliteit

Mobiliteit
Personenvervoer was verantwoordelijk voor een totale uitstoot van 19.001 ton CO2eq in 2016, 55% van de totale koolstofvoetafdruk van de VUB! In onderstaande figuur wordt deze impact van personenmobiliteit naderbij bekeken, opgedeeld in pendelverkeer en internationale verplaatsingen van zowel personeel als inkomende buitenlandse studenten.
Personenvervoer was verantwoordelijk voor een totale uitstoot van 19.001 ton CO2eq in 2016, 55% van de totale koolstofvoetafdruk van de VUB! In onderstaande figuur wordt deze impact van personenmobiliteit naderbij bekeken, opgedeeld in pendelverkeer en internationale verplaatsingen van zowel personeel als inkomende buitenlandse studenten.
Transpor`ng people total VUB GHG emissions by type, in tCO2e
Interna`onal students 21%
Employees Commu`ng 13%
VUB carbon footprint 2016
Personenvervoer was verantwoordelijk voor een totale uitstoot van 19.001 ton CO2eq in 2016, 55% van de totale koolstofvoetafdruk van de VUB! In onderstaande figuur wordt deze impact van personenmobiliteit naderbij bekeken, opgedeeld in pendelverkeer en internationale verplaatsingen van zowel personeel als inkomende buitenlandse studenten.
Transpor`ng people total VUB
GHG emissions by type, in tCO2e
Interna`onal students
21%
Belgian students commu`ng 39%
Employees Business travel 27%
Employees Commu`ng 13%
Carbon footprint personenmobiliteit VUB 2016
Carbon footprint personenmobiliteit VUB 2016 Eind 2017 heeft de Vrije Universiteit Brussel haar driejaarlijks bedrijfsvervoersplan opgesteld. Het bedrijfsvervoerplan omvat een mobiliteitsenquête die de woon-werkverplaatsingen van het personeel in kaart brengt en een actieplan om het verkeer en zijn milieu-impact te verminderen.
Eind 2017 heeft de Vrije Universiteit Brussel haar driejaarlijks bedrijfsvervoersplan opgesteld. Het bedrijfsvervoerplan omvat een mobiliteitsenquête die de woon-werkverplaatsingen van het personeel in kaart brengt en een actieplan om het verkeer en zijn milieu-impact te verminderen.
Als universiteit in een grootstad willen we de impact van alle verplaatsingen van en naar onze campussen beperken. We leggen de nadruk op zachte mobiliteit en openbaar vervoer. We werken aan goed bereikbare campussen door overleg met overheden en vervoersoperatoren voor veilige toegangswegen en een performant openbaar vervoer. We hanteren in ons mobiliteitsbeleid het ‘STOP’-principe: Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en pas in laatste instantie, de Personenwagen. Voetgangers en fietsers zijn de norm bij het ontwerpen van de campusomgeving.
Als universiteit in een grootstad willen we de impact van alle verplaatsingen van en naar onze campussen beperken. We leggen de nadruk op zachte mobiliteit en openbaar vervoer. We werken aan goed bereikbare campussen door overleg met overheden en vervoersoperatoren voor veilige toegangswegen en een performant openbaar vervoer. We hanteren in ons mobiliteitsbeleid het ‘STOP’-principe: Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en pas in laatste instantie, de Personenwagen. Voetgangers en fietsers zijn de norm bij het ontwerpen van de campusomgeving.
De belangrijkste pijlers van het bedrijfsvervoerplan aan de universiteit zijn de promotie van de fiets, een fietsvergoeding, kosteloos openbaar vervoer voor de werknemers en infrastructuurmaatregelen. Dit plan zorgde voor een grote modal shift richting duurzame mobiliteit, zowel voor campus Etterbeek als Jette, waarbij de auto plaats ruimt voor de trein, fiets en voetgangers. De universiteit scoort op beide campussen beter dan gemiddeld in Brussel.
Bovendien is er een stijging te merken van het personeels- en studentenaandeel woonachtig of op kot in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hetgeen de meest positieve invloed heeft op de klimaatimpact van onze mobiliteit.
De belangrijkste pijlers van het bedrijfsvervoerplan aan de universiteit zijn de promotie van de fiets, een fietsvergoeding, kosteloos openbaar vervoer voor de werknemers en infrastructuurmaatregelen.
Op campus Etterbeek en Jette zijn er afgesloten fietsenstallingen, een fietsherstelzuil, fietspompen en douches voor fietsend personeel en studenten. De fietsenstallingen zijn uitgebreid om te voldoen aan het stijgend aantal fietsers onder het personeel en studenten. In komende jaren wordt aandacht gegeven aan de mogelijkheid om douchefaciliteiten te integreren bij verbouwingen. In Jette komt de Vélofixer nog steeds langs om fietsen te herstellen van personeel en studenten, in Etterbeek loopt de samenwerking met het fietspunt op de Triomflaan. In samenspraak met de fietswerkgroep wordt bekeken waar de knelpunten en noden liggen om fietsen naar de campus aantrekkelijker te maken.
In september 2018 werd tram 9 tussen metrostation Simonis en campus Jette ingehuldigd en zijn de grootste werven afgesloten, de invloed hiervan zal duidelijk worden in de volgende mobiliteitsenquête in 2020.
In 2013 waren 16% van de vluchten, waarvan de bestemming gekend is, verplaatsingen binnen een straal van 750 km. Ook één op drie verplaatsingen naar London gebeurde met het vliegtuig. Het mag dan ook niet verbazen dat uit de nulmeting van de Carbon Footprint van de VUB uit 2016 bleek dat internationale dienstreizen per vliegtuig verantwoordelijk zijn voor 13,6% van onze totale CO2-equivalente uitstoot.
De voorbije jaren namen verschillende onderzoekers zelf het initiatief om de CO2-voetafdruk van hun dienstreizen te verkleinen. Deze bottom-up initiatieven toonden aan dat er een vraag was voor duidelijke afspraken op niveau van de organisatie. In november 2017 werd tijdens een ‘duurzame dinsdag’ de discussie volledig opengegooid en effenden studenten en personeelsleden samen het pad naar een nieuw dienstreizenbeleid. Dit traject resulteerde in de goedkeuring van het ABC-principe door de Academische Raad op 21 januari en de Raad van Bestuur op 29 januari 2019.
AVOID - Vermijden van reizen
De Vrije Universiteit Brussel stimuleert haar personeel om weloverwogen dienstreizen te plannen. De VUB zet daarom onder andere in op sensibilisering rond technologische alternatieven voor samenwerken-op-afstand en de organisatie van workshops en congressen met een lagere milieu-impact, bijvoorbeeld via ‘Skype for Business’ en videoconferencing.
BOOK AN ALTERNATIVE - Reizen met de trein
Indien reizen met de trein vanuit Brussel-Zuid minder dan 6 uur in beslag neemt, wordt standaard voor de trein gekozen. VUB maakt een stedenlijst beschikbaar met een overzicht van bestemmingen die steevast met de trein bereikbaar zijn. De stedenlijst is eveneens van toepassing op delen van dienstreizen waarvoor een overstap nodig is; meer bepaald op verplaatsingen naar luchthavens bereikbaar met de trein in minder dan 6 uur. Vliegtuigreizen zijn slechts uitzonderlijk toegelaten op deze bestemmingen indien er een aanvaardbare motivatie én een akkoord van de hiërarchische meerdere is. Indien reizen met de trein vanuit Brussel-Zuid tussen 6 uur en 8 uur in beslag neemt wordt reizen met de trein sterk aanbevolen. Daarom is ook een stedenlijst beschikbaar met aangewezen bestemmingen voor verplaatsingen met de trein.
COMPENSATE - CO2-compensatie van uitstoot door vliegreizen
Bij vliegtuigreizen binnen een VUB-opdracht of -project wordt standaard een bijdrage aangerekend waarmee de uitstoot van broeikasgassen effectief kan worden vergoed. Die compensatiebijdragen gaan enkel naar gecertifieerde klimaatprojecten, met klimaatkredieten afgeleverd per effectief gereduceerde ton CO2. De VUB legt dat vast in het bestek voor een raamovereenkomst voor dienstreizen zodat alle reisbureaus de uitstoot en compensatie op eenzelfde manier berekenen. Op basis van de afgeleverde compensatie-certificaten zal de echtheid en kwaliteit van de compensatieprojecten worden geverifieerd.
Nu het ABC-principe werd goedgekeurd, maakt VUB zich op voor de praktische implementatie en het actief informeren van alle betrokkenen.
6.1.2.
Logistiek
De vakgroep MOBI onderzoekt hoe goederenstromen van en naar de campussen gegenereerd worden en tot welke voertuigbewegingen dat leidt. Bij dit onderzoek focussen we niet enkel op het aantal en het soort voertuigen dat naar de VUB komt, maar ook op de manier waarop het aankoopbeleid georganiseerd is. Op basis hiervan zal de VUB een bedrijfsleveringsplan opstellen om goederenvervoer te verminderen, het verkeer rond de campus te verlichten en uitstoot te reduceren.
6.1.3.
Energie
De Vrije Universiteit Brussel zet haar doorgedreven duurzame bedrijfsvoering verder en ambieert met haar energiebeleid de verdere terugdringing van broeikasgasemissies, rationeel energieverbruik en de toepassing van hernieuwbare energie. Desondanks dit streven, blijft het VUB-energieverbruik anno 2018 verantwoordelijk voor een jaarlijkse uitstoot van 10 000 ton CO2eq.
Prioritair afgelopen jaar was de energieaudit voor grootverbruikers met het oog op het vernieuwen van de milieuvergunning voor campus Etterbeek. Deze audit bracht een ambitieus energieactieplan voort waarmee VUB zich engageert jaarlijks minimaal 520 ton CO2eq te vermijden.
Krachtens het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het Plan voor Lokale Actie voor het Gebruik van Energie (PLAGE) dient de Vrije Universiteit Brussel, als eigenaar van een groot gebouwenpark, vanaf 1 juli 2019 een PLAGE op te stellen om het energieverbruik van haar gebouwen en installaties te verlagen.
Vooruitlopend op de PLAGE-verplichting werd, waar technisch mogelijk, vanaf januari 2018 een al gewijzigde energiebesparende gebouwenbeheer-parametrisatie toegepast op campus Etterbeek. Zonder financiële investering, het optimaal gebruikerscomfort respecterend en de vele technische beperkingen van de deels verouderde HVAC-installaties in acht genomen, veroorzaakte deze ingreep een aanzienlijke gasverbruik daling. De hierdoor gerealiseerde energiebesparing compenseerde zelfs volledig het verwarmingsverbruik van de 650 studentenkamers in opbouw. Sterker nog. Het totale gasverbruik van de campus in 2018 was lager dan in 2017, toen nog zonder warmtelevering aan genoemde nieuwe studentenkamers en aan het zwembad, destijds gesloten voor renovatie.
Verder bekijkt VUB voor campus Etterbeek nieuwe uitbatingsformules met bindende energieprestatiegaranties voor het stookplaats-onderhoud. De piste warmtekrachtkoppeling in de centrale stookplaats, al dan niet door een derde partij uitgebaat in ESCO-formule, wordt geopperd en onderzocht. Definitieve beslissing daarover wordt verwacht in 2019.
inzetten tegen het historisch hoge elektriciteitsverbruik op beide grote VUB-campussen Jette en
Ook het bijplaatsen van ontbrekende energiemeters, nodig voor de wettelijk vereiste energieboekhouding en voor het correct becijferen van energiebesparende investeringen, blijft een belangrijk werkpunt.
Niettegenstaande de positieve energetische evoluties bestaan er nog belangrijke aandachtspunten. Zo blijft het - weliswaar groene - stroomverbruik zeer hoog met een disproportioneel groot consumptieaandeel tijdens daluren. Hopelijk kunnen de ondertussen aangevangen energiebesparende projecten - deels gesubsidieerd door het Vlaams klimaatfonds – een kentering inzetten tegen het historisch hoge elektriciteitsverbruik op beide grote VUB-campussen Jette en Etterbeek.
Tenslotte impliceert een functioneel energiebeleid ook de bewaking van het energetisch ambitiekader bij (nieuwe) projecten. Al te vaak dreigen energiebesparende uitvoeringen achterwege gelaten in een vlaag van kort-termijn-besparings-woede.
Ook het bijplaatsen van ontbrekende energiemeters, nodig voor de wettelijk vereiste energieboekhouding en voor het correct becijferen van energiebesparende investeringen, blijft een belangrijk werkpunt.
Los van haar eigen ambities duiken voor de Vrije Universiteit Brussel komende decennia “energetische uitdagingen” op van ongeziene omvang omwille van de klimaatafspraken.
Tenslotte impliceert een functioneel energiebeleid ook de bewaking van het energetisch ambitiekader bij (nieuwe) projecten. Al te vaak dreigen energiebesparende uitvoeringen achterwege gelaten in een vlaag van kort-termijn-besparings-woede.
Los van haar eigen ambities duiken voor de Vrije Universiteit Brussel komende decennia “energetische uitdagingen” op van ongeziene omvang omwille van de klimaatafspraken.
De Vrije Universiteit Brussel start in samenwerking met Innoviris een aanbestedingstraject doelend op een innovatiepartnerschap voor de opmaak van een masterplan energietransitie 2050 met inbegrip van een strategisch energieactieplan. Deze studie is bedoeld een voldoende flexibel richtsnoer te genereren, en een trajectscenario uit te zetten, opdat in éénzelfde doordachte en kostenefficiënte beweging de energietransitie en de renovatie van de VUB-installaties zou kunnen plaatsvinden de komende twee, drie decennia.
De Vrije Universiteit Brussel start in samenwerking met Innoviris een aanbestedingstraject doelend op een innovatiepartnerschap voor de opmaak van een masterplan energietransitie 2050 met inbegrip van een strategisch energieactieplan. Deze studie is bedoeld een voldoende flexibel richtsnoer te genereren, en een trajectscenario uit te zetten, opdat in éénzelfde doordachte en kostenefficiënte beweging de energietransitie en de renovatie van de VUB-installaties zou kunnen plaatsvinden de komende twee, drie decennia.
6.1.4. Infrastructuur
6.1.4. Infrastructuur
De kapitaalgoederen van de VUB zijn verantwoordelijk voor 11,8% van de carbon footprint Deze klimaatimpact is voornamelijk afkomstig van de emissies gerelateerd aan de constructie en renovatie van de gebouwen. Een minderheid is vanwege de emissies van aangekochte ITapparatuur, meubilair, voertuigen en infrastructuur.
De kapitaalgoederen van de VUB zijn verantwoordelijk voor 11,8% van de carbon footprint. Deze klimaatimpact is voornamelijk afkomstig van de emissies gerelateerd aan de constructie en renovatie van de gebouwen. Een minderheid is vanwege de emissies van aangekochte IT-apparatuur, meubilair, voertuigen en infrastructuur.

Bij bouw- en renovatieprojecten wordt sterke nadruk gelegd op de duurzaamheidsaspecten van gebouwen. Kindercampus Theodoortje is onderscheiden met de titel van ‘voorbeeldgebouw’ door het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Het is een van de tien laureaten van ‘Be.Exemplary’, een initiatief dat bouwprojecten beloont die op het vlak van duurzaamheid een voorbeeldfunctie hebben. De passieve nieuwbouw, die wordt gebouwd op de VUB-campus van het UZ in Jette, omvat naast een kinderdagverblijf voor 121 kinderen en een basisschool ook lokalen voor Huis van het Kind, CAW Brussel en de Scouts. De duurzaamheid van het gebouw gaat veel verder dan enkel het energetische aspect. Onder meer de zeer doorgedreven life cycle cost-studie maken Theodoortje tot een voorbeeldig duurzaam project.
Dit is het 2e VUB-gebouw na het zwembad in 2016 dat is onderscheiden met de titel van ‘voorbeeldgebouw’ door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De renovatie van het VUB-zwembad was het eerste VUB voorbeeldgebouw.
6.1.5. Aankopen
Met circulariteit in aankopen wil de VUB afstappen van het vertrouwde lineaire consumptiemodel: kopen, gebruiken en opnieuw weggooien. In plaats daarvan onderzoeken we vanaf het begin wat je achteraf met de aankoop zal kunnen doen: delen, hergebruiken of recycleren.
In het strategisch plan zijn duurzame, afvalvrije aankopen opgenomen als doelstelling. Voor circulaire aankopen komt het er dus op aan om te gaan voor kringloopprocessen. Je koopt enkel aan wat je nodig hebt, gooit zo weinig mogelijk weg en sluit afval uit.
Bij de renovatie van het Braemgebouw is alle schrijnwerk vervangen met Accoya-hout. Een Europees, snelgroeiend dennenhout dat langer meegaat dan het duurde om te groeien. Je kan het hout ook hergebruiken aan het eind van de levensduur van een gebouw. En als dat niet kan omdat het hout bijvoorbeeld te beschadigd is, dan is het biologisch afbreekbaar.
De VUB-onderzoeksgroep Architectural Engineering transformeert oude studentenkoten op campus Etterbeek in een Circular Retrofit Lab, een experimenteerplek om circulaire bouwmethodes te ontwikkelen. De demonteerbare, omkeerbare en herbruikbare bouwoplossingen leiden tot zo weinig mogelijk bouwafval en bieden tegelijkertijd ontwerpers, architecten en bouwbedrijven evenveel vrijheid en flexibiliteit als traditionele bouwmethodes. Dankzij de keuze voor omkeerbare bouwoplossingen zal het Circular Retrofit Lab ook mee evolueren met de noden van haar bewoners.
Daarnaast heeft het Green Team van de VUB een weggeefmoment georganiseerd voor het meubilair dat zich bevond op de eerste twee verdiepingen van het Braemgebouw. Hierdoor moest het meeste kleine materiaal – de kasten en stoelen – niet worden afgedankt maar kreeg het een tweede leven bij de studenten. Puur hergebruik, zonder afval en zonder dat onze studenten nieuwe meubelen moesten kopen. Enkele bureaus werden ook volledig opgewaardeerd als ‘nearly new office’ door NNOF, een circulair bedrijf uit de Brusselse rand.
In de BSG-zaal werden afgelopen jaar herbruikbare bekers ingevoerd, in plaats van de klassieke wegwerpbeker. Daarnaast heeft het GreenTeam een aanbod van herbruikbare koffiebekers gestart op de campussen. Het integreren van circulaire criteria in onze aankopen en raamovereenkomsten is een complexe uitdaging. De VUB is ingeschreven voor de Green Deal Circulair Aankopen van Vlaanderen Circulair, The Shift en Bond Beter Leefmilieu (BBL), een lerend netwerk om samen met andere organisaties te weten te komen hoe je dit best aanpakt.
Lees ook: http://vubtoday.be/nl/content/vub-zet-op-circulaire-aankopen
6.1.6. Voeding
Het VUB-Restaurant is een duurzaamheidspionier aan de Vrije Universiteit Brussel. In 2010 werd een charter rond duurzame ontwikkeling ingevoerd in het restaurant. Naast een dagelijks aanbod van een vegetarisch én een veganistisch dagmenu, wordt ook een warme veganistische groentebar aangeboden aan studenten, personeel en bezoekers.
In 2018 waren 1/5e van alle maaltijden vegetarisch of veganistisch. Door middel van een ruime keuze aan vegetarische opties kunnen studenten en personeel kennis maken met lekkere vegetarische alternatieven en bijdragen aan een lagere voetafdruk per kilogram geproduceerd voedsel. Met 5.000 bezoekers per dag in Etterbeek is de duurzame aanpak in het restaurant cruciaal qua voorbeeldproject op de VUB.
Het restaurant ontving in 2013 als eerste grootkeuken in België het MSC-certificaat. Sinds 2015 is alle aangeboden vis gecertificeerd, de wild gevangen vis met MSC-certificering en de kweekvis draagt een ASC-certificaat. Tonijn werd in 2015 uit het aanbod geschrapt.
De VUB-resto streeft in haar aanbod naar:
• gezonde, ecologisch verantwoorde en betaalbare maaltijden met minder dierlijke eiwitten;
• deelname aan eerlijke & lokale handel van seizoensgebonden producten;
• een bewustmaking van haar bezoekers;
• energiebesparing en afvalvermindering in haar dagelijkse werking.
• gezonde, ecologisch verantwoorde en betaalbare maaltijden met minder dierlijke eiwitten;
• deelname aan eerlijke & lokale handel van seizoensgebonden producten;
• een bewustmaking van haar bezoekers;
• energiebesparing en afvalvermindering in haar dagelijkse werking.
VUB-restaurant: verbruik per soort in 2018
Gevogelte/ konijn 25%

Rund en lam 10%
Scampi/ calamares 2%
Het GreenTeam bleef in 2018 op regelmatige basis de gebruikers van het studentenrestaurant sensibiliseren over het sorteren aan de afruimzone. Dankzij een goede sortering aan de afruimzone komt er enkel organisch afval in de keuken. Dit afval wordt afgevoerd voor vergisting tot methaan, als energiebron voor warmte en elektriciteitsproductie. Deze verwerking is ecologisch en economisch efficiënter dan het verwerken van voedselresten als restafval. Dit blijft een werk van lange adem, met ook in 2019 nog verdere sorteeracties gepland.
Door middel van metingen wordt continu gewerkt aan het verminderen van voedselverspilling. Zo worden de porties verkleind waar nodig, wordt het keukenpersoneel gesensibiliseerd en worden groente-overschotten verwerkt in de soep.
Het gebruik van kraantjeswater wordt actief gepromoot door het afbouwen van de verkoop van dranken in wegwerpcontainers (behalve Oxfam-drankjes) en het installeren van gratis waterfonteinen met glazen. Alle koffie die je in of via het VUB-restaurant koopt, is automatisch fairtrade.
Sinds 2010 zijn plastieken lepels, bekers & potjes, aluminium kommetjes, individuele suikerzakjes, melk- en sausporties definitief uit het restaurant verbannen. Andere wegwerpartikelen vervaardigd uit petroleumderivaten (plastic) zoals koffiebekertjes en roerstaafjes werden vervangen door alternatieven gemaakt uit het afval van suikerriet.
In 2018 werden herbruikbare VUB-koffiebekers geïntroduceerd, deze worden aangeboden in het restaurant en via de VUBshop.
Alle informatie over de duurzaamheidsmaatregelen in het VUB-restaurant staat op deze uitgebreide informatiepagina
6.1.7. Afval
De Vrije Universiteit Brussel voert een beleid van gescheiden inzameling van afval. Zo zijn er een 45-tal verschillende afvalstoffen die gescheiden worden ingezameld voor hergebruik, recyclage of milieudeskundige verwerking. Papierafval wordt in alle burelen en werkplaatsen gescheiden ingezameld en dankzij het GreenTeam sinds 2015 ook in alle leslokalen. PMD-afval wordt ingezameld in de keukentjes van de verschillende diensten van de Vrije Universiteit Brussel en in de keukens van de studentenkamers.
Uit de enquête rond de prioritaire duurzaamheidsdoelstellingen voor de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat de respondenten afvalsortering aanzien als de tweede hoogste prioriteit. De universiteit sorteert maar dit is niet voldoende zichtbaar op de campus. Dankzij Fost Plus kon de Vrije Universiteit Brussel een 145 nieuwe sorteereilandjes inrichten op de campussen Jette en Etterbeek. Het GreenTeam van de Vrije Universiteit Brussel voorzag in pop-up sorteeracties om de VUB-studenten de sorteerregels bij te brengen. En met succes, de hoeveelheid ingezameld PMD vervijfvoudigde in 2017 t.o.v. voorgaande jaren. In 2018 werd ongeveer evenveel PMD ingezameld als in 2017, de toegenomen PMD inzameling zet zich dus door.


Het GreenTeam in actie
De inzameling van gevaarlijk en bijzonder afval wordt georganiseerd door de Dienst Preventie en Milieu (PRMI). Dit afval wordt gescheiden van het restafval ingezameld door een gespecialiseerde firma. Het radioactief afval wordt strikt gescheiden van alle andere afvalstoffen afgevoerd en behandeld door de Dienst Fysische Controle.
De afvoer van alle afgedankte elektrische en elektronische toestellen wordt georganiseerd via Recupel. Inzameling, registratie en afvoer van dit type afval gebeurt door de Dienst Facility Management op campus Etterbeek en door de Technische Dienst op campus Jette.
Lege batterijen en TL-lampen en andere gasontladingslampen, oude wetenschappelijke toestellen en oude elektrische en elektronische toestellen worden allemaal op milieudeskundige wijze afgevoerd.
Het wettelijk verplichte afvalregister van de Vrije Universiteit Brussel wordt bijgehouden op de Dienst Preventie en Milieu.
6.2. Welzijn
6.2.1. Diversiteit
In 2018 nam de VUB voor de eerste keer deel aan de Belgian Pride, samen met de ULB. Ook vond naar jaarlijkse gewoonte de VUB gender week met tal van activiteiten plaats n.a.v. internationale vrouwendag op 8 maart; de lezing van Prof. dr. Gloria Wekker over “White innocence” in het Kaaitheater kende een groot succes. Daarnaast kreeg ook de Fatima Mernissi Leerstoel verder vorm, een initiatief van RHEA – het VUB Expertisecentrum gender, diversiteit en intersectionaliteit. Vanuit de context van de stad Brussel en aansluitend op de waarden van de VUB inspireert het gedachtegoed van Fatima Mernissi tot interdisciplinair academisch onderzoek en een maatschappelijk verbindend programma van publieke lezingen en workshops over macht, gender en islam.
In 2018 werkte het Equality Team, o.l.v. academisch coördinator Prof. dr. Karen Celis en samen met academische experten, beleidsmakers, studenten en de vakorganisaties, een Gelijkheidsactieplan uit (GAP). Dit plan is de implementatie van de beleidslijn ‘Radicaal divers: verbonden in diversiteit en gelijkwaardigheid’ die werd opgenomen in het ASP 2030. Het plan komt tegemoet aan de ambitie van de VUB om een transversaal beleid te voeren waarbij de gelijkwaardigheid van alle studenten en personeelsleden gewaarborgd wordt, eenieders talenten en ervaringen in gelijke mate benut worden, en er een duurzame cultuurverandering op gang komt op het vlak van onderwijs, onderzoek, dienstverlening, outreach en community.
Het GAP werkt in cycli van twee jaar. Voor 2019 en 2020 stelt het GAP tien concrete en prioritaire acties voorop. De focus ligt hierbij op gender en etniciteit, maar er wordt ook ingezet op andere assen van ongelijkheid en structurele achterstelling, zoals leeftijd, geaardheid, dis/ability, levensbeschouwing en sociale klasse. Zo streeft de VUB ernaar dat bij de aanwerving van Zelfstandig Academisch Personeel tenminste 1 op 3 kandidaten vrouw op de short list zijn en dat de wervingskanalen meer diversiteit mogelijk maken. Met inclusieve vacatureteksten zullen specifieke doelgroepen gestimuleerd worden om te solliciteren. Via een curriculumscan zal de reflectie over diversiteit in het onderwijs opgestart worden. Er komt ook een visietekst over diversiteit en antidiscriminatie en via vorming en coaching zal VUB inzetten op kennisopbouw en cultuurverandering. De VUB-gemeenschap wordt gesensibiliseerd omtrent verschillende diversiteitsthema’s en er komt een oproep tot actie voor gelijkheid en inclusie naar studenten. Een
nieuwe website moet het brede scala aan initiatieven en de aanspreekpunten voor diversiteitsvragen zichtbaar maken. Tot slot wordt er ingezet op monitoring en rapportering over het diversiteitsbeleid.
Het GAP met haar tien prioritaire acties wordt ingediend bij Actiris, de Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling met het oog op het verkrijgen van een diversiteitslabel en een co-financiering na positieve evaluatie over twee jaar. Waar mogelijk wordt er voor de uitvoering van het GAP samengewerkt met de ULB en onze alliantiepartner.
6.2.2.
Psychosociaal welzijn
Een van de bouwstenen van het toekomstplan (2018-2021) van rector Caroline Pauwels is een “warme VUB”. De rector zet daarbij in op een universiteit die hernieuwde inspanningen levert om de mens (student, onderzoeker, docent, werknemer) centraal te stellen in plaats van het proces. Daarbij zal de komende jaren worden gewerkt aan o.a. een gezonde work-life balans, een doorstart naar meer participatieve beleidsvoering, een evenwicht tussen kwantitatieve en kwalitatieve evaluatiecriteria, een evenwicht tussen performantie, verdienste en menselijkheid.
Uit de analyse van de werking van het meldpunt ongewenst grensoverschrijdend gedrag, dat werd opgericht eind 2016, blijkt dat dit een nuttig, laagdrempelig instrument is dat zowel door studenten als door VUB-medewerkers gebruikt wordt om ongewenste situaties aan te kaarten. De grote meerderheid van de meldingen in 2018 betroffen verbaal en fysiek grensoverschrijdend gedrag en geweld. In mindere mate werden pesterijen en seksueel grensoverschrijdend gedrag gemeld.
In 2018 werd een risicoanalyse psychosociale aspecten (welzijnsenquête) uitgevoerd. De resultaten van deze risicoanalyse zullen worden vertaald naar concrete acties in 2019.
In 2019 wordt verder ingezet op de communicatie van de bestaande initiatieven zoals het meldpunt, de vertrouwenspersonen, coaching van medewerkers en leidinggevenden en het proactief begeleiden van medewerkers met risico op burn-out.
6.2.3. Welzijn op het werk
Het concept welzijn op het werk omvat alle factoren betreffende de omstandigheden waarin het werk wordt uitgevoerd. Welzijn op het werk omvat zeven domeinen: veiligheid op het werk; bescherming van de gezondheid van de werknemer; psychosociale aspecten van het werk; ergonomie; arbeidshygiëne, de verfraaiing van de werkplaatsen en maatregelen inzake leefmilieu met invloed op het welzijn op het werk.
Ook in 2018 ging de dienst Preventie en Milieu verder met het actief ondersteunen van de werkgever in de uitvoering van het preventiebeleid. Het jaaractieplan van 2018 van de Vrije Universiteit Brussel werd daarbij als leidraad gebruikt. Het jaaractieplan kadert in het globaal preventieplan (2014 – 2018) van de universiteit. Om de opmaak van het globaal preventieplan 2019 – 2023, ook welzijnsactieplan genoemd, te faciliteren werd een werkgroep opgericht en werden verschillende fora georganiseerd om het plan te voeden.
Het jaar 2018 werd ook gekenmerkt door verschillende problemen met betrekking tot de infrastructuur. Er werd verder geïnvesteerd in de vernieuwing van de HVAC-technieken (verwarming en afzuiging) van de gebouwen F en G van de campus Etterbeek. De liften op de campussen Etterbeek en Jette werden in orde gezet. Ook de elektrische installaties op de campussen Etterbeek en Jette worden grondig vernieuwd.
In 2018 werden risicoanalyses gemaakt van de activiteiten die plaatsvinden in de vak- en onderzoeksgroepen van de faculteit Geneeskunde en Farmacie.
De dienst Preventie en Milieu gaf adviezen rond de brandveiligheid, evacuatie en inrichting van de werkposten bij de talrijke renovatiewerken en nieuwbouwprojecten, zoals bijvoorbeeld de verbouwing van U-square en het tijdelijke kinderdagverblijf te Jette.
Zoals elk jaar onderzocht de dienst Preventie en Milieu ook in 2018 de gerapporteerde arbeidsongevallen en incidenten. De belangrijkste oorzaak van arbeidsongevallen blijven de interne verplaatsingen. Ook in 2018 ging de nodige aandacht naar de opvolging van wettelijke controles, de organisatie van evacuatieoefeningen, het uitvoeren van risicoanalyses, het adviseren rond ergonomie, e.d.
In 2019 ligt de nadruk onder andere op de uitvoering van de risicoanalyses, werken met derden en de re-integratie van werknemers na langdurige afwezigheid.
6.2.4. Bioveiligheidsproblematiek
De geldende bioveiligheidsvergunningen, de ermee geassocieerde lokalen en hun plattegronden, worden continu geactualiseerd door Dr. Walter Kempenaers, de bioveiligheidsverantwoordelijke van de Vrije Universiteit Brussel. Door middel van deze vergunningen bevestigt de overheid haar akkoord met de manier waarop de bioveiligheid nagestreefd wordt tijdens de biologische experimenten uitgevoerd in de laboratoria van deze universiteit.
Jaarlijks worden de microbiologische veiligheidskasten (ook laminaire flowkasten of LAF-kasten genoemd) onderworpen aan een controle door een gespecialiseerd technicus. De “Biohazard” kasten (type II) worden gecontroleerd volgens de specificaties van de EN-12469 om ze te valideren voor werkzaamheden met inperkingsplichtig biologisch materiaal, met als deelaspecten: bescherming van het biologisch materiaal (in de kast); bescherming van de operator; bescherming van de omgeving. Kasten die niet aan deze specificaties voldoen en overblijvende horizontale flowkasten, worden enkel getest op steriliteit in de werkruimte met behulp van een deeltjesteller. Dit type kasten kan hoogstens vrijgegeven worden voor werk met volstrekt onschadelijke micro-organismen. Om het resultaat van deze technische controle voor alle gebruikers duidelijk te maken, worden validatiefiches op alle biohazard- en verticale LAF-kasten bevestigd, en het resultaat van de validering van voornoemde deelaspecten wordt erop vermeld.
Routinematige bioveiligheidsaudits worden geïntegreerd in de regelmatige “bezoeken aan diensten” door de Dienst Preventie en Milieu. Hierbij ligt de nadruk vooral op correcte bioveiligheidsindicaties, goede werkpraktijken en andere zichtbare aspecten. Aanvullend geeft de bioveiligheids-verantwoordelijke jaarlijks een groot aantal adviezen, voortvloeiend uit observaties tijdens deze audits of op vraag van individuele onderzoekers. Deze adviezen handelen grotendeels over de juiste interpretatie van de bioveiligheidswetgeving, keuze en correct gebruik van veiligheidsapparatuur en persoonlijke beveiligingsmiddelen, en veilige werkpraktijk. Centraal staat steeds de bekommernis om (bio)veiligheidsverplichtingen om te zetten in een meerwaarde bij het wetenschappelijk onderzoek.
De laatste jaren neemt de aandacht voor opleiding en sensibilisering rond het onderwerp “Bioveiligheid” aanzienlijk toe. Jaarlijks worden wettelijk verplichte informatiesessies in bioveiligheid georganiseerd voor de nieuwe medewerkers van de vergunningsplichtige laboratoria. Daarnaast verzorgt de bioveiligheidsverantwoordelijke ook specifieke seminaries “Bioveiligheid” in het kader van meerdere opleidingen op vraag van de betrokken professoren. Bovendien doceert de bioveiligheidsverantwoordelijke het keuzevak “Bioveiligheid” voor de masteropleiding Biologie.
De bioveiligheidsverantwoordelijke rapporteert aan de bioveiligheidscomités, die minstens één keer per jaar samenkomen, zowel op campus Etterbeek als op campus Jette. Het comité op campus Jette omvat ook vertegenwoordigers van het UZ Brussel.
6.2.5. Asbestproblematiek
In een aantal gebouwen van de Vrije Universiteit Brussel is asbest aanwezig. Dit is vastgelegd in de asbestinventaris. In de meeste gevallen gaat het om hechtgebonden asbest in ventilatiekanalen. Zolang hieraan niet wordt geraakt bestaat er geen gevaar, aangezien het asbest gebonden is aan cement. Enkel wanneer aan de ventilatiekanalen wordt gewerkt dienen nauwgezet de nodige voorzorgsmaatregelen te worden gevolgd.
Hechtgebonden asbest wordt verwijderd bij werken en renovatie. Niet-hechtgebonden asbest wordt in elk geval zo spoedig mogelijk verwijderd.
De Vrije Universiteit Brussel heeft een interne procedure voor de opvolging van alle asbestdossiers. Er wordt maandelijks gerapporteerd aan het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk en infovergaderingen worden georganiseerd voor de gebruikers van de gebouwen. Er wordt op toegezien dat asbestwerven voldoen aan de wettelijke normen zodat personeel, studenten en bezoekers niet in contact komen met asbestvezels.
De Vrije Universiteit Brussel nam een externe erkende firma in dienst voor de projectbegeleiding van de asbestsanering. Daarnaast worden ook erkende firma’s aangesteld voor de verwijdering van asbest wanneer dat nodig is.
6.2.6. ADR-veiligheidsadviseur
De universiteit heeft wettelijk een ADR-veiligheidsadviseur nodig omdat binnen de instelling gevaarlijk afval worden verpakt voor transport naar de verwerkingsinstallatie. Risicohoudend medisch afval wordt bijvoorbeeld verpakt in WIVA-vaten, die vervolgens door een gespecialiseerde firma wordt opgehaald voor transport naar de verbrandingsoven. Serge Gillot van de dienst Preventie en Milieu neemt deze functie waar aan de Vrije Universiteit Brussel sinds 2015.
6.3.
Campusomgeving
6.3.1. Campus masterplan
Het ruimtelijk toekomstplan voor campus Etterbeek heeft, inclusief een participatief traject met vier themaworkshops, vorm gekregen in 2018. Het is een plan dat zowel ruimtelijk uitspraken als ambities scherpstelt en daarmee organisatorische suggesties geeft die ruimtelijke transitie mogelijk moeten maken. Het is een dynamisch plan dat steeds zal moeten worden bijgesteld in tijd en de bepaalde noden van die tijd.
6.3.2. Biodiversiteit op onze groene campus
De Vrije Universiteit Brussel wordt gekenmerkt door zijn groene campussen die deel uitmaken van het groene netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De campus Etterbeek werd ontworpen als een campus met uitgestrekte groene zones. Deze werden beplant met een grote verscheidenheid aan bomen. De campus Jette is gelegen vlakbij het Laarbeekbos, het Poelbos, de moerassen van Jette en Ganshoren en het Koning Boudewijnpark, die aangeduid werden als Natura 2000-gebieden.
Heel wat bijzondere planten en dieren vinden hun weg naar de campussen van de Vrije Universiteit Brussel. De universiteit draagt zo bij tot de biodiversiteit in de stad. Zo is bijvoorbeeld de zeldzame inheemse ringslang thuis in de biologisch waardevolle groene zone aan de noordrand van campus Jette.
Het groenbeheer op de campus Etterbeek gebeurt sinds 2015 zonder gebruik van pesticiden, in Jette sinds 2016. In de grasstroken worden niet langer pesticiden gebruikt. Er wordt gewerkt met een gedifferentieerd maaibeheer. Dit beleid zorgt voor meer bloeiende kruidachtige planten. Zo worden op de campus Etterbeek sinds 2014 Bijenorchissen en Hondskruid aangetroffen. Ook de Breedbladige Wespenorchis is al langer gekend op de campus. Deze plantensoorten hielden stand in 2018 en werden beschermd tegen negatieve invloeden tijdens evenementen in openlucht zoals de jaarlijkse personeelsbarbecue.

In 2018 werd nog geen duidelijkheid bekomen over de toekomstige invulling van de akker in de groene zone ten noorden van campus Jette. De initiële voorstellen van Leefmilieu Brussel voor de oprichting van een duurzaam landbouwbedrijf op deze site werden niet weerhouden. Leefmilieu Brussel werkte in 2018 aan een nieuw voorstel waarover de Vrije Universiteit Brussel in 2019 een beslissing kan nemen.
In de Oude Hoogstamboomgaard op campus Jette vond in 2018 een voortzetting plaats van het project HumaneTerre. In 2018 werd veel aandacht besteed aan het project Good Food voor lokale voedselproductie, het lokaal bereiden van voedsel en het nuttigen ervan in de boomgaard, samen met de mensen uit de buurt. Hiertoe werd een broodoven gebouwd met subsidies van Leefmilieu Brussel.
Hondskruid op campus Etterbeek
6.3.3. Waterverbruik & afvalwater
Zowel op campus Etterbeek als op campus Jette is er een voorziening voor het oppompen van grondwater. De Vrije Universiteit Brussel kiest ervoor om ook in de toekomst verder grondwater op te pompen. Dit water wordt gebruikt voor het spoelen van de toiletten.
Daar staat tegenover dat wordt gewerkt aan een plan dat zorgt voor een maximale doordringing van het regenwater in de ondergrond. In de toekomst zal actief worden gewerkt aan het beperken van de afvoer van regenwater via verharde oppervlakken naar de riool. Het regenwater zal worden afgeleid naar gebieden waar het geleidelijk kan infiltreren in de bodem.
Ook het voorzien van groendaken op nieuwe gebouwen heeft een effect op het afvloeien van regenwater. Het regenwater wordt gedeeltelijk gebufferd op de groendaken en zal deels verdampen, i.p.v. snel af te vloeien naar de riolering.
Bij nieuwbouwprojecten worden bovendien regenwaterputten voorzien. Dit regenwater kan in de toekomst ook worden gebruikt voor het spoelen van de toiletten. De groene zones op de campus worden nooit besproeid met water, ook niet in droge periodes.
Het afvalwater van de Vrije Universiteit Brussel wordt geloosd in de riolering. De Dienst Preventie en Milieu is sinds het jaar 2000 verantwoordelijk voor de inzameling van het gevaarlijk afval, inclusief vaste en vloeibare chemicaliën. Afvalproducten van de laboratoria mogen in geen geval in de riolering terecht komen en dienen via het circuit van het gevaarlijk afval te worden afgevoerd.
6.3.4. Bodem
In 2018 werd het verkennend bodemonderzoek voor de campus Etterbeek afgerond. Deze studie werd uitgevoerd in het kader van de aanvraag van de verlenging van de milieuvergunning voor deze campus. Een bijkomend gedetailleerd onderzoek zal worden uitgevoerd in 2019 om een vervuiling in de omgeving van vroegere stookolietanks te kunnen afbakenen.
6.3.5. Geluids- & trillingenproblematiek
De Vrije Universiteit Brussel dient waakzaam te zijn m.b.t. geluidshinder veroorzaakt door studentenfuiven in de BSGfeestzaal en in de feesttest op de campus Etterbeek. Ook de BOJ-feestzaal op campus Jette lag in het verleden aan de basis van occasionele geluidshinder.
Op 26 januari 2017 keurde de Brusselse Regering een nieuwe wetgeving goed m.b.t. het afspelen van versterkte muziek. Deze wetgeving is van kracht sinds 21 februari 2018. De nieuwe wetgeving m.b.t. de verspreiding van versterkt geluid is bedoeld om het publiek te beschermen tegen de gehoorschade die zwaar versterkt geluid kan veroorzaken. Ze staat naast de reeds bestaande en van kracht blijvende wetgeving die mensen moet beschermen tegen lawaai veroorzaakt door de buren.
De nieuwe reglementering inzake versterkt geluid voorziet drie geluidsniveaus. Wanneer een etablissement onder een bepaald geluidsniveau blijft worden er geen bijkomende voorwaarden opgelegd. Bij hogere geluidsniveaus dienen verschillende maatregelen te worden genomen om het publiek te beschermen. Afhankelijk van het geluidsniveau en het moment waarop dat wordt verspreid moet het publiek worden geïnformeerd, moet een display aanwezig zijn waarop het geluidsniveau valt af te lezen, dient het geluidsniveau te worden geregistreerd, moeten oordoppen worden ter beschikking gesteld en rustzones worden voorzien en moet een persoon worden aangeduid die de problematiek opvolgt.
In 2017 maakte het Departement Studentenzaken de Vrije Universiteit Brussel werk van het omzetten van deze nieuwe wetgeving naar onze instelling. Samen met Facility Management en de Dienst Preventie en Milieu werden de locaties geïdentificeerd waar versterkt geluid wordt verspreid en werd informatie ingewonnen over de nieuwe regelgeving. Er werd een referentiepersoon aangesteld binnen de instelling en de verantwoordelijken van de verenigingen en inrichtingen op de campussen die versterkt geluid verspreiden werden op de hoogte gebracht van hun verantwoordelijkheid.
In 2018 kocht de Vrije Universiteit Brussel de nodige toestellen aan die het geluid meten en registreren en die voldoen aan de vereisten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze toestellen worden ter beschikking gesteld van de studentenverenigingen die versterkt geluid produceren en het gebruik wordt opgevolgd door de referentiepersoon.
6.4. Verantwoord ondernemen
6.4.1.
Universitair Charter Goed Bestuur
Het Universitair Charter Goed Bestuur werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 04 maart 2014 op voorstel van de Governance Commissie. Dit charter bevat de beginselen van deugdelijk bestuur waarvoor de Vrije Universiteit Brussel zich engageert om deze beginselen te implementeren in beleid en beheersstructuren. Het bevat tevens reglementen die een toepassing zijn van deze beginselen, deze reglementen verbinden het bestuur van de instelling ten aanzien van de leden van de Universitaire Gemeenschap. Het charter biedt aan personeel en studenten een algemeen kader dat rechten en plichten waarborgt in bestuurlijke aangelegenheden.
6.4.2.
Divestment
De Vrije Universiteit Brussel ondersteunt de transitie naar een koolstofarme samenleving door haar beleggingsportefeuilles duurzaam te beheren; te desinvesteren in fossiele brandstoffen enerzijds en op een positieve manier te investeren in eigen infrastructuurprojecten met een grote duurzaamheidsimpact anderzijds.
In uitvoering van de beslissing van de Raad van Bestuur RVB.004/C4/01 van 15/12/2015 bouwt het Financieel Management Comité het aandeel investeringen in fossiele brandstoffen stapsgewijs af.
De raad van bestuur van de VUB besliste om 60 miljoen euro te investeren in een portefeuille die belegt in duurzame bedrijven én hierbij conform is met de VUB-waarden. De beslissing kadert in de politiek van de opstart van nieuwe duurzame beleggingsportefeuilles en de desinvestering in aandelen en obligaties van klimaatschadelijke bedrijven met een transitie van deze beleggingen naar duurzame, fossielvrije alternatieven. Dit proces moet uiterlijk in 2020 afgerond zijn.
6.4.3. Ethische commissies
Het onderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel wordt opgevolgd door verschillende ethische commissies. Deze commissies verlenen een ethisch advies aan de onderzoekers. In 2016 kwam de Ethische Commissie Dierproeven in de belangstelling door het in vraag stellen in de media van bepaalde praktijken in het animalarium op campus Jette. Als reactie op de aandacht voor deze problematiek in de pers, benadrukte de universiteit het belang van ethisch ondernemen, ook wanneer het gaat om dierenwelzijn in het algemeen en het werken met proefdieren in het bijzonder. Een audit van het animalarium werd georganiseerd om het werken met proefdieren zo ethisch mogelijk te laten verlopen, in lijn met alle regelgeving en richtlijnen van goede praktijk. De implementatie van de nodige maatregelen gebeurde meteen en wordt ook nu nog permanent geëvalueerd en bijgestuurd.
7. OUTREACH
7.1. Participatie
In de idee van de Whole Community Approach wordt de gehele VUB-gemeenschap en zijn voornaamste stakeholders betrokken bij de transitie naar een duurzame universiteit.
7.1.1. Duurzame Dinsdagen
Op de Duurzame Dinsdagen worden VUB’ers uitgenodigd om te discussiëren en reflecteren over acties naar een duurzame universiteit. Tijdens de vorige Duurzame Dinsdag werd de nulmeting van de VUB koolstofvoetafdruk voorgesteld en twee debatten georganiseerd met de VUB-gemeenschap over maatregelen om de uitstoot van personenmobiliteit terug te dringen.
7.1.2. Materialiteitsanalyse
Dankzij de steun van het Federaal instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO) gaat de VUB in 2019 de ecologische, economische en sociale impact van onze universiteit in kaart brengen. Door onze impact te toetsen aan de SDG’s zullen we gericht aan onze duurzaamheid kunnen werken.
Voor deze oefening werken we nauw samen met consultant Route 2030. Hierbij worden de aard en omvang van de maatschappelijke impact van VUB-activiteiten ingeschat door verschillende stakeholders, met de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) en subdoelstellingen als referentiekader. De analyse van deze gegevens resulteert in een ‘SDG-materialiteitsmatrix’, een overzicht van significante onderwerpen en opportuniteiten voor de VUB.
7.1.3.
Campus masterplan Etterbeek
Het Ruimtelijk Toekomstplan voor campus Etterbeek werd vorm gegeven in samenspraak met de VUB-gemeenschap door middel van een participatief traject met vier themaworkshops.
7.1.4.
Green Impact
In het academiejaar 2017-2018 vond de 2e editie van het green impact project aan de VUB plaats. Green Impact is een uitgebreid actieplan om duurzaamheid te integreren in je team, afdeling of universiteit. Een online werkboek bundelt vijftig concrete acties op weg naar meer duurzaamheid, opgedeeld per thema: mobiliteit, energie, voeding, materiaalstromen, sociale thema’s, onderwijs en de eigen teamorganisatie.
De VUB Green Impact teams vormen een (amicale) competitie om duurzaamheid maximaal te integreren. Elke actie die volbracht is, levert punten op en elk Green Impact team kan online zijn score raadplegen. Deze punten resulteren op het einde van het academiejaar, na een evaluatie door VUB-studenten getraind door de NUS, in een bronzen, zilveren of gouden award. De 2e editie van 2017-18 leverde 221 acties af, goed voor een besparing van 20 ton CO2!
7.2. Communicatie
7.2.1. Website
Blijf op de hoogte van alle verwezenlijkingen, projecten, evenementen en campagnes via de webpagina’s de duurzaamheidspagina’s, het GreenTeam, het VUB-restaurant en de Dienst Preventie en Milieu
7.2.2. Bootcamps
In de VUB-bootcamps wordt multidisciplinaire academische expertise gekoppeld aan professionals uit verschillende sectoren in een intense lezingenreeks, toegankelijk voor iedereen. In 2019 volgt een tweedaagse bootcamp over het Klimaat, na de Sustainability bootcamp en bootcamp Ademruimte in 2018.
7.2.3. Brussel
Als universiteit in de hoofdstad van Europa engageren VUB en ULB zich om die toekomst mee vorm te geven. Onze studenten, docenten en onderzoekers zetten hun expertise in om Brussel sterker te maken door antwoorden te bieden op grootstedelijke, maatschappelijke uitdagingen. We zetten de diversiteit en pluraliteit van Brussel in de verf. We bouwen bruggen over disciplines, sectoren, gemeenschappen en culturen heen.
weKONEKT.brussels draait om duurzaam samenwerken in de stad. Met toekomstgerichte ondernemers, bevlogen mensen uit het middenveld, de culturele sector en de overheid. Samen vormen we onze studenten tot ambassadeurs van Brussel, kritische burgers en de maatschappelijke leiders van de toekomst. Via weKONEKT.brussels verbinden we studenten met het werkveld en de complexe maar boeiende realiteit van een internationale stad.
Met UNIVER.CITY wil de VUB haar onderwijsaanbod afstemmen op de opportuniteiten, uitdagingen en noden van haar metropolitaanse thuisstad. Het project wil een universiteitsbreed Service-Learning programma uitbouwen met en voor Brussel. UNIVER.CITY zal grootstedelijke partnerschappen en contexten introduren in het VUB-curriculum als bouwstenen voor toekomstbestendig onderwijs en duurzame – op wetenschappelijke inzichten gebaseerde – vooruitgang in onze hoofdstad. UNIVER.CITY is een drie jaar durend project (’18-’20), gecoördineerd door het departement Onderwijs- en Studentenbeleid van de VUB.
HumanaTerre is project waarbij een groep mensen zonder wettig verblijf een collectieve en educatieve moestuin onderhouden en uitbouwen in de Hoogstamboomgaard op campus Jette.
7.3. Netwerken
7.3.1. UNICA
De Vrije Universiteit Brussel is lid van UNICA, het netwerk van 49 universiteiten uit 37 Europese hoofdsteden. Dit netwerk is een forum voor zijn leden om te reflecteren over strategische ontwikkelingen en vereisten op het vlak van onderwijs, onderzoek en administratie en vertegenwoordigd meer dan 160.000 personeelsleden en 1.900.000 studenten.
Van 21 tot 23 maart 2018 organiseerde de kerngroep duurzaamheid de 8e UNICA Green Workshop. De VUB ontving 72 gasten van 33 instituties uit 14 landen. Deze interactieve driedaagse workshop behandelde de implementatie van de Sustainable Development Goals (SDGs) in hoger onderwijs en voorzag de mogelijkheid om inspirerende voorbeelden uit te wisselen, moeilijkheden te delen en duurzaamheidscollega’s te ontmoeten.
7.3.2. EUGOS
De European Green Office Summit (EUGOS) is de jaarlijkse samenkomst van studenten en personeelsleden van alle Green Office kantoren. Het VUB GreenTeam nam deel aan 5e editie aan de UGent om in contact te komen, te leren en ideeën en inspiratie uit te wisselen met andere Green Offices.
7.3.3. The Shift
VUB is lid van The Shift, het Belgische netwerk voor duurzaamheid met het oog op de transitie naar een betere samenleving en economie. VUB heeft zich geëngageerd om haar maatschappelijke ambities in kaart te brengen en engagementsverklaringen Green Deal Gedeelde Mobiliteit en Circulaire Aankopen ondertekend.
7.3.4. Ecocampus
Ecocampus is een programma van de Vlaamse overheid dat zich inzet voor een duurzaam hoger onderwijs. Ecocampus richt zich op docenten, onderzoekers en studenten, opdat zij duurzame ontwikkeling als kompas gebruiken bij hun dagelijkse activiteiten, nu én in de toekomst. Binnen Ecocampus worden best practices in het hoger onderwijslandschap uitgewisseld en gezamenlijke projecten uitgewerkt.
7.3.5. OVAM
VUB werkt samen met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), OVAM spant zich dagelijks in voor een kwaliteitsvol en efficiënt afval-, materialen- en bodembeheer in Vlaanderen. VUB en verschillende van haar administraties, vakgroepen en spin-offs ondertekenden ook en engageerden zich concreet voor een derde Green Deal, deze keer van Vlaanderen Circulair (een onderdeel van OVAM): de Green Deal Circulair Bouwen (2019).
7.3.6. UCOS
Het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS) is een educatieve NGO verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel. Ze wil de studenten uitnodigen om kritisch na te denken over de mogelijkheden voor een duurzame en solidaire toekomst. Ze zijn ook steeds op zoek naar vrijwilligers.
8. MILIEUWETGEVING
Het is belangrijk dat de universiteit werkt conform de geldende wetgeving en regelgeving. Daarom wordt veel aandacht besteed aan het verwerven van de nodige vergunningen, het opvolgen van de exploitatievoorwaarden, het uitvoeren van de wettelijk vereiste studies en het nemen van de nodige maatregelen.
8.1. Milieuvergunningen
In het voorjaar van 2018 werd het aanvraagdossier voor de verlenging van de milieuvergunning van campus Etterbeek afgerond en ingediend. Na het toevoegen van bijkomende elementen, het afwerken van de energieaudit en de rondgang door Leefmilieu Brussel en de brandweer werd het dossier eind 2018 volledig verklaard door de vergunningsverlenende overheid. Normaal gezien zou in het voorjaar 2019 de verlenging van de milieuvergunning worden toegekend.
Het project Theodoor op campus Jette beoogt de realisatie van een nieuw gebouwencomplex voor de huisvesting van
het kinderdagverblijf, een lagere school, consultatieruimten voor Kind & Gezin en CAW en een speelruimte voor de scouts op campus Jette. In mei 2018 werd hiervoor een milieuvergunning bekomen. Aangezien het project gelegen is naast het Laarbeekbos, een Natura 2000-gebied, vraagt Leefmilieu Brussel om een aanplantings- en groenbeheersplan op te maken en ter goedkeuring voor te leggen. Het betreffende document zal begin 2019 worden ingediend bij Leefmilieu Brussel.
Een uitbreiding van de activiteiten op de campus Gooik vereiste de melding van nieuwe klasse 3-inrichtingen via het omgevingsloket van de Vlaamse overheid. In juni 2018 ontving de Vrije Universiteit Brussel een aktename van deze melding door de gemeente Gooik.
De milieuvergunning voor campus Jette was in 2018 aan een update toe, vermits verschillende kleine wijzigingen nog dienden te worden gemeld aan de Brusselse overheid. In november 2018 werden deze kleine wijzigingen formeel opgenomen in de milieuvergunning.
In 2019 zal de verlenging moeten worden aangevraagd voor de milieuvergunning voor de studentenhome op de Nieuwelaan. Daartoe werd een eerste bezoek gebracht aan de betreffende studentenhome en werd de aanmaak van een aanvraagdossier opgestart.
Een nieuw project voor campus Etterbeek is het Learning & Innovation Center (LIC), gelegen op de grens van de campussen van de VUB en de ULB. Het LIC zal verschillende ruimtes omvatten waar hoogtechnologische apparatuur de kennisuitwisseling ondersteunt. Het LIC, dat de bibliotheken “exacte en toegepaste wetenschappen” van de VUB samenbrengt met de “sciences et techniques van de ULB, zal de studenten van beide campussen diverse leeromgevingen aanbieden: stille ruimtes voor individuele studie, lokalen om samen te werken, “experience centers” voor activiteiten van kleine groepen en actieve leerlokalen. Een van de nevendoelstellingen van dit project is om beide campussen en hun activiteiten beter met elkaar te verbinden. Een dossier voor de aanvraag van de milieuvergunning werd opgemaakt in het najaar van 2018 en zal begin 2019 worden ingediend.
8.2. Vergunningen voor het gebruik van geneesmiddelen, drugsprecursoren en verdovende middelen
Vergunningen zijn vereist voor laboratoria die gebruik maken van speciaal gereglementeerde stoffen:
• Stoffen met hormonale, antihormonale, anabole, bèta-adrenergische, anti-infectieuze, antiparasitaire en anti-inflammatoire werking;
• Drugsprecursoren;
• Verdovende middelen en psychotropen.
De Vrije Universiteit Brussel dient hiervoor een vergunning aan te vragen bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. De dienst Preventie en Milieu doet de coördinatie van de aanvragen voor dergelijke vergunningen voor de verschillende laboratoria.